CBO-richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CBO-richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom"

Transcriptie

1 titioner directly after birth provides a first impression of the state and vitality of the newborn, gives base values that may be relevant for later occurring illnesses or problems, and is a first orientation on the presence of congenital malformations. Inspection of the newborn is the most important. Four possible malformations receive special attention: congenital malformations of the heart and eye, developmental hip dysplasia, and undescended testes. If the first examination was properly performed, a second routine examination by the general practitioner during the maternity visit has no proven added value. A specific physical examination should take place if indicated. It is recommended that all involved parties (health centre physicians, obstetricians, general practitioners, paediatricians and midwives) reach agreement as to the content and reporting of the first examination. literatuur 1 Aarnhem AMS van, Bemmel MD van, Crone-Kraaijeveld E, Merkx JAM, Renckens ALJM, Somford RG, et al. NHG-standaard Onderzoek van de pasgeborene. Huisarts Wet 2001;44: Riteco JA, Hingstman L. Evaluatie invoering verloskundige indicatielijst. Utrecht: NIVEL; Glazener CMA, Ramsay CR, Campbell MK, Booth P, Duffty P, Lloyd DJ, et al. Neonatal examination and screening trial (NEST): a randomised, controlled, switchback trial of alternative policies for low risk infants. BMJ 1999;318: Moss GD, Cartlidge PHT, Speidel BD, Chambers TL. Routine examination in the neonatal period. BMJ 1991;302: Hugenholtz M. De eerste visite. Het onderzoek van de pasgeborene. Huisarts Wet 1994;37: Oldenziel JH, Flikweert S, Giesen PHJ, Lo Fo Wong SH, Vissers GWM, Morshuis RHL, et al. NHG-standaard Zwangerschap en kraambed. In: Thomas S, Geijer RMM, Laan JR van der, Wiersma Tj, redacteuren. NHG-standaarden voor de huisarts. II. Utrecht: Bunge; Aanvaard op 21 december 2001 Voor de praktijk CBO-richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom e.j.th.rutgers, j.w.r.nortier, m.k.tuut, g.van tienhoven, h.struikmans, m.bontenbal, m.f.von meyenfeldt, g.vreugdenhil, t.benraadt, b.garssen en j.l.peterse* In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer vrouwen de diagnose mammacarcinoom gesteld. Met name door vroegdetectie en adjuvante behandeling is de prog- *Namens de leden van de CBO-werkgroep Behandeling van het mammacarcinoom, die aan het einde van dit artikel staan vermeld. Dit artikel wordt afgedrukt met meer dan 6 auteurs, omdat alle auteurs naar het oordeel van de redactie hebben voldaan aan de criteria voor auteurschap. Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/Nederlands Kanker Instituut, afd. Chirurgie, Amsterdam: dr.e.j.th.rutgers, chirurg, voorzitter werkgroep; Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, Leiden: prof.dr.j.w.r.nortier, internist, voorzitter werkgroep; Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht: mw.drs. M.K.Tuut, epidemioloog, methodologisch adviseur werkgroep; Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiotherapie, Amsterdam: dr.g.van Tienhoven, radiotherapeut, voorzitter subgroep Lokaal Uitgebreide Ziekte T3-T4 + Locoregionaal Recidief; Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Radiotherapie, Utrecht: dr.h.struikmans, radiotherapeut, voorzitter subgroep Locoregionale Behandeling T1-T2; Erasmus Medisch Centrum, locatie Daniel den Hoedkliniek, afd. Inwendige Geneeskunde, Rotterdam: mw.dr.m.bontenbal, internist-oncoloog, voorzitter subgroep Adjuvante Systemische Behandeling; Academisch Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Maastricht: prof.dr.m.f.von Meyenfeldt, chirurg, voorzitter subgroep Follow-up; Máxima Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, Veldhoven: dr.g.vreugdenhil, internist-oncoloog, voorzitter subgroep Gemetastaseerde Ziekte; Vereniging voor Integrale Kankercentra, Amsterdam: Mw.drs.T.Benraadt, medisch coördinator, voorzitter subgroep Organisatie, Implementatie, Registratie en Evaluatie; Helen Dowling Instituut, Utrecht: dr.b.garssen, psycholoog, voorzitter subgroep Psychosociale Begeleiding; Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/Nederlands Kanker Instituut, afd. Pathologie, Amsterdam: dr.j.l.peterse, patholoog. Correspondentieadres: mw.drs.m.k.tuut, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus , 3502 LB Utrecht (mariska. tuut@wanadoo.nl). Zie ook het artikel op bl samenvatting Teneinde te komen tot een optimalisering van de zorg voor borstkankerpatiënten, is in nauwe samenwerking tussen het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON) en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) voor het eerst een landelijke, evidence-based richtlijn voor de behandeling van het mammacarcinoom ontwikkeld. Hiertoe is een brede, multidisciplinaire werkgroep ingesteld. Deze werkgroep bestond uit door hun wetenschappelijke vereniging gemandateerde chirurgen, radiotherapeuten, internisten, pathologen, een radioloog, een nucleair-geneeskundige, een plastisch chirurg, fysiotherapeuten, oncologieverpleegkundigen, een klinisch geneticus, psychologen, medewerkers van integrale kankercentra en het CBO, en vertegenwoordigers van de Borstkanker Vereniging Nederland. De CBO-richtlijn bevat 7 hoofdstukken: lokale behandeling van het operabele mammacarcinoom, systemische adjuvante behandeling, locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom, follow-up, locoregionaal recidief, gemetastaseerde ziekte, en psychosociale aspecten. Het is niet de bedoeling dat de richtlijn rigide wordt toegepast, maar afwijken van de richtlijn moet gemotiveerd kunnen worden, met name op grond van gepubliceerde wetenschappelijke informatie. Teneinde inzicht te verkrijgen in het feitelijk gebruik van de richtlijnen Screening en diagnostiek en Behandeling van het mammacarcinoom, bepleit de werkgroep een prospectieve registratie van alle mammacarcinomen met follow-up, waartoe stappen zijn ondernomen. Hiermee is de CBO-richtlijn een bijdrage aan een verdere optimalisatie van de borstkankerzorg in Nederland Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45)

2 nose van vrouwen met een mammacarcinoom verbeterd. 1 In 2000 is voor screening en nadere diagnostiek een multidisciplinaire richtlijn uitgebracht. 2 Ook de behandeling van patiënten met borstkanker is in beweging. Als vervolg op de eerdergenoemde richtlijn hebben het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) en het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON) samen het initiatief genomen een landelijke evidence-based richtlijn te ontwikkelen voor de behandeling van mammacarcinoom. Om voldoende draagvlak te krijgen voor de richtlijn is een multidisciplinaire werkgroep samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante beroepsgroepen, aangevuld met vertegenwoordigers van de Vereniging voor Integrale Kankercentra, het NABON en de Borstkanker Vereniging Nederland. Met ondersteuning door het CBO heeft deze werkgroep zich gebogen over de vraag wat de optimale zorg is voor de behandeling van vrouwen met mammacarcinoom. In 7 subgroepen werd getracht een antwoord te vinden met behulp van bewijs uit de literatuur. De werkwijze staat elders beschreven. 3 Eén van de subgroepen heeft zich expliciet gericht op implementatie van de nieuwe richtlijn en heeft daarbij registratieformulieren ontwikkeld voor evaluatie van het gevoerde beleid en het gebruik van de richtlijn. Op 22 november 2001 is de door de werkgroep ontwikkelde conceptrichtlijn in een landelijke richtlijnbijeenkomst aan vertegenwoordigers uit het veld gepresenteerd. Op basis van aldaar mondeling of schriftelijk geuite kritiek en suggesties is de richtlijn bijgesteld en definitief vastgesteld. 4 In dit artikel geven wij hoofdlijnen van de CBO-richtlijn weer, met nadruk op nieuwe ontwikkelingen op basis van recent gepubliceerd bewijs ( evidence ). primaire lokale behandeling van ductaal carcinoma in situ en van operabel infiltrerend mammacarcinoom Ductaal carcinoma in situ. Jaarlijks wordt bij vrouwen een ductaal carcinoma in situ (DCIS) gediagnosticeerd. Deze tumor is meestal niet palpabel en wordt door screeningsmammografie ontdekt. De afmeting van het DCIS is moeilijk vast te stellen, omdat er een discrepantie kan zijn tussen de uitgebreidheid van de op het mammogram gevonden microcalcificaties en de tumorgrootte bij pathologisch onderzoek. 5 Het DCIS groeit niet infiltratief, derhalve is een okselstadiërende ingreep niet geïndiceerd. Verwijdering van de gehele borstklier geeft een genezingskans van vrijwel 100%. Klinische studies waarin is gerandomiseerd tussen ablatio mammae en mammasparende therapie zijn nooit verricht. Als voor mammasparende therapie wordt gekozen is aangetoond dat radiotherapie gegeven na de lokale excisie van een DCIS een significant kleinere kans geeft op een lokaal recidief. 67 Een tumorpositief resectievlak na tumorexcisie is de belangrijkste predictieve factor voor een recidief na mammasparende therapie voor een DCIS. 89 Geconcludeerd wordt dat een sparende behandeling van het DCIS onder strikte voorwaarden verantwoord is. Bestraling is dan in alle gevallen geïndiceerd. Operabel infiltrerend mammacarcinoom. Voor de lokale behandeling van T1-2N0-1-mammacarcinoom (operabel infiltrerend mammacarcinoom) zijn twee opties: de gemodificeerde radicale mastectomie of de mammasparende therapie bestaande uit tumorexcisie, okselbehandeling en radiotherapie. 10 Contra-indicaties voor mammasparende behandeling zijn multicentriciteit ( 2 tumorhaarden in verschillende kwadranten), een uitgebreid tumorpositief resectievlak of de keuze van de patiënte voor een mastectomie. 11 Jonge leeftijd ( 40 jaar) is een onafhankelijke (negatieve) risicofactor voor het optreden van een lokaal recidief na een mammasparende ingreep. 12 Een zogenaamde boost -dosis radiotherapie verkleint de kans op het ontstaan van een lokaal recidief. Het absolute voordeel van een boost na complete resectie van de tumor neemt af met de leeftijd van de patiënte. 12 De werkgroep heeft dan ook geadviseerd om na microscopisch complete excisie bij patiënten boven de leeftijd van 60 jaar deze boost achterwege te laten. Wanneer een patiënte een mamma-amputatie ondergaat, moet zij gewezen worden op de mogelijkheden voor mammareconstructie. Bij voorkeur geschiedt mammareconstructie direct na de amputatie, tenzij de kans groot is dat radiotherapie geïndiceerd is, daar deze behandeling meer complicaties geeft. 13 Een indicatie tot postoperatieve radiotherapie na gemodificeerde radicale mastectomie bestaat bij tumoren met een diameter > 5 cm, incomplete verwijdering of > 3 tumorpositieve okselklieren. 14 De tot voor kort als standaardprocedure uitgevoerde okselklierdissectie heeft het verkrijgen van prognostische informatie tot doel en, bij de aanwezigheid van okselkliermetastasen, tevens een optimale regionale tumorcontrole en een verbeterde overleving. 15 Echter, deze ingreep kan aanleiding geven tot morbiditeit, zoals pijnklachten en lymfoedeem. Als alternatieve stadiëring kan de schildwachtklierprocedure worden toegepast. Met deze weinig belastende ingreep kan de okselklierstatus met een betrouwbaarheid van tenminste 95% worden vastgesteld, zodat bij patiënten zonder metastasen in de schildwachtklier de okseldissectie achterwege gelaten kan worden. 16 Wanneer in de schildwachtklier wel metastasen (ook zogenaamde micrometastasen) worden aangetroffen, is behandeling van de okselklieren geïndiceerd. 17 Voor een vlot functieherstel na een okseldissectie kan fysiotherapie effectief zijn. Deze behandeling wordt bij voorkeur gestart in de late postoperatieve fase (na de 5e- 7e postoperatieve dag), omdat deze dan geen ongunstig effect heeft op het wonddrainagevolume en de wonddrainageduur. 18 adjuvante systemische therapie voor patiënten met operabel mammacarcinoom Adjuvante systemische therapie met chemotherapie (cytostatica) en/of endocriene therapie wordt gegeven als aanvulling op de primaire locoregionale behandeling om occulte metastasen te elimineren. Deze behandeling resulteert bij mammacarcinoom in een operabel stadium in een relatieve sterftereductie van ongeveer 25%. De Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45) 2145

3 absolute 10-jaarsoverlevingswinst die hiermee wordt bereikt, bedraagt 10-12% voor patiënten met axillaire kliermetastasering (N + ) en 5-6% voor patiënten zonder deze metastasen (N0) Adjuvante endocriene therapie vermindert bij hormoonreceptorpositieve tumoren de kans op een recidief en verbetert de overleving, onafhankelijk van de leeftijd van de patiënte en de menopauzale status. Adjuvante chemotherapie vermindert de kans op een recidief en verbetert de overleving eveneens, maar het effect hiervan neemt af bij hogere leeftijd (met name vanaf 50 jaar) Iedere patiënte met een N + -mammacarcinoom komt derhalve in aanmerking voor adjuvante systemische therapie. Patiënten 35 jaar komen altijd in aanmerking voor systemische therapie, ongeacht tumorgrootte, differentiatiegraad en lymfklierstatus. 22 De behandeling wordt geadviseerd volgens tabel 1. Voor vrouwen ouder dan 35 jaar met een N0- mammacarcinoom wordt het beleid volgens tabel 2 geadviseerd. De chemotherapie bestaat bij voorkeur uit 4-6 kuren antracyclinebevattende chemotherapie. Als alternatief kunnen 6 kuren cyclofosfamide-methotrexaat-fluorouracil (CMF; met cyclofosfamide oraal) worden gegeven. lokaal uitgebreid mammacarcinoom Onder locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom wordt verstaan: mammacarcinoom dat irresectabel is op basis van de klassieke irresectabiliteitscriteria (stadium T4 dan wel N2/N3). Volgens de nieuwe TNM-classificatie vallen ook patiënten met een simultane supraclaviculaire kliermetastase onder deze categorie. 23 Locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom is bij uitstek een ziekte waarbij multidisciplinaire behandeling op haar plaats is. De prognose van een patiënte met locoregionaal uitgebreide ziekte is slechter dan die van een patiënte met zogenoemde vroege ziekte. Genezing is echter niet uitgesloten en de behandeling moet derhalve curatief van opzet zijn. De kans op het aantonen van synchrone afstandsmetastasen bij de primaire diagnose is wel groter dan bij mammacarcinoom in een vroeger stadium (in de orde van 5%) en daarom wordt een stadiëringsonderzoek aanbevolen, bestaande uit een thoraxfoto, skeletscintigrafie en echografie van de lever. Neoadjuvante chemotherapie verbetert de locoregionale controle en vergroot de kans op mammasparende therapie bij locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom Echter, er is onvoldoende bewijs voor een overlevingsvoordeel van (neo)adjuvante chemotherapie bij een irresectabel mammacarcinoom Een verbetering van de overleving op de lange termijn is wel gevonden voor adjuvante hormonale therapie bij lokaal uitgebreid mammacarcinoom. 28 Radiotherapie is een inherent onderdeel van de multidisciplinaire behandeling van locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom, omdat die de locoregionale controle verbetert. 29 Bij resectabele locoregionaal uitgebreide tumoren (stadium T3 dan wel N2) is door deze behandeling zelfs een overlevingswinst aangetoond. 14 TABEL 1. Aanbeveling voor adjuvante systemische therapie bij patiënten met een mammacarcinoom in stadium N + (alle leeftijden) of N0 ( 35 jaar) receptorstatus leeftijd/menopauzale status premenopauzaal postmenopauzaal jaar jaar 70 jaar ER + en/of PgR + endocriene therapie endocriene therapie tamoxifen (eventueel tamoxifen met chemotherapie met chemotherapie met chemotherapie) ER en PgR chemotherapie chemotherapie chemotherapie geen advies mogelijk ER = oestrogeenreceptor; PgR = progesteronreceptor. TABEL 2. Aanbeveling voor adjuvante systemische therapie bij patiënten met een mammacarcinoom in stadium N0 en een leeftijd > 35 jaar tumordiameter differentiatiegraad (eventueel met MAI) BR-klasse I en II (eventueel BR-klasse II BR-klasse III (eventueel BR-klasse II in in combinatie met MAI 12 mitosen/2 mm 2 ) in combinatie met MAI > 12 mitosen/2 mm 2 ) < 1 cm geen therapie geen therapie 1-2 cm geen therapie zoals bij N + -patiënten* 3 cm zoals bij N + -patiënten* zoals bij N + -patiënten* MAI = index van mitotische activiteit; BR = microscopische differentiatiegraad van het carcinoom ingedeeld volgens de classificatie van Bloom-Richardson. *Voor postmenopauzale patiënten met een ER + - en/of PgR + -tumor is de toevoeging van chemotherapie individueel te overwegen bij een slechte prognose door een grote tumor, uitgebreide angio-invasie of BR-klasse III Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45)

4 TABEL 3. Richtlijn voor de behandeling van patiënten met een locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom neoadjuvante chemotherapie, bij voorkeur 6 antracyclinebevattende kuren chirurgie ter vermindering van de tumormassa; het is niet duidelijk of beperkte of radicale chirurgie beter is; bij klinisch ontbreken van aanwijzingen voor betrokkenheid van de oksel lijkt achterwege laten van een okselklierdissectie gerechtvaardigd locoregionale radiotherapie hormonale adjuvante behandeling, indien de hormoonreceptoren zijn aangetoond De rol van chirurgie in de multidisciplinaire behandeling is niet duidelijk. Voor patiënten met een locoregionaal uitgebreid mammacarcinoom wordt het beleid uit tabel 3 geadviseerd. follow-up bij patiënten na behandeling wegens een mammacarcinoom Lokaal recidief. Het doel van de follow-up na behandeling voor een invasief carcinoom en DCIS is het geven van voorlichting en begeleiding, en het in een zo vroeg mogelijk stadium opsporen van een locoregionaal recidief of tweede primair mammacarcinoom. De kans op het ontstaan van een recidief is voornamelijk afhankelijk van het stadium van de oorspronkelijke ziekte en bij mammasparende behandeling ook van de leeftijd. De belangrijkste prognostische factoren voor de overleving na een laatste behandelpoging ( salvage -behandeling) vanwege een locoregionaal recidief zijn het interval tussen de oorspronkelijke behandeling en het optreden van recidief, en daarnaast de uitbreiding van het locoregionale recidief. 30 Dit suggereert dat vroege detectie van belang kan zijn voor de prognose. Contralateraal mammacarcinoom. De kans op het ontstaan van een contralateraal mammacarcinoom is hoger naarmate de leeftijd van de vrouw bij diagnose van het eerste mammacarcinoom lager is, wanneer de eerste tumor van het lobulaire type is en wanneer er sprake is van een positieve familieanamnese. 31 Moderne radiotherapietechnieken lijken de kans op een contralaterale tumor niet te verhogen. 32 Chemotherapie en tamoxifen verlagen de kans op een contralateraal mammacarcinoom zelfs Regelmatig mammografisch onderzoek, in aanvulling op het lichamelijk onderzoek, draagt bij aan een vroegtijdige opsporing van het contralaterale mammacarcinoom en aan een betere prognose. 34 Metastasen op afstand. Het manifest worden van metastasen op afstand in de follow-upperiode betekent dat de patiënte niet meer gecureerd kan worden. Intensieve follow-up met als doel asymptomatische afstandsmetastasen te detecteren levert geen overlevingsvoordeel op Patiënten met een mammacarcinoom worden geconfronteerd met verwerkingsproblematiek en vermoeidheid. Daarnaast treden bijwerkingen op die specifiek aan de therapie zijn gerelateerd en die consequenties voor de follow-up kunnen hebben. De vroege follow-upperiode is bij uitstek de periode waarbij psychosociale zorg aan bod komt en waarbij voorlichting en lotgenotencontact nuttig kunnen zijn. De optimale duur van de follow-up is onbekend en wordt in overleg tussen arts en patiënte bepaald, maar zal gelet op het bovenstaande zelden de duur van 5 jaar te boven gaan. Na het beëindigen van de follow-up wordt regelmatig mammografische controle aanbevolen. Op empirische gronden wordt een controlebezoek van eens per 3 maanden in het 1e jaar geadviseerd, eens per halfjaar in het 2e jaar en daarna jaarlijks. Het moet aan de patiënte (en de eerste lijn) duidelijk zijn bij wie zij zich, tussentijds en na het beëindigen van de follow-up, in geval van klachten kan vervoegen voor nader(e) hulp en advies. locoregionaal recidief van mammacarcinoom Patiënten met een geïsoleerd locoregionaal recidiefmammacarcinoom na mastectomie of mammasparende therapie hebben een 5-jaarsoverlevingskans van 50-60%. 37 Evenals bij het locoregionaal uitgebreide mammacarcinoom dient de behandeling derhalve gericht te zijn op curatie. Salvage -mastectomie wordt geadviseerd bij een geïsoleerd lokaal recidief na mammasparende behandeling. 30 Bij een geïsoleerd lokaal recidiefmammacarcinoom na gemodificeerde radicale mastectomie of een geïsoleerd regionaal recidief na mastectomie of mammasparende therapie, in tevoren onbestraald gebied, bestaat de voorkeursbehandeling uit hooggedoseerde radiotherapie, indien mogelijk voorafgegaan door chirurgische verwijdering van de tumor. 38 Bij een recidief in eerder bestraald gebied wordt laaggedoseerde herbestraling met hyperthermie geadviseerd, zo mogelijk voorafgegaan door chirurgie Opgemerkt moet worden dat hyperthermie slechts op enkele plaatsen in Nederland mogelijk is (Amsterdam, Rotterdam en Tilburg). Veel patiënten met een locoregionaal recidief hebben bij hun oorspronkelijke behandeling al adjuvante systemische behandeling gehad. Hoewel er onvoldoende bewijs bestaat voor het nut van secundaire adjuvante chemotherapie in deze situatie, kan deze behandeling overwogen worden bij speciale patiënten, bijvoorbeeld voor een okselrecidief bij een patiënte die geen chemotherapie geeft gehad. Secundaire adjuvante hormonale therapie kan wel een verbetering van de ziektevrije overleving geven. 41 diagnostiek en behandeling bij patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom Een op afstand gemetastaseerd mammacarcinoom moet als niet-curabel worden beschouwd. De belangrijkste doelstelling bij de behandeling van de betreffende patiënten is dan ook het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van leven door klachtenbestrijding. Daarnaast kan met systemische behandeling tijdelijke terugdringing van de ziekte worden bereikt. Patiënten met een gemetastaseerd oestrogeenreceptor- of progesteronreceptorpositief mammacarcinoom komen in aanmerking voor hormonale therapie. Dit geldt ook indien de re- Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45) 2147

5 ceptorstatus onbekend is. Echter, de reactie op hormonale therapie treedt soms langzaam op. Bij snel progressieve ziekte dan wel uitgebreide viscerale metastasering wordt daarom veelal primair chemotherapie geadviseerd. De keuze van het soort hormonale therapie is afhankelijk van de menopauzale status, het toxiciteitsprofiel van de medicamenten en eventuele eerdere hormonale behandeling. 42 Tweede (en eventueel derde, enzovoort) hormonale behandeling komt in aanmerking indien er een respons of stabilisatie van de ziekte op een eerdere endocriene therapie is opgetreden. Bij postmenopauzale patiënten blijken aromataseremmers, als eerste hormonale behandeling, te resulteren in een betere progressievrije overleving en minder bijwerkingen dan tamoxifen; de aanbevolen behandelvolgorde staat in tabel De eerste palliatieve chemotherapie kan bestaan uit een antracyclinebevattend schema of CMF. Patiënten met een antracyclineresistente tumor komen in aanmerking voor behandeling met taxoïden als tweede therapie. Bij patiënten met een sterke overexpressie van het humane-epidermale-groeifactor(her2)-gen kan paclitaxel in combinatie met trastuzumab worden overwogen. 47 Bij patiënten met botmetastasen van een mammacarcinoom is aangetoond dat met name behandeling met intraveneus toegediende bisfosfonaten resulteert in een significante afname in de frequentie van het optreden van fracturen, pijn of hypercalciëmie Bij bestraling van pijnlijke botmetastasen resulteert een eenmalige bestraling van 8 Gy bij het overgrote deel van de patiënten in een klinisch significante afname van de pijn Indien de pijn na verloop van tijd recidiveert, kan deze bestraling eventueel herhaald worden. psychosociale begeleiding van patiënten met een mammacarcinoom Kanker en de consequenties daarvan hebben vaak een grote invloed op het leven van de persoon die aan de ziekte lijdt. Bij veel patiënten treden negatieve emotionele gevolgen op. Eén à twee jaar na de diagnose rapporteert 20-30% van de patiënten psychische klachten. 52 Arts-patiëntcommunicatie is een wezenlijk onderdeel van goede medische zorg. Drie belangrijke aspecten hiervan zijn: informatieverstrekking aan de patiënte (voorlichting), besluitvorming over de behandeling, en het bieden van emotionele ondersteuning. De meeste patiënten met borstkanker willen veel informatie ontvangen, bij voorkeur van de arts of de verpleegkundige; de voorlichting moet ondersteund worden met voorlichtingsmateriaal. 53 Bovendien wil een aanzienlijk deel van de patiënten met borstkanker meebeslissen over behandelingen. 54 Tenslotte leidt goede communicatie tot minder angst en depressie bij borstkankerpatiënten. 55 Deelname aan een sociale steungroep en lotgenotencontact kunnen een belangrijke bron van steun en informatie voor de patiënte betekenen. 56 Het is aangetoond dat psychologische interventies voor mensen met kanker effect hebben op de kwaliteit van leven. 57 Artsen en verpleegkundigen moeten op de hoogte zijn van verwijsmogelijkheden naar gespecialiseerde psycho-oncologische zorg en sociale steungroepen en de mogelijkheden voor lotgenotencontact. beschouwing De hier in hoofdlijnen samengevatte CBO-richtlijn is vastgesteld door een brede multidisciplinaire werkgroep van door de betrokken beroepsverenigingen gemandateerde leden, en na mondelinge en schriftelijke consultatie van medewerkers in het veld. Naar de mening van de werkgroep moet deze richtlijn dienen als uitgangspunt voor door de afzonderlijke integrale kankercentra en de afzonderlijke ziekenhuizen gebruikte behandelingsprotocollen. Mammateam. De werkgroep meent dat behandeling van borstkankerpatiënten binnen een ziekenhuis door een multidisciplinair mammateam de beste garanties biedt voor optimale kwaliteit. Zo n mammateam moet bestaan uit in de materie geïnteresseerde chirurgen, radiotherapeuten, internisten-oncologen, pathologen en radiologen. Daarnaast is een mammazorgverpleegkundige van grote waarde binnen zo n team. Genuanceerde toepassing van de CBO-richtlijn. De richtlijn laat daar waar onvoldoende bewijs voorhanden is, ruimte voor nuanceringen. Het is niet de bedoeling TABEL 4. Richtlijnen voor hormonale behandeling van patiënten met een gemetastaseerd mammacarcinoom hormonale lijn* behandeling/medicament premenopauzaal postmenopauzaal 1 inductie van postmenopauzale status aromataseremmers (indien LHRH wordt toegepast, dan combineren met tamoxifen) 2 zoals bij postmenopauzale patiënten (indien tamoxifen als eerste anti-oestrogenen behandeling werd gebruikt, deze fase met anti-oestrogenen overslaan) 3 progestagenen 4 androgenen 5 oestrogenen (in farmacologische dosis) LHRH = luteïniserend-hormoon- releasing -hormoon. *Volgorde van hormonale behandeling. Bij gebruik van LHRH-analoga is aangetoond dat combinatie met het anti-oestrogeen tamoxifen voordeel biedt Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45)

6 dat de richtlijn rigide wordt toegepast, maar afwijken van de richtlijn moet gemotiveerd kunnen worden. Redenen om van de richtlijn af te wijken kunnen zijn: individuele patiëntgebonden omstandigheden, het meedoen aan nieuw eigen of multicentrisch onderzoek, of nieuw beschikbaar gekomen, gepubliceerde bewijzen. Het niet eens zijn met de conclusies van de werkgroep zonder dat dit met literatuur gestaafd kan worden, is in onze visie onvoldoende grond om in een huisprotocol van de richtlijn af te wijken. Jaarlijkse actualisering. Aangezien de stand van de wetenschap niet statisch is, heeft de werkgroep zich voorgenomen jaarlijks een vergadering te beleggen met als doel te kijken of de richtlijn moet worden aangepast op basis van nieuw gepubliceerd bewijs. Gefundeerde en met literatuur omklede suggesties voor verandering die in dat kader moeten worden besproken kunnen via één van de leden van de werkgroep of via het CBO worden ingediend. Registratie. Teneinde inzicht te verkrijgen in het feitelijk gebruik van de richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom, bepleit de werkgroep een prospectieve registratie van alle mammacarcinomen met follow-up. Hiertoe is een dataset geformuleerd. Met behulp van deze registratie kunnen de richtlijnen Screening en diagnostiek en Behandeling en het gebruik ervan geëvalueerd worden. In samenspraak met de Vereniging voor Integrale Kankercentra wordt naar wegen gezocht om een dergelijke registratie tot stand te brengen. Deze CBO-richtlijnen en een goede, breedgedragen implementatie daarvan kunnen bijdragen aan een optimale zorg voor de borstkankerpatiënten in Nederland. De leden van de werkgroep Behandeling van het mammacarcinoom waren: prof.dr.j.w.r.nortier, internist, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden (voorzitter); dr.e.j.th. Rutgers, chirurg, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/- Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam (voorzitter); mw. M.S.C.van Heerden, managementassistent, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO), Utrecht (secretaris); mw.drs.m.k.tuut, epidemioloog, CBO, Utrecht (adviseur); mw.g.e.balm-boeijenga, fysiotherapeut, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam; dr.l.v.a.m.beex, medisch oncoloog, Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON), Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen; mw.t.benraadt, medisch coördinator, Vereniging van Integrale Kankercentra, Amsterdam; mw.dr.g.h.de Bock, epidemioloog, Nederlands Huisartsen Genootschap, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; mw.m.d.den Boer, mammacareverpleegkundige, Erasmus Medisch Centrum, locatie Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam; mw.dr.m.bontenbal, internist-oncoloog, Erasmus Medisch Centrum, locatie Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam; dr.j.w.w.coebergh, epidemioloog, Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven; mw.dr.j.a.a.m.van Dijck, epidemioloog, Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen; dr.b.garssen, psycholoog, Helen Dowling Instituut, Utrecht; prof.dr. R.Holland, patholoog, Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen; prof.dr.m.f.von Meyenfeldt, chirurg, Academisch Ziekenhuis, Maastricht; drs.s.molenaar, gezondheidswetenschapper, Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Amsterdam; mw.m.h.natrop, verpleegkundig specialist oncologie, Gelre Ziekenhuizen, Zutphen; dr. J.C.Oosterwijk, klinisch geneticus, Academisch Ziekenhuis, Groningen; J.L.Peterse, patholoog, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam; dr.h.j. Pijpers, nucleair-geneeskundige, Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam; D.H.F.Rietveld, radiotherapeut, Radiotherapeutisch Instituut Friesland, Leeuwarden; dr.r.m.h. Roumen, chirurg, St. Joseph Ziekenhuis, Veldhoven; mw.m. Schinkelshoek, fysiotherapeut, Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie binnen de Lymfologie (NVFL), Utrecht; mw. M.Smit-Winterink, Borstkanker Vereniging Nederland, Haarlem; dr.h.struikmans, radiotherapeut, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht; mw.e.taselaar-benes, Borstkanker Vereniging Nederland, Rotterdam; dr.g.van Tienhoven, radiotherapeut, Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Amsterdam; dr.r.a.e.m.tollenaar, chirurg, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; mw.dr.c.a.uylde Groot, programmaleider kankerstudies, Institute for Medical Technology Assessment, Erasmus Universiteit, Rotterdam; dr.a.c.voogd, epidemioloog, Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven; dr.g.vreugdenhil, internist-oncoloog, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven; mw.l.a.e.woerdeman, plastisch chirurg, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis/Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam; mw.dr.h.m.zonderland, radioloog, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: richtlijnprogramma van de Orde van Medisch Specialisten. De volledige CBO-richtlijn is te bestellen bij Van Zuiden Communications, Postbus 2122, 2400 CC Alphen aan den Rijn, en zal bovendien worden opgenomen op de website van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO: www. cbo.nl. abstract Dutch Institute for Healthcare Improvement guideline Treatment of breast cancer The first Dutch evidence-based guideline for the treatment of breast cancer has been developed to realise the optimal care of breast cancer patients in the Netherlands. This was possible due to the close cooperation of the Dutch Institute for Healthcare Improvement [Dutch acronym: CBO] and the Dutch Consultative Committee on Breast Cancer [Dutch acronym: NABON]. A broad, multidisciplinary working group was appointed to develop the guideline. This group consisted of surgeons, radiotherapists, internists, pathologists, a radiologist, a nuclear medicine specialist, a plastic surgeon and a clinical geneticist, all of whom had been given a mandate to represent their respective professional societies. In addition to these medical specialists, there were physiotherapists, oncology nurses, psychologists, staff from comprehensive cancer centres and the Dutch Institute for Healthcare Improvement and representatives from the Dutch Breast Cancer Association. This CBO guideline is divided into seven chapters: local treatment of operable breast cancer, systemic adjuvant treatment, locoregionally advanced disease, follow-up, locoregional recurrence, metastasised disease, and the psychosocial aspects of breast cancer. Although the guideline is not intended as a set of instructions that must be rigidly adhered to, deviations from the guideline must be motivated, principally on the basis of published scientific information. To obtain insight into the actual use of the guidelines Screening and diagnostics and Treatment of breast cancer Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45) 2149

7 the work group advocates a nationwide prospective registration of all breast cancer patients, including follow-up. Steps to this end have been undertaken. In this way, the CBO guideline will contribute to a further optimisation of breast cancer care in the Netherlands. literatuur 1 Landelijk Evaluatie Team voor Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker. Landelijk bevolkingsonderzoek naar borstkanker volledig ingevoerd; resultaten van de implementatiefase Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Het mammacarcinoom: richtlijn voor screening en diagnostiek. Utrecht: CBO; Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Richtlijnontwikkeling binnen het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Handleiding voor werkgroepleden. Utrecht: CBO; Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom. Utrecht: CBO; Holland R, Hendriks JH, Verbeek AL, Mravunac M, Schuurmans- Stekhoven JH. Extent, distribution, and mammographic/histological correlations of breast ductal carcinoma in situ. Lancet 1990;335: Fisher B, Dignam J, Wolmark N, Mamounas E, Costantino J, Poller W, et al. Lumpectomy and radiation therapy for the treatment of intraductal breast cancer: findings from National Surgical Adjuvant Breast and Bowel Project B-17. J Clin Oncol 1998;16: Julien JP, Bijker N, Fentiman IS, Peterse JL, Delledonne V, Rouanet P, et al. Radiotherapy in breast-conserving treatment for ductal carcinoma in situ: first results of the EORTC randomised phase III trial EORTC Breast Cancer Cooperative Group and EORTC Radiotherapy Group. Lancet 2000;355: Bijker N, Peterse JL, Duchateau L, Julien JP, Fentiman IS, Duval C, et al. Risk factors for recurrence and metastasis after breast-conserving therapy for ductal carcinoma-in-situ: analysis of European Organization for Research and Treatment of Cancer Trial J Clin Oncol 2001;19: Silverstein MJ, Lagios MD, Groshen S, Waisman JR, Lewinsky BS, Martino S, et al. The influence of margin width on local control of ductal carcinoma in situ of the breast. N Engl J Med 1999;340: Morris AD, Morris RD, Wilson JF, White J, Steinberg S, Okunieff P, et al. Breast-conserving therapy vs mastectomy in early-stage breast cancer: a meta-analysis of 10-year survival. Cancer J Sci Am 1997;3: Borger J, Kemperman H, Hart A, Peterse H, Dongen J van, Bartelink H. Risk factors in breast-conservation therapy. J Clin Oncol 1994;12: Bartelink H, Horiot JC, Poortmans PM, Struikmans H, Bogaert W van den, Barillot I, et al. Recurrence rates after treatment of breast cancer with standard radiotherapy with or without additional radiation. N Engl J Med 2001;345: Contant CME, Geel AN van, Holt B van der, Griep C, Tjong Joe Wai R, Wiggers Th. Morbidity of immediate breast reconstruction (IBR) after mastectomy by a subpectorally placed silicone prosthesis: the adverse effect of radiotherapy. Eur J Surg Oncol 2000;26: Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Favourable and unfavourable effects on long-term survival of radiotherapy for early breast cancer: an overview of the randomised trials. Lancet 2000;355: Orr RK. The impact of prophylactic axillary node dissection on breast cancer survival a Bayesian meta-analysis. Ann Surg Oncol 1999;6: Borgstein PJ, Pijpers R, Comans EF, Diest PJ van, Boom RP, Meijer S. Sentinel lymph node biopsy in breast cancer: guidelines and pitfalls of lymphoscintigraphy and gamma probe detection. J Am Coll Surg 1998;186: Turner RR, Chu KU, Qi K, Botnick LE, Hansen NM, Glass EC, et al. Pathologic features associated with nonsentinel lymph node metastases in patients with metastatic breast carcinoma in a sentinel lymph node. Cancer 2000;89: Schinkelshoek M, Guinee N, Hohner S, Zandveld C, Wagenaar RC. Vroege versus late start van fysiotherapie na een mammaprocedure met okselklierdissectie. Research synthese en landelijke enquête. Ned Tijdschr Fysiother 1998;108: Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Polychemotherapy for early breast cancer: an overview of the randomised trials. Lancet 1998;352: Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Ovarian ablation in early breast cancer: overview of the randomised trials. Lancet 1996;348: Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Tamoxifen for early breast cancer: an overview of the randomised trials. Lancet 1998;351: Chung M, Chang HR, Bland KI, Wanebo HJ. Younger women with breast carcinoma have a poorer prognosis than older women. Cancer 1996;77: Sobin LH, Wittekind Ch, editors. TNM classification of malignant tumours. 6th ed. New York: Wiley; Powles TJ, Hickish TF, Makris A, Ashley SE, O Brien ME, Tidy VA, et al. Randomized trial of chemoendocrine therapy started before or after surgery for treatment of primary breast cancer. J Clin Oncol 1995;13: Mauriac L, MacGrogan G, Avril A, Durand M, Floquet A, Debled M, et al. Neoadjuvant chemotherapy for operable breast carcinoma larger than 3 cm: a unicentre randomized trial with a 124-month median follow-up. Institut Bergonie Bordeaux Groupe Sein (IBBGS). Ann Oncol 1999;10: Derman DP, Browde S, Kessel IL, Moor NG de, Lange M, Dansey R, et al. Adjuvant chemotherapy (CMF) for stage III breast cancer: a randomized trial. Int J Radiat Oncol Biol Phys 1989;17: Koning C, Hart G. Long-term follow-up of a randomized trial on adjuvant chemotherapy and hormonal therapy in locally advanced breast cancer. Int J Radiat Oncol Biol Phys 1998;41: Bartelink H, Rubens RD, Schueren E van der, Sylvester R. Hormonal therapy prolongs survival in irradiated locally advanced breast cancer: a European Organization for Research and Treatment of Cancer Randomized Phase III Trial. J Clin Oncol 1997;15: Papaioannou A, Lissaios B, Vasilaros S, Miligos S, Papadimitriou G, Kondilis D, et al. Pre- and postoperative chemoendocrine treatment with or without postoperative radiotherapy for locally advanced breast cancer. Cancer 1983;51: Haffty BG, Fischer D, Beinfield M, McKhann C. Prognosis following local recurrence in the conservatively treated breast cancer patient. Int J Radiat Oncol Biol Phys 1991;21: Vaittinen P, Hemminki K. Risk factors and age-incidence relationships for contralateral breast cancer. Int J Cancer 2000;88: Obedian E, Fischer DB, Haffty BG. Second malignancies after treatment of early-stage breast cancer: lumpectomy and radiation therapy versus mastectomy. J Clin Oncol 2000;18: Broet P, de la Rochefordiere A, Scholl SM, Fourquet A, Mosseri V, Durand JC, et al. Contralateral breast cancer: annual incidence and risk parameters. J Clin Oncol 1995;13: Kaas R, Hart AAM, Besnard APE, Peterse JL, Rutgers EJT. Impact of mammographic interval on stage and survival after the diagnosis of contralateral breast cancer. Br J Surg 2001;88: Rosselli Del Turco M, Palli D, Cariddi A, Ciatto S, Pacini P, Distante V. Intensive diagnostic follow-up after treatment of primary breast cancer. A randomized trial. National Research Council Project on Breast Cancer follow-up. JAMA 1994;271: The GIVIO Investigators. Impact of follow-up testing on survival and health-related quality of life in breast cancer patients. A multicenter randomized controlled trial. JAMA 1994;271: Tienhoven G van, Voogd AC, Peterse JL, Nielsen M, Andersen KW, Mignolet F, et al. Prognosis after treatment for loco-regional recurrence after mastectomy or breast conserving therapy in two randomised trials (EORTC and DBCG-82TM). EORTC Breast Cancer Cooperative Group and the Danish Breast Cancer Cooperative Group. Eur J Cancer 1999;35: Jager JJ, Volovics L, Schouten LJ, Jong JM de, Hupperets PS, Meyenfeldt MF von, et al. Loco-regional recurrences after mastectomy in breast cancer: treatment results and prognostic factors [proefschrift]. Ch 6. Utrecht: Universiteit Utrecht; Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45)

8 39 Vernon CC, Hand JW, Field SB, Machin D, Whaley JB, Zee J van der, et al. Radiotherapy with or without hyperthermia in the treatment of superficial localized breast cancer: results from five randomized controlled trials. International Collaborative Hyperthermia Group. Int J Radiat Oncol Biol Phys 1996;35: Zee J van der, Rhoon GC van, Wijnmaalen AJ, Koper PCM, Putten WLJ. Reïrradiatie met hyperthermie bij patiënten met een recidiefmammacarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Borner M, Bacchi M, Goldhirsch A, Greiner R, Harder F, Castiglione M, et al. First isolated locoregional recurrence following mastectomy for breast cancer: results of a phase III multicenter study comparing systemic treatment with observation after excision and radiation. Swiss Group for Clinical Cancer Research. J Clin Oncol 1994;12: Ellis MJ, Hayes DF, Lippman ME. Treatment of metastatic breast cancer. In: Harris JR, Lippman ME, Morrow M, Osborne CK. Diseases of the breast. 2nd ed. Philadelphia: Lippincott, Williams & Wilkins; p Nabholtz JM, Buzdar A, Pollak M, Harwin W, Burton G, Mangalik A, et al. Anastrozole is superior to tamoxifen as first-line therapy for advanced breast cancer in postmenopausal women: results of a North American multicenter randomized trial. Arimidex Study Group. J Clin Oncol 2000;18: Mouridsen H, Gershanovich M, Sun Y, Perez-Carrion R, Boni C, Monnier A, et al. Superior efficacy of letrozole versus tamoxifen as first-line therapy for postmenopausal women with advanced breast cancer: results of a phase III study of the International Letrozole Breast Cancer Group. J Clin Oncol 2001;19: Bonneterre J, Thürlimann B, Robertson JFR, Krzakowski M, Mauriac L, Koralewski P, et al. Anastrozole versus tamoxifen as first-line therapy for advanced breast cancer in 668 postmenopausal women: results of the Tamoxifen or Arimidex Randomised Group Efficacy and Tolerability study. J Clin Oncol 2000;18: Klijn JGM, Blamey RW, Boccardo F, Tominaga T, Duchateau L, Sylvester R. Combined tamoxifen and luteinizing hormonereleasing hormone (LHRH) agonist versus LHRH agonist alone in premenopausal advanced breast cancer: a meta-analysis of four randomised trials. Combined Hormone Agents Trialists Group. J Clin Oncol 2001;19: Slamon DJ, Leyland-Jones B, Shak S, Fuchs H, Paton V, Bajamonde A, et al. Use of chemotherapy plus a monoclonal antibody against HER2 for metastatic breast cancer that overexpresses HER2. N Engl J Med 2001;344: Hortobagyi GN, Theriault RL, Lipton A, Porter L, Blayney D, Sinoff C, et al. Long-term prevention of skeletal complications of metastatic breast cancer with pamidronate. Protocol 19 Aredia Breast Cancer Study Group. J Clin Oncol 1998;16: Theriault RL, Lipton A, Hortobagyi GN, Leff R, Gluck S, Stewart JF, et al. Pamidronate reduces skeletal morbidity in women with advanced breast cancer and lytic bone lesions: a randomized, placebocontrolled trial. J Clin Oncol 1999;17: Yarnold JR. 8 Gy single fraction radiotherapy for the treatment of metastatic skeletal pain: randomised comparison with a multifraction schedule over 12 months of patient follow-up. Bone Pain Trial Working Party. Radiother Oncol 1999;52: Steenland E, Leer J, Houwelingen H van, Post WJ, Hout WB van den, Kievit J, et al. The effect of a single fraction compared to multiple fractions on painful bone metastases: a global analysis of the Dutch Bone Metastasis Study. Radiother Oncol 1999;52: Irvine D, Brown B, Crooks D, Roberts J, Browne G. Psychosocial adjustment in women with breast cancer. Cancer 1991;67: Rees CE, Bath PA. The information needs and source preferences of women with breast cancer and their family members: a review of the literature published between 1988 and J Adv Nurs 2000; 31: Degner LF, Kristjanson LJ, Bowman D, Sloan JA, Carriere KC, O Neil J, et al. Information needs and decisional preferences in women with breast cancer. JAMA 1997;277: Fallowfield LJ, Hall A, Maguire P, Baum M, A Hern RPA. Psychological effects of being offered choice of surgery for breast cancer. BMJ 1994;309: Helgeson VS, Cohen S, Schulz R, Yasko J. Education and peer discussion group interventions and adjustment to breast cancer. Arch Gen Psychiatry 1999;56: Meyer TJ, Mark MM. Effects of psychosocial interventions with adult cancer patients. Health Psychol 1995;14: Aanvaard op 29 juli 2002 Bladvulling Huis of beeld? In alle beschaafde landen worden gelden verzameld, bestemd om te Bern het huis te koopen, waar vroeger albrecht von haller heeft gewoond. Men zal trachten in dit huis de herinneringen aan haller, zijn verzamelde werken, zijn manuscripten, in één woord al datgene bijeen te brengen, wat aan de bezoekers een denkbeeld geven kan van de verbazingwekkende werkzaamheid, die haller tot aan zijn dood toe onafgebroken heeft ontwikkeld. In haller moet niet alleen de geleerde, maar ook de dichter worden geëerd; de veelzijdigheid van zijn geest is zonder wedergade. Hij stichtte te Bern een laboratorium voor anatomie, waar hij gratis onderwijs gaf; hij was de eerste, die de Zwitsersche flora beschreef; hij was geneesheer in het ziekenhuis te Bern, lid van den stadsgezondheidsraad, conservator van het penningkabinet en bibliothecaris. Haller heeft weinig minder dan tweehonderd werken in het Latijn, Fransch en Duitsch nagelaten. Als een zijner voornaamste vruchten mag hier het standaardwerk in 8 deelen, Elementa physiologiae corporis humani ( ) worden vermeld. Vele landen van Europa streden om de eer, haller te bezitten: Engeland, Hannover, Pruisen en ons vaderland deden hem schitterende aanbiedingen. Hij was met de geheele geleerde wereld in betrekking en heeft o. a. te Leiden de lessen van boerhaave en albinus gevolgd. Zijn correspondentie, in de bibliotheek te Bern bewaard, bevat niet minder dan brieven, afkomstig van 1200 verschillende schrijvers. Om aan de inschrijving een algemeen karakter te geven, heeft men vastgesteld, dat het bedrag voor iederen deelnemer de waarde van de munteenheid (mark, franc, kroon, shilling) niet mag overschrijden. Wij beschouwen het voor ons land als wenschelijk, dat voor alle deelnemers de bijdrage op f 0.50 wordt bepaald. Ieder der onderteekenaars is bereid, de hem toegezonden gelden in ontvangst te nemen. De namen der deelnemers zullen op afzonderlijke lijsten worden vermeld, die te Bern in het huis van haller als bewijs van hulde en dankbaarheid van alle beschaafde volken zullen worden bewaard. De mogelijkheid bestaat, dat het huis van haller door de stad Bern wordt aangekocht, of dat andere omstandigheden een hinderpaal vormen, om het bijeengebrachte geld voor het bestemde doel te gebruiken. Dan zal echter het bedrag der inschrijving worden gevoegd bij de som, die reeds door de commissie te Bern ontvangen is voor een standbeeld, dat ter eere van haller zal worden opgericht. (Ingezonden. Ned Tijdschr Geneeskd 1902;46II:270-1.) Ned Tijdschr Geneeskd november;146(45) 2151

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie NABON Breast Cancer Audit Pathologie Dr. P.J. Westenend, patholoog, pathologisch laboratorium Dordrecht Drs. A.C.M. van Bommel, arts-onderzoeker, DICA DICA Congres 25 juni 2013 Pathologie Volledige verslaglegging

Nadere informatie

Samenvatting Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom

Samenvatting Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom Samenvatting Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom, 2005 Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC).

Nadere informatie

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede

Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede Hella Bosch Verpleegkundig specialist oncologie Máxima medisch centrum Eindhoven Opening ONS: Lezing

Nadere informatie

Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom 2008 (herziening)

Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom 2008 (herziening) voor de praktijk Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom 2008 (herziening) H.Struikmans, J.W.R.Nortier, E.J.Th.Rutgers, H.M.Zonderland, M.Bontenbal, P.H.M.Elkhuizen, G.van Tienhoven, V.C.G.Tjan-Heijnen,

Nadere informatie

Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST

Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST Het kan helpen om de feiten te kennen; (na)controles en meer Disclosure Belangen Spreker Geen (potentiële) belangenverstengeling

Nadere informatie

Less is more: Axillaire stagering en behandeling bij het mammacarcinoom

Less is more: Axillaire stagering en behandeling bij het mammacarcinoom Less is more: Axillaire stagering en behandeling bij het mammacarcinoom Sabrina Maaskant, Chirurg oncoloog Hetty van den Berg, Radiotherapeut oncoloog Borstkanker in de 20 e eeuw William Halsted (1852-1923)

Nadere informatie

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Techniek tot nu toe Conventionele simulatie Virtuele simulatie Techniek voor okselbestraling Klier levels I III Plexus brachialis

Nadere informatie

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam

Nadere informatie

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery

Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven

Nadere informatie

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5 IDENTIFICATIE 1. Geboortenaam: Voorvoegsels: 2. Naam partner: Voorvoegsels: 3. Voorletters: 4. Geslacht (1=man, 2=vrouw, 3=overig) 5. Geboortedatum: 6. Geboorteplaats

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)

Nadere informatie

Gemetastaseerd mammacarcinoom. Jolien Tol, internist- oncoloog Jeroen Bosch ziekenhuis

Gemetastaseerd mammacarcinoom. Jolien Tol, internist- oncoloog Jeroen Bosch ziekenhuis Gemetastaseerd mammacarcinoom Jolien Tol, internist- oncoloog Jeroen Bosch ziekenhuis 19 maart 2018 Inhoud o Cijfers over borstkanker o Verschillende behandelmogelijkheden o casus o quiz Cijfers over borstkanker

Nadere informatie

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE

Nadere informatie

Langetermijnprognose van een lokaal recidiverend mammacarcinoom na mammasparende therapie*

Langetermijnprognose van een lokaal recidiverend mammacarcinoom na mammasparende therapie* masparende behandelingen groeit eveneens het aantal vrouwen dat wordt geconfronteerd met een lokaal recidief. Onderzoeken naar de prognose van vrouwen met een lokaal recidief na mammasparende therapie

Nadere informatie

De behandeling van ductaal carcinoma in situ (DCIS) van de mamma

De behandeling van ductaal carcinoma in situ (DCIS) van de mamma Capita selecta De behandeling van ductaal carcinoma in situ (DCIS) van de mamma a.h.westenberg, e.j.th.rutgers, j.l.peterse, j.h.c.l.hendriks, l.v.a.m.beex en g.van tienhoven Ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Landelijk Contactdag 2017

Landelijk Contactdag 2017 Landelijk Contactdag 2017 Radiotherapie voor Blaaskanker Bradley Pieters Academisch Medisch Centrum/ Universiteit van Amsterdam 2 Typen Blaaskanker Niet-spierinvasief Spierinvasief Behandelingen Verwijderen

Nadere informatie

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM

Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM Organisatie: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO In samenwerking met: BorstkankerVereniging Nederland Institute for Medical Technology Assessment

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29317 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nes, Johanna Gerarda Hendrica van Title: Clinical aspects of endocrine therapy

Nadere informatie

Richtlijn. Behandeling van het mammacarcinoom

Richtlijn. Behandeling van het mammacarcinoom Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom RICHTLIJN BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM Colofon Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom ISBN 90-76906-45-9 2002, Nationaal Borstkanker Overleg Nederland

Nadere informatie

chirurgische behandeling van kanker

chirurgische behandeling van kanker chirurgische behandeling van kanker p1 chirurgische behandeling van kanker p2 geen how I do it p3 wet van de afnemende meeropbrengst 2009 p4 chirurgische oncologie trends laatste 100 jaar meer is beter

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

MRI: more is less? Emiel Rutgers

MRI: more is less? Emiel Rutgers Het 9e NKI-AVL mammacarcinoom symposium Less is more? Minder overbehandeling voor meer borstkankerpatiënten MRI: more is less? Emiel Rutgers Indicaties MRI mammae Opsporen van onbekende primaire bij patiënten

Nadere informatie

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg Borstcentrum Bernhoven Yvonne Paquay Chirurg Klachten van de borst? Verwijzing naar het borstcentrum voor analyse en zonodig behandeling 2 3 4 Verwijsredenen: > Knobbeltje voelbaar > BOBZ (de bus) > Controle

Nadere informatie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen

Nadere informatie

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam (Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine

Nadere informatie

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh

Nadere informatie

Handboek mammacarcinoom

Handboek mammacarcinoom Prof.dr. Th. Wobbes, prof.dr. J.W.R. Nortier, prof.dr. C.C.E. Koning (redactie) Handboek mammacarcinoom De Tijdstroom, Utrecht Uitgeverij De Tijdstroom, 2007. De auteursrechten der afzonderlijke bijdragen

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

18 Giard RWM, Coebergh JWW. Steeds geavanceerder detectie van

18 Giard RWM, Coebergh JWW. Steeds geavanceerder detectie van 16 International (Ludwig) Breast Cancer Study Group. Prognostic importance of occult axillary lymph node micrometastases from breast cancers. Lancet 1990;335:1565-8. 17 Cote RJ, Peterson HF, Chaiwun B,

Nadere informatie

Mammacarcinoom en osteoporose. Petra van Merkestein Verpleegkundig specialist Oncologie Ziekenhuis Rivierenland Tiel

Mammacarcinoom en osteoporose. Petra van Merkestein Verpleegkundig specialist Oncologie Ziekenhuis Rivierenland Tiel Mammacarcinoom en osteoporose Petra van Merkestein Verpleegkundig specialist Oncologie Ziekenhuis Rivierenland Tiel Vroeg ingetreden menopauze, premenopauzaal gebruik van tamoxifen en postmenopauzaal gebruik

Nadere informatie

10 e NKI AvL Mammasymposium

10 e NKI AvL Mammasymposium 10 e NKI AvL Mammasymposium Een decennium lokalisatie van het niet palpabele mammacarcinoom M.T.F.D. Vrancken Peeters, Chirurg Netherlands Cancer Institute Antoni van Leeuwenhoek Hospital Amsterdam, The

Nadere informatie

Samenvatting CHAPTER 8

Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting CHAPTER 8 SAMENVATTING De hypothese van sequentiële tumor verspreiding lijkt aannemelijk volgens meerdere studies over de schildwachtklierbiopsie (Sentinel Lymph Node Biopsy; SLNB) met aanvullende

Nadere informatie

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Snelle mutatiescreening bij borstkanker Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Erfelijke borstkanker Tenminste 5% van de patiënten met mammacarcinoom Dominante overerving Oorzaak:

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie

10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie 10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie Het borstcentrum in het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) werd opgericht in 1999 naar aanleiding van nieuwe Europese richtlijnen waarin kwantitatieve en kwalitatieve

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. INhoud Toename overleving meer patienten leven langer met kanker Effecten en behoeften na kankerbehandeling? Survivorship

Nadere informatie

MRI, steun bij beleid?

MRI, steun bij beleid? MRI, steun bij beleid? Roel D.M. Mus Afdeling Radiologie UMC St Radboud Nijmegen Indicaties Indicaties Indicaties MRI MRI MRI Day 25 of menstrual cycle MRI Day 25 of menstrual cycle Day 8 of menstrual

Nadere informatie

De radiotherapeut en de marges. L.J. Boersma, radiotherapeut-oncoloog MUMC+, MAASTRO clinic Maastricht

De radiotherapeut en de marges. L.J. Boersma, radiotherapeut-oncoloog MUMC+, MAASTRO clinic Maastricht De radiotherapeut en de marges L.J. Boersma, radiotherapeut-oncoloog MUMC+, MAASTRO clinic Maastricht Inhoud Borstsparende behandeling bij invasief carcinoom: Chirurgische marges: Wanneer re-excisie en

Nadere informatie

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online 3 de Mammacongres Harderwijk Stella Mook Radiotherapeut i.o. Prognostische waarde LN status LN status

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorset Mammacarcinoom

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32965 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hezewijk, Marjan van Title: Tailoring follow-up in early-stage breast cancer Issue

Nadere informatie

Summary chapter 2.1 chapter 2.2

Summary chapter 2.1 chapter 2.2 Summary Summary New insights into the pathogenesis of breast cancer have led to remarkable improvements in the diagnosis, treatment and cure rates of this disease over a relatively short period of time.

Nadere informatie

Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM 2005

Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM 2005 Richtlijn BEHANDELING VAN HET MAMMACARCINOOM 2005 Organisatie: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Vereniging van Integrale Kankercentra In samenwerking met: BorstkankerVereniging Nederland

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

Mammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht

Mammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht Mammacarcinoom en zwangerschap PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht Relatie met zwangerschap Zwangerschap en risico later mammacarcinoom te krijgen Mammacarcinoom tijdens de zwangerschap

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum

Nadere informatie

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Huisartsensymposium Borstkanker 35% van kankers bij vrouwen 1989-1993 5 jaars overleving borstkanker: 77% inmiddels 5 jaars

Nadere informatie

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback

Nadere informatie

Incidentie. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat.

Incidentie. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat. Incidentie Jaarlijks 13.000 vrouwen diagnose borstkanker Bij elke vrouw

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

Wanneer geen chemo? Sabine Linn Internist-oncoloog NKI-AVL

Wanneer geen chemo? Sabine Linn Internist-oncoloog NKI-AVL Wanneer geen chemo? Sabine Linn Internist-oncoloog NKI-AVL Wanneer geen chemo? Als de patiënt al genezen is na locoregionale behandeling Prognostische factoren Als er geen extra overlevingswinst optreedt

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer

Nadere informatie

Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format

Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format Tumorwerkgroep: Datum vaststellen: Datum revisie: ALGEMEEN Twee tot drie korte zinnen over epidemiologie en behandeling. Voor de landelijke richtlijnen

Nadere informatie

Oncologische behandeling en fertiliteit. Vivianne Tjan-Heijnen Symposium AYA zorg & (in)fertiliteit Nascholing Maastricht UMC+ 29 november 2018

Oncologische behandeling en fertiliteit. Vivianne Tjan-Heijnen Symposium AYA zorg & (in)fertiliteit Nascholing Maastricht UMC+ 29 november 2018 Oncologische behandeling en fertiliteit Vivianne Tjan-Heijnen Symposium AYA zorg & (in)fertiliteit Nascholing Maastricht UMC+ 29 november 2018 Disclosures Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

NBCA: niet het hele verhaal

NBCA: niet het hele verhaal NABON Breast Cancer Audit NBCA: niet het hele verhaal Prof. dr. E.J.Th. Rutgers, hoogleraar Oncologische Chirurgie, Nederlands Kanker Instituut- Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis DICA Congres 25 juni 2013

Nadere informatie

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Impact of age, tumor characteristics, an d treatmen t on local con trol an d disease outcome in early stage breast can cer.

Impact of age, tumor characteristics, an d treatmen t on local con trol an d disease outcome in early stage breast can cer. 06 Prfschrft JvdH Binnenwerk 23-04-2006 16:06 Pagina 1 Impact of age, tumor characteristics, an d treatmen t on local con trol an d disease outcome in early stage breast can cer. A n EO RT C tran slation

Nadere informatie

Gemetastaseerd mammacarcinoom

Gemetastaseerd mammacarcinoom Gemetastaseerd mammacarcinoom Is helaas een niet curabele ziekte Mediane overleving ongeveer 2 jaar Grote heterogeniteit in overleving 5 jrs overleving verbeterd van 15% (1989-1994) naar 23%(2005-2009)

Nadere informatie

Welke vragen stel ik mijn dokter?

Welke vragen stel ik mijn dokter? Welke vragen stel ik mijn dokter? INLEIDING Goede algemene voorlichting over het onderzoek en de behandeling van borstkanker is enorm belangrijk. Goede voorlichting over het eigen ziektebeeld is nog belangrijker,

Nadere informatie

Echografie + biopsie

Echografie + biopsie Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch

Nadere informatie

Evaluatie gebruik richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom

Evaluatie gebruik richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom Evaluatie gebruik richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom Vanuit de VIKC: Margriet van der Heiden, VIKC, IKMN Harriët Blaauwgeers, VIKC, IKA Laetitia Veerbeek, VIKC, IKW Otto

Nadere informatie

Het lokaliseren en verwijderen van niet-palpabele mamma-maligniteiten met behulp van een radioactief 125 I zaadje

Het lokaliseren en verwijderen van niet-palpabele mamma-maligniteiten met behulp van een radioactief 125 I zaadje Het lokaliseren en verwijderen van niet-palpabele mamma-maligniteiten met behulp van een radioactief 125 I zaadje Algemene resultaten 125 I procedure 2003-2009 554 invasief 472 DCIS 82 mean min-max leeftijd

Nadere informatie

(Very) High-risk prostaatcarcinoom: belang van multimodale behandeling?

(Very) High-risk prostaatcarcinoom: belang van multimodale behandeling? Sint-Joris-Winge 14 september 2016 (Very) High-risk prostaatcarcinoom: belang van multimodale behandeling? dr. Lodewijk Van Wynsberge Definitie D Amico: indeling PCA volgens risico op metastasering en

Nadere informatie

Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend

Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend Lemonitsa Mammatas, internist-oncoloog in opleiding NVMO Nascholing Targeted Therapy, 31 maart 2015 Geen belangenverstrengeling

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

Samenvatting van de standaard Onderzoek van de pasgeborene van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Samenvatting van de standaard Onderzoek van de pasgeborene van het Nederlands Huisartsen Genootschap 36 Linebarger EJ, Hardten DR, Lindstrom RL. Diffuse lamellar keratitis: identification and management. Int Ophthalmol Clin 2000;40: 77-86. 37 Holland SP, Mathias RG, Morck DW, Chiu J, Slade SG. Diffuse

Nadere informatie

Mammareconstructie & Radiotherapie

Mammareconstructie & Radiotherapie Mammareconstructie & Radiotherapie Oncologie in perspectief Focus op kwaliteit 5 juni 2014 Leonie Woerdeman Plastisch chirurg Mamma-reconstructie Slechts bij 15 % borstkanker patiënten t.g.v. onwetendheid

Nadere informatie

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike

Nadere informatie

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom Richard P. Meijer, Uroloog DUOS 4-12-2015 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

Preoperatieve voorlichting aan patiënten met borstkanker, zijn zij tevreden?

Preoperatieve voorlichting aan patiënten met borstkanker, zijn zij tevreden? Preoperatieve voorlichting aan patiënten met borstkanker, zijn zij tevreden? Preoperative information to patients with breastcancer, are they satisfied? Auteurs Trefwoorden Key words E.I.C. Verberne, P.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Bestraling met protonen

Bestraling met protonen Bestraling met protonen Een nieuwe ontwikkeling in de radiotherapie Stijn Krol, radiotherapeut-oncoloog Afdeling Radiotherapie LUMC/HollandPTC S.KROL@HOLLANDPTC.NL 2 Insert > Header & footer 15-okt-17

Nadere informatie