12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.
|
|
- Leopold de Graaf
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft draaiingshoek π (1,0) heeft draaiingshoek 2π enz. enz. enz. (-1,0) heeft draaiingshoek 3π enz. enz. enz. Dus sin(a) = 0 als A = k π (k = geheel getal) 1
2 12.0 Voorkennis Voorbeeld 2: Los de vergelijking sin(a) = 1 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 1. Dit is in het punt (0,1) (0,1) heeft draaiingshoek ½π (0,1) heeft draaiingshoek 2½ π enz. enz. enz. Dus sin(a) = 1 als A = ½π + k 2π 2
3 12.0 Voorkennis Voorbeeld 3: Los de vergelijking sin(a) = -1 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat -1. Dit is in het punt (0,-1) (0,-1) heeft draaiingshoek 1½π (0,-1) heeft draaiingshoek 3½ π enz. enz. enz. Dus sin(a) = -1 als A = 1½π + k 2π 3
4 12.0 Voorkennis Voorbeeld 4: Los de vergelijking cos(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met x-coördinaat 0. Dit is in de punten (0,1) en (0,-1) (0,1) heeft draaiingshoek ½π (0,-1) heeft draaiingshoek 1½π (0,1) heeft draaiingshoek 2½π enz. enz. enz. (0,-1) heeft draaiingshoek 3½π enz. enz. enz. Dus cos(a) = 0 als A = ½π + k π 4
5 12.0 Voorkennis Voorbeeld 5: Los de vergelijking cos(a) = 1 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met x-coördinaat 1. Dit is in het punt (1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (1,0) heeft draaiingshoek 2π enz. enz. enz. Dus cos(a) = 1 als A = k 2π 5
6 12.0 Voorkennis Voorbeeld 6: Los de vergelijking cos(a) = -1 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met x-coördinaat 1. Dit is in het punt (1,0) (1,0) heeft draaiingshoek π (1,0) heeft draaiingshoek 3π enz. enz. enz. Dus cos(a) = 1 als A = π + k 2π 6
7 12.0 Voorkennis Voorbeeld 7: Bereken exact cos(3x ½π) = 1 3x ½ π = k 2π 3x = ½ π + k 2π x k Voorbeeld 8: Bereken exact cos 2 (3x ½π) = 1 cos(3x ½π) = 1 cos(3x ½π) = -1 3x ½ π = k 2π 3x ½ π = π + k 2π 3x = ½ π + k 2π 3x = 1½ π + k 2π x 1 2 k x k
8 12.0 Voorkennis cos( ) = -cos( ) = -cos(30 ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -sin(60 )= -½ 3 [sin is y-coördinaat] 8
9 12.0 Voorkennis Voorbeeld 9: 2sin(3 x) 3 sin(3 x) x k 2 of 3x k x k of x k Zorg dat links enkel sinus staat Zoek in eenheidscirkel bij welke draaiingshoek de y-coördinaat ½ 3 is Schrijf de oplossing in de vorm x = De oplossingen op het interval [0, 2π] zijn:,,1 en , 9, Algemeen geldt: sin(a) = C geeft A = B + k 2π of A = π B + k 2π 9
10 Voorbeeld 10: 2cos(2x - ) Voorkennis Zorg dat links enkel cos staat 1 1 cos(2x - ) Zoek in eenheidscirkel bij welke x - k 2 of 2x - k 2 draaiingshoek de x-coördinaat -½ 2 is De oplossingen op het interval [0, 2π] zijn: x k 2 of 2x k x k of x k ,1 en ,1 Algemeen geldt: cos(a) = C geeft A = B + k 2π of A = B + k 2π 10
11 12.0 Voorkennis Voorbeeld 11: sin( x1) sin(2x3) x 1 2x 3k 2 of x 1 (2x 3) k 2 x 4 k 2 of x 1 2x 3k 2 x 4 k 2 of 3x 2 k x 4k 2 of x k Maak gebruik van de regel: sin(a) = sin(b) geeft A = B + k 2π of A = π B + k 2π 11
12 Voorbeeld 12: 12.0 Voorkennis 1 cos(3 x) cos( x ) x x k 2 of 3 x ( x ) k x k 2 of 3x x k x k of 4x k x k of x k De oplossingen op het interval [0, 2π] zijn: 7 7,1 8 8 en ,,1, Maak gebruik van de regel: cos(a) = cos(b) geeft A = B + k 2π of A = B + k 2π 12
13 Gegeven is de functie 12.0 Voorkennis f ( x) 1 1 sin(2 x ) Deze functie valt te schrijven als: f ( x) 1 1 sin(2( x )) De vier kenmerken van de functie zijn: a = evenwichtsstand [= -1] b = amplitude [= 1½ ] periode = 2π/c [= 2π/2 = π] d = x-coördinaat beginpunt 1 [= ] 3 Let op: b > 0 dus de grafiek gaat stijgend door het beginpunt; Bij b < 0 gaat de grafiek dalend door het beginpunt; De y-coördinaat van het beginpunt is de evenwichtsstand [-1]. 13
14 12.0 Voorkennis Voor het differentiëren van sinus- en cosinusfuncties gelden de volgende regels: f(x) = sin(x) => f (x) = cos(x) g(x) = cos(x) => g (x) = -sin(x) h(x) = tan(x) => h (x) = 1 + tan 2 (x) f(x) = sin(x) => F(x) = -cos(x) + c g(x) = cos(x) => G(x) = sin(x) + c De primitieven van f(ax + b) zijn 1 F( ax b) c a 14
15 12.1 Goniometrische formules bij vergelijkingen en herleidingen [1] De volgende goniometrische functies worden vanaf nu bekend verondersteld: sin(-a) = - sin(a) cos(-a) = cos(a) -sin(a) = sin(a + π) -cos(a) = cos(a + π) sin(a) = cos(a ½π) cos(a) = sin(a + ½π) tan(a) = sin(a)/cos(a) EN sin 2 (A) + cos 2 (A) = 1 Let op: Al deze goniometrische functies zijn te herleiden met behulp van de eenheidscirkel. 15
16 12.1 Goniometrische formules bij vergelijkingen en herleidingen [1] Voorbeeld: Bereken exact de oplossingen op [0, 2π] van 1 1 sin(2 x ) cos( x ) sin(2 x ) cos( x ) sin(2 x ) cos( x 1 ) sin(2 x ) sin( x 1 ) x x 1 k 2 2 x ( x 1 ) k x 2 k 2 2x x 1 k x 2 k 2 3x k x 2 k 2 x k x op[0,2 ] geeft x x x 1 x cos(a) = cos(a + π) cos(a) = sin(a + ½ π) 16
17 12.1 Goniometrische formules bij vergelijkingen en herleidingen [2] De volgende goniometrische functies worden vanaf nu bekend verondersteld: Vier verdubbelingsfuncties: sin(2 A) 2sin( A)cos( A) 2 2 cos(2 A) cos ( A) sin ( A) 2 cos(2 A) 2cos ( A) 1 2 cos(2 A) 1 2sin ( A) Twee somformules: cos( t u) cos( t) cos( u) sin( t) sin( u) sin( t u) sin( t) cos( u) cos( t) sin( u) Twee verschilformules: cos( t u) cos( t) cos( u) sin( t) sin( u) sin( t u) sin( t) cos( u) cos( t) sin( u) Let op: 1) Deze formules worden Afgeleid in de opgaven 8, 9 en 10. 2) Deze formules worden Gegeven bij het CE. 17
18 12.1 Goniometrische formules bij vergelijkingen en herleidingen [2] Voorbeeld: Bewijs de verschilformule cos( t u) cos( t) cos( u) sin( t) sin( u) (In dit bewijs heb je de cosinusregel en De stelling van Pythagoras nodig) AB OA OB OA OB 2 cos( ) 2 2 ( xb x A ) ( ya yb ) cos( ) x 2x x x y 2 y y y 2 2cos( ) B A B A A A B B x y x y 2x x 2 y y 2 2cos( ) A A B B A B A B x y cos ( A) sin ( A) A A 1 1 2x x 2 y y 2 2cos( ) A B A B 2cos( ) 2x x 2 y y A B A B cos( ) x x y y A B A B cos( ) cos( ) cos( ) sin( ) sin( ) 18
19 12.2 Goniometrische formules bij symmetrie en primitiveren [1] De grafiek van de functie f(x) = sin(x) is lijnsymmetrisch in de lijn x = 1,5π. Er geldt nu: f(π) = f(2π) EN f(1,25π) = f(1,75π) EN f(1,1π) = f(1,9π) In zijn algemeenheid geldt nu: f(1,5π - p) = f(1,5π + p): Definitie: De grafiek van de functie f is lijnsymmetrisch in de lijn x = a als voor elke p geldt: f(a p) = f(a + p) 19
20 12.2 Goniometrische formules bij symmetrie en primitiveren [1] De grafiek van de bovenstaande sinusfunctie is puntsymmetrisch in het punt (a, b). Voor elke p geldt nu: f(a p) b = b f(a + p) f(a p) + f(a + p) = 2b Definitie: De grafiek van de functie f is puntsymmetrisch in het punt(a, b) als voor elke p geldt: f(a p) + f(a + p) = 2b 20
21 12.2 Goniometrische formules bij symmetrie en primitiveren [1] Voorbeeld 1: Toon aan dat de grafiek van f(x) = sin 2 (x) + cos(x) symmetrisch is in de y-as. (De lijn x = 0) f(-p) = sin 2 (-p) + cos(-p) = (sin(-p)) 2 + cos(p) [cos(-p) = cos(p)] =(-sin(p)) 2 + cos(p) [sin(-p) = -sin(p)] = sin 2 (p) + cos(p) = f(p) 21
22 12.2 Goniometrische formules bij symmetrie en primitiveren [1] Voorbeeld 2: Toon aan dat de grafiek van f(x) = sin 2 (x) + cos(x) symmetrisch is in de lijn x = π f(π p) = sin 2 (π p) + cos(π p) = (sin(π - p)) 2 - cos(-p) [cos(a + π) = -cos(a)] = (-sin(-p)) 2 cos(p) [sin(a + π) = -sin(a)] [cos(-a) = cos(a)] = sin 2 (p) cos(p) f(π + p) = sin 2 (π + p) + cos(π + p) = (sin(π + p)) 2 cos(p) [cos(a + π) = -cos(a)] = (-sin(p)) 2 cos(p) [sin(a + π) = -sin(a)] = sin 2 (p) cos(p) 22
23 12.2 Goniometrische formules bij symmetrie en primitiveren [2] Voorbeeld: Bereken de afgeleide van de functie: f x ( ) cos 2(4 x) cos(2 A) 2cos 2( A) 1 2cos 2( A) 1cos(2 A) 2 cos ( A) cos(2 A) met A 4x f x x x 2 2 F( x) x sin(8 x) c ( ) cos 2(4 ) cos(8 ) Let op: Je kunt de gegeven functie zo niet primitiveren. Met behulp van een verdubbelingsformule is de functie te herleiden tot een vorm, die je wel kunt primitiveren. 23
24 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Het punt A doorloopt tegen de wijzers van de klok in met constante snelheid de cirkel met middelpunt (0,0) en straal 3. Dit is een eenparige cirkelbeweging; x A = 3 cos(t) en y A = 3 sin(t); Op t = 0 is A in het punt (3, 0); De omlooptijd T van A is 2π seconden, omdat A na 2π seconden weer terug is in het punt (3,0); Een cirkel is 360 en dus 2π radialen; Het lijnstuk OA draait over een hoek van 2π radialen; 24
25 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] In 2π seconden draait OA over een hoek van 2π radialen; De hoeksnelheid ω is de hoek waarover OA gedurende 1 seconde draait; Hoeksnelheid = omlooptijd T 2 Als de hoeksnelheid positief is, draait het punt tegen de wijzers van de klok in; Als de hoeksnelheid negatief is, draait het punt met de wijzers van de klok mee. 25
26 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Voorbeeld 1: Het punt R doorloopt met een hoeksnelheid van 6 rad/s de cirkel met middelpunt (3,5) en straal 2 en is op t = 0 in het punt (5,5). De bewegingsvergelijkingen van R zijn: x R (t) = 3 + 2cos(6t) y R (t) = 5 + 2sin(6t) Deze formules samen beschrijven de baan van R en noemen we de parametervoorstelling (pv) van de baan van R. Algemeen: x R (t) = a + rcos(ωt) y R (t) = b + rsin(ωt) (a,b) is het middelpunt van de cirkel; r = straal van de cirkel; ω = hoeksnelheid in rad/s; op t = 0 is R in het punt (a + r, b) 26
27 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Voorbeeld 2: De baan van het punt R is gegeven door: x R (t) = 3 + 2cos(2t) en y R (t) = 5 + 2sin(2t) met t op [0, ½π] Teken de baan van R. Stap 1: R beweegt over een cirkel met middelpunt (3,5) en straal 2; Op t = 0 is R in het punt (3 + 2, 5) = (5,5); ω = 2 [positief], dus P draait tegen de wijzers van de klok in. Stap 2: De hoek waarover R draait op [0, ½π] loopt van 2 0 tot 2 ½π = π; De baan is dus een halve cirkel met middelpunt (3,5) en straal 2. Stap 3: Op t = ½π geldt: x P = 3 + 2cos(2 ½π) = 3 + 2cos(π) = = 1 y P = 5 + 2sin(2 ½π) = 5 + 2sin(π) = = 5 27
28 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Voorbeeld 2: De baan van het punt R is gegeven door: x R (t) = 3 + 2cos(2t) en y R (t) = 5 + 2sin(2t) met t op [0, ½π] Teken de baan van R Stap 4: Teken de baan van punt R: 28
29 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Voorbeeld 3: De baan van het punt R is gegeven door: x R (t) = 3 + 2cos(2t) en y R (t) = 5 + 2sin(2t) met t op [0, ½π] De baan van P snijdt de lijn y = x + 2 in punt A. Bereken exact de coördinaten van dit punt. Stap 1: Vul de parametervergelijking in, in y = x + 2 y = x sin(2t) = 3 + 2cos(2t) + 2 Stap 2: Los de vergelijking die je nu krijgt op: 5 + 2sin(2t) = 3 + 2cos(2t) + 2 2sin(2t) = 2cos(2t) sin(2t) = cos(2t) 29
30 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[1] Stap 2: Los de vergelijking die je nu krijgt op: 5 + 2sin(2t) = 3 + 2cos(2t) + 2 2sin(2t) = 2cos(2t) sin(2t) = cos(2t) Gebruik: sin(a) = cos(a = ½π) cos(2t ½π) = cos(2t) 2t ½π = 2t + k 2π 2t ½π = -2t + k 2π Geen oplossing 4t = ½π + k 2π t = + k ½π In het interval [0, ½π] is er nu één oplossing bij: x = Stap 3: Geef de coördinaten van het snijpunt A: x A 3 2cos(2 ) 3 2cos( ) ya 5 2sin(2 ) 5 2sin( )
31 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[2] Het punt A wordt nu geprojecteerd op de y-as; De projectie A van A op de y-as voert een trilling uit; P doorloopt de cirkel met constante snelheid. Het punt P voert een harmonische trilling (of harmonische beweging) uit; Bij een eenparige cirkelbeweging van een punt P hoort een harmonische trilling van de projectie P van P op de y-as; Een trilling heeft een trillingstijd; De trillingstijd van de harmonische trilling is gelijk aan de omlooptijd van de bijbehorende eenparige cirkelbeweging. 31
32 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[2] u 3sin 2 5 t is een harmonische trilling. De trillingstijd is 5 seconden. De frequentie in hertz (Hz) is het aantal trillingen per seconde. Dit is 1/5 Hz. De amplitude (maximale uitwijking) is 3. Bij een harmonische trilling met amplitude b en frequentie f hoort een formule van de vorm: u = b sin(c(t t 0 )) met c = 2πf en t de tijd in seconden. Op t = t 0 wordt de evenwichtsstand stijgend gepasseerd. De trillingstijd is 1 2 T seconden. f c 32
33 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[2] Voorbeeld: Gegeven is het harmonisch trillende punt P dat beschreven wordt door en u P = 8 sin (50πt 1/10π) Bereken de frequentie en de afgelegde afstand van P in één minuut. De frequentie is gelijk aan De afgelegde afstand per trilling is 4 8 = 32 cm Er zijn 25 trillingen per seconde, dus per minuut zijn er = 1500 trillingen. De afgelegde afstand in één minuut is = cm = 360 m Hz 33
34 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[3] Voorbeeld: Gegeven zijn de harmonische trillingen u 1 = 5sin(30πt) en u 2 = 6sin(30πt 0,3π). De samengestelde trilling (de som van twee of meer trillingen) wordt weergegeven door u = u 1 + u 2. Als de opgetelde trillingen gelijke frequenties hebben, krijg je weer een harmonische trilling. Stel de formule op van u in de vorm u = b sin(c(t d)) Rond b af op twee decimalen en d op vier decimalen. Stap 1: u 1 en u 2 hebben dezelfde frequentie, dus c = 30πt. Stap 2: Voer in de GR in: Y1 = 5sin(30πX) + 6sin(30πX 0,3π) De optie maximum geeft X 0,02 en Y 9,81. De amplitude (b) is dus gelijk aan 9,81 Stap 3: De optie zero geeft X 0,0055. Op het tijdstip 0,0055 passeert de grafiek de evenwichtsstand omhoog. (d = 0,0055) De formule van u wordt nu: u = 9,81 sin(30π(t 0,0055)) 34
35 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[4] Voorbeeld 1: Bereken de periode van de functie y = sin(6x) + sin(7x) De periode van y = sin(6x) is 2 6 De periode van y = sin(7x) is In [0, 2π] passen precies 6 periodes van y = sin(6x). In [0, 2π] passen precies 7 periodes van y = sin(7x). De getallen 6 en 7 hebben geen gemeenschappelijke deler. 2 7 De periode van y = sin(6x) + sin(7x) is gelijk aan 2π. 35
36 12.3 Eenparige cirkelbewegingen[4] Voorbeeld 2: Bereken de periode van de functie y = sin(6x) + sin(9x) De periode van y = sin(6x) is 2 6 De periode van y = sin(9x) is In [0, 2π] passen precies 6 periodes van y = sin(6x). In [0, 2π] passen precies 9 periodes van y = sin(9x). De getallen 6 en 9 hebben als gemeenschappelijke deler In [0, 2/3π] passen precies 2 periodes van y = sin(6x). In [0, 2/3π] passen precies 3 periodes van y = sin(9x). De periode van y = sin(6x) + sin(9x) is gelijk aan 2/3π. 36
37 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 1: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken exact de lengte van lijnstuk AB. Invullen van de uitdrukkingen voor x en y in de vergelijking van de lijn geeft: sin(t) = sin(2t) t = 2t + k 2π t = π 2t + k 2π -t = k 2π 3t = k 2π t = k 2π t = ⅓π + k ⅔π Op t = [0, 2π] geeft dit de oplossingen: t = 0 t = ⅓π t = π t = 1⅔π t = 2π 37
38 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 1: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken exact de lengte van lijnstuk AB. Op t = 0, t = π en t = 2π krijg je de oorsprong. x(⅓π) = sin(⅔π) = ½ 3 x(1⅔π) = sin(3⅓π) = -½ 3 B(½ 3, ½ 3) A(-½ 3, -½ 3) De lengte van het lijnstuk AB is gelijk aan: AB
39 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 2: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken exact de baansnelheid van P in het punt B. De baansnelheid is te berekenen met: v( t) ( x'( t)) ( y'( t)) 2 2 x (t) = 2cos(2t) en y (t) = cos(t) cos cos v
40 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 3: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken in graden in één decimaal nauwkeurig de hoek die de baan in B maakt met de lijn y = x. Stap 1: Bereken de snelheidsvector van de baan in B. v x '( ) 2cos( ) y'( ) cos( )
41 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 3: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken in graden in één decimaal nauwkeurig de hoek die de baan in B maakt met de lijn y = x. Stap 2: Bereken de richtingsvector van de lijn y = x. r yx
42 12.4 Bewegingsvergelijkingen [1] Voorbeeld 3: De baan van een punt P is gegeven door: x( t) sin(2 t) met t op [0, 2π] y( t) sin( t) De punten A en B zijn snijpunten van de baan met de lijn y = x. Bereken in graden in één decimaal nauwkeurig de hoek die de baan in B maakt met de lijn y = x. Stap 3: Bereken de gevraagde hoek cos( ) cos( ( v 3, r y x )) ( 1) Dit uitrekenen geeft als hoek 71,
43 12.4 Bewegingsvergelijkingen [2] Voorbeeld: 1 x( t ) sin( t ) Bij de parametervoorstelling 4 hoort de formule y = 2x 2 1 y( t ) sin(2 t) met -1 x 1. Toon dit aan. y 2 2x sin(2 t) cos(2( t )) 4 1 sin(2 t) cos(2 t ) 2 1 sin(2 t) cos(2t1 ) 2 sin(2 t) sin(2t 2 ) 2 sin(2 t) 2(sin( t )) 1 sin(2 t) sin(2 t) cos(2a) = 1-2 sin 2 (A) 2 sin 2 (A) -1 = - cos(2a) -cos(a) = cos(a + π) cos(a) = sin(a + ½π) sin(a + 2π) = sin(a) 43
44 12.4 Bewegingsvergelijkingen [2] Voorbeeld: 1 x( t ) sin( t ) Bij de parametervoorstelling 4 hoort de formule y = 2x 2 1 y( t ) sin(2 t) met -1 x 1. Toon dit aan. Een bewegend punt P waarvan de baan beschreven wordt door de bovenstaande parametervoorstelling doorloopt voortdurend de hiernaast getekende parabool tussen (-1, 1) en (1, 1). In de punten (-1, 1) en (1, 1) keert het punt P om. Dit zijn de keerpunten. In deze keerpunten hebben de formules voor x en y uit de parametervoorstelling beide een extreme waarde. 44
45 12.4 Bewegingsvergelijkingen [3] Voorbeeld 1: De baan van het punt P wordt gegeven door: x( t) 2sin( t) met t op [0, π] y( t) 2sin(2 t) Het lijnstuk OP is de zijde van een vierkant. Het punt S is het middelpunt van dit vierkant. Stel de bewegingsvergelijkingen van S op. 2sin( t) 2sin(2 t) sin( t) sin(2 t) s p p 2 2 L 2 2 2sin(2 t) 2sin( t) sin(2 t) sin( t) 45
46 12.4 Bewegingsvergelijkingen [3] Voorbeeld 2: De baan van het punt P wordt gegeven door: x( t) 2sin( t) met t op [0, π] y( t) 2sin(2 t) Het lijnstuk OP is de zijde van een vierkant. Het punt S is het middelpunt van dit vierkant. Bereken exact de coördinaten van de baan van S met de y-as. sin(t) sin(2t) = 0 sin(t) = sin(2t) t = 2t + k 2π t = π 2t + k 2π -t = k 2π 3t = k 2π t = k 2π t = ⅓π + k ⅔π met t op [0, π] geeft dit als oplossing t = ⅓π Dit invullen in y(t) geeft als snijpunt S(0, 3) 46
15.1 Oppervlakten en afstanden bij grafieken [1]
15.1 Oppervlakten en afstanden bij grafieken [1] Bereken: Bereken algebraisch: Bereken exact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte
Nadere informatieOEFENPROEFWERK VWO B DEEL 3
Formules OEFENROEFWERK VWO B DEEL HOOFDSTUK GONIOMETRISCHE FORMULES cos( t u) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) sin( A) sin( A)cos( A) sin( t u) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( t u) cos( t)cos( u) sin(
Nadere informatieParagraaf 12.1 : Gonio vergelijkingen en herleidingen
Hoofdstuk 12 Goniometrische Formules (V5 Wis B Pagina 1 van 8 Paragraaf 12.1 : Gonio vergelijkingen en herleidingen Les 1 Gonio vergelijkingen oplossen met herleidregels Definitie Er zijn een aantal omschrijfregels
Nadere informatieParagraaf 12.1 : Gonio vergelijkingen en herleidingen
Hoofdstuk 12 Goniometrische Formules (V6 Wis B) Pagina 1 van 12 Paragraaf 12.1 : Gonio vergelijkingen en herleidingen Les 1 Gonio vergelijkingen oplossen met herleidregels Definitie Er zijn een aantal
Nadere informatie7.0 Voorkennis. tangens 1 3. Willem-Jan van der Zanden
7.0 Voorkennis Bij bepaalde aantallen graden hebben de sinus, cosinus en tangens een exacte oplossing. In deze gevallen moet je de exacte oplossing geven: hoek 30 45 60 sinus cosinus 2 tangens 3 3 3 2
Nadere informatie6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1]
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1] De eenheidscirkel heeft een middelpunt O(0,0) en straal 1. De draaiingshoek van P is α overstaande rechthoekzijde sin schuine zijde PQ yp sin yp OP 1 aanliggende rechthoekzijde
Nadere informatieParagraaf 7.1 : Eenheidscirkel en radiaal
Hoofdstuk 7 Goniometrische functies (V5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 7.1 : Eenheidscirkel en radiaal Les 1 : De eenheidscirkel Definities Eenheidscirkel = { Cirkel met middelpunt O en straal 1 } cos(θ)
Nadere informatiesin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )
G&R vwo B deel Goniometrie en beweging C. von Schwartzenberg / spiegelen in de y -as y = sin( x f ( x = sin( x f ( x = sin( x heeft dezelfde grafiek als y = sin( x. spiegelen in de y -as y = cos( x g(
Nadere informatie9.1 Recursieve en directe formules [1]
9.1 Recursieve en directe formules [1] Voorbeeld: 8, 12, 16, 20, 24, is een getallenrij. De getallen in de rij zijn de termen. 8 is de eerste term (startwaarde, u 0 ) 12 is de tweede term (u 1 ) 24 is
Nadere informatieUitwerkingen goniometrische functies Hst. 11 deel B3
Uitwerkingen goniometrische functies Hst. deel B. f() = sin(-) = -sin() g() = cos(-) = cos () h() = sin( + ) = cos() j() = cos( + ) = -sin() k() = sin ( + ) = -sin () l() = cos ( + ) = -cos (). Zie ook
Nadere informatieParagraaf 8.1 : Eenheidscirkel
Hoofdstuk 8 Goniometrische functies (H4 Wis B) Pagina 1 van 10 Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel Les 1 : De eenheidscirkel Definities Eenheidscirkel = { Cirkel met middelpunt O en straal 1 } cos(θ) = x coordinaat
Nadere informatiestap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden).
Samenvatting door Sterre 1437 woorden 5 mei 2018 7.8 3 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Vocabulair Algebraïsch stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen
Nadere informatieOefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc
Oefenexamen H t/m H3. uitwerkingen A. Smit BSc Een bewegend vierkant (naar methode Getal en Ruimte) De baan van een punt P wordt gegeven door de volgende bewegingsvergelijkingen: ቐ x P t = sin t y P t
Nadere informatie15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))
5.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( x) a f '( x) 0 n f ( x) ax f '( x) nax n f ( x) c g( x) f '( x) c g'( x) f ( x) g( x) h( x) f '( x) g'( x) h'( x) p( x) f ( x) g( x) p'( x)
Nadere informatieTrillingen en geluid wiskundig
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek
Nadere informatieP is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).
Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie
Nadere informatieSamenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van
Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =
Nadere informatied. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.
Hoofdstuk A: Goniometrische functies. I-. a. De grafiek staat hiernaast. De periode is ongeveer,6 uur. b. De grafiek snijden met y = levert bijvoorbeeld x,00 en x,8. Het verschil is ongeveer,7 uur en dat
Nadere informatieSamenvatting wiskunde B
Samenvatting wiskunde B Dit is een samenvatting van het tweede deel van Getal en Ruimte VWO wiskunde B. In deze samenvatting worden hoofdstuk 5, 6 en 7 behandeld. Ik hoop dat deze samenvatting je zal helpen!
Nadere informatie14.0 Voorkennis. De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie.
14.0 Voorkennis De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie. Evenwichtsstand = (min + max)/2 = (-100 + 300)/2 = 100 Amplitude = max evenw.
Nadere informatieWiskunde D voor HAVO. Periodieke functies Gert Treurniet
Wiskunde D voor HAVO Periodieke functies Gert Treurniet . Inleiding Een toon is een trilling. De trilling van lucht brengt ons trommelvlies in beweging. De beweging van ons trommelvlies nemen we waar als
Nadere informatieExamen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)
Examen havo wiskunde B 06-I (oefenexamen) De rechte van Euler Gegeven is cirkel c met middelpunt (, ) p Stel een vergelijking op van c. De punten B(, 0) en ( 4, 0) M die door het punt A( 0, 4) C liggen
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos
Nadere informatie) translatie over naar rechts
Hoofdstuk opmerkingen/adviezen Leer deze grafieken precies! Zorg dat je de volgende formules ziet in de grafieken: Periode sinus, cosinus en tangens: resp,, sin( ) sin( ) cos( ) cos( ) cos( ) c a k a k
Nadere informatieTransformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 2. Willem van Ravenstein Haags Montessori Lyceum (c) 2016
Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 50075005 Haags Montessori Lyceum (c) 0 Inleiding In deze leerroute gaan we kijken naar goniometrische functies: De eenheidscirkel
Nadere informatieHoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatie8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3
8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)
wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag 3 juni 3.30 6.30 uur 0 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen
Nadere informatie11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20
.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor machten: Vermenigvuldigen is exponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + a 3 = 7a 3 Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen:
Nadere informatie= cos245 en y P = sin245.
G&R havo B deel C. von Schwartzenberg / a b overstaande rechthoekszijde PQ PQ sinα = (in figuur 8.) sin = = PQ = sin 0, 9. schuine zijde OP aanliggende rechthoekszijde OQ OQ cosα = (in figuur 8.) cos =
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed
Nadere informatie10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
5 bladzijde 9 ab f g h i j functie nr 5 Domein [ 0, 0, Bereik [ 0, [ 0, 0, c D k B k, 0 0, d Spiegelen in de -as geeft het tegengestelde bereik, dus, 0]. e u ( ) en yu ( ) u f D q, 0 0, ; B q 0, a [, b
Nadere informatieUitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek
Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de
Nadere informatieLessen wiskunde uitgewerkt.
Lessen Wiskunde uitgewerkt Lessen in fase 1. De Oriëntatie. Les 1. De eenheidscirkel. In deze les gaan we kijken hoe we de sinus en de cosinus van een hoek kunnen uitrekenen door gebruik te maken van de
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)
wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 1.0 16.0 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 18
Nadere informatie16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i
16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =
Nadere informatieTrillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast
Nadere informatie10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:
10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld
Nadere informatieParagraaf 14.0 : Eenheidscirkel
Hoofdstuk 14 Allerlei formules (V6 Wis A) Pagina 1 van 12 Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel De eenheidscirkel met graden Definities Eenheidscirkel = { Cirkel met middelpunt O en straal 1 } cos(θ) = x coordinaat
Nadere informatieWiskunde D voor HAVO. Periodieke functies. Samengesteld door Gert Treurniet. Versie 2
Wiskunde D voor HAVO Periodieke functies Samengesteld door Gert Treurniet Versie . Inleiding Een toon is een trilling. De trilling van lucht brengt ons trommelvlies in beweging. De beweging van ons trommelvlies
Nadere informatie10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden
10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn
Nadere informatie0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen
0. voorkennis Periodieke verbanden Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen Er zijn twee verschillende tekendriehoeken: de 45-45 -90 driehoek en de 30-0 -90 -driehoek. Kenmerken
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
8 Voorkennis: Sinusfuncties ladzijde 9 V- Uit 8 radialen volgt 8 radialen Je krijgt dan de volgende tael: V-a V-a 8 graden 6 9 8 radialen O 6 6 7 8 9 Aflezen:,,,, c Aflezen:, d Aflezen:, e Aflezen: O Aflezen:,,,
Nadere informatie6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.
6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt
Nadere informatieHOOFDSTUK 4: GONIOMETRISCHE FUNCTIES
1 HOOFDSTUK 4: GONIOMETRISCHE FUNCTIES 1 Periodieke functies 2 1.1 Op verkenning 2 1.2 Periodieke functie 2 1.3 Periode-interval, evenwichtslijn en amplitude 4 1.4 De perioderechthoek 4 1.5 Oefeningen
Nadere informatieDe Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreide antwoorden Hoofdstuk 2 Regels voor differentiëren
De Wageningse Methode &6 WO wiskunde B Uitgebreide antwoorden Hoofdstuk egels voor differentiëren Paragraaf Opnieuw sinus en inus a. -, 0, ; -, ; -, ; -, b. (,sin) (-0, ; 0,9), met de G Op dezelfde hoogte:,
Nadere informatie2.1 Lineaire functies [1]
2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte
Nadere informatie14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:
14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64
Nadere informatieICT - Cycloïden en andere bewegingen
ICT - Ccloïden en andere bewegingen bladzijde 80 a ( 0, ) b Als de middelpuntshoek radiaal is, is de bijbehorende booglengte: omtrek π π = meter. er seconde wordt er over radiaal gedraaid en wordt er dus
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I
Uit de kust Een kustlijn bestaat uit drie rechte stukken AB, BC en CD, die hoeken van 90 met elkaar maken. De lengte van elk recht stuk is 4 kilometer. Zie figuur. In de figuur zijn twee stippellijnen
Nadere informatie(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a
Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde
Nadere informatiehavo 5 wiskunde B deel 2 Hoofdstuk 11 (voorlopig) de Wageningse Methode
havo 5 wiskunde B deel 2 Hoofdstuk 11 (voorlopig) de Wageningse Methode Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatievwo 5 wiskunde B deel 1 de Wageningse Methode
vwo 5 wiskunde B deel 1 de Wageningse Methode Copyright 2016 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Dolf van den Hombergh, Peter Kop, Henk Reuling, Daan
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur
Eamen VW 016 tijdvak 1 woensdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde (pilot) it eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieParagraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken
Hoofdstuk 7 Lijnen en cirkels (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier y =
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2
wiskunde B1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.
Nadere informatiesin 1 sin cos sec tan.sin sin cos cos cos cos cos
. Vereenvoudig de uitdrukkingen (schrijf met zo weinig mogelijk goniometrische getallen en bewerkingen). a) b) cos sin sin cos cos. tan cos.sec c) d) cos sin cot e) sin cos tan f) cos sin cot tan sec.csc
Nadere informatie5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B
Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 2019 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk - Periodieke functies Voorkennis: Sinusfuncties ladzijde V-a De omtrek van de eenheidscirkel is π = π. Hierij hoort een hoek van zowel π radialen als 0. Dus 80 komt overeen met π radialen. V-a
Nadere informatie6. Goniometrische functies.
Uitwerkingen R-vragen hodstuk 6 6. Goniometrische functies. R1 Wat heeft een cirkelomwenteling te maken met een sinus cosinus? ls een punt met constante snelheid een cirkelbeweging uitvoert en je zet hoogte
Nadere informatie13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.
Gegeven is de functie.0 Voorkennis Deze functie bestaat niet bij een van. Invullen van = geeft een deling door 0. De functie g() = heeft als domein R en is een ononderbroken kromme. Deze functie is continu
Nadere informatieopdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF
lijnen en cirkels opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF 0. voorkennis De vergelijking ax+by=c Stelsels lineaire vergelijkingen De algemene vorm van een lineaire vergelijkingen met de variabele
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Vrijdag 4 mei 3.30 6.30 uur 0 0 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen.
Nadere informatiewiskunde B vwo 2016-I
wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie HOVO Utrecht Les 1: Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist Overzicht colleges 1. College 1 1. Goniometrie 2. Vectoren 2. College
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatie2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax
00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatiewiskunde B vwo 2015-II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieUitwerkingen bij 1_0 Voorkennis: Sinusoïden
Uitwerkingen ij _ Voorkennis: Sinusoïden V_ a A( π, ), B( π, ), C( π, ) en D(π, ) Met de rekenmachine : Y = sinx Y = Met CALC, Intersect of G-Solve, ISCT: c V_ a x,6, x,5 of x,67 Bij een verschuiving van
Nadere informatieTentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 16 januari 2015 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 08 tijdvak maandag 4 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II
Voedselbehoefte In een zeker gebied wordt een grote toename van de bevolking voorzien. Om de daarmee gepaard gaande problemen het hoofd te kunnen bieden, heeft men een schatting nodig van de grootte van
Nadere informatiewiskunde B vwo 2018-I
Formules Goniometrie sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) sin( t) sin( t)cos( t) cos(
Nadere informatieDe vergelijking van Antoine
De vergelijking van Antoine Als een vloeistof een gesloten ruimte niet geheel opvult, dan verdampt een deel van de vloeistof. De damp oefent druk uit op de wanden van de gesloten ruimte: de dampdruk. De
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I
Eindeamen vwo wiskunde pilot 03-I Formules Goniometrie sin( t u) sintcosu costsinu sin( t u) sintcosu costsinu cos( t u) costcosu sintsinu cos( t u) costcosu sintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos t sin
Nadere informatieBal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.
Bal in de sloot Een bal met een straal van cm komt in een figuur sloot terecht en blijft drijven. Het laagste punt van de bal bevindt zich h cm onder het wateroppervlak. In figuur zie je een doorsnede
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II
Brandstofverbruik Een schip maakt een tocht over een rivier van P naar Q en terug. De afstand tussen P en Q is 42 km. Van P naar Q vaart het schip tegen de stroom in (stroomopwaarts); op de terugreis vaart
Nadere informatie2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling
TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk
Nadere informatieOverzicht meetkunde. Driehoeksmeetkunde. Stelling van Pythagoras.
Stelling van Thales. In een rechthoekige driehoek geldt: het midden van de schuine zijde is het middelpunt van de omgeschreven cirkel. Omgekeerde stelling van Thales. Als het middelpunt van de omgeschreven
Nadere informatie6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden
6.0 Voorkennis Kruislings vermenigvuldigen: A C AD BC B D Voorbeeld: 50 0 x 50 0( x ) 50 0x 0 0x 60 x 6 6.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [] a [2] q a q p pq p
Nadere informatieHoofdstuk 8 Goniometrie. 8.1 De eenheidscirkel. Opgave 1: PQ 1 OQ 1. Opgave 2: Opgave 3: GETAL EN RUIMTE HAVO WB D2 H8 1-1 - AUGUSTINIANUM (LW)
Hoofdstuk 8 Goniometrie 8. De eenheidscirkel Opgave : PQ a. sin 6 PQ sin 6 0,9 OQ cos6 OQ cos 6 0, b. P0,;0,9) Opgave : a. POQ 80 6 PQ 0,9 OQ 0, P0,;0,9) b. cos 0, sin 0,9 x P cos 0, y P sin 0,9 c. POQ
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie Utrecht Les : Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist verzicht colleges. College. Goniometrie 2. Vectoren 2. College 2. Matrixen
Nadere informatie2012 I Onafhankelijk van a
0 I Onafhankelijk van a Voor a>0 is gegeven de functie: f a (x) = ( ax) e ax. Toon aan dat F a (x) = x e ax een primitieve functie is van f a (x). De grafiek van f a snijdt de x-as in (/a, 0) en de y-as
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 14 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 69 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatieTentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 januari Tijd: 9. -. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een berekening
Nadere informatieTENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,
TENTAMEN ANALYSE. dinsdag april 2007, 4.00-7.00. Het tentamen bestaat uit twee gedeelten: de eerste vijf opgaven gaan over de stof van het eerste gedeelte van het college. De laatste vijf opgaven gaan
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen
Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur
Examen HAVO 011 tijdvak woensdag juni 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten
Nadere informatieVoor de inhoudsopgave naast het document (in google docs): Ga naar Tools / Extra (menu) > Document outline / Document overzicht.
Samenvatting door een scholier 9041 woorden 16 mei 2017 5,7 18 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Voorwoord Deze samenvatting is gedurende VWO 6 (2016-2017) in elkaar gezet door een
Nadere informatieTentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 6 januari 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij
Nadere informatieParagraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken
Hoofdstuk 8 Meetkunde met coördinaten (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
amen VWO 2009 tijdvak dinsdag 2 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B,2 Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B 2014-I
Eindexamen vwo wiskunde B 04-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte
Nadere informatie