Evaluatie Stageroute Zorgtalent Evaluatie van een alternatieve stagevorm voor eerstejaars HBO-V studenten van Windesheim Flevoland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie Stageroute Zorgtalent Evaluatie van een alternatieve stagevorm voor eerstejaars HBO-V studenten van Windesheim Flevoland"

Transcriptie

1 Evaluatie Stageroute Zorgtalent 2017 Evaluatie van een alternatieve stagevorm voor eerstejaars HBO-V studenten van Windesheim Flevoland

2 Dit is een uitgave van Zowelwerk (onderdeel van CMO Flevoland). Auteurs: Annick van der Hoeven, Karlijn de Vries en Yamina Krai Datum: december

3 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Opzet Methoden Opzet evaluatie Vragenlijst studenten (voormeting) Vragenlijst studenten (nameting) Vragenlijst werkbegeleiders Focusgesprek met studenten en werkgevers Resultaten evaluatie studenten Responsanalyse Achtergrondkenmerken Voorbereiding praktijkstage Verwachtingen praktijkstage Belangrijk aan praktijkstage en de werkbegeleiding Ervaringen praktijkstage Algemene ervaringen praktijkstage Ervaringen per werkgeversorganisatie Ervaringen begeleiding vanuit school Beeldvorming en voorkeursbranche Beeldvorming vooraf Beeldvorming na afloop Aantrekkelijkheid branches Veronderstelde voor- en nadelen branches Branchevoorkeuren Eindoordeel alternatieve stagevorm Aantrekkelijkheid Flevoland Resultaten evaluatie werkbegeleiders Responsanalyse Achtergrondkenmerken Ervaringen praktijkstage Algemene ervaringen praktijkstage Beoogde doelstellingen Eindoordeel alternatieve stagevorm Eindcijfer en aanbevelingen Behouden en veranderen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting en conclusies Aanbevelingen Bijlagen

4 1. Inleiding Voor u ligt het evaluatiedocument van de Stageroute Zorgtalent : een initiatief van werkgeversorganisatie Zowelwerk met als doel om HBO-V studenten in een vroegtijdig stadium kennis te laten maken met het toekomstig werkveld en zorgtalent in Flevoland te behouden Aanleiding De vraag naar hoger opgeleide zorgprofessionals neemt toe. De verwachting is dat er in de toekomst een aanzienlijk tekort ontstaat aan HBO-Verpleegkundigen, met name wijkverpleegkundigen binnen de thuiszorg. Nu al krijgen de zorgorganisaties vacatures niet vervuld. Hoewel de vraag toeneemt, betekent dit niet dat meer studenten voor werken in de wijk kiezen. Uit onderzoek van Zowelwerk (2015) blijkt dat de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) onder Flevolandse HBO-V studenten niet populair zijn. De impopulariteit van deze sector wordt o.a. veroorzaakt door een onjuiste beeldvorming. Het beeld heerst dat de zorg binnen de VVT bestaat uit het aantrekken van steunkousen bij vooral oude patiënten en dat er binnen de thuiszorg bijna geen verpleegtechnische handelingen worden uitgevoerd. Een beeld dat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Door veranderingen in de wetgeving blijven patiënten langer thuis wonen. Daardoor wordt de gevraagde zorg in de wijk complexer. Dit heeft tot gevolg dat de verantwoordelijkheden van de wijkverpleegkundige zijn uitgebreid en de wijkverpleegkundige een centrale, leidende rol binnen de ouderenzorg vervult. De sector staat dus voor de flinke uitdaging antwoord te geven op vragen als: hoe zorgen we ervoor dat de studenten een realistisch beeld hebben van het toekomstige werkveld? Hoe maken we de afgestudeerde HBO-V ers warm voor het werken in de wijk? En hoe behouden we de hoger opgeleiden in onze regio? Deze vragen waren de aanleiding voor Hogeschool Windesheim Flevoland en Flevolandse werkgevers om deel te nemen aan de stageroute Zorgtalent. Van pilot naar koploper De stageroute is in 2016 als pilot gestart. Zes eerstejaars studenten van Windesheim Flevoland liepen in het eerste studiejaar negen weken stage bij drie verschillende werkgevers: het ziekenhuis, de verpleeg-, verzorging-, en thuiszorg en de lichamelijke gehandicaptenzorg. Het doel van de stage is oriëntatie op deze werkvelden. De studenten lopen in duo s mee met een HBO-Verpleegkundige, die laat zien welke taken, verantwoordelijkheden en rollen hij of zij binnen de organisatie vervult. Zodoende leren de studenten hoe het werkveld van een verpleegkundige eruit ziet en wat de overeenkomsten en verschillen tussen de branches zijn. Reflectie vormt daarbij een belangrijk onderdeel. De studenten maken opdrachten en reflecteren op het eigen handelen tijdens de wekelijkse intervisiebijeenkomsten. De stageroute Zorgtalent heeft primair tot doel: 1. Eerstejaars HBO-V studenten in een vroegtijdig stadium bekend maken met de verschillende branches in de zorg in Flevoland en de rollen/taken die een HBO-V verpleegkundige binnen deze branches vervult. 2. Eerstejaars HBO-V studenten een positief maar bovenal realistisch beeld geven van de verschillende werkvelden. 3. Eerstejaars HBO-V studenten in een vroegtijdig stadium kennis laten maken met de Flevolandse werkgevers. Het beoogde effect is dat studenten door deze stagevorm een weloverwogen keuze kunnen maken voor een toekomstige werkplek én door hun vroegtijdige kennismaking met de Flevolandse werkgevers enthousiast worden om in Flevoland te werken. Waardoor hoog opgeleid zorgtalent voor de branche en Flevoland behouden blijft. 4

5 De ervaringen waren positief en besloten werd om de route in 2017 opnieuw aan te bieden. Eind 2016 heeft het landelijke Zorgpact-team Zorgtalent aangemerkt als Koploper. De stageroute Zorgtalent wordt gezien als een goed voorbeeld van hechtere samenwerking tussen werkgevers in zorg en welzijn en onderwijs, gericht op de goed toegeruste zorgprofessionals nu en in de toekomst Opzet 2017 De opzet van de stageroute komt grotendeels overeen met de opzet uit Naar aanleiding van de evaluatie uit 2016 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd: Het aantal deelnemende werkgeversorganisaties is uitgebreid van drie naar zes, waardoor meer studenten konden deelnemen aan de route. De studenten liepen bij twee werkgevers stage voor een periode van vijf weken, zodat zij per branche meer ruimte hadden voor kennismaking en oriëntatie en er meer balans was tussen meekijken en doen. De studenten liepen in totaal 32 uur stage per week, waarvan 24 uur op de werkvloer en 8 uur om aan de (verdiepings)opdrachten te werken. De stagevergoeding was bij iedere werkgeverorganisatie structureel geregeld. In totaal maakten 23 studenten het afgelopen half jaar kennis met de diversiteit binnen het hbo-v werkveld via de stageroute. Dit is de helft van het totaalaantal eerstejaars studenten van Windesheim Flevoland. De volgende werkgeversorganisaties deden mee: Flevoziekenhuis* Icare InteraktContour* Leger des Heils Woonzorg Flevoland* Zorgfix Windesheim Flevoland* *In 2016 een bijdrage geleverd aan de pilotfase. 5

6 2. Methoden Tijdens deze stageroute is op twee manieren gemeten wat het resultaat en succes is van de stagevorm: door middel van drie vragenlijsten en een focusgesprek met de studenten en de werkgevers. In onderliggende paragrafen wordt de gebruikte methodiek nader toegelicht Opzet evaluatie Allereerst is een meting uitgevoerd om de invloed van alternatieve stagevorm op de beeldvorming van de studenten te meten en de alternatieve stagevorm te evalueren onder zowel de studenten alsook de werkbegeleiders. Hiertoe zijn drie vragenlijsten uitgezet: twee vragenlijsten voor studenten (voor- en nameting) en één vragenlijst voor werkbegeleiders Vragenlijst studenten (voormeting) De studenten zijn voorafgaand aan de stageroute gevraagd naar hun beelden en associaties bij het werk in de verschillende branches. Ook is hen gevraagd naar hun verwachtingen van de stage en wat zij belangrijk vinden aan een eerstejaars praktijkstage. De vragenlijst had tot doel om antwoord te geven op de volgende vragen: Wat zijn de verwachtingen van de student m.b.t. de eerstejaars stage en de begeleiding? Welke aspecten vindt de student belangrijk aan een eerstejaars stage en de begeleiding? Welke beelden/ideeën heeft de student bij het werk in het ziekenhuis, de V&V, de Thuiszorg en de Lichamelijke gehandicaptenzorg? Hoe beoordeelt de student het werk in deze branches op aspecten zoals arbeidsvoorwaarden, fysieke zwaarte en zelfstandigheid? In welke branche wil de student bij voorkeur aan de slag na afronding en in welke branche juist niet? Hoe denkt de student over Flevoland als toekomstig werkgebied? Vinden zij Flevoland een aantrekkelijke regio? Wat vinden zij voor- en nadelen en in welke regio zouden zij na het afronden van hun opleiding aan de slag willen? Vragenlijst studenten (nameting) Na afloop van de stage is de studenten nogmaals gevraagd naar hun beelden/associaties bij het werk in de verschillende branches. Door de resultaten uit de voor- en nameting met elkaar te vergelijken is in kaart gebracht in hoeverre de beeldvorming door de stage-ervaring is beïnvloed. Verder is gevraagd naar de ervaringen van studenten met deze stagevorm. In vergelijking met vorig jaar is er meer doorgevraagd over Flevoland en de aantrekkelijkheid van de regio s. De vragenlijst had tot doel antwoord te geven op de volgende vragen: Hoe beoordeelt de student de stage op aspecten als variëteit en uitdaging in de werkzaamheden, communicatie en sfeer op de afdeling? Hoe beoordeelt de student de werkbegeleiding op aspecten als bejegening, frequentie van feedback en laagdrempeligheid? Hoe beoordeelt de student de begeleiding vanuit school op aspecten als communicatie, niveau van de stage-opdrachten en intervisie? Hoe beoordeelt de student het verpleegkundig werk in de branches op aspecten als arbeidsvoorwaarden, fysieke zwaarte en zelfstandigheid? In hoeverre is de voorkeur voor een toekomstige werkplek veranderd n.a.v. deze stage? Hoe denkt de student over Flevoland als toekomstig werkgebied? Heeft de stage-ervaring invloed gehad op de voorkeursregio die zij voorafgaand hadden of niet? Wat is het eindoordeel van de student over deze stagevorm? 6

7 Vragenlijst werkbegeleiders De stagevorm is ook onder werkbegeleiders geëvalueerd in de vorm van een vragenlijst. De vragenlijst, die na afloop van de stageperiode is uitgezet, had tot doel antwoord te geven op de volgende vragen: Hoe beoordeelt de werkbegeleider de stagevorm? In hoeverre zijn de doelstellingen van de stagevorm volgens de werkbegeleider bereikt? Wat is het eindoordeel van de werkbegeleider over deze stagevorm? Heeft de werkbegeleider zaken gemist in deze stagevorm? Welke voor- en nadelen ziet de werkbegeleider t.o.v. een reguliere stage? 2.2. Focusgesprek met studenten en werkgevers Op 20 juni 2017 is de stagevorm geëvalueerd met een aantal betrokken studenten en werkgevers in de vorm van een focusgesprek. Tijdens deze bijeenkomst zijn acht stellingen besproken, welke zijn bepaald o.b.v. de eerste resultaten uit de voormeting en tussentijdse evaluatiemomenten. De volgende stellingen zijn voorgelegd aan de deelnemende studenten en werkgevers: # Stelling voor studenten Stelling voor werkbegeleiders 1 Ik heb door deze stagevorm een positief beeld gekregen van de drie organisaties. 2 Ik heb tijdens deze stage geleerd wat er binnen de verschillende organisaties van een HBOverpleegkundige wordt verwacht. 3 Ik heb tijdens deze stage veel praktijkervaring opgedaan. 4 De huidige opzet, waarbij ik in tien weken tijd twee werkvelden kon verkennen, was voor mij goed uitvoerbaar. Verder zijn de volgende stellingen aan de studenten voorgelegd: # Stelling voor studenten 1 Deze stage heeft aan mijn verwachtingen voldaan. De studenten hebben door deze stagevorm een positief beeld gekregen van onze organisatie. De studenten hebben tijdens deze stage geleerd wat er binnen onze organisatie van een HBOverpleegkundige wordt verwacht. De studenten hebben tijdens deze stage veel praktijkervaring opgedaan. De huidige opzet, waarbij de studenten in tien weken tijd twee werkvelden kon verkennen, was voor onze organisatie goed uitvoerbaar. 2 De stage heeft mij (nog) verder geïnspireerd om het beroep van verpleegkundige uit te voeren. 3 Ik ben n.a.v. deze stage anders gaan denken over de uiteindelijke richting die ik op wil. 4 Ik vind Flevoland door deze stage-ervaring een aantrekkelijke regio om in de toekomst te gaan werken. Telkens is aan de studenten en/of werkgevers gevraagd aan te geven in hoeverre zij het met de stelling eens zijn. De resultaten vormden de aanleiding om met elkaar het gesprek aan te gaan. De input die vanuit deze sessie is verkregen, is verwerkt in de aanbevelingen die in deze rapportage worden gedaan. 7

8 3. Resultaten evaluatie studenten 3.1. Responsanalyse Drieëntwintig eerstejaars studenten HBO-Verpleegkunde van Windesheim Flevoland namen deel aan de stageroute. Eenentwintig studenten vulden de vragenlijst voorafgaand aan de stage in. Achttien studenten vulden zowel de vragenlijst voor- als na afloop van de stage in. In onderstaande tabellen staat de verdeling naar werkgeversorganisatie en naar branche. Tabel 1. Respons per werkgeversorganisatie Werkgeversorganisatie Aantal studenten Aantal ingevulde vragenlijsten (voor) Aantal ingevulde vragenlijsten (na) Flevoziekenhuis Icare InteraktContour Leger des Heils Woonzorg Flevoland Zorgfix Totaal Tabel 2. Respons per branche Werkgeversorganisatie Aantal studenten Aantal ingevulde vragenlijsten (voor) Aantal ingevulde vragenlijsten (na) Gehandicaptenzorg Thuiszorg V&V Ziekenhuis Totaal Vanwege de kleine aantallen, is besloten de antwoorden van studenten die alleen de voormeting hebben ingevuld wel mee te nemen bij vragen over de verwachtingen vooraf (paragraaf 3.3), het berekenen van de belangscores (paragraaf 3.4) en de beeldvorming vooraf (paragraaf 3.5.1). De overige vragen zijn geanalyseerd met de antwoorden van studenten die beide vragenlijsten invulden Achtergrondkenmerken De initiële responsgroep (N=21) heeft de volgende achtergrondkenmerken: De gemiddelde leeftijd ligt op 19,8 jaar. De jongste student is 17 jaar, de oudste student is 25 jaar; Achttien studenten (85,7%) zijn vrouw en drie studenten (14,3%) zijn man; Vijftien studenten (71,4%) wonen in Almere, één student woont in Lelystad (4,8%) en vijf studenten (23,8%) wonen buiten Flevoland. Twaalf studenten (57,1%) hebben eerder stage gelopen, waarvan negen binnen een zorginstelling. Voor de overige negen studenten (42,9%) is dit de eerste stage die zij lopen. 8

9 Drie studenten (14,2%) hebben in hun privéomgeving ervaring met de zorg voor zieken, psychiatrische patiënten, gehandicapten en/of ouderen. Twaalf studenten (57,1%) geven aan dat dat zij voor de studie HBO-Verpleegkunde hebben gekozen, omdat zij graag willen zorgen voor anderen. Vijf studenten (23,8%) geven aan dat zij de opleiding nodig hebben voor hun toekomstig beroep en vijf studenten (23,8%) noemen het afwisselende karakter van het werk /de brede mogelijkheden die de opleiding biedt als reden. De goede carrièreperspectieven wordt door één student (4,8%) als reden genoemd Voorbereiding praktijkstage Verwachtingen praktijkstage Voorafgaand aan de stage zijn de verwachtingen van de studenten (N=21) in kaart gebracht door middel van negen stellingen. In tabel 3 zijn de resultaten opgenomen. Tabel 3. Verwachtingen praktijkstage Stellingen Het doel en de opzet van de stage zijn mij volledig duidelijk Ik beschik over voldoende kennis en vaardigheden om deze stage tot een goed einde te brengen Ik weet wat er binnen deze stage van mij wordt verwacht Ik verwacht dat de stage uitdagend is Ik verwacht dat de stage naadloos aansluit op mijn studie Ik verwacht tijdens de stage veel praktijkervaring op te doen Ik verwacht te leren wat er van mij als verpleegkundige wordt verwacht Ik verwacht te leren welke rollen de verpleegkundige binnen de verschillende branches vervult Ik verwacht dat de stage mij (nog) verder inspireert om het beroep verpleegkundige uit te voeren Ik verwacht dat de stage een goed beeld geeft van de verschillende branches binnen de zorg % Helemaal mee eens/ Mee eens t.o.v. totaal (N=21) 81,0% (abs. 17) 76,2% (abs. 16) 71,4% (abs.15) 95,2% (abs. 20) 71,4% (abs. 15) 95,2% (abs. 20) 90,5% (abs. 19) 85,7% (abs. 18) 85,7% (abs. 18) 95,2% (abs. 20) Vrijwel alle studenten (95,2%, abs. 20) verwachten dat de stage uitdagend is, dat zij veel praktijkervaring opdoen en dat de stage een goed beeld geeft van de verschillende branches. Ook verwachten vrijwel alle studenten (90,5%, abs. 19) te leren wat er van hen als verpleegkundige wordt verwacht. Het merendeel (85,7%, abs. 18) verwacht te leren welke rollen de verpleegkundige binnen de verschillende branches vervult en dat de stage (nog) verder inspireert om het beroep verpleegkundige uit te voeren. 9

10 Verder geeft het merendeel van de studenten (81,0%, abs. 17) aan dat het doel en de opzet van de stage volledig duidelijk zijn. Echter, een veel lager percentage (71,4%, abs. 15) weet wat er binnen deze stage van hem/haar wordt verwacht. Ook is slechts iets meer dan twee derde (76,2%, abs. 16) er zeker van over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om deze stage tot een goed einde te brengen Belangrijk aan praktijkstage en de werkbegeleiding Belangrijk aan de praktijkstage De studenten (N=21) is gevraagd wat zij belangrijk vinden in een eerstejaars praktijkstage. Daartoe zijn elf aspecten van een praktijkstage aan de studenten voorgelegd, met de vraag om deze te scoren met 1-5 (waarbij 1=Helemaal niet belangrijk tot 5=Heel erg belangrijk). In Tabel 4 zijn de gemiddelden per onderdeel opgenomen. Tabel 4. Belangrijk aan praktijkstage Aspecten praktijkstage Het imago van het bedrijf en de branche waar de stage wordt gelopen De omvang van het bedrijf De variëteit in de werkzaamheden De uitdaging in de werkzaamheden De variëteit in de zorgproblemen van de patiënten De beschikbare tijd voor sociale momenten/contact met patiënten De mogelijkheid om verpleegkundige handelingen in praktijk te brengen De moeilijkheidsgraad van de stageopdrachten De mogelijkheid voor eigen inbreng De sfeer op de afdeling De kwaliteit van de begeleiding Gemiddelde 3,7 (abs.21) 3,2 (abs.21) 4,1 (abs.20) 4,3 (abs.21) 4,4 (abs.21) 4,5 (abs.21) 4,6 (abs.21) 3,7 (abs.21) 4,0 (abs.21) 4,4 (abs.20) 4,7 (abs.21) De studenten vinden de kwaliteit van de begeleiding en de mogelijkheid om verpleegkundige handelingen in praktijk te brengen de meest belangrijke onderdelen aan een eerstejaars praktijkstage. Ook de beschikbare tijd voor sociale momenten/contact met patiënten, de variëteit in de zorgproblemen van de patiënten en de sfeer op de afdeling worden als belangrijk ervaren. De omvang van het bedrijf is volgens de studenten het minst belangrijke onderdeel. Belangrijk aan de werkbegeleiding De studenten (N=21) is gevraagd wat zij belangrijk vinden aan de werkbegeleiding. De studenten hebben daarvoor zeven aspecten gescoord met 1-5 (waarbij 1=Helemaal niet belangrijk tot 5=Heel erg belangrijk). In Tabel 5 staan de gemiddelden per aspect. 10

11 Tabel 5. Belangrijk aan werkbegeleiding Aspecten werkbegeleiding De werkbegeleiders nemen voldoende tijd voor uitleg De werkbegeleiders geven regelmatig feedback De werkbegeleiders zijn laagdrempelig benaderbaar De werkbegeleiders bejegenen mij op een correcte manier De werkbegeleiders zijn een positief rolmodel De werkbegeleiders dragen bij aan een positief beeld van de branche waarin zij werkzaam zijn De werkbegeleiders geven een goed beeld over de rollen die de verpleegkundige vervult Gemiddelde 4,5 (abs.21) 4,5 (abs.21) 4,0 (abs.21) 4,4 (abs.20) 4,3 (abs.21) 4,1 (abs.21) 4,4 (abs.21) Opvallend is dat de studenten alle aspecten als bovengemiddeld belangrijk ervaren. Daarbij scoren de onderdelen de werkbegeleiders nemen voldoende tijd voor uitleg en de werkbegeleiders geven regelmatig feedback het hoogst (gem. 4,5). De werkbegeleiders zijn laagdrempelig benaderbaar (gem. 4,0) en de werkbegeleiders dragen bij aan een positief beeld van de branche waarin zij werkzaam zijn (gem. 4,1) worden als minst belangrijk ervaren Ervaringen praktijkstage Algemene ervaringen praktijkstage Na afloop van de stage zijn de algemene ervaringen van de studenten uitgevraagd door middel van zes stellingen. De studenten (N=18) gaven aan in hoeverre ze het met de stelling eens zijn. In figuur 1 zijn de antwoorden van de studenten uiteengezet. Figuur 1. Algemene ervaringen praktijkstage Algemene ervaringen praktijkestage Een goed beeld gekregen van de verschillende branches 16,67% 50,00% 22,22% 11,11% Veel praktijkervaring opgedaan 16,67% 61,11% 16,67% 5,56% Geleerd welke rollen de verpleegkundige vervult 16,67% 55,56% 22,22% 5,56% De stageperiode uitdagend ervaren 5,56% 55,56% 22,22% 16,67% Beschik over voldoende kennis en vaardigheden 16,67% 66,67% 16,67% Bij aanvang een goed beeld over het doel en de opzet van de stage 11,11% 50,00% 27,78% 11,11% 0,00% 20,00% 40,00% 60,00% 80,00% 100,00% 120,00% Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Het merendeel van de studenten (83,3%, abs. 15) geeft aan over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om deze stageperiode tot een goed einde te brengen. Ook is 78,8% (abs. 14) van mening tijdens de stageperiode veel praktijkervaring te hebben opgedaan en 72, 2% (abs. 13) stelt te hebben geleerd welke rollen de verpleegkundige binnen de verschillende branches vervult. 11

12 De overige stellingen worden minder eenduidig beantwoord. Zo geeft iets meer dan de helft van de studenten (61,1%, abs. 11) aan dat zij de stage als uitdagend hebben ervaren. Vier studenten (22,2%) staan hier neutraal in en drie studenten (16,7%) vinden van niet. Verder geeft twee derde (66,7%, abs. 12) aan dat zij tijdens de stageperiode een goed beeld kreeg van de verschillende branches binnen de zorg. De overige studenten beantwoorden deze vraag met neutraal (22,2%, abs. 4) of zijn het er niet mee eens (11,1%, abs. 2). En waar een kleine meerderheid (61,1%, abs. 11) aangeeft bij aanvang een goed beeld te hebben van het doel en de opzet van de stageperiode, zijn de overige studenten hier niet uitgesproken positief over (27,3%, abs. 5) of het hier niet mee eens (11,1%, abs. 2) Ervaringen per werkgeversorganisatie Algemene ervaringen Om de ervaringen per werkgeversorganisatie in kaart te brengen, is de studenten (N=18) gevraagd op een aantal stellingen te reageren. De resultaten zijn aan de werkgeversorganisaties afzonderlijk teruggekoppeld (zie bijlage). Beoordeling praktijkstage De studenten (N=18) is gevraagd om de praktijkstage per werkgeversorganisatie te beoordelen op tien aspecten, met een score 1-4 (waarbij 1=Slecht; 2=Matig, 3=Goed en 4=Uitstekend). In tabel 6 zijn de gemiddelden per organisatie opgenomen. Voor werkgeversorganisaties die in 2016 ook betrokken waren bij de stageroute is telkens aangegeven in hoeverre het een stijging (+) of daling (-) t.o.v. vorig jaar betreft. Tabel 6. Beoordeling praktijkstage per werkgeversorganisatie Het imago van het bedrijf Flevo ziekenhuis (N=6) Icare (N=6) Interakt Contour (N=6) Leger des Heils (N=6) Woonzorg Flevoland (N=5) Zorgfix (N=7) en de branche 2,7 (-) 3,3 3,2 (+) 3,0 3,0 (+) 2,9 De omvang van het bedrijf 2,8 (-) 3,2 3,2 (+) 3,0 3,0 (=) 2,7 De variëteit in de werkzaamheden 2,8 (+) 2,8 2,7 (+) 2,8 3,0 (=) 3,1 De uitdaging in de werkzaamheden 3,2 (+) 2,5 2,8 (+) 2,5 2,6 (-) 3,1 De variëteit in de zorgproblemen van de patiënten 3,8 (+) 2,5 3,5 (+) 2,8 2,8 (+) 3,3 De beschikbare tijd voor sociale momenten/contact met patiënten 2,2 (+) 3,2 3,5 (+) 3,0 2,6 (=) 2,9 De mogelijkheid om verpleegkundige 3,0 (-) 2,8 2,5 (+) 2,8 2,6 (=) 3,3 12

13 handelingen in praktijk te brengen Flevo ziekenhuis (N=6) Icare (N=6) Interakt Contour (N=6) Leger des Heils (N=6) Woonzorg Flevoland (N=5) Zorgfix (N=7) De mogelijkheid voor eigen inbreng 2,7 (+) 3,7 3,3 (+) 2,8 2,8 (+) 3,1 De sfeer op de afdeling 2,5 (-) 3,7 3,3 (+) 3,2 3,2 (+) 3,2 De informatie die je over de werkzaamheden kreeg 2,7 (-) 3,7 3,8 (+) 3,0 2,4 (=) 3,2 Beoordeling werkbegeleiding Om de ervaringen met de werkbegeleiding per werkgeversorganisatie in kaart te brengen, is de studenten (N=18) gevraagd op een aantal stellingen te reageren. De resultaten zijn aan elke werkgeversorganisatie afzonderlijk teruggekoppeld (zie bijlage) Ervaringen begeleiding vanuit school De ervaringen van de studenten (N=18) met de begeleiding vanuit school zijn in kaart gebracht d.m.v. negen aspecten, die gescoord werden met 1-4 (waarbij 1=Slecht; 2=Matig, 3=Goed en 4=Uitstekend). In tabel 7 zijn de gemiddelden per onderdeel opgenomen. Voor ieder onderdeel is ook het gemiddelde uit 2016 aangegeven. Tabel 7. Beoordeling begeleiding vanuit school Gemiddelde 2017 Gemiddelde 2016 De communicatie voorafgaand aan de stage 2,2 (abs. 18) 2,2 (abs. 5) De communicatie gedurende de stage 2,1 (abs. 18) 2,2 (abs. 5) De moeilijkheidsgraad van de stage/beroepsopdrachten 2,4 (abs. 18) 2,6 (abs. 5) De beschikbare tijd om de stage/beroepsopdrachten uit te voeren 2,2 (abs. 18) 2,4 (abs. 5) De mate waarin de stage/beroepsopdrachten ertoe bijdroegen dat je beter kon reflecteren op de verschillen tussen de branches 2,3 (abs. 16) 2,8 (abs. 5) De frequentie van de intervisiebijeenkomsten 2,8 (abs. 18) 2,5 (abs. 5) De effectiviteit van de intervisiebijeenkomsten 2,2 (abs. 18) 2,8 (abs. 5) De kundigheid van de intervisiedocent 2,8 (abs. 18) 3,0 (abs. 5) De studenten zijn gematigd positief over de begeleiding vanuit school. Alle onderdelen krijgen een gemiddelde lager dan 3,0. Met name de communicatie voorafgaand en gedurende de stage, de beschikbare tijd om stageopdrachten uit te voeren en de effectiviteit van de intervisiebijeenkomsten kunnen worden verbeterd. 13

14 3.5. Beeldvorming en voorkeursbranche Beeldvorming vooraf Voorafgaand aan de stage is de studenten (N=21) gevraagd welke beelden of associaties zij hebben bij het werk in het Ziekenhuis, de Verpleging en Verzorging (V&V), de Thuiszorg, de Gehandicaptenzorg (GZ) en de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Ziekenhuis Het werk in het ziekenhuis wordt omschreven als afwisselend, hectisch en uitdagend. Met name de verschillende ziektebeelden en/of doelgroepen en de structuur (veel protocollen en controles) worden genoemd. Ook benoemen de studenten het kortdurend patiëntcontact en het idee dat de zorg gericht is op het genezen van patiënten. Verpleging en Verzorging (V&V) De V&V associëren de studenten vooral met ADL zorg. De oudere doelgroep wordt genoemd, evenals de aanname dat veel patiënten dement zijn. De studenten denken dat het werk in de V&V zwaar is, onder meer vanwege de piekmomenten en de aanname dat patiënten niet meer beter worden ( uitzichtloos ). Ook het sociale aspect van het werk in de V&V wordt genoemd. Thuiszorg Het werk in de thuiszorg wordt door de studenten vooral geassocieerd met zorg aan huis en ADL zorg. Een deel van de studenten denkt dat er binnen deze branche veel ruimte is voor sociaal contact en de mogelijkheid om echt een band op te bouwen. Anderen zijn in de veronderstelling dat het rennen vliegen en haasten is, veroorzaakt door de hoge werkdruk en de aanname dat alles op tijd moet. Gehandicaptenzorg (GZ) Bij het werk in de GZ denken de studenten vooral aan ADL zorg en de begeleiding van cliënten. Het werk wordt door de studenten omschreven als zwaar. In dit kader wordt onder meer gesproken over een moeilijke doelgroep door het complexe ziektebeeld en de moeilijke communicatie. Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Verschillende studenten geven aan dat zij geen duidelijk beeld hebben van het werk in de GGZ. Studenten die dit wel hebben, geven aan dat de zorg in de GGZ gericht is op begeleiding en/of mentale ondersteuning van mensen met problemen. Het werk in de GGZ wordt door enkele studenten omschreven als zwaar, onder meer vanwege de lastige doelgroep die onvoorspelbaar is. Andere studenten noemen het werk in de GGZ juist interessant. Opvallend is dat sommige studenten het werk in de GGZ lijken te verwarren met het werk in de Verstandelijke Gehandicaptenzorg en refereren aan patiënten met een laag IQ en een mensen met een geestelijke achterstand. De studenten (N=18) is voorafgaand aan de stageroute gevraagd om de branches te scoren op aspecten die centraal staan of van belang zijn in de beleving van werknemers in de zorg. Alleen de branches waarmee zij gedurende de stageroute kennis maakten, zijn aan hen voorgelegd. Studenten konden de aspecten scoren met een rapportcijfer (1-10). In tabel 8 zijn de gemiddelde scores opgenomen. 14

15 Tabel 8. Scores Ziekenhuis, GZ, V&V en Thuiszorg voorafgaand aan de stage Gemiddelde Ziekenhuis (N= 6) Gemiddelde GZ (N=6) Gemiddelde V&V (N=9) Gemiddelde Thuiszorg (N=18) Verzorgd uiterlijk/bedrijfskleding 9,5 7,2 7,3 7,7 Werkinhoud/werkzaamheden 8,7 7,7 7,2 7,8 Primaire arbeidsvoorwaarden (bijv. loon) 7,6 7,3 7,0 7,2 Carrièreperspectief/doorgroeimogelijkheden 8,8 6,7 6,9 6,8 Relatie met collega's/teamwork/samenwerking 7,8 7,8 8,0 7,8 Contact met cliënten/patiënten 7,5 8,7 8,6 8,1 Waardering door cliënten/patiënten 8,2 7,3 7,7 8,1 Veiligheid (bijv. agressie tegen zorgverleners 7,3 6,7 7,9 7,1 Resultaten die je verwacht te behalen bij cliënten/patiënten 8,0 6,8 7,3 7,9 Fysiek zwaar werk 7,5 7,7 8,2 7,8 Geestelijk/emotioneel zwaar werk 7,8 8,7 7,8 7,3 Verantwoordelijkheid 8,2 9,3 8,3 8,6 Ruimte om eigen invulling te geven 5,7 6,3 7,3 7,3 Zelfstandigheid 6,7 7,0 7,1 8,1 Voldoening van het werk 9,0 8,5 7,9 8,5 Baan-/werkzekerheid 7,5 8,3 7,9 8,1 Maatschappelijke waardering voor het werk/status 7,8 8,5 8,0 7,6 Uit de tabel is af te leiden dat de ziekenhuiszorg net als in op meerdere onderdelen hoger scoort dan de andere branches. Met name de aspecten verzorgd uiterlijk/ bedrijfskleding, werkinhoud/werkzaamheden, primaire arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden/carrièreperspectief worden hoog gewaardeerd. Daartegenover staat dat het werk in het ziekenhuis op andere aspecten juist relatief laag scoort. Zo geven de studenten het werk in het ziekenhuis een lagere score voor onderdelen als het contact met patiënten, ruimte om eigen invulling te geven, zelfstandigheid en baan/werkzekerheid. Ditzelfde beeld zagen we ook in Ook voor de GZ zien we een diffuus beeld. De studenten beoordelen het werk in de GZ op diverse onderdelen hoger dan de andere branches. Dit geldt bijvoorbeeld voor verantwoordelijkheid en maatschappelijke waardering voor het werk. Op andere onderdelen, zoals waardering door cliënten/ patiënten, veiligheid en resultaten die je verwacht te behalen bij cliënten/patiënten scoort de GZ relatief laag. Over het werk in de V&V en de thuiszorg lijken deze studenten minder uitgesproken. Voor de V&V vallen vooral de relatief hoge scores voor de aspecten fysiek zwaar werk en veiligheid op. Op het onderdeel voldoening van het werk scoort de V&V lager dan de overige branches. De thuiszorg scoort op vrijwel alle onderdelen in de middenmoot. Alleen het onderdeel zelfstandigheid wordt hoger beoordeeld dan de andere sectoren. De onderdelen geestelijk/emotioneel zwaar werk en maatschappelijke waardering voor het werk/status krijgen een relatief lage score. 15

16 Beeldvorming na afloop Na afloop van de stage is de studenten gevraagd in hoeverre zij de beelden over het werk in de branches moesten bijstellen n.a.v. hun stage-ervaring. In onderstaande figuur zijn de resultaten weergeven. Figuur 2. Evaluatie beeldvorming Zoals te zien is in figuur 2 verschilt het beeld per branche. Voor de V&V geven alle studenten (100%, abs. 9) aan dat hun beeld overeen kwam met de werkelijkheid. Ook voor het ziekenhuis stelt het overgrote merendeel dat hun ideeën juist bleken (83,3%, abs. 5). Zo licht een student toe: Mijn beeld over het ziekenhuis kwam vrijwel geheel overeen met de werkelijkheid. Een drukke omgeving, hoge werkdruk, maar veel mogen leren en een duidelijk beeld gekregen. Voor de overige branches leek het beeld niet (volledig) overeen te komen. Twee studenten (33,3%) geven aan dat het beeld over de gehandicaptenzorg niet klopte met de werkelijkheid en de helft van de studenten (50,0%, abs. 9) geeft aan dat zij hun ideeën over het werk in de thuiszorg moesten bijstellen. Uit de toelichtingen kan worden afgeleid dat het werk in de thuiszorg door de studenten heel verschillend wordt ervaren. Een klein deel van de studenten geeft aan dat het werk in de thuiszorg saaier en eentoniger bleek dan verwacht. 16

17 Een veel groter deel geeft aan dat het werk in de thuiszorg juist uitdagender en gevarieerder was dan vooraf ingeschat. Zo blijkt ook uit de onderstaande citaten: Ik dacht dat het werken in de thuiszorg niet interessant zou zijn voor verpleegkundigen. Ook dacht ik dat je weinig tijd zou hebben voor de cliënten. Dit was totaal niet het geval. De thuiszorg was heel anders dan mijn verwachting. Vooral de taken van een niveau 5 wijkverpleegkundige bleken heel anders dan voorgesteld. Ik wist überhaupt niet dat zo'n functie zoals deze, met de werkzaamheden die erbij horen, bestond. De gesuggereerde positieve invloed van de stage op de beeldvorming over de thuiszorg is gedeeltelijk terug zien in de scores die de studenten na afloop meegeven aan het werk in de verschillende branches. In tabel 9 zijn de scores die de studenten na afloop meegeven en de verschilscores opgenomen. Tabel 9. Scores Ziekenhuis, GZ, V&V en Thuiszorg na afloop aan de stage (incl. verschilscore) Verzorgd uiterlijk/bedrijfskleding Werkinhoud/werkzaamheden Primaire arbeidsvoorwaarden (bijv. loon) Carrièreperspectief/doorgroeimogelijkheden Relatie met collega's/teamwork/samenwerking Contact met cliënten/patiënten Waardering door cliënten/patiënten Veiligheid (bijv. agressie tegen zorgverleners Resultaten die je verwacht te behalen bij cliënten/patiënten Fysiek zwaar werk Geestelijk/emotioneel zwaar werk Verantwoordelijkheid Ruimte om eigen invulling te geven Zelfstandigheid Voldoening van het werk Baan-/werkzekerheid Maatschappelijke waardering voor het werk/status Gemiddelde Ziekenhuis (N=6) Gemiddelde GZ (N=6) Gemiddelde V&V (N=9) Gemiddelde Thuiszorg (N=18) 9,3 (-0,2) 7,0 (-0,2) 7,9 (0,6) 8,0 (0,3) 8,0 (-0,7) 7,6 (-0,1) 7,1 (-0,1) 7,0 (-0,8) 7,2 (-0,4) 6,2 (-1,2) 5,8 (-1,3) 6,5 (-0,7) 7,5 (-1,3) 6,2 (-0,5) 6,6 (-0,3) 6,6 (-0,3) 6,7 (-1,2) 7,7 (-0,2) 7,8 (-0,2) 7,6 (-0,2) 7,5 (0,0) 8,3 (-0,3) 7,3 (-1,3) 7,9 (-0,2) 7,8 (-0,3) 7,8 (0,5) 7,4 (-0,3) 7,8 (-0,3) 7,7 (0,3) 7,8 (1,2) 7,4 (-0,5) 7,2 (0,1) 8,0 (0,0) 7,2 (0,4) 7,1 (-0,2) 7,6 (-0,3) 7,3 (-0,2) 7,4 (-0,3) 7,2 (-1,0) 7,1 (-0,7) 7,0 (-0,8) 7,0 (-1,7) 6,8 (-1,0) 7,2 (-0,1) 7,3 (-0,8) 8,0 (-1,3) 7,6 (-0,7) 7,9 (-0,8) 6,7 (1,0) 7,0 (0,7) 6,9 (-0,4) 7,6 (0,3) 7,2 (0,5) 7,7 (0,7) 7,6 (0,5) 8,3 (0,2) 8,3 (-0,7) 7,6 (-0,9) 7,3 (-0,6) 7,6 (-0,9) 7,3 (-0,2) 7,2 (-1,2) 7,8 (-0,1) 7,8 (-0,3) 8,2 (0,4) 7,7 (-0,8) 7,2 (-0,8) 6,8 (-0,9) 17

18 Opvallend is dat de studenten het merendeel van de onderwerpen lager beoordelen dan voorafgaand aan de stage. Alleen het aspect zelfstandigheid wordt door de studenten voor alle branches hoger beoordeeld, met de hoogste stijging voor de GZ. Ook de aspecten veiligheid en ruimte om eigen invulling te geven worden voor drie van de vier branches hoger beoordeeld na afloop van de stageperiode. Alleen de V&V krijgt voor deze onderdelen een lager gemiddelde dan voorafgaand aan de stage. Verder zien we opvallende dalingen voor verantwoordelijkheid en voldoening van het werk. Voor alle branches geldt dat de studenten deze aspecten lager beoordelen. Ook de onderdelen geestelijk/emotioneel zwaar werk, primaire arbeidsvoorwaarden en maatschappelijke waardering voor het werk/status worden voor drie van de vier branches aanzienlijk lager beoordeeld. Wanneer we kijken naar de ziekenhuisbranche, dan valt op dat de studenten over diverse aspecten positiever zijn gaan denken. Opvallend is dat de gemiddelde score voor Maatschappelijke waardering voor het werk/status nog verder is gestegen terwijl we bij de overige branches een daling zien. Ook de relatief sterke stijging voor ruimte om eigen invulling te geven valt op. Opvallende dalingen daarentegen zien we voor de onderdelen Carrièreperspectief/doorgroeimogelijkheden en Relatie met collega's/teamwork/samenwerking. Voorafgaand aan de stage beoordeelden de studenten het ziekenhuis op het onderdeel Carrièreperspectief/doorgroeimogelijkheden aanzienlijk hoger dan de andere branches. Na afloop is het verschil tussen de branches veel minder groot. Ook het gemiddelde cijfer voor Relatie met collega's/teamwork/samenwerking is aanzienlijk gedaald, waardoor het ziekenhuis op dit onderdeel nu het laagste scoort van alle branches. Ook bij de GZ valt een aantal zaken op. De GZ wordt op de onderdelen Waardering door cliënten/patiënten en Resultaten die je verwacht te behalen bij cliënten/patiënten als enige branche hoger beoordeeld na afloop van de stageperiode. Daarentegen zien we relatief grote dalingen voor geestelijk/ emotioneel zwaar werk, verantwoordelijkheid en baan en werk zekerheid op. Bij alle branches zien we dat deze aspecten minder goed beoordeeld worden, maar de daling is nergens zo groot als voor de GZ. Voor zowel de V&V als de thuiszorg zijn de studenten positiever gaan denken over Verzorgd uiterlijk/bedrijfskleding. Voor de V&V valt verder de daling voor Contact met cliënten/patiënten op. Waar de V&V op dit aspect voorafgaand aan de stage relatief hoog scoorde, scoort de branche op dit onderdeel nu beduidend lager dan de andere branches Aantrekkelijkheid branches De studenten is na afloop van de stageperiode gevraagd in hoeverre zij de verschillende branches aantrekkelijk vinden om in te werken. 18

19 Figuur 3. Aantrekkelijkheid branches Van alle studenten die in het ziekenhuis stage liepen (N=6), vindt het overgrote merendeel (83,3%, abs. 5) deze branche aantrekkelijk. Over thuiszorg zijn de studenten minder eensgezind. Zo vindt de helft (50,0%, abs. 9) van de studenten (N=18) de thuiszorg een aantrekkelijke branche. De andere helft vindt van niet (38,9%, abs. 7) of in beperkte mate (11,1%, abs. 2).Van de studenten die stage liepen in de GZ (N=6), vindt de helft (50,0%, abs. 3) deze branche aantrekkelijk. De V&V wordt door iets minder dan de helft (44,4%, abs. 4) van alle studenten die hier stage liepen (N=9) als aantrekkelijk ervaren Veronderstelde voor- en nadelen branches Ook is de studenten (N=18) na afloop van de stageperiode gevraagd naar de veronderstelde voor- en nadelen aan het werk in de verschillende branches. De resultaten staan in onderstaande tabel. 19

20 Tabel 10. Voor- en nadelen Ziekenhuis, GZ, V&V en Thuiszorg Ziekenhuis Voordelen Afwisseling in werkzaamheden (5), Diversiteit aan ziektebeelden (2), Uitdagend: veel (complexe) verpleegkundige handelingen (2), Samenwerking met collega s en/of andere specialismen (2), Doorgroeimogelijkheden (2), Goede hygiëne (1), Veel voldoening (1), Formele band met cliënten (1). Nadelen Hiërarchische werkomgeving en daardoor gebrek aan vrijheid (4), Hoge werkdruk (3), Routinematig (2), Sfeer op de afdeling (1), Weinig tijd voor patiënten (1). Thuiszorg Zelfstandigheid: eigen tijd kunnen indelen (7), Langdurig patiëntcontact: mogelijkheid om band op te bouwen (7), Veel verantwoordelijkheid (3), Veel variatie in werkzaamheden (3), Uitdagend: creativiteit vereist (3), Veel voldoening (2), Baanzekerheid (1), Relatief rustig (1). Weinig contact met collega s (5), Weinig uitdaging (4), Onregelmatige/ gebroken diensten (3), Werkomgeving bij mensen thuis (4), Gebrek aan hygiëne (3), Hectisch, o.a. door strak werkschema (3), Weinig variatie en/of verpleegkundige handelingen (3), Relatief veel reistijd (2), Minder maatschappelijke waardering (1). V&V GZ Langdurig patiëntcontact: band opbouwen (3), Veel variatie, o.a. door verschillende ziektebeelden (3), Veel voldoening (2), Regelmaat (2), Werken in teamverband (2), Prettige werktijden (1). Veel voldoening (2), Uitdagend (1), Werken in teamverband (1), Nadruk op zelfredzaamheid: mensen leren op een andere manier te kijken naar leven met beperkingen (1), Grote betrokkenheid bij cliënten (1) Weinig uitdaging: saai/ eentonig (4), Oudere doelgroep (3), Hoge werkdruk en daardoor emotioneel en fysiek zwaar (2). Mentaal erg zwaar, o.a. door onvoorspelbaar gedrag/ grote betrokkenheid (3), Weinig uitdaging: saai/ eentonig (2) 3.6. Branchevoorkeuren Voorafgaand aan de stage is gevraagd in welke branche de studenten (N=18) bij voorkeur aan de slag willen na afronding van de opleiding en in welke branche juist niet. Voorkeursbranche Als voorkeursbranche refereert het overgrote merendeel (83,3%, abs. 15) aan het werk in het ziekenhuis. Opvallend is dat de IC, SEH, de Ambulance veelvuldig worden genoemd. Ook de zorg voor moeder en/of kind is populair. Drie studenten (16,7%) noemen naast het ziekenhuis ook de GGZ als voorkeursbranche. De overige drie studenten (16,7%) weten het nog niet. Uit de toelichtingen blijkt dat de studenten hun keuze baseren op de aanname dat de toekomstige werkomgeving veel ontwikkelmogelijkheden biedt. 20

21 Het ziekenhuis (SEH) heeft heel veel doorleermogelijkheden en het is iets wat mij heel indrukwekkend lijkt om te doen. Ik vind het ziekenhuis een interessante werkplek omdat je in contact komt met veel verschillende patiënten en complexe zorg. Ook de hectiek van het ziekenhuis spreekt aan, zo blijkt uit de onderstaande citaten: Het trekt mij aan dat er in het ziekenhuis snel gehandeld moet worden. Er zijn heel veel verschillende afdelingen in het ziekenhuis en veel hectiek denk ik, in de zin van dat het heel erg afwisselend kan zijn per dag. Minst favoriete branche De studenten (N=18) is ook gevraagd in welke branche zij het minst graag willen werken. Voorafgaand aan de stage worden zowel de GZ als de Thuiszorg door vijf studenten (27,8%) genoemd. Drie studenten (16,7%) noemen de V&V en twee studenten (11,1%) noemen de GGZ. Uit de toelichtingen blijkt dat de studenten hun keuze voor de V&V en/of thuiszorg baseren op de aanname dat dit (op lange termijn) niet uitdagend is. Het werk in de thuiszorg lijkt mij saaier dan in andere branches. De verpleging en verzorging lijkt me voor een tijdje leuk, maar zie daar geen doorgroeimogelijkheden in. Bij de GZ en/of de GGZ geven de studenten aan vooral moeite te hebben met de doelgroep. Ik vind mensen met een handicap soms onberekenbaar en ik vind dat lastig. Ik denk dat het werk in deze branche zeer zwaar is, ook omdat de communicatie moeilijk is. Ik denk dat ik teveel zou afwachten bij deze patiënten. Dus dat ik te lief ben. Na afloop van de stage is de vraag gesteld of voorkeuren zijn veranderd n.a.v. de stage. Dit is voor één van de studenten het geval. Deze student, die voorafgaand aan de stage nog niet wist wat zijn/haar voorkeursbranche was, geeft nu aan bij voorkeur in de thuiszorg aan de slag te gaan. Opvallend is dat diverse studenten bij de nameting aangeven dat zij best tijdelijk in de V&V, GZ of thuiszorg zouden willen werken, maar dit niet hun hele leven willen doen. Het lijkt mij leuk om na mijn opleiding ervaring op te doen in de V&V. Maar ik zou hier niet mijn hele leven in willen werken. De thuiszorg lijkt me een leuke branche om in te werken als ik voor een wat langere tijd afgestudeerd ben. Het is toch best rustig werk heb ik ondervonden. Om even in de gehandicaptenzorg te werken lijkt mij prima, maar ik zie er niet mijn carrière in. 21

22 3.7. Eindoordeel alternatieve stagevorm Tot slot is de studenten(n=18) gevraagd om de stage te beoordelen met een cijfer De stage wordt door de studenten beoordeeld met een 7,1 (min. 6, max. 9). Dit is iets hoger dan het gemiddelde cijfer uit 2016 (gem. 6,8). Het merendeel (83,3% abs. 15) geeft aan dat de stage aan de verwachting heeft voldaan. De studenten geven aan dat zij door deze stagevorm een brede kijk hebben gekregen op het verpleegkundig vak en zich goed hebben kunnen oriënteren op de werkvelden. Dit wordt als meerwaarde gezien: Ik vind dat de zorgtalentstage een goede vorm van eerstejaars stage is. Op deze manier zie je verschillende kanten van het verpleegkundig vak, zo stelt een student. De studenten verschillen van mening over de mate waarin zij verpleegkundige handelingen in de praktijk konden brengen. Net als vorig jaar geven diverse studenten aan dat zij minder konden doen dan ze hadden verwacht of gehoopt. Anderen geven juist aan dat er genoeg te doen was. Het verschil in perspectief blijkt ook uit onderstaande citaten. Ik heb veel meer gezien en gedaan dan wat ik van tevoren had verwacht. Ik heb dit als zeer positief ervaren. Ik heb nu ook ondervonden dat ik echt het juiste vak heb gekozen. In het begin had ik verwacht niet veel aan de slag te mogen, vanwege de beperkte handelingen die wij mogen uitvoeren. Maar er bleek genoeg te zijn wat wij wel konden doen. Ik had wel verwacht dat het zo zou zijn, maar vind het jammer dat ik zo weinig kon doen in vergelijking met wat ik allemaal had willen doen. Ik vond het fijn om te mogen oriënteren op verschillende zorgzettingen, maar ik had meer willen doen en minder op de achtergrond willen staan. Op de vraag of er nog aanbevelingen/verbeterpunten zijn, refereren de studenten vooral aan de communicatie vanuit school. Studenten hebben behoefte aan (tijdige) informatie over de instellingen waar stage wordt gelopen (vooraf). De studenten geven verder aan dat de inhoud van de opdrachten en/of het portfolio duidelijker moet en dat zij behoefte hebben aan een centraal aanspreekpunt voor vragen en/of opmerkingen tijdens de stageperiode. Ook het verwachtingsmanagement vanuit zowel de school als de werkgevers is een punt van aandacht. Voor alle partijen moet duidelijk zijn wat er van studenten kan worden verwacht. Wat betreft de stage-opzet oppert een student dat het prettig zou zijn om zelf een keuze te kunnen maken uit de instellingen/ branches. Een andere student geeft aan dat het tussentijds wisselen van afdeling binnen één organisatie als niet prettig is ervaren. Ook wordt de wens om de stageroute uit te breiden met andere doelgroepen door één student genoemd. 22

23 3.8. Aantrekkelijkheid Flevoland Voor- en nadelen Flevoland De studenten is gevraagd naar hun ideeën over Flevoland als (toekomstige) werkregio. Van de studenten (N= 18) geeft iets meer dan de helft (61,1%, abs. 11) aan Flevoland een aantrekkelijke provincie te vinden om in te werken. Flevoland is centraal gelegen en heeft een goede infrastructuur volgens de studenten. Ook de diversiteit aan inwoners, de rust/kleinschaligheid en het ruime werkaanbod worden als voordelen genoemd. Eén student (5,6%) geeft aan Flevoland niet aantrekkelijk te vinden. Er is hier bijna niets te doen. De stad Almere is saai, iedereen is zo gewoontjes en er is hier weinig creativiteit, aldus een student. Na afloop is wederom gevraagd naar de aantrekkelijkheid van Flevoland. Opvallend is dat het percentage dat aangeeft Flevoland aantrekkelijk te vinden is gedaald: van 61,1% (abs. 11) bij de voormeting naar 44,4% (abs. 8) bij de nameting. Ook zijn er nu twee studenten (11,1%) die aangeven dat zij Flevoland niet aantrekkelijk vinden. Als reden daarvoor wordt de lange reistijd genoemd: Ik heb 10 weken lang om uur moeten opstaan om vervolgens 2 uur te reizen naar mijn bestemming en dat vind ik echt te ver gaan. Ik heb het mentaal als erg zwaar ervaren. Studenten die aangeven dat zij Flevoland wel aantrekkelijk vinden, noemen vooral het feit dat het dicht bij is. Het is dus maar de vraag of zij hiermee alleen de eigen woonplaats Almere noemen, of ook de rest van Flevoland. Door één student wordt daarnaast ook het zorgaanbod genoemd. In Flevoland is er veel variatie qua zorg. Van thuiszorg tot ziekenhuis. Er zijn genoeg banen voor verpleegkundigen en de mogelijkheid om je te specialiseren binnen bepaalde branches is tevens ruim. Voorkeursregio De studenten (N= 18) gevraagd in welke regio zij na afronding van de opleiding aan de slag willen. Minder dan een kwart (22,2%, abs. 4) geeft aan bij voorkeur aan de slag te gaan in Almere. Een even grote groep (22,2%, abs. 4, waarvan twee studenten uit Almere) noemt Gooi en Vechtstreek als populairste werkomgeving. Ook de regio Amsterdam e.o. is populair: drie studenten (16,7%) willen bij voorkeur hier aan de slag. De overige studenten (38,9%) weten niet in welke regio zij willen werken. Opvallend is dat geen enkele student kiest voor Lelystad e.o. en de Noordoostpolder (incl. Urk). Na afloop is de studenten (N=18) gevraagd of hun mening is veranderd n.a.v. de stage. Slechts één student (5,6%) geeft aan dat haar mening is veranderd. Voorafgaand aan de stage wilde de student graag in haar woonplaats Amersfoort (regio Gooi en Vechtstreek) werken. Door de stage-ervaringen zou ze ook best aan de slag willen in Almere. 23

24 4. Resultaten evaluatie werkbegeleiders 4.1. Responsanalyse Aan alle betrokken werkbegeleiders is gevraagd om een online vragenlijst over de ervaringen met deze stagevorm. De vragenlijst werd ingevuld door twaalf werkbegeleiders: vier begeleiders van InteraktContour, drie begeleiders van Woonzorg Flevoland, drie begeleiders van Icare, één begeleider van het Flevoziekenhuis en één begeleider van Leger des Heils. Werkbegeleiders van Zorgfix hebben tijdens het focusgesprek input gegeven. Van de ingevulde vragenlijsten bleek één vragenlijst niet bruikbaar, omdat deze onvolledig was ingevuld. De analyse is daarom uitgevoerd met elf vragenlijsten Achtergrondkenmerken De responsgroep (N=11) heeft de volgende achtergrondkenmerken: Alle werkbegeleiders zijn vrouw (abs. 11, 100%). Twee werkbegeleiders zijn jonger dan 25 jaar (18,2%), vijf werkbegeleiders zijn tussen 25 en 34 jaar (45,5%), drie werkbegeleiders zijn tussen 35 en 44 jaar (27,3%) en één werkbegeleider is 45 jaar of ouder (9,1%). Drie begeleiders zijn werkzaam bij Woonzorg Flevoland (27,3%), drie begeleiders bij InteraktContour (27,3%) en drie begeleiders bij Icare (27,3%). Eén begeleider werkt bij het Flevoziekenhuis (9,1%) en één begeleider werkt bij Leger des Heils (9,1%). Zes begeleiders zijn werkzaam als HBO-Verpleegkundige (54,5%), drie begeleiders vervullen de functie van MBO-Verpleegkundige (27,3%) en twee werkbegeleider hebben een andere functie (18,2%). Twee begeleiders zijn korter dan één jaar in dienst bij de betreffende organisatie (18,2%), zeven begeleiders zijn tussen één en vijf jaar in dienst (63,6%) en twee begeleiders zijn langer dan vijf jaar werkzaam bij de organisatie. Geen van de begeleiders is langer dan tien jaar in dienst van de huidige werkgever. Acht begeleiders hebben ervaring met de begeleiding van HBO-V stagiaires (72,7%). Voor drie begeleiders was dit de eerste ervaring die zij hebben opgedaan (27,3%). Van de acht begeleiders met ervaring, zijn er twee met meer dan 10 jaar ervaring (25%). Eén begeleider heeft tussen 2 en 5 jaar ervaring (12,5%) en vijf begeleiders hebben minder dan 2 jaar ervaring (62,5%) Ervaringen praktijkstage Algemene ervaringen praktijkstage De algemene ervaringen van de werkbegeleiders met de stagevorm zijn in kaart gebracht, door middel van negen stellingen. De werkbegeleiders (N=11) is gevraagd aan te geven in hoeverre ze het met de stelling eens zijn. In figuur 4 zijn de antwoorden weergegeven. 24

25 Figuur 4. Algemene ervaringen werkbegeleiders Ervaringen werkbegeleiders stageroute Zorgtalent De samenwerking met de onderwijsinstelling verliep goed Het niveau van de stage-opdrachten sloot goed aan op het niveau van De stage-opdrachten waren praktisch uitvoerbaar De stage-opdrachten waren helder van opzet Als werkbegeleider had ik voldoende ruimte voor eigen inbreng Er was voldoende tijd beschikbaar om de studenten goede begeleiding Ik beschikte over voldoende kennis en vaardigheden om de stagiaires Bij aanvang van de stageroute was duidelijk wat er van mij als Bij aanvang van de stageroute was het doel en de opzet volledig duidelijk 36,36% 36,36% 27,27% 90,91% 9,09% 72,73% 9,09% 18,18% 63,64% 36,36% 81,82% 18,18% 54,54% 45,45% 90,91% 9,09% 63,63% 9,09% 27,27% 90,91% 9,09% 0,00% 20,00% 40,00% 60,00% 80,00% 100,00% 120,00% Helemaal mee eens/ mee eens Neutraal/ geen mening helemaal mee oneens/mee oneens Zoals te zien is in de figuur was het doel en de opzet van de stagevorm voor vrijwel alle werkbegeleiders (90,1%, abs. 10) duidelijk voor aanvang van de stage. Ook geven vrijwel alle werkbegeleiders (90,1%, abs. 10) aan dat zij over voldoende kennis en vaardighedenheden beschikten om de HBO-V stagiaires op goede wijze te begeleiden en dat het niveau van de stage-opdrachten goed aansloot op het niveau van eerstejaars HBO-V studenten. Op de vraag of voldoende duidelijk was wat er van de werkbegeleiders werd verwacht, wordt wisselend geantwoord: Waar zeven werkbegeleiders (63,6%) aangeven dat dit voldoende helder was, zijn drie werkbegeleiders (27,3%) van mening dat dit onderdeel verbetering behoeft. Hetzelfde beeld zien we bij de vraag of de stage-opdrachten helder waren en ook bij de vraag of voldoende tijd beschikbaar was voor begeleiding verschillen de meningen. Iets meer dan de helft van de begeleiders (54,5%) vindt de tijd voldoende. Het overige deel (45,5%) niet. Daarbij moet wordt opgemerkt dat de verschillen niet veroorzaakt worden door verschillen tussen organisaties. Ook binnen de organisaties lopen de ervaringen van de werkbegeleiders uiteen. Over de samenwerking met de onderwijsinstelling en het niveau/praktische uitvoerbaarheid van de stageopdrachten zijn de werkbegeleiders niet heel uitgesproken. Slechts vier werkbegeleiders (36,4%) geven aan dat de samenwerking met Windesheim Flevoland goed verliep. Drie anderen (27,3%) vonden dat de samenwerking verbetering behoeft en vier werkbegeleiders (36,4%) hebben hierover geen mening Beoogde doelstellingen De werkbegeleiders is gevraagd of de beoogde doelstellingen volgens hen zijn bereikt. De resultaten staan in figuur 5. 25

26 Figuur 5. Beoogde doelstellingen praktijkstage De werkbegeleiders (100,0%, abs. 11) zijn het er unaniem over eens dat de studenten door deze stagevorm een realistischer beeld krijgen van het toekomstig werkveld. Verder geven de werkbegeleiders aan dat zij erin geslaagd zijn om een positief beeld te geven van de branche waarin zij werkzaam zijn (100,0%, abs. 11) en de organisatie waarin zij werkzaam zijn (81.8%, abs. 9). De ruime meerderheid (81.8%, abs. 9) geeft verder aan dat de studenten tijdens deze stage hebben geleerd welke rollen een HBO-verpleegkundige binnen de organisatie vervult. Over de vraag of de studenten ook geleerd hebben wat er van een HBO-verpleegkundige wordt verwacht, zijn de werkbegeleiders minder eensgezind. Een kleine meerderheid (54,5, abs. 6) vindt dat dit inderdaad het geval is. Volgens twee werkbegeleiders (18,2%) is deze doelstelling niet behaald en drie werkbegeleiders (27,3%) hebben hierover geen mening Eindoordeel alternatieve stagevorm Eindcijfer en aanbevelingen De werkbegeleiders (N= 11) is gevraagd om de stagevorm te scoren met een cijfer De stage wordt door de werkbegeleiders beoordeeld met een 7,5 (min. 6, max. 9) (in 2016 was het cijfer 7,4). Verder adviseert het merendeel (72,7%, abs. 8) om de stageroute aan alle eerstejaars studenten HBO-V aan te bieden. Drie werkbegeleiders (27,3%) adviseren van niet. Het verschil in perspectief blijkt ook uit onderstaande twee citaten: De studenten krijgen op deze manier een beter beeld van de mogelijkheden binnen het werkveld waar zij later in terecht kunnen komen. Hierdoor kunnen zij gericht een keuze maken tijdens hun studie. In het eerste jaar moet de basis zorg er goed in. Dit kan alleen wanneer studenten 10 weken op 1 plek stage lopen, zodat zij zich hier volop op kunnen richten en zich hierin kunnen ontwikkelen. 26

Onderzoek Pilot Zorgtalent

Onderzoek Pilot Zorgtalent Onderzoek Pilot Zorgtalent Een inventariserend onderzoek naar de kwaliteit van praktijkstages HBO-V en de beeldvorming van studenten HBO-V over het (toekomstige) werkveld Dit is een uitgave van CMO Flevoland.

Nadere informatie

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Er verandert veel in de sector zorg en welzijn. Door de veranderingen worden nieuwe vaardigheden, kennis en kwaliteiten gevraagd van zorg-

Nadere informatie

Vacaturepeiling. voorjaar 2019*

Vacaturepeiling. voorjaar 2019* Vacaturepeiling voorjaar 09 Zorg- en welzijnsorganisaties in Noord-Holland, werkgebied SIGRA, samenvoorbeterezorg en Zowelwerk. De vacaturepeiling betreft zorg- en welzijnsmedewerkers niveau t/m wo, in

Nadere informatie

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid INHOUD Augustus 2017 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid pagina 1 2) Wat is duurzame inzetbaarheid? pagina 2 3) Eigen verantwoordelijkheid medewerker pagina 4 4) Urgentie duurzame inzetbaarheid groeit

Nadere informatie

Keuzes binnen MBO en HBO

Keuzes binnen MBO en HBO Keuzes binnen MBO en HBO Auteur: Marlies Rosenbrand, mei 2017 Voor u ligt de samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de mening van opleiders 1 voor de inrichting van een specifiek

Nadere informatie

resultaten Vacature-enquête

resultaten Vacature-enquête resultaten Vacature-enquête voorjaar 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Vacatures maart 2014 4 3. Vacatures per sector 5 4. Conclusies 11 Bijlage 1 Tabellen 12 Kenmerk: Project: 81110 Juni 2014 1. Inleiding

Nadere informatie

Factsheet Tekorten Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland

Factsheet Tekorten Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland Factsheet Tekorten Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland 1 Personeelstekorten zorg en welzijn in Flevoland De arbeidsmarkt zorg en welzijn in Flevoland is volop in beweging. Het aantal vacatures stijgt

Nadere informatie

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016 Barometer Gehandicaptenzorg Samenvattend rapport Kenmerk: 20474 December 2016 1 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Danielle van Essen Conclusies 5 Resultaten 7 Steekproef en verantwoording 16 2

Nadere informatie

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015 Professionele ruimte - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn Den Haag Mei 2015 Mei 2015 Inhoud Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Richtlijnen... 6 Reflectie... 8 Conclusies... 10 2 Inleiding

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vacaturepeiling. najaar 2018*

Vacaturepeiling. najaar 2018* Vacaturepeiling najaar 208 Zorg- en welzijnsorganisaties in Noord-Holland, werkgebied SIGRA en samenvoorbeterezorg. De vacaturepeiling betreft zorg- en welzijnsmedewerkers niveau t/m wo, in peilweek 42

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 PANTA RHEI BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool Panta Rhei.

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE LUNETTEN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Lunetten.

Nadere informatie

Concept: Een beroep doen op de werknemers om twee keer per jaar een mannelijke middelbare scholier mee te nemen voor een meeloopdag.

Concept: Een beroep doen op de werknemers om twee keer per jaar een mannelijke middelbare scholier mee te nemen voor een meeloopdag. Nationale Zorgvernieuwingsprijs Hoe zorg je ervoor dat meer mannen voor een baan in de zorg kiezen? Concept: Een beroep doen op de werknemers om twee keer per jaar een mannelijke middelbare scholier mee

Nadere informatie

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland

Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in Flevoland Inhoud Inleiding... 3 Doel zorgpact... 3 Informeren:... 3 Inventariseren:... 4 Verbinden:... 4 Inspireren:... 4 Deelnemers initiatieven

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012 Rapportage BPV-plaatsen RBB Samenvatting In het schooljaar zijn in de regio ruim 2.100 BPV-plaatsen (BeroepsPraktijkVorming/stages) gematcht in de zorgsector door het RBB. Het gaat hier om de opleidingen

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: onderzoeksvraag

Nadere informatie

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Stichting het Robertshuis

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Stichting het Robertshuis Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Documentversie: 0.1 Documentdatum: 14-03-2018 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Totaalresultaat... 4 2. Resultaten per rubriek... 5 2.1 Functie... 5 2.2 Werkdruk...

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE PLATAAN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Plataan.

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE WESTBROEK BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Westbroek.

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2012/2013

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2012/2013 Rapportage BPV-plaatsen RBB /3 Samenvatting Het aantal individuele stages(bpv-plaatsen) in de zorgsector in West-Brabant stijgt nog steeds. In het schooljaar /3 zijn in de regio ruim.35 BPV-plaatsen (BeroepsPraktijkVorming/stages)

Nadere informatie

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Inhoud 1. Vragenlijst... 3 2. Respons... 3 3. Resultaten per thema... 3 4. Werkgever Net Promotor Score (WNPS)... 5 5. Resultaten bibliotheekvragen...

Nadere informatie

Rapportage 1-meting Juni 2017

Rapportage 1-meting Juni 2017 Rapportage 1-meting Juni 2017 Doel Doel van de evaluatie is meer inzicht te krijgen in hoe de medewerkers bij NS het output-gerelateerd werken ervaren en of deze beleving is veranderd in het afgelopen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Maart 2009 Nationaal Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd door: Almere Staete Radioweg 6a 1324 KW ALMERE Tel. (036) 5300402 E-mail: info@trendview.nl

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE HOEKSTEEN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Hoeksteen.

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010) worden gebruikt.

Nadere informatie

CQI-Concernrapport Volckaert

CQI-Concernrapport Volckaert Ervaringen van somatische cliënten, contactpersonen van cliënten met een psychogeriatrische indicatie en thuiszorg cliënten CQI-Concernrapport Volckaert Juni 2015 Samenstelling: drs. J.J. Haamers, Versie:

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014 Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten

Nadere informatie

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland De sector zorg en welzijn in 22.390 22.390 personen werken in 2015 in de sector zorg en welzijn (17.020 fte). Bijna een derde hiervan werkt in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). 8,2% 8,2% van

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014

Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014 Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014 Een evaluatierapport over de SamenOud-lezingen in, en R. Brans September 2014 0 Inhoud 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding... 2 1.2 Doel van de lezingen... 2 1.1

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE ANJELIER BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Anjelier.

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Voortgang SectorplanPlus

Voortgang SectorplanPlus Voortgang SectorplanPlus Tabellenboek Uitgebracht op verzoek van RegioCoöp Amersfoort, 16 april 2019 Achtergrond SectorplanPlus Op de arbeidsmarkt van zorg en welzijn wordt een groot tekort aan personeel

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE WILGEROOS BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Wilgeroos.

Nadere informatie

Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS

Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS De meeste vragen in de enquête zijn gesloten vragen. De vrijwilligers konden de stellingen beoordelen m.b.v. een zevenpunts Lickertschaal. In dit document

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Moerdijk Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer

Nadere informatie

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die

Nadere informatie

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 BWRI Gemeente Midden-Groningen Definitief rapport 17 mei 2018 Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Talitha de Boer Projectnummer: P005387 Correspondentienummer:

Nadere informatie

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student Aanleiding Het WOZ streeft naar kwalitatief en kwantitatief passend opleiden voor Zorg en Welzijn in West-Brabant 2020. Vanuit het werkoverleg zorg (WOZ)

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 400 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding.

Nadere informatie

Vacaturepeiling voorjaar 2018

Vacaturepeiling voorjaar 2018 Vacaturepeiling voorjaar 2018 Zorg- en welzijnsorganisaties in Noord-Holland, werkgebied SIGRA en samenvoorbeterezorg. De vacaturepeiling betreft zorg- en welzijnsmedewerkers niveau 1 t/m wo, in peilweek

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Rapport Cliëntervaringsonderzoek Centraalzorg Vallei en Heuvelrug Zorg Thuis Verslagjaar 2016 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Bureau De Bok is CQ-geaccrediteerd door het CIIO 1 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008 Onderzoeksresultaten Onderzoek naar imago en positionering gehandicaptensector drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008 INHOUD Doelen; Werkwijzen; Resultaten;

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN Tevredenheidsonderzoek ketenpartners SUN Groningen Colofon Opdrachtgever SUN Groningen Datum Maart 2017 Auteurs Bert van Putten David Scheffer KWIZ Stavangerweg

Nadere informatie

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgings Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 Tien procent

Nadere informatie

LIMBURG POSITIEF GEZONDHEID

LIMBURG POSITIEF GEZONDHEID positieve gezondheid Je gezond voelen Fitheid Klachten en pijn Slapen Eten Conditie Bewegen Zorgen voor jezelf Je grenzen kennen Kennis van gezondheid Omgaan met tijd Omgaan met geld Kunnen werken Hulp

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 1 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheidszorg in beeld

Geestelijke Gezondheidszorg in beeld Geestelijke Gezondheidszorg in beeld Werkbeleving GGZ medewerkers 10k 21 De Geestelijke Gezondheidszorg is een onmisbare schakel in de zorgketen. GGZ medewerkers bieden hulp aan volwassenen, kinderen en

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE ZEEAREND BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Zeearend.

Nadere informatie

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4 Praktijk oriëntatie Maatschappelijke zorg Niveau 3 + 4 Reader voor studenten Schooljaar 2018-2019 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 1.Inhoud Praktijk oriëntatie Voor wie is Praktijk oriëntatie?

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Uitkomsten BPV Monitor 2016

Uitkomsten BPV Monitor 2016 Uitkomsten BPV Monitor 2016 Landelijke rapportage over de kwaliteit van stages en leerbanen in het mbo Publicatie 7 februari 2017 SBB, Zoetermeer 1 Inleiding Iedere mbo-student volgt een deel van de beroepsopleiding

Nadere informatie

Barometer Ziekenhuissector. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Barometer Ziekenhuissector. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016 Barometer Ziekenhuissector Samenvattend rapport Kenmerk: 20378 December 2016 1 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Danielle van Essen Conclusies 5 Resultaten 7 Steekproef en verantwoording 15 2 Inleiding

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE VRIJHEIT BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Vrijheit.

Nadere informatie

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari Hingstman, L. Kenens, R.J.

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari Hingstman, L. Kenens, R.J. CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2008 Hingstman, L. Kenens, R.J. oktober 2009 INLEIDING In 2002 is het NIVEL in opdracht van de toenmalige Vereniging Bewegingsleer Cesar

Nadere informatie

Nationale Enquête 'Werken in de Zorg' - de resultaten

Nationale Enquête 'Werken in de Zorg' - de resultaten Nationale Enquête 'Werken in de Zorg' - de resultaten Werknemers in de zorg geven hun mening over de zorg in Nederland. Nu en in de toekomst. Datum Auteur Status Versie Bestand 7 mei 2010 Concept 3.0 Nationale

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 Regionaal resultaat Zowelwerk

Jaarverslag 2016 Regionaal resultaat Zowelwerk Jaarverslag 2016 Regionaal resultaat Zowelwerk 1 Voor u ligt het jaarverslag 2016 van Zowelwerk. Het afgelopen jaar kenmerkte zich door de omslag van een overschot aan personeel naar tekorten. Met name

Nadere informatie

Bij ons werken. Stage, leerwerkplekken en afstuderen

Bij ons werken. Stage, leerwerkplekken en afstuderen Bij ons werken Stage, leerwerkplekken en afstuderen 2 Bij ons werken We doen belangrijk werk We bieden specialistische behandeling en begeleiding aan mensen met een lichte verstandelijke beperking en vaak

Nadere informatie

Bij ons werken. Stage, leerwerkplekken en afstuderen

Bij ons werken. Stage, leerwerkplekken en afstuderen Bij ons werken Stage, leerwerkplekken en afstuderen Bij ons werken We doen belangrijk werk We bieden specialistische behandeling en begeleiding aan mensen met een lichte verstandelijke beperking en vaak

Nadere informatie

Rapportage CQ-index Dyslexie Publieksversie

Rapportage CQ-index Dyslexie Publieksversie Rapportage CQ-index Dyslexie Publieksversie Inhoud 1 Inleiding... 2 1.1 Opzet... 2 2 Vragenlijst onderzoek... 3 2.1 Respons vragenlijst onderzoek... 3 2.2 Cijfer onderzoeker... 3 2.3 Cijfer praktijk onderzoeker...

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Goed 67% Medewerker Tevredenheid Onderzoek. Respons: Gemiddelde Beoordeling. Publicatie Medewerker Tevredenheidsonderzoek

Goed 67% Medewerker Tevredenheid Onderzoek. Respons: Gemiddelde Beoordeling. Publicatie Medewerker Tevredenheidsonderzoek Medewerker Tevredenheid Onderzoek 2017 Publicatie Medewerker Tevredenheidsonderzoek Zorggroep Achterhoek vindt het belangrijk om de tevredenheid van haar medewerkers als werkgever te pijlen. Zo kan Zorggroep

Nadere informatie

Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie

Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie September, 2017 Achtergrond van het onderzoek Doelstelling

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS

Subsidiënt: Ministerie van VWS De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Ruim de helft van de interne oproepkrachten in de verpleging en verzorging vindt voordelen van flexibel

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014

Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014 Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014 Een evaluatierapport over de vierde reeks SamenOud-dagen in Stadskanaal (15 april 2014), Veendam (17 april 2014) en Pekela (4 april 2014). De SamenOud-dagen zijn

Nadere informatie

Benchmark 2012. Vitaliteitvoordezorg.nl. Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers

Benchmark 2012. Vitaliteitvoordezorg.nl. Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers voordezorg.nl Gericht sturen op vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers Benchmark 2012 Samenvatting onderzoek vitaliteit hoofdverzekerden IZZ 2 IZZ Samenvatting voordezorg.nl IZZ Samenvatting voordezorg.nl

Nadere informatie

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN. Centrum Zorg & Welzijn. Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN. Centrum Zorg & Welzijn. Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN 2019 Centrum Zorg & Welzijn Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers www.klantok.nl klantok CTO 2019 Centrum Zorg & Welzijn, v1 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...

Nadere informatie

CQI-Concernrapport Volckaert

CQI-Concernrapport Volckaert Ervaringen van somatische cliënten, contactpersonen van cliënten met een psychogeriatrische indicatie en thuiszorg cliënten CQI-Concernrapport Volckaert December 2016 Samenstelling: drs. J.J. Haamers,

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Dokterscoop Ervaringen met ketenzorg COPD

Dokterscoop Ervaringen met ketenzorg COPD Rapportage: Dokterscoop Ervaringen met ketenzorg COPD In opdracht van Dokterscoop Ketenzorg www.dokterscoop.nl Contactpersoon Dhr. G. H. Torn Broers Uitvoerende organisatie ZorgfocuZ BV Leonard Springerlaan

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Rapportage. Samenvatting Medewerkersonderzoek PO. Datum: november Stichting Prodas. Opdrachtgever:

Rapportage. Samenvatting Medewerkersonderzoek PO. Datum: november Stichting Prodas. Opdrachtgever: Rapportage Samenvatting Medewerkersonderzoek PO Soort rapportage: School: Schoolrapportage BBS Antonius Datum: november 2017 Opdrachtgever: Stichting Prodas 1. Inleiding Stichting Prodas wil inzicht in

Nadere informatie

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde)

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: Docent mbo Referentie: Kennisrotonde. (2018). Heeft

Nadere informatie

REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND

REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND Titel : LEERLINGENQUÊTE 2015 Datum : 16 juni 2015 Status : definitief In het kader van de interne kwaliteitszorg hanteert het ROC Kop van Noord-Holland

Nadere informatie

DRUK ALARM VOOR DE BRANCHE GEHANDICAPTENZORG. Beleving. van werkdruk

DRUK ALARM VOOR DE BRANCHE GEHANDICAPTENZORG. Beleving. van werkdruk WERK DRUK Beleving van werkdruk ALARM VOOR DE BRANCHE GEHANDICAPTENZORG B E L E V I N G V A N W E R K D R U K 5 B E L E V I N G V A N W E R K D R U K Doel: In te vullen door: De beleving van werkdruk en

Nadere informatie

OBS Kon. Emma 7 februari 2014

OBS Kon. Emma 7 februari 2014 OBS Kon. Emma 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en OOP-ers.

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID 2018

KLANTTEVREDENHEID 2018 Pagina 1 van 18 KLANTTEVREDENHEID 2018 Faas Psychologie Pagina 2 van 18 Inhoudsopgave Introductie... 4 Samenvatting... 5 Verbeterpunten... 6 Resultaten CQI 2018... 6 Bejegening... 7 1. Neemt de behandelaar

Nadere informatie

Jeugdzorg 7 juni 2013. RAPPORTAGE totaalset

Jeugdzorg 7 juni 2013. RAPPORTAGE totaalset Jeugdzorg 7 juni 2013 RAPPORTAGE totaalset Resultaten voordezorg.nl Zes jeugdzorgorganisaties hebben meegedaan aan voordezorg.nl. Medewerkers hebben antwoord gegeven op de vragen: Hoe denkt u over uw werk?

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie