VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Atlas, locatie Assen

Transcriptie

1 VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK De Atlas, locatie Assen Plaats : Assen BRIN nummer : 00ZF OKE 01 VSO Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 23 oktober 2014 Datum vaststelling : 8 december 2014

2 Pagina 2 van 10

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN VERVOLG Pagina 3 van 10

4 Pagina 4 van 10

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht op 23 oktober 2014 De Atlas. Deze school verzorgt voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare leerlingen in de leeftijd van 12 tot 20 jaar. Vierjaarlijks bezoek De inspectie bezocht de school voor een vierjaarlijks bezoek, omdat de school een basisarrangement heeft en minstens vier jaar niet is bezocht voor een inspectieonderzoek. Opbrengsten en de kwaliteitszorg Het centrale thema van een vierjaarlijks bezoek is: hoe werkt deze school aan haar opbrengsten? De basis voor het bezoek ligt in het Toezichtkader 2012 (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens het bezoek richt de inspectie zich op de indicatoren 1.1 tot en met 1.4 en 8.2 uit die waarderingskaders. Deze indicatoren hebben betrekking op de opbrengsten en de kwaliteitszorg. Meer informatie over het toezichtkader voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op Risicoanalyse De uitkomsten van de jaarlijkse risicoanalyse kwamen aan bod bij het bezoek. De inspectie onderzocht de opbrengstgegevens van de school en raadpleegde het jaarverslag 2013, het schoolplan en de schoolgids 2014/2015. De uitkomsten van de risicoanalyse zijn met de school besproken; waar nodig gaf de school een nadere toelichting. Gesprekken en lesbezoeken Tijdens het bezoek sprak de inspectie met de schoolleiding en met andere betrokkenen bij de coördinatie van de leerlingenzorg. Verder bestudeerde zij leerlingdossiers en bezocht ze drie lessen. Het betrof een les Nederlandse taal en twee lessen wiskunde. Uitkomsten van het vierjaarlijks bezoek De inspectie beoordeelt geen indicatoren bij het vierjaarlijks bezoek en geeft geen toezichtarrangement af. Als zij grote risico s aantreft, dan zet zij het bezoek alsnog om in een kwaliteitsonderzoek en maakt hiervoor in overleg met het bestuur een vervolgafspraak. Dat was hier niet aan de orde. Pagina 5 van 10

6 2 BEVINDINGEN In deze paragraaf legt de inspectie de bevindingen vast van het vierjaarlijks bezoek. Per indicator beschrijft zij of en zo ja, welke opbrengstgegevens de school verzamelt en analyseert. Dit geeft een beeld van hoe de school zich ten aanzien van de indicator ontwikkelt. Algemene indruk Op De Atlas werken de medewerkers enthousiast aan de vormgeving van opbrengstgericht onderwijs. De school heeft instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen. Alle leerlingen hebben een ontwikkelingsperspectief en de school is gericht bezig met het verzamelen en analyseren van gegevens die betrekking hebben op de opbrengsten die zij met de leerlingen bereikt. De school profileert zich nadrukkelijk als een school die schakelonderwijs biedt. Dat betekent dat zij de leerlingen zo snel mogelijk wil terugleiden naar regulier onderwijs. RENN4 heeft ambitieniveaus geformuleerd, die zijn gebaseerd op IQ, resultaten op methodeonafhankelijke toetsen, leerachterstand en leermotivatie. Aan de hand daarvan bepaalt de school of zij voldoende resultaat boekt. Hieruit blijkt de ambitie om er, passend bij het niveau van de leerling, uit te halen wat erin zit. Indicator 1.1. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor cognitieve opbrengsten. Bevindingen: Hierbij staat indicator 8.2 van het waarderingskader over de kwaliteitszorg centraal: De school evalueert jaarlijks de cognitieve resultaten van de leerlingen. Het ontwikkelingsperspectief dat de school opstelt bevat een uitstroomprofiel en een leerroute. De school biedt de uitstroomprofielen arbeid en vervolgonderwijs aan. Daarbinnen is een verdere verfijning aangebracht. Aan de leerroute zijn leerlijnen gekoppeld. De leerroute is voor de kernvakken vertaald naar een didactisch groepsplan waarin per schooljaar en per week is gepland welke leerstof aangeboden wordt en met welk doel. Dit plan onderscheidt drie niveaugroepen. Pagina 6 van 10

7 Voor het volgen van de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen hanteert de school vaste procedures. Voor de kernvakken maakt de school in alle leerroutes gebruik van methodegebonden en methodeonafhankelijk toetsen. Voor deze vakken is per leerroute en per bouw vastgelegd hoeveel procent van een bepaald referentieniveau de leerlingen dienen te beheersen, om uiteindelijk het gewenste niveau te kunnen bereiken. Van elke groep heeft de school per leerling inzicht in de vraag of deze doelen zijn behaald. De school werkt niet met analyses op het niveau van de groep. Door de hoge doorstroom van leerlingen acht de school dit minder zinvol. Op schoolniveau heeft de school geen inzicht in de resultaten die zij op de kernvakken behaalt. Dit is in ontwikkeling. De school heeft wel inzicht in de vraag hoeveel leerlingen in overeenstemming met het geschetste uitstroomperspectief uitstromen. Het afgelopen schooljaar lag dit op 100%. Bij binnenkomst van een leerling en aan het begin van het schooljaar gebruikt de school methodeonafhankelijke toetsen om vast te stellen wat de leerling beheerst en waar hiaten zitten. De leraar stemt het aanbod vervolgens af op deze kennis en stelt mede op basis van deze informatie het didactisch groepsplan op. Aan het eind van het leerjaar en gedurende het schooljaar worden de vorderingen nauwgezet gevolgd. De leraren en leden van de commissie voor de begeleiding bespreken de vorderingen op gezette tijden. Wanneer de vorderingen (dreigen te) stagneren wordt meteen actie ondernomen om ervoor te zorgen dat de leerling het doel alsnog bereikt. Het komt zelden voor dat de beoogde doelen niet worden behaald. Indicator 1.2. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. Bevindingen: Naast de leerontwikkeling onderscheidt De Atlas het leergedrag. In het leergedrag wordt gekeken naar zelfstandig werken, leren leren, samenwerken, reflectie op het werk en sociale en emotionele vaardigheden. Voor leerlingen met uitstroomprofiel arbeid kijkt de school ook naar de algemene beroepscompetenties. Pagina 7 van 10

8 De school worstelde lange tijd met de vraag welke instrumenten om de sociale opbrengsten in kaart te brengen, bij haar leerlingen passen. Zij denkt nu het juiste instrument gevonden te hebben. Dit jaar start de school daarmee. Ook de leervoorwaarden brengt de school nu met een genormeerde toets in beeld. Wat het aanbod betreft heeft de school vorig schooljaar de leerlijn sociale competenties ingevoerd. Per uitstroomprofiel en leerjaar is vastgesteld wat een leerling zou moeten beheersen. Dit jaar kan de school vaststellen of deze doelen zijn bereikt, op het niveau van de individuele leerling, de groep en de school. Indicator 1.3. De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. Bevindingen: Landelijke standaarden voor de opbrengsten ontbreken nog. Op bovenschools niveau stelde RENN4 per leerroute doelen vast. De school kan inzichtelijker maken in hoeverre zij deze doelen heeft gerealiseerd en welke maatregelen zij op grond van eigen analyses neemt. Aanzetten daartoe zijn wel aanwezig. Voor het vak Nederlands is het aanbod bijvoorbeeld aangepast omdat de resultaten op onderdelen achterbleven bij de verwachting. In de schoolgids verantwoordt de school zich over de resultaten. Zij vermeldt bijvoorbeeld hoeveel leerlingen de school hebben verlaten en zijn uitgestroomd in overeenstemming met het ontwikkelingsperspectief, hoeveel diploma s en certificaten zijn behaald en hoeveel procent van de leerlingen na twee jaar nog op de vervolgopleiding zit. Daarbij is niet vermeld hoe de resultaten zich verhouden tot de gestelde doelen en welke conclusies de school daaruit trekt. Dat zou een zinvolle aanvulling zijn. Indicator 1.4. De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Bevindingen: De gegevens over de uitstroombestemming en de bestending werden aanvankelijk op bovenschools niveau bijgehouden. Sinds enige tijd doet de school dit zelf, maar zij is nog op zoek naar een praktische werkwijze. De school heeft niet vastgelegd welke doelen zij wat de bestendiging betreft, nastreeft. Pagina 8 van 10

9 Van de laatste twee jaar weet de school van vrijwel alle uitgestroomde leerlingen of zij hun verworven plaats hebben bestendigd. De school analyseert de oorzaken die ten grondslag liggen aan situaties waarin die bestendiging na twee jaar niet is gerealiseerd en zij verbindt daaraan conclusies voor de inrichting van het onderwijs. De school heeft bijvoorbeeld het aanbod uitgebreid met het vak Duits, om een betere aansluiting met het regulier voorbereidend middelbaar onderwijs in de grensstreek te bewerkstelligen. Pagina 9 van 10

10 3 VERVOLG De inspectie stelt tijdens dit bezoek geen risico s vast en het basisarrangement blijft daarmee gehandhaafd. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Pagina 10 van 10