Hoofdstuk 7 Examentraining. Kern 1 Statistiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 7 Examentraining. Kern 1 Statistiek"

Transcriptie

1 Uitwerkingen Wiskunde A Netwerk VWO 6 Hoofdstuk 7 Examentraining Hoofdstuk 7 Examentraining Kern Statistiek a Noem de percentielscore S en het aantal goede antwoorden g. S 7 4 Op het interval [44, 4] geldt = = g 4 44 S Op het interval [4, ] geldt = = = 4 g 4 6 Er is dus geen sprake van constante stijging. b Een percentielscore van 7 betekent dat 4% het onderdeel Taal beter heeft gedaan. Een percentielscore van 8 betekent dat 9% het onderdeel Rekenen beter heeft gedaan. Een percentielscore van 4 betekent dat % het onderdeel Informatieverwerking beter heeft gedaan. c 00% 64% = 6%. De leerlingen die het onderdeel Taal beter hebben gedaan, zijn niet noodzakelijk dezelfde als de leerlingen die het onderdeel Rekenen beter hebben gedaan. Je kunt dus niet zomaar een gemiddelde nemen. d Het punt (40, 64) a klasse aantal Kreeft aantal Somberman b Voer de gegevens in in de grm. L =, 6, 0, en L = 9, 40, 9, Je vindt dan een gemiddelde zinslengte van 0, en een standaardafwijking van 9,. c Met de nieuwe frequenties vind je een gemiddelde zinslengte van 0, en een standaardafwijking van 6,. d e Hugo Claus gebruikt meer lange zinnen dan Remco Campert.

2 a jaar. b Deze berekening is met de GRM als volgt uit te voeren. In L voer je de klassenmiddens in:, 7,, 7, In L voer je de bijbehorende frequenties in: 94, 9, 98, Via STAT calc -Var Stats vind je dan een gemiddelde leeftijd van,69 c klasse klassemidden frequentie cum freq. rel. cum. freq (%) = , = , = , = , = , = , = , = , = , = ,0 Voer de nieuwe klassemiddens en de bijbehorende frequenties in. Je vindt dan als schatting een gemiddelde leeftijd van,77. d Voordeel: met minder categorieën is het rekenwerk eenvoudiger. Nadeel: er gaat informatie verloren en de schatting wordt daardoor minder nauwkeurig. e 00 cum. freq (%) f leeftijd De mediaan lees je af bij een cumulatief percentage van 0. Je komt dan op ongeveer, jaar. Het eerste kwartiel lees je af bij een cumulatief percentage van. Je komt dan op ongeveer 7,. Het derde kwartiel lees je af bij een cumulatief percentage van 7. Je komt dan op ongeveer Boxplot leeftijdsverdeling van de vrouwen. g Boxplot leeftijdverdeling van de mannen.

3 h Zowel de kwartielen als de mediaan liggen verder naar links. De spreidingsbreedte is ongeveer gelijk. i In de bevolkingspiramide ligt bij de mannen het zwaartepunt verder naar beneden. Vooral in de oudste categorieën komen beduidend minder mannen dan vrouwen voor. 4 a 90 cum. freq (%) 80 vrouwen mannen lengte (cm) b Bij 7 cm lees je in de figuur af: - voor de vrouwen een percentage van 7% - voor de mannen een percentage van % De gevraagde schattingen zijn dus 00% 7% = 4% en 00% % = 87%. c P( V > 7 µ = 70 en σ = 6) = normalcdf(7, 9999, 70, 6) = 0,48 P( M > 7 µ = 80 en σ = 8) = normalcdf(7, 9999, 80, 8) = 0,8697 d 48% van de totale bevolking is vrouw. Hiervan is 4,8% langer dan 7,0 m. % van de totale bevolking is man. Hiervan is 86,97% langer dan 7,0 m. Van de totale bevolking is 0, 48 0, , 0,8697 0, 66 = 66% langer dan 7,0 m. P( X 44, µ = 6,8 en σ =?) = 0,06 z = invnorm(0.06) =,47 g µ g µ 44, 6,8 z = σ = = =,4 < 4,7 σ z,47 Conclusie: de standaardafwijking van de scores van de A&B-groep is kleiner dan die van de hele steekproef.

4 Kern Analyse 6 a W = O K = 0,q +,6 q (0,08q 0,9q +,6 q) = 0,08q + 0,6q b Bij de maximale winst moet gelden W = 0,4q +,q = 0 Oplossen geeft q ( 0, 4q +, ) = 0 q = 0 of q = De winst is maximaal als q =. De brouwerij moet dagelijks 000 liter bier produceren. c Voor de winst geldt dan W = 0,08 + 0,6 =.De winst is dan 000 euro per dag. d Dan moet gelden W = 0. Oplossen geeft q ( 0, 08q + 0, 6) = 0 q = 0 of q = 7,. Bij een productie van 700 liter bier per dag maakt het bedrijf winst noch verlies a TO = p q = p ( + 40) = p p b TK = 0,q = 0, ( 40) 0 p + = p c TW = TO TK = p ( + 0) = p p p 00 d TW = 40 + > 0 voor alle waarden van p. Als de afgeleide functie overal positief is, dan stijgt de p oorspronkelijke functie. Er is dus sprake van voortdurende toename. 8 a Omdat het aantal mensen op aarde eerder exponentieel dan lineair is toegenomen, terwijl er volgens het artikel sprake is van een toename van het methaangehalte onder invloed van menselijk ingrijpen. b In vier eeuwen tijd is het methaangehalte met 90 procent toegenomen. Voor het methaangehalte M als functie van het aantal eeuwen t verstreken sinds 600, geldt: 90 - bij lineaire groei M = 00 + t = 00 + t 4 t 4 t - bij exponentiële groei M = 00,9 = 00,74 c Y = 00 +.X en Y = 00*.74^X op WINDOW [0, ] [00, 0] geeft: d Dat zal het eerst gebeuren bij het exponentiële model, daarin stijgt het methaangehalte het snelst. e Een exponentieel model is aannemelijker, omdat ook het N O-gehalte toeneemt onder invloed van menselijk ingrijpen. Voor het N O-gehalte geldt: 8 - bij lineaire groei N = 00 + t = 00 + t 4 4 t - bij exponentiële groei N = 00,08 = 00,09 Bij het exponentiële model wordt het maximum het eerst bereikt. t

5 9 a C is het aantal mensen dat per uur vervoerd kan worden. Als de snelheid gelijk is aan v, dan is het aantal metro s dat per uur (= 600 sec.) voorbij een vast punt komt gelijk aan v v = L + L L + v + v r a 600 v Per metro kunnen N mensen vervoerd worden, dus geldt C = N L + v + v 600 v b L = 0, N = 8 en a = geeft C = = 0 + v + v 0 + v + v ( v + ) C = < 0 (0 + v + v) c = a v N C moet maximaal zijn. L + v + v 4 4 als v 0. De capaciteit neemt dus juist af bij toenemende snelheid! Verhogen van a maakt de noemer kleiner, dus C groter. We kiezen daarom a maximaal, a = 4. We vinden nu formules: 600 v 8 Bij metrostel: C = 0 + a v + v 600 v 70 Bij metrostellen: C = 0 + a v + v 600 v Bij metrostellen: C = 0 + a v + v Wanneer je de grafieken van deze functies op de GRM tekent, vind je dat C maximaal wordt bij metrostellen. De maximale capaciteit is 8886 personen, bij een snelheid van, m/s. a a In A geldt r = 0, dus S = = 00. Als S = 0, geldt = 0 r =, 60 m. 0 r 0 x = r 00 =, , 66 m b Omdat r = x + 00 geldt S = = ( x + 00) ( x + 00) ds 00000x c = ( x + 00) x = d x ( x + 00) x d De grafiek daalt het sterkst rond x =. S () = 8, 9 < 8 ( + 00) + 00 a Formule : minimaal c = 0 0, 0 = en maximaal c = 0 0, 0 = 0 Formule : minimaal c = 0,8 0 =,7 en maximaal c = 0,8 0 = 0 b Dan geldt 0 0, f = 0,8 f 0, f =,8 f 0, 09 =,8 f f = 0 f f f = 0 of f = 0 Het cijfer is dan een 0 of een 4.

6 c Teken Y = 0 0. * X en Y = 0 (.8X) op WINDOW [0, 0] [0, 0]. d Vanaf fouten is formule juist gunstiger, maar voor 0 tot 0 fouten is formule ongunstig. Bij 0 vragen is dat dus bijna altijd. Zelfs met gokken zul je gemiddeld 7 á 8 vragen goed hebben! e V = 0 0, f (0,8 f ) =,8 f 0, f f V 0,9 (,8 ),8 0, 0,,8 f = f = Als V maximaal is, geldt V = 0. Oplossen geeft f =. Het maximale verschil is V () =,8 0, =, De beide cijferformules zijn discrete functies. Eigenlijk kun je hier dus geen helling bepalen! 0,t dp 0,t 0,t a Als P = 8 e, dan geldt G = = 0, 8 e = 0, e dt 0,t G 0, e R = = = 0,, dus R is niet afhankelijk van t. P 0,t 8 e 0,4 b Uit de grafiek volgt R = 0,4 P = 0,4 0,000P 4000 Voor P = 0 volgt R = 0,4 0,000 0 = 0,70 c Als de populatie uit 4000 exemplaren bestaat, is de relatieve groeisnelheid gelijk aan 0. Dit is dus het maximaal haalbare aantal. G d Omdat R = geldt G = P R = P (0, 4 0,00 P) = 0,00P + 0, 4P P e Op t = 0 geldt P = 60, dus G = 0, ,4 60 = 6,4 f G is maximaal als G = 0 G = 0,4 0,000P = 0 als P = We zoeken nu de oplossing voor de vergelijking 000 = + 4 e 0,4t 0,4t + 4 e = e = 0,4t 4 0, 4t = ln = ln ln 4 = ln 4 4 ln 4 t = 7,9 0,4 Hij moet 8 maanden wachten.

7 a A() = 00 A() = 0 A() = 80 Gedurende de eerste drie dagen levert hij in totaal = 8 eenheden. 0,d 0,( d ) b A( d) A( d ) = e ( e ) = 0,d 0,( d ) 0,d 0, 400 e e = 400 e ( + e ) Deze uitdrukking is altijd positief als d > 0. Dat betekent dat het aantal geleverde eenheden elke dag toeneemt. c B(d) is de toename van het aantal geleverde eenheden op dag d. 0,d 0, 0,d d B( d) = 400 e ( + e ) 40 e e C 0 B f g d Bekijk TABLE voor Y = 40 * e^( 0.X). De eerste dag waarop B < 4 is dag. Op die dag geldt 0, A() = e = P( d) 0,d 0,d G( d) = ( ) ( e ) = (00 0 +, d) ( 4 e ) = 00 0,d (80 +, d) ( 4 e ) 4 a B: D: , 6 m. Midden: b CA = c AE = , 4 m , 70 m. CB + BA = 6 + x = 6 + x AD DE x x x CAE = CA + AE = + = ( ) + 4 = x + x 4x + 60 CAE = ( x + 6) x + ( x 4x + 60) (x 4) = x x + x + 6 x 4x CAE (6) = + = 0, Remco heeft geen gelijk. d Als BA : AD = :, dan geldt x = = 7, m CAE (7,) = Lia heeft wel gelijk. 7, + 6 7, 4 7, , 7, + = 0

8 a y = 74,044 t ln,044 t 0 In 000: y 0 = 74, 044 ln, 044, 0 In 990: y = 0 74, 044 ln, 044 7, 4,,, dus het klopt. 7,4 óf De afname van de oppervlakte wordt gegeven door 74,044 t Dit is exponentieel, dus de snelheid waarmee het afneemt is evenredig met de hoeveelheid. t 0 Op t = 0 geldt 74, 044 = 74, 044 = 74 t 0 Op t = 0 geldt 74,044 = 74,044 = 8,6 74,. De hoeveelheid die verdwenen is op t = 0 is, keer zo groot als de hoeveelheid die 8, 6 verdwenen is op t = 0. Dan zal de snelheid waarmee de oppervlakte afneemt ook, keer zo groot zijn. 6 a - b De grafiek wordt op dubbellogaritmisch papier een rechte lijn. De functie moet dus een n machtsfunctie van de vorm y = ax zijn. De grafiek gaat door het punt (08, ) en het punt (47, 07). Uit de vergelijkingen = a 08 n en 07 = a 47 n 47 07,volgt ( ) n =. Oplossen geeft n, 08, Nu weten we dat T = a A. Invullen van A = 08 en T = geeft dan a 0,., De gevraagde formule is T = 0, A c Nu geldt voor Venus: 08 0,7 A.E. Op dezelfde wijze vind je voor Mars:, A.E., 0 Jupiter:,9 A.E. en Saturnus 9, A.E. d Invullen van n = 0,,, geeft dat n venus = 0, n aarde =, n jupiter = 4 en n saturnus =. 6 e n = 6 geeft R = 0, 4 + 0, = 9, 6 A.E. = 940 miljoen kilometer. f T,, = 0, A = 0, dagen. 7 a In 0 jaar tijd ging het aantal inwoners van,4 miljoen naar miljoen. Dat betekent een jaarlijkse 0 groeifactor van ( ),07,4 b c A =,4,07 t A =,07 t t d Met de laatste formule: A =,07 > geeft t > log 0,,07 In het jaar 98 + = 0 zal het aantal in woners de miljoen overschrijden. e Tot 9 is de groeifactor kleiner omdat de helling van de grafiek daar kleiner is dan die van de stippellijn. Na 9 groeit de bevolking sneller dan de stippellijn aangeeft.

9 Kern Kansrekening 8 a Van elke kleur zijn er 8 kaarten in het spel. Dat zijn in totaal kaarten. Iedere speler krijgt hiervan drie kaarten. De eerste speler krijgt kaarten van de. De volgende speler krijgt kaarten van de b overgebleven 9 kaarten. De derde speler krijgt kaarten van de overgebleven 6 kaarten, etc.. 9 Met twee spelers zijn er = 8840 manieren Met drie spelers zijn er 4,7 0 manieren. 9 6 Met vier spelers zijn er 8, 0 manieren Met vijf spelers zijn er 9, 0 manieren Met zes spelers zijn er 6,47 0 manieren. Met zes spelers of meer 7 zijn er meer dan 0 manieren. 8 4 P(Jesse krijgt precies twee ruiten) = = 0, 9 a Het is hier handig om eerst een kansboom van de verschillende mogelijkheden te maken. Je vindt dan vervolgens: P( euro nog op zak) = P( keer euro) + P(twee keer euro en één keer 0 cent) = = P(,0 kwijt) = P( euro, euro en 0 cent) = 6 = P(meer dan,0 kwijt) = P(,0 kwijt) = = b Hij houdt precies,0 over als hij euro in het water gooit. Gooit hij minder dan komt hij een zakkenroller tegen, gooit hij meer, dan houdt hij vanzelf al minder dan,0 over! 4 P( euro) = = De gevraagde kans is P( euro) = =

10 0 a aantal worpen aantal treffers relatieve freq. 0,60 0, 0,67 0,69 0,668 0,6664 b Bij graaf Buffon is de meest betrouwbare schatting 0,67. Bij de computersimulatie 0,6664. Hoe vaker je het experiment herhaalt, hoe betrouwbaarder de schatting. c 0, π. De computerbenadering wijkt af in de 6e decimaal. d P( X = 8 n = 0 en p = ) = binompdf (0, / π,8) 0,60 π e P( X 8 n = 0 en p = ) = P( X 7) = binomcdf (0, / π, 7) 0, 7 π f De verwachte uitkering per spel is 0,7 =,68. Hij maakt per spel dus een winst van,68 = 0, Om al zijn kosten te dekken moet hij 09 klanten trekken. 0,87 a P( Ant 8 n = 0 en p = ) = P( X 7) = binomcdf(0,/6,7) = 0, P( Ams 8 n = 0 en p = ) = P( X 7) = binomcdf(0,/6,7) = 0, P( S 8 n = 0 en p = ) = P( X 7) = binomcdf(0,/6,7) =,0000 b P(Antwerpen) = + 4 0, P(Amsterdam) = ,4 P(Sauerland) = 0,4074 0,4 = 0,0494 c P( Ant 8 n = 0 en p = 0, 4) = P( X 7) = binomcdf(0,0.4,7) =,0000 P( Ams 8 n = 0 en p = 0, 4) = P( X 7) = binomcdf(0,0.4,7) =,0000 P( S 8 n = 0 en p = 0, 0) = P( X 7) = binomcdf(0,0.0,7) = 0,00 a P(alle drie ingeloot) = 0,6 = 0,44 b P(B en C wel,e niet) + P(B en E wel,c niet) + P(C en E wel,b niet) = 0, 70 0, 6 ( 0, 400) + 0, 70 0, 400 ( 0, 6) + 0, 6 0, 400 ( 0, 70) = 0, 46 c E(aantal ingeloot) = 7, , , , , , + 8 0, d Als alle aantallen met 78 0,80 worden vermenigvuldigd, dan komt het totaal op de gewenste e P(alle drie uitgeloot) = ( 0, 70) ( 0, 6) ( 0, 400) = 0, 06. Het feit dat ze alle drie al een keer zijn uitgeloot, beïnvloedt de kans voor de nieuwe loting niet! f E(aantal ingeschreven) = 0, , 6 + 0, 400,8 90 a = b Die kans is 90 c Hij ontvangt per lot,00. De verwachte uitbetaling per lot is = 0,8 euro. Hij ontvangt dus inderdaad meer dan hij uitbetaalt. 90

11 d Er zijn ambo s die winnend zijn. Dit is immers het aantal manieren om twee uit de vijf getrokken nummers te kiezen. 90 Er zijn in totaal manieren om een ambo samen te stellen. Hieruit volgt de gegeven kans. e 0, f Hij ontvangt 0,00 + 0,60 + 0,00 = 8,00 De verwachte uitbetaling is = 8, De winstverwachting voor de exploitant is 8,00 8,4 =, 4 a Het gaat om een binomiale verdeling met n = en p = 0.4. Met binompdf(, 0.4, X) vind je de genoemde kansen. b E(X) = n p = 0,4 =, σ ( X ) = n p ( p) = 0, 8 0, 4,04 c Als r = 0 dan geldt Y = ( 0 ) = 0 Als r = dan geldt Y = ( 4 ) = Als r = dan geldt Y = ( ) = 0 Als r = dan geldt Y = ( ) = Als r = 4 dan geldt Y = ( 4 ) = 0 Als r = dan geldt Y = ( 4 ) = 4 y P(Y = y) 0,066 0,8 0,44 0,49 0,090 0,0 d Voor elke rode mutant krijgt de student van de drie andere studenten euro. Voor iedere niet-rode mutant moet hij aan studenten euro betalen. Zo levert iedere rode 9 euro op, en iedere niet-rode kost hem 6 euro. Dat betekent dat als X het aantal rode mutanten is, de totale opbrengst gelijk is aan 9X 6 ( X) = 9 X X = X 0. e E(Y) = E(X 0) = E(X) 0 =, 0 =,0. σ ( Y ) = σ ( X ) 6,6 f P(r, g) + P(g, r) = 0,4 0,8 + 0,8 0,4 = 0,487 g Bedenk dat bij een serie van bestralingen, er hooguit 4 kleurwisselingen kunnen zijn. E(aantal wisselingen) = n p = 4 0,487 = 6,808 h Hij vindt kleurwisselingen, van de maximaal 4 mogelijke kleurwisselingen. P( X n = 4 en p = 0, 487) = P( X ) = binomcdf(4, 0.487, ) = 0,0049. Het is erg onwaarschijnlijk dat hij deze serie in werkelijkheid krijgt, die kans is minder dan 0,%. a Het gaat hier niet om een continue variabele. b P(score < 4,) = P( X < 4, µ = 6 en σ = 6) = normalcdf( 9999, 4., 6, 6) 0,8 Ruim % van de leerlingen haalt 4 punten of minder. c P(score > 69,) = P( X > 69, µ = 6 en σ = 6) = normalcdf(69., 9999, 6, 6) 0,994 Bijna 0% van de leerlingen haalt 70 punten of meer.

12 d P(score <?) = 0,90 z = invnorm(0.90) =,8 g µ z = g = µ + z σ = 6 +,8 6 = 76, σ Het 90-percentielpunt ligt bij 76 punten. e P(alle drie boven de 6) = 0,0 = 0, 07 f 0% van 40 leerlingen is leerlingen. Je kunt hier niet uitgaan van een trekking met terugleggen! 0 P(alle drie boven de 6) = 0, a P( V < 0 µ = en σ = 4) = normalcdf( 9999, 0,, 4) = 0,60 Dat betekent dat 6,0% van de flesjes minder dan 0 ml bevat. Dat zijn 0, flesjes. b P( V < g µ = en σ = 4 ) = 0, 0 z = invnorm(0.0) =,64 g µ z = g = µ + z σ =,64 4 ml σ c P( V < 0 µ =? en σ = 4 ) = 0,0 g µ z = µ = g z σ = 0 +, ml σ d P( V < 0 µ = en σ =? ) = 0,0 g µ g µ 0 z = σ = =,0 ml σ z,64 e Per flesje is de kans dat de hoeveelheid meer dan éénmaal de standaardafwijking onder het gemiddelde ligt, gelijk aan normalcdf( 9, ) 0,87. Voor drie flesjes is die kans gelijk aan 0,87 0, H 0 : p = 0, 60 en H : p > 0,60 X = aantal opgeheven bedrijven P( X 8 n = 9 en p = 0, 6) = P( X 80) = binomcdf(9, 0.6, 80) = 0,04 < 0,0 Conclusie: de nulhypothese wordt verworpen, de kans in België is inderdaad groter dan 0,60. 8 a w is de maaswijdte. Uit de gegevens blijkt dat P( w < g µ = 0,0 en σ = 0, ) = 0,07. g µ z = g = µ + z σ = 0 + invnorm(0, 07) 0, 49, 6 mm σ b P( w < 49,44 µ = 0,0 en σ = 0, ) = normalcdf( 9999, 49.44, 0.0, 0.) 0,00 =,0% c Voor die mediaan m moet gelden P( w < m µ = 0,0 en σ = 0, ) = 0,00 = 0,0 m = µ + z σ = 0, 0 + invnorm(0, 0) 0, = 49, mm. d H 0 : µ = 0, 0 en H : µ 0, 0 0, P( X 0,0 µ = 0,0 en σ = ) = normalcdf(0.0, 9999, 0, 0.0) 0,04 > 0,0 00 H 0 wordt niet verworpen, dus men zal niet bij Doko aan de bel trekken.

13 9 a X = het aantal keer dat Robert een toets heeft gemist. b P( X 4 n = 00 en p = 0,) = P( X ) = binomcdf(00, 0., ) 0,09 > 0,0, dus H 0 kan niet worden verworpen, dus Robert s afwezigheid bij toetsen is normaal. c Omdat X niet binomiaal verdeeld is. Immers, de steekproef van 00 proefwerken genomen uit de populatie van alle lessen: - is niet aselect, - is getrokken zonder terugleggen, - is erg groot t.o.v. de populatie. d H 0 : p = 0, en H : p > 0, P( X 4 n = 00 en p = 0,) P( N, µ = en σ = 00 0, 0,87 ) = normalcdf(., 9999,, (,)) = 0,0009 < 0,0, dus H 0 wordt verworpen, Robert s afwezigheid bij toetsen is niet normaal. 0 H 0 : µ = 8, en H : µ > 8, 0 P( X 86,8 µ = 8, en σ = ) = normalcdf(86.8, 9999, 8., 0/(0)) 0,006 < 0,0. 0 Conclusie: er is voldoende aanwijzing om het vermoeden van de onderzoeker te bevestigen.

14 Kern 4 Gemengde opgaven (0 0) a Als d = 0 geldt p = = 0 en als d = 6 geldt p = = (6 0) De kans op een lekke band varieert tussen 0 en 7 b Je zou het gemiddelde mogen nemen als er sprake was van een lineair verband. Hier is echter sprake van afnemende daling. De lijn door (0,0) en (6, ) ligt boven de grafiek en geeft dus steeds een te 7 hoge kans. c 0,06 0,94 0,06 lek 0,94 0,06 niet-lek 0,94 0,06 lek 0,94 niet-lek lek niet-lek 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 0,06 0,94 lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek lek niet-lek d Het gaat hier om een binomiale kansverdeling. Je kunt de kansen berekenen aan de hand van de kansboom hierboven, je kunt ook gebruik maken van de GRM. Met Y = binompdf(4, 0.06, X) vind je dan de gevraagde kansverdeling. x 0 4 P(X = x) 0,7808 0,99 0,09 0,0008 0,0000 e P(meer dan één lek) = 0,09 + 0, ,0000 = 0,099 f De kans dat je aan één reservewiel niet genoeg hebt, is heel klein. Hoeveel risico ben je bereid te nemen? a We gebruiken de middelste formule: GT = 0, 087 (,8 +,9 0,6 ) ( 60 ) + 9 C b Nu gebruiken we de onderste formule: GT =, = 6 C c We zoeken de oplossing van GT = 0,087 (,8 +,9 v 0,6 v) ( 60 ) + 07 C Oplossen geeft v = 47,9 km/uur. d Als t = 6 en v = 7 geldt T =, = 9, M v = 0, , + 0, = 0, 78 kg. Zijn massa neemt in 6 dagen af met 6 0,78 = 4, kg. Hij weegt dan nog 0 4, =,9 kg. e M = 0, 0009 (, 6t 0) + 0, v t = 6 geeft M v = 0,0009 (,6 60 0) + 0, = 0,78 f P( X = 0 n = en p = 0,87) = binompdf(, 0.87, 0) 0,77 g P( X 0 n = en p = 0,87) = ~ P( X 9) 0,80

15 a P(ziekte A) = 4 P(ziekte B) = = 4 4 P(ziekte C) = = 4 4 P(ziekte D) = = 4 4 b aantal testen kans P c Strategie (test, test, test ) Strategie (test, test, test ) Strategie (test, test, test ) aantal testen kans P Strategie (test, test óf test ) aantal testen kans P 0 d Bij de laatste strategie geldt: E(aantal testen) = 0 + = Bij de overige strategieën geldt: E(aantal testen) = + + = De laatste strategie lijkt dus het handigst. e De verwachte kosten zijn ( ) + ( ) = 700 euro. 4 4 f De strategie (test, test, test ) kost naar verwachting 70 euro De strategie (test, test, test ) kost naar verwachting 70 euro De strategie (test, test, test ) kost naar verwachting 80 euro De strategie (test, test óf test ) kost naar verwachting 700 euro De eerste en de laatste strategie geven de laagste kosten. g Rond t =, zie grafiek. 4 ( t + ) 4t t 4t + 4 C = = ( t + ) ( t + ) C () = = 0, dus het klopt. ( + ) h Eerst is sprake van toenemende daling, daarna van afnemende daling. 4t + 4 i C = heeft een minimum als de afgeleide van C gelijk is aan 0. ( t + ) 8 t ( t + ) ( 4t + 4) ( t + ) t C = 4 ( t + ) 8 ( + ) ( 4 + 4) ( + ) C ( ) = = 0 4 ( + ) Bij t = is de afnamesnelheid het hoogst. Die is dan per uur. 4 4 aantal testen kans P 4 4 aantal testen kans P ( ) C = = = (( ) + ) 6 mg per liter

16 j C = 4t t + als 4t = t +. Dat geeft t 4t + = 0, en vervolgens t = ± Op t = neemt de concentratie nog toe. Na t = +,7 wordt de concentratie te laag, dat is uur en 44 minuten na de injectie. 4 a Teken Y = 80X en Y = 0.X + 0X op WINDOW [0, 400] [0, 40000] b Met CALC intersect vind je het snijpunt van beide grafieken: X = 0. en Y = 4,. Dat betekent dat vanaf leden het subsidiebedrag wordt overtroffen. c B = S E = 80x (0,x + 0x ) = 0,x + 0x d 0 Het maximum van deze functie wordt bereikt bij xtop = = 0. Het maximale bedrag is 0, B (0) = 0, = 0 euro. S E x + x x x + x + R = = = S 80x x ( 0, x + 0)(80x + 000) ( 0,x + 0x + 000) 80 R = = (80x + 000) , , x x + x + + x x (80x + 000) x x + (80x + 000) Als x = 0 geldt R = = 0, dus bij x = 0 is R maximaal. ( ) R(0) = 0,. e P( X = n = 0 en p = 0,0) = binompdf(0, 0.0, ) 0,849 f De actie slaagt niet als er 4 of minder jongeren lid worden. P( X 4 n = 0 en p = 0,0) = binomcdf(0, 0.0, 4) 0,4 = a De kans dat een visje een dag overleeft, is gelijk aan 0,0 = 0,97. b Het aantal visjes dat na t dagen nog in leven is, is gelijk aan N = ,97 t t 0,97 c Dat is het geval als geldt 0,97 = 0, t = log 0,, 76 Op de e dag zal de school visjes zijn gehalveerd. d Op t = 0 zijn er = 4000 visjes. Op t = 60 zijn er = 00 visjes. Dat 00 0 betekent een groeifactor per dag van ( ) 0,97. De kans dat een visje sterft, is dus gelijk aan ,97 = 0,0. Die kans is dus nog steeds gelijk aan 0,0. e T = ,97 t f Dat is het geval als N < 000. t N = ,97 < 000 t 0,97 < 0,0 0,97 > t log 0,0 76 Na 76 dagen bestaat de school voor het eerst uit minder dan 000 exemplaren.

17 g H 0 : µ = 09 en H : µ < 09 P( X < 04 µ = 09 en σ = ) = normalcdf ( 9999,04,09,/ ) 0, 07 < 0,0. De H 0 kan worden verworpen. Het vermoeden wordt bevestigd. h Als P( X < g µ = 09 en σ = ) < 0, 0, dan wordt H 0 verworpen. g = µ + z σ = 09 + invnorm(0, 0) = 04, 7 Bij gemiddelden kleiner dan 04,7 gram wordt H 0 verworpen, bij gemiddelden groter dan 04,7 gram wordt H 0 wel verworpen. 6 a Eerste generatie Homozygote: = 000 Heterozygote: 8000 = 4000 Tweede generatie Homozygote: = 4000 Heterozygote: 4000 = 000 b Van de heterozygote planten blijft steeds de helft hetrozygoot. Omdat iedere generatie het aantal gehalveerd wordt, zullen de heterozygote planten uitsterven. c p == 0 ( ) n d 0 ( ) n Voor de e generatie vind je Voor de e generatie vind je p = 0 ( ) 0,0 % > 0,% p = 0 ( ) 0,006 % < 0,% De e generatie is de eerste waarbij het percentage onder de 0,% komt. H : p = en H : p > e 0 P( X > k n = 0 en p = ) = P( X k ) > 0, 0 Voer in Y = binomcdf(0, 0., X ) en kijk in TABLE. Voor alle x 40 klopt de ongelijkheid. f Nee. Bij het toetsmodel wordt uitgegaan van H : p >. Lage aantallen wijzen in het voordeel van 0 H : p = en niet direct in de richting van p <. Je mag niet het model aanpassen aan de waarnemingen!

18 7 a aantal duizendtallen 0 7% 4% % jaar b In de periode % c , 00 d Zie afbeelding rechts. e H 0 : p = 0, 7 en H : p > 0, 7 P( X 60 n = 70 en p = 0, 7) = P( X 9) = binomcdf(60, 0.7, 9) 0,00 < 0,0 H 0 wordt verworpen. Er zijn significant meer ruimtevaarders onder de 70 lijders aan ruimteziekte. 8 a Er worden 0 9 = 90 wedstrijden gespeeld. b P( X 4 n = en p = 0,) = binomcdf(, 0., 4) 0,8 c De diameter van de bal is gelijk aan 7,4 4 π cm. De hoogte van de onderzijde van de bal is nu achtereenvolgens: 80 cm, 0 cm, 80 cm = ; = Er is een vaste vermenigvuldigingsfactor d Voor de hoogte van de onderkant van de bal geldt h = 80 ( ) n. Als de bal volledig onder de cm moet blijven, dan komt de bal dus minder dan cm van de grond! Dat betekent dat moet gelden n h = 80 ( ) < Teken Y = 80 * (/)^X en Y = op WINDOW [0, ] [0, 0]. Met CALC intersect vind je als snijpunt voor deze twee grafieken het punt met X =.807. Dus bij de e keer stuiteren blijft de bal volledig onder de cm. e P( X < 7 µ = 76, en σ = 0,70) = normalcdf( 9999, 7, 76., 0.70) 0,06. P( X > 78 µ = 76, en σ = 0, 70) = normalcdf(78, 9999, 76., 0.70) 0,06. P(bal voldoet niet) = 0,0. Het verwachte aantal ballen dat niet voldoet is daarom gelijk aan 0,0 4. f P(bal voldoet) = 0,0 = 0,9679 P( X = n = en p = 0,9679) = binompdf(, , ) 0,849 = 84,9% H : p = en H : p > g Als P( X x n = en p = ) < 0, 0 dan geldt P( X x n = en p = ) > 0,9 0 Voer in Y = binomcdf(, /0, X ) en kijk in TABLE. Je vindt dan dat de kleinste waarde van x waarvoor dit geldt, is x = 0

19 9 Als E( A ) =, en σ ( A) =, 6 dan geldt E( S ) = 00, = en σ ( S) = 00,6 =, 6 We toetsen H 0 : µ = en H : µ < P( S 0, µ = en σ =, 6) = normalcdf( 9999, 0.,,.6) 0,0496 < 0,0 H 0 wordt verworpen, er is voldoende aanleiding om te veronderstellen dat het programma te weinig klaverenkaarten geeft.

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. 9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Examenaanpak. Kern 1 Modelleren

Hoofdstuk 6 Examenaanpak. Kern 1 Modelleren Uitwerkingen Wiskunde A Netwerk VWO 6 Hoofdstuk 6 Examenaanpak www.uitwerkingenste.nl Hoofdstuk 6 Examenaanpak Kern Modelleren a De vrouwen van 8 jaar vallen in de categorie 5 9. Hoe de verdeling binnen

Nadere informatie

14.1 Kansberekeningen [1]

14.1 Kansberekeningen [1] 14.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a Hoofdstuk De normale verdeling Kern Normale verdelingen a percentage 30 0 0 57 6 67 7 77 8 87 9 97 0 07 De polygoon heeft een klokvorm. b In totaal is 0, + 0,9 + 3,3 +,0 +,3 + 7,3= 50,5 procent van de

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Antwoorden door K woorden 14 augustus keer beoordeeld. Wiskunde A. Supersize me. Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen.

Antwoorden door K woorden 14 augustus keer beoordeeld. Wiskunde A. Supersize me. Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen. Antwoorden door K. 1901 woorden 14 augustus 2015 1 1 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Supersize me Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen. Formule energiebehoefte = =33,6 G 5000(kcal) = dagelijkse

Nadere informatie

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.

Nadere informatie

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies Wat heb ik nodig: GR of afgeleide? Hoe ziet de grafiek eruit? Moet ik de afgeleide berekenen? Kan ik bij deze functie de afgeleide berekenen? Welke

Nadere informatie

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) 11.0 Voorkennis Let op: Cumulatieve binomiale verdeling: P(X k) = binomcdf(n,p,k) Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) Voorbeeld 1: Binomiaal kanseperiment

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II wiskunde A vwo 06-II Hittegolven in Nederland maximumscore 3 Uit de tabel: er waren 354 hittegolfdagen De periode 9-03 beslaat 37 595 dagen De kans is 0,9% ( nauwkeuriger) (gevolgd door een passende conclusie)

Nadere informatie

Uitwerkingen Hst. 10 Kansverdelingen

Uitwerkingen Hst. 10 Kansverdelingen Uitwerkingen Hst. 0 Kansverdelingen. Uittellen: 663 ; 636 ; 366 ; 654 (6 keer) ; 555 0 mogelijkheden met som 5.. Som geen 5 = 36 som 5 Som 5: 4, 3, 3, 4 4 mogelijkheden dus 3 mogelijkheden voor som geen

Nadere informatie

Kern 1 Rekenen met binomiale kansen

Kern 1 Rekenen met binomiale kansen Netwerk e editie havo A Hoofdstuk De binomiale verdeling uitwerkingen Hoofdstuk De binomiale verdeling uitwerkingen Kern Rekenen met binomiale kansen a Omdat er steeds twee mogelijkheden zijn: zwart óf

Nadere informatie

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5% C. von Schwartzenberg 1/16 1a Er is uitgegaan van de klassen: 1 < 160; 160 < 16; 16 < 170;... 18 < 190. 1b De onderzochte groep bestaat uit 1000 personen. 1c x = 17,3 (cm) en σ, 7 (cm). 1de 680 is 68%

Nadere informatie

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv bladzijde 9 a, 3 3000 = 8900 = 830, b 0, 07 000000 = 8000 = 80, c 300 700 = 6870000 = 690, 8 d 0, 000 0, 007 = 0, 00000 =, 0 6 e 6344, 78, 98 = 49604, 336 = 4960, 6 9 6 f, 0 + 4 0 = 74000000 =, 74 0 9

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde A

Samenvatting Wiskunde A Bereken: Bereken algebraisch: Bereken exact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een examen in dit geval voor

Nadere informatie

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen Hoofdstuk 5 Beschrijvende statistiek (V4 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 5.1 : verdelingen Les 1 Allerlei diagrammen = { Hoe vaak iets voorkomt } Relatief = { In procenten } Absoluut = { Echte getallen

Nadere informatie

4 De normale verdeling

4 De normale verdeling bladzijde 217 35 a X = het aantal vrouwen met osteoporose. P(X = 30) = binompdf(100, 1, 30) 0,046 4 b X = het aantal mannen met osteoporose. Y = het aantal vrouwen met osteoporose. P(2 met osteoporose)

Nadere informatie

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde

Nadere informatie

Formules en grafieken Hst. 15

Formules en grafieken Hst. 15 Formules en grafieken Hst. 5. De totale kosten zijn dan : 0,5. 0000 = 0.000 dollar. Dan zijn de kosten per ton, dollar. De prijs is dan :,. 0.000 = 4.000 dollar. 0,50 dollar per ton en 4000 mijl. Aflezen

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. Netwerk, 4 Havo A, uitwerkingen Hoofdstuk 9, De Normale Verdeling Elleke van der Most

Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. Netwerk, 4 Havo A, uitwerkingen Hoofdstuk 9, De Normale Verdeling Elleke van der Most Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling Kern Normale verdelingen a percentage 30 0 0 57 6 67 7 77 8 87 9 97 0 07 De polygoon heeft een klokvorm. b De gemiddelde lengte valt in de klasse 80 84 cm. Omdat 8 precies

Nadere informatie

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456 Formules, grafieken en tabellen Procenten - altijd afronden op 1 decimaal tenzij anders vermeld VB: Een hoeveelheid neemt met 12% toe to 1456. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? Oud =? Nieuw =

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A vwo 2011 - I

Eindexamen wiskunde A vwo 2011 - I Eindexamen wiskunde A vwo 20 - I Beoordelingsmodel Dennenhout maximumscore 4 De nieuwe diameter is 0,32 m d = 0,6 invullen geeft 0,40 (of nauwkeuriger) d = 0,32 invullen geeft 0,376 (of nauwkeuriger) Dat

Nadere informatie

Werken met de grafische rekenmachine

Werken met de grafische rekenmachine Werken met de grafische rekenmachine Plot de grafiek blz. Schets de grafiek of teken een globale grafiek blz. 3 Teken de grafiek blz. 4 Het berekenen van snijpunten blz. 3 5 Het berekenen van maxima en

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1: Hoofdstuk 8: De normale verdeling 8. Centrum- en spreidingsmaten Opgave : 00000 4 4000 5 3000 a. 300 dollar 0 b. 9 van de atleten verdienen minder dan de helft van het gemiddelde. Het gemiddelde is zo

Nadere informatie

13.1 Kansberekeningen [1]

13.1 Kansberekeningen [1] 13.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien

Nadere informatie

11.1 Kansberekeningen [1]

11.1 Kansberekeningen [1] 11.1 Kansberekeningen [1] Kansdefinitie van Laplace: P(gebeurtenis) = Aantal gunstige uitkomsten/aantal mogelijke uitkomsten Voorbeeld 1: Wat is de kans om minstens 16 te gooien, als je met 3 dobbelstenen

Nadere informatie

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Yvette pakt vier knikkers uit een vaas waar er 20 inzitten. 9 van de knikkers zijn rood en 11 van de knikkers zijn blauw. X = het aantal rode knikkers dat Yvette pakt. Er zijn

Nadere informatie

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b) Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek

Nadere informatie

Empirische kansen = op ervaring gegrond; bereken je door relatieve frequenties te gebruiken. Wet van de grote aantallen.

Empirische kansen = op ervaring gegrond; bereken je door relatieve frequenties te gebruiken. Wet van de grote aantallen. Samenvatting Kansen Definitie van Laplace : P(G) = aantal _ gunstige _ uitkomsten aantal _ mogelijke _ uitkomsten Voorbeeld : Vb kans op 4 gooien met dobbelsteen: Aantal gunstige uitkomsten = 1 ( namelijk

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 11 juni 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] 8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] Gegeven zijn de volgende 10 waarnemingsgetallen: 1, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 8, 8, 9 Het gemiddelde is: De mediaan is het middelste waarnemingsgetal als de getallen naar grootte

Nadere informatie

Uitwerkingen Wiskunde A HAVO

Uitwerkingen Wiskunde A HAVO Uitwerkingen Wiskunde A HAVO Nederlands Mathematisch Instituut December 28, 2012 Supersize me Opgave 1. De formule voor de dagelijkse energiebehoefte is E b = 33,6 G. Als we dit invullen dan krijgen we

Nadere informatie

x -3-2 -1 0 1 2 3 a. y -7-4 -1 2 5 8 11 b. y -3.5-3 -2.5-2 -1.5-1 -0.5 c. y 7 6 5 4 3 2 1

x -3-2 -1 0 1 2 3 a. y -7-4 -1 2 5 8 11 b. y -3.5-3 -2.5-2 -1.5-1 -0.5 c. y 7 6 5 4 3 2 1 Huiswerk bij les 1 1. Teken de grafiek van de volgende functies (maak eerste een tabel en ga dan tekenen): a. y = 3x +2 lineaire functie met startgetal 2 en helling 3 b. y = -2 + ½x lineaire functie met

Nadere informatie

Antwoorden HAVO wa I. Duikeend. Maximumscore 3 1 5% van 6 gram is 0,3 gram 1 Het aantal duiken is 120 : 0,3 =

Antwoorden HAVO wa I. Duikeend. Maximumscore 3 1 5% van 6 gram is 0,3 gram 1 Het aantal duiken is 120 : 0,3 = HAVO wa12 2003-I Antwoorden Duikeend 1 5% van 6 gram is 0,3 gram 1 Het aantal duiken is 120 : 0,3 = 400 2 300011 CV15 3 Lees verder scores D 2 het bekijken van een interval, bijvoorbeeld [0, 8] 1 De gebruikte

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4 Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4 1. Lineair verband. 1a. na 1 min 36 cm, na min. 3 cm, daling 4 cm per minuut. b. h = 40 4t h in cm en t per minuut b. k: rc = -3 m: rc = 0.5 p: rc

Nadere informatie

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO wiskunde A MLN/SNO Onderwerp: Statistiek - Blok Datum: donderdag 1 januari 010 Tijd: 8.30-10.45 NB 1: Bij de beantwoording van de vragen ALTIJD JE BEREKENINGEN aangeven.

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen HAVO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Supersize me Opgave 1. De formule voor de dagelijkse energiebehoefte is E b = 33,6 G. Als

Nadere informatie

Continue Modellen 4.2 Uitwerkingen

Continue Modellen 4.2 Uitwerkingen Continue Modellen 4.2 Uitwerkingen Paragraaf 3 1. 1983: t = 56 1948: t = 21 35 naar rechts en 2 omhoog, dus het hellingsgetal is 2 35 = 0,057 De trendlijn B = 0,057 t + b gaat door (56, 5), dus 5 = 0,057

Nadere informatie

wiskunde C vwo 2016-II

wiskunde C vwo 2016-II wiskunde C vwo 206-II Vlinders maximumscore 4 Aflezen uit de figuur: het gemiddeld aantal in de drie beste zomerweken in 995 is 65 000 en in 203 is dit 30 000 Het aantal volgens de trendlijn in 995 is

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Formules en grafieken. 1.1 Lineaire verbanden

Hoofdstuk 1: Formules en grafieken. 1.1 Lineaire verbanden Hoofdstuk : Formules en grafieken.. Lineaire verbanden Opgave : in 0 minuten daalt het water 40 cm, dus 4 cm per minuut dus na minuut geldt: h 40 4 6 cm en na minuten geldt: h 40 4 cm b. formule II Opgave

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door een scholier 1647 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Wiskunde A

5,1. Samenvatting door een scholier 1647 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Wiskunde A Samenvatting door een scholier 1647 woorden 18 oktober 2010 5,1 4 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Samenvatting A2 Recht evenredig Bij een stapgrootte van y hoort een constante eerste augmentatie van x Omgekeerd

Nadere informatie

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.

Nadere informatie

Uitwerkingen Functies en grafieken

Uitwerkingen Functies en grafieken Uitwerkingen Functies en grafieken 1 1. d = -10t + 46 ; t in minuten en d in meters. a. t =,5 d = -10.,5 + 46 = 1 b. 1min en 45 seconden t = 1,75 d = -10.1,75 + 46 = -17,5 + 46 = 8,5 meter. c. -10 wil

Nadere informatie

wiskunde C vwo 2017-II

wiskunde C vwo 2017-II OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: EX ( Y) EX ( ) EY ( ) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 ( X Y) ( X) ( Y) n -wet: bij een serie van n onafhankelijk

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2017-II

wiskunde A vwo 2017-II wiskunde A vwo 07-II Eiwit en vet in melk maximumscore 4 Voorbeeld van een juiste berekening: 005, 8500 aflezen De punten ( 985, 5500 ) en ( ) De toename per jaar is 50 De vergelijking 8500 + 50t = 000

Nadere informatie

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012)

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012) Antwoorden bij - De normale verdeling vwo A/C (aug 0) Opg. a Aflezen bij de 5,3 o C grafiek:,3% en bij de,9 o C grafiek: 33,3% b Het tweede percentage is 33,3 /,3 = 5, maal zo groot. c Bij de 5,3 o C grafiek

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 23 januari 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel

Nadere informatie

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links. G&R havo A deel C. von Schwartzenberg /8 a Er is uitgegaan van de klassen: < 60; 60 < 6; 6 < 70;... 8 < 90. b c De onderzochte groep bestaat uit 000 personen. (neem nog eens GRpracticum uit hoofdstuk 4

Nadere informatie

Beslissen op grond van een steekproef Hoofdstuk 15

Beslissen op grond van een steekproef Hoofdstuk 15 1 Beslissen op grond van een steekproef Hoofdstuk 15 1. a. Het gaat veel geld kosten voor de fabrikant als er te veel schuurmiddel gebruikt wordt. b. Bij een te laag gemiddelde zullen de klanten niet tevreden

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 28 juli 2014 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] 3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] Voorbeeld: Op een schijf staan een zestal afbeeldingen in even grote vakjes: 3 keer appel, 2 keer banaan, 1 keer peer. Sandra draait zes keer aan de schijf. a)

Nadere informatie

Errata Moderne wiskunde 9e editie VWO A/C deel 2 uitwerkingen

Errata Moderne wiskunde 9e editie VWO A/C deel 2 uitwerkingen Errata Moderne wiskunde 9e editie VWO A/C deel uitwerkingen Onderstaande verbeteringen zijn gebaseerd op de eerste druk van deze titel. In bijdrukken worden fouten hersteld. Het is dus goed mogelijk, dat

Nadere informatie

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2 G&R vwo A/C deel 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14 1a Gemiddelde startgeld x = 1 100000 + 4 4000 + 3000 = 13100 dollar. 10 1b Het gemiddelde wordt sterk bepaald door de uitschieter van

Nadere informatie

Lesbrief de normale verdeling

Lesbrief de normale verdeling Lesbrief de normale verdeling 2010 Willem van Ravenstein Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Hoofdstuk 1 de normale verdeling... 2 Hoofdstuk 2 meer over de normale verdeling... 11 Hoofdstuk 3 de n-wet...

Nadere informatie

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t Welk verband zie ik tussen de gegeven informatie en wat er gevraagd wordt? Wat heb ik nodig? Heb ik de gegevens uit de tekst gehaald? Welke

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 24 juni 2013 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden. [KC] exponentiële verbanden

Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden. [KC] exponentiële verbanden Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden [KC] exponentiële verbanden 0. voorkennis Procenten en vermenigvuldigingsfactoren Procentuele toename met p%: g = 1 + p 100 p = ( g 1) 100 Procentuele afname met p%:

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

Kansberekeningen Hst

Kansberekeningen Hst 1 Kansberekeningen Hst. 1 1. P(,) + P(,) + P(,) = 1 1 1 1 1 1 5 + + = 16 b. P(10) = P(,,) + P(,,) = 1 1 1 1 1 1 1 6 + = 6 c. P(min stens keer een ) =1 P(max imaal keer een ) = 1 binomcdf (1, 1,) 0,981

Nadere informatie

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen 0 Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen 13 Algebraïsche vaardigheden bladzijde 126 1 a g 2 jaar = 68 2, 68,, dus g 10, 9 jaar = 10, 9 0,981 N = b 0,981 t t = en N = 10,9 } b 0,981 = 10,9 b = 10, 9

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VWO 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit

Nadere informatie

Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VWO 2017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit

Nadere informatie

15.1 Beslissen op grond van een steekproef [1]

15.1 Beslissen op grond van een steekproef [1] 15.1 Beslissen op grond van een steekproef [1] Voorbeeld 1: Een vulmachine vult flessen met een inhoud van X ml. X is normaal verdeeld met μ = 400 en σ = 4 Er wordt een steekproef genomen van 40 flessen.

Nadere informatie

Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme

Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme In 2010 is op de Europese Scholen het nieuwe wiskunde programma gestart. Een van de grote innovaties betreft het invoeren

Nadere informatie

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7 Toetsopgaven vwo A/B deel hoofdstuk 7 Opgave In 98 werd de cd-speler in Nederland geïntroduceerd. Daarvoor werd muziek afgespeeld op platenspelers. Op januari 983 waren er 35000 cd-spelers in de Nederlandse

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde C vwo II

Eindexamen wiskunde C vwo II Beoordelingsmodel Denksport maximumscore 4 In de periode 963-975 is de toename 3000 4500 = 8500 (± 000) De gemiddelde toename per jaar is dan 8500: 700 In de periode 975-978 is de gemiddelde toename per

Nadere informatie

Overzicht statistiek 5N4p

Overzicht statistiek 5N4p Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-I

wiskunde A vwo 2016-I wiskunde A vwo 06-I Aalscholvers en vis maximumscore 3 De visconsumptie per dag is 30 0 0,36 + 696 0, 85 ( 788 (kg)) In de maand juni is dit 30 788 (kg) Het antwoord: 384 000 (of 384 duizend) (kg) Als

Nadere informatie

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 zie havo vwo aantonen 1 aanzicht absolute waarde afgeleide (functie) notatie met accent: bijvoorbeeld f'(x), f' notatie met

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X + Y) = E( X) + E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 σ ( X + Y) = σ ( X) +σ ( Y) n -wet: bij een serie

Nadere informatie

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden door een scholier 1784 woorden 25 juni 2004 3,4 117 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Opgave I-1 Zorg er eerst voor dat je goed begrijpt dat

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

1d) P U P u P U U 24000

1d) P U P u P U U 24000 UITWERKINGEN VOOR HET HAVO NETWERK A HOOFDSTUK ANDERE FUNCTIES Kern HYPERBOLISCHE FUNCTIES a) aantal personen P 4 6 aantal uren U(p.p.) 4 8 6 48 4 b) 6 en :=4 c) 4 aantal uren U 4 6 8 aantal personen p

Nadere informatie

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde A Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek I Tjing Opgave 1. Het aantal hoofdstukken in de I Tjing correspondeert met het totale aantal

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Examenresultaten aflezen in figuur : 77% heeft een score van 65 lager Dus 3% heeft een score hoger dan 65 Dat zijn (ongeveer) 59 kandidaten aflezen in figuur : 77% heeft een score van

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen wiskunde C vwo I Eindexamen wiskunde C vwo 20 - I Beoordelingsmodel Autobanden maximumscore 3 Bij belastingsindex 66 is het gewicht 299 kg ( nauwkeuriger) Bij belastingsindex 88 is het gewicht 562 kg ( nauwkeuriger) Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen Kern Kansen ij een normale verdeling a normalcdf(3.7,., 3,7) =,9 normalcdf(9, 9999,, 7) =,7 c normalcdf( 9999, 3,, ) =,978 a g = invnorm(.3, 8, 7) = 77,9 g = invnorm(.873,, ) = 97,9 c P(X < g μ = 8 en

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2015-II

wiskunde A vwo 2015-II Lepelaars maximumscore 4 De zilverkleurige ring kan op 6 plaatsen zitten Voor de gekleurde ringen zijn er 8 mogelijkheden Voor de 'vlag' zijn er mogelijkheden Dus in totaal 6 8 = 983 040 mogelijkheden

Nadere informatie

Zin en onzin van normale benaderingen van binomiale verdelingen

Zin en onzin van normale benaderingen van binomiale verdelingen Zin en onzin van normale benaderingen van binomiale verdelingen Johan Walrave, docent EHSAL 0. Inleiding Voordat het grafisch rekentoestel in onze school ingevoerd werd, was er onder de statistiekdocenten

Nadere informatie

Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling.

Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling. 52a. de groepen verschillen sterk in grootte b. 100 van de 5000 = 1 van de 50 dus 1 directielid, 90 winkelmedewerkers en 9 magazijnmedewerkers. Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling. 8.1 Vuistregels

Nadere informatie

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ?

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ? RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T311-HCMEM-H5679 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-II

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-II Eindexamen wiskunde A - havo 005-II Het weer in september De frequenties zijn achtereenvolgens, 0, 3,, 7,, 6, 8, 6, 0, 8, 3,, en 0,5 3,5 7,0 7,5 de berekening 00 Het antwoord is 4 ( C) ( 4,05 4,03 4,0)

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO 2008 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2008-I

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2008-I Eindexamen wiskunde A-2 havo 2008-I Beoordelingsmodel Suikerbieten maximumscore 3 In 2003 is er ongeveer 97 mm en in 2004 is er ongeveer 70 mm regen gevallen De toename is 70 97 00% 75% 97 2 De afgelezen

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift VWO 2016 Correctievoorschrift VWO 206 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A1,2

Examen HAVO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen bestaat uit 21 vragen. Voor

Nadere informatie

Veranderingen Antwoorden

Veranderingen Antwoorden Veranderingen Antwoorden Paragraaf 4 Opg. 1 5 Opg. Relax 400 van 100 naar 400 is 6 maal 50 min. erbij. Dus ook 6 maal 5,- optellen bij 14,50 en dat wordt 44,50 Relax 1500 van 100 naar 1500 is 8 maal 50

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde A I

Eindexamen vwo wiskunde A I Schroefas maximumscore 3 Een aanpak als: Het tekenen van de lijn op de uitwerkbijlage Aflezen op de middelste schaal: (iets minder dan) 25 mm ( 24 mm) De diameter is dus groot genoeg 2 maximumscore 3 Een

Nadere informatie

Wiskunde De Normale en Binomiale Verdeling. Geschreven door P.F.Lammertsma voor mijn lieve Avigail

Wiskunde De Normale en Binomiale Verdeling. Geschreven door P.F.Lammertsma voor mijn lieve Avigail Wiskunde De Normale en Binomiale Verdeling Geschreven door P.F.Lammertsma voor mijn lieve Avigail Opmerkingen vooraf Wiskunde Pagina 2 uit 20 Opmerkingen vooraf Pak je rekenmachine, de TI-83, erbij en

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II Eindexamen wiskunde B havo 000-II Temperatuurverloop de aanduidingen bij de beide assen (bijvoorbeeld tijd (in uren); temperatuur (in C); getallen langs de assen) De evenwichtsstand op de goede hoogte

Nadere informatie

Wiskunde A. opgaven. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer

Wiskunde A. opgaven. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer Wiskunde A vwo opgaven INKIJKEXEMPlAAR WisMon examentrainer Examentrainer opgaven Examentrainer WisMon Wiskunde A VWO Vierde Druk WisMon, Utrecht, 07 ISBN 978-90-84-3-6 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei 2016 7,7 13 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde C theorie CE. Permutaties: -Het aantal permutaties van drie dingen die je kiest uit acht dingen is: 8*7*6= 336.

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek /k 1/35 OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een

Nadere informatie