Mammareconstructie & Radiotherapie

Transcriptie

1 Mammareconstructie & Radiotherapie Oncologie in perspectief Focus op kwaliteit 5 juni 2014 Leonie Woerdeman Plastisch chirurg

2 Mamma-reconstructie Slechts bij 15 % borstkanker patiënten t.g.v. onwetendheid onwil onmacht Informatie over reconstructie behoort tot de behandeling van het mammacarcinoom Reconstructie kan altijd, maar hoeft niet

3 Waarom Directe Mamma reconstructie? Minder verminking Minder confrontatie Vergroot zelfvertrouwen Beter zelfbeeld, vrouw zijn Makkelijker met kleding Kostenbesparend

4 Huidsparende mastectomie WAT MAG GESPAARD WORDEN Alle huid behalve: Tepel en areola Littekens van biopten Huid dicht tegen tumor aan Kans locaal recidief 0-7% SSM= GRM

5 Huidsparende mastectomie VOOR WIE? Preventief ( Brca1/Brca2/ Familiair) DCIS ( > 4cm, anders sparend) Invasief ( als kans postoperatief RT klein is)

6 Methode optillen grote borstspier, prothese eronder

7 Reconstructie : direct of later Directe reconstructie is cosmetisch superieur Geeft geen grotere kans op locaal recidief Staat detectie en therapie van locaal recidief niet in de weg Radiotherapie geeft meer complicaties CBO richtlijn 2012

8 Reconstructie : direct of later Bepalende factoren: bestraling cosmetiek: eigen huidenvelop extra litteken extra operatie psycho-sociaal logistiek

9 Complicaties huidsparende ablatio + directe reconstructie met implantaat hematoom seroom huidnecrose infectie verlies van prothese kapselvorming

10 Directe reconstructie met implantaat: risicofactoren OR Roken 3 BMI>30 kg/m2 3 > 55 jaar 1.7 Grote mamma( > 550gr) 2,5 Bilateraal 1,5 Directe prothese 1,2 Radiotherapie Fischer J AmColSurg 2013,Cowen Breast cancer res treat 2010,Woerdeman PRS 2007

11 Huidsparende ablatio met een directe reconstructie Radiotherapie op thoraxwand vergroot Negatief effect op mammareconstructie

12 Radiotherapie dilemma fibrose kapselcontractuur steeds meer indicaties voor RT niet altijd preoperatief te voorspellen timing? - na tissue expander fase - na definitieve prothese fase andere keuzes voor reconstructie

13 Directe reconstructie en RT autoloog versus implantaat Vaker een re-operatie bij implantaat methode op termijn Vaker een infectie Beter esthetisch resultaat bij autoloog autoloog grotere kans op vetnecrose en fibrose

14 Timing Radiotherapie Rth beste timing - bij volledige expansie tissue expander - of op definitieve prothese Kans op verlies van prothese groter als de TE nog aanwezig was Indien ook adjuvant chemotherapie, liever RT na chemotherapie Lam PRS 2013

15 effect van radiotherapie op een directe reconstructie met een implantaat Kans op: kapsel contractuur hoger ernstige kapselcontractuur Baker II-III complicatie groter indien RT in tissue expansie tijd (TE 23%- proth 5 %)

16 effect van radiotherapie op een directe reconstructie met een implantaat Kans op: Re-operatie hoger Infectie hoger Verlies implantaat hoger Esthetisch resultaat lager Patiënt tevredenheid???

17 Oplossingen Bij klachten: o Prothese uit en niets o Weefsel toevoegen o Prothese verwijderen en autoloog

18 Toevoegen: Thoracodorsale lap

19 reconstructie mbv lichaamseigen materiaal

20 Oplossingen Indien preoperatief kans Rth groot o Toch mammasparend! =>oncoplastisch o Geen directe reconstructie, maar uitgesteld Of toch direct

21 Oncoplastische mamareductie Resectievolume: MST: Grens volume: (= WxHxD) Grens diameter: 85 cc 4.4 cm Mammareductie: Volume range Diameter range cc cm CBO Richtlijn 2005

22 Methode: Oncoplastische reductie From: SJ McCulley BJPS 2005

23 tevredenheid» na RT geen RT Cordeiro excellent-goed 80 % 88 % Nava goed 58 % ( P) 73 % 31 % (TE) Ascherman gemiddelde score

24 Antoni van Leeuwenhoek april februari SSA s bij 769 vrouwen

25 Antoni van Leeuwenhoek april februari SSA s met direct prothese bij 769 vrouwen 58 x post-op radiotherapie 17 x parasternaal of periclaviciulair 7 x ontbreekt informatie (scan) 34 x thoraxwand t.h.v. mamma

26 Antoni van Leeuwenhoek april februari SSA s bij 769 vrouwen 58 x post-op radiotherapie 17 x parasternaal of periclaviciulair 7 x ontbreekt informatie (scan) 34 x thoraxwand t.h.v. mamma = 3,4%

27 Resultaat 34 x post-op radiotherapie op thorax wand 6x verlies prothese vóór aanvang RTh 1 x necrotectomie + TE, later TD: niet t.g.v. RTh 27 x implantaat in gebleven op korte termijn

28 Resultaat 27 in situ gebleven implantaten : Follow up: 6-13 jaar 21 x zonder extra operatie: 78% 1 x diep 1 x toevoegen ld 1 x na 4,5 jaar: verlies en niets 3 x TD erbij i.v.m. kapsel/strakke huid => 2 x infectie => 1 x LD => 1x gered

29 Resultaat: tevredenheid 21/27 implantaten zonder extra operatie na 6-13 jaar FU 11/27 goed of tevreden (Baker II) 4/27 redelijk 6/27 strak, hard, pijn (Baker III) Dus: 55 % is tevreden

30 Conclusie Directe mammareconstructie en Rth geeft grotere kans op complicaties en slechter esthetisch resultaat. Indien kans op postoperatieve radiotherapie groot is, doe dan bij voorkeur geen directe reconstructie met een implantaat.

31 Conclusie => plan Mits goed gewaarschuwd en voorgelicht, kunnen de vrouwen met een RTh-kans 50% óók in aanmerking komen voor een SSA met directe reconstructie

32 Conclusie Mits goed gewaarschuwd en voorgelicht, kunnen de vrouwen met een RTh-kans 50% óók in aanmerking komen voor een SSA met directe reconstructie De noodzaak voor het inschatten van de kans op radiotherapie blijft van belang, voor een optimale voorlichting van de patiënt

33 Dank voor uw aandacht Leonie Woerdeman Plastisch chirurg

34