Monitor rapport OOM Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing
|
|
- Petra de Kooker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Monitor rapport OOM 2014 Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing
2 Monitor rapport OOM 2014 Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing
3 Colofon Titel: Monitor rapport OOM Auteur: Cris van Osch Versie: Versie 4 Datum : december 2014 Projectnummer: CINOP Postbus BP s-hertogenbosch Tel: Fax: CINOP 2014 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. 2
4 Inhoudsopgave Inleiding 4 Samenvatting 7 1 Ontwikkeling arbeidsmarkt 7 2 Beroepsonderwijs 8 3 Personeelsbeleid 10 4 Ontwikkeling en opleiding van werknemers 10 5 Leercultuur binnen bedrijven 11 1 Ontwikkelingen in de sector Werkgelegenheid in de metaalbewerking Ontwikkeling bedrijven en branches 18 2 Beroepsonderwijs Landelijke ontwikkelingen beroepsonderwijs Metaal Instroom van leerlingen bij OOM bedrijven Rendement van opleiden binnen OOM bedrijven 33 3 Werken en leren in bedrijven Personeelsontwikkeling en -beleid Bijscholing en leren op de werkplek Vakmanschap en leercultuur 53 Bijlage 1 Kengetallen werkgelegenheid 58 Bijlage 2 Leerlingen bij OOM bedrijven per roc 60 Bijlage 3 Berekening leercultuur 62 3
5 Inleiding Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking (OOM) heeft in het businessplan haar visie en strategie voor de ontwikkeling van de metaal bewerking beschreven. Centraal staat daarbij de doorgroei naar een proactieve benadering van de branche door middel van vier beleidsprioriteiten en een financieringsstelsel met vijf regelingen. Beleidsdoelstellingen De vier beleidsdoelstellingen van OOM zijn: 1 Het bevorderen van het urgentiebesef voor opleiding en ontwikkeling bij werknemers en werkgevers. 2 Het bevorderen van kwalitatief hoogstaand en aantrekkelijk onderwijs. 3 Het creëren van perspectiefrijke loopbanen voor werknemers en ruimte voor initiatief. 4 Het bevorderen van de dialoog tussen werknemers en werkgever. Het uitwerken van deze prioriteiten moet resulteren in het bevorderen van een duurzame leercultuur in bedrijven. OOM werkt samen met de sociale partners aan de realisatie van deze doelstellingen. Het effect van de dienstverlening van OOM moet tot uitdrukking komen in meer instroom, meer behoud en meer onderhoud en ontwikkeling van het vakmanschap in de metaalbewerking. Jaarlijks worden de doelstellingen gemonitord, zodat vastgesteld kan worden in hoeverre deze ambities worden bereikt. Op basis van deze informatie kan het OOM-bestuur beleids maatregelen nemen om bij te sturen op de gesignaleerde ontwikkelingen. OOM heeft CINOP de opdracht gegeven om samen met haar de monitor te ontwikkelen en uit te voeren. In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens toegelicht op welke wijze de monitor is opgebouwd, welke bronnen zijn gebruikt, welke respons het onderzoek heeft opgeleverd en de representativiteit van het uitgevoerde onderzoek. Tot slot wordt de leeswijzer van de rapportage beschreven. Opzet monitor Een cruciaal beleidsvraagstuk voor de metaalbewerking is het verbeteren van de aansluiting tussen de vragen uit de arbeidsmarkt en het aanbod van het beroepsonderwijs. Met name in de techniek is, gezien de te verwachten schaarste aan goed opgeleid technisch personeel, deze afstemming van belang. De vraag is in welke mate de ontwikkeling van vraag en aanbod verschilt per regio, per branche en voor verschillende functies in de sector. De monitor richt zich dit jaar op dit bovengenoemde vraagstuk, met als doel voor alle beleidsniveaus van OOM (bestuur, management, beleid en uitvoering) aanknopingspunten voor dit vraagstuk te vinden. Het gaat hierbij ten eerste om inzicht in welke mate het huidige beleid en bijbehorende instrumenten bijdragen aan de gewenste afstemming tussen vraag en aanbod en ten tweede om adviezen om deze afstemming verder te verbeteren. 4
6 Bronnen onderzoek De rapportage is opgesteld door gebruik te maken van: De gegevens uit de OOM-administratie over het gebruik van de verschillende regelingen (peildatum augustus 2014). De informatie over de ontwikkeling van werknemers en bedrijven in de metaalbewerking van MN services (peildatum augustus 2014). e resultaten van telefonische interviews en internetenquêtes in juni 2014 onder 816 werkgevers: Telefonisch onderzoek: interviews 271, weigering 81, respons 77%. Online onderzoek: s succesvol verzonden, aantal ingevulde vragenlijsten 545, respons 22%. De resultaten van telefonische interviews en internetenquêtes in juni 2014 onder 510 werknemers: Telefonisch onderzoek: interviews 255, weigering 130, respons 66%. Online onderzoek: s succesvol verzonden, aantal ingevulde vragen lijsten 255, respons 15%. Van van de werknemers in de sector is het mailadres bekend (14%). De resultaten van telefonische interviews en internetenquêtes in juni 2014 onder 412 bbl-leerlingen: Telefonisch onderzoek bbl-leerlingen: 368 interviews, respons 92%. Online onderzoek 264 s succesvol verzonden, aantal ingevulde vragenlijsten 44, respons 17%. Van 275 leerling is een actueel mailadres bekend. Dat gaat om slechts een fractie van het totaal aan actieve leerlingen in de sector. Conclusie respons onderzoek De respons op de diverse onderzoeken onder werknemers, werkgevers en leerlingen is evenals andere jaren zeer goed. Het onderzoek onder werkgevers bleek, evenals voorgaande jaren, qua tijdsinvestering voor de respondenten het grootst. De tijdsinvestering voor het telefonische interview onder werkgevers was dit jaar gemiddeld 15 minuten. Vorig jaar was deze investering vergelijkbaar. Representativiteit De ondervraagde bedrijven vormen een representatieve afspiegeling van de sector. Aan het onderzoek hebben 365 (44%) grote en 451 (56%) kleine bedrijven deelgenomen. Voor de sector in zijn geheel zijn deze percentages 32% en 68%, waarbij de bedrijven met minder dan drie werknemers zijn uitgezonderd van deelname. De eerste reden waarom in de steekproef relatief meer grote bedrijven voorkomen dan in de branche, is om te borgen dat ook voor de regionale analyses voldoende grote bedrijven beschikbaar zijn. De tweede reden is dat de doelstelling was om 300 bedrijven die een leerling opleiden in de steekproef op te nemen. Er zijn circa 200 actieve opleidingsbedrijven waarvan de helft grote bedrijven (meer dan 15 werknemers) betreft. Grote bedrijven zijn daarmee vaker dan kleine bedrijven actief met het opleiden van leerlingen. Laatste reden is dat grote bedrijven vaker reageren op een online enquête. Om dit te compenseren zijn 73% van de geïnterviewde bedrijven klein telefonisch benaderd. Uit de monitor blijkt dat grote bedrijven over het algemeen hoger scoren op de KPI s dan kleine bedrijven. Omdat er relatief meer grote bedrijven in de steekproef zitten, is het mogelijk dat de totaalscores in het onderzoek daardoor licht hoger uitvallen. Deze systematiek is de voorgaande monitoruitvoeringen eveneens toegepast en daarom zijn de antwoorden goed vergelijkbaar over de jaren heen. 5
7 Leeswijzer De rapportage start met een samenvatting van de belangrijkste conclusies. Het tweede hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen op het gebied van werken en leren op het niveau van de sector. Onderwerpen hierbij zijn werkgelegenheid, ontwikkeling bedrijven en branches. Het derde hoofdstuk beschrijft de ontwikkeling van het beroepsonderwijs en daarbinnen de instroom van leerlingen en stagiairs bij OOM bedrijven. Het vierde hoofdstuk gaat in op het werken en leren op het niveau van bedrijven en werknemers. Hierbij wordt ingegaan op personeelsontwikkeling en beleid, bijscholing, leren op de werkplek en opleiden van leerlingen en stagiairs. 6
8 Samenvatting Voorliggende rapportage schetst de ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkt, bijscholing in de sector en onderwijs in de metaalbewerking in Het doel van deze rapportage is om de stand van zaken te schetsen van de ondergenoemde onderwerpen en toekomstgerichte informatie te presenteren die ondersteunend kan zijn bij het opstellen van nieuw beleid. 1 Ontwikkeling arbeidsmarkt Werkgelegenheid stabiel, nog steeds krimp aantallen bedrijven Na een daling vorig jaar is de werkgelegenheid het afgelopen jaar stabiel gebleven (+0,2%). Het aantal werknemers in de metaalsector heeft de afgelopen jaren wat gefluctueerd (rondom tot werknemers) maar geeft nu een lichte stijging aan. In 2014 is het aantal bedrijven afgenomen met -1,1% (januari tot november). Per november 2014 zijn er circa bedrijven. Ten opzichte van een volledig jaar eerder is het verschil -1,7%. Het aantal bedrijven daalt voor het 3de jaar op rij. Regio 5 Limburg, 7 Zeeland en West-Brabant, 8 Rijnmond en 9 Rijnstreek en Haaglanden laten de grootste krimp van het aantal bedrijven zien. Circa 16% van de bedrijven heeft geen personeel. Bij 40% van de bedrijven met één tot en met vijf werknemers werkt 10% van het totaal aantal werknemers. Bij de 5% grootste bedrijven werk 30% van het totaal werknemers in de sector. Tabel 1 Verdeling bedrijven en werknemers 2014 Aantal bedrijven Aantal werknemers Aandeel bedrijven Aandeel werknemers bedrijven zonder personeel % 0% 1-5 werknemers % 10% 6-15 werknemers % 24% werknemers % 36% werknemers % 9% werknemers % 10% >100 werknemers % 11% 7 Voor de doelstellingen en werkzaamheden van OOM het van belang dat het grootste deel van de bedrijven minder dan 16 werknemers (80%) heeft. Doordat dit kleine bedrijven betreft, vormt de groep werknemers van deze bedrijven slechts een derde (34%) van het totaal aantal werknemers in de sector. Omgekeerd werken bij circa 20% van de bedrijven 66% van de werknemers in de sector.
9 Perspectief binnen branches, krimp en groei De branches Handel, Bouwconstructie- en montagebedrijven en elektrotechnische bedrijven laten de afgelopen twee jaar een structurele krimp zien in werkgelegenheid. Instrument- en gereedschapmakerijen en Recyclingbedrijven hadden in 2013 een relatief stabiele werkgelegenheid terwijl in deze branches nu een sterke krimp zichtbaar is. Deze laatste 2 branches zijn relatief kleine branches qua aantal bedrijven. Verspaningsbedrijven laten voor het 2de jaar op rij een sterke groei zien. Gezien de groei van de verspaningsbedrijven is verder ingezoomd op de functies waar veel vraag naar is binnen deze bedrijven. De grootste groep werknemers binnen deze bedrijven is vanzelfsprekend de functie verspaners (draaiers en frezers). Er werken 2500 verspaners in deze branche en groei van deze functiegroep is 6% ten opzichte van de Daarnaast is er in deze verspanersbranche veel vraag naar: Engineers niveau 4 en hbo voor ontwerpen. Engineers voor kwaliteitscontrole en testen. Monteurs voor machinebouw en assemblage. Elektromonteurs voor storing & onderhoud. Lassen (niveau niet bekend). Werkvoorbereiders en calculator. Bedrijfsactiviteiten stoppen Sinds 2008 zijn er circa 1000 bedrijven met hun bedrijfsactiviteiten gestopt. Deze gegevens komen van het pensioenfonds MN services. Dit aantal lijkt omvangrijk maar hierbij hoort een aantal nuanceringen: In 60% tot 70% van de gevallen gaat dit om bedrijven zonder personeel. Een logische verklaring voor deze toename is dat bedrijfsactiviteiten worden gestopt door de economische crisis. In de groep gestopte bedrijven zitten relatief veel bedrijven uit de branches (Bouw)constructie en montage, Elektrotechnische bedrijven en Handel. Branches waarin de werkgelegenheid stijgt, zoals beschreven in de voorgaande paragrafen, komen aanzienlijk minder voor. Er lijkt dus ook sprake van een relatie tussen het stoppen van bedrijven en de economische ontwikkeling in een branche. Een direct verband tussen het toegenomen administratief afvoeren en de impact van de economische crisis kan echter op dit moment niet worden gelegd. Andere mogelijke oorzaken zijn dat bedrijven reorganiseren door fusie en overnames. Nader onderzoek over de reden van administratief afvoeren is nodig om een meer duidelijk beeld te krijgen van de achterliggende oorzaak van het stoppen van bedrijfsactiviteiten. 2 Beroepsonderwijs Instroom stagiairs bij OOM-bedrijven Voor de instroom van stagiairs (vmbo, mbo en hbo) bij OOM-bedrijven geldt over de gehele lijn een positief beeld. Landelijk gezien is de stijging 11% ten opzichte van het voorgaande jaar. De stijging is op alle niveaus (vmbo, mbo en hbo) zichtbaar. Ook in 2012/2013 was er al een forse toename van het aantal stagiairs ten opzichte van het jaar daarvoor. De toename van het aantal vmbo-leerlingen is belangrijk voor de instroom van bol en bbl-leerlingen in de komende jaren. Uit eerder onderzoek (monitor 2013) is gebleken dat vanuit vmbo stages in de metaalbewerking circa 23% doorstroomt naar mbo stages en leerwerkplekken op mbo niveau. Verder zijn hbo stages belangrijk voor de instroom op hogere niveaus in de sector. Circa 25% van de hbo stagiairs start na de studie in de sector Gegevens van stagiairs uit schooljaar 2009/2010
10 Instroom bbl-leerlingen bij OOM-bedrijven Landelijk gezien is er op dit moment (meetpunt november 2014) een krimp van 13% van de instroom van bbl-leerlingen bij OOM-bedrijven. Hierbij moet worden aangetekend dat in 2012/2013 een uitzonderlijk hoge instroom is gerealiseerd. Meerwaarde stagiairs Bedrijven zien de meerwaarde in van het aannemen van stagiairs vanuit maatschappelijk oogpunt (vmbo) maar ook voor innovatie (hbo) binnen de organisatie. De bereidheid van werkgevers om vmbo of mbo-studenten een stageplaats te bieden is hoog. Hoewel bedrijven stagevergoeding zien als een goede tegemoetkoming of compensatie zou de helft ook zonder vergoeding stageplaatsen aanbieden. Diplomering van bbl-leerlingen Een belangrijk aandachtspunt blijft het beperkte diplomeringsresultaat van leerlingen in opleiding. Van de leerlingen die zijn gestart in schooljaar 2011/2012 is 60% van de leerlingen geslaagd. Het landelijke gemiddelde diplomarendement voor mbo ligt in op 77%. In schooljaar 2012/2013 is dit aandeel nog maar 45%. Voor de scholingspool (56%) en de off-the-job (54%) zijn deze percentages hoger. Ook het aandeel leerlingen waarvan de status van de opleiding onbekend is blijft met 38% hoog. Door de kwaliteitsafspraken die OOM met scholingspools maakt kan beter worden gestuurd op rendement dan via de contacten met alle individuele leerbedrijven en leerlingen via een on-the-job variant. De scholingspool heeft echter wel de beperking dat de animo van bedrijven om via de route op te leiden beperkt is. Het aandeel scholingspool leerlingen ligt al enkele jaren op 15% van het totaal. De traditionele bbl opleidingsroute heeft voor bedrijven nog de voorkeur, de leerling en werknemer wordt dan specifiek en exclusief voor het bedrijf opgeleid. De vraag is op welke manier het OOM beleid een bijdrage kan leveren aan: Stimuleren van instroom scholingspools of samenwerking tussen scholingspools en bedrijven. Intensiveren van contact met bedrijven om voortgang en uitval van de leerling op te volgen. Begeleiding door praktijkopleiders onder druk Een punt van aandacht dat samenhangt met de diplomering en de voortgang is de rol van de praktijkopleider. Bijna alle leerlingen geven aan een praktijkopleider te hebben (86%). Deze praktijkopleiders zijn in minder dan de helft van de gevallen gekwalificeerd (45%). Scholing en certificering van praktijkopleiders wordt door 50% van de werkgevers niet als noodzakelijk ervaren. Leerlingen en bedrijven geven een verschillend signaal af omtrent de begeleidingstijd van leerlingen door praktijkopleiders. Slechts 25% van de leerlingen (tegenover 76% van de werkgevers) geeft aan tenminste vier uur per week begeleiding te krijgen. Desalniettemin zijn leerlingen over het algemeen tevreden over de begeleiding die zij ontvangen. Interessante uitdaging is om na te gaan hoe bedrijven en praktijkopleiders gestimuleerd kunnen worden om zich bij te scholen en te kwalificeren en daarbij op te volgen wat het effect van deze bijscholing is op het voorgaande punt ten aanzien van het rendement van de leerling. Daarbij is het zeer wenselijk om bedrijven en praktijkopleiders die aan bijscholing doen ook vast te leggen in het klantvolgsysteem van OOM. Op deze manier kan beter worden aangetoond dat bijscholing van praktijkopleiders werkt en loont. Dit inzicht is van belang om de meerwaarde van het OOM beleid zichtbaar te maken. Tevens werkt het als een overtuigend argument voor andere bedrijven om te investeren in de kwaliteit van begeleiden. 9
11 3 Personeelsbeleid Anticiperen op vergrijzing Werken aan kennisbehoud is relevant in het kader van de vergrijzende sector; één op de vijf werknemers is 55 jaar of ouder. Oudere werknemers zitten vooral in de functies waarbij vaak enige ervaring vereist is: directie, technisch (meewerkend) leidinggevende en facilitair ondersteunend. De meeste werkgevers zien de uitstroom als gevolg van pensionering niet als een probleem. Om het vertrek of uitval van personeel op te vangen worden vooral nieuwe medewerkers aangetrokken. Opvallend is dat het opleiden van leerlingen als directe reactie op het vertrek van werknemers die met pensioen gaan het afgelopen jaar sterk is afgenomen. Leerlingen opleiden is nog steeds een belangrijke investering in het bedrijf, maar minder geschikt als directe vervanging van oudere werknemers. Veranderende functies Een deel van de werkgevers ziet functies die sterk gaan veranderen (35%). Deze werkgevers noemen met name de werkvoorbereider en leidinggevenden. De veranderingen voor de werkvoorbereider hebben voornamelijk te maken met een veranderende werkmethodiek in de productie die wordt veroorzaakt door digitalisering en de nadruk op efficiënte voorbereiding. Voor leidinggevenden heeft de verandering te maken met snelle ontwikkelingen in het vak, hogere eisen aan communicatieve vaardigheden en inspelen op veranderende vraag van de klant. Gesprekken en plannen van persoonlijke ontwikkeling De persoonlijke ontwikkeling komt volgens 41% van de werknemers aan bod in het functioneringsgesprek. Functionerings- en beoordelingsgesprekken worden in twee derde van de bedrijven gevoerd (werkgevers 65%, werknemers 66%). De opleidingsplannen voor medewerkers (50%) zijn vaker aanwezig dan bedrijfsopleidingsplannen (21%). Circa de helft de bedrijven werkt binnen de structuur van het functioneringsgesprek met vaste formats en functieprofielen. Van de bevraagde bedrijven heeft 12% behoefte aan ondersteuning van OOM bij het maken van opleidingskeuzes of bij het maken van opleidingsplannen. Kleinere bedrijven (<=15 werknemers) hebben meer behoefte aan deze vorm van ondersteuning dan grotere bedrijven. De conclusie is dat het functioneringsgesprek met het persoonlijke opleidingsplan inmiddels een stevige basis heeft in sector. 4 Ontwikkeling en opleiding van werknemers Scholing via PTT De deelname van werknemers aan scholingstrajecten die gedeeltelijk via de PTT worden bekostigd kent vanaf 2010 tot en met 2014 een stijgende lijn. De actuele stand is dat tot en met november 2014 voor cursisten en unieke werknemers een PTT is aangevraagd. Dit betekent dat er in 2014 een stijging van 23% is ten opzichte van In 2014 wordt een vergelijkbaar aandeel technische scholing gevolgd als in voorgaande jaren. Opvallend is wel dat er een aantal technische scholingsonderwerpen is waar een aanzienlijke groei in deelnemers is waar te nemen. Deze onderwerpen zijn verder uiteengezet in paragraaf 3.2 Technische en organisatie trends De komende jaren zien werkgevers en werknemers verscheidene technische ontwikke lingen die een rol gaan spelen en waarvoor scholing de komende jaren nodig is. De drie meest genoemde ontwikkelingen door werkgevers en werknemers zijn: tekeninglezen en tekening interpreteren (71%) 3D ontwerpen en printen (50%) digitalisering van productieprocessen (50%). 10
12 Op organisatieniveau zien werkgevers de volgende uitdagingen: Motiveren van medewerkers (93%) Borgen en overdracht van kennis in het bedrijf (86%) Hogere kwaliteitseisen (83%) Duurzaam inzetbaarheid (80%) Lean, slimmer werken (70%) De vraag is op welke wijze de elementen door bedrijven in een concreet scholings aanbod kunnen worden vertaald. Het ophalen van vragen bij bedrijven en het ontwikkelen van preferred suppliers aanbod rondom deze thema s is kansrijk. Ook het uitwerken van casuïstiek waarin samen met bedrijven wordt gekeken hoe deze thema s met het leren in het bedrijf worden verbonden kan waardevol zijn. 5 Leercultuur binnen bedrijven Om inzicht te krijgen in de status van opleiden en ontwikkelen in bedrijven wordt in de monitor de leercultuur binnen bedrijven onderzocht. Inzicht in leercultuur is van belang om beter in te schatten waar het bedrijf nu staat en wat de volgende fase van ontwikkeling is. Op deze manier kan OOM met de dienstverlening beter aansluiten bij de wensen en ontwikkelfase van het bedrijf. Twee derde van de werknemers ervaart (in zekere mate) een leercultuur in het bedrijf. De analyse van leercultuurfase per bedrijf bevestigt dit beeld. Bij leercultuur worden 3 dimensies onderscheiden: Trainen, opleiden en leren op de werkplek Beleid en instrumenten voor het leren Visie op opleiden Fase 1 en 2 2 Het leren door middel van Trainen, opleiden en leren op de werkplek is het meest ontwikkeld bij alle bedrijven. Bij veel bedrijven in de eerste fasen van leercultuur is het van belang om dit element steviger te verankeren door aan de slag te gaan met coaching, het betrekken van leidinggevenden, kennisoverdracht in bedrijven en opleiden van praktijkopleiders. Belangrijke vervolgstappen om door te groeien zijn het opleidingsbeleid koppelen aan de bedrijfsstrategie en het structureren van opleidingsactiviteiten door opleidingsplannen. Fase 3 en 4 In de metaalsector bevindt 1 op de 10 bedrijven zich in fase 4 van leercultuur; zij hebben vaker dan andere bedrijven een inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en werken samen met fabrikanten voor het organiseren van instructie, maken individuele afspraken met werknemers over opleiden, leggen de kennis en vaardigheden van werknemers vast en leggen vaker een duidelijke koppeling tussen organisatiedoelen en opleiden. Bij fase 3 bedrijven (27%) hebben bedrijven een stap gezet naar het ontwikkelen van een visie op opleiden. Dit wordt zichtbaar door het kunnen benoemen van vaardigheden voor de toekomst, een koppeling van leren met organisatiedoelen en een actieve werknemersbenadering gericht op brede inzetbaarheid en ontwikkeling. Kenmerkend verschil tussen fase 3 en 4 bedrijven is dat bij fase 3 de inzichten aanwezig zijn, maar nog minder geborgd in het beleid en instrumenten. Verder zijn de werknemers in fase 4 bedrijven goed geïnformeerd en betrokken bij het leren De verschillende fases worden verklaard in de bijlage
13 Figuur 1 Leercultuur bedrijven Fase 1 36% % % 2012 Fase 2 30% % % 2012 Fase 3 27% % % 2012 Fase 4 8% % % 2012 Voor het beleid is het interessant om na te gaan wat deze inzichten betekenen voor de strategie van het benaderen van bedrijven en welke gesprekspunten en OOM dienstverlening hierin mee worden genomen. 12
14 0,2 0,0 Monitorrapport OOM, CINOP, januari Ontwikkelingen in de sector In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid en bedrijvigheid besproken. Onderwerpen hierbij zijn: 1 Werkgelegenheid in de metaalbewerking 2 Ontwikkeling bedrijven en branches 1.1 Werkgelegenheid in de metaalbewerking De trend voor werkgelegenheid in de sector metaalbewerking is licht positief. In 2014 is er gedurende het jaar (januari tot oktober) sprake van een groei van het aantal werknemers (+0,6%). De groei is het sterkst te zien in de periode juni-augustus Na de zomer van 2014 is er sprake van een stagnatie / lichte daling. Per oktober 2014 werken er circa werknemers in de sector. Ten opzichte van een volledig jaar eerder (oktober 2014 ten opzichte van oktober 2013) is het verschil in het aantal werknemers +0,2%. De werkgelegenheid in de sector is daarmee nagenoeg gelijk aan Echter, ten opzichte van twee jaar geleden is het aantal werknemers aanzienlijk lager (-1,6%). Figuur 2 Aantal werknemers (peildatum oktober 2014) Werknemers 2012 Werknemers 2013 Werknemers januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december In heeft een grote krimp plaatsgevonden van het aantal werknemers van richting de huidige omvang. In de jaren is vervolgens een kleine fluctuatie te zien van de werkgelegenheid. 13
15 Figuur 3 Aantal werknemers Ontwikkeling werknemers Regionale werkgelegenheid Het regionale beeld van de werkgelegenheid laat enkele opvallende verschillen zien. De grootste daling van werkgelegenheid is -3,3% in regio 7 Zeeland en West-Brabant. De grootste stijgingen zijn te zien in regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe (+3,4%), regio 3 Utrecht, het Gooi, Flevoland (+2,3%) en regio 6 Midden- en Oost-Brabant (+2,5%). De regio Brainport en Twente zijn al meerdere jaren economische hotspots, hetgeen zichtbaar is in toenemende werkgelegenheid. 14
16 Tabel 2 Werkgelegenheid regionaal periode 2013 tot Stijging/daling Regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe ,4% Regio 2 Overijssel, Noord-Oost Polder ,2% Regio 3 Utrecht, het Gooi, Flevoland ,3% Regio 4 Gelderland ,1% Regio 5 Limburg ,6% Regio 6 Midden- en Oost-Brabant ,5% Regio 7 Zeeland en West-Brabant ,3% Regio 8 Rijnmond ,7% Regio 9 Rijnstreek en Haaglanden ,2% Regio 10 Noord-Holland (excl. het Gooi) ,5% Werknemers naar leeftijd De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende leeftijdsgroepen van werknemers in de sector. De daling van werknemers tussen de jaar heeft zich doorgezet van 2013 naar Het aandeel werknemers in deze groep is afgenomen naar 24,1% (-1,4% ten opzichte van 2013). Het aandeel oudere werknemers (ouder dan 45 jaar) is de afgelopen twee jaar gestegen. De vergrijzing in de sector zet volgens verwachting door. Over vijf jaar is ongeveer 11% van het huidige personeelsbestand met pensioen. Tabel 3 Verdeling leeftijd in sector # wners 2012 # wners 2013 # wners 2014 % wners 2012 % wners 2013 % wners 2014 Jonger dan 25 jaar ,4% 12,7% 12,6% jaar ,8% 19,7% 19,8% jaar ,8% 25,5% 24,1% jaar ,8% 27,2% 27,7% Ouder dan 55 jaar ,2% 15,0% 15,8% Met pensioen over 5 jaar (62 jaar) ,2% 10,6% 11,7% 15
17 Overzicht werknemers naar functie en geslacht De onderstaande tabel geeft een overzicht van verschillende functiegroepen van werknemers in de sector (aantallen en aandeel) uitgesplitst naar geslacht. Belangrijkste wijziging is dat er in vrouwelijke werknemers in een technische functie werken. Ten opzichte van 2013 is dit een daling van 1,5%. Vorig jaar was er een daling van 5% in het aantal vrouwen in technische functies. Dit hangt samen met de verminderde werkgelegenheid in productiefuncties. Tabel 4 Verdeling functies naar geslacht 2014 Functiegroepen # werknemers % werknemers # vrouw % Vrouw # Man % man Directie/ management % 730 4,0% ,1% (Meewerkend) leidinggevend % 157 0,9% ,0% Technisch uitvoerend % ,9% ,4% Ondersteuning % ,6% ,4% Overig % ,6% ,1% Totaal % % % 16
18 Instroom en uitstroom Er stromen in 2014 circa werknemers de sector uit en circa werknemers de sector in. Dit betekent dat er sprake is van lichte groei in de metaalbewerking. De trend die het afgelopen jaar is ingezet, laat zien dat het aantal werknemers dat uitstroomt afneemt en het aantal instromers toeneemt. Als deze trend zich voortzet is een groei te verwachten van het aantal werknemers. Figuur 4 In- en uitstroom metaalbewerking Instroom Uitstroom Beleving van crisis door werknemers Werknemers zijn gevraagd naar hun beleving van de economische crisis. In totaal geeft 60% van de werknemers aan dat de bedrijfsresultaten ten opzichte van 2013 positief zijn. Dit is beter dan vorig jaar waarbij 50% van de werknemers dit positieve resultaat rapporteerde. Volgens een kleiner, maar aanzienlijk deel van de werknemers (33%) zijn de resultaten weinig veranderd het afgelopen jaar. 7% van de werknemers bestempelt de bedrijfsresultaten als slecht. Werknemers (68%) zijn in het algemeen positief gestemd over de korte termijn vooruitzichten. De gevolgen van de crisis wordt door 59% van de werknemers opgemerkt. Zij merken dit vooral aan de verhoogde werkdruk, baanonzekerheid, ontslagrondes, reorganisaties en het teruglopen van werk. De crisis heeft volgens werknemers wel een positief effect op de mate waarin er efficiënt wordt gewerkt. Werknemers bij grotere bedrijven hebben meer mogelijkheden om efficiënter te gaan werken en merken dit voordeel vaker op dan werknemers in kleine bedrijven. Overige kengetallen In bijlage 1 worden aanvullend op bovenstaande informatie de overzichten van werknemers binnen verschillende beroepen en branches gegeven. 17
19 1.2 Ontwikkeling bedrijven en branches Aantal bedrijven De ontwikkeling van de bedrijvigheid in de sector metaalbewerking is negatief. In 2014 is het aantal bedrijven afgenomen met -1,1% (januari tot oktober). Per september 2014 zijn er circa bedrijven. Ten opzichte van een volledig jaar eerder is het verschil -1,7%. Het aantal bedrijven daalt voor het derde jaar op rij. Figuur 5 Aantal bedrijven 2012 en 2013 en 2014 (peildatum oktober 2014) Bedrijven 2012 Bedrijven 2013 Bedrijven januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Ontwikkeling bedrijven naar omvang In 2008 tot 2010 was de bedrijvigheid stabiel. De ontwikkeling van de bedrijvigheid in de sector metaalbewerking is vanaf 2010 licht negatief. Opvallend is dat het aantal grotere bedrijven in de loop der jaren is gedaald. Bedrijven met een kleinere omvang zijn qua aantal vrij stabiel. Wel is het zo dat in de categorie bedrijven zonder personeel relatief veel bedrijven starten en stoppen. Tabel 5 Ontwikkeling bedrijven Totaal bedrijven bedrijven zonder personeel werknemers werknemers >15 werknemers
20 Het grootste deel van de bedrijven heeft minder dan 15 werknemers (80%). Doordat dit kleine bedrijven betreft, vormt de groep werknemers van deze bedrijven slechts een derde (34%) van het totaal aantal werknemers in de sector. Omgekeerd werken bij circa 20% van de bedrijven 66% van de werknemers in de sector. Tabel 6 Bedrijfsomvang 2014 Bedrijfsomvang # bedrijven 2014 % bedrijven 2014 # werknemers 2014 # werknemers bedrijven ,6% 0 0,0% 1-5 werknemers ,3% ,8% 6-15 werknemers ,0% ,5% werknemers ,8% ,2% werknemers 222 1,6% ,8% 100 en meer werknemers 89 0,6% ,7% Bedrijfsactiviteiten stoppen De laatste 3 jaren stoppen er circa 1000 bedrijven per jaar met hun bedrijfsactiviteiten. Dit aantal lijkt omvangrijk maar hierbij horen een aantal nuanceringen: In 60% tot 70% van de gevallen gaat dit om bedrijven zonder personeel. De informatiebron voor deze analyse is afkomstig van MN services. In sommige gevallen gaat om het zogenaamd administratief afvoeren van bedrijven waar al enkele jaren geen bedrijfsactiviteiten in plaatsvinden. In de periode voor 2010 werden er aanmerkelijk minder bedrijven administratief afgevoerd dan afgelopen jaren. Voor 2010 was het gemiddelde rond 600 bedrijven per jaar. Volgens opgaaf van MN services gaat het hierbij om een aangescherpte administratieve procedure. Een logische verklaring voor deze toename is dat bedrijfsactiviteiten worden gestopt door de economische crisis. In de groep administratief afgevoerde bedrijven zitten relatief veel bedrijven uit de branches (Bouw)constructie en montage, Elektrotechnische bedrijven en Handel. Branches waarin de werkgelegenheid stijgt, zoals beschreven in de voorgaande paragrafen, komen aanzienlijk minder voor. Er lijkt dus sprake van een relatie tussen het stoppen van bedrijven en de economische ontwikkeling in een branche. Een direct verband tussen het toegenomen administratief afvoeren en de impact van de economische crisis kan echter op dit moment niet worden gelegd. Andere mogelijke oorzaken zijn dat bedrijven reorganiseren door fusie en overnames. Nader onderzoek over de reden van administratief afvoeren is nodig om een meer duidelijk beeld te krijgen van de achterliggende oorzaak van het stoppen van bedrijfsactiviteiten. 19
21 Tabel 7 Gestopte bedrijven Bedrijfsomvang werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers en meer werknemers 1 1 totaal Bedrijven naar regio De algemene trend van een daling in de werkgelegenheid in de regio (zoals besproken in paragraaf 2.1) is eveneens zichtbaar in een afnemende bedrijvigheid in de regio. Met name in regio 7 Zeeland en West-Brabant en 9 Rijnstreek en Haaglanden krimpt zowel de werkgelegenheid als het aantal bedrijven. In regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe is een positieve trend zichtbaar voor zowel het aantal bedrijven en werknemers. Tabel 8 Bedrijven regionaal 2013 tot Stijging/daling Regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe ,14% Regio 2 Overijssel, Noord-Oost Polder ,41% Regio 3 Utrecht, het Gooi, Flevoland ,55% Regio 4 Gelderland ,10% Regio 5 Limburg ,92% Regio 6 Midden- en Oost-Brabant ,62% Regio 7 Zeeland en West-Brabant ,48% Regio 8 Rijnmond ,37% Regio 9 Rijnstreek en Haaglanden ,82% Regio 10 Noord-Holland (excl. het Gooi) ,83% 20
22 Bedrijven naar brancheactiviteit De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal bedrijven binnen de verschillende branches van de sector. Voor het aandeel bedrijven is de meest opvallende ontwikkeling een toename van het aantal bedrijven in de branche Bedrijven voor machine- en apparatenbouw (+0,5%). Tabel 9 Verdeling branches binnen de sector (aantal en percentage werkgevers) # wg-ers 2013 % wg-ers 2013 # wg-ers 2014 % wg-ers 2014 Constructie- en montagebedrijven ,2% ,2% Bedrijven voor machine- en apparatenbouw ,5% ,0% Bouwconstructie- en montagebedrijven ,2% ,8% Service- en onderhoudsbedrijven ,8% ,7% Verspaningsbedrijven ,0% ,3% Agrotechnische bedrijven / landbouwmechanisatie 937 6,5% 907 6,5% Handel 805 5,6% 760 5,4% Jacht- en scheepsbouwbedrijven 630 4,4% 588 4,2% Plaatwerkerijen 544 3,8% 542 3,9% Oppervlaktebehandelingbedrijven 513 3,6% 506 3,6% Elektrotechnische bedrijven 429 3,0% 403 2,9% Instrument- en gereedschapmakerijen 393 2,7% 380 2,7% Recyclingbedrijven 340 2,4% 336 2,4% Smederijen, giet- en extrusiebedrijven 300 2,1% 288 2,1% Productie- en onderhoudsbedrijven van mobiele werktuigen 231 1,6% 217 1,6% Metaalwarenindustrie 78 0,5% 85 0,6% Vliegtuigbouwbedrijven 7 0,1% 9 0,1% 21
23 De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal werknemers binnen de verschillende branches van de sector. In de volgende paragraaf wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid binnen deze branches besproken. Tabel 10 Verdeling branches binnen de sector (aantal en percentage werknemers) # wn-ers 2013 % wn-ers 2013 # wn-ers 2014 % wn-ers 2014 Bedrijven voor machine- en apparatenbouw ,7% ,0% Constructie- en montagebedrijven ,9% ,9% Bouwconstructie en -montagebedrijven ,5% ,9% Verspaningsbedrijven ,2% ,8% Service- en onderhoudsbedrijven ,6% ,6% Agrotechnische bedrijven / landbouwmechanisatie ,4% ,3% Plaatwerkerijen ,3% ,3% Handel ,0% ,8% Elektrotechnische bedrijven ,9% ,7% Oppervlaktebehandelingbedrijven ,7% ,8% Jacht- en scheepsbouwbedrijven ,4% ,4% Instrument- en gereedschapmakerijen ,2% ,2% Smederijen, giet- en extrusiebedrijven ,6% ,6% Productie- en onderhoudsbedrijven van mobiele werktuigen ,9% ,9% Recyclingbedrijven ,0% ,0% Metaalwarenindustrie 712 0,5% 836 0,6% Vliegtuigbouwbedrijven 38 0,0% 325 0,2% Groei en krimp branches De ontwikkeling van het aantal werknemers binnen de branches is onderzocht (zie tabel 9). De branches zijn ingedeeld naar categorieën. In de eerste kolom zijn branches op genomen waarin de werkgelegenheid is gestegen (+0% tot 7%), in de tweede kolom zijn de branches gepresenteerd die stabiel zijn gebleven qua werkgelegenheid of een lichte krimp laten zien (0% tot -2%). In de laatste kolom zijn de branches opgenomen waar een sterke krimp van werkgelegenheid heeft plaatsgevonden (>-2%). De branches Handel, Bouwconstructie- en montagebedrijven en elektrotechnische bedrijven laten de afgelopen twee jaar een structurele krimp zien. De branches Instrument- en gereedschapmakerijen en Agrotechnische bedrijven/landbouwmechanisatie hadden in
24 een relatief stabiele werkgelegenheid terwijl in deze branches nu een krimp zichtbaar is. De bevindingen uit de analyses zijn in interviews voorgelegd aan werkgevers en worden bevestigd. In de onderstaande tabel 11 wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid per branche gegeven. Aan de linkerzijde staan de branches waarin de werkgelegenheid sterk toeneemt in 2014 (van 0 tot 7% stijging). De middelste kolom bevat branche die gelijk blijven of licht krimpen (0 tot -2%). De rechterkolom geeft de sterk krimpende branches weer (>-2%). Per branche wordt vervolgens weergegeven: Branchenaam (%); omvang van branche in % van totaal werknemers metaalwerking %; Groei van aantal werknemers in branche in %; Groei van aantal werknemers in branche in Tabel 11 Ontwikkeling werkgelegenheid in branches Gestegen 2014 Niveau 1 en /2013 ten opzichte van 2011/2012 Niveau 3 en 4 + hbo 2012/2013 ten opzichte van 2011/2012 Verspaningsbedrijven (7,8%) (2014: +7,6%) (2013: +1,7%) Service- en onderhoudsbedrijven (6,6%) (2014: -0,1%) (2013: +0,1%) Instrument- en gereedschapmakerijen (3,2%) (2014: -2,2%) (2013: +1,0%) Productie- en onderhoudsbedrijven van mobiele werktuigen (1,9%) (2014: +1,7%) (2013: +1,8%) Constructie- en montagebedrijven (18,9%) (2014: -0,2%) (2013: -2,6%) Handel (3,8%) (2014: -5,0%) (2013: -3,4%) Oppervlaktebehandelingbedrijven (3,8%) (2014: +1,2%) (2013: -0,4%) Plaatwerkerijen (5,3%) (2014: -0,6%) (2013: -1,2%) Bouwconstructie- en montagebedrijven (7,9%) (2014: -7,3%) (2013: -7,6%) Bedrijven voor machineen apparatenbouw (24,0%) (2014: +0,6%) (2013: -0,2%) Jacht- en scheepsbouwbedrijven (3,4%) (2014: -1,0%) (2013: -5,0%) Elektrotechnische bedrijven (3,7%) (2014: -7%) (2013: -2,2%) Smederijen, giet- en extrusiebedrijven (2,6%) (2014: +0,2%) (2013: +0,2%) Agrotechnische bedrijven / landbouwmechanisatie (5,3%) (2014: -2,0%) (2013: +2,3%) 23
25 Gezien de sterke groei van de verspaningsbedrijven is verder ingezoomd op de functies waar veel vraag naar is binnen deze bedrijven. De grootste groep werknemers binnen deze bedrijven is vanzelfsprekend de functie verspaners (draaiers en frezers). Er werken 2500 verspaners (onbekend cnc of conventioneel) in deze branche en groei van deze functiegroep is 6% ten opzichte van de Daarnaast is er in deze branche veel vraag naar: Engineers niveau 4 en hbo voor ontwerpen. Engineers voor kwaliteitscontrole en testen. Monteurs voor machinebouw en assemblage. Elektromonteurs voor storing en onderhoud. Lassen (niveau niet bekend). Werkvoorbereiders en calculator. Effect van crisis volgens bedrijven Bedrijven zijn sinds 2013 gevraagd naar de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat ten opzichte van het voorafgaande jaar. Uit tabel 9 blijkt dat het bedrijven vanaf 2013 een positieve financiële ontwikkeling doormaken. Bedrijven zijn over het algemeen optimistisch gestemd over de vooruitzichten voor % van de bedrijven verwacht een vergelijkbaar bedrijfsresultaat en 44% een toename. Tabel 12 Bedrijfsresultaat ten opzichte van voorafgaand jaar Bedrijfsresultaat Verbeterd 30% 44% Gelijk 50% 41% Afgenomen 20% 15% Zoals te verwachten (gezien de afname van de werkgelegenheid) zijn bedrijven die actief zijn in de Bouwconstructie- en montage en Elektrotechniek minder positief. Slechts 20% van de bedrijven verwacht een verbeterd bedrijfsresultaat. Opvallend is dat bedrijven uit branches Handel en Plaatwerkerijen positief zijn over hun bedrijfsresultaat. In deze branches is geen sprake van personele groei (zie tabel 8), desalniettemin wordt toch door 50% van de geïnterviewden een verbeterd bedrijfsresultaat genoemd. In deze branches lukt het bedrijven om de omzet te verbeteren zonder personele groei. Een belangrijke oorzaak die bedrijven hiervoor noemen is: Innovatie en efficiëntie van de productie(techniek) (33% van de bedrijven). Een toenemende vraag naar bestaande producten (36%) en het aanbod van nieuwe producten (22%). Nieuwe klantcontacten door hedendaagse beschikbare media (22%). 24
26 2 Beroepsonderwijs In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling binnen het beroepsonderwijs voor metaalbewerking besproken. Onderwerpen hierbij zijn: 1 Landelijke ontwikkelingen beroepsonderwijs Metaal 2 Instroom van leerlingen bij OOM bedrijven 3 Rendement van opleiden binnen OOM bedrijven 2.1 Landelijke ontwikkelingen beroepsonderwijs Metaal De landelijke onderwijscijfers voor metaalonderwijs laten een neergaande trend zien. Het aantal vmbo-leerlingen metaal is de laatste 4 schooljaren gedaald van circa vmbo-leerlingen in 2010/2011 naar leerlingen in 2013/2014. Er is wel een toename van intersectorale en techniekbrede opleidingen. Het aantal mbo-leerlingen dat een metaal opleiding volgt, is in periode gedaald van leerlingen naar leerlingen. Tegelijk is er wel een toename van het aantal leerlingen in een techniekbrede BOL opleiding. In het verleden volgden veel BOL4 leerlingen de metaalspecifieke opleiding werktuigbouwkunde. De laatste jaren bieden roc s steeds meer intersectorale techniekopleidingen aan zoals Middenkader engineering. Deze leerlingen kunnen ook in de metaalbewerking stage lopen, maar worden niet specifiek voor deze sector opgeleid. Inmiddels volgen leerlingen deze brede intersectorale opleiding. Dit is ook voor de metaalbewerking veruit de grootste relevante bol opleiding. Van alle bol stages waarvoor OOM jaarlijks een vergoeding uitkeert, is circa de helft van de stagiairs een Middenkader engineering leerling (1595 stages in 2012/2013 en 1721 stages in 2013/2014). Sinds 2010 is het aantal hbo-studenten in metaal relevante opleidingen toegenomen van naar leerlingen. De grootste opleiding is werktuigbouwkunde en belangrijke nieuwe opleidingen zijn engineering en mechatronica. 25
27 Figuur 6 Landelijke ontwikkeling beroepsonderwijs Metaal vmbo, mbo, hbo / / / /2014 vmbo metaal mbo metaal hbo metaal Bol- en bbl-leerlingen landelijk metaalopleidingen NB Met landelijk worden alle leerlingen bedoeld die een metaalopleiding binnen het domein van Kenteq volgen. Landelijk is er een stijging van 3% van leerlingen voor metaalopleidingen (bol+bbl). Opvallend is de stijging van de instroom op niveau 1. Ook het aantal leerlingen op niveau 3 neemt toe. Tabel 13 Leerlingenaantal metaaltechnisch mbo naar niveau (bol en bbl samen) 2010/ / / /2014 Ontwikkeling 2012/ /2014 Niveau 1 Assistent opleiding % Niveau 2 Basisberoepsopleiding % Niveau 3 Vakopleiding % Niveau 4 Middenkaderopleiding/ Specialistenopleiding % totaal % 26
28 De volgende tabel splitst de ontwikkeling van leerlingenaantallen uit naar niveau en leer weg (bol/bbl). Het totaal aantal bbl-leerlingen in de metaal bedraagt leerlingen en daalt met 2%. De daling is kleiner dan de daling van de instroom bij OOM-bedrijven (-13%, zie tabel 17). Er is sprake van stijging van de instroom van bol-leerlingen met 12%. De stijging van bol-stagiairs bij OOM-bedrijven is met 11% (zie tabel 15) vergelijkbaar. Tabel 14 Aantal leerlingen binnen metaaltechnisch mbo naar bol/bbl en niveau Bol bbl Opleidingsniveau 2012/ /2014 ontwikkeling 2012/ / / /2014 ontwikkeling 2012/ /2014 Niveau 1 Assistent opleiding % % Niveau 2 Basisberoepsopleiding % % Niveau 3 Vakopleiding % % Niveau 4 Middenkaderopleiding/ Specialistenopleiding % % Totaal % % De verhouding tussen bol- en bbl-leerlingen voor metaalleerlingen schommelt de laatste jaren rondom 35% - 40% bol en 65% - 60% bbl. Deze verhouding is redelijk stabiel. Voor de basisberoepsopleiding (niveau 2) en de vakopleiding (niveau 3) blijven de bbl-opleidingen het meest belangrijk. Bij de middenkader opleiding (niveau 4) ligt het accent bij de bol-opleidingen. 2.2 Instroom van leerlingen bij OOM bedrijven Instroom stagiairs bij OOM-bedrijven Voor de instroom van stagiairs (vmbo, mbo en hbo) bij OOM-bedrijven geldt over de gehele lijn een positief beeld. Landelijk gezien is de stijging 11% ten opzichte van het voorgaande jaar. De stijging is op alle niveaus (vmbo, mbo en hbo) zichtbaar. Ook in 2012/2013 was er al een forse toename van het aantal stagiairs ten opzichte van het jaar daarvoor. De toename van het aantal vmbo-leerlingen is belangrijk voor de instroom van bol en bbl-leerlingen in de komende jaren. 27
29 Tabel 15 Instroom stagiairs bij OOM-bedrijven vmbo, mbo en hbo-stage samen) 2010/ / / /2014 Ontwikkeling 2012/ /2014 vmbo % mbo % hbo % totaal % Bij nagenoeg alle regio s wordt een stijging gerealiseerd (uitgezonderd regio 4 Gelderland). De grootste toename zit in regio 3, 6, 8 en 9. Tabel 16 Instroom stagiairs bij OOM-bedrijven vmbo, mbo en hbo-stage samen) 2011/ / /2014 Ontwikkeling 2012/ /2014 Regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe % Regio 2 Overijssel, Noord-Oost Polder % Regio 3 Utrecht, het Gooi, Flevoland % Regio 4 Gelderland % Regio 5 Limburg % Regio 6 Midden- en Oost-Brabant % Regio 7 Zeeland en West-Brabant % Regio 8 Rijnmond % Regio 9 Rijnstreek en Haaglanden % Regio 10 Noord-Holland (excl. het Gooi) % totaal % 28 Instroom bbl-leerlingen bij OOM-bedrijven In de volgende tabel wordt de ontwikkeling van de instroom van bbl-leerlingen bij OOMbedrijven gegeven. Landelijk gezien is er op dit moment (meetpunt november 2014) een krimp van 13%. Hierbij moet worden aangetekend dat in 2012/2013 een uitzonderlijk hoge instroom is gerealiseerd. Daarnaast is er de eerder genoemde toename van mbo stagiairs (zie tabel 19 voor totaal bol en bbl).
30 Tabel 17 Instroom schooljaren bbl-leerlingen bij OOM-bedrijven samen) 2011/ / /2014 Ontwikkeling 2012/ /2014 Aandeel nieuwe leerwerk banen Regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe % 38% Regio 2 Overijssel, Noord-Oost Polder % 47% Regio 3 Utrecht, het Gooi, Flevoland % 33% Regio 4 Gelderland % 34% Regio 5 Limburg % 29% Regio 6 Midden- en Oost-Brabant % 41% Regio 7 Zeeland en West-Brabant % 43% Met name in de regio s 1, 4 en 5 blijft de instroom achter ten opzichte van het landelijke beeld. In de regio s 1 en 4 was vorig jaar ook sprake van een afwijking van het landelijke beeld (destijds sterke groei). In regio 5 was vorig ook nog sprake van sterke groei. In regio 2, 3 en 10 is de afwijking in de instroom ten opzichte van vorig jaar het kleinst. In de laatste kolom wordt het aandeel nieuwe leerwerkbanen in de regio weergegeven. De maat hiervoor is het aantal ingestroomde bbl-leerlingen op het totaal van ingestroomde jongere werknemers (jonger dan 25 jaar) in de regio. Deze analyse geeft een indicatie van de mate waarin werk voor jongeren wordt ingevuld via een leerwerkbaan. Dit zijn banen waarin door een beroepsopleiding een duurzame basis wordt gelegd voor binding met de sector. Jongeren met een afgeronde beroepsopleiding werken langer in de sector dan jongeren zonder opleiding. Het aandeel leerwerkbanen is het hoogst in regio 2 (47%). Dit betekent dat 47% van alle ingestroomde jongeren (jonger dan 25 jaar) in deze regio is gestart met een bbl-opleiding. Evenals vorig jaar is het aandeel nieuwe leerwerkbanen hoog in regio 7. Opvallend is dat in regio 9 Rijnstreek en Haaglanden het aandeel leerwerkbanen relatief laag is (27%). Dit geldt ook voor regio 5 Limburg. Vorig jaar was dit aandeel in Rijnstreek en Haaglanden met 22% ook laag. Het aandeel is daarmee wel toegenomen. Het aandeel leerwerkbanen in de regio kan worden gebruikt om de stijging of daling van de instroom te nuanceren. Bijvoorbeeld: in regio 7 is er sprake van een daling van de instroom, maar 43% van de jongeren start in een leerwerkbaan. De vraag naar jonge werknemers wordt op deze manier op een duurzame wijze ingevuld. 29
Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing
Monitor rapport OOM 2014 Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing Managementsamenvatting Managementsamenvatting Monitor rapport OOM 2014 Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing Colofon Titel: Monitor rapport
Nadere informatieMonitor rapport OOM. Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing
Monitor rapport OOM Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing Colofon Titel: Monitor rapport OOM Auteur: Cris van Osch Versie: 1.0 Datum :November 2013 Projectnummer:
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2007 Noord-Holland concept
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2007 Noord-Holland concept R. Blommaert MSc Drs J. Freriks Drs I. de Vries Amsterdam, oktober 2007 708/oktober 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Groningen/Friesland/Drenthe 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2005 Boukje Detmar Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623 Fax:
Nadere informatieSamenvatting trends arbeidsmarkt, onderwijs, O&O beleid en scholing metaalbewerking
Samenvatting trends arbeidsmarkt, onderwijs, O&O beleid en scholing metaalbewerking In deze samenvatting worden de hoofdlijnen die uit de verschillende onderzoeken van OOM in 2011 naar voren komen op een
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Rijnstreek/Haaglanden
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Rijnstreek/Haaglanden Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieOOM Onderwijsinformatie. cijfers en trends 2009/2010
OOM Onderwijsinformatie cijfers en trends 2009/2010 Inhoudsopgave Onderwijsinformatie cijfers en trends 2009/2010 3 Leeswijzer 5 Samenvatting OOM Onderwijsinformatie cijfers en trends 2009/2010 6 1 Ontwikkelingen
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Groningen/Friesland/Drenthe
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Groningen/Friesland/Drenthe Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM
Nadere informatieOOM Onderwijsinformatie Cijfers en trends 2009. Onderwijs
OOM Onderwijsinformatie Cijfers en trends 2009 2009 Onderwijs OOM Onderwijsinformatie cijfers en trends 2008/2009 Inhoudsopgave Onderwijsinformatie cijfers en trends 2008/2009 3 Leeswijzer 5 Samenvatting
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Midden- en Oost-Brabant
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Midden- en Oost-Brabant Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Overijssel/Noordoostpolder
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Overijssel/Noordoostpolder Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Midden-Nederland
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Midden-Nederland Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.:
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Limburg
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Limburg Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Gelderland 2006
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Gelderland 2006 Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Zeeland/West-Brabant
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Zeeland/West-Brabant Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Noord-Holland
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Noord-Holland Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.:
Nadere informatieOOM Managementsamenvatting Monitor 2009. Management
2009 OOM Managementsamenvatting Monitor 2009 Management OOM Managementsamenvatting Monitor 2009 Colofon Titel: OOM Managementsamenvatting Monitor 2009 Opdrachtgever: OOM, onder begeleiding van Agnes van
Nadere informatieOOM Arbeidsmarktinformatie cijfers en trends Peildatum januari 2011
OOM Arbeidsmarktinformatie cijfers en trends 2011 Peildatum januari 2011 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 4 1 Werkgelegenheid en bedrijvigheid 6 1.1 Bedrijvigheid 6 1.2 Werkgelegenheid 7 2 Personeelsopbouw
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Noord-Holland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014
monitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014 1 Introductie In de periode 1 september 31
Nadere informatieColofon. Monitor rapport OOM. Versie 1.0 Datum November 2012 Projectnummer 11718.14
Monitor rapport OOM Colofon Titel Monitor rapport OOM Auteur Cris van Osch Versie 1.0 Datum November 2012 Projectnummer 11718.14 CINOP Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425
Nadere informatieKengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Nadere informatieA fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink
A fbouw Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink Colofon Savantis is een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Overijssel/Noordoostpolder 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2005 Boukje Detmar Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623 Fax:
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Groot Amsterdam -
Nadere informatieOOM Werknemersmonitor 2009 2009. Werknemers
2009 Werknemers OOM Werknemersmonitor 2009 Inhoudsopgave Leeswijzer 3 1 Inleiding 4 2 Opzet Monitor OOM 5 3 Onderzoekskader OOM Werknemersmonitor 6 3.1 KPI s en onderzoeksvragen 6 3.2 Instrumenten voor
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Breda Bergen op Zoom ROC West-Brabant
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Zuid
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Zuid Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Noord-Holland Zuid ROC Nova College 2012
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Noord
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Noord Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Noord-Holland Noord ROC kop van Noord-Holland
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Den Haag ROC Mondriaan 2012 2013 1 1. Kans op werk
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Rijnmond
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Rijnmond Drs Th. Mos Drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, december 2006 608/december 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Flevoland
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Flevoland Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Flevoland ROC Flevoland 2012 2013 1 1. Kans op
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Zuid- Limburg ROC Arcus College 2012 2013 1
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Groningen Noorderpoort College / Alfa-College
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Rijnmond 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Rijnmond 2005 Sander van Duijn Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Gouda
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Gouda Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Gouda ID College 2012 2013 1 1. Kans op werk Het bedrijfsleven
Nadere informatieFactsheet Onderwijs Mobiliteitsbranche vmbo/mbo
Factsheet Onderwijs Mobiliteitsbranche vmbo/mbo Dit is een uitgave van Innovam April 2015 Uitgever: Innovam Groep Website: www.innovam.nl/onderzoek E-mail: onderzoek@innovam.nl Telefoon: 030 608 77 84
Nadere informatieFactsheet persbericht. Aanbod stageplaatsen groeit
Factsheet persbericht Aanbod stageplaatsen groeit Inleiding Stageperiode Een stageperiode is voor veel studenten de meest leerzame periode van de schoolcarrière. Maar hoe moeilijk is het in deze tijd om
Nadere informatieKengetallen mobiliteitsbranche
Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 Juni 2015 Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Arnhem Rijn IJssel 2012 2013 1 1. Kans op werk Het
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Eindhoven Summa College 2012 2013 1 1. Kans op
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Doetinchem Graafschap College 2012 2013 1 1.
Nadere informatieCijfers en Trends Midden- en Oost-Brabant 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Midden- en Oost-Brabant 2005 Sander van Duijn Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieSamenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO
Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Drenthe/Overijssel
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Drenthe/Overijssel Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Drenthe/Overijssel die op basis van de resultaten van het huidige
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Rijnmond, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting
Nadere informatieHet aandeel vrouwen in Kenteq-kwalificaties (2005-2013)
Het aandeel vrouwen in Kenteq-kwalificaties (2005-2013) Hoe ontwikkelt zich het aandeel vrouwelijke mbo-studenten op het vlak van de metaal-, elektro- en installatietechniek? Naar welke opleidingsrichting
Nadere informatieRegiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam
Regiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Rotterdam Albeda College / Zadkine 2012 2013 1
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Limburg 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Limburg 2005 Boukje Detmar Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnstreek/Haaglanden
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnstreek/Haaglanden Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Rijnstreek/Haaglanden, die op basis van de resultaten van
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieKans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen
ECABO Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Gelderland 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Gelderland 2005 Sander van Duijn Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.:
Nadere informatieKENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE
KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit
Nadere informatieKenteq-leerbedrijven in kaart 2011
Kenteq-leerbedrijven in kaart 2011 Colofon Uitgave Kenteq Postbus 81 1200 AB Hilversum T (035) 750 45 04 F (035) 750 45 55 W www.kenteq.nl Contactpersoon Dr. Sake Wagenaar T (035) 750 42 46 E sake.wagenaar@kenteq.nl
Nadere informatieKengetallen ECABO Bijlage bij jaarverslag 2010
Kengetallen ECABO Bijlage bij jaarverslag 2010 Aantal erkende leerbedrijven in ARTUS 46.269* Aantal geregistreerde leerplaatsen 83.412 Aantal deelnemers ECABO 2009-2010 85.667 Aantal BOL-deelnemers 76.307
Nadere informatieNotitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.
Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR
Nadere informatieVrouwen in de Mobiliteitsbranche
Vrouwen in de Mobiliteitsbranche Nulmeting t.b.v. TechniekTalent.nu drs. W. van Ooij MarktMonitor Juni 2011 Vrouwen in de Mobiliteitsbranche Nulmeting t.b.v. TechniekTalent.nu MarktMonitor staat voor
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant
Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Midden-Nederland 2005
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Midden-Nederland 2005 Sander van Duijn Eliane Boorsma Amsterdam, november 2005 501/november 2005 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Limburg, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek
Nadere informatieOnderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014
Onderzoek EVC Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Colofon Titel: Onderzoek EVC: aantallen 2013 en 2014 Auteur : Robbie van Kippersluis Versie: 1.0 Datum: Juni 2014 Kenniscentrum EVC Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch
Nadere informatieLeerlingcijfers 2014/2015
AFBOUW Leerlingcijfers 2014/2015 Sector Afbouw Datum: 24 februari 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren Schilderen en Onderhoud; Afbouw;
Nadere informatieFACTSHEET ARBEIDSMARKT
1 FACTSHEET ARBEIDSMARKT Zuid LIMBURG 1. Kerngegevens beroepsbevolking Figuur 1.1 Samenstelling bevolking naar leeftijd en geslacht, Zuid Limburg, 2013-2025 Bron: Regioportret Zuid Limburg Ontgroening
Nadere informatieDe deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw
De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 West- Brabant
Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in West- Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40
Nadere informatieOntwikkeling aantal erkende leerbedrijven Kenteq ( )
Ontwikkeling aantal erkende leerbedrijven Kenteq (2013-2014) Hoe heeft het aantal erkende leerbedrijven in de metaal-, elektro- en installatietechniek zich ontwikkeld? Wat zijn de aantallen per kwalificatiedossier?
Nadere informatieDoorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013)
Doorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013) Waar komt de instroom in de Kenteq-kwalificaties vandaan? Komt die uit direct verwante vmbo-opleidingen, of ook uit andere richtingen? Hoe zit dat omgekeerd?
Nadere informatiein het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013
in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht
Nadere informatieVoortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F
Voortgezet onderwijs Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant Transvorm Tilburg, januari 2019 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40 88
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs 2014-2015 Samenvatting van de monitor 2014-2015 en de volgmodules najaar 2015
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2014-2015 Samenvatting van de monitor 2014-2015 en de volgmodules najaar 2015 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, januari 2016 1 Vooraf In de periode 1 september 31
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant
Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in Noordoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088
Nadere informatieOntwikkelingen Technisch Installatiebedrijf Zeeland/West-Brabant
Ontwikkelingen Technisch Installatiebedrijf Zeeland/West-Brabant B. van Bruggen Amsterdam, maart 2006 517/Amsterdam, maart 2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant
Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F
Nadere informatieTabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies
Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie
Nadere informatieTrends in passend onderwijs
DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...
Nadere informatieDe Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014
De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte
Nadere informatieECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen
ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs
Nadere informatieWerkend leren in de jeugdhulpverlening
Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003
Nadere informatieRapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012
Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met
Nadere informatieKengetallen Mobiliteitsbranche
Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 drs. W. van Ooij dr. K.Karpinska MarktMonitor september 2013 Inhoudsopgave Samenvatting -------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieDe Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014
De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Maritieme Toeleveringsindustrie Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid
Nadere informatieArbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO
Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO In deze notitie geven we een beeld van de arbeidsmarkt voor startende leraren in het primair onderwijs (PO). Achtereenvolgens worden de volgende vragen
Nadere informatieResultaten vacaturescan Regio West
Resultaten vacaturescan Regio West Meting 3 Amsterdam, oktober 2004 drs B. van Bruggen 187/oktober 2004 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020-6373623 Fax: 020-6362645 info@dijk12.nl
Nadere informatieAchtergrondinformatie. Beroepspraktijkvorming in het mbo
Achtergrondinformatie Beroepspraktijkvorming in het mbo Achtergrondinformatie leerlingen 1 Tabel 1 BOL- en BBL-leerlingen naar soort school AOC 5 6 5 ROC 87 88 87 Vakschool 8 6 8 Tabel 2 BOL- en BBL-leerlingen
Nadere informatieFORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform
Nadere informatieMedewerkers in het mbo - CONCEPT
Medewerkers in het mbo - CONCEPT Omvang en kenmerken van werkgelegenheid en dynamiek Medewerkers in het mbo Omvang en kenmerken van werkgelegenheid en dynamiek Uitgevoerd in opdracht van de Stichting
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven
Nadere informatieFeiten en cijfers 2010 Branche WMD
Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4
Nadere informatieAnalyse ontwikkeling leerlingaantallen
Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig
Nadere informatieStudentenBureau Stagemonitor
StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...
Nadere informatieFactsheet persbericht
Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464
Nadere informatie