CONCEPT SOCIAAL PLAN. De ondergetekenden,

Transcriptie

1 CONCEPT SOCIAAL PLAN De ondergetekenden, 1 de Stichting Leo Stichting Groep, gevestigd te Apeldoorn, 2 de Stichting Leo Stichting Beheer, gevestigd te Apeldoorn, 3 de Stichting Bredervoort LSG, gevestigd te Barneveld, 4 de Stichting Commujon LSG, gevestigd te Borculo, 5 de Stichting Nieuw Veldzicht LSG, gevestigd te Almere, en 6 de Stichting Valkenheide, gevestigd te Maarsbergen, enerzijds en 7 de Vereniging AbvaKabo / FNV, gevestigd te Zoetermeer, en 8 de Vereniging CNV Publieke Zaak, gevestigd te Den Haag, anderzijds, komen het volgende sociaal plan overeen: HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN 1 werkingssfeer Dit sociaal plan is van toepassing op de werkgevers die worden genoemd in de aanhef en op de werknemers die daar werkzaam zijn. Het plan is van toepassing op de personele gevolgen van de door de gezamenlijke bestuurder van de zes hiervoor genoemde stichtingen voorgenomen fusie van deze stichtingen, naast de daaruit eventueel voortvloeiende reorganisatie(s). 2 begripsbepalingen In dit sociaal plan wordt verstaan onder: a. werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke organisatie, als bedoeld in artikel 2 van de CAO; oude werkgevers: de ondergetekenden onder 1 tot en met 6; nieuwe werkgever: de werkgever die uit de fusie ontstaat; werkgevers: de oude en de nieuwe werkgevers; b. werknemer: degene die als arbeider in de zin van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan; c. salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon, exclusief vergoedingen en/of toelagen en exclusief de vakantietoeslag; d. plaats van tewerkstelling: de plaats, waar de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht; e. detacheringsovereenkomst: een overeenkomst, waarbij twee werkgevers zich verbinden om een werknemer, in dienst van de één, na instemming van betrokken werknemer, op te nemen in het organisatorische geheel van de ander ten einde hem daar zijn functie te doen uitoefenen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 26 van de CAO; f. ondernemingsraad: een ondernemingsraad (OR) zoals deze is ingesteld op grond van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en de CAO;

2 2 g. fusie: juridische fusie en elke vorm van overdracht van zeggenschap over (een deel van) een instelling aan een andere rechtspersoon; h. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst Jeugdzorg. 3 Boek 7, titel 10, Burgerlijk Wetboek De bepalingen van dit sociaal plan laten onverlet de verplichtingen van de nieuwe werkgever ex titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. 4 fusie De bepalingen van dit sociaal plan laten onverlet de verplichtingen ex hoofdstuk C van de Uitvoeringsregeling R van de CAO. 5 plichten van werkgever en van werknemer De werkgevers en werknemers, op wie dit sociaal plan van toepassing is, zijn gehouden volledig medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit plan. 6 voorkoming onbillijkheid In gevallen, waarin deze overeenkomst leidt tot een kennelijk onbillijke situatie voor de werknemer, zullen partijen bij deze overeenkomst in een voor de werknemer gunstige zin van dit sociaal plan afwijken. Het ter beoordeling voorleggen van een zodanige situatie kan uitsluitend plaatsvinden door een der partijen bij deze overeenkomst. 7 bezwarencommissie Indien een werknemer van mening is dat hij wordt getroffen door een onjuiste uitvoering van dit sociaal plan, kan hij bezwaar aantekenen. Partijen bij deze overeenkomst stellen dan een bezwarencommissie in, waarbij zij alsdan haar benoeming, taken en bevoegdheden zullen regelen en vaststellen. 8 bekendmaking sociaal plan De oude werkgever zal er voor zorgdragen dat elke werknemer bekend wordt gemaakt met dit plan en dat het ter inzage ligt, onmiddellijk nadat het door partijen definitief is vastgesteld. 9 werkingsduur Deze overeenkomst is van kracht van 1 april 2006 tot en met 31 december Indien één van de partijen deze overeenkomst wenst te verlengen, doet hij de andere partijen hiervan uiterlijk op 1 december 2006 mededeling, waarna overleg zal plaatsvinden. 10 binding nieuwe werkgever De nieuwe werkgever, ondergetekende nr 1, is aan dit sociaal gebonden door medeondertekening. 11 interpretatie De eventueel uit dit plan en bijbehorende bijlagen voortvloeiende interpretatieverschillen zullen zo veel mogelijk langs minnelijke weg door partijen worden geregeld. HOOFDSTUK II: INDIVIDUELE EN ALGEMENE WERKGELEGENHEID 12 geen gedwongen ontslagen

3 3 Als gevolg van de fusie en het feit dat hieruit geen reorganisatie zal voortvloeien, zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden. 13 werkgelegenheid De werkgevers zullen bij de realisering van de fusie de omvang en kwaliteit van de werkgelegenheid handhaven. HOOFDSTUK III: MEDEZEGGENSCHAP 14 ondernemingsraden 1. De bij de werkgevers bestaande Centrale Ondernemingsraad en andere ondernemingsraden bezitten vanaf de fusiedatum gezamenlijk alle rechten en faciliteiten van ondernemingsraden conform de Wet op de Ondernemingsraden, het bepaalde in de CAO en eventuele afspraken met de oude werkgevers, zolang zij nog niet zijn afgelost door de nieuwe ondernemingsraad. 2. De oude werkgevers zullen er zorg voor dragen dat op de datum van de fusie een voorlopig OR-reglement voorhanden is, op basis waarvan OR-verkiezingen kunnen worden georganiseerd. 3. Bestaande faciliteiten van de oude ondernemingsraden zullen als gevolg van de fusie geen wijziging in nadelige zin ondergaan. Bij cumulatie van en/of onderlinge tegenstelling tussen de faciliteiten van de oude OR'en wordt in overleg tussen de nieuwe OR en directie van de nieuwe werkgever een aangepaste regeling getroffen. 4. De werkgevers zullen geen regelingen, waarop de instemmingsbevoegdheid ex artikel 27 van de WOR van toepassing is, definitief vaststellen of wijzigen dan nadat de definitieve ondernemingsraad is geïnstalleerd. 5. De huidige Centrale Ondernemingsraad van de zes stichtingen heeft alle rechten en faciliteiten conform de wet op de Ondernemingsraden ten aanzien van alle besluiten die betrekking hebben op de nieuwe werkgever die uit de fusie zal ontstaan. 6. De nieuwe werkgever zal bij de vaststelling van de personeelsformatie een formatieomvang afzonderen die overeenkomt met de omvang van de ORwerkzaamheden van de gezamenlijke OR-leden. Deze formatie zal toebedeeld worden aan die werknemers of die onderdelen van de instelling die daadwerkelijk OR-leden leveren. Deze regeling duurt voort, zolang de oude ondernemingsraden nog bestaan. De nadere uitwerking van deze regeling zal geschieden in overleg met de nieuwe Ondernemingsraad. 7. Comparant 1 en de huidige COR treden zo spoedig mogelijk in overleg om het vigerende reglement COR LSG aan te passen aan de als gevolg van de fusie ontstane situatie. 15. organisatie- en personeelsformatieplan 1. Het organisatie- en personeelsformatieplan voor de nieuwe rechtspersoon na de fusie verandert niet ten opzichte van de huidige plannen van de zes stichtingen gezamenlijk. 2. Dit plan behoeft daarom niet te worden betrokken bij het advies dat de OR uitbrengt op basis van het gestelde in artikel 25, lid 1 van de WOR. 3. In geval de werkgever het voornemen ontwikkelt tot het aanbieden van nieuwe diensten, zal hij dit voornemen ter advisering aan de gezamenlijke OR'en c.q. de nieuwe OR voorleggen, ook indien dit voornemen een nieuwe dienst van tijdelijke of experimentele aard betreft.

4 4 4. Voornemens tot vaststelling of wijziging van de statuten van de nieuwe werkgever worden ter advisering aan de gezamenlijke OR'en c.q. de nieuwe OR voorgelegd. 16. benoeming Raad van Bestuur (directeur-bestuurder) De Raden van Bestuur van de ondergetekenden 1 tot en met 6 worden al gevormd door dezelfde persoon. Deze of diens opvolger zal de bestuurder zijn van de nieuwe werkgever. 17. samenstelling Raad van Toezicht De OR zal de in de statuten van de nieuwe werkgever vast te leggen bevoegdheid krijgen een voordracht te doen voor de bezetting van de daartoe gereserveerde zetel van de Raad van Toezicht. Deze voordracht heeft de status van een zwaarwegend advies. Indien de voorgedragen kandidaat voor de Raad van Toezicht niet aanvaardbaar is, wordt de OR in de gelegenheid gesteld een nieuwe voordracht te doen. 18. medezeggenschap steunstichtingen De oude en nieuwe werkgevers zullen zorgdragen dat de ondernemingsraad van de nieuwe werkgever ten opzichte van besluiten van de steunstichting(en) van de oude en nieuwe werkgevers de navolgende bevoegdheden krijgt. 1. De ondernemingsraad zal het financieel jaarverslag van de steunstichting(en) ter kennisneming ontvangen, uiterlijk binnen 30 dagen nadat dat door de Raad van Toezicht is goedgekeurd. 2. De steunstichtingen zullen met de ondernemingsraad een overeenkomst afsluiten, die regelt dat de adviesprocedure ex artikel 25 van de WOR, inclusief de daarbij behorende beroepsmogelijkheden, van toepassing is op financiële uitgaven van de steunstichting(en) die de omvang van 15% van het vermogen van de steunstichting(en) te boven gaan. 19. sociaal beleid De werkgever zal binnen 6 maanden na de fusiedatum aan de ondernemingsraad een sociaal beleidsplan voorleggen dat ten minste een regeling bevat op de volgende onderwerpen, voor zover de huidige regelingen bij de fusiepartners verschillen vertonen: 1. aanstellingsbeleid, waaronder begrepen criteria voor vaste en tijdelijke aanstellingen; 2. sollicitatieprocedures, waaronder begrepen de wijze waarop zorgvuldige behandeling van sollicitanten is geregeld en de wijze waarop deelname van werknemers in de procedure is verzekerd; 3. introductiebeleid: de wijze waarop werknemers na hun aanstelling worden ingewerkt en begeleid en de schriftelijke informatie over werkwijze en huisregels; 4. opleidingsbeleid: de wijze waarop noodzakelijke (bij)scholing in een jaarlijks met instemming van de ondernemingsraad vast te stellen programma zal worden georganiseerd; 5. studiefaciliteitenbeleid: het budget dat beschikbaar is voor, alsmede de regels die gehanteerd zullen worden bij aanvragen voor studiefaciliteiten op verzoek van werknemers; 6. faciliteiten ten aanzien van kinderopvang. HOOFDSTUK IV: INDIVIDUELE RECHTEN 20. behoud individuele rechtspositie en verworven rechten 1. Alle werknemers zullen overgaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, met volledig behoud van rechten, waaronder ten minste te verstaan: functie, salaris,

5 5 salarisuitloop, datum van indiensttreding, arbeidsduur, werktijden, plaats van tewerkstelling en verworven rechten. 2. De individuele arbeidsovereenkomsten blijven onverkort van kracht. De nieuwe werkgever is als rechtsopvolger (verkrijgende stichting) per definitie gehouden deze overeenkomsten te respecteren. 3. Iedere medewerker krijgt uiterlijk op de fusiedatum een brief van de werkgever, waarin hetgeen in de vorige twee leden is bepaald, wordt bevestigd. 21. detacheringen voorafgaand aan fusie Deze zullen in het kader van de fusie niet plaatsvinden. 22. wijzigingen individuele functie Deze zullen in het kader van de fusie niet plaatsvinden. Aldus overeengekomen te Apeldoorn op (datum) Namens de Stichting Leo Stichting Groep, de Stichting Leo Stichting Beheer, de Stichting Bredervoort LSG, de Stichting Commujon LSG, de Stichting Nieuw Veldzicht LSG en de Stichting Valkenheide, Marens Engelhard, bestuurder a.i. Namens de Vereniging AbvaKabo / FNV, Paul Weijland, regiobestuurder Namens de Vereniging CNV Publieke Zaak, Rob van Oosten, adviseur