Medewerkers in het mbo - CONCEPT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Medewerkers in het mbo - CONCEPT"

Transcriptie

1 Medewerkers in het mbo - CONCEPT Omvang en kenmerken van werkgelegenheid en dynamiek

2

3 Medewerkers in het mbo Omvang en kenmerken van werkgelegenheid en dynamiek Uitgevoerd in opdracht van de Stichting Onderwijsarbeidsmarktfonds MBO, onder begeleiding van de MBO Raad 20 april 2018 r lh ECO ABF Research Verwersdijk NH Delft

4 Copyright ABF Research 2018 De informatie in dit rapport is met de grootste zorg samengesteld. ABF Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten, onnauwkeurigheden of onvolledigheden. Het gebruik van (onderdelen van) dit rapport is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.

5 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Basisinformatie mbo-medewerkers Totaal Naar functiegroep Naar arbeidsmarktregio Instroom Docenten Instructeurs Overig Uitstroom Docenten Instructeurs Overig Bijlage A: Begrippenlijst Bijlage B: Werkwijze Bijlage C: Arbeidsmarktregio s Bijlage D: CROHO codes Bijlage E: Aanvullende figuren r lh Medewerkers in het mbo

6

7 Samenvatting De instroom en uitstroom van werkenden aan het mbo heeft een zeer divers karakter omdat, anders dan in veel andere sectoren, werkenden aan het mbo deels afkomstig kunnen zijn vanuit een breed scala aan arbeidsmarktsectoren. Door dit open karakter van arbeidsmarkt voor mbo personeel ontstaat een uniek profiel van de instroom en uitstroom van personeel in het mbo. Dit onderzoek richt zich op het transparant maken van de instroom en uitstroom van personeel in mbo-instellingen, wat betreft de omvang en de kenmerken van de instromende en uitstromende personen. De nadruk ligt hierbij op de functiegroep docenten. Werkgelegenheid in het mbo Het mbo bood eind 2015 werk aan personen. Het aandeel medewerkers in mbo-instellingen dat de afgelopen zes jaar de volledige periode bij dezelfde mbo-instelling heeft gewerkt is 69 procent. Dit is meer dan de 58 procent van alle medewerkers in de onderwijssector dat de afgelopen zes jaar de volledige periode bij dezelfde instelling heeft gewerkt. Het aantal personen in de functiegroep docenten is De overige werkenden in het mbo zijn werkzaam als instructeur (2.080 personen) of in overige functies. Onder docenten is meer dan de helft van de werkenden vrouw. De gemiddelde leeftijd onder docenten in het mbo is ruim 48 jaar. Mannen zijn gemiddeld 50,2 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 46,4 jaar. Alleen in de leeftijdsgroep 55 jaar en ouder zijn mannen sterker vertegenwoordigd dan vrouwen. 87 procent van de docenten heeft een hoog opleidingsniveau 1. Van 52 procent van de docenten is tevens bekend welke opleiding zij hebben afgerond 2. Eind 2015 heeft 49 procent van deze groep een eerste- of tweedegraads docentenopleiding afgerond. Instroom van docenten In 2015 bedroeg de instroom onder docenten personen. Dit betreft de bruto instroom, dat wil zeggen inclusief de instroom vanuit een andere mbo-instelling. De instroom komt overeen met 11 procent van het aantal werkenden. Tussen 2010 en 2015 zijn in totaal personen als docent in het mbo ingestroomd. De instroom concentreert zich uiteraard in de jongere leeftijdsklassen: 66 procent van de instroom is jonger dan 45 jaar, terwijl het aandeel werkende docenten in deze klasse 32 procent bedraagt. Van één op de drie instromende docenten is bekend dat zij een eerste- of tweedegraads docentenopleiding als hoogst behaalde opleiding hebben afgerond. Daarnaast volgt een deel van de instromende docenten een eerste- of tweedegraads docentenopleiding. 1 Een persoon heeft een hoog opleidingsniveau indien van deze persoon bekend is dat hij of zij een diploma heeft behaald aan een opleiding uit de categorie hoog. Het niveau hoog omvat hbo en wo. Van 75 procent van de docenten is het opleidingsniveau bekend. 2 Voor de overige 48 procent geldt dat er geen opleiding is afgerond of dat de afgeronde opleiding niet is opgenomen in de bronbestanden. Dit laatste kan komen omdat het hbo-/wo-diploma voor het jaar 2000 is behaald, het mbo-diploma voor 2004 is behaald, of omdat de opleiding niet onder het Nederlandse bekostigingsstelsel valt. Wel kan voor deze groep het opleidingsniveau bekend zijn. r lh Medewerkers in het mbo 1

8 Ruim 90 procent van de docenten stroomt in vanuit een opleiding, een andere onderwijsinstelling of ander werk: Eén jaar voor instroom volgt 22 procent een voltijd opleiding. Voor een groot deel betreft dit een eersteof tweedegraads docentenopleiding (15 procent). 15 procent van de instromers vanuit een eerste- of tweedegraads docentenopleiding is 35 jaar of ouder. Vanuit andere arbeidsmarktsegmenten stromen docenten in met meer levenservaring: 34 procent werkt één jaar voor instroom bij een andere onderwijsinstelling. 69 procent hiervan is 35 jaar of ouder en 88 procent heeft een hoog opleidingsniveau. Deze groep betreft voor de helft instroom vanuit een andere mbo-instelling. 26 procent stroomt in vanuit ander werk. 61 procent is 35 jaar of ouder en 78 procent heeft een hoog opleidingsniveau. Van de groep instromers volgt één jaar na instroom nog 10 procent een voltijd opleiding. Zeker 20 procent van de instromers werkt na één jaar niet meer in het mbo. Na drie jaar is dit opgelopen tot ruim 30 procent. Uitstroom van docenten In 2015 bedroeg de uitstroom onder docenten personen. Dit betreft de bruto uitstroom, dat wil zeggen inclusief de uitstroom naar een andere mbo-instelling. Tussen 2010 en 2015 is de totale uitstroom docenten. De uitstroom concentreert zich in de hogere leeftijdsklassen en de hogere opleidingsniveaus: 47 procent van de uitstroom is 55 jaar of ouder, terwijl het aandeel docenten van 55 jaar of ouder 36 procent bedraagt. 77 procent van de uitstroom heeft een hoog opleidingsniveau. Een groot deel van de docenten werkt één jaar na uitstroom niet meer bij een mbo-instelling: Eén jaar na uitstroom werkt 28 procent bij een andere onderwijsinstelling. 70 procent hiervan is 35 jaar of ouder, 82 procent heeft een hoog opleidingsniveau. Deze groep betreft voor bijna de helft uitstroom naar een andere mbo-instelling. 74 procent van de docenten stroomt uit naar werk buiten een mbo-instelling of naar een (pensioen)uitkering. Van deze groep is bekend dat ruim 80 procent een hoog opleidingsniveau heeft: Zeker 18 procent stroomt uit naar werk buiten het onderwijs. 76 procent is 35 jaar of ouder en 79 procent heeft een hoog opleidingsniveau. 15 procent van de docenten stroomt uit naar een onderwijsinstelling anders dan het mbo en 3 procent naar de uitzendbranche. 26 procent van de docenten ontvangt één jaar na uitstroom een pensioenuitkering. 86 procent van deze groep heeft een hoog opleidingsniveau. 11 procent van de docenten ontvangt één jaar na uitstroom een uitkering. Instroom en uitstroom van instructeurs Gezien de beperkte omvang van het aantal werkenden in de functiegroep instructeurs, zijn ook de instroom en uitstroom beperkt van omvang. Een deel van de instroom in de functiegroep instructeurs tussen 2010 en 2013 lijkt bovendien afkomstig te zijn van een functieverandering binnen een mbo-instelling. Deze functiedoorstroom is niet in de instroom en uitstroom opgenomen. 45 procent van de instromende instructeurs werkt één jaar voor instroom buiten het onderwijs, 12 procent werkt dan bij een andere mbo-instelling en 8 procent bij een andere onderwijsinstelling. Eén jaar na instroom werkt bijna 20 procent van de instructeurs niet meer in het mbo. Na 3 jaar is dat opgelopen tot ruim 30 procent. 2 r lh

9 Eén jaar na uitstroom werkt 19 procent van de instructeurs in een andere mbo-instelling. 41 procent is werkzaam in een andere onderwijsinstelling of in een andere sector. Beschouwing De bevinden uit dit onderzoek kunnen in verschillende opzichten aanleiding geven tot verdere verdieping of gericht beleid: De totale uitstroom onder docenten in het mbo bedraagt ongeveer 10 procent. Voor instromers geldt dat één jaar na instroom ten minste 20 procent niet meer werkzaam is in het mbo. Na drie jaar is dit opgelopen tot ruim 30 procent. Recente instromers zijn derhalve oververtegenwoordigd in de groep uitstromers. In het licht van verwachtingen over een docenten-tekort in het mbo tot kan deze groep van uitstromers beleidsmatig interessant zijn. Bij instructeurs geldt eenzelfde beeld. Eén jaar na uitstroom vanuit de functiegroep docent vervolgt 33 procent haar of zijn loopbaan buiten het mbo. Naar schatting 50 procent hiervan is tussen 35 jaar en 54 jaar en wordt daarmee over het algemeen als arbeidsmobiel beschouwd. Ook deze groep kan interessant zijn wanneer een docententekort zich zou gaan aandienen. 53 procent van de instromende docenten stroomt in vanuit ander werk buiten het mbo of vanuit geen baan en geen opleiding. Beleidsmatig kan een verdere verdieping van deze groep interessant zijn wat betreft de arbeidsmarktsector van herkomst, de (docenten-)opleiding die voorafgaand aan het mbo dienstverband is afgerond, tijdens het mbo dienstverband wordt afgerond, het pedagogisch didactisch getuigschrift dat wordt behaald en het aandeel van deze groep dat langere tijd binnen het mbo werkzaam blijft. De koppeling tussen de informatie beschikbaar gesteld door de opdrachtgever / DUO en de microbestanden van het CBS bieden hiertoe in principe veel mogelijkheden. Wel moet rekening worden gehouden met beperkingen die bij wet worden opgelegd om persoonsherkenning te voorkomen. 3 De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel po, vo en mbo , CentERdata, oktober 2017 Medewerkers in het mbo 3

10

11 1 Inleiding Over de werkgelegenheid in mbo-instellingen is veel basisinformatie beschikbaar. De registraties van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) maken het immers mogelijk om kenmerken van werkenden in het mbo zoals omvang (in fte en personen), geslacht en leeftijd te analyseren en te presenteren. Voor een goed werkende arbeidsmarkt is daarnaast de instroom en uitstroom van personeel van belang. De instroom en uitstroom van personeel stuurt niet alleen de verandering van het aantal werkenden in het mbo maar ook de opbouw van leeftijd, opleidingsniveau en ervaring. In deze rapportage wordt de instroom en uitstroom van personeel aan mbo-instellingen transparant gemaakt aan de hand van een analyse van de opbouw van leeftijd, opleidingsniveau en ervaring van instromers en uitstromers. Ook wordt zichtbaar gemaakt uit welke arbeidsmarktsector instromers afkomstig zijn, waarbij specifiek wordt ingegaan op de instroom vanuit (docenten-)opleidingen, instroom vanuit een andere baan en overige instroom. Voor uitstromers gelden soortgelijke indelingen. Voor de analyses wordt onderscheid gemaakt tussen de functiegroepen Docenten, Instructeurs en Overig. De analyse van de instroom en uitstroom van personeel aan mbo-instellingen is mogelijk doordat op persoonsniveau een koppeling is aangebracht tussen persoonsinformatie afkomstig van de opdrachtgever /DUO en informatie uit microbestanden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder strikte voorwaarden aan onderzoeksbureaus ter beschikking stelt. Met dit onderzoeksbestand komt extra informatie over de mbo-medewerkers beschikbaar en is het mogelijk mbo-medewerkers in de tijd te volgen wanneer zij niet meer of nog niet werkzaam zijn bij een mbo-instelling. De gemeenschappelijke periode waarvoor in de diverse bronbestanden informatie beschikbaar is beslaat 2009 tot en met Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt basisinformatie over de arbeidsmarkt van mbo-medewerkers gepresenteerd aan de hand van persoons- en baankenmerken. Gegevens worden voor Nederland als geheel en voor 35 arbeidsmarktregio s gepresenteerd. Hoofdstuk 3 bevat cijfers over de instroom van mbo-medewerkers wat betreft leeftijdsverdeling, type instelling en sector van herkomst. Ook wordt ingegaan op de combinatie van sector van herkomst en geslacht en sector van herkomst en opleidingsniveau. Hoofdstuk 4 bevat vergelijkbare informatie over de uitstroom van mbo-medewerkers. In alle hoofdstukken wordt onderscheid gemaakt naar de 3 functiegroepen. De bijlagen zijn gewijd aan een overzicht van gebruikte termen en indelingen, een beschrijving van de bronnen en werkwijze voor dit onderzoek en aanvullende statistieken voor elk hoofdstuk. r lh Medewerkers in het mbo 5

12

13 2 Basisinformatie mbo-medewerkers Om een beeld te schetsen van de medewerkers in mbo-instellingen wordt in dit hoofdstuk de basisinformatie voor de periode 31 december 2009 tot en met 31 december 2015 gepresenteerd. Tenzij anders vermeld, zijn de cijfers in deze rapportage gebaseerd op het aantal werkende personen in mbo-instellingen. In paragraaf 2.1 wordt basisinformatie van alle mbo-medewerkers gepresenteerd. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 een uitsplitsing gemaakt van mbo-medewerkers per functie. Als laatste geeft paragraaf 2.3 informatie over mbo-medewerkers per arbeidsmarktregio. 2.1 Totaal Figuur laat zien dat het aantal medewerkers in mbo-instellingen na een aantal jaren van lichte afname, sinds 2012 weer langzaam groeiend is. Vergeleken met 2009 zijn in minder mbo-medewerkers. Het verschil tussen het aantal voltijdbanen en aantal personen werkzaam is door de tijd heen stabiel. Dit is dan ook zichtbaar de stabiele gemiddelde arbeidsduur van 29 uur/week in 2009 tot 29,5 uur/week in Personen Voltijd banen Figuur 2.1.1: aantal medewerkers in mbo-instellingen in personen en in voltijdbanen voor de periode 2009 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) De afname van mbo-medewerkers in de eerste jaren en de stijging vanaf 2013 is ook zichtbaar in figuur Dit figuur presenteert de instroom en uitstroom van medewerkers in mbo-instellingen. In 2014 zijn sinds 2010 voor het eerst meer instromende dan uitstromende medewerkers. Dit betekent dat het totaal aantal medewerkers groeit. In 2015 is 12 procent van alle mbo-medewerkers een instromer Instroom Uitstroom Figuur 2.1.2: instroom en uitstroom van medewerkers in mbo-instellingen voor de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) r lh Medewerkers in het mbo 7

14 In mbo-instellingen werken meer vrouwen dan mannen, zie figuur Het aantal vrouwen stijgt langzaam van 54 procent in 2009 naar 56 procent in Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Figuur 2.1.3: man/vrouw-verhouding in 2009, 2012 en 2015 van medewerkers in mbo-instellingen (bron: opdrachtgever Raad en CBS, bewerking ABF Research) Figuur geeft de gemiddelde leeftijd van mbo-medewerkers naar geslacht voor de periode 2009 tot en met 2015 weer. Gemiddeld zijn mannen die in mbo-instellingen werken ouder dan vrouwen. Dit verschil is stabiel over de jaren heen. In 2015 zijn vrouwen gemiddeld 3 jaar en 2 maanden jonger dan mannen. Tussen 2009 en 2013 is de gemiddelde leeftijd in het mbo licht gestegen, terwijl deze tussen 2013 en 2015 licht is gedaald. In een krimpende sector stijgt doorgaans de gemiddelde leeftijd en in een groeiende sector daalt deze. In 2015 zijn mannen 5 maanden ouder en vrouwen 6 maanden ouder dan in De gemiddelde leeftijd van alle mbo-medewerkers is in jaar en 8 maanden ,2 49,2 49,4 49,7 49,9 49,8 49, ,9 46,0 46,3 46,6 46,9 46,6 46, Man Vrouw Figuur 2.1.4: gemiddelde leeftijd naar geslacht van medewerkers in mbo-instellingen voor de periode 2009 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur laat zien dat de gemiddelde arbeidsduur voor mannen hoger ligt dan voor vrouwen. Wat opvalt is dat de gemiddelde arbeidsduur bij mannen over de jaren heen stabiel blijft met 33 uur/week in 2015, terwijl de arbeidsduur bij vrouwen langzaam groeit van 26 uur/week in 2009 naar 27 uur/week in Dit staat gelijk aan een gemiddelde deeltijdfactor van 0,89 voor mannen en 0,74 voor vrouwen in De gemiddelde arbeidsduur voor alle medewerkers in mbo-instellingen is gelijk aan 29 uur/week. 8 r lh

15 ,9 32,8 32,7 32,3 32,7 32,9 32,9 26,2 26,4 26,4 26,6 26,5 26,9 27, Man Vrouw Figuur 2.1.5: gemiddelde arbeidsduur naar geslacht voor de periode 2009 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Vergelijking met sector onderwijs Om de cijfers over mbo-medewerkers in 2015 in perspectief te plaatsen, kan een vergelijking met de totale onderwijssector worden gemaakt. De totale onderwijssector omvat de sectoren: primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en overig onderwijs. Hierbij wordt opgemerkt dat de gemiddelden van de onderwijssector zijn berekend op basis van het aantal voltijdbanen, terwijl de cijfers in deze rapportage betrekking hebben op het aantal werkende personen. De gemiddelde leeftijd van werkenden in de totale onderwijssector ligt op 44 jaar, de gemiddelde arbeidsduur is 27 uur/week en 58 procent van het werk wordt door vrouwen verricht. De gemiddelde leeftijd van mbo-medewerkers ligt met 47 jaar en 8 maanden hoger dan die van de totale onderwijssector. In het mbo werken met 56 procent minder vrouwen en ligt de arbeidsduur met 29 uur/week boven het gemiddelde van de totale onderwijssector. In de totale onderwijssector is 75 procent met hoog opleidingsniveau werkzaam. 71 procent van de mbomedewerkers heeft een hoog opleidingsniveau. De instroom in de totale sector bedraagt 11 procent. De instroom in mbo-instellingen ligt met 12 procent iets hoger. Het aandeel medewerkers in mbo-instellingen dat de afgelopen zes jaar de volledige periode bij dezelfde mbo-instelling heeft gewerkt is 69 procent. Dit is meer dan de 58 procent van alle medewerkers in de onderwijssector dat de afgelopen zes jaar de volledige periode bij dezelfde instelling heeft gewerkt. 2.2 Naar functiegroep Medewerkers in mbo-instellingen zijn binnen verschillende functiegroepen werkzaam. In overleg met de opdrachtgever zijn mbo-medewerkers ingedeeld in drie hoofdgroepen: Docenten: hieronder vallen vakleraren en docenten in opleiding; Instructeurs: hieronder vallen instructeurs; Overig: hieronder vallen resterende functiegroepen zoals: leden van college van bestuur, directie en management, onderwijs coördinatoren, onderwijs assisterende functiegroepen, therapeutische en zorg functies, beheerfuncties, administratieve functies en overige functies. Figuur geeft het aantal medewerkers in mbo-instellingen per functiegroep weer telt in totaal docenten, instructeurs en medewerkers in een overige functiegroep. Dit is een respectievelijke daling van 4 procent, stijging van 319 procent en daling van 8 procent ten opzichte van Het aantal instructeurs neemt sinds 2009 sterk toe. Deze stijging komt niet overeen met de werkelijke situatie. Betere registraties door inspanningen van de MBO raad en het ministerie van OCW hebben voor Medewerkers in het mbo 9

16 de toename van instructeurs gezorgd. In de functiegroepen docenten en overig liep het aantal medewerkers tot en met 2013 terug. De laatste twee jaar stijgt het aantal in beide groepen Docenten Instructeurs Overig Figuur 2.2.1: aantal medewerkers in mbo-instellingen per functiegroep voor de periode 2009 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) De stromen per functiegroep zijn voor de jaren 2010, 2012 en 2015 weergegeven in figuur Door functiewisselingen binnen een organisatie is het aantal werkenden in een functiegroep in jaar t niet per definitie gelijk aan het aantal werkenden in t-1 plus de instroom in de instelling minus de uitstroom in de instelling. Het aantal personen met een functiewissel wordt apart weergegeven in figuur Net als in figuur is ook in onderstaand figuur te zien dat in 2010 en 2012 de uitstroom van medewerkers met de functiegroep docent en overig groter is dan de instroom en dat het aantal medewerkers in deze functiegroepen daalde. In 2015 stromen meer docenten en mbo-medewerkers in een overige functiegroep in dan uit. De instroom van instructeurs is in de gehele periode hoger dan de uitstroom. In 2015 is 11 procent van de docenten, 21 procent van de instructeurs en 14 procent van de overige functiegroepen een instromer Docent Instroom Instructeur Uitstroom Overig Functiewissel Figuur 2.2.2: instroom, uitstroom en functiewissel per functiegroep voor de jaren 2010, 2012 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In mbo-instellingen werken in 2015 in alle functiegroepen meer vrouwen dan mannen. Dit is te zien in figuur Het aandeel vrouwen is de afgelopen zes jaar toegenomen. 53 procent van de docenten en 55 procent van de instructeurs zijn in 2015 vrouw. In de functiegroep overig werkt met 62 procent in 2015 het grootste aandeel aan vrouwen. 10 r lh

17 < < < % 80% 60% 40% 20% 0% 50% 51% 53% % 61% 62% 50% 49% 47% 52% % 39% Docent Man Instructeur Vrouw Overig Figuur 2.2.3: man/vrouw-verhouding per functiegroep voor de jaren 2009, 2012 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur en figuur geven op functieniveau meer inzicht in respectievelijk de leeftijdsverdeling en gemiddelde leeftijd naar geslacht. De leeftijdsklasse 55 jaar en ouder is de enige leeftijdsklasse waar voor elke functiegroep het aandeel mannen hoger is dan vrouwen. Dit is ook terug te zien in de gemiddelde leeftijd van mannen die voor elke functiegroep hoger is dan die van vrouwen. De gemiddelde leeftijd van alle docenten is 48 jaar en 2 maanden. Instructeurs en medewerkers in overige functiegroepen zijn gemiddeld respectievelijk 43 jaar en 6 maanden en 47 jaar en 6 maanden. Ten opzichte van 2009 is in 2015 in de functiegroep overig vergrijzing opgetreden. De gemiddelde leeftijd in de functiegroep overig is in 2015 ten opzichte van 2009 met 1 jaar en 11 maanden toegenomen. De gemiddelde leeftijd van docenten en instructeurs is de afgelopen zes jaar met respectievelijk 5 maanden afgenomen en met 2 maanden toegenomen. Met uitzondering van instructeurs, is het aandeel mbo-medewerkers in de leeftijdsklasse van 55 jaar en ouder in 2015 het grootst. 40% 30% 20% 0% % % 1% 12% 21% 1 3% 1% 9% 12% 12% 3% 2% 20% 1 11% 1 Docent Instructeur Overig Man Vrouw Figuur 2.2.4: leeftijdsklassen naar geslacht per functiegroep in 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) ,3 50,6 50,2 47,0 47,1 46,4 44,5 45,7 45,4 42,1 41,6 42,0 47,4 48,4 48,9 46,4 46,9 44, Docent Man Instructeur Vrouw Overig Figuur 2.2.5: gemiddelde leeftijd per functiegroep en geslacht voor de jaren 2009, 2012 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 11

18 Voor iedere functiegroep geldt dat de gemiddelde arbeidsduur van mannen hoger is dan van vrouwen. Dit is weergegeven in figuur In 2015 werken vrouwelijke docenten 17 procent minder, vrouwelijke instructeurs 19 procent minder en vrouwen in overige functiegroepen 18 procent minder dan mannen in hun functie. Wel is voor iedere functiegroep de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen toegenomen terwijl deze van mannen stabiel is gebleven en bij instructeurs zelfs is afgenomen. Gemiddeld werken docenten 30 uur per week, instructeurs 28 uur per week en mbo-medewerkers in een overige functiegroep 30 uur per week ,6 31,8 32,6 31,5 31,5 33,7 33,3 33,7 31,1 25,9 26,3 27,0 25,2 25,2 26,6 27,0 27,8 22, Docent Man Instructeur Vrouw Overig Figuur 2.2.6: gemiddelde arbeidsduur per functiegroep en geslacht voor de jaren 2009, 2012 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is voor de jaren 2009, 2012 en 2015 per functiegroep het hoogst behaalde opleidingsniveau te zien. In deze rapportage is opleidingsniveau in drie groepen ingedeeld: Geen startkwalificatie: dit niveau omvat basis en speciaal onderwijs, vmbo, mbo-1, havo en vwo onderbouw; Midden: algemeen vormend onderwijs dat aansluit op opleidingen zonder startkwalificatie. Dit niveau omvat mbo-2, mbo-3, mbo-4, havo en vwo bovenbouw, propedeuse wo; Hoog: onderwijs dat aansluit op het opleidingsniveau midden. Dit niveau omvat hoger onderwijs. Het overgrote deel van de docenten heeft opleidingsniveau hoog als hoogst behaalde opleiding. Binnen de functiegroep docenten vallen ook docenten in opleiding. Deze groep kan op dit moment nog in opleidingsniveau midden zitten, maar na het behalen van het diploma in de groep opleidingsniveau hoog terecht komen. Het aandeel docenten met opleidingsniveau hoog is in de afgelopen zes jaar gestegen van 83,5 naar 87,0 procent in In 2015 heeft 0,6 procent van de docenten een opleiding zonder startkwalificatie en is het opleidingsniveau midden gedaald van 15,5 procent in 2009 naar 12,6 procent in Het merendeel van de instructeurs heeft opleidingsniveau midden. Echter, het percentage instructeurs met opleidingsniveau midden is de afgelopen zes jaar afgenomen van 73,1 procent naar 58,2 procent en het percentage instructeurs met opleidingsniveau hoog toegenomen van 21,0 procent in 2009 naar 37,7 procent in In 2015 heeft 4,1 procent van de instructeurs een opleiding zonder startkwalificatie. Het opleidingsniveau in de functiegroep overig is door de diversiteit van functies in deze groep meer verdeeld met in ,6 procent met een opleiding zonder startkwalificatie, 42,2 procent met opleidingsniveau midden en 46,1 procent opleidingsniveau hoog. 12 r lh

19 100% 80% 60% 40% 20% 0% Docent Instructeur Overig Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 2.2.7: opleidingsniveau per functiegroep voor de jaren 2009, 2012 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Van alle docenten waarvan de hoogst behaalde opleiding bekend is en dit een door de overheid bekostigde opleiding betreft, is het aandeel docenten met een eerste- of tweedegraads docentenopleiding berekend. Dit is weergegeven in figuur Het pedagogisch didactisch getuigschrift behoort niet tot een van de opleidingen. In 2015 heeft 49 procent van de docenten een afgeronde eerste- of tweedegraads docentenopleiding. Bijlage D geeft een overzicht van de eerste- en tweedegraads docentenopleidingen % 59% 41% 51% 49% 1ᵉ of 2ᵉ graads docentenopleiding overige opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docentenopleiding overige opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docentenopleiding overige opleiding Figuur 2.2.8: verdeling van docenten met en zonder een eerste- of tweedegraads docentenopleiding (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het grootste deel van de mbo-medewerkers werkt bij een ROC, 81 procent van de docenten en 84 procent van de medewerkers in een overige functiegroep. Slechts 10 procent van de instructeurs werkt bij een VAK of AOC. Dit is te zien in figuur Docenten 1 Instructeurs Overig 81% ROC VAK AOC 90% ROC VAK AOC 8 ROC VAK AOC Figuur 2.2.9: type instelling per functiegroep voor het jaar 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 13

20 2.3 Naar arbeidsmarktregio In deze paragraaf wordt basisinformatie over mbo-medewerkers per arbeidsmarktregio beschreven. Het betreft hier de locatie van de mbo-instelling waar de medewerker daadwerkelijk werkt en niet de hoofdlocatie van de mbo-instelling. Nederland kent 35 arbeidsmarktregio s. In bijlage C zijn de regio s op een geografische manier weergegeven. Groningen Friesland Drenthe Twente Stedendriehoek en Noordwest Veluwe Midden-Gelderland Rijk van Nijmegen Achterhoek Rivierenland Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Amersfoort Noord-Holland Noord Zaanstreek/Waterland Groot Amsterdam Holland Rijnland Midden-Holland Haaglanden Rijnmond Drechtsteden Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noordoost-Brabant Zuidoost-Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Food Valley Helmond-De Peel Midden-Limburg Zuid-Holland Centraal Gorinchem Regio Zwolle Zuid-Kennemerland en IJmond m:1.510;v:1.630 m:1.310;v:1.500 m:400;v:520 m:930;v:980 m:840;v:820 m:840;v:1.050 m:510;v:620 m:390;v:400 m:140;v:180 m:510;v:590 m:40;v:20 m:1.070;v:1.370 m:770;v:830 m:850;v:1.200 m:280;v:420 m:1.980;v:2.400 m:660;v:790 m:160;v:220 m:950;v:1.400 m:2.830;v:3.110 m:430;v:520 m:590;v:570 m:1.100;v:1.230 m:780;v:1.060 m:920;v:1.100 m:910;v:1.060 m:240;v:300 m:710;v:650 m:370;v:380 m:280;v:320 m:520;v:510 m:130;v:270 m:140;v:170 m:1.230;v:1.290 m:430;v:620 m:1.220;v:1.510 m:1.220;v:1.560 m:330;v:450 m:940;v:1.140 m:640;v:810 m:700;v:930 m:390;v:570 m:450;v:490 m:130;v:190 m:450;v:590 m:250;v:270 m:1.330;v:1.640 m:710;v:830 m:780;v:1.300 m:260;v:410 m:1.500;v:2.060 m:600;v:750 m:230;v:370 m:880;v:1.390 m:2.450;v:2.970 m:370;v:520 m:470;v:520 m:940;v:1.190 m:790;v:1.140 m:1.010;v:1.340 m:800;v:1.010 m:200;v:280 m:700;v:760 m:380;v:460 m:240;v:300 m:380;v:430 m:130;v:220 m:50;v:80 m:1.280;v:1.580 m:430;v: man 2009 vrouw 2015 man 2015 vrouw Figuur 2.3.1: aantal mbo-medewerkers in personen naar geslacht per arbeidsmarktregio voor de jaren 2009 en 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur laat het aantal mbo-medewerkers naar geslacht per arbeidsmarktregio voor het jaar 2009 (links) en 2015 (rechts) zien. In 2009 werkten in de regio s Midden-Limburg, Zuid-Limburg, Zeeland, Gooi- en Vechtstreek en Stedendriehoek en Noordwest Veluwe meer mannen dan vrouwen. In 2015 werken in alle regio s meer vrouwen dan mannen. De afgelopen zes jaar zijn in de regio s Gooi- en Vechtstreek en Midden- Holland het aantal medewerkers het sterkst gegroeid met respectievelijk 800 procent en 60 procent. De sterkste dalers zijn Gorinchem en Midden-Limburg met respectievelijk een daling van 60 procent en 20 procent. 14 r lh

21 In figuur zijn de stromen van medewerkers in mbo-instellingen per arbeidsmarktregio in 2015 weergegeven. Over het algemeen is de instroom hoger dan de uitstroom. In de arbeidsmarktregio s Midden- Limburg, Zeeland, Drechtsteden, Holland Rijnland, Amersfoort, Midden-Gelderland, Groningen en Stedendriehoek en Noordwest Veluwe is de uitstroom hoger dan de instroom. Groningen Friesland Drenthe Twente Stedendriehoek en Noordwest Veluwe Midden-Gelderland Rijk van Nijmegen Achterhoek Rivierenland Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Amersfoort Noord-Holland Noord Zaanstreek/Waterland Groot Amsterdam Holland Rijnland Midden-Holland Haaglanden Rijnmond Drechtsteden Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noordoost-Brabant Zuidoost-Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Food Valley Helmond-De Peel Midden-Limburg Zuid-Holland Centraal Gorinchem Regio Zwolle Zuid-Kennemerland en IJmond Uitstroom Instroom Figuur 2.3.2: instroom en uitstroom per arbeidsmarktregio in 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) De gemiddelde arbeidsduur is in alle arbeidsmarktregio s is voor mannen hoger dan voor vrouwen, zie figuur Mannen werken gemiddeld met 34,4 uur/week het langst in Midden-Limburg en Helmond-De Peel. In Rijk van Nijmegen en Gorinchem is de gemiddelde arbeidsduur van mannen het laagst met respectievelijk 30,3 uur/week en 31,1 uur/week. De gemiddelde arbeidsduur van vrouwelijke mbo-medewerkers in het zuiden van het land ligt gemiddeld hoger dan in het noorden van het land. In Zeeland en Rijnmond werken vrouwen gemiddeld het langst met respectievelijk 28,9 uur/week en 29,6 uur/week. Het kortst werken vrouwen in Rijk van Nijmegen en Amersfoort met 25,2 uur/week. Medewerkers in het mbo 15

22 Figuur 2.3.3: gemiddelde arbeidsduur naar geslacht per arbeidsmarktregio in 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is een overzicht van het opleidingsniveau in drie klassen per arbeidsmarktregio weergegeven. De percentages betreffen gemiddelden over de periode 2009 tot en met Het percentage mbomedewerkers met opleidingsniveau hoog schommelt rond de 70 procent. Achterhoek en Gorinchem zijn met 77 procent en 78 procent twee uitschieters naar boven en Noord-Limburg en Zuid-Holland centraal met 64 procent twee uitschieters naar beneden. 16 r lh

23 Groningen Friesland Drenthe Twente Stedendriehoek en Noordwest Veluwe Midden-Gelderland Rijk van Nijmegen Achterhoek Rivierenland Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Amersfoort Noord-Holland Noord Zaanstreek/Waterland Groot Amsterdam Holland Rijnland Midden-Holland Haaglanden Rijnmond Drechtsteden Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noordoost-Brabant Zuidoost-Brabant Noord-Limburg Zuid-Limburg Food Valley Helmond-De Peel Midden-Limburg Zuid-Holland Centraal Gorinchem Regio Zwolle Zuid-Kennemerland en IJmond 2% 7% 7% 7% 3% 9% 7% 21% % % 2 27% 2 23% 27% % 23% % % 2 27% 17% % 70% 71% 70% 6 70% 77% 67% 70% 69% % 70% % 6 70% 6 70% 71% 72% 71% % 67% 70% % 67% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 2.3.4: opleidingsniveaus per regio over de periode 2009 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 17

24

25 3 Instroom In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de instromende mbo-medewerkers uitgesplitst naar functiegroep. De cijfers in dit hoofdstuk gaan over de totale instroom in de periode 2010 tot en met Per functiegroep wordt eerst basisinformatie over de instromende groep gepresenteerd. Vervolgens wordt ingezoomd op de arbeidsmarktpositie van instromende medewerkers. In deze rapportage wordt de arbeidsmarktpositie van instromende mbo-medewerkers in acht klassen verdeeld, namelijk: opleiding tot eerste- of tweedegraads docent, opleiding overig, werk in mbo-instelling, werk in overig onderwijs, werk in uitzendbranche, werk overig, uitkering en overig (geen opleiding, baan of uitkering). Personen die werkzaam zijn in de sector uitzendbranche zijn personen die via een uitzendbureau een baan hebben. Zij kunnen dus in elke sector waaronder het onderwijs, werkzaam zijn. In de klasse overig vallen ook medewerkers met een pensioen. Mbo-medewerkers die voor of na instroom in de arbeidsmarktsegmenten overig onderwijs of mbo-onderwijs vallen, kunnen elke baan binnen deze arbeidsmarktsegmenten vervullen. Het arbeidsmarktsegment zegt dus alleen iets over de werkzame sector en niet iets over het beroep dat de medewerker in deze sector beoefent. Het kan voorkomen dat een instromende mbo-medewerker voor of na instroom onder meerdere arbeidsmarktsegmenten kan worden geplaatst. Daarom is bij het plaatsen van een instromer in één van de arbeidsmarktsegmenten de volgende volgorde aangehouden: voltijd opleiding tot eerste- of tweedegraads docent voltijd opleiding overig werk mbo-instelling werk met hoogste deeltijdfactor uitkering - overig. Zo wordt een instromende docent die één jaar voor instroom zowel een voltijd opleiding tot eerste- of tweedegraads docent volgt als werkt in de uitzendbranche, ingedeeld in de klasse opleiding tot eerste- of tweedegraads docent. Een instructeur die één jaar voor instroom in de uitzendbranche werkt met een deeltijdfactor van 0,3 en in de horeca met een deeltijdfactor van 0,6, wordt ingedeeld in de klasse werk overig. 3.1 Docenten In 2015 is 11 procent van de docenten instromer. Dit zijn docenten. In de periode van 2010 tot en met 2015 zijn in totaal docenten ingestroomd in mbo-instellingen. Figuur laat het aandeel instromende docenten per leeftijdsklasse en geslacht zien. Tussen haakjes staat het aandeel van alle docenten per segment. Zo is met 33 procent de leeftijdsklasse 25 tot 35 jaar het grootst onder de instromers. Dit aandeel is ook aanzienlijk groter dan het aandeel van alle docenten in deze leeftijdsklasse, namelijk 14 procent. Alleen in de leeftijdsklasse van 55 jaar en ouder is de instroom van mannen groter dan die van vrouwen. 43 procent van de instromende docenten is man. Onder alle docenten is het 49 procent man. r lh Medewerkers in het mbo 19

26 2 20% 1 0% 20% (9%) 9% (1%) 13% () 12% () 12% (1) 9% () (1) 7% (21%) (0%) (1) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 3.1.1: de verdeling van instromende docenten naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes geeft het percentage van alle docenten in die groep weer (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het opleidingsniveau van instromende en alle docenten in de periode 2010 tot en met 2015 weergegeven. Hieruit is af te lezen dat het aandeel docenten dat met een hoog opleidingsniveau instroomt lager is dan het aandeel van alle docenten met een hoog opleidingsniveau. 75 procent van de instromers en 86 procent van alle docenten heeft een hoog opleidingsniveau. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door instromende docenten die nog in opleiding zijn en op moment van instroom het opleidingsniveau midden hebben. Instroom 1% 2 7 Totaal 1% 1 8 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 3.1.2: opleidingsniveau van instromende en alle docenten in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Niet alleen het opleidingsniveau, maar ook het type opleiding van instromende docenten is interessant. Er is een onderscheid gemaakt tussen eerste- en tweedegraads docentenopleidingen en overige opleidingen. Bijlage D geeft een overzicht van de eerste- en tweedegraads docentenopleidingen. Figuur geeft van alle (links) en instromende (rechts) docenten waarvoor een erkende en door de overheid bekostigde opleiding bekend is het aandeel met een eerste- of tweedegraads opleiding en een overige opleiding weer. Het linker figuur laat zien dat 43 procent van alle docenten in de periode 2010 tot en met 2015 een eersteof tweedegraads docentenopleiding heeft afgerond. 60 procent van de instromende docenten heeft een erkende en door de overheid bekostigde opleiding als hoogst behaalde opleiding. Van deze groep heeft 33 procent een eerste- of tweedegraads docentenopleiding als hoogst behaalde opleiding op het moment van instroom, zie figuur (rechts). De overige 67 procent heeft een andere opleiding als hoogst behaalde opleiding afgerond. Wanneer wordt ingezoomd op de instromende docenten die een overige opleiding hebben afgerond, is te zien dat 14 procent van deze groep op het moment van instroom een eerste- of tweedegraads docentenopleiding volgt. 3 procent is op het moment van instroom met een andere opleiding bezig en 83 procent is volgt op het moment van instroom geen erkende en door de overheid bekostigde opleiding. 20 r lh

27 57% 43% 33% 67% 3% 83% 1 Afgeronde 1ᵉ of 2ᵉ graads docentenopl Afgeronde overige opleiding Afgeronde 1ᵉ of 2ᵉ graads docentenopl Volgt Afgeronde 1ᵉ of 2ᵉ overige graads opleiding docentenopl Volgt geen opleiding Afgeronde Volgt 1ᵉ of 2ᵉ overige graads opleiding docentenopl Volgt overige opleiding Volgt geen opleiding Figuur 3.1.3: hoogst behaalde opleiding van alle (links) en instromende (rechts) docenten uitgesplitst naar eersteof tweedegraads docentenopleiding en overige opleiding in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het soort instelling waar docenten instromen naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) weergegeven. 78 procent van de instromende docenten stroomt in bij een ROC. Dit is minder dan het totale aandeel docenten van 82 procent dat bij een ROC werkt over de periode 2010 tot en met procent van de instromers komt terecht bij een VAK en 16 procent bij een AOC. Respectievelijk werkt 4 procent en 14 procent van alle docenten bij een VAK en AOC. Bij ROC s stromen relatief meer oudere docenten in en bij AOC s relatief meer jongere docenten. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 21% 19% 1 1 9% 1 3% 7% 77% 7 77% 80% 8 7 < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 1 1 7% 79% 7 Man Vrouw ROC Vak AOC ROC VAK AOC Figuur 3.1.4: type instelling van instromende docenten naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Om een beeld te krijgen van de herkomst van instromende docenten in mbo-instellingen, is één tot en met vijf jaar terug gekeken. Ook zijn de instromende docenten in de tijd gevolgd zodat ook inzicht wordt gegeven in de bestemming van deze groep. Figuur geeft hier een overzicht van. In de jaren voor de instroom als docent in een mbo-instelling, werkt met procent een groot deel buiten het onderwijs of de uitzendbranche. Na instroom in een mbo-instelling neemt dit aandeel sterk af. Eén jaar voor instroom als docent in een mbo-instelling werkt 17 procent al in een andere mbo-instelling. Eén jaar na instroom volgt nog 10 procent een voltijd opleiding en werkt nog 71 procent in een mbo-instelling. Minimaal 20 procent van de instromers werkt na één jaar niet meer in het mbo. Na drie jaar is dit opgelopen tot ruim 30 procent. Medewerkers in het mbo 21

28 Na instroom Voor instroom 5 jaar 9% % 3% 27% 2% 4 jaar 12% 20% 1 1 3% 2 2% 3 jaar % 2 jaar 1 11% 19% 1 27% 3% 1 jaar 1 7% 17% 17% 9% 2 0 jaar 12% 3% 8 1 jaar 2% 71% 2% 3% 2% 2 jaar 2% 6 9% 2% 9% 3 jaar 3% 2% 62% 11% 3% 11% 4 jaar 2% 1% 61% 13% 3% 13% 5 jaar 1% 1% 61% 12% 3% 13% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Overig Figuur 3.1.5: arbeidsmarktpositie van docenten vijf jaar voor tot en met vijf jaar na instroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur geeft inzicht in de leeftijdsklassen van instromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom. Het grootste deel van de instromers die één jaar voor instroom een opleiding volgt, is jonger dan 35 jaar. 24 procent van de instromers die één jaar voor instroom geen opleiding volgt en niet werkzaam is, is 55 jaar of ouder. Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 31% 43% 39% 31% 8 91% 4 53% 4 52% 1 1% 1% 1 12% 9% 2 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 3.1.6: leeftijdsklassen van instromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Zoals in figuur te zien is, zijn instromende docenten uit alle arbeidsmarktsegmenten vaker vrouw dan man. Voornamelijk instromers die één jaar voor instroom een overige opleiding volgen, zijn vrouwelijk. Het aandeel mannen dat vanuit dit arbeidsmarktsegment instroomt is slechts 28 procent. Docenten die één jaar voor instroom overig werk verrichten, zijn vergeleken met andere arbeidsmarktsegmenten bij instroom het vaakst man (46 procent). 22 r lh

29 Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 2 40% 4 42% 4 42% 72% 60% % 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Man Vrouw Figuur 3.1.7: geslacht van instromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau van docenten per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom is te zien in figuur Docenten die één jaar voor instroom een opleiding volgen, hebben bij instroom het minst vaak een hoog opleidingsniveau, omdat zij in veel gevallen nog een opleiding aan het afronden zijn. Docenten die één jaar voor instroom in het onderwijs of de uitzendbranche werken, hebben het vaakst een hoog opleidingsniveau. Opleiding 1% Werk onderwijs 0% 12% Werk uitzendbranche 1% 13% Werk overig 0% 21% Overig 2% 1 51% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Figuur 3.1.8: opleidingsniveau van instromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 3.2 Instructeurs In 2015 zijn 450 instructeurs ingestroomd. Dit is 21 procent van alle instructeurs die in 2015 werkzaam is. In totaal zijn instructeurs ingestroomd in de periode 2010 tot en met Dit staat gelijk aan het gemiddelde percentage instromers van 18 procent. Net als bij docenten, is de leeftijdsklasse 25 tot en met 35 jaar met 37 procent de klasse waar de meeste instructeurs instromen, zie figuur Het percentage tussen haakjes geeft het aandeel van alle instructeurs in de klasse weer. Vanaf de leeftijdsklasse 45 tot 55 jaar is het aandeel instromende mannen groter dan het aandeel instromende vrouwen. 44 procent van de instromende instructeurs is man. Onder alle instructeurs is het 47 procent man. Zonder startkwalificatie Midden Hoog 2 20% 1 0% 22% (1) 1 (9%) 1 (1) 9% () (13%) (3%) 9% (1) (2%) (12%) 2% (7%) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 3.2.1: verdeling van instromende instructeurs naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes is het percentage van alle instructeurs (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 23

30 36 procent van de instromende instructeurs heeft opleidingsniveau hoog. Dit is meer dan het aandeel van alle instructeurs met opleidingsniveau hoog in mbo-instellingen, zie figuur Ook het aandeel instromers met een opleiding zonder startkwalificatie is minder dan het aandeel van alle instructeurs in de periode 2010 tot en met Instroom 3% 61% 3 Totaal 6 30% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 3.2.2: opleidingsniveau van instromende en alle instructeurs in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur laat de verdeling van instromende instructeurs per type instelling naar leeftijdsklasse (links) en geslacht (rechts) zien. 92 procent van de instromende instructeurs stroomt in bij een ROC. Dit is meer dan de 88 procent van alle instructeurs die bij een ROC werkt. 4 procent van de instromende instructeurs en 6 procent van alle instructeurs werkt bij een AOC. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 3% 3% 3% 93% 91% 90% 92% < 35 jaar jaar 45 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 3% 7% 3% 8 9 Man Vrouw ROC Vak AOC ROC VAK AOC Figuur 3.2.3: type instelling van instromende instructeurs naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de arbeidsmarktpositie van instromende instructeurs vijf jaar voor instroom tot en met vijf jaar na instroom weergegeven. Dit figuur laat zien dat 7 procent van de instromende instructeurs één jaar voor instroom een opleiding tot docent volgt en 11 procent een andere opleiding.12 procent van de instructeurs werkt één jaar voor instroom in de mbo-instelling bij een andere mbo-instelling, 8 procent werkt in het overige onderwijs, 6 procent in de uitzendbranche en 45 procent werkt in een overige sector. 7 procent van de instromers heeft een uitkering één jaar voor instroom en 5 procent heeft geen uitkering, geen baan en volgt geen opleiding. Het merendeel van de instromende instructeurs die een opleiding voor instroom in de mbo-instelling volgt, volgt een andere opleiding dan een opleiding tot docent. Wel wordt het aandeel personen met een opleiding tot docent groter naar mate de persoon dichter bij het jaar van instroom komt. Eén jaar na instroom volgt 8 procent een opleiding en werkt nog 74 procent in een mbo-instelling. Bijna 20 procent van de instromers werkt na één jaar niet meer in het mbo. Na drie jaar is dat opgelopen tot ruim 30 procent. Vijf jaar na instroom volgt nog maar heel klein deel, 3 procent, van de instromende instructeurs een 24 r lh

31 Na instroom Voor instroom opleiding en werkt nog 57 procent bij een mbo-instelling. 28 procent van de instromers werkt vijf jaar na instroom ergens anders dan in een mbo-instelling en 6 procent heeft een uitkering. 5 jaar 3% 2 3% 4 2% 4 jaar 23% 11% 3% 47% 3% 3 jaar 19% 12% 3% 47% 3% 2 jaar 1 13% 7% 47% 1 jaar 7% 11% 12% 4 7% 0 jaar 89% 1 jaar 7 3% 2% 9% 2% 2% 2 jaar 3% 3% 6 2% 13% 3% 3% 3 jaar 1% 62% 1% 17% 3% 4 jaar 2% 3% 59% 3% 17% 5 jaar 0% 3% 57% 7% 3% 1 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Overig Figuur 3.2.4: arbeidsmarktpositie van instructeurs vijf jaar voor t/m vijf jaar na instroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) De acht arbeidsmarktposities zijn in figuur tot en met figuur teruggebracht tot drie grote groepen: werk onderwijs, werk overig en overig. In figuur zijn leeftijdsklassen van instromende instructeurs uitgezet tegen het arbeidsmarktsegment één jaar voor instroom. 68 procent van de instructeurs die één jaar voor instroom niet werkzaam is, is op het moment van instroom jonger dan 35 jaar. In deze groep zitten ook alle personen die een opleiding volgen. Vergeleken met de andere arbeidsmarktsegmenten, stromen de oudste instructeurs in vanuit ander werk in het onderwijs. Werk onderwijs 33% 53% 1 Werk overig 4 49% Overig 6 2 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 3.2.5: leeftijdsklassen van instromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur laat zien dat de verdeling van geslacht per arbeidsmarktpositie zo goed als gelijk is. Vanuit elk arbeidsmarktsegment is het aandeel instromende vrouwelijke instructeurs bij instroom procent. Medewerkers in het mbo 25

32 Werk onderwijs Werk overig Overig % 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Man Vrouw Figuur 3.2.6: geslacht van instromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau per arbeidsmarktpositie van instromende instructeurs is het hoogst voor instromers vanuit een baan uit het onderwijs, zie figuur procent van de instructeurs die één jaar voor instroom geen baan heeft, heeft een hoog opleidingsniveau. Dit is lager dan het aandeel medewerkers met een hoog opleidingsniveau dat één jaar voor instroom werkzaam is. Werk onderwijs 2% 59% 39% Werk overig 60% 3 Overig 3% 6 33% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Figuur 3.2.7: opleidingsniveau van instromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 3.3 Overig Zonder startkwalificatie Midden Hoog In deze paragraaf wordt de meest diverse groep mbo-medewerkers besproken. Dit betreffen de mbomedewerkers met een overige functiegroep. Deze groep bevat zowel ondersteunend administratief en facilitair personeel als beleidsadviseurs en middenmanagement. In 2015 zijn mbo-medewerkers in een overige functiegroep ingestroomd. Dit is 14 procent van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep die in 2015 werkzaam is. In de periode 2010 tot en met 2015 zijn in totaal mbomedewerkers in een overige functiegroep ingestroomd wat gelijk staat aan een instroompercentage van 10 procent. Figuur laat het aandeel instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per leeftijdsklasse en geslacht zien. Tussen haakjes is het aandeel van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep weergegeven. In tegenstelling tot instromende instructeurs en docenten, is de leeftijdsklasse jonger dan 25 jaar met 37 procent het grootst onder instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep. Dit aandeel is een stuk hoger dan het aandeel van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep in deze leeftijdsklasse, namelijk 5 procent. 41 procent van de instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep is man. Dit is net wat meer dan het aandeel mannen van 39 procent van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep. 26 r lh

33 2 20% 1 0% 20% (3%) 17% (2%) 1 () 11% (1) () 9% (20%) (7%) (12%) (1) 3% (1) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 3.3.1: de verdeling van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes geeft het percentage van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep in die groep weer (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het opleidingsniveau van instromende mbo-medewerkers weergegeven. Tussen haakjes staat het aandeel van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep. Hierin is te zien dat het opleidingsniveau van instromers lager is dan van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep. 20 procent van de instromers heeft een opleiding zonder startkwalificatie vergeleken met 13 procent in de totale groep. Instroom 20% 4 3 Totaal 13% 4 43% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 3.3.2: opleidingsniveau van instromende en alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 85 procent van alle en 83 procent van de instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep werken bij een ROC. Bij een AOC is dit respectievelijk 5 en 6 procent. De overige mbo-medewerkers werken bij een VAK. Figuur laat zien dat de leeftijdsverdeling bij de drie type instellingen ongeveer gelijk is. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 11% 12% 12% 9% 11% 7% 9% 8 83% 81% 82% 83% 83% < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 11% 7% 83% 83% Man Vrouw ROC Vak AOC ROC VAK AOC Figuur 3.3.3: type instelling van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de arbeidsmarktpositie van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep vijf jaar voor instroom tot en met vijf jaar na instroom weergegeven. 9 procent van de instromers in een mboinstelling werkt één jaar voor instroom bij een andere mbo-instelling, 6 procent werkt één jaar voor instroom Medewerkers in het mbo 27

34 Na instroom Voor instroom in het overige onderwijs, 8 procent in de uitzendbranche en 26 procent werkt in een overige sector. 7 procent van de instromers heeft een uitkering één jaar voor instroom en 4 procent heeft geen uitkering, geen baan en volgt geen opleiding. In totaal volgt 39 procent van de instromers één jaar voor instroom een opleiding, waarvan 8 procent een opleiding tot docent. Eén jaar na instroom volgt 30 procent een opleiding en werkt nog 50 procent in een mbo-instelling. 20 procent van de instromers werkt na één jaar niet meer in het mbo. Na drie jaar is dit opgelopen tot 47 procent. Vijf jaar na instroom volgt nog 7 procent van de instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep een opleiding. Nog 43 procent werkt bij een mbo-instelling. 38 procent van de instromers werkt vijf jaar na instroom niet meer bij een mbo-instelling en 5 procent heeft een uitkering. 5 jaar 2% 42% 3% 2 2% 7% 4 jaar 2% 43% 29% 2% 3 jaar 39% 30% 3% 2 jaar 3 11% 2 1 jaar 31% 9% 2 7% 0 jaar 12% jaar 22% 50% 2% 3% 3% 3% 2 jaar jaar 3% 12% 41% 21% 4 jaar 2% 9% 40% 7% 2 5 jaar 1% 43% 2 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Overig Figuur 3.3.4: arbeidsmarktpositie van mbo-medewerkers in een overige functiegroep vijf jaar voor t/m vijf jaar na instroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de leeftijdsklasse van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom weergegeven. Vrijwel alle instromers die één jaar voor instroom een opleiding volgen, zijn jonger dan 35 jaar. Vergeleken met de andere arbeidsmarktsegmenten is het aandeel instromers jonger dan 35 jaar dat één jaar voor instroom in het onderwijs werkt met 22 procent het laagst. Opleiding Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 22% 31% 42% 4 97% 60% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 53% 50% 47% 1 17% 7% 3% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 3.3.5: leeftijdsklassen van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 28 r lh

35 Figuur geeft een overzicht van het geslacht van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom. Vanuit elk arbeidsmarktsegment is er op het moment van instroom meer vrouwen dan mannen. Opleiding Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig % 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 62% Man Vrouw Figuur 3.3.6: geslacht van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau van mbo-medewerkers in een overige functiegroep die één jaar voor instroom een opleiding volgen, is het laagst vergeleken met andere arbeidsmarktsegmenten. Dit is te zien in figuur Instromers vanuit een baan in het onderwijs hebben met 62 procent het vaakst een hoog opleidingsniveau. Opleiding Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 13% 11% 32% 33% 3 50% 4 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 5 62% 49% 40% 43% 1 Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 3.3.7: opleidingsniveau van instromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar voor instroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 29

36

37 4 Uitstroom In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitstromende mbo-medewerkers uitgesplitst naar functie. De cijfers in dit hoofdstuk gaan over de totale uitstroom in de periode 2010 tot en met Per functiegroep wordt eerst basisinformatie over de uitstromende groep gepresenteerd. Vervolgens wordt ingezoomd op de arbeidsmarktpositie van uitstromende medewerkers. Net als bij de instroom worden de arbeidsmarktposities van uitstromende mbo-medewerkers in klassen verdeeld. Voor uitstromende mbomedewerkers wordt een onderscheid gemaakt in negen arbeidsmarktposities: opleiding tot eerste- of tweedegraads docent, opleiding overig, werk in mbo-instelling, werk in overig onderwijs, werk in uitzendbranche, werk overig, uitkering, pensioen en overig. Het kan voorkomen dat een uitstromende mbo-medewerker voor of na uitstroom onder meerdere arbeidsmarktsegmenten kan worden geplaatst. Net als bij instromers wordt bij het plaatsen van een uitstromende mbo-medewerker in één van de arbeidsmarktposities de volgende volgorde aangehouden: voltijd opleiding tot eerste- of tweedegraads docent voltijd opleiding overig werk mbo-instelling werk met hoogste deeltijdfactor pensioen - uitkering - overig. 4.1 Docenten In 2015 is 9 procent van de docenten uitstromer. Dit zijn docenten. In de periode van 2010 tot en met 2015 zijn in totaal docenten uit een mbo-instelling gestroomd. Figuur laat het aandeel uitstromende docenten per leeftijdsklasse en geslacht zien. Tussen haakjes staat het aandeel van alle docenten per segment. Met 47 procent stromen in de leeftijdsklasse 55 jaar en ouder de meeste docenten uit. Dit aandeel is aanzienlijk groter dan het aandeel van alle docenten in deze leeftijdsklasse, namelijk 36 procent. Net als bij de instroom van docenten is alleen in de leeftijdsklasse van 55 jaar en ouder de uitstroom van mannen groter dan die van vrouwen. 49 procent van de uitstromende docenten is man. Dit aandeel is gelijk aan dat van alle docenten. 30% 20% 0% 2 (21%) 19% (1) (9%) (1) () () (1) (1%) () 2% (0%) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 4.1.1: de verdeling van uitstromende docenten naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes geeft het percentage van alle docenten weer (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur geeft het opleidingsniveau van uitstromende docenten en alle docenten weer. Uit het figuur is op te maken dat uitstromende docenten een lager opleidingsniveau hebben dan alle docenten. Dit is deels r lh Medewerkers in het mbo 31

38 te verklaren door registratie-effecten. 22 procent van de uitstromende docenten heeft opleidingsniveau midden in tegenstelling tot de 14 procent van alle docenten met opleidingsniveau midden. 77 procent en 86 procent van respectievelijk uitstromende docenten en alle docenten hebben een hoog opleidingsniveau. Uitstroom 1% 22% 77% Totaal 1% 1 8 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 4.1.2: opleidingsniveau van uitstromende docenten en alle docenten in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het soort instelling waar docenten uitstromen naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) weergegeven. 83 procent van de docenten stroomt uit bij een ROC. Dit is net wat meer dan het totale aandeel docenten van 82 procent dat bij een ROC werkt over de periode 2010 tot en met procent van de docenten stroomt uit bij een VAK en 13 procent bij een AOC. 4 procent en 14 procent van alle docenten werken respectievelijk bij een VAK en AOC. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 1 21% 19% 13% 9% 13% 1% 3% 3% 3% 80% 7 77% 83% 89% 83% < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 1 13% 2% 82% 8 Man Vrouw ROC VAK AOC ROC VAK AOC Figuur 4.1.3: : type instelling van uitstromende docenten naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de arbeidsmarktpositie van uitstromende docenten vijf jaar voor uitstroom tot en met vijf jaar na uitstroom weergegeven. Eén jaar na uitstroom werkt nog maar 13 procent van de uitstromende docenten in een mbo-instelling en 15 procent werkt bij een andere onderwijsinstelling. Dit betekent dat 13 procent van de uitstromende mbo-medewerkers een baan bij een andere mbo-instelling heeft gevonden. 33 procent werkt in een andere branche dan mbo. 26 procent van de uitstromende docenten ontvangt één jaar na uitstroom een pensioen. Naarmate het aantal jaar na uitstroom toeneemt, neemt ook het aandeel personen met een pensioen toe. Het aandeel uitstromende docenten dat een opleiding volgt is na uitstroom minimaal. 32 r lh

39 Na uitstroom Voor uitstroom 5 jaar 12% 61% 2% 11% 1% 3% 4 jaar 9% 6 1% 11% 1% 2% 3 jaar 7% 7% 6 2% 1% 2% 2 jaar 7% 70% 2% 1% 2% 1 jaar 7% 3% 77% 3% 2% 1% 1% 0 jaar 2% 92% 1 jaar 2% 13% 1 3% 1 11% 2 7% 2 jaar 2% 1% 17% 1 3% 20% 9% 2 7% 3 jaar 1% 1% 17% 1 3% 20% 27% 4 jaar 1% 1% 13% 17% 3% 22% 29% 7% 5 jaar 0% 0% 12% 1 2% 22% 30% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Pensioen Overig Figuur 4.1.4: arbeidsmarktpositie van docenten vijf jaar voor t/m vijf jaar na uitstroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Figuur laat de leeftijd van docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom zien. Van de docenten die één jaar na uitstroom geen opleiding volgen en niet werkzaam zijn, is 78 procent op het moment van uitstroom 55 jaar of ouder. Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 7% 30% % 83% 43% 51% 39% % 19% 2 33% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 4.1.5: leeftijd van uitstromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het geslacht van uitstromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom weergegeven. Voor bijna alle arbeidsmarktsegmenten één jaar na uitstroom geldt dat het aandeel vrouwen hoger is dan het aandeel mannen. Een uitzondering hierop zijn docenten die één jaar na uitstroom pensioen ontvangen. Hiervan is 58 procent man. Het aandeel vrouwen is het grootst bij docenten die één jaar na uitstroom een overige opleiding volgen. Hiervan is 69 procent vrouw. Medewerkers in het mbo 33

40 Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Pensioen Overig 41% 31% 47% 4 49% 5 43% 59% 69% 53% 5 51% 42% 57% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Man Vrouw Figuur 4.1.6: geslacht van uitstromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau van uitstromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom is zichtbaar in figuur Voor ieder arbeidsmarktsegment geldt dat het aandeel uitstromende docenten met een opleiding zonder startkwalificatie minimaal is. Docenten die één jaar na uitstroom een opleiding volgen hebben met 70 procent het vaakst opleidingsniveau midden. Mogelijk zijn deze medewerkers nog in opleiding. Docenten die één jaar na uitstroom een pensioen ontvangen hebben op het moment van uitstroom het vaakst een hoog opleidingsniveau. Opleiding 2% Werk onderwijs 0% Werk uitzendbranche 1% Werk overig 1% Pensioen 2% Overig 2% 17% 12% 20% 19% 2 70% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 4.1.7: opleidingsniveau van uitstromende docenten per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 82% 8 79% 80% Instructeurs In 2015 is 9 procent van de instructeurs uitstromer. Dit zijn 200 instructeurs. In de periode van 2010 tot en met 2015 zijn in totaal 850 instructeurs uit een mbo-instelling gestroomd. Figuur laat het aandeel uitstromende instructeurs per leeftijdsklasse en geslacht zien. Tussen haakjes staat het aandeel van alle instructeurs per segment. In de leeftijdsklasse 25 jaar tot en met 34 jaar stromen de meeste instructeurs uit, namelijk 29 procent. Alleen in de leeftijdsklasse 55 jaar en ouder is het aandeel uitstromende mannen hoger dan het aandeel uitstromende vrouwen. De verdeling naar geslacht van uitstromende instructeurs is gelijk aan die van alle instructeurs. 47 procent van de uitstromende instructeurs is man. 34 r lh

41 20% 1 0% 17% (1) 13% (12%) 12% (9%) 12% (1) 9% () (13%) (1) 7% (3%) (7%) (2%) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 4.2.1: verdeling van uitstromende instructeurs naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes geeft het percentage van alle instructeurs weer (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is het opleidingsniveau van uitstromende instructeurs en alle instructeurs weergegeven. Het aandeel uitstromende instructeurs met opleidingsniveau midden is even groot als die van alle instructeurs. Net wat meer instructeurs met een hoog opleidingsniveau stromen uit vergeleken met alle instructeurs. Uitstroom 3% 6 32% Totaal 6 30% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 4.2.2: : opleidingsniveau van uitstromende instructeurs en alle instructeurs in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de verdeling van type instelling naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) van uitstromende instructeurs te zien. 91 procent van de instructeurs stroom uit bij een ROC. De overige 9 procent van de instructeurs stroomt uit bij een AOC of VAK. 94 procent van de vrouwen en 87 procent van de mannen stroomt uit bij een ROC. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 12% 7% 12% 12% 9% 9% 8 93% % 91% < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 13% 87% 9 Man Vrouw ROC AOC / VAK ROC AOC / VAK Figuur 4.2.3: : type instelling van uitstromende instructeurs naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 35

42 Na uitstroom Voor uitstroom In figuur is de arbeidsmarktpositie van uitstromende instructeurs vijf jaar voor uitstroom tot en met vijf jaar na uitstroom weergegeven. Op het moment van uitstroom volgt 9 procent van de instructeurs een opleiding. Dit percentage neemt af naarmate de jaren na uitstroom toenemen. Eén jaar na uitstroom werkt nog 19 procent in een mbo-instelling. Deze uitstromende instructeurs hebben bij een andere mbo-instelling een baan gevonden. Daarnaast is 9 procent bij een andere onderwijsinstelling werkzaam. Eén jaar na uitstroom is 41 procent werkzaam in een andere branche dan het mbo of de uitzendbranche. Het aandeel instructeurs dat na uitstroom een uitkering of pensioen ontvangt blijft de jaren na uitstroom nagenoeg stabiel. 5 jaar 3% 22% 3 3% 1% 32% 2% 2% 4 jaar 19% 3 2% 30% 2% 2% 3 jaar 1 41% 2% 2 2% 3% 2 jaar 4 3% 2% 2 2% 1 jaar 0 jaar 7% 61% 90% 3% 2% 1 2% 2% 1 jaar 19% 9% 32% 12% 9% 2 jaar 2% 2 31% 9% 7% 3 jaar 1% 2 9% 33% 4 jaar 1% 3% 1 39% 9% 9% 5 jaar 0% 3% 1 3% 4 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Pensioen Overig Figuur 4.2.4: arbeidsmarktpositie van instructeurs vijf jaar voor t/m vijf jaar na uitstroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) De negen arbeidsmarktposities zijn in figuur teruggebracht tot drie grote groepen: werk onderwijs, werk overig en overig. In het figuur zijn leeftijdsklassen van uitstromende instructeurs uitgezet tegen het arbeidsmarktsegment één jaar na uitstroom. 35 procent van de instructeurs die één jaar na uitstroom niet werkzaam is, is op het moment van uitstroom 55 jaar of ouder. Van de uitstromende instructeurs die één jaar na uitstroom werken, is 11 procent 55 jaar of ouder. Werk onderwijs 39% 50% 11% Werk overig % Overig 3 31% 3 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 4.2.5: leeftijd van uitstromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 36 r lh

43 In figuur is verdeling van geslacht van instructeurs één jaar na uitstroom per arbeidsmarktpositie weergegeven. Veruit de meeste instructeurs die één jaar na uitstroom een pensioen ontvangen zijn man. 63 procent van de instructeurs die één jaar na uitstroom een overige opleiding volgt is vrouw. Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Pensioen Overig 47% 37% % % 63% 52% 42% 59% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Man Vrouw Figuur 4.2.6: geslacht van uitstromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 5 2 Het opleidingsniveau van instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom is te zien in figuur Instructeurs die één jaar na uitstroom niet werkzaam zijn, hebben het minst vaak een hoog opleidingsniveau. In het arbeidsmarktsegment overig heeft 27 procent een hoog, 68 procent een midden en 5 procent een opleiding zonder startkwalificatie. Instructeurs die één jaar na uitstroom in het onderwijs werken hebben met 41 procent het vaakst een hoog opleidingsniveau. Werk onderwijs 3% 5 41% Werk overig 2% 6 30% Overig 6 27% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Figuur 4.2.7: opleidingsniveau van uitstromende instructeurs per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 4.3 Overig Zonder startkwalificatie Midden Hoog In 2015 is 11 procent van de mbo-medewerkers in een overige functiegroep uitstromer. Dit zijn mbomedewerkers. In de periode van 2010 tot en met 2015 zijn in totaal mbo-medewerkers in een overige functiegroep uit een mbo-instelling gestroomd. Figuur laat het aandeel uitstromende mbomedewerkers in een overige functiegroep per leeftijdsklasse en geslacht zien. Tussen haakjes staat het aandeel van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep per segment. De meeste mbo-medewerkers in een overige functiegroep stromen uit in de leeftijdsklasse jonger dan 25 jaar, namelijk 31 procent. Met 28 procent stromen ook in de leeftijdsklasse 55 jaar en ouder veel mbo-medewerkers in een overige functiegroep uit. Van alle uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep is 44 procent man. Het totale aandeel mannen bij werkende mbo-medewerkers in een overige functie is 39 procent. Medewerkers in het mbo 37

44 20% 1 0% 1 (3%) 1 (2%) 1 (1) 1 (1) () () (7%) 9% (1) (20%) (12%) < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Man Vrouw Figuur 4.3.1: verdeling van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep naar leeftijd en geslacht in de periode 2010 t/m Het getal tussen haakjes geeft het percentage van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep weer (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep is lager dan dat van alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep, zie figuur procent van de uitstromende mbomedewerkers heeft een hoog opleidingsniveau. Van alle medewerkers heeft 43 procent een hoog opleidingsniveau. 25 procent en 13 procent van respectievelijk de uitstromende en alle mbo-medewerkers in een overige functiegroep heeft een opleiding zonder startkwalificatie. Uitstroom % Totaal 13% 4 43% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog Figuur 4.3.2: : opleidingsniveau van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep en alle mbomedewerkers in een overige functiegroep in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het aandeel mbo-medewerkers in een overige functiegroep dat bij een ROC uitstroomt is 86 procent, zie figuur procent van de mannen en 87 procent van de vrouwen stroomt uit bij een ROC. Dit is respectievelijk 6 procent en 3 procent bij een VAK. De overige mbo-medewerkers in een overige functiegroep stromen uit bij een AOC. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 9% 11% 11% 11% 9% 9% 3% % 8 < 25 jaar jaar jaar jaar 55 jaar Totaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% 9% 3% 8 87% Man Vrouw ROC VAK AOC ROC VAK AOC Figuur 4.3.3: type instelling van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep naar leeftijd (links) en geslacht (rechts) in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 38 r lh

45 Na uitstroom Voor uitstroom In figuur is de arbeidsmarktpositie van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep vijf jaar voor uitstroom tot en met vijf jaar na uitstroom weergegeven. Op het moment van uitstroom volgt 29 procent een opleiding. Dit percentage neemt af naarmate de jaren na uitstroom toenemen Het aandeel mbo-medewerkers in een overige functiegroep dat één jaar na uitstroom bij een andere mboinstelling werkt, is 8 procent. 28 procent van de mbo-medewerkers in een overige functiegroep werkt één jaar na uitstroom in een andere branche dan het mbo of uitzendbranche. 16 procent ontvangt dan een pensioenuitkering. 5 jaar 1% 32% 41% 3% 2% 1 1% 4 jaar 2% 33% 42% 3% 2% 1 1% 3% 3 jaar 2% 31% 43% 2% 2% 1 2% 3% 2 jaar 2 47% 2% 2% 12% 2% 2% 1 jaar 2 53% 1% 2% 9% 2% 1% 0 jaar 22% 71% 1 jaar 20% 7% 21% 11% 1 7% 2 jaar 1 11% 2 1 7% 3 jaar 2% 11% 9% 2 9% 1 4 jaar 2% 32% 9% 17% 5 jaar 1% 3 9% 17% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Opleiding 1ᵉ of 2ᵉ graads docent Opleiding overig Werk mbo-instelling Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Uitkering Pensioen Overig Figuur 4.3.4: arbeidsmarktpositie van mbo-medewerkers in een overige functiegroep vijf jaar voor t/m vijf jaar na uitstroom in de periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) In figuur is de leeftijdsklasse van mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom weergegeven. Vrijwel alle mbo-medewerkers die één jaar na uitstroom een opleiding volgen, zijn op het moment van uitstroom jonger dan 35 jaar. Vergeleken met de andere arbeidsmarktsegmenten is het aandeel mbo-medewerkers van 55 jaar of ouder die één jaar na uitstroom geen opleiding volgt en niet werkt met 63 procent het hoogst. Opleiding Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Overig 1 27% 4 22% 59% 9 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% % 30% % 3% < 35 jaar jaar 55 jaar Figuur 4.3.5: leeftijd van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Medewerkers in het mbo 39

46 Figuur laat de verdeling van geslacht per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom zien. In elk arbeidsmarktsegment is het aandeel uitstromende vrouwen groter dan het aandeel uitstromende mannen. 37 procent van de mbo-medewerkers in een overige functiegroep die één jaar na uitstroom niet werkt en geen opleiding volgt, is op het moment van uitstroom man. Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Pensioen Overig 41% 50% 39% 40% 4 49% 37% 59% 50% 61% 60% 5 51% 63% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Man Vrouw Figuur 4.3.6: geslacht van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Het opleidingsniveau van mbo-medewerkers in een overige functie per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom is weergegeven in figuur Vrijwel alle mbo-medewerkers die één jaar na uitstroom een eersteof tweedegraads docentenopleiding volgen, hebben op het moment van uitstroom minimaal opleidingsniveau midden. Mbo-medewerkers die één jaar na uitstroom een overige opleiding volgen laten een heel ander beeld zien. Van deze groep heeft 51 procent een opleiding zonder startkwalificatie en 45 procent opleidingsniveau midden. Opleiding docent Opleiding overig Werk onderwijs Werk uitzendbranche Werk overig Pensioen Overig 2% 21% % 51% 37% 49% 41% % 42% 42% 32% Figuur 4.3.7: opleidingsniveau van uitstromende mbo-medewerkers in een overige functiegroep per arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom, periode 2010 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 8 12% 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zonder startkwalificatie Midden Hoog 40 r lh

47 Bijlage A: Begrippenlijst Term Definitie DUO Dienst Uitvoering Onderwijs Eerste- of tweedegraads docentenopleiding SOM Instromer Uitstromer Opleidingsniveau geen startkwalificatie Opleidingsniveau midden Opleidingsniveau hoog Opleiding overig Uitzendbranche Alle erkende en door de overheid bekostigde eerste- en tweedegraads docentenopleidingen. De pabo en het pedagogisch didactisch getuigschrift vallen hier niet onder. Stichitng Onderwijsarbeidsmarktsfonds MBO Persoon die het jaar ervoor niet werkzaam was in de organisatie waar de persoon nu werkt. Persoon die het jaar erop niet meer werkzaam is in de organisatie waar de persoon nu werkt. Omvat basis en speciaal onderwijs, vmbo, mbo-1, havo en vwo onderbouw en onbekend. Omvat mbo-2, mbo-3, mbo-4, havo, vwo en propedeuse wo. Omvat beroepsonderwijs dat aansluit op opleidingsniveau midden en wetenschappelijk onderwijs. Alle erkende en door de overheid gekostigde opleidingen exclusief eerste- en tweedegraads docentenopleidingen. Het pegagogisch didactisch getuigschrift valt hier niet onder. Alle personen die via een uitzendbranche bij een bedrijf of instelling werkzaam zijn. Deze personen kunnen ook werkzaam zijn bij een mbo-instelling. Uitzendbureaus waarvan bekend is dat deze aan een mbo-instelling verbonden zijn, behoren niet tot deze sector maar tot de mbo sector. r lh Medewerkers in het mbo 41

48

49 Bijlage B: Bronnen en werkwijze In deze bijlage worden eerst de gebruikte microbestanden van het CBS beschreven. Daarna wordt de werkwijze om met behulp van de personeelsbestanden geleverd door de opdrachtgever en de CBS microbestanden te komen tot het analysebestand uitgelegd. CBS microbestanden Aan de microbestanden waartoe ABF Research via het CBS toegang heeft liggen diverse bronnen ten grondslag. Een van de belangrijkste bronnen is een dataset met belastingdienstgegevens die inzicht geven in loopbaanhistorie tot op individueel niveau. De loopbaanhistorie geeft informatie over baankenmerken zoals arbeidsduur, lengte dienstverband en type arbeidsrelatie. Daarnaast is de Basisregistratie personen (BRP) gebruikt, voorheen bekend als Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Alle gemeenten in Nederland houden hierin persoonsgegevens bij zoals leeftijd, geslacht en woonadres van alle personen die in de gemeente zijn of waren gevestigd. Het bedrijvenregister van de Kamer van Koophandel (KvK) aangevuld met bedrijfsgegevens van de Belastingdienst is de volgende registratiebron (Algemeen Bedrijven Register, ABR). Deze bron geeft inzicht in vestigingsadressen, bedrijfsgrootte en branche waarbinnen de activiteiten van het bedrijf vallen. Door de bij wet verplichte registratie is deze bron zeer volledig. Voor informatie over hoogst behaalde opleiding en het bijbehorende niveau zijn registratiebronnen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) gebruikt. Alle opleidingen die worden bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) of het Ministerie van Economische Zaken (EZ) zijn verplicht de gegevens van de deelnemers en geslaagden door te geven inclusief de specifieke opleiding die zij volgen of hebben gevolgd. Deze registraties zijn beschikbaar voor de afgelopen 15 jaar. Daarnaast is voor het opleidingsniveau gebruik gemaakt van de Enquête BeroepsBevolking (EBB). Deze enquête is beschikbaar vanaf Bovenstaande gegevens zijn samengevoegd tot een bestand met een overzicht van alle werknemers en zelfstandigen vanaf de leeftijd van 15 jaar, voorzien van persoonskenmerken (leeftijd, geslacht, en opleidingsniveau), baankenmerken (arbeidsduur, deeltijdfactor en dynamiek) en bedrijfskenmerken (sector en regio). Het CBS stelt de microbestanden onder strikte voorwaarden beschikbaar voor statistisch en wetenschappelijk onderzoek door een erkende onderzoeksinstelling of onderzoeksbureau. De microbestanden bevatten vertrouwelijke gegevens. Om deze reden zijn de databestanden alleen binnen een streng beveiligde omgeving van het CBS toegankelijk. De gegevens die door het onderzoeksbureau worden r lh Medewerkers in het mbo 43

50 gebruikt mogen niet te herleiden zijn tot individuen en moeten altijd gebaseerd op ten minste 10 personen. Bovendien moet ten minste de kern van de eindresultaten openbaar beschikbaar worden gesteld. Werkwijze Met behulp van persoonsinformatie afkomstig van de opdrachtegver/duo is een koppeling met informatie uit microbestanden van het CBS aangebracht. De variabelen waarmee de koppeling is gemaakt betreffen leeftijd, geslacht en mbo-instelling. Met behulp van deze variabelen worden unieke personen in de microbestanden van het CBS gekoppeld aan het personeelbestand van de opdrachtgever. Deze unieke personen kunnen vervolgens in de tijd worden gevolgd. Allereerst worden alleen mbo-medewerkers meegenomen uit het personeelsbestand van de opdrachtgever die werkzaam zijn op peildatum 31 december van het desbetreffende jaar. Door deze filtering valt gemiddeld 0,4 procent van de mbo-medewerkers uit het bestand. In kolom drie van tabel B.1 is het aantal mbomedewerkers dat na de eerste filtering overblijft weergegeven. Zoals besproken in de notitie van 14 november 2017, zijn mbo-medewerkers in een aantal specifieke situaties niet meegenomen. Dit betreft de volgende mbo-medewerkers: Mbo-medewerkers met een deeltijdfactor van kleiner dan 0,005 en waarvoor geen koppeling met de microbestanden van het CBS is gevonden; Mbo-medewerkers ouder dan 60 jaar en waarvoor geen koppeling met de microbestanden van het CBS is gevonden; Mbo-medewerkers met een tijdelijk contract die afloopt op de peildatum en waarvoor geen koppeling met de microbestanden van het CBS is gevonden; Het aantal mbo-medewerkers dat na de tweede filtering overblijft is weergegeven in de vierde kolom van tabel B.1. De mbo-medewerkers na filtering worden gekoppeld met de microbestanden van het CBS op basis van de variabelen geslacht, leeftijd en mbo-instelling uitgevoerd. Deze koppeling is niet uniek. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat meerdere personen met hetzelfde geslacht en dezelfde geboortedatum bij dezelfde mboinstelling werken. Voor deze medewerkers worden logischerwijs ook meerdere personen in de microbestanden van het CBS gevonden. Om deze medewerkers zo goed mogelijk aan een uniek persoon uit de microbestanden te koppelen, is gebruik gemaakt van een extra variabele: deeltijdfactor. Tabel B.1: aantal en percentage gekoppelde mbo-medewerkers aan de microbestanden van het CBS Jaar Aantal mbomedewerkers Aantal mbomedewerkers na filtering Aantal mbomedewerkers na filtering 2 Aantal mbomedewerkers gekoppeld % gekoppeld Totaal aantal mbomedewerkers in microbestanden % % % % % r lh

51 Zoals in tabel B.1 zichtbaar is, is 99 procent van de mbo-medewerkers uit het gefilterde personeelsbestand van de opdrachtgever aan de microbestanden van het CBS gekoppeld. Echter zijn niet alle mbomedewerkers gevonden. Een voorbeeld hiervan is dat een medewerker in de periode van 2010 tot en met 2015 werkzaam is in een mbo-instelling, maar dat op basis van de koppeling de medewerker in 2013 niet is gevonden. Hierdoor lijkt het alsof de medewerker in 2013 een uitstromer is en in 2014 een instromer. Daarom worden alle mbo-medewerkers die in een bepaald jaar niet zijn gevonden, nog een keer in de microbestanden van het CBS opgezocht. Wanneer een mbo-medewerker alsnog is gevonden, wordt deze aan het bestand toegevoegd. In de laatste kolom van tabel B.1 is het totaal aantal mbo-medewerkers dat in de microbestanden van het CBS is gevonden weergegeven. Na het uitvoeren van de laatste stap in het koppelingsproces, is het analysebestand compleet. Het personeelsbestand van de opdrachtgever is nu aangevuld met microbestanden van het CBS. De instromers en uitstromers worden bepaald. Instromers en uitstromers worden opnieuw in de microbestanden van het CBS opgezocht om vijf jaar terug tot en met vijf jaar vooruit te kijken en de arbeidsmarktpositie te bepalen. Medewerkers in het mbo 45

52

53 Bijlage C: Arbeidsmarktregio s Figuur B.1: arbeidsmarktregio s in Nederland r lh Medewerkers in het mbo 47

54

55 Bijlage D: CROHO codes De CROHO codes die zijn opgenomen in onderstaande tabel zijn in het kader van dit onderzoek aangemerkt als docentenopleiding. Het overzicht is in samenspraak met de opdrachtgever tot stand gekomen. CROHO Naam opleiding B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen B Tweedegraads lerarenopleiding Nederlandse Gebarentaal (NGT)/Tolkenopleiding B Tweedegraads lerarenopleiding Esperanto B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Verpleegkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Levensmiddelentechnologie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Dierenhouderij en Verwerking I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Tuinbouw en Plantenteelt en Verwerking I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Plantenteelt en Verwerking I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Veehouderij en Verwerking I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Agrarische Techniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Agrarische Economie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Oefening B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Fries B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Russisch B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Arabisch B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Turks B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Duits B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Engels B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Frans B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Geschiedenis B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Aardrijkskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Algemene Economie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Bedrijfseconomie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Pedagogiek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Islamgodsdienst B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Economie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Mens en Technologie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in het Technisch Beroepsonderwijs B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Spaans B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Biologie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Tekenen B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Handvaardigheid B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Textiele Werkvormen B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Verzorging/Huishoudkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Bouwkunde I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Bouwtechniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Electrotechniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Mechanische Techniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Motorvoertuigentechniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Werktuigbouwkunde I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Gezondheidszorg en Welzijn B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Algemene Bouwkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Algemene Werktuigbouwkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Chemische Laboratoriumtechniek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Commerciële Economie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Electrotechniek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Personeel en Arbeid B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Biologische en Medische Laboratoriumtechniek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Gezondheidszorg B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Verzorging/Gezondheidskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Maatschappijleer B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Consumptieve Techniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Godsdienst B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Installatietechniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Grafische Techniek I en II B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Mens en Maatschappij B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Beeldende Vorming M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Aardrijkskunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Algemene Economie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Bedrijfseconomie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Biologie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duits r lh Medewerkers in het mbo 49

56 CROHO Naam opleiding M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engels M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Filosofie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Frans M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis en Staatsinrichting M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Grieks en Latijn M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Kunstgeschiedenis M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Maatschappijleer M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlands M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Natuurkunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Scheikunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaans M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Wiskunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Zorg, Ethiek en Beleid M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Christendom en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Economie en Bedrijfswetenschappen M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Filosofie en Educatie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Arabisch M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Turks M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Grieks en Latijn M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlands M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Frans M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Italiaans M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaans M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Kennis van Godsdienst en Levensbeschouwing M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duits M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engels M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Russisch M Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in het vak Godsdienst en Levensbeschouwelijke Vorming M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Hebreeuws M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Latijn en Klassieke en Culturele Vorming M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Bijbelkennis en Cultuurgeschiedenis van het Christendom M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Filosofie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Wiskunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Natuurkunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Scheikunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Biologie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Aardrijkskunde M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Algemene Economie M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Bedrijfseconomie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Aardrijkskunde M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Duits M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Engels M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Geschiedenis en Staatsinrichting M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Godsdienst en Levensbeschouwing M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Kunstgeschiedenis en Culturele en Kunstzinnige Vorming/Kunst Algemeen M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Muziek M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Spaans M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Sterrenkunde M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Frans M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Grieks, Latijn en Klassieke Culturele Vorming M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Latijn en Klassieke en Culturele Vorming M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Arabisch M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Italiaans 50 r lh

57 CROHO Naam opleiding M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Russisch M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Hebreeuws M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Fries M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Turks M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Taalvakken M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Zaakvakken M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Bètawetenschappen M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Taal en Cultuurwetenschappen M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Mens- en Maatschappijwetenschappen M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Maatschappijleer M Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Kunstgeschiedenis B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands Tweedegraads lerarenopleiding nederlandse gebarentaal (NGT)/tolkenopleiding Tweedegraads lerarenopleiding Esperanto Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in verpleegkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het m.b.o.) in schilderen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het m.b.o.) in brood/banketbakken Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in levensmiddelentechnologie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in dierenhouderij en verwerking I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in tuinbouw en plantenteelt en verwerking I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in plantenteelt en verwerking I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in veehoudery en verwerking I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in agrarische techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in agrarische economie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in lichamelijke oefening Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in tekenen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in handvaardigheid Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in textiele werkvormen Leraar vo 1e graad in tekenen Leraar vo 1e graad handvaardigheid Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in textiele werkvormen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Biologie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in wiskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in aardrijkskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duits Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engels Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in frans Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Fries Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in godsdienst Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in maatschappijleer Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Natuurkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlands Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Scheikunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaans Leraar vo 1e gr in wiskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in aardrijkskunde Leraar vo 2e graad in biologie Leraar vo 2e graad in Duits Leraar vo 2e graad in Engels Leraar vo 2e graad in Frans Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in fries Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in handvaardigheid Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in natuurkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in pedagogiek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in scheikunde Leraar vo 2e graad in Spaans Leraar vo 2e graad in wiskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in verzorging/huishoudkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst Leraar vo 2e graad in tekenen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in textiele werkvormen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in russisch Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene economie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in bedrijfseconomie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in arabisch Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Turks Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in algemene economie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bedrijfseconomie Leraar vo 2e graad in techniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in maatschappijleer Medewerkers in het mbo 51

58 CROHO Naam opleiding Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in omgangskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in verzorging/gezondheidskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in duits Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Engels Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in frans Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in aardrijkskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in algemene economie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bedrijfseconomie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in pedagogiek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in islamgodsdienst Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde Leraar vo 2e gr in Russisch Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in techniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Spaans Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Turks Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Arabisch Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in natuurkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in biologie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Tekenen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in handvaardigheid Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in textiele werkvormen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in verzorging/huishoudkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwkunde I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwtechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in electrotechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in mechanische techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in motorvoertuigentechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in werktuigbouwkunde I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in gezondheidszorg en welzijn Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in algemene bouwkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in algemene werktuigbouwkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in chemische laboratoriumtechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in commerciële economie Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in electrotechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in personeel en arbeid Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in biologische en medische laboratoriumtechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in gezondheidszorg Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in verzorging/gezondheidskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in maatschappijleer Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in omgangskunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Consumptieve Techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Godsdienst Opleiding tot leraar voorgezet onderwijs van de tweede graad in Installatie Techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het v.b.o.) in bouwtechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het v.b.o.) in consumptieve techniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het v.b.o.) in elektrotechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het v.b.o.) in grafische techniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het v.b.o.) in installatietechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in installatietechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwkunde I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in bouwtechniek I en II Opleiding tot leraar voorgezet onderwijs van de tweede graad in elektrotechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Grafische Techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in bankwerken en machinaal verspanen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs in de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in constructie en apparatenbouw Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in energietechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o) in installatietechniek Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in koken en serveren Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in motorvoertuigen herstellen Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (ten behoeve van het b.b.o.) in metselen/stucadoren/tegelzetten Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in mechanische techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in motorvoertuigentechniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in werktuigbouwkunde I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in consumptieve techniek I en II Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in beeldende vorming Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Mens en Maatschappij Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Natuurkunde Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Scheikunde Eerstegraads lerarenopleiding Arabisch 52 r lh

59 Brancheervaring Sectorervaring Bedrijfservaring Bijlage E: Aanvullende figuren Op basis van de koppeling tussen het personeelsbestand van de opdrachtgever/duo en CBS microbestanden kunnen een diverse aanvullende kenmerken over de samenstelling en de dynamiek van personeel in het mbo zichtbaar worden gemaakt. Deze Bijlage E bevat aanvullende resultaten. Aanvullingen paragraaf 2.2 Figuur E.1 tot en met figuur E.3 laten per functiegroep en per jaar de instellings-, branche- en sectorervaring gedurende de afgelopen zes jaar zien. Onder instellingservaring wordt het aantal werkzame jaren in de afgelopen zes jaar in de mbo-instelling waar de medewerker op dit moment werkt verstaan. Bij brancheervaring wordt op een niveau hoger gekeken, namelijk naar het aantal werkzame jaren gedurende de afgelopen zes jaar in een van de mbo-instellingen. Het hoogste niveau waarop de ervaringen van medewerkers gemeten wordt, is op het niveau van sector. Onder sectorervaring wordt het aantal werkzame jaren in de afgelopen zes jaar in de onderwijssector verstaan. In 2015 heeft 70 procent van de docenten in mbo-instellingen de afgelopen zes jaar de volledige periode bij dezelfde instelling gewerkt en is het voor 10 procent het eerste jaar dat ze bij hun instelling werken. Tot en met 2013 groeit het aantal docenten die een werkervaring van zes jaar bij dezelfde mbo-instelling hebben, terwijl het percentage de laatste twee jaar juist afneemt. Dit is te wijten aan het feit dat vanaf 2014 weer meer docenten zijn ingestroomd dan uitgestroomd, waardoor meer nieuwe personen zijn bijgekomen met minder of geen werkervaring in de instelling, branche en/of sector % 7% 7% 6 70% 73% 71% 70% % 7% 9% 7% 71% 73% % % 7 77% 7 73% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar Figuur E.1: instellings-, branche- en sectorervaring van docenten voor de periode 2011 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) r lh Medewerkers in het mbo 53

60 Brancheervaring Sectorervaring Bedrijfservaring Sectorervaring Brancheervaring Bedrijfservaring Wat opvalt in figuur E.2 is dat in 2012 een stuk meer instructeurs zijn met zes jaar ervaring dan in Dit is te wijten aan registratie-effecten. Verder hebben instructeurs, vergeleken met andere medewerkers in mbo-instellingen, het minste ervaring in mbo-instellingen gedurende de afgelopen zes jaar. Dit is te wijten aan de sterke groei van instructeurs wat gepaard gaat met veel nieuwe medewerkers met weinig ervaring in de instelling, branche en/of sector % 20% 1 20% 1 9% 1 13% 1 13% 7% 7% 7% 11% 4 51% 50% 47% 33% % 19% 1 20% % 7% 7% 1 13% 11% 50% 53% 52% % 19% 13% 11% 13% 17% 13% 7% 50% % 3 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar Figuur E.2: instellings-, branche- en sectorervaring van instructeurs voor de periode 2011 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) % 11% 12% 13% 7% 9% 3% 3% 3% 9% 59% 6 71% 70% 70% % 9% 3% 11% 12% 3% 3% 3% 3% 62% 6 73% 72% 71% % 9% 9% 3% 11% 3% 3% 12% 3% 3% 63% 69% 7 73% 72% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar Figuur E.3: instellings-, branche- en sectorervaring van mbo-medewerkers in een overige functiegroep voor de periode 2011 t/m 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) 54 r lh

61 Mbo-medewerkers in een overige functiegroep laten een zelfde beeld zien in werkervaring vergeleken met docenten, zie figuur E.3. Tot en met 2013 neemt de werkervaring van zes jaar gedurende de afgelopen zes jaar toe en vanaf 2014 neemt dit af. Aanvullingen paragraaf 2.3 Figuur E.4 laat de gemiddelde leeftijd naar geslacht en per arbeidsmarktregio zien. De gemiddelde leeftijd van mannen is in vrijwel alle regio s 49 jaar of ouder. In het midden van Nederland zijn de mannen relatief jonger. In Zuid-Holland Centraal en Gorinchem is de gemiddelde leeftijd van mannelijke mbo-medewerkers het laagst met respectievelijk 43 jaar en 4 maanden en 46 jaar en 5 maanden. Mannen zijn met een gemiddelde van 52 jaar en 2 maanden het oudst in Drenthe. Uitgezonderd de arbeidsmarktregio Zuid- Holland centraal zijn vrouwen gemiddeld jonger dan mannen. Net als bij de mannen werken in Zuid-Holland centraal en Gorinchem de vrouwen met gemiddeld de laagste leeftijd, namelijk respectievelijk 43 jaar en 10 maanden en 38 jaar en 6 maanden. In Drenthe en Drechtsteden is de leeftijd van vrouwelijke medewerkers gemiddeld het hoogst met respectievelijk 48 jaar en 5 maanden en 49 jaar en 6 maanden. Figuur E.4: gemiddelde leeftijd naar geslacht per arbeidsmarktregio in 2015 (bron: opdrachtgever en CBS, bewerking ABF Research) Aanvullingen paragraaf 3.1 Docenten komen van veel verschillende opleidingen. Wanneer naar de top drie hoogst behaalde opleidingen gekeken wordt, zijn dit de opleidingen: leraar voortgezet onderwijs eerste graad lichamelijke oefening, leraar basisonderwijs en leraar voortgezet onderwijs tweede graad Engels. 13 procent van de instromende docenten heeft één van deze drie opleidingen behaald, zie figuur E.5. Medewerkers in het mbo 55

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Holland datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Noord datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juni 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 7 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 8 Statistische bijlage 9 Toelichting NWW/WW/WBB 17 Colofon

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 019 Inhoudsopgave 857639 WW-uitkeringen Statistische bijlage Toelichting WW xx xx xx Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014

Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014 Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014 Aanleiding Zoals toegezegd in de indicatieve meting levert UWV in december 2014 de nulmeting banenafspraak op. Samenvattende tabel De onderstaande tabel

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Rapportage WW 50plus. Januari 2016 Rapportage WW 50plus Januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 2015 2014

Nadere informatie

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015 Rapportage (N)WW 50plus Juni 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden 12 Toelichting WW/NWW/WBB 13 Colofon 14 Rapportage (N)WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse) Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties 26-214 (globale analyse) Hoeveel mbo-studenten staan er dit schooljaar ingeschreven in Kenteqkwalificaties? En hoe ontwikkelt het aantal mbo-deelnemers zich sinds

Nadere informatie

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017 Rapportage WW< 27 jaar Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting NWW/WW/WBB 11 Colofon 12 Rapportage WW< 27 jaar 1 WW-uitkeringen < 27 jaar WW-uitkeringen 1 2017 mutatie 2016

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. December 2016

Rapportage WW 50plus. December 2016 Rapportage WW 50plus December 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 dec 2015/2016

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Gelderland-Noord datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt November 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Limburg datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering 2016

Factsheet Varkensverbetering 2016 Factsheet Varkensverbetering 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 26 oktober 2016 1609-0530 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2018 Publicatie januari 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Juni 2017

Rapportage WW 50plus. Juni 2017 Rapportage WW 50plus Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2017 mutatie 2016 2017/2016

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2018 Publicatie oktober 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2018 Publicatie juli 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 019 Inhoudsopgave 8565 WW-uitkeringen 3 Statistische bijlage 5 Toelichting WW Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0229 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16

Nadere informatie

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015 Regionale trendrapportage afspraak: stand 3 e kwartaal 2015 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Werkkamer vanaf 2016 elk kwartaal een regionale trendrapportage

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0863 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juni 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 019 Inhoudsopgave 89908 WW-uitkeringen Statistische bijlage 5 Toelichting WW Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio / Overijssel datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16

Nadere informatie

Doorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013)

Doorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013) Doorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013) Waar komt de instroom in de Kenteq-kwalificaties vandaan? Komt die uit direct verwante vmbo-opleidingen, of ook uit andere richtingen? Hoe zit dat omgekeerd?

Nadere informatie

Factsheet Glastuinbouw 2016

Factsheet Glastuinbouw 2016 Factsheet Glastuinbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 25 oktober 2016 1608-1060 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2017 Publicatie oktober 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0864 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Zuid

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Zuid De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Zuid datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Utrecht datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2016 Publicatie januari 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2017 Publicatie juli 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2017 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Brabant-Oost datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016 Factsheet Bedrijfsverzorging 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 27 oktober 2016 1610-1250 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2016 Publicatie april 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Zuid

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Zuid De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Gelderland-Zuid datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt November 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Bij UWV ingediende vacatures en spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2015 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Online vacatures 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0865 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Paddenstoelen 2016

Factsheet Paddenstoelen 2016 Factsheet Paddenstoelen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1610-1267 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100) Wanneer onderwijspersoneel geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. Het aantal nieuwe WWuitkeringen in het onderwijs

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV en Spanningsindicator 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door De daling van de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar in het 2 e kwartaal 2010

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0866 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 UWV Spanningsincicator 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 M,. bn Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 ` ` Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Colland Bestuursbureau, 2 februari 2016 1602-0794 Pagina 2 28 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 5 Statistische bijlage 6 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Factsheet Hoveniers 2016

Factsheet Hoveniers 2016 Factsheet Hoveniers 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 19 oktober 2016 1610-0843 Pagina 2 34 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door Vanaf het 1 e kwartaal 2010 is de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar aan het

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2016

Factsheet Loonwerk 2016 Factsheet Loonwerk 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 5 september 2016 1608-0989 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie