Verkeersonderzoek Provincie Limburg. Doorgaand verkeer, landbouwverkeer en buitenlands verkeer

Transcriptie

1 Verkeersonderzoek Provincie Limburg Doorgaand verkeer, landbouwverkeer en buitenlands verkeer

2 Documentinformatie Titel Subtitel Document naam : : Doorgaand verkeer, landbouwverkeer en buitenlands verkeer : Verkeersonderzoek Prov Limburg - N280 v1.2.doc Versie : 1.2 Status : Definitief Datum : Opdrachtgever Project naam : Provincie Limburg : VTT Limburg (N280) Project nummer : Versiebeheer Versie Datum Auteur Commentaar A. den Heijer Initiële versie A. den Heijer Definitieve versie -- diverse tussentijdse wijzigingen hebben plaatsgevonden -- Autorisatie Opgesteld door Goedgekeurd door A. den Heijer W. van Nifterick Consultant ARS Consulting Technical Director Versie Definitief pagina 2 van 23

3 Samenvatting Aanleiding Bewoners van de plaatsen Baexem en Kelpen-Oler ervaren (geluids)overlast van de N280. Bij omwonenden heerst de perceptie dat er een hoog aandeel doorgaand verkeer gebruik maakt op de N280. Tevens is de perceptie dat buitenlands verkeer hier een fors aandeel in heeft. Dit onderwerp is nadrukkelijk aan de orde in de Werkgroep Stakeholders van de N280. In deze werkgroep werkt de provincie samen met belanghebbenden als wijk- en dorpsraden, natuur- en milieuorganisaties en vertegenwoordigers van weggebruikers. In deze werkgroep is besloten een verkeersonderzoek uit te voeren waaruit moet blijken of de vermoedens ook daadwerkelijk bevestigd kunnen worden aan de hand van telgegevens. ARS Traffic & Transport Technology is opdracht gegeven dit verkeersonderzoek uit te voeren. Onderzoeksvragen Provincie Limburg wenst inzicht te krijgen in de volgende verkeerseigenschappen: 1. Hoeveel doorgaande voertuigen worden op N280 tussen de A2 en Roermond (en vice versa) waargenomen? 2. Hoeveel landbouwvoertuigen worden er dagelijks waargenomen op de N280 tussen de A2 en Weert? 3. Hoeveel niet-nederlandse voertuigen worden waargenomen op de N280, op het wegvak tussen de A2 en de A73, in de richting van de grens met Duitsland? Onderzoeksresultaten samengevat 1. Tussen meetlocatie 1, t.h.v. de A2, en meetlocatie 3, t.h.v. de A73 rijden dagelijks gemiddeld ruim doorgaande voertuigen in oostelijke richting en ca in westelijke richting (zie figuur 1). 2. Op woensdag 26 september zijn op meetlocatie 1 in beide richting 18 landbouwvoertuigen waargenomen. Op donderdag 27 september betreft het in beide richtingen 75 landbouwvoertuigen. 3. Op meetlocatie 1 worden tussen 07:00u en 19:00u gemiddeld per uur zo n 60 buitenlandse voertuigen waargenomen, rijdende in oostelijke richting. Op locatie 3 (oprit A73) betreft het per uu ca. 120 buitenlandse voertuigen en op locatie 3 (oost) wordt een aanzienlijke hoeveelheid van 220 buitenlandse voertuigen per uur waargenomen. o Dagelijks komt dit neer op respectievelijk ca. 925 buitenlandse voertuigen op locatie 1 (oost), op locatie 3 (oprit A73) en buitenlandse voertuigen op locatie 3 (oost). Figuur 1: Gemiddelde etmaalintensiteiten per werkdag t.o.v. doorgaand verkeer Versie Definitief pagina 3 van 23

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen Definitie doorgaand verkeer Leeswijzer Methodologie Installatie Kalibratie Reistijden / doorgaand verkeer Uitvoering van de meting Meetlocaties Meetperiode Kalibratieresulaten Resultaten Verkeersintensiteiten Doorgaand verkeer Landbouwvoertuigen Buitenlandse voertuigen Disclaimer Bijlage I VTT meetsystemen en analysesoftware Bijlage II Verkeersintensiteiten Bijlage III Doorgaand verkeer Bijlage IV Landbouwvoertuigen Bijlage V Buitenlandse voertuigen Versie Definitief pagina 4 van 23

5 1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding van het verkeersonderzoek op de N280 tussen de A2 en Roermond en de aanvullende onderzoeken betreffende het landbouwverkeer en het buitenlandse verkeer. 1.1 Aanleiding Bewoners van de plaatsen Baexem en Kelpen-Oler ervaren (geluids)overlast van de N280. Bij omwonenden heerst de perceptie dat er een hoog aandeel doorgaand verkeer gebruik maakt op de N280. Tevens is de perceptie dat buitenlands verkeer hier een fors aandeel in heeft. Dit onderwerp is nadrukkelijk aan de orde in de Werkgroep Stakeholders van de N280. In deze werkgroep werkt de provincie samen met belanghebbenden als wijk- en dorpsraden, natuur- en milieuorganisaties en vertegenwoordigers van weggebruikers. In deze werkgroep is besloten een verkeersonderzoek uit te voeren waaruit moet blijken of de vermoedens ook daadwerkelijk bevestigd kunnen worden aan de hand van telgegevens. ARS Traffic & Transport Technology is opdracht gegeven dit verkeersonderzoek uit te voeren. 1.2 Onderzoeksvragen Door middel van dit verkeersonderzoek dient Provincie Limburg inzicht te krijgen in de volgende verkeerseigenschappen: 1. Hoeveel doorgaande voertuigen worden dagelijks waargenomen op de N280 tussen de A2 en de A73 te Roermond (en vice versa)? o Voertuigcategorieën: personenvervoertuigen, vrachtvoertuigen <3500kg en vrachtvoertuigen >3500kg; o Het aantal doorgaande voertuigen op de N280; o Het procentuele aandeel doorgaand verkeer op de N280 t.o.v. het overige verkeer. 2. Hoeveel landbouwvoertuigen worden er dagelijks waargenomen op de N280 tussen de A2 en Weert? 3. Hoeveel niet-nederlandse voertuigen worden dagelijks waargenomen op de N280, op het wegvak tussen de A2 en de A73, in de richting van de grens met Duitsland? 1.3 Definitie doorgaand verkeer In deze rapportage wordt met doorgaand verkeer het volgende bedoeld: Doorgaande voertuigen op een traject zijn de voertuigen die op basis van hun gemeten reistijd naar alle waarschijnlijkheid niet een bestemming op of langs de N280 hebben gehad, maar de N280 vanuit de richting van A2 (meetlocatie 1) of de A73 (meetlocatie 3) zijn opgereden en via de tegenovergestelde meetlocatie binnen 25 minuten weer verlaten hebben. Oftewel, verkeer in beide richtingen tussen meetlocatie 1 en 3, waarvan op basis van de reistijd (< 25 minuten) gesuggereerd kan worden dat het geen tussentijdse bestemming heeft gehad. 1.4 Leeswijzer Deze rapportage beschrijft in het volgende hoofdstuk (2) de methode van het onderzoek. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe deze methode tot uiting is gekomen voor het verkeersonderzoek op de N280. Hierin worden de meetperiode, de meetlocaties, en de kalibratieresultaten beschreven. Hoofdstuk 4 beschrijft de daadwerkelijke resultaten van dit verkeersonderzoek, hierin wordt onderscheid gemaakt in de verkeersintensiteiten, het doorgaande verkeer, landbouwvoertuigen en buitenlandse voertuigen. Versie Definitief pagina 5 van 23

6 2 Methodologie De volgende aanpak is gehanteerd bij het verkeersonderzoek. 2.1 Installatie Voor de start van het onderzoek zijn op basis van functionele en technische kwaliteitseisen locaties gekozen voor de plaatsing van de VTT-systemen. Vanwege de korte tijdsperiode tussen de verkregen opdracht vanuit Provincie Limburg en de start van de meetperiode heeft er van tevoren geen locatieschouw plaatsgevonden, waar dit normaal gesproken wel gebeurt. ARS T&TT was daarom genoodzaakt de plaatsing van de meetsystemen uit te voeren zonder uitgebreide locatieomschrijvingen. Ook de aansluiting op de lichtmasten uitgevoerd door Provincie Limburg en de beperkingen opgelegd door de wegbeheerder hebben ertoe geleid dat enige vertraging is opgetreden. Helaas heeft dit tot gevolg dat voor het onderzoek naar landbouwverkeer op meetlocatie 1 en 4 beperkte data beschikbaar zijn. 2.2 Kalibratie Naast de geïnstalleerde kentekenherkenningscamera s is tevens een algemene overzichtscamera gemonteerd op iedere meetlocatie. Deze overzichtscamera maakt videobeelden van het verkeer op de betreffende locatie. Omdat het voorkomt dat voertuigen niet worden gedetecteerd (vuile kentekenplaat, kenteken niet zichtbaar vanwege fileverkeer, extreme weersomstandigheden) zijn gedurende de meetperiode de intensiteitmetingen gekalibreerd door middel van het analyseren van deze videobeelden i.c.m. het aantal gedetecteerde voertuigen. Steekproeven en tellingen resulteren per meetlocatie in een betrouwbaarheid, omdat het werkelijke aantal voertuigen kan worden waargenomen door de overzichtcamera. Dit werkelijke aantal voertuigen wordt vergeleken met het aantal herkende kentekens, wat resulteert in een detectierate: de fractie voertuigen waarvan het kenteken is geregistreerd Reistijden / doorgaand verkeer Door passages van hetzelfde kenteken op verschillende locaties te vergelijken kan ook worden vastgesteld hoeveel verkeer daadwerkelijk van de ene meetlocatie naar de andere meetlocatie is gereden. Dit geeft inzicht in het herkomst- en bestemmingspatroon van het verkeer binnen het netwerk van camera s. Met behulp van de (versleutelde) kentekengegevens zijn de individuele reistijden per voertuig berekend. De individuele reistijden over de gehele meetperiode zijn vervolgens gefilterd, zodat de z.g. buitensporige afwijkingen (in reistijd) niet in de verdere analyse worden meegenomen. Deze gefilterde unieke reistijden worden vervolgens gebruikt om doorgaand verkeer te bepalen. Meer informatie en details over de door ARS T&TT gebruikte systemen en analysemethoden zijn in bijlage I opgenomen. Versie Definitief pagina 6 van 23

7 3 Uitvoering van de meting Dit hoofdstuk geeft meer inzicht in de meetlocaties ( 3.1), de meetperiode ( 3.2) en de kalibratieresultaten ( 3.3). 3.1 Meetlocaties Voor het verkeersonderzoek op de N280 zijn op drie locaties meetsystemen geïnstalleerd ter observatie van de verkeersstromen in beide richtingen. Het gaat hier om meetlocaties op N280 t.h.v. de A2, t.h.v. Roermond (NW) en t.h.v. A73. Daarnaast is t.b.v. het onderzoek naar landbouwverkeer tevens een vierde locatie ingericht ten westen van de A2. In de schematische tekening van figuur 2 wordt inzichtelijk waar de camerasystemen daadwerkelijk zijn geïnstalleerd (rode balkjes). Voor de uitvoering van het onderzoek naar doorgaand verkeer is overigens enkel gebruik gemaakt van de locatie 1 t/m 3. Locatie 4 is alleen gebruikt voor de analyse naar landbouwvoertuigen en heeft daarom in de schematische tekening een afwijkende kleur gekregen. Figuur 2: Schematische tekening van de meetlocaties Tabel 1: Overzicht meetlocaties Nr. Straatnaam Nr. Straatnaam Loc. 01 N280 t.h.v. aansluiting A2 Loc. 03 N280 t.h.v. aansluiting A73 Loc. 02 N280 t.h.v.roermond (De Weerd) Loc. 04 N280 t.h.v. Weert (Heikempweg) De plaatsing op locatie 3 (oostelijke richting) t.h.v. de A73 is op last van de wegbeheerder op het laatste moment veranderd, waardoor ARS T&TT genoodzaakt was een scheiding aan te brengen in het meten van verkeer op de N280 in oostelijke richting. Er is gekozen voor een gescheiden meting op zowel de N280 net ná de kruising met de A73 als op de oprit van de A73. Figuur 3: Schematische tekening; meetlocaties Versie Definitief pagina 7 van 23

8 3.2 Meetperiode Voor het verkeersonderzoek zijn de meetgegevens gebruikt van de werkdagen (24u) uit de week van 4 oktober tot en met 12 oktober. Voor het onderzoek naar landbouw-voertuigen is gebruik gemaakt van data van 26 en 27 september. In tabel 2 is de meetperiode groen gearceerd. Tabel 2: Meetperiode (licht groen); Sept / Okt 2012 Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Kalibratieresulaten Ieder meetsysteem is gecontroleerd op meetnauwkeurigheid. Door middel van beeldanalyse is de betrouwbaarheid van iedere meting te bepalen. In Tabel 3 worden de detectierates weergegeven van de meetsystemen op de N280. Hieruit blijkt dat een gemiddelde detectierate wordt gerealiseerd van 98% variërend van 95% tot 100%. Omdat in de analyses de verkeersintensiteiten per meetsysteem zijn gecorrigeerd met de betrouwbaarheid van het systeem, heeft deze variatie geen verdere gevolgen voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Deze gecorrigeerde intensiteiten en aantallen doorgaand verkeer in hoofdstuk 4 van dit rapport representeren uiteindelijk de daadwerkelijke verkeersintensiteit. Tabel 3: Betrouwbaarheid metingen per meetlocatie Nr. Straatnaam Detectierate Loc N280 t.h.v. A2 (ri. oost) 100,0% Loc N280 t.h.v. A2 (ri. west) 99,7% Loc N280 t.h.v. Roermond (ri. oost) 99,3% Loc N280 t.h.v. Roermond (ri. west) 95,5% Loc N280 t.h.v. A73 (ri. oost) 98,4% Loc N280 t.h.v. A73 (ri. west) 96,9% Loc N280 t.h.v. A73 (ri. west) 98,8% Gemiddeld 98,5% Versie Definitief pagina 8 van 23

9 4 Resultaten Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van het verkeersonderzoek op de N280, uitgevoerd in september en oktober Verkeersintensiteiten Om een beeld te krijgen van de verkeersintensiteiten op de N280 zijn in deze paragraaf de intensiteiten per meetlocatie in een schematische tekening opgenomen. Het betreft hier gemiddelde etmaalintensiteiten van een gemiddelde werkdag en tevens gecorrigeerd met de detectierate ( 3.3). Figuur 4 geeft per rijrichting de verkeersintensiteiten weer op de N280. West betekent het verkeer dat zich in westelijk richting beweegt, het getal onder oost is de intensiteit van het verkeer dat zich in oostelijke richting beweegt. Totaal rijden dagelijks tot voertuigen per rijrichting over de N280, afhankelijk van de meetlocatie. Bijlage II geeft verder inzicht in de details van de waargenomen verkeersintensiteiten in de meetperiode. Figuur 4: Gemiddelde etmaalintensiteiten (werkdag) op de N280 Opvallend is dat op alle drie de meetpunten de intensiteiten per rijrichting redelijk symmetrisch zijn. Dat wil zeggen; dat per meetpunt de intensiteit per rijrichting weinig verschilt. Locatie 3 heeft hierin de relatief de grootste afwijking met een gemiddeld dagelijks verschil van ca voertuigen. Dit verschil kan worden verklaard door de positionering van de meetsystemen in oostelijke richting, zoals toegelicht in 3.1. In figuur 5 wordt nader ingezoomd op locatie 3 (oost. richting) waar de splitsing het verkeer zichtbaar wordt; een deel richting de Duitse grens en een deel naar de A73 in zuidelijke richting. Figuur 5: Gemiddelde etmaalintensiteiten (werkdag) locatie 3 Versie Definitief pagina 9 van 23

10 Figuur 6 geeft de procentuele verdeling van de voertuigcategorieën per meetlocatie weer. Deze percentages zijn gebaseerd op de waargenomen Nederlandse voertuigen. Van Nederlandse voertuigen kan de voertuigcategorie op basis van het kenteken worden herleid, terwijl dit van buitenlandse voertuigen niet het geval is. Hierin val op dat het aantal lichte bedrijfswagens redelijk stabiel is op ca. 11%. Ook het aantal zware bedrijfswagens is stabiel met ca. 7 á 8% van het totale verkeer. Figuur 6: Verdeling voertuigcategorieën per meetlocatie Versie Definitief pagina 10 van 23

11 4.2 Doorgaand verkeer Deze paragraaf beschrijft de resultaten voor het onderzoek naar doorgaand verkeer. Zoals in 1.3 beschreven is, is dit het verkeer dat op meetlocatie 1 op de N280 wordt waargenomen en opnieuw wordt waargenomen op meetlocatie 3 en vice versa. Tabel 4 is een herkomst- bestemmingsmatrix waarin de aantallen doorgaand verkeer tussen de meetpunten wordt gepresenteerd. Totaal worden er in oostelijke richting gemiddeld doorgaande voertuigen per dag waargenomen en in westelijke richting (licht groen). Dit is ca. 14% van het totale aantal voertuigen dat is waargenomen op de N280, gepresenteerd in 4.1. Tabel 4: Herkomst bestemmingsmatrix, etmaalintensiteiten (werkdag) naar Loc. 01 (west) Loc. 02 (west) Loc. 02 (oost) Loc. 03 (oost) van Loc. 01. N280 t.h.v. A2 (ri. oost) Loc. 02. N280 t.h.v.roermond (ri. oost) 3467 Loc. 02. N280 t.h.v.roermond (ri. west) 4742 Loc. 03. N280 t.h.v. A73 (ri. west) Figuur 7 geeft dezelfde waarden in een schematische tekening weer, inclusief de totale verkeersintensiteiten en het procentuele aandeel doorgaand verkeer per locatie per rijrichting. In bijlage III wordt in grafieken het verloop van het doorgaande verkeer per etmaaluren weergegeven. In deze grafieken wordt de hoeveelheid doorgaand verkeer per uur getoond, waardoor tevens de dagelijkse piek- en dalmomenten van het doorgaande verkeer per traject duidelijk worden. De percentages doorgaand verkeer die uit dit onderzoek naar voren komen, lijken enigszins in overeenstemming te zijn met de eerdere uitgevoerd onderzoek naar doorgaand vrachtverkeer in januari Hieruit bleek dat 2% doorgaand vrachtverkeer is waargenomen in westelijke richting en 13% in oostelijke richting. De huidige percentages zijn hoger, omdat in het eerdere onderzoek slechts twee meetdagen als uitgangspunt zijn genomen, alleen het vrachtverkeer is onderzocht en er is alleen gekeken naar voertuigen die van en naar de A2-noord rijden. Het huidige onderzoek heeft ruim een week als meetperiode, analyseert alle voertuigcategorieën en kan enigszins beïnvloed zijn door voertuigen van en naar Weert en A2-zuid. Figuur 7: Gemiddelde etmaalintensiteiten per werkdag t.o.v. doorgaand verkeer Versie Definitief pagina 11 van 23

12 4.3 Landbouwvoertuigen Om inzicht te krijgen in het aantal landbouwvoertuigen op de N280 is op basis van het beschikbare beeldmateriaal uit de laatste week van september dit onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek moest plaatsvinden vóór 1 oktober 2012, vanwege het einde van de oogsttijd. De tellingen binnen dit deelonderzoek zijn slechts indicatief, omdat voor een statistisch verantwoorde telling een langere periode èn wellicht ook andere telpunten gekozen zouden zijn. Figuur 8: Locatie 1 en 4 Helaas heeft de spoed rond de plaatsing van de meetsystemen t.b.v. dit (deel)onderzoek niet bijgedragen aan de kwantiteit van de verkeersgegevens. Dit heeft ervoor gezorgd dat alleen van locatie 1 de resultaten in een grafiek getoond kunnen worden. De resultaten van locatie 4 (incl. locatie 1) worden in meer detail in bijlage IV getoond. Figuur 9 toont de resultaten afkomstig van locatie 1 dus t.h.v. Weert en de aansluiting met de A2, op 26 en 27 september Opvallend hierin is dat op woensdag 26 september aanzienlijk minder landbouwvoertuigen zijn waargenomen, dan op donderdag 27 september Figuur 9: Aantal landbouwvoertuigen op locatie op; 26/27 september 2012 Versie Definitief pagina 12 van 23

13 4.4 Buitenlandse voertuigen Om inzicht te krijgen in het aantal buitenlandse voertuigen heeft een aparte analyse plaatsgevonden. Hiertoe is gebruikt gemaakt van 24 uur beeldmateriaal en 24 uur verkeersdata van locatie 1 (N280 t.h.v. A2) en locatie 3 (N280 t.h.v. A73) in oostelijke richting. Al het beeldmateriaal van locatie 1 en 3 is door een aparte softwareapplicatie verwerkt die het beeld filtert op basis van herkende kentekens. Alle beelden waarop een duidelijk Nederlands kenteken is waargenomen, worden automatisch genegeerd. Ook de beelden waarop helemaal geen letter/cijfer combinatie op wordt gevonden worden voor deze analyse genegeerd. De beelden die overblijven zijn beelden waarop een combinatie van letters/cijfers is waar genomen, maar die geen geldige Nederlandse kentekenplaat vormen. Dit kunnen buitenlandse voertuigen zijn, of Nederlandse voertuigen waarvan het kenteken niet goed is te lezen (vies/beschadigd). Deze reeks van beelden is vervolgens handmatig verwerkt tot een reeks van beelden bestaande uit alleen de buitenlandse voertuigen. Hiertoe is gebruik gemaakt van de software zoals dat in figuur 10 is weergegeven. Om het aantal doorgaande buitenlandse voertuigen te kunnen rapporteren zijn vervolgens de herkenningen van buitenlandse voertuigen van locatie 1 en locatie 3 aan elkaar gekoppeld. De herkenningen van dezelfde voertuigen op beide locaties binnen een relatief korte tijd worden beschouwd als doorgaande voertuigen. Figuur 10: Software voor handmatige verwerking buitenlandse voertuigen Versie Definitief pagina 13 van 23

14 In onderstaande grafiek worden de resultaten getoond van de analyse die is uitgevoerd op de verkeersdata van 11 oktober 2012 naar de aanwezigheid van buitenlands verkeer. De analyse maakt onderscheid in personenvoertuigen en zware bedrijfswagens. Verder betreft de resultaten alleen de aantallen van het verkeer dat zowel op locatie 1 t.h.v. de A2 is waargenomen én op locatie 3 t.h.v. de A73 in oostelijke richting. Het betreft op locatie 3 voor 99% voertuigen die in oostelijke richting blijven rijden. Slechts 1% van deze doorgaande voertuigen slaat af op de oprit naar de A73 in zuidelijke richting. Duidelijk wordt dat de twee voertuigcategorieën een eigen trend laten zien. Zware bedrijfswagens worden, als doorgaand verkeer in oostelijke richting, voornamelijk aan het einde van de ochtend waargenomen. Terwijl personen-auto s voornamelijk aan het einde van de middag worden waargenomen. Figuur 11: Doorgaand buitenlands verkeer op de N280 In bijlage V worden dezelfde resultaten per uur tevens in een tabel getoond. Figuur 12: Aantal doorgaande buitenlandse voertuigen per uur op de N280; 11 oktober 2012 Versie Definitief pagina 14 van 23

15 5 Disclaimer Deze rapportage is geen advies en geen handleiding voor een praktijk verkeersonderzoek. Opsteller en andere medewerkers van ARS T&TT zijn niet aansprakelijk voor (de gevolgen van) handelingen van personen gebaseerd op informatie uit deze publicatie. Alle gepresenteerde gegevens en informatie zijn uitsluitend bestemd voor de opdrachtgever. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van opdrachtgever en ARS T&TT is het derden verboden informatie en of gegevens te dupliceren en of openbaar te maken. De houdbaarheid van de gepresenteerde informatie is beperkt omdat het praktijkonderzoek een momentopname is. Ongeautoriseerd of oneigenlijk gebruik van het rapport of de inhoud daarvan kan een inbreuk op intellectuele eigendomsrechten, privacyregelgeving, publicatie- en/of communicatierechten in de breedste zin van het woord opleveren. Versie Definitief pagina 15 van 23

16 Bijlage I VTT meetsystemen en analysesoftware ARS T&TT heeft een jarenlange ervaring op het gebied van verkeerskundig onderzoek met VideoTT systemen. Dit zijn systemen welke kentekens herkennen en de gemeten passages van de kentekens analyseren. Analyse mogelijkheden VTT Door middel van het herkennen van kentekens zijn onder andere de volgende data-analyses mogelijk: Classificatie van voertuigen Met behulp van de letters van het kenteken kan op basis van gegevens van de RDW bepaald worden wat voor soort voertuig het betreft. Dit maakt het mogelijk om de metingen te classificeren naar voertuigsoort en wordt gebruik gemaakt van de indeling van de RDW, gebaseerd op de lettercombinaties in het kenteken. Binnen de verkeersonderzoeken maakt ARS T&TT onderscheid in de volgende categorieën: personenauto s (P), lichte bedrijfswagens (LB) en zware bedrijfswagens (ZB). Door leesfouten, bijvoorbeeld veroorzaakt door slecht weer of vuile kentekenplaten, kan het voorkomen dat een kenteken niet goed wordt herkend. Indien dat een niet-geregistreerd (maar volgens het NL-formaat wel een geldig) kenteken oplevert, telt dit voertuig mee in categorie overig. Intensiteiten Door het tellen van het aantal gepasseerde voertuigen kan de intensiteit worden vastgesteld, ook per voertuigsoort. Kalibratiemetingen worden gedaan om het aantal gemeten passages om te rekenen naar absolute intensiteiten. Reistijden Door passagemomenten van hetzelfde kenteken op verschillende locaties kan de reistijd van een voertuig tussen deze locaties worden bepaald en een gemiddelde reistijd kan worden berekend. Ook dit kan eventueel per voertuigsoort. Herkomst/bestemmingen Indien kentekens op verschillende locaties worden waargenomen, kunnen relaties worden gelegd en verkeersstromen in beeld worden gebracht. Er kan tevens onderscheid gemaakt worden in doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer. VTT systemen en analyse software Figuur 13: VTT systeem Voor een tijdelijk verkeersonderzoek wordt gekozen voor het VTT-mobiel systeem. Dit systeem is makkelijk te plaatsen, te onderhouden en te verwijderen. De camera s zijn gekoppeld aan Tripstar verwerkingseenheden. Deze Tripstars zijn langs de kant van de weg geplaatst, onder de camera s, om onderhoud te vereenvoudigen. Op iedere Tripstar worden de beelden van de camera s met een snelheid van ca. 15 beelden per seconde ingenomen en zowel opgeslagen als realtime verwerkt. Door de hoge inname en verwerkingssnelheid worden ook voertuigen met een hoge snelheid goed gedetecteerd. Met behulp van een GPRS verbinding worden de opgeslagen kentekens van de Tripstars naar de datacentrale verstuurd. Door deze GPRS-verbinding kan ook de beschikbaarheid en het functioneren van Versie Definitief pagina 16 van 23

17 de systemen continu worden gevolgd. In het bemande datacentrum van ARS T&TT worden de prestaties van de kentekenlezers 24 uur per dag gevolgd en kunnen maatregelen worden genomen indien onregelmatigheden worden geconstateerd. De systemen kunnen op afstand worden geïnspecteerd en zonodig kan een onderhoudsdienst ter plekke worden gebracht voor controle, of herstelwerkzaamheden. Per gedetecteerd kenteken stuurt de Tripstar de data zoals aangegeven in onderstaande tabel door aan het ARS T&TT datacentrum. Datum Tijd Land Omschrijving Kenteken dd-mm-jjjj xx:xx:xx Afkorting (NL) Betrouwbaarheid Voertuigcategorie 0, 1, 2, 3, of 4 Tripstarnummer Dimensie/schaal XXXXXX (zonder spaties of streepjes) 181, 45, 180, 179, 137, of enz.. Uitval Vanwege verstoringen in het systeem kan het voorkomen dat er data ontbreekt voor een meetlocatie gedurende een korte periode. Verstoringen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door uitval vanwege stroomonderbreking, een technisch defect, of door molest. Door middel van constante monitoring van de inkomende datastroom en de status van de mobiele VideoTT systemen wordt getracht de uitval tot een minimum te beperken. Kwaliteit De VideoTT systemen registreren een groot deel, maar niet altijd 100% van het langsrijdende verkeer. Mogelijke oorzaken daarvan zijn: Afscherming op dezelfde rijstrook (twee voertuigen rijden dicht achter elkaar, zodat de kentekenplaat niet gezien kan worden door de camera). Afscherming van de naastliggende rijstrook. Vaak worden de camera s aan één kant van de weg opgesteld, een vrachtwagen op de ene rijstrook kan dan de detectie van een voertuig op de andere rijstrook afschermen. Rijgedrag van de voertuigen. Het komt voor dat automobilisten niet netjes de rijstrook volgen maar deels over belijning/uitvoegvakken/etc. rijden, zodat de kentekenplaat niet volledig in beeld komt. Vuile en dus onleesbare kentekenplaten. Buitenlandse kentekenplaten. Slecht weer. Bij uitzonderlijke weersomstandigheden (zeer zware regenval, sneeuw) neemt de detectie van de kentekens ook af. Voor het bepalen van reistijden op trajecten is de detectierate van minder belang. Belangrijk is dat er voldoende voertuigen worden gedetecteerd, zodat de reistijd kan worden berekend. Voor het meten van absolute intensiteiten en van herkomst/bestemmingsinformatie is de absolute detectierate wel van belang. Om de absolute detectierates vast te stellen worden kalibratiemetingen uitgevoerd op alle meetlocaties. Omdat op de locaties tevens overzichtcamera s worden geplaatst, is het mogelijk het totale verkeer (in bijvoorbeeld een uur) te tellen. Deze resultaten worden vergeleken met de resultaten uit het VideoTT systeem voor dezelfde plaats en tijdsperiode en resulteert in een percentage gedetecteerde voertuigen t.o.v. het werkelijke aantal; dit is de detectierate. In de analyse wordt aangenomen dat de detectierate voor de gehele meetperiode constant is. Versie Definitief pagina 17 van 23

18 Filtering reistijden Om onderzoek te doen naar de intensiteiten op de gedefinieerde trajecten dient eerst inzicht verkregen te worden in de unieke reistijden op de trajecten. Unieke reistijden zijn herkenningen van voertuigen op twee locaties binnen het meetgebied van hetzelfde voertuig binnen een relatief korte tijd. Het verschil in tijd van beide herkenningen is de reistijd van het betreffende voertuig over het traject. Filtering van de zogenaamde outliers is nodig. Specifieke software (de Travel Time Analyzer) voor data filtering is ontwikkeld door ARS T&TT. In Figuur 14 wordt een voorbeeld gegeven van een willekeurig traject in Nederland. Elk stipje in de figuur stelt een unieke reistijd voor op dit traject. Deze figuur maakt duidelijk dat niet elke unieke reistijd een reistijd is voor doorgaand verkeer. Veel verkeer wijkt tijdens de rit af van de route waardoor een langere reistijd ontstaat. Dit zijn de zogenaamde outliers en worden goed zichtbaar als de stippen buiten de wolk (zie o.a. de rode cirkels in onderstaande figuur). Met het blote oog is goed zichtbaar dat de meeste voertuigen gebruik maken van dit betreffende traject als zijnde doorgaand verkeer. Dit zijn namelijk de stipjes zie zich in de wolk van stippen bevinden. Verder wordt duidelijk dat er op dit voorbeeldtraject sprake is van een ochtend- en avondspits, daar de reistijden van het doorgaande verkeer aanzienlijk toenemen in de ochtend tussen 8:00 en 10:00. Software filtert deze data zodanig, dat alleen dié unieke reistijden worden gebruikt in de berekening van de gemiddelde reistijd, waarvan zeker is dat het doorgaand verkeer betreft. Na filtering blijven alleen nog de reistijden over die gebruikt kunnen worden voor de verdere analyse, deze voertuigen kunnen worden beschouwd als doorgaand verkeer de overige als bestemmingsverkeer (Figuur 14). Figuur 14: Ongefilterde unieke reistijden (voorbeeld) Versie Definitief pagina 18 van 23

19 Bijlage II Verkeersintensiteiten Tabel 5: Verkeersintensiteiten per locatie, per rijrichting t.h.v. A2 (ri. oost) t.h.v. A2 (ri. west) t.h.v. Roermon d (ri. oost) t.h.v. Roermon d (ri. west) t.h.v. A73 (ri. oost) oprit naar A73 (ri. zuid) t.h.v. A73 (ri. west) Loc Loc Loc Loc Loc Loc Loc okt okt okt okt okt okt okt okt okt okt okt Gem. werkdag Gem. weekend *Noot: Door technische storingen op een aantal momenten in de meetperiode zijn er geen verkeersintensiteiten beschikbaar. Dit wordt kenbaar door de lege cellen in bovenstaande tabel.

20 Bijlage III Doorgaand verkeer Versie Definitief pagina 20 van 23

21 Versie Definitief pagina 21 van 23

22 Bijlage IV Landbouwvoertuigen Tabel 6: Aantal landbouwvoertuigen op 26/ Datum Tijd Loc. 01 (oost. ri.) Loc. 01 (west. ri.) Loc. 04 (oost. ri.) Loc. 04 (west. ri.) 7: n/b* : n/b* 9: n/b* 10: n/b* 11: n/b* 12: n/b* 13: n/b* 14: n/b* n/b* 15: n/b* n/b* 16: n/b* n/b* 17: n/b* n/b* 18: n/b* n/b* 19: n/b* n/b* 7: n/b* n/b* 8: n/b* n/b* 9: n/b* n/b* 10: n/b* n/b* 11: n/b* n/b* 12: n/b* n/b* 13: n/b* n/b* 14: : : : : : Totaal n/b* (= niet beschikbaar): wegens een technische storing zijn er geen videobeelden beschikbaar waardoor rapportering van de resultaten van deze uren niet mogelijk is.

23 Bijlage V Buitenlandse voertuigen Tabel 7: Aantal doorgaande buitenlandse voertuigen per uur op 11 oktober N280 t.h.v. A2 - N280 t.h.v. A73 Uur P ZB Totaal 0: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : Totaal Versie Definitief pagina 23 van 23