Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Transcriptie

1 Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode: 1 Studiebelasting: 5 ec Docenten: Y.Celik, G.Muishout Versie: september 017 1

2 Inhoud 1 Inleiding... 3 Eindkwalificaties en leerdoelen Eindkwalificaties Leerdoelen Opbouw en inhoud van de onderwijseenheid Schematisch overzicht van de colleges Studiebelasting Toetsing Literatuur... 5 Bijlage: opdracht en beoordelingsformulier afstudeeronderzoeksvoorstel Opdracht afstudeeronderzoeksvoorstel Beoordelingsformulier...

3 1 Inleiding De onderwijseenheid Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek richt zich op vaardigheden die essentieel zijn voor elke deskundige op hbo-masterniveau. De uitwerking is toegespitst op het soort onderzoek dat relevant is voor de beroepspraktijk van de (islamitische) geestelijk verzorger. Deze onderwijseenheid vormt meer in het bijzonder een directe voorbereiding op het afstudeeronderzoek en de toetsing is daarop afgestemd: de toets bestaat uit het schrijven van een plan voor het afstudeeronderzoek. Een voldoende afsluiting van deze onderwijseenheid met andere woorden, goedkeuring van het afstudeeronderzoeksplan is één van de voorwaarden waaraan je moet voldoen, om met de uitvoering van het afstudeeronderzoek te mogen beginnen. Eindkwalificaties en leerdoelen.1 Eindkwalificaties Bij deze onderwijseenheid werk je in het bijzonder aan de ontwikkeling van de volgende eindkwalificaties van de opleiding: m. inzicht in de beroepsmethodiek om zo een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep met gebruik van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek; p. het in staat zijn zich zelfstandig voortdurend verder te ontwikkelen op het gebied van de geestelijke verzorging, in uiteenlopende en ook in nieuwe beroepssituaties; q. het in staat zijn om op in grote mate zelfstandige wijze onderzoek te verrichten met betrekking tot de eigen beroepspraktijk en daardoor een bijdrage te leveren aan de voortdurende ontwikkeling van die praktijk. 3

4 . Leerdoelen Het leerdoel van deze onderwijseenheid is als volgt: Na afronding van deze onderwijseenheid heb je met een grote mate van zelfstandigheid een degelijk praktijkonderzoeksplan geschreven dat een passende en nuttige basis voor het afstudeeronderzoek vormt. 3 Opbouw en inhoud van de onderwijseenheid Ter voorbereiding op de colleges moet je de aangegeven literatuur doornemen of opdrachten voorbereiden. Dit is noodzakelijk om aan het college te kunnen deelnemen. 3.1 Schematisch overzicht van de colleges week Inhoud Werkvorm/contacttijd Voorbereiding door student 1 Inleiding Hoorcollege - Oriënteren v.d. Donk & v. Lanen, hoofdstuk Richten Gebruik van literatuur 4 Gebruik van literatuur (vervolg) 5 Plannen en verzamelen Bespreking van afstudeeronderzoeksplannen Verzamelen (vervolg): interviews, enquêtes en observatie Bespreking van afstudeeronderzoeksplannen (vervolg) 7 Rapporteren Bespreking van afstudeeronderzoeksplannen (vervolg) v.d. Donk & v. Lanen, hoofdstuk 4 Opdracht dlo v.d. Donk & v. Lanen, hoofdstuk 5- Baarda e.a., hoofdstuk Opdracht dlo Eerste concept afstudeeronderzoeksplan inleveren Baarda e.a., hoofdstuk 8 en 9 Tweede concept afstudeeronderzoeksplan inleveren v.d. Donk & v. Lanen, hoofdstuk 7-9 Derde concept afstudeeronderzoeksplan inleveren 4

5 3. Studiebelasting De studiebelasting kan globaal op de volgende wijze nader aangegeven worden: Colleges: 7 x 90 min. = 10 uur, 30 min. Bestudering aantekeningen docent en literatuurstudie ter voorbereiding van de colleges: 7 x 3 uur = 1 uur Oefeningen in aansluiting op de colleges: 7 x 90 min. = 10 uur, 30 min. Voorbereiding (literatuuronderzoek, overleg met opdrachtgever en andere betrokkenen) en redactie afstudeeronderzoeksplan: 98 uur Totaal: 140 uur (5 ec). 4 Toetsing De onderwijseenheid wordt getoetst aan de hand van een afstudeeronderzoeksvoorstel dat elke student individueel dient te schrijven. Dat voorstel wordt beoordeeld door de docent/examinator. Voor de precieze opdracht en de beoordeling wordt verwezen naar paragraaf. 5 Literatuur Verplichte literatuur: Donk, Cyrilla van der, en Bas van Lanen, Praktijkonderzoek in zorg en welzijn, Bussum: Coutinho, 011 Baarda, D.B., M.P.M. de Goede en J. Teunissen, Basisboek. Kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek, de druk. Groningen en Houten: Kroese/Wolters-Noordhoff, 005 of een latere druk Bijlage: opdracht en beoordelingsformulier afstudeeronderzoeksvoorstel.1 Opdracht afstudeeronderzoeksvoorstel Schrijf een plan voor je afstudeeronderzoek in overeenstemming met de Handleiding voor het schrijven van een afstudeeronderzoeksvoorstel. Die handleiding is als apart document op de digitale leeromgeving beschikbaar. De docent zal jouw onderzoeksvoorstel beoordelen aan de hand van het onderstaande beoordelingsformulier. 5

6 . Beoordelingsformulier Beoordelingsformulier afstudeeronderzoeksvoorstel Student:... Studentnummer:... Datum:.. Max. Score aantal punten Vorm Op een voorblad zijn de titel en/of aard van het document en de formele studentgegevens (naam, studentnummer, contactgegevens, opleiding van de auteur vermeld. [score: nee/grote tekortkomingen: 0; geringe tekortkomingen: 1; ja: ] * Het voorstel is in correct en duidelijk Nederlands geschreven. [score: nee/grote tekortkomingen: 0; geringe tekortkomingen: 1; ja: ] * Het voorstel bevat niet minder dan 500 en niet meer dan 5000 woorden (kleine afwijkingen zijn toegestaan, indien de inhoud dat rechtvaardigt). [score: grote afwijking (meer dan 500 woorden): 0; geringe afwijking: 1; ja: ] * het voorstel is eventueel op enkele functionele citaten na in eigen woorden geschreven. [score: nee: 0; geringe tekortkomingen: 1; ja: ] Passendheid *Het voorstel sluit aan bij de opleiding. [score: nee: 0; enige, maar gebrekkige aansluiting: 1; ja: ] *Het voorstel betreft een praktijkonderzoek. (het is geïnspireerd door een kwestie in de concrete beroepspraktijk; het is in ieder geval deels in die beroepspraktijk uitgevoerd; het is gericht op verbetering van de beroepspraktijk) [score: nee: 0; gedeeltelijk: 1; ja: ] Het voorstel sluit aan bij de (voorgenomen) stage. [score: nee: 0; enige, maar gebrekkige aansluiting: 1; ja: ] Volledigheid *Het voorstel bevat (al of niet in afzonderlijke hoofdstukken of paragrafen) (1) een uiteenzetting over achtergrond, () doel, (3) centrale vraagstelling (hoofdvraag) en deelvragen, (4) methode(n) en (5) benodigde tijd alsmede () een (voorlopige) literatuurbespreking. [score: 0-3 van deze elementen: 0 en het gehele voorstel is onvoldoende; 4 elementen:1; 5: ; : 4] Er wordt op een duidelijke, volledige (zaken als auteur, titel, uitgever, jaartal en plaats van uitgave bevattende) en in het hele werkstuk consistente wijze verwezen naar bronnen. [score: nee/grote tekortkomingen: 0; geringe tekortkomingen: 1; ja: 3] De bronnen waarnaar in het werkstuk verwezen wordt, worden op een duidelijke, volledige (zaken als auteur, titel, uitgever, jaartal en plaats van uitgave bevattende) en consistente wijze in een literatuurlijst vermeld. [score: nee/grote tekortkomingen: 0; geringe tekortkomingen: 1; ja: 3] 4 3 3

7 Inhoudelijke kwaliteit (excl. literatuurbespreking) De uiteenzetting over de achtergrond en/of aanleiding van het onderzoek is duidelijk. [score: onvoldoende duidelijk: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] De vraagstelling, bestaande uit hoofdvraag en deelvragen, is correct geformuleerd, duidelijk en aan de hand van het onderzoeksplan in principe beantwoordbaar. [score: onvoldoende correct, duidelijk en uitvoerbaar: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] Er is een duidelijke samenhang tussen achtergrond/aanleiding, doel, vraagstelling en onderzoeksopzet (plan van aanpak, keuze methode[n]). [score: onvoldoende samenhang: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] De keuze van de onderzoeksmethode(n) is goed verantwoord. [score: onvoldoende verantwoord: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] Het voorgestelde tijdpad is verantwoord. [score: onvoldoende verantwoord: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] Inhoudelijke kwaliteit (literatuurbespreking) Het voorstel bevat een literatuurbespreking die: minimaal 7 publicaties (relevant en van aanvaardbare kwaliteit) bespreekt; [score: 0 publicaties besproken: 0; 1 of : 1; 3: ; 4 of 5: 3; : 4; 7 of meer: ] de sterke en zwakke punten van elke besproken publicatie bespreekt; [score: onvoldoende besproken: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] ingaat op de wijze waarop de besproken publicaties elkaar aanvullen; [score: onvoldoende erop ingegaan: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] blijk geeft van een onafhankelijke, kritische blik; [score: onvoldoende ervan blijk gegeven: 0-; matig: 3; voldoende: 4-5; goed: ] publicaties (relevant en van aanvaardbare kwaliteit) van een grote diversiteit (thematiek, standpunt,...) bespreekt. [score: beoordeeld wordt of er zowel (1) klassieke als () recente + zowel (3) theologische/religieuze als (4) op een ander vakgebied gelegen + zowel (5) vanuit een islamitisch als () niet vanuit een islamitisch perspectief geschreven publicaties besproken worden; voor elk van deze categorieën wordt 1 punt toegekend ] Overleg met betrokkenen Uit het voorstel blijkt dat bij de uitwerking ervan overleg met betrokkenen ( stakeholders ) is gevoerd. [score: geen overleg: 0; enig overleg: 3; intensief overleg met verscheidene categorieën betrokkenen, onder wie de opdrachtgever: ; scores tussen 3 en zijn mogelijk] Structuur Het voorstel heeft een duidelijke en functionele opbouw (inleiding; functionele en duidelijke indeling in hoofdstukken, paragrafen en/of subparagrafen; duidelijke conclusie/afsluiting die bij de inleiding en overige delen van het werkstuk aansluit). [score: zwakke structuur: 0-; redelijke structuur: 3; goede structuur: 4-5] 5 7

8 Originaliteit Het voorstel is origineel. [nee, onderscheidt zich in thematiek en opzet niet van heel veel andere voorstellen: 0; enige originaliteit: 3; grote originaliteit: 4-5] N.B. Voor alle criteria waarvoor een asterisk (*) staat, moet een voldoende (meer dan de helft van het aantal te behalen punten) gescoord worden. Anders kan er geen voldoende voor het verslag gegeven worden #, tenzij de docent van mening is dat dat gebrek in voldoende mate gecompenseerd wordt door de kwaliteit van het verslag op de andere punten waarop geoordeeld wordt. In dat laatste geval dient de docent zijn mening toe te lichten in het vak Eventuele opmerkingen docent hieronder. # Indien de totale score op 5,5 of hoger uitkomt, wordt in dat geval het eindcijfer op 5 vastgesteld. Eventuele opmerkingen docent: 5 Naam docent:... Handtekening docent:... Cijfer (het totaal van de hierboven voor het werkstuk genoteerde scores gedeeld door 10; dit levert een cijfer tussen 1 en 10 op een schaal van 10 op, waarbij 5,5 en hoger voldoende is) 8