Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:"

Transcriptie

1 Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 DE OMDRAAIPLASTIEK Rob v.d Meer, Bewegingstechnoloog, Haagse Hogeschool. Rob v.d. Meer Inleiding Een omdraaiplastiek is een operatie waarbij de knie en een groot deel van het bovenbeen worden geamputeerd. Het onderbeen en de voet worden vervolgens 180 gedraaid en aan de stomp van het bovenbeen bevestigd. Op deze manier kan het enkelgewricht als kniegewricht gaan fungeren (figuur 1). De omdraaiplastiek is in de jaren 50 ontwikkeld door van Nes en Borghgreve (1). Om deze reden heet de operatie de >van Nes-Borghgreve methode=. In dit artikel wordt ingegaan op de kinematische gevolgen van het vervangen van het kniegewricht door het enkelgewricht. Figuur 1 De omdraaiplastiek; na 180 graden draaiing wordt het onderbeen aan de stomp van het geamputeerde bovenbeen bevestigd. Het enkelgewricht >vervangt= het kniegewricht. S: strekking van de >knie= = plantairflexie enkel B: buiging van de >knie= = dorsaalflexie enkel Indicaties en operatie techniek De omdraaiplastiek is ontwikkeld in een poging om ondanks de noodzaak van een amputatie in het bovenbeen toch een functionele >knie= te behouden. Het sparen van de knie tijdens een amputatie biedt functioneel namelijk grote voordelen. Vroeger werd de operatie voornamelijk toegepast bij beenlengte-verschillen en verlammingen. Tegenwoordig wordt de ingreep bijna alleen nog toegepast bij mensen met een maligne tumor in het bovenbeen en/of de knie. De ingreep kan uitsluitend worden toegepast indien de weefselkwaliteit in het distale deel van de extremiteit dit toelaat. Om die reden is deze operatie niet mogelijk bij vasculaire aandoeningen welke aanleiding vormen voor een amputatie. Het grootste deel van de patiëntengroep die in aanmerking komt, heeft een tumor in het bot. Indien tijdens de operatie blijkt dat de n. ischiadicus door de tumor is aangetast, is de aansturing en innervatie van het onderbeen niet langer mogelijk. Hierdoor is het verder uitvoeren van de operatie nutteloos en is een bovenbeenamputatie het noodzakelijke gevolg. De operatie wordt in een aantal stappen uitgevoerd. Ten eerste vindt er een exarticulatie in het kniegewricht plaats, waarbij de n. ischiadicus en de grote arteriën en venen intact worden gelaten. Vervolgens wordt het door de tumor aangetaste deel van het bovenbeen geamputeerd, uitgezonderd de nervus ischiadicus en de verdere grote arteriën en venen. Daarna worden de tibia en de fibula ingekort, opdat de enkel op gelijke hoogte met de knie van het niet-geamputeerde been komt. Hierbij wordt de proximale kamer van de articulatio tibiofibularis verwijderd. Na 180 draaiing van onderbeen en voet, worden het femur en de tibia aan elkaar bevestigd. Bij deze reconstructie van het been vindt er, in tegenstelling tot de onderbeenamputatie, geen osteodese plaats van de ingekorte tibia en fibula. De fibula zal proximaal

3 blijven >zweven= tussen de weke delen. Dit is noodzakelijk voor de functionaliteit van het tibiofibulaire gewricht. Dit gewricht bestaat weliswaar uit twee kamers, maar deze kunnen functioneel samen als één gewricht beschouwd worden. Het vastzetten van de fibula aan de tibia zou onvermijdelijk tevens leiden tot een fixatie van de overgebleven distale kamer van het tibiofibulare gewricht. In verband met de nauwe functionele relaties die er bestaan tussen deze verbinding en het bovenste spronggewricht, zou dit leiden tot ongewenste storingen in de mobiliteit van het bovenste spronggewricht. Bij een onderbeen amputatie vindt er wel een (distale) osteodese plaats tussen tibia en fibula, daar er anders ongewenste bewegingsuitslagen van de fibula optreden (in de proximale kamer van het tibiofibulaire gewricht) bij extensie van de knie. De arteriën en venen worden ingekort door een deel te verwijderen en de uiteinden aan elkaar te hechten. Aangezien dit bij de n. ischiadicus onmogelijk is, zal deze als een >kluwen= behouden blijven. Ter bescherming wordt de n. ischiadicus onder een spier geplaatst. De volgende stap van de reconstructie van het been is het aan elkaar bevestigen van de doorkliefde spieren (myodese). Hierbij zullen de dorsale onderbeenspieren bevestigd worden aan de ventrale bovenbeenspieren. De ventrale onderbeenspieren worden aan de dorsale bovenbeenspieren bevestigd. (De verwisseling tussen ventraal en dorsaal komt doordat er immers sprake is van een omkeerplastiek). Prothese voorziening De prothese bestaat uit vier belangrijke onderdelen (figuur 2). - Een beencorset (1). - Een mediaal en lateraal scharnier (2). - Een voetkoker (3), welke opgenomen is in het onderbeen van de prothese. - Een prothesevoet (4). Figuur 2 De prothese. 1 = beencorset 2 = scharnier 3 = voetkoker 4 = prothesevoet Het beencorset wordt van een soepel materiaal als leer of polyform gemaakt. De voetkoker daarentegen is gemaakt van giethars, dat zeer stijf en dus vrijwel onvervormbaar is. Doorgaans wordt de voet (met sok) direct in de gietharskoker geplaatst. Het beencorset en de voetkoker zijn aan weerszijden verbonden door metalen zijstangen met daarin een scharnier. Door de aanwezigheid van deze twee scharnieren kan het onderbeen ten opzichte van het beencorset uitsluitend nog buigen en strekken om een as die door de beide scharnieren loopt. Aan de voetkoker wordt een buis bevestigd, die de voetkoker met de (starre) prothesevoet verbindt. Het onderbeen wordt, zoals gebruikelijk bij modulaire protheses, met behulp van foam cosmetisch afgewerkt.

4 De scharnieren tussen het beencorset en de voetkoker zijn vergelijkbaar met scharnieren zoals die bij een C1200 (dubbelstaafs) peroneusorthese worden gebruikt. De buiging van de >knie= komt tot stand door dorsaalflexie van de enkel. In een aantal gevallen blijkt de beschikbare mobiliteit in deze richting onvoldoende voor bijvoorbeeld het zitten. In die gevallen kan er een extra scharnier in de prothese worden opgenomen. Dit scharnier, welke in de buis tussen voetkoker en prothesevoet wordt geplaatst, kan dan met de hand ontgrendeld worden. Kinematica Kinematisch gezien treden er grote veranderingen op door het vervangen van een kniegewricht door een enkelgewricht. Het anatomische kniegewricht bezit twee vrijheidsgraden. Naast flexie en extensie van de tibia ten opzichte van het femur is er tevens een rotatie van de tibia om haar lengte-as mogelijk. Deze rotatie-as staat in elke flexiestand van het onderbeen in het verlengde van de tibia. De as beweegt dus mee met de tibia (figuur 3a en c). Indien het enkelgewricht als kniegewricht wordt ingezet is er eveneens sprake van twee vrijheidsgraden voor het onderbeen (van de prothese). De aard van deze vrijheden is echter geheel anders. In het bovenste spronggewricht is flexie en extensie van het prothese onderbeen mogelijk. De compromis-as van het bovenste spronggewricht verloopt ongeveer door de beide malleoli (figuur 3b en d). Figuur 3a t/m d. a en c: vrijheidsgraden in het kniegewricht. b en d: vrijheidsgraden in de beide spronggewrichten.

5 Aangezien de voet omgekeerd aan het bovenbeen wordt bevestigd, bevindt de laterale malleolus zich dus aan de mediale zijde. De compromis-as verloopt nu van lateraal, craniaal, dorsaal naar mediaal, distaal, en ventraal. Het buigen en strekken van de prothese speelt zich dus niet zuiver in het sagittale vlak af. Buiging gaat gepaard met adductie en exorotatie van de prothese en extensie zal enige abductie en endorotatie met zich meebrengen. De tweede vrijheidsgraad is een beweging van de prothese om de in- en eversie-as van het onderste spronggewricht (figuur 3b en d). Onder >normale= anatomische omstandigheden is inversie van de voet een combinatie van voornamelijk endorotatie en adductie en enige plantairflexie van de voet ten opzichte van het onderbeen. Het feit dat de voet bij de omdraaiplastiek in achterwaartse richting wijst en dienst doet als knie, betekent dat de inversie van de voet nu een combinatie van bewegingen in de >knie= oplevert van vooral endorotatie en abductie en enige extensie van het prothesebeen ten opzichte van het dijbeen. Eversie in het onderste spronggewricht leidt dus tot exorotatie, adductie met enige flexie van het onderbeen. Het moge duidelijk zijn dat deze tweede vrijheidsgraad een geheel ander karakter heeft dan de gebruikelijke rotatie-mogelijkheid die het kniegewricht aan het onderbeen biedt. De bewegingen in het onderste spronggewricht zijn feitelijk ongewenst in de >knie= en worden in de prothese beperkt door de aanwezigheid van de laterale stangen in de verbinding tussen het beencorset en de voetkoker. Het inversietrauma van de >knie= Dat een beteugeling van de in- en eversie bij de omdraaiplastiek noodzakelijk is, blijkt uit een eenvoudige vergelijking van de heersende momenten rond de enkel. Indien geen laterale verstevigingen in de prothese zouden worden opgenomen dienen deze momenten door de patiënt zelf te worden opgevangen. Het plaatsen van het enkelgewricht op kniehoogte betekent in dat geval immers ook dat er op kniehoogte >gezwikt= kan worden met een eventueel inversietrauma tot gevolg. De vraag hierbij luidt: is het risico op verstuiken van de enkel bij een omdraaiplastiek groter dan in een >normale= situatie? Figuur 4 toont een vereenvoudigd model van een belastingssituatie tijdens staan op één been in vooraanzicht. Figuur 4 Modelmatige voorstelling van het staan op één been. Verdere verklaring in de tekst. De in- en eversie-as is ter vereenvoudiging zuiver sagittaal georiënteerd verondersteld. De reactiekracht op de voet is gericht naar het lichaamszwaartepunt. Uit de figuur wordt direct duidelijk dat de momentsarm van deze kracht tot de in-eversie as op kniehoogte aanzienlijk groter is dan tot de in-eversie as op de gebruikelijke locatie in de enkel. Het sterk vereenvoudigde rekenmodel geeft een indicatie van de invloed van de hoogte van de enkel op het optredende moment. Hiertoe worden een aantal aannames gedaan. De hoogte van de heupkop ten opzichte van de ondergrond wordt op 100 cm gesteld. Verder wordt aangenomen dat het lichamszwaartepunt op een horizontale afstand van 10 cm van de heupkop ligt (figuur 4). Vervolgens wordt aangenomen dat bij een omdraaiplastiek de enkel zich op een hoogte van 50 cm boven het aangrijpingspunt van de reactiekracht bevindt en dat de oorspronkelijke locatie van de in en eversie-as op 5 cm hoogte ligt. Met deze gegevens kan met behulp van wat eenvoudige goniometrie de momentsarm rond de in-eversie as op kniehoogte worden berekend. Onder de hier geschetste

6 omstandigheden bedraagt deze afstand 5 cm. Ter vergelijk: bij de gebruikelijke hoogte van de in-eversieas (gesteld op 5 cm) bedraagt de momentsarm bij deze krachtrichting slechts 0,5 cm. Zoals duidelijk zal zijn wordt de situatie rond de as op kniehoogte steeds ongunstiger naarmate de reactiekracht schuiner op de grond aangrijpt. Tijdens het gaan zal in de unipedale standfase steeds sprake zijn van een verloop van de reactiekracht mediaal van de knie. Een dergelijk mediaal verloop van de voetreactiekracht langs de inen eversie-as heeft normaal gesproken een inverterend moment tot gevolg. Bij een omdraaiplastiek zal dit door de rotatie van de voet echter een everterend moment zijn. Dergelijke everterende momenten rond het onderste spronggewricht zijn minder bedreigend dan inverterende momenten. Ten eerste bezit het onderste spronggewricht naar eversie (vanuit de neutrale stand) slechts een zeer geringe mobiliteit. Tevens is de eindstand in deze richting passief stabiel (de close packed position). Toch zal een patiënt met een omdraaiplastiek vaak streven naar een reductie van de heersende momenten. Ondanks het feit dat de momenten kunnen worden opgevangen door de stalen zijstangen blijft een dergelijk moment leiden tot een toename van de druk van delen van de prothese (beencorset en voetkoker) op onderbeen en voet. Een methode om het optredende everterende moment te reduceren is het gaan met behulp van een lateroflexie van de romp tijdens de unipedale fase (de gang van Duchenne) (figuur 5). Figuur 5. De everterende momenten rond de >knie= kunnen worden gereduceerd met behulp van de gang van Duchenne. Bij een omdraaiplastiek ontstaat er een inverterend moment rond de voet als de voetreactiekracht een lateraal verloop langs de rotatie-as van de enkel heeft (figuur 6). Tijdens normaal gaan zal de voetreac-

7 tiekracht niet snel lateraal langs de >knie= verlopen. Dergelijke richtingen treden bijvoorbeeld wel op tijdens bezigheden als het wegduwen van voorwerpen met de binnenzijde van de voet en bij het onverwacht stoten van de prothesevoet tegen een oneffenheid in de vloer. In verband met de forse momentsarmen die daarbij al snel ontstaan kunnen zelfs betrekkelijk onschuldig ogende incidenten al tot een flink inverterend moment leiden. Het blokkeren van deze bewegingsrichting bij de omdraaiplastiek lijkt dus noodzakelijk, maar heeft ook nadelige gevolgen. Figuur 6. Inverterende momenten ontstaan bij een verloop van de voetreactiekracht lateraal van de in/eversie-as. Gekoppelde beweging Een eerste probleem is de gekoppelde beweging tussen de rotatie van het (onder)been en de bewegingen in het onderste spronggewricht (2). Hierbij gaat het vooral om de koppeling tussen exorotatie van het been en inversie van de voet. Bij contact tussen de voet en de ondergrond, zal bij exorotatie van het been, de voet moeten inverteren. Tijdens het gaan roteert de romp over het standbeen. Deze romprotatie leidt tot een endoratie in het heupgewricht. Bij het bereiken van de eindstand in deze richting zal het been met de romp mee gaan roteren. Deze exorotatie van het been leidt nu tot een inversiebeweging in het onderste spronggewricht. De voet is door deze beweging als het ware in staat enige rotatie te absorberen. Indien inversie uitgesloten is, zal de gehele prothese over de ondergrond moeten mee roteren met het been. Een te stroeve ondergrond kan dit echter verhinderen, waardoor de voet in de koker zal proberen te roteren. Dit zal leiden tot knellingen tussen voet en koker. De ernst van deze knellingen is afhankelijk van de plaats waar deze optreden. De zool van de voet, zal door z=n natuurlijk vermogen druk te verdragen weinig hinder ondervinden van de knellingen. De wreef van de voet zal echter snel geïrriteerd raken. Dit kan zelfs leiden tot hardnekkige wonden.het opnemen van een rotatieadapter in de prothese zal een deel van de problemen wegnemen. Ook het dragen van schoenen met gladde zolen kan bijdragen tot het reduceren

8 van deze klachten. Plaatsing scharnieren Het uitsluiten van de bewegingen in het onderste spronggewricht gebeurt door de voetkoker en het beencorset te verbinden met twee zijstalen. In deze zijstalen is ter hoogte van de beide malleoli een scharnier opgenomen. Een verschil in positie tussen de scharnieren en de rotatie-as van de enkel zal verschuivingen van de voet in de koker veroorzaken. Met de rotatie-as van de enkel wordt de as van het bovenste spronggewricht bedoeld aangezien de bewegingen van het onderste spronggewricht juist uitgesloten dienen te worden. De verschuivingen van de voet in de koker zullen tot stand komen tijdens buiging (dorsaalflexie enkel) van de prothese. De voet en koker zullen dan, als gevolg van verschillende rotatie-assen, een andere uitslag vertonen. Deze problemen zijn in de prothesiologie ook bekend van de (inmiddels wat in onbruik geraakte) onderbeenprothesen met dijbeencorset. Ook bij deze prothesen traden de genoemde verschuivingsproblemen op. Deze werden traditioneel opgelost met behulp van een zogenaamde slip-socket. De onderbeenstomp glijdt samen met de strak om de stomp bevestigde slipsocket in en uit de harde buitenkoker. Een vergelijkbare methode wordt ook door wielrenners toegepast. Het zeemleer in de fietsbroek maakt dat de broek niet verschuift ten opzichte van de billen. In plaats daarvan schuiven billen en broek samen over het zadel. De slip-socket wordt om onduidelijke redenen echter zelden toegepast bij de omdraaiplastiek. De mate en de plaats van de knellingen blijken volkomen afhankelijk van de plaatsing van de scharnieren ten opzichte van de rotatieas van de enkel (1). Ook hier geldt weer dat knellingen tussen voetwreef en koker meer problemen zullen veroorzaken dan knellingen tussen voetzool en koker. Discussie De huidige manier van het verhinderen van de bewegingen in het onderste spronggewricht heeft, zoals hierboven uiteen is gezet, een aantal belangrijke nadelen. Een arthrodese van het onderste spronggewricht kan mogelijk uitkomst bieden. Voor zover bekend, wordt deze ingreep niet toegepast bij de omdraaiplastiek, terwijl er op theoretische gronden toch goede argumenten voor lijken te zijn. Bij een arthrodese wordt het onderste spronggewricht operatief vastgezet. De enkel bezit dan dus slechts één vrijheidsgraad namelijk flexie en extensie. Dit heeft als voordeel dat een groot gedeelte van de prothese overbodig wordt. Theoretisch kunnen het beencorset en de zijstalen worden weggelaten. Door het weglaten van de zijstalen en de scharnieren is het probleem van de plaatsing van de scharnieren direct verholpen. Knellingen tussen voet en koker, als gevolg van deze problematiek, zullen niet meer optreden. Een arthrodese neemt de besproken problemen bij rotatie van het been niet weg. Nog steeds zal de voet over de ondergrond moeten mee roteren. Het opnemen van een rotatieadapter in de prothese blijft ook bij een arthrodese aan te bevelen. Het feit dat de bewegings-as van het bovenste spronggewricht niet zuiver frontaal loopt is lastiger te verhelpen. Natuurlijk zou bij het terugplaatsen van de voet aan het bovenbeen gecorrigeerd kunnen worden voor de richting van de as, maar dan ontstaat er een hoek tussen de lengterichting van het bovenbeen en het onderbeen-voet complex. De bewegingsas staat dan wel frontaal, maar de afwijkende positie van de voet moet dan vervolgens in de bouw van de prothese worden gecompenseerd. Waarschijnlijk leveren dergelijke ingrepen zodanig veel nieuwe problemen op dat er functioneel geen voordeel mee te behalen valt. LITERATUUR 1. Meer, R.A. van der De omdraaiplastiek; een theoretisch onderzoek naar aanpassingen van de prothese. Afstudeerscriptie Bewegingstechnologie, Den Haag december Riezebos, C ; Lagerberg, A. Inversietrauma van de enkel: ontstaansmechanismen, risico-factoren en preventie. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie 16, no. 1, 1998.

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp ) Auteur(s): R.J. Gebuis, P. van den Hoogen Titel: Ontwerp van een enkel_voet orthese: een andere benadering Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-15 7 Deze online uitgave

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 1 (pp. 10-33)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 1 (pp. 10-33) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De afwikkeling van de voet Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 10-33 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 4 (pp. 220-236)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 4 (pp. 220-236) Auteur(s): H. van Holstein, E. Koes Titel: Beperking van het onderste spronggewricht en knieklachten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 220-236 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

ENKEL TAPEN. InspanningLoont Uppsalalaan 3, 3584 CT Utrecht www.inspanningloont.nl KvK: 53702794 BTWnr: 850982595B01

ENKEL TAPEN. InspanningLoont Uppsalalaan 3, 3584 CT Utrecht www.inspanningloont.nl KvK: 53702794 BTWnr: 850982595B01 Vooraf Zorg dat de enkel in 90 graden (0 graden dorsaalflexie) blijft tijdens het tapen. Zorg dat de huid vetvrij is en verwijder eventueel de beharing. Vraag altijd na of iemand allergisch is voor één

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Mobiliseren van het onderste spronggewricht Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Voorste benadering Afdeling: fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels voorwaartse

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

www.fysionair.nl Info@Fysionair.nl Josya Sijmonsma Fysiotherapeut Oedeemtherapeut Kinesio Taping Instructeur / Medical Taping Specialist Specialisaties o.a. Manuele therapie Mulligan Myofeedback Neurologie

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese ISPO JAAR CONGRES 2011 Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese Lichamelijk onderzoek Gangbeeld analyse, MRI, röntgen Algemene lichamelijke conditie Mobiliteit van heup,knie,en

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen

FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen Jan D. Visser 1 REGIO S ONDERSTE EXTREMITEIT Heup: vanaf het kraakbeen van het acetabulum tot halverwege het bovenbeen.

Nadere informatie

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e Post-Op braces t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e OT TO BOCK POT- OP BRCE --------------------------- eer en meer worden bij postoperatieve of posttraumatische

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste

Nadere informatie

Onstabiel gevoel Last bij stappen

Onstabiel gevoel Last bij stappen Naam: Datum: Leeftijd: 37 jaar Geslacht: M/V Beroep: bediende Adres: Telefoonnummer: / Hobby: joggen, zwemmen (totaal: 3u/week) Hoofdprobleem: Onstabiel gevoel en last ter hoogte van de rechter enkel Lichaamsdiagram

Nadere informatie

18 10 2008 Bijscholing BorgInsole 1

18 10 2008 Bijscholing BorgInsole 1 Intoeing - Outtoeing Intoeing Outtoeing Problemen ter hoogte van Voet Enkel Tibia Knie Femur Heup Intoeing - Outtoeing Oorzaak Structureel Osteair Intoeing - Outtoeing Therapie Chirurgie In- of outtoeing

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Patellaluxatie. De mate van patellaluxatie wordt in verschillende graden van ernst uitgedrukt:

Patellaluxatie. De mate van patellaluxatie wordt in verschillende graden van ernst uitgedrukt: Patellaluxatie Patellaluxatie is een aandoening die frequent wordt gezien bij de Engelse en Franse Bulldog, de Chihuahua, Yorkshire Terrier, Dwergkees en dwergpoedel. Het is niet bekend hoe hoog het percentage

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 261-283 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen

FUNCTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen REGIO S ONDERSTE EXTREMITEIT FUNTIONELE INVALIDITEIT ONDERSTE EXTREMITEIT AMA-GUIDES ZESDE EDITIE NOV-richtlijnen Heup: vanaf het kraakbeen van het acetabulum tot halverwege het bovenbeen. Knie: vanaf

Nadere informatie

Enkel artrose (bovenste spronggewricht)

Enkel artrose (bovenste spronggewricht) Enkel artrose (bovenste spronggewricht) Artrose (slijtage) is een aandoening van het kraakbeen in gewrichten. Bij enkel artrose is er sprake van slijtage in het bovenste spronggewricht (ook wel tibiotalaire

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Strategieën uitgelicht

Strategieën uitgelicht Strategieën uitgelicht Overzicht 1 Algemeen beeld 1 voorwaarts gebogen romp De schoudergordel is niet boven het bekkengordel in het sagittaal vlak. 2 bergop lopen Patiënt moet duwen om over het te komen.

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

COMPENSEREN VAN FUNCTIONELE BEPERKINGEN BIJ NEUROLOGISCHE AANDOENINGEN

COMPENSEREN VAN FUNCTIONELE BEPERKINGEN BIJ NEUROLOGISCHE AANDOENINGEN MultiMotion Verzorging van dynamisch corrigeerbare contracturen COMPENSEREN VAN FUNCTIONELE BEPERKINGEN BIJ NEUROLOGISCHE AANDOENINGEN basko.com MultiMotion Dynamisch correctie systeemscharnier Het dynamische

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

LOPEN MET EEN PROTHESE

LOPEN MET EEN PROTHESE LOPEN MET EEN PROTHESE VORMEN VAN MENSELIJK VOORTBEWEGEN GANGKINEMATIKA GANGEXPRESSIE GANGPATHOLOGIE Objectief vasttestellen Kenmerken van Door een stoornis het individu veroorzaakt wandelen zwevend slepend

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Slijmbeursontsteking van de heup (bursitis subtrochanterica)

Slijmbeursontsteking van de heup (bursitis subtrochanterica) Slijmbeursontsteking van de heup (bursitis subtrochanterica) De grote botpunt van het bovenbeen ter hoogte van de buitenkant van de heupregio heet trochanter major (afb. 1). Over deze botpunt loopt de

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe knie operatie

Revalidatie nieuwe knie operatie Afdeling: Fysiotherapie Datum: Januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels 8 7 Oefeningen 9 3 1 Inleiding Jaarlijks krijgen zo n

Nadere informatie

Unicompartimentele knieprothese

Unicompartimentele knieprothese Afdeling: Onderwerp: Orthopedie 1 Bij u is er arthrose vastgesteld van uw knie. In het dagelijks leven wordt het ook wel slijtage of een versleten knie genoemd. Deze arthrose is aanwezig aan de binnenkant

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp. 9 32)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp. 9 32) Auteur(s): Lagerberg A., Lulofs R. Titel: Passieve bewegingskoppelingen tussen onderbeen en voet Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 9-32 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

Prothesetechniek. Misschien staan er termen in die u niet direct begrijpt. Als dat zo is, kunt u de begrippenlijst bij het lezen gebruiken.

Prothesetechniek. Misschien staan er termen in die u niet direct begrijpt. Als dat zo is, kunt u de begrippenlijst bij het lezen gebruiken. Prothesetechniek Een prothese is een kunstledemaat ter vervanging van een ontbrekend ledemaat of een deel hiervan. Hier leest u over de opbouw van een beenprothese. Deze prothese bestaat uit een buitenkoker,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205) Auteur(s): C. Riezebos Titel: De slotrotatie van de knie: mechanisme en mobilisatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 183-205 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, E. Koes, F. Krijgsman Titel: Kompensaties bij de beperkte heupextensie. Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-51 Deze online uitgave

Nadere informatie

Patellofemoraal pijnsyndroom

Patellofemoraal pijnsyndroom Orthopedie Patellofemoraal pijnsyndroom Pijn in en rond de knieschijf Inleiding U heeft een bezoek gebracht aan uw behandelend arts op de poli. De arts heeft geconstateerd dat u patellofemorale pijnklachten

Nadere informatie

Prothesen LIVIT ORTHOPEDIE LIVIT.NL. Uw specialist op het gebied van. Prothesen. Volg ons ook op:

Prothesen LIVIT ORTHOPEDIE LIVIT.NL. Uw specialist op het gebied van. Prothesen. Volg ons ook op: Prothesen LIVIT ORTHOPEDIE Uw specialist op het gebied van Prothesen Volg ons ook op: LIVIT.NL Prothesen Een prothese probeert een (gedeelte van) uw arm of been zo goed mogelijk te vervangen. Dat kan alleen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp ) Auteur(s): J. Mens, C. Riezebos, A. Lagerberg, P. van der Meer Titel: Reaktie op: Biokinematica van de sacroiliacale keten Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-277 Deze

Nadere informatie

Een totale knieprothese

Een totale knieprothese Een totale knieprothese Een totale knieprothese is een vervanging van het versleten kniegewricht door een kunstknie. De uiteinden van het bot van het onder- en bovenbeen worden aangepast aan de vorm van

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer ABS/zero knop. Meten in de ABS stand, ABS staat voor absoluut Je kunt meten in de ABS stand dat is de stand waarbij ABS rechtsboven in beeld staat (pijl). Je

Nadere informatie

Voorste kruisband reconstructie Het plaatsen van een nieuwe kruisband (donorpees)

Voorste kruisband reconstructie Het plaatsen van een nieuwe kruisband (donorpees) ORTHOPEDIE Voorste kruisband reconstructie Het plaatsen van een nieuwe kruisband (donorpees) Uw orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om de voorste kruisband van uw knie te vervangen en daarmee de stabiliteit

Nadere informatie

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk

Nadere informatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie Oefeningen na een onderbeenamputatie Bij het leren lopen met een prothese zijn mobiliteit, lenigheid en spierkracht belangrijk. Een bewegingsbeperking beïnvloedt de kwaliteit van het staan of lopen negatief.

Nadere informatie

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Patellofemoraal pijnsyndroom

Patellofemoraal pijnsyndroom Orthopedie Patellofemoraal pijnsyndroom Pijn in en rond de knieschijf Inleiding U heeft een bezoek gebracht aan uw behandelend arts op de poli. De arts heeft geconstateerd dat u patellofemorale pijnklachten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese De totale knieprothese DE TOTALE KNIEPROTHESE INLEIDING U staat op de wachtlijst voor een nieuwe knie, een zgn. totale knieprothese. Deze folder geeft informatie over het kniegewricht en de behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

Peo II Docent: Andrea Witkam

Peo II Docent: Andrea Witkam PEO II BT-1o 1 Peo II Docent: Andrea Witkam Ilse Speelman Veron 't Hart Joppe Korfage Kevin Ypeij Danny Zomerhuis Groep: BT-1o 2 Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 4 Inleiding 5 Analyse 6 Hypothese 9 Ontwerp

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

In deze folder leest u over de opbouw van een beenprothese. Misschien staan er termen in die u niet direct begrijpt. Gebruikt u daarom de

In deze folder leest u over de opbouw van een beenprothese. Misschien staan er termen in die u niet direct begrijpt. Gebruikt u daarom de De prothesetechniek In deze folder leest u over de opbouw van een beenprothese. Misschien staan er termen in die u niet direct begrijpt. Gebruikt u daarom de begrippenlijst bij het lezen. De folder prothesetechniek

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven

Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven Ischias is een vorm van zenuwpijn, beginnend in de heup en verdergaand langs de achterzijde van het been tot aan de voet, veroorzaakt door

Nadere informatie