Schoolgids 2016/2017 deel C De Zevensprong

Transcriptie

1 Schoolgids 2016/2017 deel C De Zevensprong Datum vaststelling Attendiz: juni 2016 Datum instemming MR: juni 2016

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opbrengstgericht werken 4 Opbrengsten van onze l 6 Verantwoording onderwijsverbetering 6 Onze standaarden en ambities 9 Totale uitstroom 11 Uitstroom van kortverblijf leerlingen 12 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen 14 Vergelijking uitstroom met OPP 15 Analyse opbrengsten 17 Consequenties inrichting onderwijs 20 Bestendiging 21 Analyse bestendiging 2 22 Consequenties inrichting onderwijs 23

3 Inleiding Beste lezer, Onze lgids is opgeknipt in drie delen, deel A, B en C. Dit is deel C. In dit deel vertellen wij u over de opbrengsten van onze l. Hoeveel leerlingen zijn bijvoorbeeld uitgestroomd in de afgelopen jaren? Waar gingen zij naartoe? Sluit dit aan op de verwachtingen die wij hadden? En zo ja, wisten zij hun vervolgplek twee jaar na het verlaten van onze l te bestendigen? Zo nee, hoe kwam dat? Welke consequenties heeft deze analyse voor de inrichting van ons onderwijs? In dit deel van de lgids leggen wij verantwoording af over de opbrengsten van ons onderwijs, in relatie tot het vooraf opgestelde ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling. Wij willen eruit halen wat erin zit. Wij geven daarom antwoord op vragen als Waar zijn onze leerlingen naartoe gegaan na het verlaten van onze l? en Hoe verhoudt dit zich tot de verwachtingen en de lnormen die wij hadden? Die gegevens (Schoolgids deel C) actualiseren wij jaarlijks op 15 oktober van het lopende jaar. Op dat moment hebben we nl. alle meest recente gegevens van het afgelopen jaar ten aanzien van opbrengsten en bestendiging in onderlinge samenhang kunnen analyseren en we hebben conclusies kunnen trekken voor de inrichting van ons onderwijs. Tot 15 oktober gelden derhalve de opbrengst- en bestendigingsgegevens van het jaar ervoor als meest actuele gegevens van de lgids. In deel A van onze lgids geven wij u korte, praktische informatie over onze l. Denkt u daarbij aan de bereikbaarheid van onze l, de ltijden of de lvakanties. In deel B van de lgids geven wij u allerlei achtergrondinformatie over onze l. U vindt beide delen op onze website, Een fijn ljaar toegewenst, in goede samenwerking! Namens het lteam, Margaret Groeneveld Locatieleider/adjunct directeur SO Hengelo Dick Grovenstein Meerscholen directeur 3

4 1. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken Wij werken opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken is het stellen van doelen, hieraan werken en vervolgens systematisch evalueren of de doelen zijn behaald. We kijken vanuit een breed perspectief naar de mate waarin we opbrengstgericht werken. Daarmee beginnen we op lniveau, vervolgens kijken we naar het groepsniveau en aansluitend kijken we naar de individuele leerling. Wij halen eruit wat erin zit! Iedere l heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de kerndoelen en de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, zodat wij onze lresultaten daar tegen af kunnen zetten. Op dit moment zijn die landelijke standaarden er echter nog niet. Daarom beoordelen we onze behaalde opbrengsten op grond van leigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties we verbinden aan de uitkomsten van deze evaluatie voor de inrichting van ons onderwijs. Resultaat op drie niveaus 1. Schoolniveau: Alle resultaten van alle leerlingen worden in kaart gebracht op het niveau van de lpopulatie. Die resultaten worden vergeleken met onze lnorm, de lstandaard. Uitkomst van die vergelijking leidt tot conclusies en soms ook tot aanpassingen in ons onderwijs. 2. Groepsniveau: De resultaten van iedere groep worden in kaart gebracht, gespecificeerd naar vakgebied. De resultaten van een betreffende groep worden vergeleken met de groepsstandaard. Bij grote diversiteit binnen de groep leerlingen, is het maken van een groepsstandaard niet altijd mogelijk. Ook op groepsniveau kunnen conclusies getrokken worden die kunnen leiden tot aanpassingen van het onderwijs is de betreffende klas. 3. Leerlingniveau: Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, met daarin een uitstroomprofiel en een leerroute. Zowel tussentijds als bij verwijzing naar de uiteindelijke uitstroombestemming, wordt een vergelijking gemaakt met de bestemming die in het OPP werd ingeschat voor de leerling. 4

5 Opbrengstgericht werken is een continu proces. De standaarden en bijbehorende ambities worden daarom na enkele jaren opnieuw vastgesteld. Op basis van de data die ons ter beschikking staan, zijn we in staat om steeds scherper te meten, conclusies te trekken en uiteindelijk betere resultaten behalen voor de leerling, de groep en de hele lpopulatie. Hoe tonen we de toegevoegde waarde van ons onderwijs aan? Dit is voor ons de belangrijkste vraag die er is. Een vraag die wij onszelf voortdurend stellen. Het antwoord daarop geven wij in het volgende hoofdstuk: Opbrengsten van onze l. U vindt daarin onder andere de uitstroomgegevens van onze leerlingen, zowel einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Ook maken wij de vergelijking tussen de gerealiseerde uitstroom en de verwachting die in het OPP werd gesteld. Tevens maken wij een analyse van deze resultaten en verbinden wij daar consequenties aan voor de inrichting van ons onderwijs in het volgende ljaar. 5

6 2. Opbrengsten van onze l 2.1 Verantwoording Onderwijsverbetering Iedere l schrijft eens in de vier jaren een Schoolplan. Daaruit vloeien beleidsvoornemens voort, die zich weer vertalen in telkens een Jaarplan. Maar niet alleen het vierjaarlijkse Schoolplan is een bron voor het Jaarplan. Ook de jaarlijkse opbrengsten van de leerlingen kunnen aanleiding geven tot extra beleidsvoornemens in het Jaarplan van het volgend jaar. In deze paragraaf kijken we even terug naar die beleidsvoornemens van het afgelopen ljaar: wat hadden we ons voorgenomen en wat was daarvan het resultaat? De beleidsdoelstellingen die wij voor het afgelopen ljaar formuleerden, vanuit het lplan, de opbrengsten, andere bronnen zoals interne audits of inspectiebezoeken waren: Implementatie SCOL voor het in kaart brengen van de sociale opbrengsten. Het doelgericht werken vanuit de CED leerlijn sociaal gedrag. Opstellen groepsplan SEO. Training Teach like a champion. Doel: uitbreiden leerkrachtvaardigenheden. Het IGDI-model verdiepen en borgen. Vervolg HGW/OGW. Invoering Parnassys. ABC update + interventiebijeenkomsten. Fijne motoriek en (voorbereidend) schrijven. In hoeverre wisten wij deze doelstellingen te behalen? SCOL, groepsplan Sociaal gedag en doelgericht werken De SCOL, de Sociale Competentie Observatie Lijst, is afgelopen ljaar ingevoerd als gecertificeerd signalerings- en meetinstrument. Leerkrachten vullen dit twee keer per jaar in en aan de hand daarvan wordt het groepsplan SEO opgesteld (basis en verdiept aanbod), met daarin de doelen. In februari van ieder ljaar worden daarnaast door iedere groepsleerkracht of groepsteam de Peilkaarten Sociaal Gedrag ingevuld (met dezelfde items als in de SCOL). Binnen de Peilkaarten wordt een drie-puntsscore gehanteerd: behaald / in ontwikkeling / onvoldoende. In het kader van Handelingsgericht- en Opbrengstgericht werken worden de gegevens van iedere groep na scoring geïnterpreteerd in een SEOgroepsplanbespreking. De scoring van de peilkaarten is de basis voor een tussenevaluatie van de groepsontwikkelingen op SEO gebied. De leerlijn sociaal gedrag wordt gekoppeld aan de methode Goed Gedaan. Op deze wijze wordt er een breed SEO-aanbod op maat gecreëerd. Komend scholjaar zullen we ons dit alles verder eigen maken en doorontwikkelen. 6

7 Teach like a champion Jonge kinderen ontwikkelen zich sprongsgewijs en spelenderwijs. Zij vragen dan ook om een benadering die hierbij aansluit. Het is de mooie taak van de leerkracht om het onderwijsaanbod af te stemmen op het ontwikkelingsniveau van het kind, de nieuwsgierigheid te voeden en hen uitdaging te bieden om zelf de wereld te ontdekken. Kortom, de vaardigheden die leerkrachten van jonge kinderen moeten beheersen en toepassen zijn divers en vragen om maatwerk. Leerkrachten, onderwijsassistenten en SOT hebben deelgenomen aan de Teach-training en zijn daardoor zeer geïnspireerd geraakt. Verschillende technieken zijn aangereikt die samenhangen met hoge verwachtingen hebben van kinderen, technieken die helpen om kinderen betrokken te houden tijdens de lessen en technieken die ondersteunen bij het creëren van een sterke groepscultuur, het creëren van betrokkenheid, zelfstandigheid en sociaal welbevinden. Tijdens de zgn. leerkrachtenoverleggen staat Teach met regelmaat op de agenda en er hebben kijkbezoeken plaats gevonden vanuit het SOT. Het interne auditteam van Attendiz heeft de technieken sterk waargenomen in de klassen en ons daarover gecomplimenteerd. In ljaar zullen we de technieken verder verdiepen en de uitbreiding van de leerkrachtvaardigheden van onze groepsteams doorontwikkelen. IGDI-model Het IGDI-model verstevigt ons didactiek en maakt onszelf en onze leerkrachten bewust van het leren in de klas. Er hebben onderlinge kijkbezoeken bij elkaar plaatsgevonden (we leren van en met elkaar) en we hebben elkaar van feedback voorzien. Ook het IGDI-gebeuren blijft een duidelijk aandachtspunt op onze ontwikkelagenda en zal blijvend aandacht krijgen om het geheel te verstevigen en te borgen binnen ons aanbod. ParnasSys Er heeft een eerste implementatiebijeenkomst plaats gevonden voor de leerkrachten en het SOT heeft inmiddels een aantal trainingen bezocht. Voor het ljaar is een nascholingsplan opgezet voor de verdere implementatie van dit leerlingvolgysteem. Vervolg HGW/OGW Ook heeft er vervolg-nascholing plaatsgevonden rond HGW/OGW en is met name het zoeken naar een uniforme manier van dagevaluatie aan de orde geweest. 7

8 ABC Zoals elk jaar hebben we ook dit jaar weer een update-ochtend gevolgd met het hele team rond de ABC-methode. Zo n ochtend zet ons weer op scherp t.a.v. onze skills op gebied van agressiereductie en het zoeken naar de juiste interventies. De interventiebijeenkomsten die naast de update drie keer zijn georganiseerd boden ruimte voor intervisie met je collega s en daagden ons allen weer uit voortdurend te blijven reflecteren op ons handelen als professional. Fijne motoriek en (voorbereidend) schrijven Onder leiding van de ergotherapeuten die verbonden zijn aan onze l hebben we twee nascholingsmiddagen gevolgd met als thema: de fijne motoriek en het (voorbereidend) schrijven. Deze nascholing heeft onze verder geprofessionaliseerd op fijn motorisch gebied. Doelstellingen voor ljaar ( ) zijn: Invoeren Positieve Educatieve Psychologie. Door ontwikkelen SCOL. Ontwikkelen en invoeren basis- en intensief aanbod (sociaal gedrag). Doorontwikkeling groepsplan sociaal gedrag. Verdieping + borging Teach like a champion/igdi. Implementatie leerlijn leren leren. Verdere implementatie ParnasSys. Invoeren Vaardigheidsmeter leerkrachten. Opstellen en implementeren lveiligheidsplan. Invoeren uniform verzuimprotocol. 8

9 2.2 Onze standaarden en ambities Leerroute De Zevensprong heeft een leerstofaanbod voor groep 1, 2 en 3 waarbinnen we werken met: het basisaanbod het verdiepte aanbod Het intensieve aanbod Aan dit arrangement zijn de normen voor de CITO toetsen gekoppeld die, in combinatie met observatiegegevens vanuit de klas, inhoud geven aan ons aanbod binnen de klas. Dit alles ondersteunt ons in de monitoring van de opbrengsten van onze leerlingen. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling staan er twee verschillende arrangementen beschreven namelijk: Het basisaanbod Het intensieve aanbod Hieraan is de SCOL gekoppeld, die ons samen met de peilkaarten inzicht geeft in de opbrengsten van onze leerlingen op sociaal emotioneel gebied. Schoolstandaard Onze (voorlopige) lstandaard taal en rekenen hebben we bepaald door alle resultaten van de eindtoetsen van cito taal en rekenen van hoog naar laag te ordenen en vervolgens in deze ordening drie lijnen te trekken, één bij de 20% van de scores, één bij de 80% en één bij de 90% van de scores. Deze drie lijnen corresponderen met de drie standaarden die De Zevensprong hanteert: 9

10 1. Gevorderde standaard, voor de beste 20% leerlingen (gelijk aan ondergrens CITO niv. I) 2. Voldoende standaard, voor de beste 80 % leerlingen (gelijk aan de ondergrens CITO niv. IV) 3. Minimum standaard, voor de beste 90% leerlingen (gelijk aan de ondergrens CITO niv. V) Op basis van deze (voorlopige) lstandaarden voor taal en rekenen heeft de CvB besloten om de ambitie lstandaarden voorlopig vast te stellen op het landelijke niveau. Voor de sociale opbrengsten zitten we in de fase van het verzamelen van data. Het formuleren van deze lstandaard is in ontwikkeling. Uitstroommogelijkheden van de l 1. Regulier onderwijs 2. Speciaal Basisonderwijs 3. Speciaal Onderwijs 4. Behandeling Uitgebreide informatie t.a.v. het bovenstaande kunt u vinden in ons lplan (zei website). 10

11 2.3 Totale uitstroom In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiele plaats bekostiging (RP) plaatsvindt. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 43 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) 11 Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 32 Totaal aantal leerlingen dat de l dit 35 ljaar heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat 0 korter dan zes weken de l heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat 5 langer dan zes weken en korter dan 1 jaar de l heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat 29 langer dan 1 jaar de l heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de l 1 dit jaar verlaten heeft (RP) 11

12 2.4 Uitstroom van kortverblijf leerlingen In deze paragraaf presenteren wij gegevens over kort-verblijfleerlingen. Hierbij gaat het om leerlingen die op basis van plaatsbekostiging geplaatst waren op de l (RP). Kort verblijf leerlingen die de l hebben 0 verlaten, korter dan 6 weken op de l 6 weken 1 jaar op de l gezeten jaren op de l gezeten 1 Plaats van herkomst van de uitgestroomde leerlingen: BAO SO BUITENLAND SBO ONBEKEND THUIS Behandeling 1 Waar zijn de leerlingen die langer dan zes weken de l bezochten naar uitgestroomd? BAO BUITENLAND THUIS, omdat: SBO ONBEKEND ANDERS, namelijk: SO 1 PRO VSO DB VMBO b/k VSO AGL VMBO g/t VSO b/k HAVO/VWO VSO g/t ZORG zonder onderwijs VSO h/vwo 12

13 Wat zijn de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen die langer dan zes weken de l bezochten. > Geschat Geschat < Onbekend 1 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van 0 een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): Bestendiging van leerlingencohort 2 jaren geleden: Hoeveel residentiële leerlingen, die langer 0 dan zes weken de l bezochten en die in 2013/2014 zijn uitgestroomd, zitten na twee jaar nog steeds op een uitstroombestemming van hetzelfde niveau? Totaal aantal uitgestroomd in 2013/2014: 3 Nog steeds op uitstroombestemming van 0 hetzelfde niveau: 13

14 2.5 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen Uitstroom van leerlingen die langer dan 6 weken op de l verbleven, zowel tussentijdse als einduitstroom: Uitstroombestemming: Aantal leerlingen SBO 5 SO 28 ANDERS, nl 2 SO+behandeling Totaal 35 Uitstroomniveau: Aantal leerlingen E1-E2 10 E2-E3 25 Totaal 35 Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen: > Geschat Geschat < Onbekend 7 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 9 14

15 2.6 Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Het gaat om leerlingen die langer dan zes weken op onze l verbleven en die in zijn uitgestroomd. We willen weten hoeveel leerlingen zijn uitgestroomd op het niveau van de verwachte uitstroombestemming. Het betreft de verwachte uitstroombestemming die is opgenomen in het OPP twee jaar voorafgaand aan het moment van uitstroom. In het geval een leerling korter dan 2 jaar op l verbleef, houden we het bij binnenkomst op onze l opgestelde OPP van de leerling aan. Resultaat Aantal leerlingen Percentages Onder het niveau 2 5,7% dat was vastgesteld in het OPP Op het niveau dat 33 94,3% was vastgesteld in het OPP Boven het niveau 0 0% dat was vastgesteld in het OPP. Totaal % N.B. geen onderscheid taal- en rekenniveau opgenomen. Schooloverzichten (E-toetsen) Schoolfoto (E-toetsen) Taal E1 en E2 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E E ,5-4 -0,5 Rekenen E1 en E2 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E E ,5-3 -0,5 DMT E3 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E

16 Spelling 3.0 E3 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E Begrijpend lezen 3.0 E3 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E Rekenen-wiskunde 3.0 E3 p20 p20 p20 p80 p80 p80 p90 p90 p90 E

17 2.7 Analyse van de opbrengsten Jaarlijks verantwoordt De Zevensprong zich over haar opbrengsten in de lgids. Wij streven naar de landelijke norm van cito rekenen en taal voor zowel groep 1 als 2. De komende jaren zullen we bij iedere meetmoment, middels de vaardigheid score van Cito, de lopbrengsten in kaart brengen. Deze gegevens vergelijken we met de gegevens van voorgaande jaren en dit zal uiteindelijk de basis zijn voor het vaststellen van onze ambitie lstandaard en zal het analyseren van de opbrengsten een degelijk en stevig onderbouw karakter krijgen. Analyse van de gegevens vertelt ons dat we binnen elke leeftijdsgroep grotendeels op (soms net iets onder, soms er boven) het niveau liggen van de landelijk gestelde norm. Gezien onze zeer diverse uitstroom (ZML, SBO, SO, OZ) in combinatie met de soms zeer forse gedragsproblematiek (die vaak zijn weerslag heeft op de resultaten van de leerling) denken wij met deze opbrengsten tevreden te kunnen zijn. De gedragscomponent blijkt vaak van grote invloed op de keuze van de doorstroombestemming. We zijn echter tevreden t.a.v. het percentage leerlingen dat uitstroomt op het niveau van de verwachte uitstroombestemming (voor ons gaat dat om doorstroom ). Ondanks de jonge leeftijd, die het best lastig maakt een goede voorspelling te doen, lijken we voor 94,3 % goed te zitten met onze verwachtingen. Om eventuele belemmerende factoren goed te volgen kijken we per kind ook naar persoonlijke vaardigheidsgroei om zo scherp te krijgen of het kind optimaal presteert t.o.v. zijn eigen individuele mogelijkheden. Deze informatie is van grote toegevoegde waarde voor de keuzes die we maken in ons aanbod. Het ambitieniveau blijven we vaststellen op de landelijke norm. Wij blijven er naar streven met onze kinderen zoveel mogelijk de landelijke norm te halen en hier, gezien de jonge leeftijd van de kinderen, ook niet van af te wijken. Lager stellen van onze standaarden zou betekenen dat wij genoegen nemen met lagere resultaten. Dit zou direct gevolgen kunnen hebben voor het uitstroomniveau van de kinderen. Wij zijn van mening dat de kinderen hiervoor nog te kort in het leerproces zitten. Door ook de komende jaren de lopbrengsten in kaart te brengen en deze te vergelijken met elkaar zal het geheel uiteindelijk een degelijk en stevig onderbouwd karakter krijgen. Vooralsnog zetten we in op het verstevigen van ons basisaanbod (een intensieve basis binnen een rijke, betekenisvolle leeromgeving), waarbij het vaststellen van de middenmoot richting geeft aan ons aanbod (volgens het gedachtengoed van Wijnand Gijzen). Na deze vaststelling richten we onze focus op onze sterkste groep, in de overtuiging dat we hiermee ons leerklimaat omhoog krikken. 17

18 Analyse groep 1 en 2: Groep 1 heeft op het gebied van zowel rekenen als taal zwak gescoord dit ljaar. Mogelijke verklaring lijkt te vinden in de lage intelligentieniveaus van het gros van de groep, regelmatig i.c.m. de forse problematiek vanuit de stoornis. Groep 2 scoort op het gebied van zowel rekenen als taal net onder de landelijke norm. Het lijkt ons wenselijk de landelijke norm vanuit dit opzicht te blijven hanteren. Opvallend bij beide kleutergroepen: De kleinste afwijking t.o.v. de landelijke norm is te vinden bij de p90 (intensieve groep). Dat betekent dat het onderwijsaanbod aan deze zwakste groep leerlingen waarschijnlijk adequaat wordt vormgegeven. De afwijking t.o.v. de landelijke norm bij het verdiepte aanbod is echter aanzienlijk groter. Dat vraagt om nadere afstemming t.a.v. het verdiepte aanbod. Actiepunten groep 1 en 2: Het gros van de huidige groep 1 ( groep 2) leerlingen vraagt volgend ljaar wederom om een intensief aanbod. Het gros van de huidige groep 2 ( groep 3) vraagt volgend ljaar om een basisaanbod. De landelijke norm blijft onze ambitie voor de lstandaard. Het verdiepte aanbod vraagt ljaar extra aandacht binnen de nascholingen (HGW?OGW) en de leerkrachtoverleggen. Analyse groep 3: Op het gebied van spelling en rekenen-wiskunde scoren onze leerlingen boven de landelijke norm. Verklaring lijkt te vinden in de kleine groepen die we dit ljaar hebben (8 leerlingen) en een flink aantal kinderen die over een gemiddelde intelligentie beschikken. Op het gebied van de DMT scoren we enigszins onder de landelijke norm. Leerkrachten geven aan dat de moeilijkere kaarten veel van de leerlingen vragen op m.n. het toepassingsniveau. Opvallend: Hoe zwakker de leerlingen des te minder is de afwijking t.o.v. de landelijke norm. Op het gebied van het begrijpend lezen scoren we als l zijnde fors onder de landelijke norm. Is dit vergelijkbaar met andere scholen? Mogelijke verklaring lijkt te vinden in het feit dat het begrijpend lezen voor kinderen met autisme moeilijk blijkt te zijn. Dit blijft hypothetisch; dit vraagt om nader onderzoek. 18

19 Actiepunten: Landelijke norm blijft vooralsnog (rekenen-wiskunde, spelling, DMT) gehandhaafd (groep 3) Vergelijking maken met de loverzichten die De Stapsteen gemaakt heeft. Afstemming met De Stapsteen m.b.t. onderwijsaanbod, vooral op het gebied van begrijpend lezen. Onderzoeken of we de landelijke norm op het gebied van begrijpend lezen kunnen blijven hanteren of dat dit misschien niet realistisch is? 19

20 2.8 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Onze doelgroep vraagt om een zeer sterk didactisch- en pedagogische aanpak. We zijn er van overtuigd dat de invloed hiervan een zeer positieve invloed kan hebben op het (soms zeer complexe) gedrag van kinderen. In het komende ljaar zullen we daarom de verdieping rond Teach like a champion en verfijning/borging van het IGDI-model wederom op de agenda zetten. Daarnaast vindt de implementatie van Positieve psychologie plaats, waarbij we worden begeleid door de universiteit van Twente. Hierbij zal het accent liggen op het leren van kinderen vanuit welbevinden en betrokkenheid. We verheugen ons op dit aanbod omdat het zo naadloos aansluit bij onze visie en ons kijken naar kinderen. De leerlijn Leren Leren zal daarnaast geïntroduceerd worden. Zij maakt het totale nascholingsaanbod voor ljaar compleet. We verwachten met dit totale aanbod ons onderwijs op zowel pedagogisch-didactische gebied als op gebied van onze opbrengsten verder te optimaliseren. 20

21 2.9 Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit, ofwel is doorverwezen naar een plek die in lijn ligt met de uitstroomplek. Als l spannen we ons in om ervoor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. We doen dit jaarlijks in oktober. Dat doen we, mede vanwege de opbrengstbevraging van de Inspectie van het Onderwijs in november, tot twee jaar na verwijzing. In dit document worden daarom alleen zowel de bestendigingsgegevens van de leerlingen die een en twee ljaren geleden zijn uitgestroomd getoond. In onderstaande tabellen staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om het cohort van een en twee jaren geleden. Bestendiging leerlingen 1 ljaar geleden Aantal Schooljaar 2014/2015, peildatum is 1 oktober 2016 Nog op (hetzelfde type) uitstroombestemming 39 Niet meer op (hetzelfde type) vervolgbestemming 2* Onbekend/anders 2 Totaal 43 Bestendiging leerlingen 2 ljaren geleden Aantal Schooljaar 2013/2014, peildatum is 1 oktober 2016 Nog op hetzelfde type uitstroombestemming 25 Niet meer op hetzelfde type vervolgbestemming 4 Onbekend/anders 5 Totaal 34 NB: hierin zijn ook de residentiële leerlingen opgenomen. 21

22 2.10 Analyse van de bestendiging Conclusie : Eén jaar na verwijzing zitten van de 43 leerlingen nog zeker 39 leerlingen in dezelfde vorm van onderwijs (90%). Van twee leerlingen kunnen we de gegevens niet achterhalen. Bij 1 leerling* blijkt uit de bestendiging dat tegen het advies van de CVB in, ouders een keuze gemaakt hebben voor een andere type vervolgbestemming (ZML). Eén kind heeft de overstap kunnen maken van SO1 naar regulier. Een positieve bestendiging van 90% zien wij als een mooi resultaat dat we graag zouden willen behouden in het komende jaar. In het kader van Passend Onderwijs waarin we steeds weer proberen om kinderen zo licht en thuis nabij mogelijk te laten uitstromen zien wij dit als een uitdaging. Conclusie : Twee jaar na verwijzing zitten 25 van de 34 leerlingen nog in dezelfde vorm van onderwijs. Van de vijf leerlingen die als 'onbekend/anders' zijn gecodeerd zijn drie leerlingen in de eerste bestendiging als niet bestendigd gecodeerd. Deze leerlingen zijn niet opnieuw gevolgd en dus als 'onbekend/anders' gecodeerd. Van één leerling is geen reactie ontvangen. Bij twee leerlingen (een tweeling) die niet meer op uitstroombestemming zitten, was het advies SBO en hebben ouders zelf de keuze gemaakt voor regulier onderwijs. Uit de bestendiging blijkt dat ze daar nu vastlopen en dat de basisl een advies SO heeft afgegeven. De overige twee leerlingen die niet meer op de uitstroombestemming zitten zijn leerlingen met een tussentijdse uitstroom aangezien de vervolgbestemming een locatie was voor kleuteronderwijs. Twee jaar na verwijzing concluderen wij als l dat 73% van de verwijzingen nog op de vervolgbestemming zit. In vergelijking met de bestendiging van het jaar ervoor is dit een lager percentage die we verklaren vanuit ofwel keuze van ouders ofwel tussentijdse uitstroom. Hiervan nemen we de overeenstemming met ouders over de vervolgl als aandachtspunt mee voor de komende verwijzingen. 22

23 2.11 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs We zullen blijven afstemmen met vervolgscholen m.b.t. de juiste plek voor onze kinderen. Indien nodig (en bij twijfel) wordt de mogelijke vervolgl vroegtijdig gevraagd mee te denken in dit proces om zo een zo zorgvuldig mogelijk advies te formuleren. Op basis van de cijfers zijn we tevreden over de bestendiging, echter onze ambitie is om alle kinderen positief te bestendigen. Negatief bestendigde leerlingen bespreken we in onze CVB. We zoeken we naar mogelijke oorzaken/verklaringen/inzichten om dit een volgende keer te voorkomen. 23