Standaardfuncties. x c

Vergelijkbare documenten
Machten, exponenten en logaritmen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

ONLY FOR PERSONAL USE. This digital version of the DictaatRekenvaardigheden - Algebraic Skills is for personal use because of copyright.

Polynomen. De algemene vorm van een polynoom is: f(x) = a 0. + a 1. 0, n N. x a n 1. x n 1 + a n. x n. met a n

Reëelwaardige functies van één of meer reële veranderlijken

Copyright 2017 Gertjan Laan Versie 3.1. uitgeverij czarina

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Leerlijnen REKENEN WISKUNDE (BB)

Continue wiskunde Voorkennis

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

1. Orthogonale Hyperbolen

Voorwoord Rekenvaardigheden

Vergelijkingen van cirkels en lijnen

Dictaat Rekenvaardigheden. Faculteit Wiskunde en Informatica

Samenvatting wiskunde B

Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

wiskunde B havo 2017-II

Toegepaste Wiskunde deel 1

HOOFDSTUK 3 : LOGARITMISCHE FUNCTIES

Basisvormen (algebraische denkeenheden) van algebraische expressies/functies

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 7 - Periodieke functies

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

IJkingstoets Industrieel ingenieur

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Dictaat Rekenvaardigheden. Loek van Reij

4.1 Rekenen met wortels [1]

) translatie over naar rechts

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Uitgewerkte oefeningen

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 15 september dr. Brenda Casteleyn

ProefToelatingstoets Wiskunde B

Noordhoff Uitgevers bv

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

2.1 Lineaire functies [1]

Calculus TI1 106M. I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 1 september 2014

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost.

VOORKENNIS WISKUNDE Inleidende begrippen

denkeenheden letters vormen woorden woorden vormen zinnen zinnen vormen verhalen stenen vormen muren muren vormen huizen huizen vormen steden

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Studiewijzer Wiskunde 1 voor B(2DB00, 2DB30), cursus 2005/2006

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode. M. van der Pijl. Transfer Database

Limieten. Theorie: De begrippen limiet en continuïteit. Laat f een functie zijn, gedefinieerd op een interval of een vereniging van intervallen.

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

Noordhoff Uitgevers bv

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

K.1 De substitutiemethode [1]

Exacte waarden bij sinus en cosinus

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Noordhoff Uitgevers bv

De vergelijking van Antoine

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

IJkingstoets Deel 1. Basiskennis wiskunde. Vraag 1 Het gemiddelde van de getallen 1 2, 1 3 en 1 4 is 1 (A) 27 (B) 13 4 (C) 1 3 (D) 13 36

wiskunde B havo 2018-II

De notatie van een berekening kan ook aangeven welke bewerking eerst moet = = 16

Calculus I, 19/10/2015

QuizAnalyseHoofdstuk3 - wv -Brackx

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

1 Lineaire functies. 2 Kwadratische functies. 3 Gebroken functies. Info Wiskunde HBO

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Speciale functies. 2.1 Exponentiële functie en natuurlijke logaritme

Checklist Wiskunde B HAVO HML

wiskunde B pilot havo 2015-I

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Oefentoets uitwerkingen

Noordhoff Uitgevers bv

Vergelijkingen oplossen met categorieën

Goniometrische functies

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

Uitslag Instaptoets Analyse ( ) 1 d 12 c 2 b 13 b 3 c 14 c 4 a 15 a 5 d 16 a 6 b 17 b 7 b 18 d 8 c 19 d 9 c 20 a 10 a 21 a 11 d 22 c September

Complexe e-macht en complexe polynomen

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken

Voorbeeldtoets. Het gebruik van een rekenmachine of een formulekaart is niet toegestaan.

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Zomercursus Wiskunde. Module 13 Ongelijkheden en absolute waarde (versie 22 augustus 2011)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen

wiskunde B vwo 2018-I

Transfer Polytechniek 4. Wiskunde. Docentenhandleiding

Formuleverzameling. Logaritmische en exponentie le functie. Trigoniometrische functies. Sinus-en cosinusregel in een driehoek.

Samenvatting Wiskunde B

Transcriptie:

Standaards Constante Parameter We geven in dit document een overzicht van een aantal veelvoorkomende s. We geven steeds het voorschrift en de grafiek. (Ter herinnering: het domein vermelden we niet, het is steeds een zo groot mogelijke deelverzameling van R.) De beperkingen van R houden meestal in dat niet door 0 gedeeld kan worden, dat alleen uit nietnegatieve getallen de wortel getrokken kan worden of dat alleen van positieve getallen de logaritme genomen kan worden. Bij de meeste s geven we een aantal bijzonderheden en/of eigenschappen. Constante s 2 Lineaire s 3 Kwadratische s 4 Gebroken lineaire s 5 Wortel 6 Polnomen 7 Machtss 8 Absolute waarde 9 Goniometrische s 0 Eponentiële s Logaritmische s Constante s c Bij deze is de uitvoer c, ongeacht de invoer. De grafiek is een horizontale lijn, die de -as snijdt in c. Elke constante is een monotoon niet-dalende en ook een monotoon niet-stijgende. De constante s vormen tezamen een verzameling s: voor elke c is er precies één zo n. Men noemt c in dit verband de parameter van die verzameling. De keuze van de parameter bepaalt welke men uit de verzameling beschouwt. c FIGUUR De c

Lineaire of eerstegraads Identieke 2 Lineaire s a + b met a 0 Hier is een klasse van s gedefinieerd, één voor elke a, b R. Deze a en b zijn weer parameters. Voor a = en b = 0 krijgen we de. Deze heet de identieke. In het algemeen is de grafiek een rechte lijn met richtingscoëfficiënt a, die de -as in b snijdt en de -as in b/a. De richtingscoëfficiënt is de verhouding tussen een verticale en een horizontale verandering: a = /. Deze verhouding is dus constant. Voor a > 0 is een lineaire monotoon stijgend op R; voor a < 0 is een lineaire monotoon dalend op R. b b/a Kwadratische of tweedegraads Parabool Discriminant abc-formule FIGUUR 2 De a + b met a 0 3 Kwadratische s a 2 + b + c met a 0 Hier is weer een klasse van s gedefinieerd: één voor elke waarde van de parameters a, b en c. De grafiek is een parabool, voor a > 0 een dalparabool, voor a < 0 een bergparabool. De parabool is een smmetrische figuur, waarvan de smmetrieas ligt bij = b/2a. De grafiek snijdt de -as bij c. Er zijn alleen snijpunten met de -as in het geval b 2 4ac 0. De uitdrukking b 2 4ac heet de discriminant. De snijpunten worden gevonden door de vergelijking a 2 + b + c = 0 op te lossen. Als b 2 4ac 0, dan zijn volgens de abc-formule de oplossingen b+ b2 4ac b b2 4ac = en = 2a 2a Als b 2 4ac > 0, dan zijn er twee verschillende snijpunten met de -as. Als b 2 4ac = 0, dan zijn er twee samenvallende snijpunten. Als b 2 4ac < 0, dan is er geen snijpunt. a > 0 a < 0 c c 2 FIGUUR 3 De a 2 + b + c met a 0

4 Gebroken lineaire s Gebroken lineaire Hperbool Asmptoot a b + c + d met ad bc, d/c en c 0 De constanten a, b, c en d zijn parameters. De grafiek is een hperbool. De verticale lijn waar de grafiek naartoe kruipt, is de lijn = d/c, de horizontale lijn waar de grafiek naartoe kruipt, is de lijn = a/c. Deze lijnen zijn de asmptoten van de grafiek. De hperbool is puntsmmetrisch in het snijpunt van de asmptoten. ad > bc ad < bc FIGUUR 4 De a + b c + d met ad bc, d/c en c 0 5 Wortel Wortel De grafiek van deze wortel is een halve liggende parabool. Deze wordt verkregen door de grafiek van de 2 op het domein [0, te spiegelen in de lijn =. Voor het rekenen met wortels gelden de volgende regels. ( a ) 2 = a voor alle a 0 a 2 = a voor alle a 0 a 2 = a voor alle a 0 ab = a b voor alle a 0 en alle b 0 a b a = voor alle a 0 en alle b > 0 b FIGUUR 5 De 3

n-degraads of n-degraadsveelterm of -polnoom 6 Polnomen f() = a 0 + a +... + a n n + a n n met a n 0, n N De eponent n heet de graad van de polnoom; de getallen a 0, a,..., a n heten de coëfficiënten. De constante, lineaire en kwadratische s zijn polnomen van graad n met respectievelijk n = 0 (c 0), n = en n = 2. Voor n = 3 spreekt men van derdegraads of kubische polnomen. Geldt voor een reëel getal a dat f(a) = 0, dan heet a een nulpunt of wortel van f. Is a een nulpunt van polnoom f, dan geldt f() = ( a) g() waarbij g een polnoom is met graad minder dan de graad van f. Geldt f() = ( a) k g() met g(a) 0, dan is a een k-voudig nulpunt of een k-voudige wortel van f. 7 Machtss Machts f() = a met > 0, a R a-demachts Is a een geheel getal, dan spreekt men wel van een a-demachts. Voor a N is het domein R, voor a {, 2,...} is het domein R {0}. Voor R geldt 0 = Voor R, 0 en k is een negatief geheel getal, geldt k = / k. Voor > 0 en n is een positief natuurlijk getal geldt / n n =. Voor > 0 en m/n Q, n > 0, geldt m/ n n m n = = ( ) m. Voor a = is f de gebroken lineaire /. Voor a = 0 is f de constante. Voor a = is f de wortel 2 2 /. Voor a = is f de identieke. Voor a = 2 is f de kwadratische 2. De a met a > 0 is inverteerbaar op [0,. De inverse is /a. De a met a < 0 is inverteerbaar op 0,. De inverse is /a. De volgende regels gelden voor het rekenen met machten: () a = a a a b = a+b ( a ) b = ab a / b = a b met 0 oneven n 3 even n 2 FIGUUR 6 De n voor n oneven dan wel n even 4

8 Absolute waarde Absolute waarde = voor 0 voor < 0 Met de absolute waarde wordt de afstand van tot de oorsprong aangegeven; met a b wordt de afstand tussen a en b aangegeven. De grafiek bestaat uit twee halve rechte lijnen die in 0 aansluiten: rechts van de -as de grafiek van, links van de -as de grafiek van. Voor elke en geldt: ± +. Beide ongelijkheden staan bekend als de driehoeksongelijkheid. Een belangrijke rekenregel is: = 2 voor R FIGUUR 7 De Goniometrische Driehoeksongelijkheid en 9 Goniometrische s sin cos tan Hierbij wordt in radialen genomen. De grafiek van sin snijdt de -as bij = kπ voor k Z. De grafiek van cos snijdt de -as bij = π/2 + kπ voor k Z. De grafiek van tan snijdt de -as bij = kπ voor k Z. De grafiek van tan heeft verticale asmptoten bij = π/2 + kπ voor k Z. De volgende rekenregels zijn van belang: tan = sin/cos sin 2 + cos 2 = (sin 2 staat voor (sin) 2 ) sin( ) = sin sin(π ) = sin cos(π ) = cos cos( ) = cos tan( ) = tan 5

Periodieke Periode sin = sin( + 2kπ) voor k Z de sinus is een periodieke met periode 2π cos = cos( + 2kπ) voor k Z de cosinus is een periodieke met periode 2π tan = tan( + kπ) voor k Z de tangens is een periodieke met periode π sin = cos(π/2 ) cos = sin(π/2 ) tan = /tan(π/2 ) sin2 = 2sin cos cos2 = cos 2 sin 2 = 2sin 2 = 2cos 2 sin( + ) = sin cos + cos sin sin( ) = sin cos cos sin cos( + ) = cos cos sin sin cos( ) = cos cos + sin sin Voor het oplossen van goniometrische vergelijkingen zijn de volgende regels van belang: sin = sinα = α + 2kπ voor k Z of = π α + 2kπ voor k Z cos = cosα = α + 2kπ voor k Z of = α + 2kπ voor k Z tan = tanα = α + kπ voor k Z en π π π FIGUUR 8 De s sin, cos en tan Eponentiële Grondtal 0 Eponentiële s a met a > 0, a De constante a is een parameter en heet het grondtal. Voor a > is de eponentiële monotoon stijgend op R; voor 0<a < monotoon dalend op R. De grafiek heeft een horizontale asmptoot voor = 0. Het snijpunt met de -as ligt bij. De volgende rekenregels zijn van belang. Deze regels gelden voor a > 0, dus ook voor a =. a p a q = a p+q (a p ) q = a pq a 0 = a p = /a p 6

a > 0 < a < Logaritmische Grondtal FIGUUR 9 De a met a > 0, a Logaritmische s a log met a > 0, a De logaritmische s zijn de inversen van de eponentiële s. De constante a is een parameter en heet het grondtal. Voor a > is de logaritmische monotoon stijgend op 0, ; voor 0<a < is de logaritmische monotoon dalend op 0,. De grafiek heeft een verticale asmptoot voor = 0. Het snijpunt met de -as ligt bij. De grafiek ontstaat uit die van de eponentiële met grondtal a door spiegelen in de lijn =. De volgende rekenregels zijn van belang. a alog = voor > 0 a log(a ) = a logpq = a logp + a logq a log(p/q) = a logp a logq a logq p = p a logq a log = g log/ g loga voor elke g > 0 en g Bij het oplossen van een vergelijking geldt: voor alle > 0 en alle c: a log = c = a c a > 0 < a < FIGUUR 0 De a log met a > 0, a 7