Sociaal Plan reorganisaties. Stichting Marente

Vergelijkbare documenten
Sociaal Plan reorganisaties. Stichting Marente

SOCIAAL PLAN Zorgcentrum Horizon

CONCEPT. Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe

SOCIAAL PLAN MARENTE tot

Doorlopend Sociaal Plan Topaz

Sociaal Plan Ziekenhuis Gelderse Vallei

Sociaal Plan Stichting HilverZorg

SOCIAAL PLAN VERSIE 1.2 SOCIAAL PLAN. ten behoeve van interne reorganisaties. Stichting Maatschappelijke Opvang Verdihuis Oss

Addendum behorende bij het Sociaal Plan ten behoeve van de fusie en reorganisatie van de stichting Libertas Leiden en betrekking hebbend op de

1.1 Doel Het doel van dit sociaal plan is om de nadelige sociale gevolgen van reorganisaties voor

Sociaal Plan Stichting Baanderij en Werkstad B.V. en Wedeka Bedrijven. Sociaal Plan. Ten behoeve van

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord )

Addendum GGZ WNB. Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren.

Sociaal plan ten behoeve van interne reorganisaties in de periode 1 januari 2013 t/m 31 december 2015

Concept SOCIAAL PLAN. ten behoeve van interne reorganisaties

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.

Overeenkomst. zowel gezamenlijk als afzonderlijk vormende partij enerzijds, verder te noemen de werkgever en. Algemene bepalingen

ABVAKABO FNV. Algemeen directeur XXXX

SOCIAAL PLAN STEDELIJK JONGERENWERK UTRECHT (onderhandelaarakkoord)

SOCIAAL PLAN. SWAFacet BV KERN BV. ten behoeve van de fusie van. Versie d.d. 23 oktober 2007

Sociaal plan Trias Jeugdhulp (definitief, 1 mei 2007) Preambule

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN. 1. Werkingssfeer en doel. voortvloeiende reorganisatie.

SOCIAAL KADER

december 2003 Sociaal Plan De Kijvelanden, Instelling voor forensische psychiatrie.

Overeenkomst. Algemene bepalingen

SOCIAAL PLAN. ten behoeve van de herziening van de organisatie- en communicatiestructuur van het Parkhuis

Sociaal plan. Stichting SGJ Christelijke Jeugdzorg. Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming. van. Maart 2011

1.5 Er is afgesproken om dit addendum van toepassing te laten zijn van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2013.

3. - De ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer - De CNV Publieke Zaak gevestigd te s Gravenhage

SOCIAAL PLAN REINIER DE GRAAF GROEP JUNI 2010 JUNI 2013

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN

SOCIAAL PLAN 1 september 2013 tot en met 31 december 2015

Landelijk Sociaal Plan Harmonisatie Peuterspeelzalen

Principe akkoord. Landelijk Sociaal Kader Bureaus Jeugdzorg

VERTROUWELIJK. Sociaal Plan. Reorganisatie Bureau Jeugdzorg Drenthe

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

Principe-akkoord. ADDENDUM behorend bij Sociaal Plan Parnassia Groep. Betreft : versie Sociaal Plan januari Toepassing van dit addendum

Harmonisatie Peuterspeelzalen, Landelijk Sociaal Plan

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

Stichting Ouderenzorg Kapelle. Sociaal Plan

SOCIAAL STATUUT AVEANT Geldig van 1 mei 2007 tot 1 januari 2008

CONCEPT SOCIAAL PLAN. Ten behoeve van de fusie en daaruit voortvloeiende reorganisaties van stichting Steinmetz de Compaan en stichting De Singels

In de Stichting blijft minimaal tot 1 januari 2007 ruimte voor 0,86 fte in de functiegroep Informatiespecialist.

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING

SOCIAAL PLAN HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

CONCEPT SOCIAAL PLAN - Stichting Boog

Sociaal plan HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

SOCIAAL PLAN (concept) 1 november 2009 tot en met 31 december 2012

SOCIAAL PLAN. Ten behoeve van de fusie van. - Stichting Cardia. - Stichting Duinrust. en de daaruit volgende reorganisaties.

CONCEPT SOCIAAL PLAN SMO HELMOND

Doorlopend sociaal plan

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaarakkoord)

SOCIAAL PLAN DE WEVER OKTOBER OKTOBER 2020

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

22 REGELS BIJ REORGANISATIE

Sociaal Plan. In het kader van het. Herontwerp Zorgpalet

SOCIAAL PLAN STICHTING MEE ZHN

SOCIAAL PLAN overname Tinkelbel door SKON 10 december De ondergetekenden,

Sociale regeling in het kader van de Reorganisatie van Schouwburg Almere. December Sociale regeling. Versie 3 d.d. december 2011 Pagina 1 van 8

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer. CNV Publieke Zaak gevestigd te Den Haag. anderzijds,

S o c i a a l P l a n. O r g a n i s a t i e - O n t w i k k e l i n g. G G Z D e l f l a n d Definitieve versie april 2015

Sociaal Plan. De Riethorst Stromenland Postbus AA Geertruidenberg. Bestemd voor alle medewerkers van De Riethorst Stromenland

FNV Bouw, gevestigd te Woerden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. van der Veer;

Sociaal Convenant 1. Werkingssfeer 2. Begripsbepalingen Werkgever: Werknemer: Standplaats: Ondernemingsraad CAO:

SOCIAAL PLAN. Stichting Verpleeghuis Het Parkhuis. Ten behoeve van Integraal Management

4. Fusie De bepalingen van dit sociaal plan laten onverlet de verplichtingen ex artikel 15 lid 1 van de CAO.

Doorlopend Sociaal Plan

Concept Sociaal Plan

SOCIAAL PLAN 1 juli januari De ondergetekenden, Versa Welzijn, gevestigd te Hilversum enerzijds en

DOORLOPEND SOCIAAL PLAN. ten behoeve van reorganisaties binnen Accolade Zorggroep

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord)

Definitief akkoord. Addendum bij het Doorlopend Sociaal Plan Zuyderland (voorheen Atrium-Orbis) Bereikt tussen partijen op 17 juli 2017

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014

tot en met

SOCIAAL PLAN HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

SOCIAAL PLAN ONDERHANDELAKKOORD

Sociaal Plan

SOCIAAL PLAN. De ondergetekenden, 1. Stichting De Zuidwester, gevestigd te Etten-Leur. enerzijds en

Sociaal Plan Organisatie Ontwikkeling GGZ Delfland

Sociaal Plan BEZT. Sociaal Plan BEZT. Bartholomeus Gasthuis. Vecht en IJssel (Ewoud, Zuylenstede, Transwijk) Versie: 2.0. Versie 2.

Sociaal Plan medewerkers vallend onder de CAO W&MD 1 juni januari 2015

Werkgever: Stichting DSV Wonen Welzijn & Zorg, gevestigd te Katwijk

CONCEPT ONDERHANDELAARSRESULTAAT. SOCIAAL PLAN WEENER GROEP S-HERTOGENBOSCH, behorend bij het Ondernemingsplan

Sociaal Plan Stichting Kunstencentrum Jerusalem

Ten behoeve van: REORGANISATIE. Bij Attent, wonen welzijn zorg

CONCEPT SOCIAAL PLAN ASZ 2009

Werkgever; de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke organisatie als bedoeld in artikel 1.3 van de CAO WMD

Doorlopend Sociaal Plan Pieter van Foreest

Sociaal Plan Stichting Amerpoort

CONCEPT SOCIAAL PLAN Stichting De Speelhoek-SKON (vertrouwelijk) De ondergetekenden, Inhoudsopgave:

Principe-akkoord. Sociaal Plan

SOCIALE PARAGRAAF (JURIDISCHE) FUSIE. Stichting De Bilthuysen en De Biltse Hof / Stichting De Opbouw

Sociaal Plan. Principeakkoord

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos

CONCEPT SOCIAAL PLAN. De ondergetekenden,

CVDR. Nr. CVDR98200_2

Doorlopend Sociaal Plan

Concept Sociaal Plan Reorganisatie Welzijnswerk Culemborg

Cao Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen per 1 januari 2017

Transcriptie:

Sociaal Plan reorganisaties Stichting Marente Onderhandelingsresultaat 24 januari 2014

Inhoudsopgave De ondergetekenden 3 Voorwoord 4 Doel 5 Artikel 1 Begripsbepalingen 6 Artikel 2 Werkingssfeer 7 Artikel 3 Adviescommissie sociale begeleiding 7 Artikel 4 Wijzigingen in formatie en functie 8 Artikel 5 Uitgangspunten plaatsingsbeleid bij vermindering formatie 8 Artikel 6 Uitgangspunten plaatsingsbeleid bij wijziging functie 9 Artikel 7 Belangstellingsregistratie 9 Artikel 8 De plaatsingsprocedure 10 Artikel 9 Herplaatsingsprocedure 10 Artikel 10 Functie aanbod herplaatsingskandidaat 11 Artikel 11 Andere werkzaamheden 12 Artikel 12 Vertrek op eigen verzoek 12 Artikel 13 Faciliteiten ten behoeve van nieuwe werkkring 13 Artikel 14 Salarisgarantieregeling 13 Artikel 15 Toeslagen 13 Artikel 16 Looptijd sociaal plan 14 Artikel 17 Slotbepalingen 14 Bijlage 1 Adviescommissie Sociale Begeleiding 15 Bijlage 2 Stroomschema 17 Bijlage 3 Proces indiening bezwaar 18 Bijlage 4 Proces bezwaar functie-aanbod 19 2 van 21

Voorwoord De vele ontwikkelingen in de ouderenzorg zoals het scheiden van wonen en zorg, de extramuralisering en de verlaging van tarieven, hebben onvermijdelijk gevolgen voor Marente. De vele ontwikkelingen in de ouderenzorg dwingen ons om kritisch te kijken naar het verlagen van onze kosten. Dit levert onvermijdelijk bezuinigingsplannen op met personele gevolgen. Marente zal bezuinigingsplannen ontwikkelen per locatie en separate plannen voor behandeling, facilitair, ondersteuning en thuiszorg. Naast bezuinigingen wordt er ook gestuurd op een effectieve bedrijfsvoering. De leegstand als gevolg van de extramuralisering wordt deels opgevangen door het concentreren van de leegstand. Tevens wordt een kwaliteitsimpuls gegeven door zo veel mogelijk over te gaan naar twee- en eenpersoonskamers. Voor ondersteunende functies geldt dat de veranderingen een meer lean organisatie verlangen. Om bovenstaande ontwikkelingen het hoofd te bieden zijn reeds maatregelen getroffen zoals een (tijdelijke) vacaturestop, het niet verlengen van tijdelijke contracten en een verbod op inzet van interimmedewerkers en uitzendmedewerkers. Deze maatregelen zijn echter niet voldoende en zullen ondersteund moeten worden door een Sociaal Plan om de gevolgen van de komende reorganisaties ondervangen. Dit Sociaal Plan tracht de gevolgen van komende reorganisaties te verzachten, waarbij begeleiding van werk naar werk en duidelijke en transparante procedures leidend zijn. 3 van 21

De ondergetekenden Stichting Marente te Voorhout, en Abvakabo FNV, gevestigd te Zoetermeer, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw W. Vissers. CNV Publieke Zaak, gevestigd te Den Haag, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Veldt,. FBZ, Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg, gevestigd te Utrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw L. de Groot. NU'91, beroepsorganisatie van de verpleging, gevestigd te Utrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer M. Froklage. Overwegende dat de Stichting Marente, deelnemende instellingen of onderdelen daarvan, betrokken kunnen raken bij reorganisaties; Komen overeen dat in geval van reorganisaties als omschreven onder de doelomschrijving het hierna volgende Sociaal Plan van toepassing is om tegemoet te komen aan eventuele nadelige gevolgen die uit de reorganisatie voor de betrokken individuele werknemers of groepen werknemers kunnen voortvloeien. Getekend te Voorhout d.d. 14 februari 2014 Werknemersorganisaties Namens Abvakabo FNV Werkgever Namens Stichting Marente (hierna te noemen Marente) Namens CNV Publieke Zaak Namens FBZ Namens NU 91 4 van 21

Doel Het doel van dit sociaal plan is om te bepalen hoe in de eventuele nadelige sociale en rechtspositionele gevolgen voor de werknemer als gevolg van reorganisaties tegemoet kan worden gekomen. Het sociaal plan beoogt de nadelige gevolgen voor werknemers te ondervangen, in het bijzonder met betrekking tot het behoud van werk, functie, inkomen en verworven rechten. Algemene bepalingen 1. Het Sociaal Plan is van toepassing op werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en op medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De artikelen van dit sociaal plan zijn bij medewerkers met een contract voor bepaalde tijd, van toepassing voor de resterende duur van het dienstverband. 2. De werkgever zal binnen de kaders van dit sociaal plan een uiterste inspanning leveren om een passende oplossing te vinden voor hen die boventallig worden of wier functie ingrijpend verandert ten gevolge van een reorganisatie. 3. Vacatures worden pas open gesteld voor anderen (intern dan wel extern) nadat is vastgesteld dat er geen boventallige kandidaten beschikbaar zijn. 4. De betrokken werknemer zal binnen de kaders van dit sociaal plan eveneens een uiterste inspanning leveren om mee te werken aan het zoeken en vinden van een passende oplossing. 5. Iedere werknemer heeft recht om te weten welke rechten en plichten van toepassing zijn en op welke voorzieningen een beroep kan worden gedaan. 6. Extra zorgvuldig zal worden omgegaan met werknemers in kwetsbare situaties. De werkgever zal specifiek aandacht besteden aan werknemers die door persoonsgebonden aspecten moeilijker plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt en zich daarbij richten op het optimaal aanpassen van functies en werkplek 7. Uitgaande van de continuïteit van zorg en dienstverlening zal er een voortdurende afweging plaatsvinden van sociale, economische en organisatorische factoren. 8. De werkgever zal werknemers, die onder dit sociaal plan vallen, informeren over de bestaande mogelijkheden van het raadplegen van deskundigen. Artikel 1 Begripsbepalingen In dit sociaal plan wordt verstaan onder: Werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke instellingen, waarop de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg van toepassing is, zijnde Stichting Marente. Werknemer: de persoon die in de zin van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever voor onbepaalde tijd vallend over de CAO VVT. Adviescommissie sociale begeleiding: de commissie die de werkgever en werknemer adviseert over de toepassing van de in dit sociaal plan neergelegde bepalingen. Anciënniteitsbeginsel: het principe waarbij op grond van het aantal dienstjaren een onderscheid gemaakt wordt tussen werknemers die een gelijke aanspraak hebben. Boventallig: de benaming voor de situatie van de werknemer wiens functie is komen te vervallen en die conform artikel 7.2 niet geplaatst kan worden volgens de plaatsingsprocedure. Boventalligheid kan ook worden veroorzaakt doordat de benodigde formatie van een bepaalde functie afneemt. 5 van 21

Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO): de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg. Diensttijd: de tijd doorgebracht in dienst bij de werkgever en haar eventuele rechtsvoorgangers. Het gaat om de tijd die op grond van een arbeidsovereenkomst aaneengesloten is doorgebracht. Een onderbreking in het dienstverband van 3 maanden of korter, wordt verwaarloosd. Bij de vaststelling van de diensttijd worden de hierop van toepassing zijnde arbeidsrechtelijk bepalingen meegenomen. Detachering: de omstandigheid dat een werknemer, met het oog op kennismaking met de nieuwe werksituatie of ter vervulling van een tijdelijke vacature, bij een andere werkgever werkzaamheden verricht. Formatieplaatsenplan: een overzicht van functies met een omschrijving van de inhoud, functie-eisen en het niveau van de functie op grond van het vigerende functiewaarderingssysteem. Hierin worden die functies en/of afdelingen en/of diensten vermeld, voor welke ten gevolge van de reorganisatie veranderingen optreden. Functie: een afgerond geheel van taken en verantwoordelijkheden van de werknemer binnen het tussen de werkgever en werknemer bij arbeidsovereenkomst overeengekomen dienstverband. Gelijkwaardige functie: functie die naar aard, inhoud, functieniveau, beloning en omstandigheden vergelijkbaar en gelijkwaardig is. Geschikte functie: een functie die buiten het domein van de passende functie valt en qua inhoud en verantwoordelijkheden naar de mening van de werkgever en de werknemer kan worden uitgeoefend en die werknemer bereid is te accepteren. Gewijzigde functie: een functie die in het oude formatieplaatsenplan voorkwam en waarvan het takenpakket zodanig gewijzigd is, dat de functie overwegend een andere inhoud krijgt en/of in een andere functieschaal wordt ingedeeld. Mobiliteitsbevorderende maatregelen: maatregelen die erop gericht zijn drempels voor vertrek of overplaatsing van werknemers te verlagen. Nieuwe functie: is een functie die in het oude formatieplaatsenplan niet voorkwam. Oorspronkelijke functie: de functie conform de functiebeschrijving FWG 3.0 of het totaal van aan de werknemer opgedragen werkzaamheden die in de organisatie voorkomt en direct voorafgaande aan de datum waarop een reorganisatie formeel gestalte krijgt. Outplacement: externe en/of interne begeleiding van een of meer werknemers bij het zoeken naar een functie buiten de organisatie, in opdracht en op kosten van de werkgever en met instemming van de werknemer. Passende functie: een functie, die gelet op het niveau van de oorspronkelijke functie, de genoten en/of binnen 6 maanden af te ronden opleiding, opgedane werkervaring, persoonlijke capaciteiten en percentage dienstverband, alsmede persoonlijke omstandigheden, redelijkerwijs aan de werknemer kan worden opgedragen. Deze functie kan een gelijk, een hoger alsook een lager salarisniveau hebben, mits deze afwijking niet groter is dan één salarisschaal. Reorganisatie: een wijziging in de organisatie met rechtspositionele gevolgen voor één of meer medewerkers. Op reorganisaties die op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) niet adviesplichtig zijn (kleine reorganisaties), zijn artikel 4 lid 1, artikel 5 lid 1 t/m 4, artikel 6 lid 1 t/m 3, artikel 7 en artikel 8 niet van toepassing. Op medewerkers zijn wel de individueel gebonden rechten en plichten van toepassing. Salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maand- of uurloon, exclusief de in CAO genoemde vergoedingen en/of toelagen. Vacature: een openstaande of openvallende arbeidsplaats, waarbij voor de vervulling daarvan intern in de organisatie, dan wel extern zal moeten worden geworven. 6 van 21

Artikel 2 Werkingssfeer 1. Het voorliggende sociaal plan is overeengekomen ten behoeve van de opvang van de gevolgen van reorganisaties voor alle werknemers van de Stichting Marente met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en op werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De artikel 4 lid 1, artikel 5 lid 1 t/m 4, artikel 6 lid 1 t/m 3, artikel 7 en artikel 8 zijn niet van toepassing bij kleine reorganisaties zoals bedoeld in artikel 1 van dit sociaal plan. Op deze werknemers zijn wel de individueel gebonden rechten en plichten van toepassing. 2. Indien een werknemer een aanspraak heeft uit hoofde van een sociaal plan dat voor de ingangsdatum van dit sociaal plan is afgesloten, prevaleert die aanspraak voor zover de rechten daarvan uitstijgen boven de aanspraken als gevolg van deze regeling. 3. In gevallen waarin het sociaal plan leidt tot een individueel evident onbillijke situatie, zal de werkgever van deze regeling afwijken in een voor de werknemer gunstige zin. Artikel 3 Adviescommissie Sociaal Plan 1. De werkgever stelt de adviescommissie sociaal plan in, welke na de inwerkingtreding van het sociaal plan wordt geïnstalleerd. 2. De taak van de adviescommissie is uitsluitend het op verzoek van de werkgever, dan wel van de individuele werknemer, adviseren over de toepassing van de in dit sociaal plan neergelegde bepalingen. Van het zwaarwegend advies van de adviescommissie kan slechts schriftelijk en op gemotiveerde gronden worden afgeweken. 3. De commissie bestaat uit drie leden en twee plaatsvervangende leden. Naar evenredige afvaardiging worden leden benoemd door de werkgever en vindt er door de werknemersorganisaties/ondernemingsraad een bindende voordracht plaats. Deze leden benoemen gezamenlijk een onafhankelijk voorzitter. 4. Werkgever en werknemer zijn bevoegd vraagstukken en bezwaren schriftelijk aan de adviescommissie voor te leggen. 5. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze van de adviescommissie zijn vastgelegd in bijlage 1 van dit sociaal plan. Artikel 4 Wijzigingen in formatie en functie 1. Wijzigingen in functie als gevolg van een reorganisatie zijn slechts mogelijk als deze voortvloeien uit een na schriftelijk advies van de ondernemingsraad vastgesteld reorganisatie- en formatieplaatsenplan. De personele invulling zal plaatsvinden met inachtneming van de gemaakte afspraken in dit sociaal plan. 7 van 21

2. In geval van reorganisatie kunnen de volgende wijzigingen in formatie danwel in functie plaatsvinden: a. het vervallen ervan; b. het wijzigen ervan. 3. De werkgever overlegt in een zo vroeg mogelijk stadium met de werknemer die geconfronteerd wordt met een wijziging in zijn functie, met het doel consequenties van deze wijziging voor de werknemer te bespreken en tot een zo groot mogelijke overeenstemming te komen over de oplossingsrichting, met inachtneming van de bepalingen in dit sociaal plan. De werkgever wijst de werknemer eveneens op de mogelijkheid om gebruik te maken van de mobiliteitsbevorderende maatregelen aanwezig binnen de organisatie. Artikel 5 Uitgangspunten plaatsingsbeleid bij vermindering formatie 1. Het formatieplaatsenplan is bepalend om te beoordelen of er sprake is van boventalligheid. Het boventallig verklaren gebeurt op basis van het anciënniteitsbeginsel. 2. Plaatsing geschiedt op basis van het formatieplaatsenplan, met in achtneming van het principe mens volgt werk en het anciënniteitsbeginsel, waarbij werknemers met een contract voor onbepaalde tijd worden geplaatst, met voorrang boven werknemers met een contract voor bepaalde tijd. 3. Indien als gevolg van de toepassing van het anciënniteitsbeginsel een onevenwichtige samenstelling qua leeftijdsopbouw ontstaat kan de werkgever in overleg met de ondernemingsraad gemotiveerd gebruik maken van het afspiegelingsbeginsel. De keuze voor het afspiegelingsprincipe zal opgenomen worden in het voorgenomen besluit behorende bij de betreffende reorganisatie. De werknemersorganisaties worden hierover tijdig geïnformeerd. 4. Functies met een hoog gekwalificeerd en/of specialistisch karakter vanaf FWG 50 die essentieel zijn voor de output van een bedrijfsonderdeel worden door de Raad van Bestuur benoemd op basis van geschiktheid. Werkgever stelt in overleg met de ondernemingsraad vast welke functies dit betreffen en legt dit vast. 5. De werknemer is verplicht om in alle redelijkheid mee te werken aan de uitvoering van dit sociaal plan en/of een voorgestelde (her)plaatsing. Dit geldt ook voor de, naar het oordeel van de werkgever, noodzakelijke om-, her- en bijscholing. De studiekosten zijn voor rekening van de werkgever. Indien de benodigde studietijd de reguliere werktijd van de werknemer overschrijdt worden er maatwerkafspraken gemaakt. Artikel 6 Uitgangspunten plaatsingsbeleid bij wijziging functie 1. Het formatieplaatsenplan is bepalend om te beoordelen of er sprake is van boventalligheid. 2. Plaatsing geschiedt op basis van het formatieplaatsenplan, met in achtneming van het principe mens volgt werk en plaatsing op basis van geschiktheid, waarbij 8 van 21

medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd worden geplaatst, met voorrang boven medewerkers met een contract voor bepaalde tijd. 3. De mate van geschiktheid wordt bepaald aan de hand van objectieve en controleerbare criteria. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van instrumenten als assessments. 4. De werknemer is verplicht om in alle redelijkheid mee te werken aan de uitvoering van dit sociaal plan en/of een voorgestelde (her)plaatsing. Dit geldt ook voor de, naar het oordeel van de werkgever, noodzakelijke om-, her- en bijscholing. De studiekosten zijn voor rekening van de werkgever. Indien de benodigde studietijd de reguliere werktijd van de werknemer overschrijdt worden er maatwerkafspraken gemaakt. Artikel 7 Belangstellingsregistratie 1. De werkgever overlegt in een zo vroeg mogelijk stadium met de werknemer die geconfronteerd wordt met een wijziging in zijn functie. Dit heeft mede als doel premobiliteit te bevorderen. Het gesprek heeft de vorm van een belangstellingsregistratiegesprek. Het belangstellingsregistratiegesprek wordt gevoerd door een medewerker van het mobiliteitsbureau. De uitkomst van het belangstellingsgesprek wordt schriftelijk vastgelegd. 2. Premobiliteit die geformaliseerd wordt in een belangstellingsregistratiegesprek kent 2 verschillende stadia: a. Er is een voorgenomen besluit tot reorganisatie (nog geen definitief besluit). Medewerkers waarvan vaststaat dat bij omzetting in een definitief besluit, de functie komt te vervallen of wijzigt, kunnen rechten ontlenen aan het sociaal plan, zonder dat ze gehouden worden aan de plichten conform sociaal plan. Het initiatief hiertoe ligt bij werkgever. Dit artikel treedt pas in werking als de individuele medeweker die het betreft, is geïnformeerd. Bij vacaturestelling hebben betreffende medewerkers (na medewerkers die formeel boventallig zijn) voorrang op reguliere interne kandidaten en kandidaten die vallen onder artikel 7, lid 2b. b. Er is nog geen voorgenomen besluit, maar wel planvorming over de aanstaande reorganisatie. Op initiatief van werknemer kan een belangstellingsregistratiegesprek worden gevoerd en hij/zij kan gebruik maken van de faciliteiten van het mobiliteitsbureau. Rechten en plichten uit het sociaal plan zijn niet van toepassing. Bij vacaturestelling hebben zij voorrang op reguliere interne kandidaten. 3. In de belangstellingsregistratie komt in ieder geval aan de orde: a. welke functie(s) op grond van kennis en ervaring passend is voor de werknemer; b. welke functie(s) binnen de nieuwe formatie de voorkeur van de werknemer geniet; 9 van 21

c. welke functie(s) binnen de nieuwe formatie de werknemer zeker niet ambieert; d. welke functie(s) een tweede of derde voorkeur heeft, dit kan ook een functie op een geheel andere afdeling of locatie zijn; e. welk ander werk de werknemer tijdelijk zou kunnen verrichten indien hij vooralsnog niet geplaatst kan worden binnen de opgegeven voorkeuren; f. welke toezeggingen er liggen met betrekking tot promotie of salariswijzigingen. Tevens worden de gegevens ten aanzien van gevolgde opleidingen, werkervaringen en bijzondere omstandigheden geïnventariseerd en zo nodig geactualiseerd. 4. Aan de registratie en aan het gesprek kunnen geen rechten worden ontleend. De registratie wordt verricht ten behoeve van een goede (her)plaatsing van werknemers. De werkgever is in dit gesprek leidend. 5. Na vaststelling van het formatieplaatsenplan middels het definitieve reorganisatiebesluit, als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 1, wordt hetgeen besproken is in het belangstellingsregistratiegesprek tot uitvoering gebracht met de daarbij behorende consequenties. Artikel 8 De plaatsingsprocedure 1. Indien in de plaatsingsprocedure aan de werknemer een functie wordt aangeboden op grond van het formatieplaatsenplan wordt de volgende volgorde in acht genomen: a. de oorspronkelijke functie; b. een gelijkwaardige functie; c. een passende functie op hoger niveau; d. een passende functie op lager niveau. Wanneer geen oorspronkelijke, gelijkwaardige of passende functie voor handen is, kan de werknemer instemmen met plaatsing op een geschikt functie. 2. Indien meerdere kandidaten door werkgever geschikt worden geacht voor dezelfde functie, zal werkgever een selectie maken op basis van de volgende criteria: voldoen aan functie-eisen; binnen zes maanden door middel van scholing aan de functie-eisen kunnen voldoen. Voor beide criteria geldt dat wanneer meerdere kandidaten in aanmerking komen voor een functie er geplaatst wordt op grond van het anciënniteitsprincipe, waarbij werknemers met een contract voor onbepaalde tijd worden geplaatst, met voorrang boven werknemers met een contract voor bepaalde tijd. 3. Indien aan de werknemer op grond van het formatieplaatsenplan de oorspronkelijke, een gelijkwaardige of passende functie wordt aangeboden wordt de werknemer per definitie geschikt geacht voor de functie. Een aanbod van een dergelijke functie kan niet worden geweigerd. Mocht de werknemer van mening zijn dat de aangeboden functie niet oorspronkelijk, gelijkwaardig of passend is, dan kan de werknemer bezwaar maken bij de adviescommissie sociaal plan conform het hiervoor geldende reglement (zie bijlage 1). 4. Werknemers die niet geplaatst kunnen worden in een bij artikel 8.1 genoemde functie worden boventallig, hetgeen schriftelijk wordt bevestigd. Vanaf de dagtekening 10 van 21

van deze schriftelijke bevestiging gaat de mobiliteitsperiode in. Ook als de feitelijke boventalligheid op een later moment is gelegen. Artikel 9 Herplaatsingsprocedure 1. Dit artikel is van toepassing op de werknemer die op grond van boventalligheid herplaatst dient te worden, verder te noemen herplaatsingskandidaat. 2. Bij aanvang van de herplaatsingsprocedure wordt met elke herplaatsingskandidaat een persoonlijk mobiliteitsplan opgesteld. Het doel van het plan is de herplaatsingskandidaat te begeleiden naar een gelijkwaardige of passende functie binnen of buiten de organisatie. In het persoonlijke mobiliteitsplan wordt in ieder geval vastgelegd: a. welke activiteiten, niet op her- of omscholing gericht, door werknemer en werkgever worden ontplooid om de werknemer geplaatst te krijgen in een voor hem passende functie binnen of buiten de organisatie; b. welke activiteiten door werknemer en werkgever te zijner tijd gestart kunnen worden om de werknemer te her- of omscholen in een functie waarvoor binnen of buiten de organisatie een redelijke kans aanwezig is een passende functie te verkrijgen; c. de termijn waarbinnen het mobiliteitsplan zal worden uitgevoerd met een maximum van 6 maanden na schriftelijke bevestiging van boventalligheid. Deze termijn wordt eenmalig met 4 maanden verlengd tenzij tijdens één van de periodieke evaluaties, naar het oordeel van de werkgever blijkt, dat er geen reëel uitzicht is op een interne dan wel externe plaatsing. Werknemer staat de weg vrij om hierop bezwaar te maken conform Bijlage 1 Adviescommissie Sociaal Plan, artikel 1 lid 2c; d. periodieke evaluatiegesprekken om de voortgang in de uitvoering van het mobiliteitsplan te bewaken en het plan in onderling overleg zo nodig bij te stellen. 3. Mocht het mobiliteitsplan niet leiden tot een beoogde uitkomst, dan is er de intentie om het dienstverband te beëindigen met wederzijds goedvinden middels een ontbindingsovereenkomst. 4. Indien naar het oordeel van de werkgever de werknemer de afspraken in het mobiliteitsplan verwijtbaar niet nakomt, zal de werkgever met de werknemer in gesprek gaan over de mogelijke gevolgen van het gedrag. De werknemer wordt nog één maand in de gelegenheid gesteld om de afspraken van het mobiliteitsplan na te komen. Indien de verwijtbaarheid aan de kant van de werknemer blijft bestaan, dan zal de werkgever ontslag aanvragen. 5. Indien naar oordeel van de werknemer, de werkgever zich onvoldoende inspant om de afspraken in het mobiliteitsplan na te komen, kan de werknemer gedurende het herplaatsingstraject bezwaar aantekenen bij de adviescommissie sociale begeleiding. Artikel 10 Functie aanbod herplaatsingskandidaat 11 van 21

1. Indien in de herplaatsingsprocedure aan de werknemer een functie wordt aangeboden wordt de volgende volgorde in achtgenomen: a. een gelijkwaardige functie; b. een passende functie op hoger niveau; c. een passende functie op lager niveau. Wanneer geen gelijkwaardige of passende functie voor handen is, kan de werknemer instemmen met plaatsing op een geschikte functie. 2. Bij het aanbieden van een functie is eveneens uitgangspunt dat een functie passend is als de werknemer binnen 6 maanden middels scholing geschikt te maken is, zulks ter beoordeling van werkgever. Bij wijze van uitzondering kan deze termijn met maximaal 6 maanden verlengd worden indien redelijkerwijs noodzakelijk, zulks ter beoordeling van werkgever. 3. In het geval van vacatures zal de werkgever deze eerst aanbieden aan de herplaatsingskandidaten alvorens in- en extern te gaan werven. Wanneer er meer herplaatsingskandidaten zijn die in aanmerking komen voor de functie zal er op grond van de volgende criteria worden geplaatst: a. voldoen aan functie-eisen; b. binnen zes maanden door middel van scholing aan de functie-eisen kunnen voldoen; Voor beide criteria geldt dat wanneer meerdere kandidaten in aanmerking komen voor een functie er geplaatst wordt op grond van het anciënniteitsprincipe. 4. Mocht de herplaatsingskandidaat van mening zijn dat de aangeboden functie niet gelijkwaardig of passend is, dan kan deze bezwaar maken bij de adviescommissie sociaal plan conform het hiervoor geldende reglement (zie bijlage 1). Artikel 11 Andere werkzaamheden Gedurende de boventalligheid blijft de herplaatsingskandidaat in redelijkheid beschikbaar voor tijdelijke werkzaamheden bij de werkgever dan wel een andere werkgever. Dit laatste zal geschieden op basis van detachering, waar bij de arbeidsovereenkomst met de werkgever onverminderd van kracht blijft. De werknemer behoudt de status van herplaatsingskandidaat. De werkelijke reiskosten die hiervoor gemaakt moeten worden, zullen door werkgever worden vergoed. Artikel 12 Vertrek op eigen verzoek 1. Een herplaatsingskandidaat die aangeeft bij de werkgever te willen vertrekken en die geen concreet uitzicht heeft om op korte termijn in aanmerking te komen voor een passende functie volgens dit Sociaal Plan kan in aanmerking komen voor een vertrekregeling vanwege ontslag op eigen verzoek. 2. De vertrekregeling is gebaseerd op het salaris behorende bij 2/3 e van de resterende mobiliteitsperiode. 3. Als een boventallige werknemer binnen 1 maand na vaststelling boventalligheid, gebruik wil maken van deze regeling, wordt het bedrag in lid 2 verhoogd met 1 maandsalaris. 12 van 21

4. Deze regeling is niet van toepassing op werknemers met een contract voor bepaalde tijd. 5. Bij gebruikmaking van de vertrekregeling wordt het wachtgeld beschouwd als afgekocht conform artikel 9.8.1 lid 6 CAO VVT. 6. Werknemers die een functie vervullen waarin boventalligheid ontstaat, maar zelf niet boventallig zijn (plaatsmaker), kunnen binnen 1 maand na vaststelling van de boventalligheid een verzoek indienen voor een vertrekregeling. Voor toekenning moet ten minste aan de volgende voorwaarden worden voldaan: a. De werknemer maakt door het vertrek ruimte voor plaatsing van een boventallige werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. b. De werknemer voor wie plaatst wordt gemaakt heeft geen vooruitzicht op plaatsing c. De werkgever is met het verzoek akkoord. d. De werknemer is geïnformeerd over rechten en plichten o.h.g.v. sociale verzekering en pensioen. 7. Niet in aanmerking komen werknemers van 65 jaar en ouder en werknemers die gebruik kunnen maken van de FLEX-regeling. Voor deze werknemers zullen bij een vrijwillig vertrek vallend onder de voorwaarden genoemd in dit lid 2 individuele maatwerk afspraken worden gemaakt. 8. De vertrekregeling voor de plaatsmaker is gelijk ware het een boventallige. Artikel 13 Faciliteiten ten behoeve van een nieuwe werkkring 1. De hierna volgende afspraken zijn in elk geval gemaakt voor werknemers die als gevolg van het nieuwe formatieplaatsenplan boventallig zijn geworden, c.q. voor werknemers die plaats maken voor een boventallige werknemer. 2. De werknemer wordt desgevraagd naar redelijkheid en in overleg met de werkgever betaald verlof verleend ten behoeve van sollicitatie. 3. De werknemer kan desgevraagd gebruik maken van outplacementfaciliteiten uit te voeren door het interne mobiliteitsbureau. Middels het mobiliteitsplan kunnen indien relevant, afspraken worden gemaakt over de begeleiding door een extern mobiliteitsbureau. 4. De werkgever zal de werknemer, indien deze daarom verzoekt, niet binden aan de opzegtermijn. 5. Indien de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever heeft afgesloten zal de werknemer, op zijn verzoek, voor de duur van de proeftijd worden gedetacheerd. 6. Voor scholingsfaciliteiten wordt verwezen naar artikel 9 lid 2b. 7. Indien de boventallige werknemer ontslag neemt of krijgt als gevolg van het nieuwe formatieplaatsenplan, wordt een eventuele terugbetalingsverplichting overgezet 13 van 21

naar de nieuwe werkgever die een soortgelijke regeling kent en/of bereid is de kosten over te nemen. 8. Indien de nieuwe werkgever in redelijkheid de in lid 6 genoemde kosten niet overneemt is de werkgever bereid de terugbetalingsverplichting kwijt te schelden. 14 van 21

9. Indien de boventallige werknemer, binnen de mobiliteitsperiode, extern een functie aanvaardt met een lager salaris, ontvangt hij een aanvulling op het loon volgens onderstaande afbouwregeling: de eerste 3 maanden 100% van het verschil de daaropvolgende 3 maanden 75% van het verschil de daaropvolgende 3 maanden 50% van het verschil Deze vergoeding kan niet gecombineerd worden met de vergoeding conform artikel 12. Artikel 14 Salarisgarantieregeling 1. De werknemer die als gevolg van reorganisaties een passende functie aanvaardt waaraan een lager salarisniveau is verbonden dan aan de oorspronkelijke functie, wordt ingeschaald in de bij deze functie behorende lagere salarisschaal. 2. Voor functionarissen die geplaatst worden in een passende functie die ingeschaald is in functiegroep 40 of lager geldt een volledige salarisgarantie. a. De werknemer ontvangt een toeslag ten omvang van het verschil tussen het salaris wat verdiend werd op het moment van boventalligverklaring en het salaris op grond van de lagere salarisschaal. b. Daarnaast is de uitloop van de oude schaal, gegarandeerd. 3. Voor functionarissen die geplaatst worden in een passende functie die ingeschaald is in functiegroep 45 of hoger geldt a. bevriezing van het huidige salaris indien het huidig salaris hoger is dan het einde van de nieuwe schaal. b. Indien het huidig salaris lager is dan het maximum behorende bij de nieuwe salarisschaal, wordt een uitloop geboden in de nieuwe schaal van 2 volgnummers boven het maximum van de nieuwe schaal. 4. Voor zowel de werkgever als de werknemer blijft de inspanningsverplichting bestaan om gedurende een periode van twee jaar na herplaatsing in een lager ingeschaalde functie de werknemer te plaatsen in een functie in de oorspronkelijke salarisschaal. Weigert de werknemer een passende functie in de oorspronkelijke salarisschaal dan vervalt daarmee de salarisgarantie. Artikel 15 Toeslagen 1. Voor de werknemer die ten gevolge van de reorganisatie niet meer in aanmerking komt voor onregelmatigheidstoeslag of wordt geconfronteerd met een vermindering van genoemde toeslag, is de CAO VVT artikel 5.7.4 Afbouwregeling van toepassing. 2. Voor de werknemer voor wie ten gevolge van reorganisatie de bereikbaarheidsdienst of de beschikbaarheidsdienst wordt beëindigd of verminderd, is dezelfde afbouwregeling van toepassing als opgenomen in lid 1. 15 van 21

3. De duur van de afbouw kan niet langer zijn dan de periode waarin de werknemer bereikbaarheids- of beschikbaarheidsdiensten heeft gedraaid. Artikel 16 Looptijd sociaal plan Dit sociaal plan treedt in werking per 1-1-2014 en loopt tot 1-1-2016. Artikel 17 Slotbepalingen 1. Partijen voeren in geval van reorganisaties regelmatig overleg over de voortschrijding van het reorganisatieproces en de daarmee samenhangende personele gevolgen inclusief de voortgang van het herplaatsingsproces van boventalligen. Drie maanden voor het einde van de looptijd van dit sociaal plan vindt overleg plaats over beëindiging, wijziging, respectievelijk verlenging van het sociaal plan. 2. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die invloed hebben op de (consequenties van) uitvoering van dit sociaal plan, zullen partijen, op initiatief van één der partijen, in overleg treden om te bezien of deze omstandigheden wijzigingen in het Sociaal Plan noodzakelijk maken en zo nodig aanvullende maatregelen overeenkomen. Met dien verstande dat indien de Wet Werk en Zekerheid van kracht wordt, voor het einde van de looptijd van dit sociaal plan, partijen op voorhand in overleg treden over de gevolgen die dit heeft voor de uitvoering van dit sociaal plan. 3. Interpretatie van dit sociaal plan is voorbehouden aan partijen. Partijen treden in overleg indien onvoorziene omstandigheden de uitvoering van dit Sociaal Plan redelijkerwijs niet mogelijk maken. 4. De werkgever zal aan een werknemer die belangstelling daarvoor heeft een exemplaar van het sociaal plan beschikbaar stellen. *** 16 van 21

Bijlage 1 Adviescommissie Sociaal Plan Artikel 1 Indienen bezwaar door de werknemer 1. De werknemer kan bezwaar aantekenen indien hij van mening is dat de toepassing van de in dit Sociaal Plan neergelegde bepalingen en procedures niet correct heeft plaatsgevonden. 2. De werknemer wendt zich schriftelijk tot de adviescommissie met bezwaren inzake: a. de inhoud van een hem toebedeelde functie en de plaats van tewerkstelling; b. het niet nakomen van de inspanningsverplichting door de werkgever; c. de individuele toepassing van dit Sociaal Plan. Artikel 2 Adviesaanvraag werkgever 1. De werkgever is verplicht advies aan te vragen bij de adviescommissie bij een ingediend bezwaar door een werknemer tegen een functieaanbod. Ook de werkgever kan de commissie benaderen voor toepassing sociaal plan. 2. De adviescommissie geeft zwaarwegend advies. Slechts op gemotiveerde zwaarwegende gronden kan de werkgever van het advies afwijken. 3. Indien de werkgever dan wel de werknemer afwijkt van het advies doet hij/zij hiervan gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de adviescommissie en aan de werknemer dan wel de werkgever. Artikel 3 Werkwijze adviescommissie 1. De commissie doet een uitspraak over het al dan niet ontvankelijk zijn van het door de werknemer ingediende bezwaar. De uitspraak wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen één week, met redenen omkleed, schriftelijk aan de betrokken werknemer en werkgever meegedeeld. 2. De commissie bepaalt binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar of de behandeling mondeling of schriftelijk geschiedt en brengt de werknemer en de werkgever daarvan onmiddellijk op de hoogte. 3. Indien de commissie beslist het bezwaar schriftelijk af te handelen, stelt zij de werkgever in de gelegenheid binnen twee weken een reactie op het bezwaarschrift van de werknemer bij de commissie in te dienen. Op verzoek van de werkgever kan deze termijn met twee weken worden verlengd. 4. Bepaalt de commissie een mondelinge behandeling van het bezwaar dan vindt deze plaats binnen twee weken na deze beslissing. Op verzoek van de werkgever kan deze termijn met twee weken worden verlengd. De commissie roept partijen schriftelijk op. 5. De commissie komt met een advies, 1 week na de ontvangst van de schriftelijke reactie van werkgever (lid 3) dan wel 1 week na de mondelinge behandeling (lid 4). 6. De adviescommissie rapporteert haar werkzaamheden schriftelijk naar bestuur en ondernemingsraad. 7. Tijdens de behandeling kunnen de betrokken werknemer en de werkgever worden gehoord, waarbij zij zich door een raadsman of andere vertegenwoordiging kunnen doen bijstaan. De mondelinge behandeling geschiedt niet in het openbaar, tenzij de adviescommissie anders besluit, gehoord hebbende de betrokken werknemer en de werkgever. 8. De beraadslagingen van de adviescommissie geschieden in een voltallige vergadering, welke niet openbaar is. De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht. 17 van 21

9. Werkgever en de betrokken werknemer zijn verplicht alle gevraagde medewerking te verlenen aan de adviescommissie. 10. De commissie is bevoegd tot: het horen van de betrokken werknemer en de leidinggevende(n); het horen van interne of externe deskundigen. 11. De daaraan eventueel verbonden kosten worden vergoed door de werkgever indien deze daarmee van tevoren heeft ingestemd. 12. Indien werknemer zijn bezwaar reeds bij de burgerlijke rechter heeft aangemeld, heeft hij geen toegang tot de adviescommissie. Of indien tijdens de behandeling van het bezwaar door de werkgever en/of de werknemer het bezwaar aanhangig wordt gemaakt bij de rechter, staakt de adviescommissie de verdere behandeling. Artikel 4 Bezwaar maken tegen functieaanbod 1. De werkgever maakt het functieaanbod schriftelijk aan de werknemer bekend. De werknemer kan binnen 2 weken (tenzij door vakantie/ ziekte een opschortende werking optreed) schriftelijk bezwaar maken tegen het functieaanbod bij de werkgever. 2. De werkgever is verplicht om over het ingediende bezwaar advies in te winnen bij de adviescommissie sociale begeleiding. De werkgever draagt er zorg voor dat de adviesvraag en het ingediende bezwaar binnen 2 weken bij de adviescommissie is ingediend. 3. Indien de adviescommissie, binnen 2 weken, de bezwaren gegrond acht, kan de werkgever de werknemer een andere, passende functie aanbieden, met inachtneming van de uitspraak van de adviescommissie. 4. Indien de adviescommissie, binnen 2 weken, de bezwaren ongegrond acht en de aangeboden functie passend acht, ontstaat een ontslagdreiging voor de medewerker. Vanaf dat moment wordt de werknemer gedurende 2 weken in de gelegenheid gesteld het functieaanbod alsnog te aanvaarden. De werkgever brengt werknemer schriftelijk op de hoogte van de consequenties van het niet aanvaarden van de functie. 5. Weigering van een passend functieaanbod heeft consequenties voor de werknemer. De werknemer wordt door de werkgever schriftelijk geïnformeerd over het advies van de commissie en over de consequenties van weigering van een passend functieaanbod. De werknemer krijgt gedurende twee weken de gelegenheid om de functie alsnog te accepteren. De consequenties voor de werknemer van het weigeren van een functie zijn alleen van toepassing als het bezwaar van de werknemer in de ogen van de adviescommissie niet gegrond is. *** 18 van 21

Bijlage 2 Stroomschema 19 van 21

20 van 21

21 van 21