VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Talentencampus Venlo (17GQ Vijverhofschool)

Transcriptie

1 VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK Talentencampus Venlo (17GQ Vijverhofschool) Plaats : Tegelen BRIN nummer : 17GQ OKE 01 SO Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 19 november 2013 Datum vaststelling : 24 januari 2014

2 Pagina 2 van 11

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN VERVOLG Pagina 3 van 11

4 Pagina 4 van 11

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht op 19 november 2013 de so-afdeling van de Vijverhofschool. Deze school verzorgt speciaal onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 3 tot 13 jaar die zeer moeilijk lerend of meervoudig gehandicapt zijn. Met deze verslagbrief rapporteert de inspectie over haar bezoek aan het bevoegd gezag van de school. Vierjaarlijks bezoek De inspectie bezocht de school voor een vierjaarlijks bezoek, omdat de school een basisarrangement heeft en minstens vier jaar geen inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden. Opbrengsten en de kwaliteitszorg Het centrale thema van een vierjaarlijks bezoek is: hoe werkt deze school aan haar opbrengsten? De basis voor het bezoek ligt in het Toezichtkader 2012 (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens het bezoek richt de inspectie zich op de indicatoren 1.1 t/m 1.4 en 8.2 uit die waarderingskaders. Deze indicatoren hebben betrekking op de opbrengsten en de kwaliteitszorg. Meer informatie over het toezichtkader voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op Risicoanalyse Ook de uitkomsten van de jaarlijkse risicoanalyse kwamen aan bod bij het bezoek. De inspectie heeft de opbrengstgegevens van de school onderzocht en het jaarverslag 2012, het huidige schoolplan en de schoolgids 2013/2014 geraadpleegd. De uitkomsten van de risicoanalyse zijn met de school besproken; waar nodig gaf de school een nadere toelichting. Gesprekken en lesbezoeken Tijdens het bezoek sprak de inspectie met de schoolleiding en met degenen die verantwoordelijk zijn voor de leerlingenzorg. Verder bekeek zij leerlingdossiers en bezocht ze drie lessen. Het betrof lessen rekenen, schriftelijke communicatie en ontwikkelingsgericht werken. De school heeft expliciet voor deze lessen gekozen omdat juist daar naar mening van de school de opbrengstgerichtheid al goed gestalte krijgt. Leerlingen van de so Vijverhofschool volgen momenteel onderwijs op twee locaties, namelijk de Rijnbeekstraat (als onderdeel binnen de Talentencampus Venlo) en de Simon Stevinstraat. Voor dit onderzoek zijn alleen lessen bezocht en docenten gesproken aan de Rijnbeekstraat. De school gaf aan Pagina 5 van 11

6 het jammer te vinden dat er geen gelegenheid in het rooster was om ook de onderwijszorggroep op de locatie Simon Stevinstraat te bezoeken. De inspectie en directie hebben uitgesproken bij een volgend onderzoek hiervoor ruimte te creëren. Uitkomsten van het vierjaarlijks bezoek De inspectie beoordeelde geen indicatoren bij het vierjaarlijks bezoek en geeft geen toezichtarrangement af. Als zij grote risico s aantreft, dan zet zij het bezoek alsnog om in een kwaliteitsonderzoek en maakt hiervoor in overleg met het bestuur een vervolgafspraak. Pagina 6 van 11

7 2 BEVINDINGEN Bevindingen Deze paragraaf bevat de inspectiebevindingen van het vierjaarlijks bezoek. Daarin beschrijft zij kort of en welke gegevens de school verzamelt en hoe zij deze analyseert om vast te kunnen stellen of zij voldoet aan desbetreffende indicator. Algemene indruk Het opbrengstgericht werken staat in de kinderschoenen bij de so-afdeling van de Vijverhofschool. Men verzamelt wel gegevens over uitstroom en plaatsbestendiging, maar er is geen sprake van een analyse van deze gegevens afgezet tegen schooleigen normen. De school maakte recent een 'schoolfoto' voor het vak schriftelijke communicatie. De uitkomsten hebben geleid tot aanpassingen in het onderwijsleerproces. Dit is een goed voorbeeld van de eerste stappen die schoolbreed worden gezet, waarbij het nodig is dat de school een eigen norm formuleert en de resultaten van de leerlingen daar langs legt. Het is de bedoeling dat de kwaliteitszorg meer bovenschools vorm krijgt, echter een specifieke uitwerking en bijbehorend tijdpad is hiervoor niet beschikbaar. Het vigerende schoolplan loopt tot 2014, de school kan niet aangeven waar de accenten met betrekking tot opbrengstgericht werken liggen in de toekomst. De school ontwikkelt zich wat betreft het werken met ontwikkelingsperspectieven en groepsplannen. Recent voerde zij een eerste meting van de sociaalemotionele ontwikkeling uit. Indicator 1.1. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor cognitieve opbrengsten. Bevindingen: Hierbij staat indicator 8.2. van het waarderingskader over de kwaliteitszorg centraal: De school evalueert jaarlijks de cognitieve resultaten van de leerlingen. De school stelt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief vast in de vorm van een uitstroombestemming gekoppeld aan een leerroute met een te verwachten uitstroomniveau. De pedagogische en didactische opdracht voor het personeel neemt hier een belangrijke rol in. Om vast te stellen of de leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen, maakt de school gebruik van de leerlijnen. Alleen bij de leerlingen met een relatief hoge intelligentie neemt de school éénmaal per schooljaar CITO-toetsen af. Door het werken met groepsplannen en groepsoverstijgende leermomenten krijgt men Pagina 7 van 11

8 steeds meer zicht op het cognitieve niveau van de leerlingen en wat zij nodig hebben. In het ontwikkelperspectiefplan (opp) maakt de school visueel zichtbaar waar de leerling op de diverse gebieden zit en wat het te verwachten uitstroomniveau is. Dit vraagt echter nog wel nadere toelichting vanuit de school. De school is niet zo ver dat zij de cognitieve resultaten structureel en systematisch afzet tegen landelijke en schooleigen normen. Ook trekt zij in de overzichten met uitstroomgegevens geen vergelijking tussen de gerealiseerde uitstroom en het bij instroom geprognosticeerde eindperspectief. Hiervoor is onder andere nodig dat de school eigen normen formuleert, jaarlijks analyseert of deze bereikt zijn en eventuele consequenties voor beleid hieraan verbindt. Indicator 1.2. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. Bevindingen: Een eerste meting op sociaal-emotioneel gebied vond recent plaats. De uitkomsten van deze meting komen overeen met de verwachtingen van de leraren en de mensen die verantwoordelijk zijn voor de leerlingenzorg. Men is volop in gesprek met elkaar om te komen tot een (meer) uniforme invulling. De inspectie ziet dat de school oog heeft voor de kwaliteit van deze opbrengsten. Verder maakt men gebruik van de leerlijnen leren leren en sociale competenties om de sociale ontwikkeling van de leerlingen in kaart te brengen en te volgen. Om aan te tonen dat men alles uit de leerlingen haalt, is meer nodig. Ook op sociaal-emotioneel gebied is van belang dat de school eigen normen gaat bepalen, jaarlijks analyseert of deze bereikt zijn en eventuele consequenties voor beleid hieraan verbindt. Indicator 1.3. De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. Bevindingen: De meeste leerlingen stromen uit naar het vso, waarmee de school nauwe contacten heeft. Landelijke standaarden voor de opbrengsten ontbreken nog, maar de school heeft een keus gemaakt voor een leerstofaanbod dat zij in overeenstemming met haar ondersteuningsprofiel invoerde. Daarover is overeenstemming binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs waarbij de school is aangesloten. Pagina 8 van 11

9 Indicator 1.4. De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Bevindingen: Zoals blijkt uit de schoolgids spant de school zich in om ervoor te zorgen dat zij zicht heeft op de eisen die de vervolgvoorzieningen stellen aan leerlingen. Jaarlijks verzamelt de school informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen in vervolgvoorzieningen. In situaties waarin die bestendiging niet wordt gerealiseerd, probeert men te achterhalen wat de oorzaken daarvan zijn. De volgende stap die de school kan zetten, is dat zij inzichtelijk maakt of dit leidt tot eventuele vervolgacties en waar deze acties uit bestaan. Pagina 9 van 11

10 Pagina 10 van 11

11 3 VERVOLG De inspectie stelde tijdens dit bezoek geen risico s vast en het basisarrangement blijft daarmee gehandhaafd. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Pagina 11 van 11