1 Organisatorische gegevens

Transcriptie

1 Titel Opleidingsvariant Natuur Leven en Technologie Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAEM-MNLT Cursusnaam Natuur Leven en Technologie 1.3 Cursusnaam in Engels Advanced Science Mathematics and Technology 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd HS Wielenga (tel ) 1.9 Contactpersoon (hannah.wielenga@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands Nee 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended 2 - diverse werkvormen verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 2: blok 2 Instructie, keuze workshops, leerteam verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 2: blok 2 Practicum verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 2: blok 2 gesprekken verplicht 2 maal per blok bij aanvangsblok 2: blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar de toets aangeboden? Verslag Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3

2 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Doelstellingen/competenties: Hoofddoelstelling: Studenten hebben een beeld van het profielkeuzevak Natuur, Leven en Technologie (NLT) op basis waarvan ze kunnen onderbouwen wat hun eigen rol zou kunnen zijn m.b.t. (het invoeren van) NLT op (hun eigen) school. Subdoelstellingen: A. Studenten hebben inzicht in de aard en de organisatie van het schoolvak NLT: a.1 de doelen, het examenprogramma, de inhoud en de didactiek van NLT a.2 de beschikbaarheid van (gecertificeerd) lesmateriaal en de faciliteiten van regionale steunpunten en evt. andere (HO)-instellingen a.3 aspecten die een rol spelen bij het invoeren / implementeren van NLT op schoolniveau, o.a. visie op de meerwaarde van NLT binnen het onderwijs op de school randvoorwaarden voor invoering organisatie, faciliteiten en roostering het opstellen van een leerplanschema en een curriculum dat bestaat uit een modulair aanbod a.4 aspecten die een rol spelen bij het uitvoeren van NLT-onderwijs op schoolniveau, o.a. voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de NLT-lessen samenwerken in een multidisciplinair docententeam, interdisciplinaire didactische concepten zoals contextconcept en teamteaching. toetsing en schoolexamen voorlichting en communicatie richting leerlingen als onderdeel van de bètabrede voorlichting B. Studenten hebben kennis van enkele voor NLT belangrijke inhouden: b.1 de inhoud van tenminste één NLT-module (op leerling-niveau) C. Studenten zijn in staat om zich in te werken in modules: c.1 in groepsverband te werken aan de verbreding van hun eigen inhoudelijke expertise c.2 onderdelen van een NLT module aan te passen aan de actualiteit en de eigen schoolsituatie, mede op basis van geraadpleegde (semi)wetenschappelijke literatuur. D. Studenten zijn in staat leerlingen een beeld te geven van bètastudies en beroepen: d.1 vooroordelen en stereotypen rondom bètastudies en beroepen en hun waarheidsgehalte te kennen d.2 een activerende opdracht te ontwerpen rondom bètastudies en beroepen die aansluit bij de kennis, ervaring en belangstelling van leerlingen E. Studenten zijn in staat te verwoorden wat hun rol kan zijn binnen NLT: e.1 welk aandeel ze kunnen en willen leveren bij het verzorgen van lessen NLT in samenwerking met collega s van andere vakken e.2 welk aandeel ze kunnen en willen leveren bij het implementeren van NLT op school 2.2 Cursus inhoud Korte beschrijving: In deze module vormen studenten zich een beeld van het profielkeuzevak Natuur, Leven en Technologie en van hun eigen mogelijkheden om als NLT-docent te functioneren. Daartoe: - bestuderen de studenten een interdisciplinaire NLT module en verzamelen ze hierbij als achtergrondinformatie een recent wetenschappelijke achtergrondartikel; - stellen studenten in heterogene groepen een lesplan op voor het uitvoeren de door hen gekozen module, waarbij ze onderdelen van de module aanpassen voor gebruik in hun eigen specifieke schoolpraktijk; - ontwerpen studenten een opdracht voor leerlingen waarmee deze zich oriënteren op bètastudies en beroepen - nemen de studenten deel aan een workshop over een didactisch thema dat relevant is voor het verzorgen van NLT-onderwijs (bv. context-concept benadering, teamteaching, leerlijnen, PTA en schoolexamen); - worden enkele uit verschillende scholen afkomstige voorbeelden getoond van de invoering van NLT, de onderwijsuitvoering na enkele jaren en de toekomstplannen; - ontwerpen studenten na een brede oriëntatie op NLT op micro en mesoniveau- in heterogene groepen een invoeringsplan voor NLT op een school; - schrijven studenten een portret van zichzelf als (potentiële) NLT-docent. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De leerstof bestaat uit kennis van de aard en de organisatie van het profielkeuzevak Natuur, Leven en Technologie (NLT) zoals beschreven onder subdoelstelling a. en enkele voor NLT belangrijke inhouden, zoals beschreven onder subdoelstelling B. Deze kennis wordt verworven middels colleges, presentaties, zelfstudie en workshops en vervolgens gebruikt in drie groepsopdrachten: het opstellen van een lesplan bij een specifieke NLT-module (subdoelstelling B), het ontwerpen van een opdracht waarin leerlingen zich oriënteren op bètastudies en beroepen (subdoelstelling D) en het ontwerpen van een invoerplan voor NLT op een school (subdoelstelling A).

3 De module start met een individuele opdracht voor een zelfanalyse m.b.t. het beeld dat de student heeft van NLT en van zijn eigen (on)mogelijkheden als (potentiële) NLT-docent en sluit af met het schijven van een individueel zelfportret, waarin dat beeld wordt bijgesteld en onderbouwd (subdoelstelling E). Toetsen en beoordelingscriteria: De afrondingseisen voor de onderwijseenheid NLT zijn: - de student heeft actief deelgenomen aan de bijeenkomsten; - de bijbehorende individuele en groepsopdrachten voldoen aan de in de studiehandleiding vastgestelde criteria; - de student heeft een NLT-zelfportret geschreven, waarin hij op basis van in (en evt. ook buiten) deze module opgedane kennis en ervaring beschrijft en onderbouwt 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: De onderwijseenheid Natuur Leven en Technologie draagt bij aan de ontwikkeling van de student m.b.t. de bekwaamheidseisen op niveau masters: 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Kennisbasis: De onderwijseenheid Natuur Leven en Technologie draagt bij aan het verweven van kennis en vaardigheden m.b.t. de vakverbredende en/of vakoverstijgende onderdelen uit de kennisbases van de betrokken monovakken: Aardrijkskunde: domein 8 Biologie: domein 7 Natuurkunde: domein 9.6 Wiskunde: domein 4 en 10 Aanwezigheid is verplicht omdat de cursus Natuur, Leven en Technologie wordt getoetst middels een dossier met daarin (o.a.) de uitwerking van twee groepsopdrachten. De studenten werken hier de hele cursus aan in vaste groepjes, dat gaat niet als ze niet aanwezig zijn. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht): Informatie en studiemateriaal voor deze module is beschikbaar via en de Hubl-site bij de module. 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

4 Titel Opleidingsvariant Meetkunde Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAMW-MEETK Cursusnaam Meetkunde 1.3 Cursusnaam in Engels Geometry 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd 1.9 Contactpersoon GWQ Puite (tel ) (quintijn.puite@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands Ja 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: Groepswerk e/a activiteiten verplicht 1 maal per week Blended-7: Groepswerk e/a activiteiten verplicht 1 maal per week blok 1, blok 2 blok 1, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Opdracht en presentatie Numeriek 1 decimalen 5, blok 2 2. blok 3

5 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Algemene probleemaanpak: het aanpakken van (meetkundige) wiskundige problemen (Polya), reflectie op de eigen aanpak, niveaus van zekerheid. Meetkunde: axiomatiek, stellingen, deductieve opbouw (axioma, stelling, definitie), basisbegrippen van Euclidische en bolmeetkunde, transformatieafbeeldingen (isometrie, gelijkvormigheid, inversie), constructies, synthetische en algebraïsche benadering. De onderwerpen zullen zoveel mogelijk aan de hand van aanschouwelijke methoden en objecten en met concrete problemen worden geïntroduceerd en doorgewerkt. Enkele voorbeelden van onderwerpen die in de presentaties aan de orde kunnen komen: de stelling van Napoleon, de negenpuntscirkel, de cirkel van Taylor. De manier van denken die bij deze cursus wordt geoefend en de kennis van meetkundig zijn belangrijke bekwaamheden van een wiskundedocent in het eerstegraads gebied. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten: - Strategieën leren kennen voor het aanpakken van problemen. - Kritisch kunnen terugkijken op de eigen aanpak. - Belangrijke theorieën en methoden uit de elementaire (aanschouwelijke) meetkunde kunnen benoemen, bewijzen en demonstreren. - Meetkundige problemen m.b.v. verschillende benaderingen construeren en oplossen. - Afleidingen vanuit axiomatiek m.b.t. meetkunde herkennen, analyseren en creëren. - Begrippen en stellingen in niet-euclidische meetkunden benoemen en verklaren. - Gevoeligheid ontwikkelen voor de wisselwerking tussen intuïtie en analytische argumentatie, meetkundige en algebraïsche benadering. - In tweetallen een nieuw onderwerp bestuderen en daarover een werkbijeenkomst voor medestudenten organiseren. - Aandacht krijgen voor concrete materialen bij het meetkundeonderwijs en handigheid opdoen in het vervaardigen daarvan. - Persoonlijke en collectieve reflectie op de inhouden en op de betekenis ervan voor de praktijksituatie. Legitimering: Er wordt met name gewerkt aan competentie 3 en 8 (literatuuronderzoek). Uit de kennisbasis wordt gewerkt aan subdomein 2.1 (vlakke meetkunde), de indicatoren t/m Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht): Materiaal wordt tijdens de bijeenkomsten verstrekt. 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

6 Titel Opleidingsvariant Onderwijswetenschappen Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MONDWET Cursusnaam Onderwijswetenschappen 1.3 Cursusnaam in Engels educational sciences 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Nee 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon CA van Leeuwen (tel ) (caroline.vanleeuwen@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? blended 2: diverse werkvormen niet verplicht 1 maal per week blended 7: diverse werkvormen niet verplicht 3 maal per blok blok 1, blok 2 blok 1, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Dossier Numeriek 1 decimalen 5, blok 2 2. blok 3 Schrifttelijke toets Numeriek 1 decimalen 5, blok 2 2. blok 3

7 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte omschrijving: Hoe kun je als docent beter omgaan met verschillen? Hoe motiveert een docent zijn HAVO-4 leerlingen? Kunnen pubers zelfstandigheid in het eigen leerproces nou wel of niet aan? Vragen die regelmatig voorbij komen in je dagelijkse werk als docent. Wat werkt nou eigenlijk? Je bent gestart met een masteropleiding. Dat wil zeggen dat je aan de slag gaat met het jezelf bekwamen in het docentschap op masterniveau. Wat is dat masterniveau en hoe bekijkt een master de praktijkproblemen zoals we hierboven schetsen? In deze startmodule besteden we hier aandacht aan. Een belangrijke component die hoort bij een masteropleiding is praktijkgericht onderzoek. Een eerstegraads docent moet uiteindelijk problemen in de eigen praktijk op een onderzoeksmatige manier kunnen aanpakken. Maar, wat heeft onderwijsonderzoek nou eigenlijk bij te dragen? Hoezo is het zelf doen van praktijkgericht onderzoek zinnig en goed voor jouw professionele ontwikkeling? In deze module besteden we aandacht aan die vragen en wordt je getraind in de basisbeginselen van praktijkgericht onderzoek. Je voert een eenvoudig onderzoek uit naar één van de aangeboden pedagogische thema's (bijvoorbeeld motivatie, zelfstandig leren of leren leren). Je leert daarbij wetenschappelijke literatuur lezen, gebruiken en een onderzoek met een gestandaardiseerde vragenlijst uit te voeren en te rapporteren. Vervolgens ga je in WPO1 concreet aan de slag in je eigen praktijk met de leervraag binnen hetzelfde pedagogische thema. 2.2 Cursus inhoud Learning outcomes: Wat hierboven beschreven staat, vertaalt zich in de volgende leerdoelen. De student: 1. Reproduceert en begrijpt de basisbegrippen die nodig zijn om onderzoek goed op te kunnen zetten en uit te kunnen voeren. 2. schrijft op basis van gegeven bronnen een betoog over de waarde van praktijkgericht onderzoek door docenten in de school, 3. schrijft op basis van een aantal wetenschappelijke artikelen (aangereikt en 1 zelf gezocht) een theoretisch kader waarin de stand van zaken binnen het gekozen pedagogisch-didactische thema adequaat weergegeven is, 4. voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig onderzoek uit met behulp van een bestaand meetinstrument, 5. schrijft een adequate onderzoeksrapportage op academisch niveau (B2) over het uitgevoerde onderzoek op basis van een gegeven voorbeeld, 6. reproduceert en begrijpt de basisbegrippen die nodig zijn om onderzoek goed uit te kunnen voeren, 7. vertaalt de opbrengsten uit het praktijkgerichte onderzoek naar eigen handelen en ontwikkeling als professional. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning gedurende twee periodes. Studenten kunnen daarbij kiezen tussen een BL2 en BL7 variant. Dit wil zeggen aanwezig zijn in lesweek 1 en 5 van de module of alle lesweken. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van f-2-f groepsbijeenkomsten, leerteambijeenkomsten, een digitale leeromgeving en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en generieke inhouden worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt in deze module werkcolleges waarin gewerkt wordt aan de vaardigheden die nodig zijn om bovenstaande doelen te behalen. Denk hierbij aan het oefenen met het vinden, beoordelen en lezen van wetenschappelijke artikelen, kritisch denken en het opzetten van een goede argumentatiestructuur, het beoordelen van een meetinstrument, basisbegrippen binnen onderzoek als het gaat om zaken als bijvoorbeeld operationaliseren, betrouwbaarheid, validiteit. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten door middel van een aantal dossieropdrachten en een korte summatieve toets. Tijdens de cursus doet de student een korte summatieve toets waarin de basisbegrippen van onderzoek getoetst worden op basis van het verplichte boek en de instructiefilmpjes op HUbl. Het cijfer van deze toets telt voor 20% mee in de weging voor het eindcijfer en moet minimaal 5,5 zijn. Het dossier bestaat uit drie opdrachten: 1. Betoog over de waarde van praktijkgericht onderzoek 2. Onderzoeksrapportage 3. Reflectieverslag Dit wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingsrubric die gepubliceerd wordt in de studiehandleiding en op HUbl. De verschillende opdrachten hebben hierin een verschillende weging waarbij de onderzoeksrapportage het grootste gewicht heeft. Het totaalcijfer voor het dossier weegt voor 80% in het eindcijfer en moet minimaal 5,5 zijn. 1e toetsmoment voor korte summatieve toets in lesweek 1 bij de start van periode B.

8 2e toetsmoment (herkansing) voor korte summatieve toets in lesweek 5 halverwege periode B. 1e toetsmoment voor dossier in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus, in dit geval periode B. 2e toetsmoment voor dossier in de hertentamenweek aan het einde van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was, in dit geval periode C. Legitimering: SBL-competenties 1-7 Competentie Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Diversen (verplicht): Op HUbl worden diverse artikelen en materialen aangeboden die verplichte literatuur vormen binnen deze module. Boek (verplicht): Studenten kunnen een keuze maken uit twee boeken: Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. of Harinck, F. (2013). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen, Apeldoorn: Garant. Boek (verplicht): Goosen, M, & Schoordijk, F. (2014). Basisvaardigheden academisch schrijven. Bussum: Coutinho. (ISBN ) 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

9 Titel Opleidingsvariant Praktijkonderzoek - verkenning Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MPRAKVERK Cursusnaam Praktijkonderzoek - verkenning 1.3 Cursusnaam in Engels practical research - problem analysis 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Nee 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon CA van Leeuwen (tel ) (caroline.vanleeuwen@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? blended 2: diverse werkvormen niet verplicht 1 maal per blok blended 7: diverse werkvormen niet verplicht 2 maal per blok bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Verslag van probleemverkenning Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5

10 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de module onderwijswetenschappen is aandacht besteed aan de waarde van praktijkgericht onderzoek voor de professionele docent op masterniveau. De module praktijkonderzoek - verkenning is de start van een traject waarin de student laat zien op masterwaardige wijze een praktjikonderzoek uit te kunnen voeren. Het traject bestaat uit drie modules: 1. Praktijkonderzoek - verkenning 2. Praktijkonderzoek - onderzoeksplan 3. Professionele Master In deze eerste module staat het praktijkprobleem dat de student wil onderzoeken centraal. De student kiest een probleem uit de eigen praktijk dat hij of zij graag zou willen oplossen. Dit probleem wordt in deze module door middel van een verkennend onderzoek geanalyseerd. In het verkennende onderzoek doet de student literatuurstudie naar het probleem en verzamelt data in de eigen praktijk die nodig is om goed zicht te krijgen op hoe alle betrokkenen het probleem ervaren. Na het in kaart brengen van alle factoren, oorzaken en aspecten van het probleem maakt de student een keuze voor een specifieke focus. Om goed te begrijpen wat de plek en aard is van praktijkgericht onderzoek moet de student dit onderzoek af kunnen zetten tegen het onderzoek dat men gewend is binnen het eigen vak (bijv. natuurkundig onderzoek; wiskundig onderzoek). Kennis van de wetenschapsfilosofie helpt om praktijkgericht onderzoek goed te kunnen duiden en de meerwaarde voor de eigen praktijk en professionele ontwikkeling te kunnen zien. Om deze reden wordt er in deze module expliciet aandacht besteed aan wetenschapsfilosofische stromingen en moet de student laten zien het eigen onderzoek hierin te kunnen plaatsen. 2.2 Cursus inhoud Learning outcomes: De student: 1. Identificeert een relevant probleem in de eigen praktijk en beschrijft dit op een volledige en transparante wijze. Het te realiseren doel is binnen de gegeven tijd haalbaar. 2. Formuleert adequate hoofd- en deelvragen voor het probleemverkennende onderzoek. 3. Voert op adequate en correcte wijze een theoretische verkenning uit naar het praktijkprobleem gebaseerd op internationale wetenschappelijke literatuur. 4. Verzamelt op een methodische, transparante en onderbouwde wijze data bij de betrokkenen in de praktijk om vanuit verschillende perspectieven zicht te krijgen op het praktijkprobleem. 5. Analyseert de data op een adequate manier. Dat wil zeggen op kwantitatieve of kwalitatieve wijze, passend bij het soort data. 6. Verbindt de informatie uit de theoretische verkenning en dataverzameling in de praktijk en laat dit uitmonden in een logische conclusie. Dit leidt tot een transparante en goed beargumenteerde keuze voor een specifieke focus in het interventieonderzoek. Deze focus komt tot uiting in een adequaat geformuleerde onderzoeksvraag. 7. Schrijft een onderzoeksverslag op academisch niveau (B-2). 8. Duidt praktijkonderzoek in de school en vakonderzoek vanuit de wetenschapsfilosofie en benoemt hierbij overeenkomsten en verschillen. Laat zien zich bewust te zijn van de eigen wetenschapsfilosofische opvattingen en de invloed die dit heeft op de houding ten opzichte van praktijkgericht onderzoek in de school. Leeractiviteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning gedurende twee periodes. Studenten kunnen daarbij kiezen tussen een BL2 en BL7 variant. Dit wil zeggen aanwezig zijn in lesweek 1 en 5 van de module of alle lesweken. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van f-2-f groepsbijeenkomsten, leerteambijeenkomsten, een digitale leeromgeving en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en generieke inhouden worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. In deze module worden studenten begeleid binnen hetzelfde leerteam als dat van WPO1. Daar waar ze dat zelf nodig vinden, bezoeken ze groepsbijeenkomsten die in de vorm van workshops aangeboden worden. Denk hierbij aan workshops rondom het zoeken en beoordelen van literatuur, extra instructie rondom schrijven, opzetten van onderzoek, kwantitatieve en kwalitatieve data-analyse. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een onderzoeksverslag van het probleemverkennende onderzoek. Dit onderzoeksverslag moet minimaal één keer in zijn geheel zijn voorgelegd aan medestudenten en de begeleidende docent voordat de definitieve versie ter beoordeling ingeleverd wordt binnen WinVision. Het verslag moet beoordeeld worden met minimaal 5,5. Dit is een ingangseis voor het kunnen volgen van de modules Praktijkonderzoek - onderzoeksplan en Professionele master. Gedurende het studiejaar kan de student deelnemen aan maximaal twee toetsmomenten. 1e toetsmoment voor verslag in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de module.

11 2e toetsmoment voor verslag in de hertentamenweek aan het einde van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties 1-7 Competentie Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Poelmans, P., & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. (ISBN ) Boek (verplicht): Studenten kunnen een keuze maken uit twee boeken: Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. of Harinck, F. (2013). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen, Apeldoorn: Garant. Boek (aanbevolen): Goosen, M., & Schoordijk, F. (2014). Basisvaardigheden academisch schrijven. Bussum: Coutinho. (ISBN ) 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

12 Titel WPO 1 Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MWPO Cursusnaam werken aan professionele ontwikkeling Cursusnaam in Engels professional development Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd 1.9 Contactpersoon WF Fischer (tel ) (frits.fischer@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands Nee 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? blended 2: diverse werkvormen niet verplicht 1 maal per week blended 7: diverse werkvormen niet verplicht 1 maal per bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE 1.12 Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar de toets aangeboden? Ontwikkelingsportfolio WAPO 1 Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok CONTINUE: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE

13 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan Professionele Ontwikkeling 1 (WPO 1) maakt deel uit van de leerlijn Werken aan Professionele Ontwikkeling (WPO 1, WPO 2 en professionele master). Gedurende de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. In het kader van de opleiding loopt de student ten minste 160 uur onderbevoegd stage in het eerstegraadsgebied. Om de module WPO 1 met succes af te kunnen afronden, dient de student tegelijkertijd met het volgen van WPO 1 een stage van 80 uur (jaar één van de studie) in het eerstegraadsgebied te lopen. Centraal in deze module staat het leerteamleren. Verder vindt het leren in het kader van WPO 1 plaats in de eigen schoolpraktijk en in zelfstudie. De inhoud van de module Onderwijswetenschappen dient als ondersteuning van de module WPO 1. Het volgen of het hebben gevolgd van de module Onderwijswetenschappen is een voorwaarde voor het afronden van WPO 1. De student heeft op school een werkbegeleider die hem bij zijn/haar ontwikkeling ondersteunt, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een leerwerkovereenkomst getekend tussen opleidingsschool, opleiding en student. Bij WPO 1 staat verbreding van het docentschap en het eigen schoolvak naar het eerstegraadsgebied centraal. De student leert de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheden op een systematische en onderzoekmatige manier aan te pakken en daarvoor bewijsstukken te verzamelen binnen de schoolpraktijk en de opleiding. De student maakt gebruik van instrumenten voor zelfsturing en van collegiale consultatie middels leerteamleren. Tevens is er aandacht voor visieontwikkeling. De student doet verslag van de ondernomen leeractiviteiten, de resultaten die daarmee zijn bereikt en de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheden die daarmee is doorgemaakt, dit met ondersteuning van evident bewijsmateriaal. 2.2 Cursus inhoud Learning outcomes De onderwijseenheid WPO 1 draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk 2. Pedagogisch 3. Vakinhoudelijk en didactisch 4. Organisatorisch 5. Samenwerking met collega s 6. Samenwerking met de omgeving 7. Reflectie en ontwikkeling 8. Onderzoekend handelen Competentie 7 komt in elk geval aan bod. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. De module WPO 1 kent de volgende learning outcomes: 1. De student laat groei zien richting het masterniveau als het gaat om het beantwoorden van een pedagogische en een vakdidactische leervraag op basis van een eerder gemaakte sterkte/zwakte analyse; 2. De student functioneert adequaat in een leerteam en leert binnen dit leerteam op basis van peerfeedback en intervisie; 3. De student schrijft een leesbaar ontwikkelingsverslag met een goede en logische structuur en samenhang, een adequate woordkeuze, een goede afstemming op het publiek en een goed gebruik van en verwijzing naar bronnen met een vrijwel foutloze taalverzorging. Leeractiviteiten In de onderwijseenheid WPO 1 werkt de student aan verschillende leeractiviteiten in de eigen schoolpraktijk, in leerteamverband en in zelfstudie. De volgende leeractiviteiten komen aan bod: Learning outcome 1: 1. Op basis van een sterkte-zwakte analyse vergelijkt de student het huidig functioneren in de onderwijspraktijk met wat er wordt gevraagd op masterniveau. De volgende activiteiten maken deel van uit van deze leeractiviteit: kennis van de acht SBL-competenties op masterniveau; lesbezoek begeleider WPO 1; visie op het schoolvak en visie op het beroep, onderbouwd op masterniveau; peerassessment; 2. De student formuleert twee relevante leervragen op masterniveau, één leervraag op pedagogisch gebied en één leervraag op vakdidactisch gebied, met bijbehorende leeractiviteiten uit te voeren in een praktijkstage in het eerstegraadsgebied van 80 uur tijdens jaar één van de studie;

14 3. De student reflecteert op de twee leervragen waarbij de student aangeeft wat er nodig is aan ontwikkeling om te komen tot het masterniveau; 4. De student werkt evidence-informed aan beide leervragen en maakt hierbij gebruik van de kennis die hij/zij heeft opgedaan bij de module Onderwijswetenschappen. Learning outcome 2: 1. De student kan luisteren met een open, niet veroordelende houding; de student kan goede niet-suggestieve vragen stellen om de situatie goed in kaart te brengen, zonder directe conclusies te trekken of waarde-oordelen te geven; de student kan een probleem analyseren zonder meteen in oplossingen te denken; de student weet welke rol hij/zij aanneemt bij samenwerkend leren en kan hiermee experimenteren. Learning outcome 3: 1. De student schrijft een leesbaar ontwikkelingsverslag met een goede en logische structuur en samenhang, een adequate woordkeuze, een goede afstemming op het publiek en een goed gebruik van en verwijzing naar bronnen met een vrijwel foutloze taalverzorging. De student zet de kennis die hij/zij heeft opgedaan bij de module Onderwijswetenschappen m.b.t. het academisch schrijven (niveau 4 F) aantoonbaar in bij schrijven van het ontwikkelingsverslag. De onderwijseenheid WPO 1 wordt aangeboden voor zowel de blended-7 als voor de blended-2 variant in HUbl. Toetsen en beoordelingscriteria Ontwikkelingsverslag Kennisbasis SBL competenties 1-7 Competentie Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht): Studiehandleiding van de module Werken aan Professionele Ontwikkeling 1 alsmede aanvullend leesmateriaal op de HUbl site van de module WPO 1. Diversen (verplicht): De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage; Poelmans, P. en Severijnen, O. (2013); eerste druk; Bussum: Coutinho (ISBN ) Boek (aanbevolen): Door de vakgroep vast te stellen boek over (vak)didactiek in het eerstegraads gebied 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

15 Titel Opleidingsvariant Analyse van één variabele Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAWI-MANALVA Cursusnaam Analyse van één variabele 1.3 Cursusnaam in Engels Advanced Calculus in one real variable 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd LK Hoevenaars (tel ) 1.9 Contactpersoon (luuk.hoevenaars@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands Ja 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: Werkcollege niet verplicht 1 maal per week Blended-7: Werkcollege niet verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Schriftelijk deeltentamen 1 Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4 Schriftelijk deeltentamen 2 Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5

16 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De volgende onderwerpen komen aan bod: supremum en infimum van een verzameling. Het geven van een wiskundig bewijs. De limietdefinitie. Bewijzen van convergentie van rijen, bewijzen van continuïteit, differentieerbaarheid en integreerbaarheid van functies. Het aantonen van existentie en uniciteit van nulpunten en extremen. Taylorreeksen opstellen van functies en hiermee functiewaarden benaderen en limieten berekenen. Berekenen van standaardlimieten. Het gebruik van het somteken. De rekenregels en standaardtechnieken voor differentiëren en integreren bewijzen en toepassen. Fundamentele stellingen uit de analyse bewijzen en toepassen: Bolzano-Weierstrass, tussenwaardestelling, extreme waardestelling, middelwaardestelling. Verder wordt aandacht besteed aan verzamelingenleer en oneindigheid, en de invoering van de getallenverzamelingen Z, Q en R, voor zover deze inhoud nodig is voor een goed begrip van de analyse. Studenten leren de wiskunde te zien als bouwwerk en logisch te redeneren op basis van strikte definities. Ook leren ze de achtergronden en bewijzen kennen bij de analysestof van het eerstegraadsgebied. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten: Wiskundige bewijzen leveren Gedurende de hele cursus staat het geven van wiskundige bewijzen op het gebied van analyse centraal. Bij het eerste deeltentamen ligt de nadruk op het precies kunnen redeneren vanuit een wiskundige definitie. Bij het tweede deeltentamen ligt de nadruk op het zorgvuldig kunnen toepassen van wiskundige stellingen. Getalsverzamelingen basisbegrippen De definitie kunnen reproduceren van de getalsverzamelingen N, Z, Q, R. Van begrensde getalsverzamelingen het supremum en infimum kunnen benoemen en kunnen bewijzen dat dat zo is. Voorbeelden kunnen geven van volledige en niet-volledige getalsverzamelingen. Van getalsverzamelingen kunnen bewijzen of ze volledig zijn of niet. Op basis van nieuwe definities bewijzen kunnen leveren van rekenregels voor getalsverzamelingen (bijv. de somverzameling van twee begrensde verzamelingen is begrensd). Kunnen beredeneren waarom we wel analyse kunnen doen op R maar niet op N, Z of Q. Getalsverzamelingen en kardinaliteit De definitie kunnen reproduceren van de begrippen injectieve, surjectieve en bijectieve afbeelding en daar voorbeelden en non-voorbeelden van kunnen geven. De definitie kunnen reproduceren van de begrippen kardinaliteit, aftelbaarheid en overaftelbaarheid. Via het diagonaalargument van Cantor kunnen beredeneren dat een gegeven verzameling overaftelbaar is. Via een bijectie met N kunnen bewijzen dat een gegeven verzameling aftelbaar is. Rijen Op basis van de definities kunnen beredeneren of rijen convergent, begrensd, monotoon stijgend / dalend zijn. Ook non-voorbeelden kunnen geven van rijen met deze eigenschappen. Op basis van de definitie kunnen bewijzen dat een gegeven rij convergent is. De voorwaarden voor de stelling van Bolzano-Weierstrass kunnen nagaan en de stelling correct kunnen toepassen. Op basis van definitie kunnen bewijzen dat een gegeven rij een Cauchy-rij is. Rekenregels voor convergente / Cauchyrijen kunnen bewijzen. Kunnen verwoorden onder welke voorwaarden de begrippen convergent en Cauchy equivalent zijn en deze equivalentie strategisch kunnen gebruiken. Reeksen Op basis van de definitie kunnen bewijzen dat een gegeven reeks convergent is.

17 De limiet van een meetkundige reeks kunnen berekenen. Op basis van het vergelijkingscriterium kunnen bewijzen dat een reeks convergent is en de limiet kunnen afschatten. Van een voldoende vaak differentieerbare functie een Taylorpolynoom kunnen berekenen. Op basis van een Taylorpolynoom een Taylorontwikkeling van een functie met ordesymbool kunnen geven. De restterm van een Taylorontwikkeling kunnen afschatten. Taylorontwikkelingen met ordesymbool kunnen gebruiken om limieten mee te berekenen. De Taylorontwikkelingen voor de e-macht, sinusfunctie en cosinusfunctie kunnen reproduceren en deze kunnen gebruiken om samengestelde limieten te kunnen berekenen. Continuïteit Op basis van de epsilon-delta definitie kunnen bewijzen dat een functie continu is in een bepaald punt. Voorbeelden en non-voorbeelden kunnen geven van continue functies. De voorwaarden van de Tussenwaardestelling en de Extremumstelling kunnen controleren en deze stellingen correct kunnen toepassen. In een context herkennen hoe je deze stellingen kunt gebruiken om een gegeven uitspraak te bewijzen. Voorbeelden en non-voorbeelden kunnen geven van uniform continue functies. Differentieerbaarheid Op basis van de definitie van de afgeleide diverse rekenregels kunnen afleiden (zoals de kettingregel, productregel, quotiëntregel). De formule voor de afgeleide van een inverse functie kunnen afleiden. De afgeleide van de inverse van een functie in een punt kunnen berekenen. De voorwaarden van de Middelwaardestelling en de stelling van Rolle kunnen controleren en deze stellingen correct kunnen toepassen. In een context herkennen hoe je deze stellingen kunt gebruiken om een gegeven uitspraak te bewijzen. Integreren Voorbeelden kunnen geven van de begrippen partitie en strooipunten. Bij gegeven partitie en keuze van strooipunten de bijbehorende Riemann som van een functie op een interval berekenen. Op basis van de definitie kunnen bewijzen of een functie op een interval integreerbaar is. Met behulp van de stelling van Riemann ("box sum criterion") kunnen bewijzen of een functie op een interval integreerbaar is. De hoofdstelling van de integraalrekening en rekenregels voor integralen kunnen gebruiken om integralen te berekenen. De integratietechnieken substitutiemethode, partieel integreren en breuksplitsen kunnen gebruiken om primitieven te berekenen. Legitimering: SBL-competentie 3. Uit de kennisbasis-vak wordt gewerkt aan subdomein 1.1 (basisconcepten uit de analyse), indicatoren t/m Hiernaast uit subdomein 5.1 (grondslagen) de indicatoren en 5.1.4, voor zover deze nodig zijn voor de analyse. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Paul Zorn; Understanding Real Analysis; ISBN: ; eerste druk; A K Peters (ISBN ) 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.

18 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

19 Titel Opleidingsvariant Getaltheorie Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAWI-MGETALT Cursusnaam Getaltheorie 1.3 Cursusnaam in Engels Elementary Number Theory 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Ja 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon T van den Bogaart (tel ) (theo.vandenbogaart@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: Werkcollege niet verplicht 1 maal per week Blended-7: Werkcollege niet verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 3: blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Inleveropdrachten Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4

20 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De volgende onderwerpen uit de getaltheorie komen aan bod: priemfactorontbinding, priemtest, grootste gemeenschappelijke deler (ggd), kleinste gemeenschappelijke veelvoud (kgv), algoritme van Euclides, modulorekenen, Chinese reststelling, diophantische vergelijking, phi-functie van Euler, cryptografie, laatste stelling van Fermat, priemgetalstelling. De nadruk ligt op het kunnen gebruiken van deze theorie in zelfgeproduceerde bewijzen. Op deze manier worden bewijsvaardigheden ontwikkeld - een belangrijke competentie van een wiskundedocent. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten: Het kunnen aanpakken van open, ongestructureerde wiskundige problemen met behulp van Polyá s heuristieken. Het inzichtelijk kunnen werken met RSA-cryptografie met behulp van geschikte software. De volgende concepten kennen en begrijpen: deelbaarheid, irrationaliteit, priemgetal, priemfactorontbinding, priemtest, factorisatietechniek, ggd, lineaire diophantische vergelijking, phi-functie, modulair rekenen, cryptosysteem. Bij getaltheoretische vraagstukken herkennen welke begrippen en stellingen hierbij bruikbaar zijn om deze vervolgens correct toe te passen in bewijzen. De volgende stellingen kennen, kunnen toepassen en bewijzen: hoofdstelling van de rekenkunde, phiformule van Euler, oneindig aantal priemgetallen, correctheid euclidisch algoritme, stelling van Bramagupta over lineaire diophantische vergelijkingen, stellinge van Euler, Kleine stelling van Fermat. De volgende stellingen kennen en kunnen toepassen: multiplicativiteit van de φ-functie, Gauss φ-stelling en Chinese reststelling, priemgetallenstelling. De volgende stellingen kunnen toepassen: formules voor δ(n) en σ(n), priemgetallen in een rekenkundige rij (Dirichlet), Wilson. De volgende concepten begrijpen en kunnen toepassen in eenvoudige situaties: algoritme, looptijd, grote- O-notatie, pseudo-code, P en EXP. De volgende bewijstechnieken beheersen: RAA, volledige inductie, duivenhokprincipe, gebruik elementaire taal verzamelingen. Legitimering: Er wordt met name gewerkt aan competentie 3. Uit de kennisbasis wordt gewerkt aan subdomein 3.2 (getaltheorie) indicatoren t/m Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Elementaire getaltheorie en cryptografie; Benne de Weger; ; 2e druk; Epsilon Diversen (verplicht): Korte reader op de cursussite 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

21 Titel Opleidingsvariant Lineaire algebra Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAWI-MLINALG Cursusnaam Lineaire algebra 1.3 Cursusnaam in Engels Linear algebra 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Ja 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon P van Beusekom (tel ) (petra.vanbeusekom@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: groepswerk e.d. niet verplicht 2 maal per blok Blended-7: groepswerk e.d. niet verplicht 7 maal per blok blok 1, blok 2 blok 1, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Schriftelijk deeltentamen 1 Numeriek 1 decimalen 5, blok 1 2. blok 2 Schriftelijk deeltentamen 2 Numeriek 1 decimalen 5, blok 2 2. blok 3

22 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Studenten krijgen een overzicht van de hoogtepunten van de lineaire algebra en bereiken hierbij een hoger abstractieniveau dan tijdens de bacheloropleiding. De volgende onderwerpen komen aan bod: vector, inproduct, uitproduct, lineaire ruimte, dimensie, basis, orthogonale basis, orthonormale basis, lineaire (on)afhankelijkheid, lineaire afbeelding, injectief, surjectief, bijectief, matrix, kern, beeldruimte, rang, eigenvector, eigenwaarde, karakteristiek polynoom, determinant, inverse, stelsel vergelijkingen, overgangsmatrix, lineaire deelruimte. Er wordt veel aandacht besteed aan toepassingen. De cursus biedt wiskundige achtergronden bij de Vectormeetkunde uit het bovenbouwprogramma havo/vwo. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten: - Achtergronden kennen van de lineaire algebra die op havo/vwo wordt aangeboden. - Vergroten van de eigen vaardigheid bij het oplossen van stelsels van lineaire vergelijkingen. - Bewijzen leveren vanuit de definities. - Abstract redeneren vanuit de axioma's van een lineaire ruimte. - Lineaire algebra kunnen gebruiken in diverse toepassingen. (De toepassingen kunnen van jaar tot jaar verschillen.) Bij de steekwoorden hierboven is een uitgebreide lijst met leerdoelen, deze is opgenomen in het toetsplan. Legitimering: Er wordt met name gewerkt aan competentie 3. Uit de vakkennisbasis wordt gewerkt aan subdomein 3.1 (lineaire algebra) indicatoren t/m Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Linear Algebra and Its Applications; David C. Lay; ISBN of ; 4e druk; Pearson Education Ltd. Of: Linear Algebra and Its Applications; David C. Lay; ISBN ; 5e druk; Pearson Education Ltd. (ISBN ) Diversen (verplicht): Hand-outs met toepassingen via cursussite. 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

23 Titel Opleidingsvariant Statistiek gebruiken Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAWI-MSTATGE Cursusnaam Statistiek gebruiken 1.3 Cursusnaam in Engels Using Statistics 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Nee 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon P van Beusekom (tel ) (petra.vanbeusekom@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: Groepswerk e.d. niet verplicht 1 maal per week Blended-7: Groepswerk e.d. niet verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Ingeleverde opgaven Beperkte Alfa NA, NVD, VD 5, bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5 Verslag van een statistisch onderzoek Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5

24 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Studenten krijgen een overzicht van de belangrijkste statistische technieken en hun toepassingsmogelijkheden. Ze leren om kennis van de statistiek wendbaar toe te passen en onderscheid te maken tussen de bestaande technieken, waarbij de student moet kunnen aangeven welk statistisch hulpmiddel bij welke gegevens gebruikt kan worden. Men bouwt kennis op van de statistiek in het bovenbouwprogramma van HAVO/VWO (inclusief de profielen) en de theoretische achtergronden hiervan. Men leert kritisch kijken naar statistische onderzoeken van anderen en een eigen vraagstelling formuleren en een eigen statistisch onderzoek opzetten en uitvoeren. Men krijgt hoogte van toepassingen en een aantal wiskundige achtergronden van de statistiek. Dit alles sluit aan bij de statistiek in de nieuwe bovenbouwprogramma's havo en vwo. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten: Kansdichtheids- en kansverdelingsfunctie, verwachting en variantie afleiden van verschillende verdelingen. De kansverdelingen herkennen en hanteren die bij toetsen gebruikt worden. Standaardtoetsen herkennen, verklaren en toepassen. (Chikwadraat voor aanpassing en kruistabellen, t- toets voor gemiddelde, gepaarde en ongepaarde verschiltoetsen, Wilcoxon rangteken- en rangsomtoets.) Betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor gemiddelde en fractie. Verbanden onderzoeken en beschrijven m.b.v. correlatie en regressie. Statistisch onderzoek doen m.b.t. een gegeven database en resultaten interpreteren. Legitimering: Er wordt voornamelijk gewerkt aan competentie 3 en 8. Uit de vakkennisbasis wordt gewerkt aan subdomein 4.1 (Statistiek), indicatoren t/m Organisatie: De toetsing is in de vorm van een verslag van een statistisch onderzoek en ingeleverde opgaven, die beide voldoende beoordeeld moeten worden om de cursus te kunnen afronden. Beoordelingscriteria bij het onderzoek: gebruikte statistische technieken, wiskundige correctheid, kritische houding ten opzichte van onderzoeksresultaten. Bij de beoordeling van het verslag wordt gebruik gemaakt van een Rubric, die opgenomen is in de cursushandleiding. De opgaven worden op wiskundige correctheid getoetst. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Statistiek in de Praktijk Theorieboek; D.S Moore, G.P McCabe; ISBN ; 5e druk; Academic Service (ISBN ) Boek (verplicht): Statistiek in de Praktijk Opgavenboek; D.S Moore, G.P McCabe; ISBN ; 5e druk; Academic Service (ISBN ) Boek (aanbevolen): Een onderzoek uitvoeren; Heinze Oost; ISBN ; 2e druk; ThiemeMeulenhoff bv (ISBN ) 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

25 Titel Opleidingsvariant Schoolwiskunde Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAMW-SCHOOLWI Cursusnaam Schoolwiskunde 1.3 Cursusnaam in Engels Teaching Mathematics to year old students 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd 1.6 Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Deeltijd Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? Nee 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon T van den Bogaart (tel ) (theo.vandenbogaart@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie de werkvorm aangeboden? Blended-2: Werkcollege niet verplicht 1 maal per week bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4 Blended-7: Werkcollege niet verplicht 7 maal per blok bij aanvangsblok 3: blok 3, blok Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar de toets aangeboden? dossier Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5

26 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus Schoolwiskunde richt zich op het beroep van wiskundedocent in de bovenbouw van havo en vwo 1. De taken van zo'n docent zijn samengevat in het volgende schema: In principe zijn alle facetten van het beroep bij deze cursus relevant, maar we zullen niet expliciet werken aan de ontwikkeling van eigen wiskundige competentie omdat dit aan bod komt bij veel andere cursussen van de masteropleiding docent wiskunde. Doelstelling van de cursus is het ontwikkelen van de competenties van een eerstegraads docent zoals verwoord in het competentieprofiel en, specifiek voor wiskunde, in het WiVa-rapport en in de kennisbasis 2. De cursus is bedoeld voor tweedegraadsdocenten met (enige) leservaring. We gaan ervan uit dat er gedurende de cursus tenminste een bovenbouwklas is waarin wordt lesgegeven 3. De cursus is ook geschikt voor reeds gekwalificeerde eerstegraadsdocenten die hun didactische compententie verder willen ontwikkelen of kennis willen actualiseren. De cursus is onderdeel van het curriculum Master leraar wiskunde eerstegraads, maar kan ook als losse module worden gevolgd. 1 Grote delen van de cursus zijn ook relevant voor wiskundedocenten in het hbo. 2 Een speciaal profiel voor hbo-opgeleide vakmasters is momenteel in ontwikkeling. 3 Is dit niet het geval, dan kan met de docent worden onderzocht in welke vorm de cursus kan worden voltooid. Neem bij aanvang contact met de docent op als dit speelt. 2.2 Cursus inhoud Leeruitkomsten:

27 De student kan ICT beredeneerd toepassen ter versterking van de wiskundedidactiek. De student heeft zicht op de lesmethoden voor de tweede fase van het VO en kan hier een genuanceerde mening over geven. De student kent inzichten over het leren van wiskunde en kan van hieruit keuzes voor verschillende didactische lesmodellen en instructiestrategieën motiveren. De student kan een consistente en moderne visie op alle facetten van wiskundeonderwijs in de tweede fase expliciteren en verwerken in zijn didactisch handelen. De studenten is in staat wiskunde-schoolexamens te construeren, te verantwoorden en te evalueren. De student kan het belang van het schoolvak wiskunde motiveren en dit in zijn didactisch handelen verwerken. De student kan op acceptabel niveau functioneren als corrector van wiskunde-examens in de tweede fase van het VO. De student kent het huidige bovenbouwcurriculum wiskunde en overziet de aansluiting met de vervolgopleiding. De student heeft een didactisch repertoire dat hij kan motiveren met klassieke en recente inzichten uit de wiskundedidactiek omtrent functiebegrip, probleemaanpak, statistiek, differentiaalrekening, taalgebruik. De student heeft zicht op de komende ontwikkelingen in de tweede fase van het VO. Legitimering: Er wordt met name gewerkt aan competentie 3, 6 en 7. Uit de kennisbasis wordt gewerkt aan subdomein 6.0 (vakdidactiek), indicatoren t/m Organisatie: In de kwadranten van het volgende schema 4 staan de leeractiviteiten genoemd die je in de cursus tegenkomt. Deze staan alle ten dienste van het toetsproduct in het grijze ovaal. De cursus is gestructureerd in een wekelijkse cyclus. Iedere week doorloop je de volgende fases: 1. Een individueel gedeelte dat je ter voorbereiding van de bijeenkomst moet doorwerken.

28 2. Een bijeenkomst waar je met medestudenten (in een leerteam of grotere groep) enkele activiteiten doet. De precieze organisatievorm hangt af van de variant van de opleiding die je volgt (BL2 of BL7); voor BL7 zal het tijdens het college in Utrecht zijn. 3. Een afsluitende reflectieopdracht in het forum. De opdrachten en inhouden van de eerste en derde fase zijn gedetailleerd beschreven op een HUbl-site. Op deze site trachten we de inhouden te ordenen op grond van de kennisdomeinen (m.u.v. wiskunde) uit het model in de linker kolom: Voorts zal regelmatig worden verwezen naar het Handboek 5, dat je voor deze cursus dan ook zal moeten aanschaffen. 4 Dit is een wetenschappelijk model voor beroepsonderwijs, ontwikkeld door een onderzoeker van het lectoraat Beroepsonderwijs van de HU. 5 Zie de site van Epsilon. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht): Materiaal uitgereikt tijdens de module.via HUbl. Boek (verplicht): Handboek wiskundedidactiek; Drijvers, Van Streun en Zwaneveld; ; eerste editie; Epsilon 2.5 Workload De totale studielast van deze cursus is gelijk aan 140 uren. Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite