Ruimte om te groeien

Transcriptie

1 Ruimte om te groeien Pedagogisch werkplan Dagopvang Maasplein Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang Maasplein Pagina 1 van 37

2 Ruimte om te groeien Pedagogisch werkplan 2016 Dagopvang Dagopvang Maasplein Pagina 2 van 37

3 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 4 1. De stamgroep 5 2. Welbevinden en Ontwikkeling Pedagogische doelen Begrippenlijst 16 Pagina 3 van 37

4 OPVANG ONTWIKKELING ONTSPANNING OPVOEDING ONDERWIJS WOORD VOORAF Voor u ligt het werkplan van de dagopvanggroepen van de locatie: Maasplein Dit werkplan maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan, het Wasko ABC en het Convenant Kinderopvang. In dit convenant staan de landelijke kwaliteitsregels voor de kinderopvang beschreven. In ons pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze algemene pedagogische visie en werkwijze. Het Wasko ABC geeft praktische algemene informatie, van Aanmelding tot Voeding. Deze drie documenten zijn te vinden op de website van Wasko ( In hoofdstuk 1 staat praktische informatie die specifiek voor de op het voorblad genoemde locatie geldt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij hoe we met de kinderen omgaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waar wij de komende periode op onze locatie extra aandacht aan besteden. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. De onderstreepte begrippen in dit document worden daar toegelicht. Mocht u na het lezen vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. De medewerkers Teamleider: Antoinette Smit Vestigingsmanager: Els Boon Datum Maart 2016 Pagina 4 van 37

5 GROEPS- OPBOUW LEIDSTER - KIND RATIO ACTIVITEITEN VEILIGHEID SAMENWERKING met het onderwijs 1. DE STAMGROEP Ieder kind zit in een stamgroep, waar vaste pedagogisch medewerkers werken. Tijdens afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers streven wij ernaar vaste invalkrachten op de groep in te zetten. Hierdoor zien de kinderen zoveel mogelijk vertrouwde gezichten. Op onze locatie zijn de volgende stamgroepen: Naam groep Zeester Leeftijd 0-4 jaar Maximum 12 kinderen Naam groep Zeeschildpad Leeftijd 0-4 jaar Maximum 12 kinderen Naam groep Zeeleeuw Leeftijd 3-4 jaar Maximum 8 kinderen AANTAL PEDAGOGISCH MEDEWERKERS PER KIND Het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers is afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen en wordt berekend via de PKR-regeling. Op de volgende momenten is er, gezien het aantal kinderen, slechts één pedagogisch medewerker aanwezig: Begin van de dag van uur. Wanneer het aantal kinderen op onze locatie zodanig is dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is (conform de PKR-regeling) dan hebben wij, als volgt de achterwacht geregeld: Op de groep is een overzicht aanwezig welke collega s er achterwacht zijn en binnen 15 minuten aanwezig kunnen zijn. Voor het 4-ogen principe zijn de medewerkers van Smile (participant Maasplein) aanwezig. Zij kunnen te allen tijde de groepen op omdat zij in het bezit zijn van een sleutel van de groep. Conform de drie-uursregeling kan het op de volgende momenten voorkomen dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan volgens de PKR-regeling wordt vereist: Begin van de dag tussen uur en 8.45 uur Eind van de dag tussen uur en uur Tijdens de middagpauze tussen uur en uur Pagina 5 van 37

6 Samenvoegen van stamgroepen aan het begin en einde van de dag. De kinderen van groep Zeeleeuw worden aan het begin en einde van de dag samengevoegd met de andere groepen, namelijk groep Zeeschildpad en Zeester in de ruimte van de twee lokalen. De lokalen zijn naast elkaar gesitueerd met een tussendeur. Samenvoegen van stamgroepen, anders dan aan het begin en einde van de dag Indien het kind aantal het toelaat, kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep, waarbij in principe een vaste pedagogische medewerker aanwezig is. Wij doen dit op de volgende momenten: Tijdens de vakantieperioden of bij een lage groepsbezetting. Een vaste pedagogisch medewerker gaat met de kinderen mee naar de andere groep. Voor de ouders en kinderen is inzichtelijk welke ruimte en groep dit is. Dit regelen wij op de volgende wijze: De ouders worden mondeling op de hoogte gebracht door de pedagogisch medewerker. Wanneer een kind voor een langere periode op een andere stamgroep geplaatst is, wordt dit schriftelijk vastgelegd op de stamkaart van het kind en ondertekend door de ouder/verzorger. ACTIVITEITEN Dagritme: De kinderen kunnen tussen 7.00 uur (7:00-7:30 uur verlengde opvang) en 9.00 uur gebracht worden. De kinderen van de Zeeleeuw groep gaan naar hun eigen groepsruimte. Ze kunnen tot 9.30 uur vrij spelen. Vervolgens gaan we samen aan tafel voor wat drinken en fruit. Rond uur gaan we van tafel en doen we activiteiten (variërend op de verschillende ontwikkelingsgebieden). Om hebben we een verschoon- en wc-ronde. Om uur gaan we aan tafel voor de boterham. Daarna worden de kinderen, die s middags nog slapen, naar bed gebracht. Met de kinderen die wakker blijven, doen we een activiteit/spelletje (variërend op de verschillende ontwikkelingsgebieden). Om uur zijn de meeste kinderen weer uit bed en aangekleed en gaan we aan tafel voor een kaakje met wat drinken. Hierna kunnen de kinderen vrij spelen en doen we een activiteiten(variërend op de verschillende ontwikkelingsgebieden). Daarna is het tijd voor een verschoon- en wc-ronde. De kinderen kunnen tot uur weer opgehaald worden. Buitenspelen vinden wij erg belangrijk voor de kinderen en wanneer het weer het toe laat, gaan we minimaal 1x op de dag naar buiten. Het buitenspelen is niet op een vast tijdstip op de dag. De kinderen van de groep de Zeeleeuw hebben regelmatig buitenspelmomenten samen met de kleuters van de basisschool. Zij spelen dan gezamenlijk op het grote plein onder toezicht van de vaste pedagogisch medewerker en de leerkracht. Pagina 6 van 37

7 Op de dagopvang worden contacten met kinderen uit andere groepen gestimuleerd door het opendeurenbeleid. Dit beleid stimuleert dat kinderen zelf (leren) kiezen met wie en waar ze willen spelen. Op onze locatie geven we op de volgende wijze invulling aan het open deurenbeleid: Regelmatig staat de deur tussen de beide groepen open. De kinderen kunnen dan zelf kiezen op welke groep ze willen spelen en maken hierdoor nieuwe contacten. Ze leren hierbij ook rekening te houden met de kleine kinderen. We doen gezamenlijke activiteiten op leeftijdsniveau. Bijvoorbeeld voor de allerkleinsten snoezelen. Elke week is er een ander activiteitenschema dat wordt afgestemd op het huidige thema en variërend is op de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijden van de kinderen. VEILIGHEID Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning allerlei suggesties gedaan om de veiligheid te vergroten. Wij hechten groot belang aan een open en professioneel werkklimaat, waarbij de drempel om elkaar aan te spreken op bepaalde gedragingen zo laag mogelijk is. Voor zowel ouders als medewerkers hebben we beschreven waar ze terecht kunnen met vragen, signalen en klachten; meer informatie hierover kunt u vinden op We gaan uit van het vierogenprincipe. Dit houdt in dat we er zorg voor dragen dat er altijd iemand mee kan kijken of luisteren. Dit doen we onder andere door stamgroepen zo nodig samen te voegen en door de ruimtes transparant te houden. Binnen Wasko zijn er afspraken gemaakt om zorg te dragen voor de veiligheid. Voorbeeld: wanneer ouders hun kind niet zelf komen ophalen, wordt het kind uitsluitend na toestemming van de ouders aan een andere volwassene meegegeven. Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie gemaakt inzake (brand-)veiligheid, gezondheid en hygiëne. Binnen onze organisatie hebben we een aandachtfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. Leidinggevenden en medewerkers kunnen met vragen en twijfels op dit gebied bij haar terecht. Indien nodig wordt er een hulpverleningstraject in gang gezet. Het inschakelen van Veilig Thuis (voorheen Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en het melden in het Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem behoren daarbij tot de mogelijkheden. Op onze locatie hebben we naast de algemene afspraken de volgende maatregelen genomen: De groepsdeuren van de Zeester en Zeeschildpad zijn op slot. Collega s van Wasko en medewerkers van Smile hebben de sleutel bij zich en kunnen te allen tijde de groepsdeuren openen. SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS De samenwerking met het onderwijs stimuleren wij door: Er vindt een overdracht plaats van de DOV naar school. Wanneer ouders hier niet akkoord mee gaan, kunnen ze dit kenbaar maken. De groep van de Zeeleeuw zit direct naast de kleutergroep. Hierdoor is er nauw contact tussen de beide groepen. De groep van de Zeeleeuw bereidt de kinderen voor op de overgang naar het basisonderwijs. De ruimte is gelijkwaardig aan school ingericht en ook de kinderen van de Zeeleeuw maken gebruik van de speelhoeken in de gang. De tussendeuren worden tijdens deze speelmomenten gesloten. Pagina 7 van 37

8 We plannen gezamenlijke activiteiten met school. Daarbij vinden er gezamenlijke activiteiten plaats gericht op de peuters en de kleuters. Indien wij ons zorgen maken over een kind bespreken wij, nadat we het met de ouder hebben besproken, deze zorgen met school. Wanneer ouders hier niet akkoord mee gaan, kunnen ze dit kenbaar maken. We werken met dezelfde methode (kleuterplein en peuterplein) als school en daarmee is er een doorgaande lijn in het aanbod en registratie. VOEDING Wij hebben de volgende afspraken met betrekking tot traktaties en voeding: Op onze locatie werken wij met de richtlijnen van Gezonde Voeding en de schijf van 5 van het voedingscentrum. Op onze locatie site is het voedingsadvies na te lezen in het voedingsplan van Maasplein. WENBELEID Wij hebben afspraken gemaakt over het wennen van de kinderen op onze locatie. Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt: Bij externe plaatsing: Nadat er bij nieuwe kinderen een intake gesprek met ouders heeft plaatsgevonden komen kinderen 2 x 2 uur op de groep wennen. De eerste keer zal de ouder wat langer blijven om te vertellen hoe het met het kind gaat en wat haar/zijn rituelen zijn. De pm er zal samen met het kind afscheid nemen van de ouder. Dikke kus en zwaaien naar de ouder waarbij verteld wordt dat mamma of pappa straks het kind weer komt halen. De pm er zal gedurende de wenperiode het kind extra in de gaten houden, zo nodig het kind afleiden met spelletjes of het samen lezen van een boekje. Uiteraard mag het kind als hij/zij dit gewend is, of nodig heeft haar/zijn knuffel of speentje bij zich houden. Bij de plaatsing van een ouder kindje op de 3+-groep zal de pm er (mentor) het kind wegwijs maken in de groep waarbij er kennis gemaakt wordt met de andere kinderen. Tijdens het drinkmoment staan de pm ers stil bij het nieuwe kind en voert zij samen met de andere kinderen een gesprekje waaruit naar voren komt dat er een nieuw kindje op de groep is. wie zit er vandaag nieuw bij ons aan tafel? Zullen we haar/hem vertellen wie wij zijn en hoe wij heten? Uiteraard zullen de pm ers de kinderen zoveel mogelijk zelf laten vertellen. Bij interne plaatsing - naar de 3+-groep: Voordat de kinderen overgaan naar de volgende groep zal er altijd eerst een overdracht plaats vinden tussen de mentoren, waarbij er wenafspraken worden gemaakt. Ouders worden mondeling door de mentor inlicht dat het kind overgaat naar de andere groep en op welke dagen het kind gaat wennen. De vaste pm er (mentor) van het kind zal het kind uitleggen dat hij/zij gaat wennen op de 3+-groep. Pagina 8 van 37

9 De vaste pm er van de 3+-groep neemt het kindje mee samen met de andere kinderen die naar de 3+-groep gaan. De pm er zal gedurende de wenperiode het kind extra in de gaten houden, zo nodig het kind afleiden met spelletjes of het lezen van een boekje waarbij zij andere kinderen betrekt zodat het nieuwe kind voorgesteld wordt aan de andere kinderen. Tijdens het drinkmoment staan de pm ers stil bij het nieuwe kind en voert zij samen met de andere kinderen een gesprekje waaruit naar voren komt dat er een nieuw kindje in de groep is. wie zit er vandaag nieuw bij ons aan tafel? Zullen we haar/hem vertellen wie wij zijn en hoe wij heten? Uiteraard zullen de pm ers de kinderen zoveel mogelijk zelf laten vertellen. Na het wennen geeft de pm er van de 3+-groep door aan de pm er (mentor) door hoe het wennen is gegaan, zodat dit tijdens de overdracht aan de ouders wordt verteld. Pagina 9 van 37

10 ONDERSTEU- NING AUTONOMIE STRUCTUUR COMMUNI- CATIE DING BEGELEI- STIMU- LEREN 2. WELBEVINDEN EN ONTWIKKELING Door haar/zijn manier van werken stimuleert de pedagogisch medewerker het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Om invulling te geven aan de 5 O s (opvang, opvoeding, ontwikkeling, ontspanning, onderwijs) worden de volgende interactievaardigheden gebruikt: Tonen van respect voor de autonomie Het bieden van structuur en het stellen van grenzen Praten, uitleggen en luisteren Het begeleiden van de interacties tussen de kinderen Het stimuleren van de ontwikkeling Op bovenstaande punten worden de pedagogisch medewerkers jaarlijks bijgeschoold door middel van Beeldcoaching. Bij beeldcoaching wordt gebruik gemaakt van filmopnames die op de groep worden gemaakt en vervolgens worden nabesproken met de pedagogisch medewerkers. HET BIEDEN VAN EMOTIONELE ONDERSTEUNING Wij zorgen ervoor dat de kinderen zich emotioneel veilig, gerespecteerd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen bij ons. Dit doen wij o.a. op de volgende manieren: Door kinderen liefdevol en belangstellend te benaderen, positief te reageren en signalen op te merken, wordt het zelfvertrouwen gestimuleerd. Daarnaast hechten wij belang aan goed contact met ouders/verzorgers voor een goede overdracht, van en naar ouders/verzorgers toe. Hierdoor kunnen wij anticiperen op de emoties van het kind. Wij zorgen voor een vertrouwde omgeving met zoveel mogelijk dezelfde pedagogisch medewerkers en hanteren een vast dagritme. Hierdoor weet een kind, waar hij of zij aan toe is, wat het veilige gevoel en het zelfvertrouwen stimuleert. Door positieve aandacht te geven stimuleren wij hiermee ook de zelfredzaamheid. Elk kind heeft een eigen mentor. Deze mentor heeft de ontwikkeling van het kind goed in beeld en daardoor kunnen we tijdig inspelen op de algehele ontwikkeling en behoeften van het kind. Pagina 10 van 37

11 HET TONEN VAN RESPECT VOOR DE AUTONOMIE Wij gaan ervan uit dat elk kind uniek is en recht heeft op eigen ideeën en wensen. Het bevorderen van de autonomie vinden wij erg belangrijk. Wij doen dit door tijdens het vrije spelen het kind zelf keuzes te laten maken. Wij geven het kind de kans om zelf een oplossing te bedenken, bijvoorbeeld als een ander kind met hetzelfde speelgoed wil spelen. Ook krijgen ze de kans om zelfstandig een taak uit te voeren. Denk hierbij aan: het zelf aan en uit kleden, zelf eten met een vork, het gezicht wassen, handen wassen etc. Door emoties te benoemen, leren wij het kind dat hij of zij emoties mag uiten. Wij betrekken de kinderen bij kleine klusjes op de groep, zoals: spulletjes dragen naar de keuken of workshopruimte. Denk hierbij aan knutselspulletjes dragen of helpen met de tafel afruimen. HET BIEDEN VAN STRUCTUUR EN STELLEN VAN GRENZEN Kinderen ontwikkelen zich het beste in een liefdevolle, veilige omgeving. Door regels te stellen en structuur te bieden, krijgen kinderen vat op hun omgeving. Wij zorgen voor een veilig klimaat door: Structuur te bieden, door middel van een dagritme, het samen opruimen; hiervoor gebruiken we de hulpmiddelen zoals opruimkaarten en een opruimliedje. Door middel van foto s op de kasten en kisten op de groep laten wij zien waar het speelgoed opgeborgen moet worden. Wij benoemen zoveel mogelijk positief gedrag en zijn consequent in ons handelen. Wij zijn ons bewust van ons voorbeeld gedrag en maken hierover als pedagogisch medewerkers, met elkaar, afspraken. Denk hierbij aan: Eten met een vork, het leren smeren van de boterham, het kiezen van beleg op de boterham, wachten met eten totdat iedereen wat heeft, het handen wassen na toiletbezoek en ook de omgang met elkaar. Voor de allerkleinsten stemmen wij per kind het slaap-, eet-, en speelritme af. COMMUNICATIE: PRATEN, UITLEGGEN EN LUISTEREN Wij maken de buitenwereld en gevoelswereld voor kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en naar de kinderen te luisteren. Wij stimuleren de taalontwikkeling d.m.v. empathie voor het kind te hebben en op kind hoogte met het kind te communiceren. Ook stimuleren wij de taalontwikkeling d.m.v. voorlezen, zingen, verschonen, samen met de kinderen boekjes kijken en lezen enz. We verwoorden wat we zien bij kinderen en maken duidelijk dat ze mogen zeggen wat ze voelen (bv praten i.p.v. slaan). Zo leren kinderen ook hun eigen grenzen aangeven. Luisteren naar de kinderen als ze wat vertellen, dus even de tijd nemen hiervoor. Interesse tonen in ouders/verzorgers, kinderen en gezinnen om zo eventuele signalen van leuke en minder leuke dingen op te vangen en bespreekbaar te houden/maken. Interactief voorlezen, met kleine groepjes naar de leeshoek. Dit zorgt ervoor dat de kinderen actief deelnemen aan het verhaal. We maken hierbij gebruik van verschillende materialen om het verhaal beeldend te maken. Pagina 11 van 37

12 HET BEGELEIDEN VAN DE INTERACTIES TUSSEN DE KINDEREN Wij stimuleren de verbondenheid in de groep en het wij-gevoel. Samen activiteiten doen, zoals opruimen, knutselen, kinderen samen met 1 spel laten spelen, gezamenlijk eten. Zo leren de kinderen met elkaar omgaan, rekening houden met anderen, opkomen voor zichzelf en aardig zijn voor andere kinderen. De pedagogisch medewerker ondersteunt/begeleidt de manier waarop interacties tussen kinderen verlopen. Ook worden de kinderen gestimuleerd om elkaar te helpen. Een positieve sfeer bevordert de saamhorigheid op de groep. HET STIMULEREN VAN DE ONTWIKKELING Wij laten kinderen groeien door ze nieuwe ervaringen op te laten doen. Wij werken met de methode peuterplein. Met de methode peuterplein wordt er gericht gekeken naar het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De activiteiten zijn afgestemd op verschillende leeftijden en op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Ieder kind volgt hierbij zijn eigen ontwikkeling, dit noteren wij in de registratie van peuterplein. Jaarlijks wordt de ontwikkeling besproken in de oudergesprekken. Wij stimuleren de ontwikkeling d.m.v. van onze activiteitenplanning (bv. knutselen, zingen, muziek maken, boekjes lezen, beweegkriebels, wandeling maken). Zindelijkheidstraining, wanneer kinderen toe zijn aan zindelijkheidstraining en in samenspraak met ouders, nemen wij de kinderen regelmatig mee naar het toilet. We maken gebruik van een beloningssysteem om zo de kinderen extra te stimuleren. BEELDCOACHING Bij Wasko zijn wij er van overtuigd dat de pedagogisch medewerkers bepalend zijn voor de kwaliteit van de opvang. Door middel van Beeldcoaching investeren we systematisch in de professionaliteit van onze pedagogische medewerkers. Dat is goed voor de kinderen én voor de pedagogisch medewerkers. Als kinderopvangorganisatie willen wij ons blijven onderscheiden in de markt en we kiezen ervoor dat vooral te doen op het vlak van professionaliteit van de pedagogisch medewerker. In ons pedagogisch beleid gaan wij uit van Wasko met de vijf O s. De O s staan voor onze kernwaarden: Opvang, Opvoeding, Ontwikkeling, Ontspanning en samenwerken met het Onderwijs. De interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers staan centraal om deze doelen te bereiken. De wijze waarop de pedagogisch medewerkers met de kinderen omgaan is immers bepalend voor de mate waarin kinderen zich thuis voelen op de groep en gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Beeldcoaching is een uitstekende manier om het pedagogisch beleid handen en voeten te geven. Het is een methodiek die de medewerkers helpt om met behulp van filmopnames de pedagogische kwaliteit op een groep te optimaliseren. Er wordt gefocust op de interactie, het groepsmoment en de inhoud van de activiteiten op de groep. Pagina 12 van 37

13 Bij Beeldcoaching wordt gebruikt gemaakt van filmopnames. De pedagogisch medewerker wordt tijdens haar werk gefilmd. De opname wordt met de pedagogisch medewerker op microniveau geanalyseerd en besproken tijdens de reflectiebijeenkomst. Door het terugkijken van de beelden, kan de pedagogisch medewerker de succesvolle interactiemomenten herkennen en leert zij de communicatie met het kind en de groep te verbeteren. Beeldcoaching is een krachtig middel; één beeld zegt immers meer dan 1000 woorden! Het resultaat is doorgaans direct zichtbaar: er ontstaat een betere interactie tussen pedagogisch medewerker en kinderen. De filmpjes worden uitsluitend gebruikt voor interne scholing en na afloop vernietigd. Pagina 13 van 37

14 3. PEDAGOGISCHE DOELEN Ieder jaar spreken wij drie pedagogische doelen af waar we op onze locatie extra aandacht aan besteden. Deze doelen komen tot stand in samenspraak met de oudercommissie. In de periode van april 2016 tot april 2018 staan de volgende onderwerpen centraal. Doel 1: We starten een 3+-groep Instrument: 3+-lokaal Peuterplein Actie: Gedurende de dag is er een gevarieerd activiteitenaanbod dat specifiek aansluit bij de ontwikkelingsfase van kinderen van 3 jaar. De activiteiten worden ingepland aan de hand van doelen die gesteld worden ter bevordering van de ontwikkeling van de kinderen. Ook wordt er naar ieder kind als individu gekeken en ingespeeld op dat wat het kind nodig heeft in de stimulering van zijn/haar ontwikkeling. De ontwikkeling van de kinderen worden genoteerd op het registratieformulier van het speelleerprogramma Peuterplein, zodat de ontwikkeling goed in beeld is als het kind met 4 jaar naar de basisschool gaat. Beoogd resultaat: De 3+-kinderen krijgen nog meer uitdaging waarbij we inspelen op de behoefte van de kinderen en er worden gevarieerde activiteiten aangeboden. Hiermee sluiten we aan bij de leergang zoals die van de basisschool. De kinderen laten we meer zelf doen en geven lerend en spelend meer inhoud. Wij doen dit door ze kennis te laten maken met letters, cijfers, kleuren, kringgesprekken, zelf hun boterhammen laten smeren, etc. Pagina 14 van 37

15 Doel 2: Ouderbetrokkenheid vergroten Instrument: Website en themabrieven gebruiken voor informatie aan ouders. Actie: Stappenplan wordt gemaakt tijdens het teamoverleg en vervolgens uitgevoerd. Voortgang wordt elk overleg geëvalueerd. Ouderbetrokkenheid; agendapunt op groepsoverleg. Beoogd resultaat: Door zichtbaar te maken welke activiteiten er op het dagverblijf aangeboden worden en het doel hiervan, wordt de ouderbetrokkenheid vergroot. Doel 3: De jongere kinderen worden gestimuleerd in hun ontwikkeling door activiteiten aan te bieden die gaan over: ontdekken, voelen, ruiken en beleven Instrument: Focus activiteitenschema Activiteiten opzoeken via internet Dit doel wordt elke vergadering besproken Snoezelen Actie: De dagopvang zal gezamenlijk 1x per kwartaal de thema s bedenken en hierbij de verschillende leeftijden aan pas laten komen. Resultaat: Kinderen leren door dingen mee te maken en te ervaren, hierop spelen we in met het aanbieden van de activiteiten. De activiteiten die aangeboden worden, passen bij de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen. De kinderen krijgen een gevarieerd aanbod aan activiteiten aangeboden rondom een thema. De volgende ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan bod: actief lichamelijk spel, fijne motoriek, taalactiviteiten, denken/zintuigelijk en muziek/dans/fantasie. Het pedagogisch werkplan wordt 1x in de twee jaar geëvalueerd en op basis daarvan bijgesteld. Pagina 15 van 37

16 BEGRIPPENLIJST Begrip Definitie Opmerkingen Stamgroep Een vaste groep kinderen in de dagopvang met vaste pedagogisch medewerkers* met een vaste ruimte. * Dit geldt voor structurele rooster, behoudens ziekte, (bij) scholing, verlof of vakantie. Vaste pedagogisch medewerker (pm er) dagopvang Stamgroepruimte Vaste ruimte in relatie tot het halen en brengen Vaste ruimte in relatie tot samenvoegen groepen op bepaalde dagen Incidenteel extra dag(deel) afnemen Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een vaste stamgroep per opvangdag. Een vaste, passend ingerichte ruimte waar het kind in de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig is. In principe hebben alle kinderen een vaste stam-/basisgroep. Wel kan besloten worden om kinderen in een andere ruimte te ontvangen of weer op te laten halen waarbij een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte dit is. Indien het kind aantal het toelaat, kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep waarbij in principe een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is, uitgaande van een kloppende PKR. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte en welke groep dit is. Een dag(deel) waarvoor opvang wordt afgenomen welke buiten de vaste contracturen valt. Aan één kind worden maximaal 3 vaste pedagogische medewerkers gekoppeld. Per opvang dag is minimaal één van deze pedagogisch medewerkers werkzaam op de groep van dat kind. Deze pedagogisch medewerker is tevens het vaste aanspreekpunt voor ouders. Indien in grotere groepen met drie pedagogisch medewerkers tegelijk wordt gewerkt**, dan worden er maximaal 4 vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. ** Afhankelijk samenstelling groepen en PKR. Het gaat hierbij om het begin en het eind van de opvangdag. Bijvoorbeeld tijdens vakanties en dagen met een (structureel) lage bezetting. Voorwaarde is dat maximale stamgroepsgrootte / basisgroepsgrootte evenals aantal pedagogisch medewerkers gehandhaafd blijft (PKR). Convenantpartijen zijn van mening dat geborgenheid en gevoel van veiligheid voor kind en voor de groep als geheel voorop staan. Pagina 16 van 37

17 Structureel dag(deel) op andere vaste groep Pedagogisch medewerker (pm er) BSO Achterwachtregeling dagopvang en buitenschoolse opvang Achterwacht Ambulance-aanrijtijden Uitgangspunt is dat bij het afnemen van een extra dag(deel) het kind in de oorspronkelijke stam-/basisgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dag(deel) in deze groep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor die dag/dagdeel in een andere vaste groep te plaatsen Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een basisgroep. Indien de mogelijkheid bestaat dat er slechts een pedagogisch medewerker aanwezig is, op het moment dat er kinderen aanwezig zijn op de vestiging, is er een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen ambulance-aanrijtijden in de vestiging aanwezig kan zijn. Inzichtelijk moet zijn wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Tevens dient deze achterwacht tijdens de openingstijden bereikbaar te zijn. Een meerderjarig persoon met wie de aanbieder aantoonbaar de afspraak heeft gemaakt dat deze wordt ingezet in geval van een noodsituatie. Wettelijke toegestane norm vanaf moment dat melding is gedaan is opgenomen in de Wet Ambulancezorg. Schriftelijke toestemming van ouders is nodig. Indien deze situatie zich voordoet, mag een kind in maximaal 1 andere groep geplaatst worden, waarbij de eis van maximaal 2 stamgroepruimtes niet wordt losgelaten. Zodra plek is op de oorspronkelijke stam- of basisgroep wordt het kind automatisch overgeplaatst (dit wordt tevens vermeld in de plaatsingsovereenkomst, inclusief de uiterste datum die volgt uit de planning van het kindercentrum). Ondernemer moet (op verzoek van inspecteur) kunnen aantonen dat niet eerder in oorspronkelijke groep plek was. Indien de ouder het kind liever op de andere groep wil laten plaatsen dan dient hiervoor een regulier overplaatsingsverzoek ingediend te worden. Er worden geen specificaties gegeven over het max. aantal pedagogisch medewerkers per kind (ook i.v.m. open deurenbeleid en flexibiliteit). Deze achterwachtregeling is niet van toepassing tijdens 3-uursregeling. Pagina 17 van 37

18 Drie-uursregeling Open deurenbeleid Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet dat volgens de pedagogisch medewerker kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pedagogisch medewerkers. Is er in zo n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Afwijken van de vereiste pedagogisch medewerker kind ratio is niet toegestaan tussen en uur en tussen en uur. Vóór uur en na uur mag de afwijking van de pedagogisch medewerker kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen en uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uur per dag. In de informatie voor ouders wordt expliciet beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de inzet van pedagogisch medewerkers aan de randen van de dag en tijdens de middagpauze. Er wordt concreet aangegeven op welke tijdstippen wordt afgeweken van de vereiste pedagogisch medewerker - kind ratio. Een pedagogische methode waarbij kinderen de gelegenheid krijgen om binnen de locatie, buiten de eigen vaste ruimte met kinderen van andere groepen te spelen. In het pedagogisch beleidsplan wordt beschreven hoe aan het open deurenbeleid invulling wordt gegeven. Pagina 18 van 37

19 Wenbeleid Wenbeleid extern PKR-regeling Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met kinderen die doorstromen naar een andere groep binnen een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan de versoepeling van de overgang naar een nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt in overleg met de ouders. Indien voor een bepaalde periode op een dag gewend wordt, mag de PKR voor beide groepen (de stamgroep waar het kind vandaan komt en de stamgroep waar het kind naar toe gaat) in totaal bepaald worden. Het kan hierbij gaan om: - kinderen die de leeftijd hebben om naar een andere groep door te stromen. - kinderen die eerder toe zijn aan een volgende groep en alvast gaan spelen op de nieuwe groep. - kinderen die een aangepast wenbeleid nodig hebben omdat ze vanwege hun ontwikkeling((s)niveau) later dan de leeftijd waarop ze door zouden moeten schuiven, overgaan naar de volgende groep. Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met het wennen van kinderen die instromen op een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan het wennen aan de nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt met de ouders. Zie de nieuwe PKR-rekentool op de website Pagina 19 van 37

20 Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang Maasplein Pagina 20 van 37

21 4. INHOUDSOPGAVE Woord vooraf De basisgroep Welbevinden en ontwikkeling Pedagogische doelen Begrippenlijst 34 Pagina 21 van 37

22 OPVANG ONTWIKKE- LING ONTSPAN- NING OPVOEDING ONDERWIJS WOORD VOORAF Voor u ligt het werkplan van locatie: Buitenschoolse Opvang Maasplein Dit werkplan maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan, het Wasko ABC en het Convenant Kinderopvang. In dit convenant staan de landelijke kwaliteitsregels voor de kinderopvang beschreven. In ons pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze algemene pedagogische visie en werkwijze. Het Wasko ABC geeft praktische algemene informatie, van Aanmelding tot Voeding. Deze drie documenten zijn te vinden op de website van Wasko ( In hoofdstuk 1 staat praktische informatie die specifiek voor de genoemde locatie geldt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij hoe we met de kinderen omgaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waar wij de komende periode op onze locatie extra aandacht aan besteden. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. De onderstreepte begrippen in dit document worden daar toegelicht. Mocht u na het lezen vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. De pedagogisch medewerkers Teamleider: Antoinette Smit Vestigingsmanager: Els Boon Datum Pagina 22 van 37

23 GROEPS- OPBOUW LEIDSTER - KIND RATIO ACTIVITEIT- EN VEILIGHEID SAMEN- WERKING AFSPRAKEN 1. DE BASISGROEP Ieder kind zit in een stamgroep, waar vaste pedagogisch medewerkers werken. Tijdens afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers streven wij er naar vaste invalkrachten op de groep in te zetten. Hierdoor zien de kinderen zoveel mogelijk vertrouwde gezichten. Daarbij kunnen er stagiaires op de groep aanwezig zijn, vaak is dit voor een periode van een half jaar (uitgezonderd van de snuffelstagiaires, zij zijn er 2 weken). Wanneer een stagiaire aanwezig is op de groep, wordt dit kenbaar gemaakt bij het informatiebord. Ook maken wij gebruik van vrijwilligers, zoals bijv. een klus opa. Voor alle medewerkers (dus ook stagiaires en vrijwilligers) geldt dat zij in het bezit moeten zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag (deze verklaring mag niet ouder zijn dan 2 jaar). Naam groep Snorkels Onderbouw Maximum 20 kinderen Naam groep Orka s Bovenbouw Maximum 20 kinderen AANTAL PEDAGOGISCH MEDEWERKERS PER KIND Het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers is afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen en wordt berekend via de PKR-regeling. Wanneer het aantal kinderen op onze locatie zodanig is dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is (conform de PKR regeling) dan hebben wij, als volgt de achterwacht geregeld: Op de dagopvanggroepen zijn altijd pedagogisch medewerkers aanwezig. Conform de halfuur regeling kan het na schooltijd voorkomen dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan volgens de PKR regeling wordt vereist. Op onze locatie kan dat gebeuren tussen en uur. Indien buitenschoolse opvang de hele dag wordt aangeboden geldt de drie-uursregeling; ook dan kan het gebeuren dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan de kind-leidster ratio vereist. Dit gebeurt dan op de volgende tijdstippen: Begin van de dag: uur Eind van de dag: uur Tijdens de middagpauze: uur Op onze locatie kan het zo zijn dat er tijdens de bovenstaande tijden geen twee pedagogisch medewerkers aanwezig zijn. Op de volgende manier zorgen wij er voor dat er altijd een andere volwassene in het pand aanwezig is: Op de dagopvanggroepen zijn altijd pedagogisch medewerkers aanwezig. Pagina 23 van 37

24 Samenvoegen van basisgroepen aan het begin en einde van de dag. De kinderen van groep de Orka s worden aan het begin en einde van de dag samengevoegd met de Snorkels in de ruimte van de Snorkels. Een vaste pedagogisch medewerker van de BSO is hierbij aanwezig. Samenvoegen van basisgroepen, anders dan aan het begin en einde van de dag. Indien het kind aantal het toelaat, kunnen basisgroepen samengevoegd worden tot één groep, waarbij in principe een vaste pedagogische medewerker bij aanwezig is. Wij doen dit op de volgende momenten: tussen de middag van uur, op woensdag en tijdens vakanties. Voor de ouders/verzorgers en het kind is inzichtelijk welke ruimte en groep dit is. Dit regelen wij op de volgende wijze: Het gebeurt op vaste momenten en daardoor is het bekend bij ouders en kinderen. Dit wordt tijdens de intake aan de ouders en kinderen verteld. Wanneer het voorkomt dat het op een onverwachts moment is, dan stellen wij daar de ouders en kinderen persoonlijk van op de hoogte. ACTIVITEITEN Dagritme 07:00 uur Verlengde opvang, de kinderen worden welkom geheten bij de dagopvang uur De kinderen komen binnen en mogen vrij spelen, een boekje lezen, kleuren enz uur Het is tijd om op te ruimen. De kinderen van het Kompas (tot groep 6) worden naar school gebracht, vanaf groep 6 gaan zij zelfstandig naar school. De kinderen van het Nokkenwiel (vanaf groep 3) mogen om uur zelfstandig naar het plein. De kleuters worden naar de klas gebracht uur De kinderen van groep 1 t/m groep 2 worden door een pedagogisch medewerker in de klas opgehaald. Overige kinderen mogen zelfstandig naar de BSO waar een pedagogisch medewerker aanwezig is om hen te ontvangen. De kinderen van het Kompas verzamelen in de hal en worden opgehaald door een pedagogisch medewerker, vanaf groep 6 mogen de kinderen zelfstandig naar de BSO lopen. Alle kinderen wassen hun handen, waarna we (na een moment stilte voor degene die willen bidden) gezamenlijk beginnen aan de lunch. Na de lunch kunnen de kinderen vrij spelen uur De kinderen van t Nokkenwiel vanaf groep 3 mogen zelfstandig naar school, de kleuters worden naar de klas gebracht. De kinderen van het Kompas worden (indien nodig) naar school gebracht uur De kinderen van het Kompas worden verzameld in de hal en opgehaald door een pedagogisch medewerker. Vanaf groep 6 mogen de kinderen zelfstandig naar de BSO lopen. De kinderen van t Nokkenwiel (groep 1 t/m 2) worden door een pedagogisch medewerker in de klassen opgehaald. Overige kinderen mogen zelfstandig naar de BSO waar een pedagogisch medewerker aanwezig is om hen te ontvangen uur Alle kinderen wassen hun handen en gaan aan tafel om fruit te eten en wat te drinken. Tijdens het drinken en fruit eten is er ruimte voor groepsgesprekken, een verhaaltje, liedjes zingen of een spelletje. Vervolgens wordt met de kinderen besproken aan welke activiteiten zij deel kunnen nemen. Iedere week worden er verschillende activiteiten aangeboden doormiddel van het programma Doenkids. Wij streven ernaar om elk ontwikkelingsgebied aan bod te laten komen. Het programma wordt naar de ouders/verzorgers gestuurd via de e- Pagina 24 van 37

25 mail. In het programma worden de ontwikkelingsgebieden zoals expressie, natuur, sport en spel, koken, ontdekken en creatief aangegeven met symbolen. Zo zie je in één opslag wat wij voor activiteiten aanbieden aan de kinderen uur: De kinderen krijgen nog iets te eten, een kaakje of iets lekkers wat door de kinderen gemaakt is tijdens één van de activiteiten. De eerste kinderen worden opgehaald. De medewerkers dragen zorg voor een goede overdracht naar de ouders uur: De BSO sluit. Wanneer kinderen zelfstandig van/naar de BSO/school gaan, worden de afspraken hiervoor vastgelegd in het zelfstandigheidcontract. Dit contract wordt ondertekend door het kind zelf (zodat het kind weet aan welke afspraken hij/zij moet voldoen), de ouder en de pedagogisch medewerker van de groep. De kinderen die zelfstandig uit school komen, moeten binnen 15 minuten aanwezig zijn bij de BSO. Wanneer dit niet het geval is dan nemen wij direct contact op met de school/ouder. Dagritme vakantiedagen 7.00 uur De kinderen komen binnen en mogen vrij spelen, een boekje lezen, kleuren enz. Ook worden er s morgens activiteiten aan geboden. 9:30 uur Alle kinderen zijn aanwezig. Met elkaar wordt er opgeruimd. Vervolgens gaan we handen wassen en aan tafel waar we gezamenlijk fruit eten en wat drinken. Tijdens dit tafelmoment wordt met de kinderen het programma voor de rest van de dag doorgesproken. 10:00 uur Tussen 10:00 en 16:30 uur vinden er tal van activiteiten plaats. Het aanbod van activiteiten varieert van uitstapjes (bijvoorbeeld naar de speeltuin, naar het bos etc.), knutselen, muziekactiviteiten, sport- en spelactiviteiten tot koken etc. De activiteiten worden van te voren op de website van onze locatie bekend gemaakt. Tevens zorgen we dat er ruimte is voor de inbreng van eigen wensen en ideeën van de kinderen uur: Er is ruimte voor vrij spel of activiteiten. De eerste kinderen worden opgehaald. De medewerkers dragen zorg voor een goede overdracht naar de ouders uur: De BSO sluit. Op de BSO worden de kinderen ontvangen in de basisgroepsruimte. Vervolgens kunnen zij deelnemen aan diverse activiteiten. Op onze locatie worden op de volgende wijze activiteiten aangeboden en gebruik gemaakt van de volgende speelplekken: Op het Maasplein maken we gebruik van de crearuimte tijdens knutselactiviteiten, in het speellokaal doen we sport- en spelactiviteiten, verder spelen de kinderen in de hal en op het schoolplein. Voorafgaand aan een vakantie geven wij via de mail de activiteitenplanning door aan de ouders en vragen wij aan de ouders om de aanwezigheid van hun kinderen door te geven. Pagina 25 van 37

26 VEILIGHEID Veiligheid is een belangrijk thema in onze organisatie. Het bieden van een veilig klimaat zit verweven in onze werkwijze. Naast het creëren van een open aanspreekcultuur, zijn er tal van afspraken en maatregelen die wij nemen om de veiligheid te waarborgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Indien ouders/ verzorgers hun kind niet zelf komen ophalen wordt het kind uitsluitend na toestemming van ouders met een andere volwassene meegegeven. Bij oudere kinderen worden de afspraken over halen en brengen vastgelegd in het zogenaamde zelfstandigheidcontract. Waar mogelijk zorgen we voor een transparante omgeving; glazen wanden, doorkijkjes etc. Bij het plaatsen van meubels en aanbrengen van versieringen houden we er rekening mee dat het zicht op de kinderen niet wordt belemmerd. Voor zowel ouders/verzorgers als medewerkers hebben we beschreven waar ze terecht kunnen met vragen, signalen en klachten. We stimuleren dat kinderen zelf hun eigen grenzen aangeven. Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie gemaakt inzake (brand-) veiligheid, gezondheid en hygiëne. Op onze locatie hebben we daarnaast de volgende maatregelen genomen: Vanaf 16:45 uur gaat de deur op slot en moeten ouders/verzorgers zich melden via een intercom waarna de pedagogisch medewerker de deur kan openen. We stimuleren een open aanspreekcultuur. Collega s aanspreken op iets wat je niet goed vindt, is vaak lastig. Onze leidinggevenden zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie hierin. Het bespreekbaar maken van problemen, het geven van onderlinge feedback, en open communiceren over wat je doet, wordt bewust gestimuleerd. Minimaal 1 x per jaar wordt het onderwerp seksualiteit besproken. Door het onderwerp structureel bespreekbaar te maken, wordt het geen taboeonderwerp. Signalen worden hierdoor eerder opgepikt en aangekaart. Ook onderwerpen als kindermishandeling en kindermisbruik komen jaarlijks aan de orde. Binnen onze organisatie hebben we een aandacht functionaris kindermishandeling en huiselijk geweld (Paula van de Mheen, manager Pedagogiek&Kwaliteit). Leidinggevenden en medewerkers kunnen met vragen en twijfels op dit gebied bij haar terecht. Indien nodig wordt een hulpverleningstraject in gang gezet. Het inschakelen van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en het melden in het Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem behoren daarbij tot de mogelijkheden. We hebben een protocol ongewenste intimiteiten opgesteld en besproken in de teams. Met uitstapjes gaan twee pedagogisch medewerkers mee. Indien dit niet mogelijk is wordt er extra aandacht besteedt aan het voorkomen van risico s. Dit gebeurt m.b.v. een lijst waarop de risico s worden geïnventariseerd en het opstellen van risicobeheersmaatregelen. De afspraak is dat pedagogisch medewerkers nooit de kinderen mee mogen nemen naar hun eigen huis. Wij kiezen er voor om op een zeer transparante manier om te gaan met klachten en incidenten. Deze worden centraal vastgelegd en zijn voor alle leidinggevenden inzichtelijk. Eventuele bijzonderheden komen zo snel aan het licht. Alle kinderen hebben een eigen mentor. Vanzelfsprekend letten alle pedagogische medewerkers op, maar een mentor houdt de ontwikkeling en welbevinden van haar mentorkinderen extra goed in de gaten en zal eventuele zorg bespreekbaar maken bij de ouders en directe collega s. Aan iedere groep is een preventiemedewerker verbonden. Op het gebied van veiligheid stelt zij de risico s vast en coördineert de verbetermaatregelen. Pagina 26 van 37

27 Minimaal een keer per jaar houden wij een ontruimingsoefening. Elke dag is er een pedagogisch medewerker aanwezig op de locatie die de opleiding BHV (= Bedrijfshulpverlening) afgerond heeft en jaarlijks een dag herhalingscursus volgt. Wij hebben belangrijke gegevens over de kinderen in een overzicht staan en bijv. in geval van allergieën bij kinderen, wijzen wij invalkrachten daar altijd op. Ook hangt er een overzicht van kinderen met een allergie altijd bij de hand. Op het intakeformulier kunnen ouders aangeven of zij toestemming geven dat er opnames/foto s gemaakt worden van hun kind. Wij houden hier altijd rekening mee. Gevaarlijke stoffen, zoals schoonmaakmiddelen, staan op een afgesloten plek waar kinderen niet bij kunnen. Wij streven ernaar, dat er op een plek waar kinderen zijn, een pedagogisch medewerker aanwezig is of regelmatig toezicht houdt. SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS De samenwerking met het onderwijs stimuleren wij door: We plannen gezamenlijke activiteiten met school. Indien wij ons zorgen maken om een kind bespreken wij, na dat we het met de ouder hebben besproken, deze zorgen met school. Wanneer ouders hier niet akkoord mee gaan, kunnen ze dit kenbaar maken. AFSPRAKEN OVER HET GEBRUIK VAN MOBIELE TELEFOONS, IPADS, SPELCOMPUTERS, ETC. Over het gebruik van mobiele telefoons, IPads, spelcomputers en dergelijke hebben wij de volgende afspraken: Kinderen mogen geen mobiele telefoon gebruiken als zij aanwezig zijn op de BSO. Als zij aangeven een telefoongesprek te moeten/willen voeren dan vragen zij daarvoor toestemming aan de pedagogisch medewerker. De mobiele telefoons van de kinderen liggen op een daarvoor afgesproken plaats. In schoolweken hanteren wij de regel dat er een spelcomputer na schooltijd gebruikt mag worden. In overleg spreken wij met het kind af hoelang zij hiermee mogen spelen. In vakanties gaan wij hier soepeler mee om. De ouders/verzorgers geven dan vaak aan hoelang een kind met de spelcomputer mag spelen. Het gebruik van de BSO computer door de kinderen hebben wij als volgt geregeld: De kinderen tekenen een computercontract, hierin staan de afspraken vermeld omtrent het computergebruik. Op de volgende manier gaan wij met TV kijken om: Op de televisie kijken wij alleen naar video s en dvd s die geschikt zijn voor de leeftijdscategorieën. We kijken in de regel maximaal 2 keer per week tv. In uitzonderingsgevallen bijv. rond de Sinterklaas of bij erg slecht weer vaker. Pagina 27 van 37

28 ONDERSTEU- NING AUTONOMIE STRUCTUUR COMMUNI- CATIE DING BEGELEI- STIMU- LEREN 2. WELBEVINDEN EN ONTWIKKELING Door haar/zijn manier van werken stimuleert de pedagogisch medewerker het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Om invulling te geven aan de 5 O s worden de volgende interactievaardigheden gebruikt: Het bieden van emotionele ondersteuning Tonen van respect voor de autonomie Het bieden van structuur en het stellen van grenzen Praten, uitleggen en luisteren Het begeleiden van de interacties tussen de kinderen Het stimuleren van de ontwikkeling HET BIEDEN VAN EMOTIONELE ONDERSTEUNING Wij zorgen er voor dat de kinderen zich emotioneel veilig, gerespecteerd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen bij ons. Dit doen wij o.a. op de volgende manieren: We heten de kinderen welkom. We zorgen zoveel mogelijk voor een bekend gezicht. Wij bieden een luisterend oor, vragen na hoe het op school is geweest of wat ze in het weekend gaan doen. Ze kunnen altijd terecht bij de leidsters met hun problemen en vragen. Zelfvertrouwen wordt gestimuleerd door het geven van complimenten en door het geven van positieve aandacht. Ieder kind heeft een vaste mentor die op vaste dagen aanwezig is op de basisgroep. De kinderen leren respect te hebben voor elkaar en voor de pedagogisch medewerkers. Op de BSO zijn twee vaste basisgroepen waar een vast dagritme aanwezig is. De twee basisgroepen zijn verdeeld in één basisgroep voor jongste kinderen en één basisgroep voor de oudste kinderen. HET TONEN VAN RESPECT VOOR DE AUTONOMIE Wij gaan er vanuit dat elk kind uniek is en recht heeft op eigen ideeën en wensen. Het bevorderen van de autonomie vinden wij erg belangrijk. De pedagogisch medewerkers bieden verschillende activiteiten aan waar de kinderen uit kunnen kiezen. De activiteiten worden aangepast op niveau en leeftijd. De kinderen zijn niet verplicht om aan de activiteiten, die voorgesteld worden, mee te doen, maar zij worden wel gemotiveerd hierin. Als de kinderen niet mee willen doen dan kunnen zij ervoor kiezen om vrij te gaan spelen. Pagina 28 van 37

29 Als kinderen een probleem (ruzie, onenigheid o.i.d.) hebben moeten ze het eerst zelf proberen op te lossen. We luisteren naar, en houden rekening met de gevoelens en wensen van kinderen als eigen individu. We houden rekening met de geloofsovertuiging van het kind. We bieden de kinderen de ruimte om zich terug te kunnen trekken. Als de kinderen er onderling niet uitkomen dan wordt er hulp gevraagd aan de pedagogisch medewerkers om het probleem samen op te lossen. HET BIEDEN VAN STRUCTUUR EN STELLEN VAN GRENZEN Kinderen ontwikkelen zich het beste in een liefdevolle, veilige omgeving. Door regels te stellen en structuur te bieden, krijgen kinderen vat op hun omgeving. Wij zorgen voor een veilig klimaat door: Structuur te bieden door het vaste dagritme wat wij hebben bij de BSO. De kinderen gaan o.a. op een vast tijdstip aan tafel om fruit te eten en wat te drinken. Bij de basisgroep met de jongste kinderen nemen we de tijdens het tafelmoment de tijd voor kringgesprekken. Bij de oudste kinderen is hier de tijd om te vragen hoe de dag op school is verlopen. Hierna worden de activiteiten uitgelegd, en kunnen zij kiezen wat ze willen doen. Pedagogisch medewerkers functioneren als voorbeeldfunctie voor de kinderen. Kinderen zijn voor elkaar het perfecte voorbeeld in het doen en laten wat er op een dag gebeurt. Positief of negatief gedrag kunnen de kinderen van elkaar overnemen. Als pedagogisch medewerker spring je hier op in door uit te leggen waarom bepaald gedrag wel of niet geaccepteerd wordt. Als kinderen ergens mee gespeeld hebben dan ruimen zij zelf eerst hun spullen op, voordat zij iets anders gaan kiezen of voordat ze naar huis gaan. De pedagogisch medewerker overlegt met ouders tijdens het oudergesprek/overdracht betreft de grenzen/regels voor het kind, zodat we op 1 lijn zitten. COMMUNICATIE: PRATEN, UITLEGGEN EN LUISTEREN Wij maken de buitenwereld en gevoelswereld voor kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en naar de kinderen te luisteren. De taalontwikkeling van de kinderen word gestimuleerd door middel van kringgesprekken en voor te lezen. Er wordt 2x in het half jaar een kinderraadvergadering gehouden voor de kinderen van de Orka`s samen met de groepen van andere locaties. Bij de basisgroepen zijn er regels waar de kinderen zich aan moeten houden. De regels worden met de kinderen besproken en zo nodig herhaald als de kinderen zich hier niet aan houden. Als een kind behoefte heeft om een spelletje te doen met een pedagogisch medewerker of een ander kind dan is hier gelegenheid voor. Tijdens deze activiteit worden dingen besproken en uitgelegd. Als de kinderen vragen of zij een bakactiviteit mogen doen, maar de ingrediënten zijn op dat moment niet op voorraad, bespreken we met de kinderen hoe we het kunnen oplossen en of deze activiteit naar volgende week verplaatst kan worden, zodat de ingrediënten wel voorradig zijn. Invalkrachten worden voorgesteld aan kinderen en ouders met de uitleg dat de vaste pedagogisch medewerker er niet is. Pagina 29 van 37