Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Vergelijkbare documenten
Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Uitwerkingen tentamen lineaire algebra 2 13 januari 2017, 10:00 13:00

Tentamen lineaire algebra 2 17 januari 2014, 10:00 13:00 zalen 174, 312, 412, 401, 402

Oefensommen tentamen Lineaire algebra 2 - december A =

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen)

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.

Uitwerking Proeftentamen Lineaire Algebra 1, najaar y y = 2x. P x. L(P ) y = x. 2/3 1/3 en L wordt t.o.v de standaardbasis gegeven door

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Geadjungeerde en normaliteit

UITWERKINGEN 1 2 C : 2 =

Samenvatting Lineaire Algebra, periode 4

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Tentamen Lineaire Algebra

Eigenwaarden en eigenvectoren in R n

Tentamen Lineaire Algebra B

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Lineaire Algebra voor ST (2DS06) op , uur.

Lineaire Algebra voor ST

0 0 e 1 = = = = 1 2 Voor A nemen we nu de matrix 2 1 T ten opzichte van de geordende basis e 1, e 2, e 3, e 4.

Definities, stellingen en methoden uit David Poole s Linear Algebra A Modern Introduction - Second Edtion benodigd voor het tentamen Matrix Algebra 2

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 2 dinsdag 3 april 2007,

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

Symmetrische matrices

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid

Unitaire en Hermitese transformaties

Lineaire Algebra voor ST

Tentamen Lineaire Algebra UITWERKINGEN

Week 22: De macht van het spoor en het spoor van de macht

Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 15 december 2008, uur.

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Matrices en Stelsel Lineaire Vergelijkingen

1.1 Oefen opgaven. Opgave Van de lineaire afbeelding A : R 3 R 3 is gegeven dat 6 2, 5 4, A 1 1 = A = Bepaal de matrix van A.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Lineaire Algebra. Bovendriehoeks- en onderdriehoeks vorm: onder (boven) elke leidende term staan enkel nullen

Lineaire Algebra Een Samenvatting

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Lineaire Algebra voor ST

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN MEETKUNDE I

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding

Tentamen lineaire algebra voor BWI dinsdag 17 februari 2009, uur.

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

CTB1002-D2 Lineaire Algebra 2

Tentamen Lineaire Algebra voor BMT en TIW (2DM20) op vrijdag 11 mei 2007, 9:00 12:00 uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Lineaire Algebra voor ST (2DS06) op , uur.

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Examenvragen Meetkunde en lineaire algebra Eerste examenperiode

Lineaire afbeeldingen

Bilineaire Vormen. Hoofdstuk 9

x 1 (t) = ve rt = (a + ib) e (λ+iµ)t = (a + ib) e λt (cos µt + i sin µt) x 2 (t) = ve rt = e λt (a cos µt b sin µt) ie λt (a sin µt + b cos µt).

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Wiskundigen. Tentamen Lineaire Algebra 1. Donderdag 18 december 2008, a ( )

Anton-Rorres Anton-Rorres

Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit (13:30-17:30)

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1A. maandag 16 december 2002, b. Bepaal een basis voor de rijruimte en voor de kolomruimte van A.

Tentamina Lineaire Algebra Cursussen. Uitgangspunten, aanbevelingen en opmerkingen

11.0 Voorkennis V

Lineaire algebra I (wiskundigen)

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1 donderdag 23 december 2004,

Lineaire Algebra SUPPLEMENT II

Coördinatiseringen. Definitie 1. Stel dat B = {b 1,..., b n } een basis is van een vectorruimte V en dat v V. iedere vector v V :

1 Eigenwaarden en eigenvectoren

Vierde huiswerkopdracht Lineaire algebra 1

extra sommen bij Numerieke lineaire algebra

Stelsels Vergelijkingen

Meetkunde en lineaire algebra

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Lineaire Algebra voor ST

Voorwaardelijke optimalisatie

Lineaire Algebra voor ST

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Lineaire Algebra C 2WF09

Vragen, samenvattingen en uitwerkingen Lineaire algebra 1 - UvA

Gelijkvormigheid en de Jordan normaalvorm Aanvullende leerstof Lineaire Algebra C (2WF09)

Vectorruimten met inproduct

Matrixgroepen. SL n (K) = S GL n (K)

Het karakteristieke polynoom

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Tentamen (2DE04) van Lineaire Algebra voor E, op vrijdag 27 januari 2012, ( )

3 De duale vectorruimte

Complexe eigenwaarden

Eigenwaarden en eigenvectoren

Eindtermen Lineaire Algebra voor E vor VKO (2DE01)

Examenvragen Meetkunde en lineaire algebra Tweede examenperiode

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Verzameling die door PlotPar maar niet door PlotZer geplot kan worden:

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1

Lineaire Algebra (2DD12) Laatste nieuws in 2012

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

3 De duale vectorruimte

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Vincent van der Noort Scoop vult de gaten in onze kennis... Het gevoel van eigenwaarden van David J. Griffith

1 Triangulatiestellingen voor lineaire transformaties

Transcriptie:

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, 2015 Deze uitwerkingen zijn niet volledig, maar geven het idee van elke opgave aan Voor een volledige oplossing moet alles ook nog duidelijk uitgewerkt worden Opgave 1 (10 punten) Beschouw de reële matrices 1 1 1 A = 0 1 1 2 9 en B = 1 4 0 0 2 (a) Bepaal de Jordannormaalvorm van A, en een bijbehorende basistransformatie Met andere woorden, geef een matrix J in Jordannormaalvorm en een inverteerbare matrix Q zodanig dat J = Q 1 AQ (b) Vind een diagonaliseerbare matrix D en een nilpotente matrix N zodanig dat B = D + N en ND = DN (c) Bepaal B 1000 (a) Het karakteristiek polynoom van A is (t 1) 2 (t 2) De eigenwaarden zijn dus 1 (met algebraïsche multipliciteit 2) en 2 (met algebraïsche multipliciteit 1) Bij het de eigenwaarde 2 hoort dus één Jordanblok, namelijk het (1 1)-blok (2) Voor eigenwaarde 1 kijken we naar de eigenruimte E 1 (A) = ker(a I) Omdat A I rang 2 heeft is deze kern 1-dimensionaal, dus er hoort bij eigenwaarde 1 maar één 1 1 Jordanblok, dat dus gelijk is aan We krijgen dus 0 1 J = 1 1 0 0 1 0 0 0 2 Voor een bijbehorende basistransformatie hebben we nodig drie vectoren v 1, v 2, v 3 met v 3 E 2 (A) = ker(a 2I) en v 2 ker(a I) 2 maar v 2 ker(a I) en v 1 = (A I)v 1 Als je deze kernen uitrekent zie je dat je kunt nemen v 2 = e 2 = (0, 1, 0) en dus v 1 = (A I)v 2 = e 1 = ( 1, 0, 0) De vector v 3 = (0, 1, 1) brengt de kern van A 2I voort, dus we kunnen nemen Q = 1 0 0 0 1 1 0 0 1 met de vectoren v 1, v 2, v 3 als kolommen 1

2 (b) Het karakteristiek polynoom van B is (t+1) 2, dus er is slechts één eigenwaarde: 1 Nu kunnen net als in onderdeel (a) de Jordannormaalvorm bepalen, maar hier is een alternatieve methode De Jordannormaalvorm J bestaat uit één (2 2)-Jordanblok of uit twee (1 1)-Jordanblokken [In het laatste geval zou de Jordannormaalvorm gelijk zijn aan I, en zou er een inverteerbare matrix Q zijn met( B = Q ( I) ) Q 1 = I, wat niet het geval is De 1 1 Jordannormaalvorm is dus J =, maar dit hebben we niet eens nodig] 0 1 Er is dus een inverteerbare Q met B = Q 1 JQ en er geldt J = I + M met M nilpotent Dus B = Q 1 ( I) Q + Q 1 M Q = D + N met D = I diagonaal en N = Q 1 M Q nilpotent Er geldt inderdaad DN = ND We hadden al D = I en vinden dus 3 9 N = B D = 1 3 (c) Er geldt N 2 = 0 Omdat N en D commuteren geldt B 1000 = (D + N) 1000 = D 1000 + 1000D 999 N + (termen die veelvouden zijn van N 2 = 0) 2999 9000 = I 1000N = 1000 3001 Opgave 2 (9 punten) Zij A een reële 17 17 matrix en I de 17 17 identiteitsmatrix Voor enkele waarden van λ en k is de rang van (A λi) k gegeven in de volgende tabellen M rk(m) A 3I 14 (A 3I) 2 12 (A 3I) 3 10 (A 3I) 4 10 M rk(m) A 2I 14 (A 2I) 2 11 (A 2I) 3 11 A I 13 (a) Bepaal de Jordannormaalvorm van A (b) Bepaal het karakteristiek polynoom van A (c) Bepaal het minimum polynoom van A (a) Het is nuttiger om de dimensie van de kernen te kennen Die zijn M dim ker(m) A 3I 3 (A 3I) 2 5 (A 3I) 3 7 (A 3I) 4 7 M dim ker(m) A 2I 3 (A 2I) 2 6 (A 2I) 3 6 A I 4 Er zijn dus 3 blokken voor eigenwaarde 3, waarvan 5 3 = 2 van grootte minstens 2 en 7 5 = 2 van grootte minstens 3 en 7 7 = 0 van grootte minstens 4 Dit

betekent twee van grootte 3 en nul van grootte 2 en één van grootte 1 De gegeneraliseerde eigenruimte voor eigenwaarde 3 heeft dus dimensie 7 Voor eigenwaarde 2 vinden we net zo dat er drie blokken van grootte 2 zijn en geen andere blokken De gegeneraliseerde eigenruimte voor eigenwaarde 2 heeft dus dimensie 6 Er zijn vier blokken bij eigenwaarde 1 De gegeneraliseerde eigenruimte voor eigenwaarde 1 heeft dus dimensie minstens 4 en hoogstens 17 7 6 = 4, dus precies 4 Dat betekent dat de Jordannormaalvorm bestaat uit twee Jordan-blokken van grootte 3 3 bij eigenwaarde 3, één Jordan-blok van grootte 1 1 bij eigenwaarde 3, drie Jordan-blokken van grootte 2 2 bij eigenwaarde 2, en vier Jordan-blokken van grootte 1 1 bij eigenwaarde 1 (b) Het karakteristiek polynoom van A is gelijk aan dat van zijn Jordannormaalvorm Dat is een bovendriehoeksmatrix dus het karakteristiek polynoom is makkeiljk te bepalen Het is gelijk aan (t 3) 7 (t 2) 6 (t 1) 4 (c) In het minimum polynoom zitten de zelfde lineaire factoren met als exponent de lengte van het grootste Jordan-blok bij die eigenwaarde We vinden dus (t 3) 3 (t 2) 2 (t 1) 3 Opgave 3 (9 punten) Beschouw de kwadratische vorm q(x, y) = 5x 2 12xy 4y 2 (a) Bepaal een symmetrische matrix A zodanig dat voor alle x, y R geldt ( x q(x, y) = (x, y)a y) (b) Bepaal een orthogonale matrix Q en een diagonaalmatrix D zodanig dat D = Q AQ (c) Bepaal twee reële getallen a, b R en een orthogonale afbeelding f : R 2 R 2 zodanig dat q ( f(u, v) ) = au 2 + bv 2 voor alle u, v R (d) Welke waarden neemt q(x, y) aan op de eenheidscirkel gegeven door x 2 + y 2 = 1? 5 6 (a) A = 6 4

4 (b) Zie Example 1010 in het dictaat De eigenwaarden van A zijn 7 en 8 Bijbehorende eigenvectoren zijn (1, 2) en (2, 1) Na schalen krijgen we Q = 1 1 2 7 0 en D = 5 2 1 0 8 Inderdaad voldoen deze matrices aan QQ = I en D = Q AQ (c) Uit (b) volgt dat we kunnen nemen a = 7 en b = 8 en f(z) = Qz voor z R 2 (d) Omdat f orthogonaal is, beeldt het de eenheidcirkel af op de eenheidscirkel We mogen dus ook de waarden van 7u 2 +8v 2 bepalen op de eenheidscirkel u 2 +v 2 = 1 Omdat u 2 en v 2 niet-negatief zijn, krijgen we precies de waarden tussen 7 en 8, waarbij 7 en 8 bereikt worden voor (u, v) = (1, 0) en (u, v) = (0, 1) Dus de bereikte waarden vormen het gesloten interval [ 7, 8] Opgave 4 (10 punten) Zij V de vectorruimte van reële polynomen van graad hooguit 2 Definieer de afbeelding ϕ: V V R (f, g) (a) Laat zien dat ϕ een inproduct is 1 0 f(x)g(x) dx (b) Geef een orthogonale basis voor de inproductruimte V met dit inproduct (c) Zij T : V V de afbeelding gedefinieerd door T (f) = f waarbij f de afgeleide is van f Is T normaal? (a) Elk van de drie eisen in Definition 91 is makkelijk te checken Zie ook voorbeeld 93 (b) We beginnen met een basis 1, x, x 2 en passen Gram-Schmidt toe Omdat we alleen orthogonaliteit eisen en niet orthonormaliteit mogen we de normalisatiestap weglaten We vinden dan de basis f 1 = 1, f 2 = x 1 2, f 3 = x 2 x + 1 6 (c) We kunnen dit doen door Propositie 917 en Corollary 918 te gebruiken Dat vergt een orthonormale basis! Maar in plaats van de basisvectoren uit (b) expliciet te schalen, is het voldoende te zeggen dat er niet-nul constanten α, β R zijn zodanig dat B = (f 1, αf 2, βf 3 ) een orthonormale basis is Omdat er geldt f 3 = f 2 en f 2 = f 1 vinden we A = [T ] B B = 0 α 0 0 0 β/α 0 0 0 Deze matrix voldoet niet aan AA = A A (schrijf dat uit!), dus A en daarmee T is niet normaal

Er is ook een alternatieve methode die geen matrices gebruikt De vraag is of voor elke f geldt (T T )(f) = (T T )(f) Voor f = 1 geldt T (1) = 0, dus T (T (1)) = 0 Het is dus voldoende om te laten zien dat T (T (1)) 0, dus het is voldoende om te laten zien dat T (1) niet een constante is Dat volgt bijvoorbeeld uit het feit dat T (1), x = 1, T (x) = 1, 1 = 1 5 Opgave 5 (7 punten) Zij V een eindig-dimensionale reële inproductruimte Zij f : V V een lineaire afbeelding die voldoet aan f(v), f(w) = v, w voor alle v, w V (a) Bewijs dat f een isomorfisme en dus een isometrie is (b) Bewijs dat voor de geadjungeerde (Engels: adjoint) f van f geldt: f = f 1 [Volgens Propositie 915 uit het dictaat volgt dit direct uit het feit dat f een isometrie is Dat mag je hier niet gebruiken, maar kun je wel zelf opnieuw bewijzen] (a) We bewijzen dat f injectief is: als f(v) = 0 voor een zekere v V, dan geldt v, v = f(v), f(v) = 0, 0 = 0, dus v = 0 Dus is f inderdaad injectief Het domein en het codomein van f zijn beide gelijk aan V en hebben dus de zelfde eindige dimensie Dat impliceert dat f ook surjectief en dus een isomorfisme is (b) Zie Proposition 915