INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE

Transcriptie

1 INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE Proefcode : OL12 DTBM02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@proefcentrum-kruishoutem.be Door: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@proefcentrum-kruishoutem.be Proefverantwoordelijke: Micheline Verhaeghe Studieverantwoordelijke: Nico Vergote Directeur: Bruno Gobin Datum: Studieverantwoordelijke Directeur Dr. B. Gobin Pagina 1 of 8

2 Abstract Op het PCG wordt al meer dan tien jaar onderzoek gedaan naar de toepassing van startfosfor in andijvie, prei, bloemkool, courgette en selder. De fosfor zorgt voor een snellere wortelontwikkeling waardoor de planten sneller voedingsstoffen kunnen opnemen en een vlottere start kennen. In bladgewassen en prei kan er een meeropbrengst gehaald worden door het toepassen van startfosfor in het plantgat. Bij prei treedt het positief effect vooral in het begin van de teelt op. De planten kennen een snellere beginontwikkeling. Bij andijvie blijft het effect zichtbaar tot het einde van de teelt met grotere stukgewichten tot gevolg. Dit werd al herhaaldelijk aangetoond in proeven. In deze demonstratieve proef wordt het effect van startfosfaten gedemonstreerd in de teelten prei, andijvie en bloemkool. De nadruk ligt op de toepassingsmethode. Een breedwerpige toediening van de startfosfor heeft weinig zin. Fosfor is zeer immobiel in de bodem. Hoe dichter de fosfor bij de wortels toegediend wordt, hoe beter. Gezien het om een demonstratieve proef gaat konden geen krachtige conclusies getrokken worden. In de proef was duidelijk dat een toediening van startfosfor in het plantgat zorgt voor een hogere opbrengst in andijvie. Inhoudstabel 1 Inleiding Materiaal en methoden Objecten Proefdesign Draaiboek Proefveld / infrastructuur Klimatoglogische omstandigheden Behandelingsmethode Beoordelingsmethode Resultaten en bespreking Resultaten Validiteit van de resultaten Bespreking Besluit Samenwerking... 8 Pagina 2 of 8

3 1 Inleiding Op het PCG wordt al meer dan tien jaar onderzoek gedaan naar de toepassing van startfosfor in andijvie, prei, bloemkool, courgette en selder. De fosfor zorgt voor een snellere wortelontwikkeling waardoor de planten sneller voedingsstoffen kunnen opnemen en een vlottere start kennen. In bladgewassen en prei kan er een meeropbrengst gehaald worden door het toepassen van startfosfor in het plantgat. Bij prei treedt het positief effect vooral in het begin van de teelt op. De planten kennen een snellere beginontwikkeling. Bij andijvie blijft het effect zichtbaar tot het einde van de teelt met grotere stukgewichten tot gevolg. Dit werd al herhaaldelijk aangetoond in proeven. In deze demonstratieve proef wordt het effect van startfosfaten gedemonstreerd in de teelten prei, andijvie en bloemkool. De nadruk ligt op de toepassingsmethode. Een breedwerpige toediening van de startfosfor heeft weinig zin. Fosfor is zeer immobiel in de bodem. Hoe dichter de fosfor bij de wortels toegediend wordt, hoe beter. 2 Materiaal en methoden 2.1 Objecten Object Product Dosis (eenheden P/ha) Toepassing 1 onbehandeld 0 / 2 APP puntsgewijs 3 APP puntsgewijs 4 TSF breedwerpig 5 KAS (N) aan de plantvoet 2.2 Proefdesign Proefdesign Demonstratieve proef zonder herhalingen Aantal parallellen 1 Aantal objecten 5 Plotoppervlakte (m²) 63 Lengte plot (m) 7,5 Breedte plot (m) 8,4 Referentie object Draaiboek 8/08/2012 Plant 9/08/2012 Proefbehandeling 18/10/2012 Oogst 2.4 Proefveld / infrastructuur GPS-coördinaten , Gemeente Deinze (Wonterghem) Pagina 3 of 8

4 Land Locatie proef Voorgaande teelt Teeltsysteem Plantspecificaties België Hervé Van Vynckt (Den Bek) Bloemkool Vlakvelds 35 cm x 45 cm Tabel: Bodemanalyse Blgg Datum Staalname diepte (cm) Grond-soort phkcl %C P K Mg Ca Na mg/100 g droge grond 02/03/ cm leem 6,2 0, ,9 Tabel: Stikstofanalyse (in kg/ha) Diepte NO3-N NH4-N Nmin 0-30 cm cm cm Totaal Tabel: Bemesting Datum Hoeveelheid Samenstelling meststof (%) Meststof kg/ha N P2O5 K2O MgO 09/08/ ammoniumnitraat Klimatoglogische omstandigheden Klimaatgegevens Gebruikt meetstation Afstand tot proefveld KMI meetpost Kruishoutem 0 km Pagina 4 of 8

5 Figuur: Klimatologische omstandigheden Kruishoutem (8/08/ /10/2012) 2.6 Behandelingsmethode Alle meststoffen behalve APP werden manueel breedwerpig toegediend. De toediening van APP gebeurde via een handpomp. Per plant werd 100 ml van een oplossing van water met APP (afhankelijk van de dosis die gegeven werd) toegediend. 2.7 Beoordelingsmethode Er werden gewasbeoordelingen naar kleur en volume uitgevoerd op het veld (28/09, 08/10, 18/10 en 05/11). Tijdens de controleperiode (30/10) werden grondstalen genomen om het nitraatresidu van de verschillende objecten te bepalen. Er werd een opbrengstbepaling uitgevoerd op 18/10. Pagina 5 of 8

6 3 Resultaten en bespreking 3.1 Resultaten Tabel: Gewasbeoordeling Object Volume Uniformiteit Kleur Volume Andijvie 28/09/ /10/ ,5 4,5 7 6,5 3 7, ,5 7 4,5 1= weinig volume heterogeen bleek weinig volume 9= volumineus uniform donker volumineus Tabel: Gewasbeoordeling en opbrengstbepaling op 18/10/2012 Uniformiteit Gewas volume Kleur blad Rand Rood verkleuring Smet Kleur broek Holle stammen Gemiddeld stukgewicht Relatief 18/10/ , ,5 7 7, weinig heterogeen volume bleek veel veel veel bleek veel gram/plant % uniform volumineus donker weinig weinig weinig donker weinig Pagina 6 of 8

7 Tabel: Gedetailleerde stikstofanalyse op 30/10/2012 Object NO3-N (0-30) NH4-N (0-30) NO3-N (30-60) NH4-N (30-60) NO3-N (60-90) NH4-N (60-90) NO3-N (0-90) Gemiddelde Figuur: nitraatconcentratie op 30/10/ Validiteit van de resultaten De teelt is goed verlopen en de opbrengsten waren normaal. 3.3 Bespreking In het begin van de teelt was er een effect van startfosfor op het volume van de planten. Het object met de hoogste dosis APP had het grootste volume. De toediening van TSF had geen effect. Bij de gewasbeoordeling op 8/10 kon het positief effect van APP niet geëvenaard worden door de toediening van 14 eenheden stikstof aan de plantvoet. Bij de oogst was er geen volumeverschil meer tussen tussen de behandelde objecten. De opbrengst van het object 3 (50 E APP) was het grootst. De andere objecten haalden geen meeropbrengst ten opzichte van het onbehandelde object. Er was geen verschil in roodverkleuring bij versnijden tussen de objecten. Het onbehandeld object had het hoogste nitraatresidu tijdens de controlepriode. Het object 4 (50 E TSF) haalde het laagste nitraatresidu. Pagina 7 of 8

8 Gezien het om een demonstratieve proef gaat konden geen krachtige conclusies getrokken worden. Hiervoor wordt verwezen naar de proef ANBM01 die in 2012 aanlag op het proefcentrum. 4 Besluit In de demonstratieve proef was duidelijk dat een toediening van startfosfor in het plantgat zorgt voor een hogere opbrengst in andijvie. 5 Samenwerking Deze proef lag aan in het kader van het project Optimaal en duurzaam bemesten met innovatieve technieken. Dit project wordt uitgevoerd met de steun van Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. Pagina 8 of 8