Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,"

Transcriptie

1 Onderzoek & Statistiek Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 17 april 2012 Ons kenmerk OS00/ Contactpersoon Tom Merkx Onderwerp Stads- en Wijkmonitor 2012 Datum uw brief Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de Raad, Voor u ligt de Stads- en Wijkmonitor De monitor geeft een zo actueel mogelijk beeld van ontwikkelingen in de stad en in de wijken. Op welke punten is de situatie in de stad en wijken verbeterd of verslechterd? Deze informatie is belangrijk voor ons inzicht in de effecten van de gemeentelijke beleidsinzet op diverse vlakken. De bevindingen in de monitor zullen we door laten werken in beleidsprioriteiten van diverse programma s zoals Burger en Middelen, Wijken, Ruimte en Bouwen, Wonen, Economie, Cultuur, Sport, Onderwijs, Zorg en Welzijn, Milieu en Mobiliteit. Net zoals bij de vorige editie hebben we er ook nu weer voor gekozen om alleen de samenvattende analyses uit deel Stad en deel Wijk tezamen in boekvorm uit te brengen. De onderliggende hoofdstukken (17 thematische teksten van deel Stad en nieuw 35 wijkanalyses van deel Wijk) bieden we u digitaal aan via de gemeentelijke website (onderdeel Onderzoek & Cijfers). Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. W.J.A. Dijkstra drs. B. van der Ploeg Bijlage: Stads- en Wijkmonitor Brief aan de raad.docx

2 Stads- en Wijkmonitor 2012 Afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) Gemeente Nijmegen April 2012

3 Inhoud

4 1 Inleiding 4 2 Hoofdbevindingen 6 3 Ontwikkelingen in de stad 10 4 Ontwikkelingen in Nijmeegse woonwijken 20 5 Een blik op de toekomst 30 Bijlage 1: overzicht met belangrijkste bevindingen per thema 36 Bijlage 2: stedenvergelijking per thema 42 Bijlage 3: nadere toelichting op totstandkoming Stads- en Wijkmonitor 48 3

5 1 Inleiding

6 Elke twee jaar geeft de afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) met de Stads- en Wijkmonitor een beeld van de staat van de stad en deelgebieden daarbinnen. Op welke punten zijn er opvallende ontwikkelingen? Wat gaat er goed en wat zijn minpunten? Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? In de monitor vatten we alle informatie samen, die O&S in de afgelopen periode over de stad, deelgebieden, deelgroepen en beleidsthema s heeft verzameld. Ook leggen we verbindingen tussen verschillende onderzoeksuitkomsten en kijken we naar de toekomst. De monitor dient onder meer de volgende doelen: Zicht geven op het bereiken van algemene doelstellingen van het college van B&W, zoals verwoord in het coalitieakkoord werken aan een duurzame toekomst, waarin het streven naar een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen is uitgewerkt. Zicht geven op het bereiken van specifieke doelstellingen binnen de beleidsprogramma s. Input geven voor het formuleren van (nieuw) beleid. Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de hoofdbevindingen uit deze Stads- en Wijkmonitor opgenomen. In hoofdstuk 3 beschrijven we hoe de stad er op diverse terreinen voor staat. Hoofdstuk 3 geeft een beeld van ontwikkelingen en de stand van zaken in de wijken en aandachtgebieden. Met aandachtgebieden bedoelen we de gebieden die bij de wijkaanpak extra aandacht krijgen vanwege het relatief grote aantal problemen. In hoofdstuk 4 richten we de blik op de toekomst. In bijlage 1 is een overzicht van de belangrijkste bevindingen per thema opgenomen, gevolgd door een stedenvergelijking (bijlage 2). In deze rapportage vergelijken we Nijmegen op een aantal punten met andere kennissteden 1. Op Stadsgetallen, onderdeel van Onderzoek & Cijfers op de gemeentelijke website, kan Nijmegen ook vergeleken worden met regiosteden, steden die qua omvang dicht in de buurt van Nijmegen liggen en steden met meer dan inwoners ( > klik op Cijfers ). De onderliggende hoofdrapportage is een uitgebreide samenvatting van de uitkomsten van de Stads- en Wijkmonitor met daarin de hoofdbevindingen. De volledige rapportage van alle uitkomsten is opgenomen in 17 themahoofdstukken (deel Stad) en beschrijvingen van alle 35 woonwijken (deel Wijk). Deze teksten hebben we gepubliceerd op Onderzoek & Cijfers op de gemeentelijke website (zie Een nadere toelichting op de totstandkoming van de Stads- en Wijkmonitor, op de burgerpeilingen die als belangrijke bron voor de monitor dienen en op de vindplaatsen van aanvullende onderzoeksgegevens en statistieken staat in bijlage 3. 1 De kennissteden zijn: Amsterdam, Delft, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Wageningen. Overeenkomst tussen deze steden is de aanwezigheid van een sterk kenniscluster van universiteiten en hogescholen. Die aanwezigheid is medebepalend voor kenmerken van de beroepsbevolking, de structuur van de economie en het voorzieningenniveau. Een aantal kennissteden heeft een met Nijmegen vergelijkbare omvang, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn duidelijk groter en vooral Wageningen is duidelijk kleiner. De kennissteden hebben elkaar gevonden in een netwerk van stadsbestuurders en universiteitsbestuurders met de koepelorganisaties VSNU en HBO-raad: het Netwerk Kennissteden Nederland. 5

7 2 Hoofdbevindingen

8 2.1 Effecten van economische crisis Wisselend beeld voor economische ontwikkeling Na de start van de kredietcrisis nam het aantal banen in de stad fors af, maar in 2010 was er een opvallende banengroei. In de tweede helft van 2011 daalde het ondernemersvertrouwen in de regio Nijmegen. De werkloosheid nam in de afgelopen jaren toe, maar het niveau is nog niet zo hoog als in de piekjaren tijdens de vorige periode van laagconjunctuur. Voor de komende paar jaar laten ramingen een verdere groei van de werkloosheid zien. De leegstand in het stadscentrum nam toe, om vervolgens weer wat te dalen. De waardering voor het stadscentrum bleef op peil. Positieve ontwikkelingen m.b.t. de lokale economie zijn de gestegen waardering voor het ondernemersklimaat en de projecten ter verbetering van verkeersinfrastructuur in en om de stad. Problemen op woningmarkt, onzekerheid over nieuwbouw De woningmarkt blijft op slot zitten. De slaagkansen bij het zoeken van een huurwoning zijn laag, er worden weinig woningen verkocht en de verkoop van nieuwbouw verloopt traag. Naast de aantrekkingskracht van stedelijke gebieden en de opleidingsfunctie van de stad, is de nieuwbouw een belangrijke factor voor de geprognosticeerde bevolkingsgroei in Nijmegen tot In deze tijden van crisis en trage afzet van nieuwbouw is er onzekerheid over de aard en het tempo van de nieuwbouw in de komende periode. Kijken we naar de behoefte, dan zien we dat deze vooral gericht is op woningen in de woonmilieus stadsbuurt (naast wonen spelen ook andere functies een rol, zoals winkelen, werken en horeca) en groenstedelijk (het minst dichte woonmilieu; weinig functiemenging). Zorg- en studentenwoningen vormen vitale deelmarkten. De verschillende prognoses en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren (minder nieuwbouw, zonder dat dat tot daling van het aantal inwoners heeft geleid) in acht genomen, lijkt een inwoneraantal van in 2020 het meest waarschijnlijk. In delen van de stad (met name Dukenburg en Lindenholt) zal ook krimp optreden. Bij de planning van nieuwbouw is regionale samenwerking van belang. Intergemeentelijke verhuisstromen laten zien dat de Stadsregio Arnhem Nijmegen nog uit twee aparte woningmarkten bestaat, waartussen relatief weinig verhuizingen plaatsvinden: woningmarktgebied Nijmegen, dat loopt van Noord-Limburg en Oost Noord-Brabant tot aan Nijmegen, en woningmarktgebied Arnhem, dat onder meer de Nijmeegse buurgemeenten aan de noordkant van de Waal (Lingewaard en Overbetuwe) omvat. Maar dat zou kunnen veranderen met de groei van het aantal woningen aan de noordkant van de Waal en de nieuwe stadsbrug. Een analyse van de woningbehoefte in de regio laat zien dat deze het grootst is in de stedelijke gebieden (Nijmegen en Arnhem) en de gebieden daartussen. Gevolgen van crisis op leefsituatie en welzijn van Nijmegenaren nog niet sterk zichtbaar Individuele burgers en huishoudens worden getroffen door de crisis, bijvoorbeeld omdat ze hun werk kwijtraken of hun huis niet verkocht krijgen. Maar als we meer in de breedte kijken naar de effecten van de crisis op de leefsituatie en het welzijn van de Nijmegenaren, zien we nog geen sterke doorwerking ervan. Zo is de beleving bij burgers van hun gezondheid en zelfredzaamheid weinig veranderd en is de deelname aan de samenleving nog steeds hoog. Als het gaat om de ontwikkeling van problemen bij individuen en huishoudens zien we negatieve signalen (zoals meer meldingen van multiprobleemhuishoudens), maar ook positieve (zoals een afname van schooluitval). Laagopgeleiden zitten nog steeds duidelijk vaker in een kwetsbare positie (vaker werkloos, minder inkomen, lagere maatschappelijke participatie, minder gezonde leefstijl). Het SCP constateert in dit verband dat een economische crisis eerst vooral het bedrijfsleven raakt, dan de overheid en daarna de burgers. Omdat we nog midden in de economische crisis en in een periode van veranderend overheidsbeleid en bezuinigingen zitten, is het belangrijk om in de komende jaren te volgen of bepaalde groepen meer in de problemen gaan komen. 2.2 leefbaarheid en aantrekkelijkheid van stad en wijken Beeld van samenleven in wijken vrij gunstig De sociale cohesie in wijken is op peil gebleven, veel mensen doen vrijwilligerswerk en er is sprake van een redelijke acceptatie van de multiculturele samenleving. De in de woonbuurt ervaren overlast is ongeveer op hetzelfde niveau gebleven en sociale spanningen doen zich in beperkte mate voor. Wel blijft jongerenoverlast om aandacht vragen. De woon- en leefsituatie is in veel wijken tamelijk stabiel en 7

9 in een aantal wijken vooruitgegaan. Daarbij valt op dat er in enkele aandachtsgebieden 2 al langere tijd weinig of geen vooruitgang is (in Dukenburg), terwijl andere aandachtsgebieden al wat langer in de lift zitten (oude stadwijken, Hatert). Binnen de aandachtsgebieden zijn de problemen niet overal even groot; sociale problematiek komt geconcentreerd voor in kleinere deelgebieden binnen die aandachtgebieden. Nijmegenaren blijven om aandacht voor verkeersproblemen vragen, maar zien ook verbeteringen De slechte bereikbaarheid en verkeersdoorstroming staan nog steeds nummer 1 in de ranglijst van de belangrijkste stadsproblemen volgens de Nijmegenaren. Wel ziet men - meer dan twee jaar geleden - ook vooruitgang op dit vlak (verbeteringen verkeersinfrastructuur, betere doorstroming). De waardering voor de bereikbaarheid van stad is licht toegenomen. Aan de verkeersdrukte binnen de stad is weinig veranderd. Positieve signalen m.b.t. een schone woonbuurt Nijmegenaren ervaren minder fysieke verloedering in de woonbuurt dan twee jaar geleden. Hierbij aansluitend is het schoonhouden van de stad en buurten gedaald in de ranglijsten van belangrijkste stads- en buurtproblemen. Trend afname onveiligheidsgevoelens doorbroken Na een jarenlange daling van de onveiligheidsgevoelens, is er nu een lichte toename. In 2011 nam het aantal woninginbraken en geweldsdelicten toe; het aantal diefstallen uit auto s nam fors af, het aantal overvallen licht. Totaalwaardering voor stad en wijken blijft hoog De gemiddelde waardering van Nijmegenaren voor hun woonbuurt (7,3) en voor de stad in totaliteit (7,5) is ongeveer gelijk gebleven. Ook mensen van buiten de stad hebben een gunstig beeld van Nijmegen: Nijmegen behoort tot de steden met een relatief gunstig toeristisch imago. Voor de toekomst verwachten we dat de lopende en geplande projecten in het stadscentrum en op het gebied van de verkeersinfrastructuur de waardering voor de stad positief zullen beïnvloeden. Aan de andere kant kunnen de crisis en de bezuinigingen negatief doorwerken, bijvoorbeeld op het voorzieningen- en onderhoudsniveau in de stad en wijken en op de mate van sociale problematiek. 2 De gebieden die bij de wijkaanpak extra aandacht krijgen, onder meer vanwege relatief veel sociale problematiek. Enkele verbeteringen op vlak van duurzaamheid, maar ambitieniveau ligt hoger In de afgelopen drie jaar is het totale energieverbruik in Nijmegen licht gedaald (-0,5%). Het streven van een daling van het energieverbruik met jaarlijks 2% is nog niet gehaald. Verder zien we dat het hergebruikpercentage voor afval licht is toegenomen en hoger is dan landelijk, dat Nijmegenaren in vergelijking met 2007 wat vaker de fiets gebruiken voor vervoer naar het werk en naar de binnenstad en dat de stankoverlast in woonbuurten opnieuw is afgenomen. 2.3 Stedenvergelijking Beeld van Nijmegen niet overwegend positiever of negatiever Als we Nijmegen op een aantal hoofdthema s vergelijken met de andere kennissteden, is het beeld in sommige opzichten gunstiger en in andere opzichten minder gunstig. Economie: een gemiddeld beeld als het gaat om werkloosheid, waardering ondernemersklimaat en winkelleegstand; relatief veel banenverlies in de periode , maar een sterke banengroei in de periode april april 2011; een relatief sterke toename van het aantal startende ondernemers; relatief weinig kantoorleegstand; een relatief gunstig toeristisch imago, maar een lage hotelcapaciteit. Sociale staat: gemiddelde scores voor sociale kwaliteit en sociale overlast in de woonbuurt; een wat hoger percentage bijstandsgerechtigden, arbeidsongeschikten en huishoudens met een inkomen rond het sociaal minimum; de ervaren jongerenoverlast en jeugdcriminaliteit is iets lager. Leefbaarheid en aantrekkelijkheid in stad en wijken: een gemiddelde waardering voor de woonbuurt in het algemeen en voor de veiligheid in woonbuurt; een gemiddeld beeld voor slachtofferschap en de onveiligheidsbeleving; een gemiddeld beeld als het gaat om verkeersoverlast in de woonbuurt en overlast van files bij het woon-werkverkeer; een gemiddeld beeld als het gaat om hoe schoon de woonbuurt is; een relatief groot cultureel aanbod; een hogere tevredenheid over de parkeermogelijkheden in de woonbuurt; 8

10 2 Hoofdbevindingen een wat lagere tevredenheid over het onderhoud van wegen, fietspaden en pleinen; een iets lagere tevredenheid over het groenonderhoud. Duurzaamheid: een gemiddeld elektriciteitsverbruik en een relatief hoog gasverbruik bij huishoudens; een gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner; een hoge tevredenheid over het openbaar vervoer in de woonbuurt. Overig: een relatief sterke bevolkingsgroei in de komende 10 jaar; een bovengemiddelde groei in afgelopen jaren van het aantal HBO-studenten; een relatief groot vertrouwen in het gemeentebestuur. 9

11 3 Ontwikkelingen in de stad

12 In dit hoofdstuk behandelen we achtereenvolgens: de gevolgen van de economische crisis voor de lokale economie, de woningmarkt, het stadscentrum en de leefsituatie van inwoners en huishoudens; ontwikkelingen op het vlak van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad; ontwikkelingen m.b.t. duurzaamheid; de verwevenheid van Nijmegen met de regio; de waardering van de gemeentelijke dienstverlening en het gemeentebestuur. 3.1 Gevolgen van economische crisis We beginnen dit hoofdstuk over de ontwikkelingen in Nijmegen met de gevolgen van de kredietcrisis en de daaropvolgende Eurocrisis. In 2009 constateerden we dat de gevolgen van de kredietcrisis minder negatief waren dan verwacht. Wat is er sindsdien gebeurd? overheid, onderwijs, zorg marktsector totaal Illustratie 1: banenontwikkeling Nijmegen jaar-op-jaar, totaal en verdeeld naar marktsector en overheid, onderwijs en zorg Bron: PWE-Gelderland Opvallende banengroei in 2010 na enkele jaren krimp In de periode groeide het aantal banen in Nijmegen met 7%. Eind 2008 begon de kredietcrisis. In de periode van april 2008 tot april 2010 nam het aantal banen in de marktsector fors af (-4.000), maar de groei van het zorg- en onderwijscluster zorgde voor enig tegenwicht. Niettemin verloor de stad in die periode banen. In acht van de elf andere kennissteden was de banenontwikkeling in die periode gunstiger dan in Nijmegen. Relateren we voor de kennissteden het aantal banen en starters in 2010 aan de beroepsbevolking, dan zien we dat Nijmegen toen een middenpositie innam. In het jaar daarna zien we een opvallende ontwikkeling. Het aantal banen in Nijmegen groeide tot april 2011 met 1.650, een stijging van 1,7%. In de laatste tien jaar lieten alleen 2006 en 2007 een hogere banengroei zien. De groei vond plaats in de gezondheidszorg (+2%) - een al lang durende trend - en ook in de marktsector. Bij de overheid daalde het aantal banen. Het aantal ZZP ers in Nijmegen bleef groeien, onder meer in de medische hoek. In het laatste halfjaar van 2011 zakte in de regio het vertrouwen van ondernemers in het economisch klimaat weer weg. Momenteel heeft Nijmegen in vergelijking met veel andere regio s weinig kantoorleegstand. Na 2005 werd de markt hiervoor in Nijmegen minder ruim, doordat na 52 Degrees in de stad weinig nieuwe kantoorruimte is gerealiseerd. Ook in de bedrijfsruimtemarkt zien we na 2005 een normalisering van het aanbod. Werkgelegenheid in industrie voor het eerst sinds lange tijd gegroeid Over de laatste tien jaar is er sprake van een krimp van de marktsector met gemiddeld -0,4% per jaar. Doordat de overheid, onderwijs en gezondheidszorg in die periode wél groeiden (gemiddeld 2,4% per jaar in periode ), verschoof het accent in de lokale werkgelegenheid. De marktsector had in 2002 nog bijna 60% van de banen, in %. Overigens was er in de afgelopen jaren voor het eerst sinds lange tijd weer sprake van een groei van het aantal banen in de industrie. Een opvallende groeisector is de farmaceutische industrie. De omzet- en exportprestatie van de Nijmeegse marktsector laat traditioneel grotere schommelingen zien dan in Nederland als geheel. Bij de marktsector in de regio Nijmegen 3 hakte de recessie er na het derde kwartaal in 2008 stevig in; vanaf halverwege 2010 was het omzetherstel ook relatief sterk. Waardering voor ondernemersklimaat gestegen In de afgelopen periode steeg de waardering voor het Nijmeegse ondernemersklimaat, van 6,1 in 2006 naar 6,6 in We zien een duidelijk positieve trend in de waardering van ondernemers voor de kwaliteit van de bedrijfsomgeving (7,1), het imago van de stad Nijmegen (6,9) en het woon- en 3 We bedoelen hier het Kamergebied Centraal Gelderland (Kamer van Koophandel). 11

13 leefklimaat (6,8). Onvrede is er over de lokale lasten en de gemeentelijke regels voor bedrijven, maar het oordeel hierover is wel wat gunstiger geworden. Recent onderzoek onder ondernemers in zeventien Nederlandse stadsregio s laat zien dat de score voor het vestigingsklimaat in de regio Arnhem-Nijmegen gemiddeld is. Werkloosheid toegenomen In 2010 was 6,4% van de Nijmeegse beroepsbevolking werkloos. Dat is een stijging ten opzichte van 2007 (4,4%), maar het werkloosheidsniveau is lager dan in de jaren , toen de gevolgen van de economisch magere jaren sterk zichtbaar werden (tussen de 7,5 en 9%). Vergeleken met andere kennissteden valt het Nijmeegse werkloosheidspercentage in de middenmoot. Van de laagopgeleiden in Nijmegen is ruim een kwart werkloos, van de hoogopgeleiden slechts een paar procent. Sinds 2008 is de groei van de beroepsbevolking door de economische crisis gestopt. In economisch magere tijden volgen meer mensen in afwachting van betere tijden een opleiding, is de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen wat hoger en kiezen mogelijk meer mensen voor een bestaan als huisman/-vrouw. Voor de komende jaren wordt weer een groei van de beroepsbevolking verwacht Illustratie 2: werkloze beroepsbevolking (CBS), als percentage van de beroepsbevolking ; steekproefuitkomsten Bron: CBS 2002 Nijmegen Nederland Uitkeringsafhankelijkheid toegenomen Ten opzichte van 2008 is het percentage bijstandsgerechtigden in Nijmegen licht gestegen van 4,0% naar 4,6%. Nog steeds is dat hoger dan landelijk (2,8%). Landelijk is het percentage bijstandsgerechtigden iets minder snel gestegen. Circa de helft van de Nijmegenaren in de bijstand - en ruim 80% van 55+-ers onder hen - is (gedeeltelijk) vrijgesteld van arbeidsplicht. Het percentage WW ers steeg in Nijmegen van 1,8% in 2008 naar 2,7%. Landelijk is dit percentage na 2008 eerst gestegen en vervolgens licht gedaald naar 2,3%. Het arbeidsongeschiktheidspercentage ligt in Nijmegen op %. Per leeftijdsklasse bekeken is het aandeel arbeidsongeschikten in Nijmegen deels wat aan de hoge kant. Het inkomen van één op de zeven Nijmeegse huishoudens ligt in de buurt van het sociaal minimum (tot 110% van sociaal minimum). In 2010 maakten in totaal huishoudens gebruik van inkomensafhankelijke maatregelen, zoals de bijzondere bijstand, de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering of het Schoolfonds; de helft van hen van meer dan één regeling. Van de mensen met een bijstandsuitkering maakte 85% er gebruik van. In vergelijking met de kennissteden is het aandeel bijstandsgerechtigden en arbeidsongeschikten en ook het aandeel huishoudens met een inkomen rondom het minimum aan de hoge kant. De economische crisis werkt niet alleen door op de lokale economie. De crisis is ook van invloed op de woningmarkt en het stadscentrum. Crisis op woningmarkt houdt aan Van de Nijmeegse woningvoorraad bestaat tussen de vijftig en zestig procent uit huurwoningen. Een groot deel daarvan wordt verhuurd door de woningcorporaties. Sinds 2002 is het aantal corporatiewoningen met 1% gedaald. Tussen 2005 en 2009 zakten voor woningzoekenden de kansen om een huurwoning te vinden, zowel voor de starters als de doorstromers. Voor de doorstromers zijn de slaagkansen de afgelopen twee jaar ongeveer gelijk gebleven. Voor de starters zijn de slaagkansen sinds 2009 licht verbeterd, maar nog steeds wat lager dan voor de doorstromers. In de laatste 10 jaar is het aantal koopwoningen in Nijmegen van ongeveer naar rond de gegroeid. De helft van deze groei is gerealiseerd in Nijmegen-Noord. In de afgelopen jaren lag het aantal verkochte bestaande woningen in Nijmegen een stuk lager dan in de twee jaar voor het uitbreken van de kredietcrisis eind Vanaf het laatste kwartaal 2008 is de gemiddelde woningprijs aan het dalen, met uitzondering van het tweede kwartaal van Door onzekerheden over werk en inkomen, financierbaarheid van de wenswoning, hypotheekrenteaftrek en verkoopbaarheid van de eigen woning is veel vraag op de koopmarkt veranderd van manifest in latent. Situatie op markt voor goedkope huurwoningen nog steeds gespannen Ruim 96% van de corporatiewoningen zijn goedkope huurwoningen, die bereikbaar zijn voor huishoudens met lagere inkomens. In absolute aantallen gaat het om goedkope corporatiewoningen op een totaal van zelfstandige woningen in Nijmegen. Omdat er een bredere groep huishoudens en starters aangewezen is op de goedkope huurwoningen, blijft er op deze 12

14 3 Ontwikkelingen in de stad deelmarkt sprake van een gespannen situatie. Ongeveer 60% van de goedkope woningen wordt bewoond door doelgroephuishoudens (minima en huishoudens die geen absoluut minimuminkomen hebben, maar wel een inkomen lager dan de grens die voor de huurtoeslag geldt). Bij de overige veertig procent gaat het vooral om huishoudens uit de doelgroep+ : huishoudens die onvoldoende in staat zijn zich op de koopmarkt te begeven. Er is weinig verschil in slaagkansen op de huurmarkt tussen de doelgroep- en doelgroep+-huishoudens. Verkoop van nieuwbouw verloopt nog steeds traag Na de bouwstop in de Waalsprong werden in 2003 de nieuwbouwplannen in Oosterhout en Visveld weer opgepakt. In 2005 en 2006 werden er veel nieuwe woningen gebouwd (2.415). In de periode nam het aantal nieuwbouwwoningen in de verkoop flink toe, terwijl de verkoopresultaten al vanaf 2005 aan het teruglopen waren. Dit leidde ertoe dat in 2009 en 2010 nieuwbouwprojecten werden teruggetrokken en een deel van de nieuwbouw werd verhuurd in plaats van verkocht. In 2011 kwam er weer nieuwbouw bij, maar de afzet verloopt nog steeds traag Illustratie 3: gemiddelde jaarlijkse uitbreiding woningvoorraad Bron: statistische gegevens O&S 1460 Ondanks de ontwikkeling van de Waalsprong, is ook de nieuwbouw in oud Nijmegen, met 65% van het stadstotaal sinds 1998, nog fors te noemen ( woningen per jaar, waarvan 1 op de 6 ter vervanging van gesloopte woningen). Waardering voor stadscentrum op peil gebleven Tussen 2007 en 2009 is de leegstand van winkels in Nijmegen duidelijk toegenomen. Na 2009 neemt de leegstand geleidelijk weer af, zowel binnen als buiten het centrum. In vergelijking met andere (kennis)steden is het leegstandspercentage in Nijmegen tamelijk gemiddeld. De leegstand heeft niet alleen met de economische crisis te maken, maar bijvoorbeeld ook met de toename van winkelen via internet, het verdwijnen van branches uit stadscentra die op autobereikbare locaties veel ruimte tegen lage kosten nodig hebben en dynamiek in de binnenstad zelf door grote bouwprojecten. Ondanks de leegstand en de bouwwerkzaamheden in het centrum is de waardering voor de binnenstad bij de bezoekers op peil gebleven. In 2010 waardeerden de binnenstadbezoekers het stadscentrum met een 7,4 gemiddeld. Een belangrijke vraag is in welke mate de crisis gevolgen heeft voor de leefsituatie van Nijmegenaren. Gevolgen van crisis voor inwoners Individuele burgers en huishoudens worden getroffen door de crisis, bijvoorbeeld omdat ze hun werk kwijtraken of hun huis niet verkocht krijgen. Maar als we meer in de breedte kijken naar de effecten van de crisis op de leefsituatie en het welzijn van de Nijmegenaren, zien we nog geen sterke doorwerking ervan. Net als bij de voorgaande metingen voelt een ruime meerderheid van de Nijmegenaren zich goed gezond en gelukkig. Scoorde de regio Nijmegen vier jaar geleden iets slechter op algemene levensverwachting en sterfte dan het Nederlandse gemiddelde, nu is de levensverwachting van de inwoners in de regio met 80,1 jaar gelijk aan het landelijke gemiddelde. Ook wat betreft het verwachte aantal gezonde levensjaren en sterfte wijkt de regio Nijmegen niet meer af van de landelijke cijfers. Ook op het gebied van de vrijetijdsbesteding blijft het beeld gunstig. Een ruime meerderheid van de volwassen Nijmegenaren geeft aan buiten werk, opleiding en familie voldoende contacten met anderen te hebben; 7% geeft aan onvoldoende contacten te hebben. De cultuurdeelname onder de volwassen Nijmegenaren, die al hoog was, is nog wat verder toegenomen. Vooral de toename van het aantal amateurkunstbeoefenaars valt op, en ook - tegen een al langer durende dalende trend in - het licht gestegen percentage volwassenen dat de bibliotheek bezoekt. Ook de sportdeelname is nog iets verder toegenomen. De groei van de sportdeelname zit vooral bij mensen met een hoog inkomen en in de toename van het aantal hardlopers, fietsers en wandelaars. Het percentage leden van sportclubs is stabiel. Het aantal mensen dat aan fitness doet is voor het eerst sinds jaren afgenomen. De toename van het aandeel volwassen sporters zien we nog niet vertaald in een afname van het aantal volwassenen met overgewicht. Mogelijke verklaringen daarvoor zijn dat een deel van de sporters nog te weinig sport en beweegt (1 op de 7 volwassen sporters sport minder dan 1 keer per week) en dat het voedingsgedrag onvoldoende verbetert. Het percentage Nijmegenaren dat vrijwilligerswerk verricht is sterk gestegen, van 27% in 2007 naar 39% in Die groei komt door een toename van het aantal Nijmegenaren dat in de vrije tijd hulp biedt aan ouderen, zieken, mensen met een functiebeperking, buren en familie. 13

15 Geen duidelijk beeld van ontwikkeling aantal individuen en huishoudens met problemen De beschikbare cijfers over de ontwikkeling van het aantal mensen en huishoudens in Nijmegen met problemen geven geen volledig beeld. Bovendien maken wijzigingen in administratie of (financiering van) aanpak m.b.t. probleemgevallen dat ontwikkelingen in de statistieken niet overeen hoeven te komen met de feitelijke ontwikkelingen. Aan de ene kant zijn er signalen voor een toename van het aantal probleemsituaties. Het aantal meldingen bij het Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) van huishoudens met problemen op meerdere leefgebieden lag in 2010 hoger dan in In de periode nam het aandeel Nijmegenaren, dat cliënt is bij de GGz Nijmegen (geestelijke gezondheidszorg), toe van 2% naar 2,8%. En meer jongeren zochten hulp in verband met problematisch cannabisgebruik. Aan de andere kant zijn er ook positieve signalen. De schooluitval in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs nam af. Wel is de schooluitval onder Nijmeegse MBO-leerlingen in vergelijking met andere steden nog steeds hoog (ruim 12% in schooljaar ). Het aantal jeugdige verdachten is gedaald. En het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening liep in 2011 licht terug. Mensen met een lage opleiding relatief vaak in een kwetsbare positie Laagopgeleide Nijmegenaren blijken op meerdere fronten nog steeds duidelijk achter te blijven bij de middelbaar en hoogopgeleiden: meer werkloosheid, minder cultuur- en sportdeelname, vaker een ongezonde levensstijl, meer gezondheidsklachten en chronische aandoeningen, meer psychische problemen en vaker een laag inkomen. Hierbij aansluitend geven relatief veel laagopgeleiden aan zich niet gezond en gelukkig te voelen en minder zelfredzaam te zijn. Groei van vraag naar huishoudelijke hulp De Wmo biedt ondersteuning aan de kwetsbaren in de samenleving. Onder ouderen is het aandeel Wmo-cliënten begrijpelijkerwijs relatief hoog: een kwart van de 65+ers in Nijmegen ontvangt één of meer individuele Wmo-voorzieningen (huishoudelijke hulp, woonvoorzieningen, rolstoel/ scootmobiel, vervoer). De laatste jaren is het aantal gebruikers van huishoudelijke hulp, onder wie veel 75-plussers, in Nijmegen flink gestegen, evenals het aantal geleverde uren huishoudelijke hulp per persoon. Toch is zowel het aandeel gebruikers als het aantal zorguren nog steeds lager dan landelijk. Opvallend evenwel is de leeftijdsspecifieke ontwikkeling. De afgelopen jaren was bij de 70+-ers de groei kleiner dan op basis van demografische ontwikkeling binnen de leeftijdsklasse verwacht kon worden. Bij de groep jaar was die juist groter. Dit verschijnsel is ook voor Nederland als geheel te zien Ontwikkelingen op het vlak van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad Hieronder gaan we verder met het beschrijven van ontwikkelingen die van belang zijn voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad. We beginnen met de thema s waar de gemeente volgens de Nijmegenaren met voorrang aandacht aan moet geven. onveiligheid, criminaliteit voorzieningenniveau in het algemeen zwerfvuil, verpaupering, verloedering Nijmegenaren blijven aandacht vragen voor verkeersdrukte, maar zien ook verbeteringen op vlak van verkeer Bij de vraag aan Nijmegenaren naar de belangrijkste stadsproblemen is verkeersproblematiek, net als in 2007 en 2009, duidelijk het meest genoemd (door bijna 40%). Daarbij gaat het vooral om slechte bereikbaarheid en verkeersdoorstroming. Ook ondernemers blijven aandacht vragen voor een betere bereikbaarheid van de stad. Tegelijkertijd zien Nijmegenaren verbeteringen op het vlak van verkeer: 38% vindt dat Nijmegen er in het voorgaande jaar op vooruit is gegaan, 13% ziet achteruitgang. De meest genoemde redenen voor de vooruitgang zijn verkeersverbeteringen (verbeteringen in de verkeersinfrastructuur; betere doorstroming op bepaalde plekken). In 2009 noemde nog maar 3% verbeteringen op het vlak van verkeer, deze keer 14%. Ook bij de vraag naar de belangrijkste buurtproblemen staat verkeersproblematiek nummer één (door 14% genoemd), met kort daarachter onveiligheid/criminaliteit (door 13% ge- verkeersproblematiek parkeerproblemen fietsvoorzieningen jongerenoverlast 5% 3% 3% 23% 16% 12% 17% 19% 13% 16% 16% 21% 10% 9% 4% 4% 4% 7% 10% 12% 10% 7% 10% 7% 5% Illustratie 4: Belangrijkste stadsproblemen volgens de Nijmegenaren Bron: Stadspeiling, O&S 35% 35% 0% 10% 20% 30% 40% 40%

16 3 Ontwikkelingen in de stad noemd). Bij de verkeersproblemen in de buurt gaat het vooral om te hard rijden, verkeersdrukte en daarmee samenhangend de verkeersveiligheid. Overigens is de score voor de ervaren verkeersoverlast in de woonbuurt ongeveer gelijk gebleven. In Nijmegen-Noord is het aandeel dat verkeersproblematiek als een belangrijk stads- en/of buurtprobleem ziet nog steeds het grootst. Nijmegenaren blijven ook aandacht vragen voor de parkeerdruk, maar wel in wat mindere mate dan twee jaar geleden. Ruim de helft van de Nijmegenaren (56%) is tevreden over de parkeergelegenheid in de woonbuurt; een kwart is er ontevreden over. Nijmegen scoort op dit punt beter dan gemiddeld in de kennissteden. De waardering van binnenstadbezoekers voor de beschikbaarheid van parkeergelegenheid in en om het centrum is in de voorgaande jaren licht toegenomen, maar wel nog onvoldoende (5,4). Oordeel over bereikbaarheid van de stad licht verbeterd; aanhoudende verkeersdrukte binnen de stad Bij verschillende monitoronderzoeken meten we een lichte stijging van het rapportcijfer voor de bereikbaarheid van de stad met de auto. Dit zien we bij burgers (5,9), ondernemers (6,1) én binnenstadbezoekers (5,9). Cijfers over de bereikbaarheid van banen vanuit Nijmegen - in en buiten de spits - wijzen erop dat Nijmegen een middenpositie tussen de kennissteden inneemt als het gaat om de overlast van verkeersdrukte en files tijdens de spits 4. Verkeerstellingen binnen de stad laten een aanhoudende drukte op de Nijmeegse wegen zien. Het aantal vervoersbewegingen naar en van het centrum is licht gestegen. Nijmegenaren, die in Nijmegen werken en met de auto naar het werk gaan, geven wat meer dan in 2009 aan in de stad in de file terecht te komen. Het rapportcijfer voor de bereikbaarheid binnen de stad met de auto bleef nagenoeg gelijk. Positief is de doorgaande dalende trend in het aantal verkeersongelukken met letselschade en in het aantal verkeersslachtoffers. Onvrede over stallingsmogelijkheden in centrum In vergelijking met 2009 geven wat meer Nijmegenaren aan dat ze voor het vervoer naar de binnenstad meestal de fiets gebruiken en hebben meer Nijmegenaren de beperkte fietsstallingsmogelijkheden in het centrum als één van de belangrijkste stadsproblemen genoemd. Daardoor is fietsvoorzieningen gestegen naar de vierde plaats in de ranglijst van belangrijkste stadsproblemen volgens de Nijmegenaren. Hierbij aansluitend is het oordeel van binnenstadbezoekers over de fietsstallingsmogelijkheden in het centrum naar een 4 Conclusie op basis van cijfers over bereikbaarheid van banen uit de Atlas voor gemeenten onvoldoende gezakt (van 6,6 in 2008 naar 5,9 in 2010). Hierbij kan meespelen dat door de bouwwerkzaamheden op en rond Plein 44 stallingscapaciteit is verdwenen. Het oordeel over de bereikbaarheid binnen de stad met de fiets is niet veranderd (7,6). Ook het gebruik van en de tevredenheid over het openbaar vervoer zijn niet veel veranderd. De tevredenheid over het openbaar vervoer in de woonbuurt is in Nijmegen groter dan in andere steden. Een trend doorbroken: lichte toename onveiligheidsgevoelens Onveiligheid staat weer meer op het netvlies van de Nijmegenaren. Na een daling van de onveiligheidsgevoelens in de periode is er nu sprake van een lichte toename. De meest genoemde redenen voor de onveiligheidsgevoelens in de woonbuurt zijn donkere/slecht verlichte plaatsen, groepen jongeren op straat, mensen die men vanwege hun gedrag niet vertrouwt, stille/afgelegen plaatsen en drugsdealers/- verslaafden. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang aan te pakken stads- en buurtprobleem noemden, is doorbroken. Zowel in de ranglijst van de belangrijkste stadsproblemen als in de ranglijst van de belangrijkste buurtproblemen is onveiligheid/criminaliteit gestegen naar nummer twee. Een mogelijke verklaring voor de veranderde veiligheidsbeleving is het gestegen aantal woninginbraken en gewapende overvallen. De stijging van het aantal gewapende overvallen vanaf 2009 is veel in de publiciteit geweest. In 2011 lag het aantal overvallen weer wat lager dan in Het professionele karakter van een deel van de overvallers gekoppeld aan hun jongere leeftijd kan worden opgevat als een ernstig signaal. Verder blijkt uit politieregistraties dat het aantal aangiften onveiligheid, criminaliteit rommel, zwerfvuil, hondenpoep verkeersproblematiek jongerenoverlast parkeerproblemen geluidsoverlast 6% 8% 8% 10% 13% 0% 5% 10% 15% Illustratie 5: belangrijkste, met voorrang aan te pakken buurtproblemen volgens de Nijmegenaren Bron: Veiligheidsmonitor 2011, O&S/CBS 14% 15

17 van bedreiging en mishandeling in 2011 hoger lag dan in Het aantal diefstallen uit auto s is sterk gedaald. In vergelijking met de kennissteden is het slachtofferschap, en ook de onveiligheidsbeleving, in Nijmegen gemiddeld. Als we Nijmegen afzetten tegen steden van vergelijkbare omvang zien we dat een relatief grote groep Nijmegenaren in het voorgaande jaar slachtoffer werd van woninginbraak en een relatief kleine groep van diefstal uit de auto. Nijmegenaren blijven om aandacht voor jongerenoverlast vragen, maar minder nadrukkelijk dan enkele jaren geleden Enkele jaren geleden gaven Nijmegenaren de aanpak van jongerenoverlast een hoge prioriteit. Het was de tijd waarin jongeren in enkele wijken (Meijhorst en Neerbosch-Oost) voor ernstige overlast zorgden. In vergelijking met toen is het aantal Nijmegenaren, dat jongerenoverlast een belangrijk stads- en/of buurtprobleem vindt, afgenomen. Wel zien Nijmegenaren jongerenoverlast duidelijk vaker als het belangrijkste overlast- en criminaliteitsprobleem in de buurt dan overlast door andere groepen (omwonenden, drugsdealers/ drugsverslaafden, zwervers/daklozen). Bij de vraag aan welke groepen in de buurt men zich wel eens ergert zien we dit terug: 11% ergert zich wel eens aan groepen (hang)jongeren in de buurt, 5% aan groepen allochtonen 4% aan groepen wijkbewoners en 3% aan drugsgebruikers/-verkopers (3%). Net als in 2009 heeft 13% van de Nijmegenaren de indruk dat jeugdoverlast in de woonbuurt vaak voorkomt, maar het aandeel met de indruk dat jeugdcriminaliteit vaak in de buurt voorkomt is wat gedaald (van 7 naar 5%). Aantal veelplegers in Nijmegen vrij gemiddeld Net als in andere steden zorgt een deel van de jongeren voor veel overlast. In vergelijking met andere kennissteden was het aantal verdachten in de categorie jeugdige veelplegers in Nijmegen in 2010 wat lager dan gemiddeld (44 personen tussen de 12 en 24 jaar). Het aantal verdachten in de categorie meerderjarige veelplegers was ten opzichte van de kennissteden vrij gemiddeld (309 personen van 25 jaar en ouder), evenals het aantal verdachten in de categorie harde kern jongeren (76 personen tussen de 12 en 24 jaar). Bij de harde kern jongeren gaat het om verdachten van zware misdrijven. Net als in voorgaande jaren is het percentage verdachten relatief groot onder enkele groepen Nijmegenaren van nietwesterse herkomst, zowel bij de jongeren als bij de volwassenen. Dat geldt vooral voor de Marokkaanse en Antilliaanse Nijmegenaren. Hierbij moet wel bedacht worden dat deze groepen relatief vaak in een achterstandspositie zitten; onder laagopgeleiden en mensen zonder werk is het aandeel verdachten relatief groot. Voor zover er in woonbuurten spanningen tot uitbarsting komen, gebeurt dat vooral tussen buren Een paar procent van de Nijmegenaren geeft aan dat er in het voorgaande jaar in de buurt spanningen tot uitbarsting kwamen tussen jongeren onderling of tussen jongeren en ouderen. Een even grote groep geeft aan dat er in de buurt spanningen tot uitbarsting kwamen, waarbij één of meer groepen Nijmegenaren van niet-westerse herkomst betrokken waren. Het ging niet alleen om spanningen tussen Nijmegenaren van niet-westerse herkomst en andere Nijmegenaren, maar ook om spanningen tussen twee groepen of binnen één groep van niet-westerse herkomst. Een grotere groep (5%) geeft aan dat er in het voorgaande jaar spanningen tussen buren tot uitbarsting kwamen. Op het vlak van het samenleven tussen groepen van verschillende herkomst zien we weinig verandering. Nog steeds zijn meer Nijmegenaren positief (51%; 44% in aandachtsgebieden) dan negatief (7%; 9% in aandachtsgebieden) over het samenleven tussen Nijmegenaren van niet-westerse herkomst en de overige Nijmegenaren in de stad. En nog steeds zien meer mensen positieve kanten aan de verscheidenheid van etnische achtergronden in hun woonbuurt (54%; 47% in aandachtsgebieden) dan negatieve (32%; 38% in aandachtsgebieden). Bij de perceptie van negatieve kanten gaat het vooral om de ervaren beslotenheid van allochtone gemeenschappen en de overlast van jongeren. Het percentage Nijmegenaren van niet-westerse herkomst is sinds enkele jaren stabiel (12%). In de mate waarin deze Nijmegenaren geconcentreerd in de aandachtsgebieden wonen is de afgelopen jaren niet veel veranderd. In 2009 gaf ruim een derde van de Nijmegenaren aan dat ze negatiever waren gaan denken over het samenleven in de buurt tussen Nijmegenaren van niet-nederlandse herkomst en de andere Nijmegenaren. In 2011 is deze groep veel kleiner (13%), nog net iets groter dan de groep die een positiever beeld over het samenleven gekregen heeft (10%). Schoonhouden stad en buurten gedaald in ranglijsten belangrijkste stads- en buurtproblemen Bij de belangrijkste stadsproblemen volgens de Nijmegenaren is zwerfvuil/verloedering/verpaupering gedaald van plek 4 naar plek 6. En bij de belangrijkste buurtproblemen is rommel/zwerfvuil/hondenpoep gedaald van nummer 1 naar nummer 3. Hierbij aansluitend is de score voor fysieke verloedering in de woonbuurt gunstiger dan in 2009 (met 0,3 gedaald naar 3,7). De tevredenheid over het groenonderhoud is ongeveer gelijk gebleven. Al met al lijkt de omschakeling van het met vaste regelmaat reinigen en onderhouden van buurten naar een meer flexibele, beeldgerichte aanpak 5 positief uit te werken. 5 Bepalen waar de inzet meer en minder nodig is op grond van hoe de wijk eruit ziet. 16

18 3 Ontwikkelingen in de stad Verdere daling van de stankoverlast, geluidsoverlast toegenomen Na de scherpe daling van de ervaren stankoverlast in de periode , is deze in 2011 nog wat verder gedaald. De daling van de ervaren stankoverlast is het sterkst in Lindenholt, het stadsdeel waar bewoners van oudsher meer stankoverlast ervaren dan elders in de stad. Maatregelen van enkele grote bedrijven in de nabijheid van Lindenholt om geurreductie te realiseren hebben hier waarschijnlijk aan bijgedragen. De ervaren stankoverlast wordt minder dan vroeger veroorzaakt door het wegverkeer en meer door hondenpoep/-pis, barbecues en open vuren. Verder geven steeds minder mensen aan gezondheidsklachten ten gevolge van een slechte luchtkwaliteit te ervaren ,2 7,5 7,5 7,7 7,6 7,4 7,4 De ervaren geluidsoverlast daarentegen is toegenomen. De overlast wordt minder dan voorheen veroorzaakt door wegverkeer, maar in sterkere mate door brommers/scooters, jongeren, evenementen en bouwwerkzaamheden. Het aantal mensen, dat gezondheidsklachten als gevolg van geluidsoverlast in de buurt ervaart, is niet veel veranderd. Steeds meer basisscholen krimpen Het aantal krimpende basisscholen is toegenomen van 12 scholen in de periode naar 21 in de jaren Dit heeft deels met demografische ontwikkelingen te maken, en deels met een dalende populariteit. Bij de acht scholen met de sterkste daling speelden beide factoren een rol. Al enige jaren geldt dat ongeveer 30% van de basisschoolleerlingen een school bezoekt die meer dan 300 meter verder van huis ligt dan de dichtstbijzijnde basisschool. Er is een vaste groep van ongeveer 10 Nijmeegse basisscholen waar het aandeel voorbijlopers veel hoger is dan dit gemiddelde. Het gaat relatief veel om scholen met de volgende kenmerken: gelegen in aandachtsgebieden, met een hoog aandeel gewichtsleerlingen en leerlingen van niet-westerse herkomst en met een uitgesproken karakter. Met de invoering in 2009 van een centraal aanmeldingspunt voor basisonderwijs (Schoolwijzer), werd onder meer beoogd om de schoolpopulatie een betere afspiegeling van de kinderen in wijk te laten zijn. Dit effect blijkt nog niet op te treden. Vier op de tien Nijmegenaren vinden dat de stad vooruit is gegaan Het oordeel van Nijmegenaren over hun stad is ten opzichte van 2009 niet veel veranderd. Het rapportcijfer dat ze voor de stad geven is gelijk gebleven (7,5). Nog steeds vindt een ruime meerderheid Nijmegen een mooie stad, waar het prettig wonen is en waar men gehecht aan is. Driekwart is trots op Nijmegen. Evenals bij de voorgaande metingen zien Nijmegenaren vaker vooruitgang in de stad (38%) dan achteruitgang (13%). Eerder ,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 Illustratie 6: rapportcijfer van Nijmegenaren voor Nijmegen als stad om in te wonen en te leven Bron: Stadspeiling, O&S % 13% 13% 15% 23% 22% stad is vooruit gegaan stad is achteruit gegaan 35% 33% 35% 38% 39% is al opgemerkt dat verbeteringen in de verkeersinfrastructuur en -doorstroming het meest genoemd zijn als redenen voor die vooruitgang. Daarnaast noemt men onder meer: nieuwbouw, het opknappen van het centrum en een beter voorzieningenniveau (met name op winkel- en cultureel gebied). Bij de redenen voor achteruitgang van de stad worden uiteenlopende zaken genoemd, met verslechteringen op het gebied van verkeer en veiligheid als lichte uitschieters. 7,2 43% 41% Illustratie 7: percentage Nijmegenaren dat vindt dat stad in het afgelopen jaar achter- of vooruit is gegaan Bron: Stadspeiling, O&S 55% 17

19 3.3 Ontwikkelingen m.b.t. duurzaamheid Een belangrijke thema van deze tijd is duurzaamheid. De Nijmeegse initiatieven op dit vlak richten zich op verschillende doelgroepen (inwoners, bedrijven, instellingen, de gemeentelijke organisatie) en thema s (wonen, mobiliteit, economie, stedelijke ontwikkeling). Lichte daling energieverbruik De gemeente Nijmegen wil het energieverbruik in de stad jaarlijks met minimaal 2% terugbrengen. Sinds de nulmeting in 2008 (Kadernotitie Klimaat) is het totale energieverbruik in drie jaar tijd licht gedaald met 0,5%. Het totale gasverbruik schommelt sinds 2008 van jaar tot jaar, het totale elektriciteitsverbruik vertoont meer een dalende lijn. Onder Nijmeegse huishoudens is het totale energieverbruik in de periode afgenomen met bijna 4%. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de dalende trend van het gasverbruik onder huishoudens; het elektriciteitsverbruik bij huishoudens nam iets toe. Ten opzichte van andere kennissteden is het gasverbruik bij huishoudens aan de hoge kant en het elektriciteitsverbruik gemiddeld. Onder Nijmeegse bedrijven is het totale energieverbruik in de periode met 1,5% toegenomen; het gasverbruik onder de bedrijven steeg, het elektriciteitsverbruik daalde. Inmiddels lopen er diverse initiatieven gericht op woningcorporaties, woningeigenaren, bedrijven, instellingen en ook de eigen gemeentelijke organisatie om het energieverbruik verder terug te kunnen brengen. Het jaarlijks aantal kilo huishoudelijk afval per inwoner ligt dicht in de buurt van het gemiddelde voor de kennissteden. Het hergebruikpercentage voor afval is licht toegenomen, naar 62%, en hoger dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met 2007 gebruiken Nijmegenaren voor het vervoer in de stad wat meer de fiets. Bijna zestig procent van de Nijmegenaren, die binnen de stad werken, gebruikt nu voor het woon-werk verkeer meestal de fiets en eenzelfde percentage van de Nijmegenaren gaat meestal met de fiets naar het stadscentrum Nijmegen en de regio Het afschaffen van de WGR+-regio s (stadregio s) leidt tot een herbezinning op regionale samenwerkingsverbanden, waarbinnen wordt samengewerkt op terreinen als mobiliteit, ruimte, wonen, werken en milieu. Duidelijk is dat Nijmegen en de regio op allerlei vlakken met elkaar verweven zijn. Verwevenheid Nijmegen en regio verschilt per functie Diverse cijfers laten zien dat er een sterke verwevenheid is tussen Nijmegen en de regio en dat die verwevenheid verschilt per functie (wonen, werken, leren, winkelen, recreatie). Intergemeentelijke verhuisstromen laten zien dat de Stadsregio Arnhem Nijmegen nog uit twee aparte woningmarkten bestaat, waartussen relatief weinig verhuizingen plaatsvinden: woningmarktgebied Nijmegen, dat loopt van Noord-Limburg en Oost Noord-Brabant tot aan Nijmegen, en woningmarktgebied Arnhem, dat onder meer de Nijmeegse buurgemeenten aan de noordkant van de Waal (Lingewaard en Overbetuwe) omvat. Maar dat zou kunnen veranderen met de groei van het aantal woningen aan de noordkant van de Waal en de nieuwe stadsbrug. Een analyse van de woningbehoefte in de regio laat zien dat deze het grootst is in de stedelijke gebieden (Nijmegen en Arnhem) en de gebieden daartussen. In de jaren 2010 en 2011 kwam 20% van degenen die zich in Nijmegen vestigden uit de regio (directe buurgemeenten, plus andere gemeenten die nabij liggen); andersom ging tussen de 20 en 25% van de vertrekkers in de regio wonen. Per saldo was er dus sprake van een klein inwonersverlies aan de regio. De leeftijdsverdeling lijkt op die van de totale groep verhuizers: de stad trekt vooral jongeren, naar de regio vertrekken vooral mensen tussen de 25 en 50. Ruim de helft van de circa Nijmeegse banen wordt bezet door mensen van buiten de stad. Daarbij nemen de direct omliggende gemeenten een aanzienlijke plaats in (55% van de inkomende pendel) en profileert Nijmegen zich als werkstad in de eigen regio. Inmiddels wordt vrijwel alleen nog bedrijventerrein (mede) namens Nijmegen op het grondgebied van Wijchen uitgegeven. Omgekeerd zien we dat rond een derde van de circa werkende Nijmegenaren buiten Nijmegen werkt. Daarbij ligt het accent meer op werkgemeenten buiten de regio dan op de gemeente in de buurt van Nijmegen. Door de jaren heen schommelt het aandeel binnenstadbezoekers dat uit de regio komt rond een kwart. Grote evenementen in de binnenstad, zoals de Vierdaagsefeesten en het Gebroeders Van Limburgfestival, trekken veel bezoekers uit de regio. Ook de culturele podia trekken behoorlijk wat bezoekers uit de buurgemeenten, vooral de Keizer Karel Podia. Ruim een kwart van de bezoekers van De Vereeniging en de Stadsschouwburg komt uit de buurgemeenten, en circa 15% uit de rest van Gelderland. Van de bezoekers van LUX komt 20% uit Gelderland en 15% van verder weg. Doornroosje trekt relatief veel bezoekers van verder weg (22% uit Gelderland en 29% van verder weg). Bijna de helft van de leerlingen op de 13 Nijmeegse voortgezet onderwijs scholen komt uit gemeenten rondom de stad. Omgekeerd is het aantal Nijmeegse leerlingen dat een voortgezet onderwijs school buiten de stad bezoekt niet hoog: ongeveer

20 3 Ontwikkelingen in de stad 3.5 Waardering van gemeentelijke dienstverlening en gemeentebestuur We sluiten dit hoofdstuk af met bevindingen over het oordeel van burgers over de gemeentelijke dienstverlening en het gemeentebestuur. Wijzigingen in oordeel over gemeentelijke dienstverlening Jaarlijks meten we bij verschillende loketten en balies hoe Nijmegenaren de contacten met medewerkers van de gemeente waarderen. Daaruit rollen per balie verschillende cijfers. Bij Burgerzaken groeide de waardering van een jarenlange 8,2 naar een 8,4 in De waardering van bedrijven over de gemeentelijke dienstverlening steeg van een jarenlange onvoldoende naar een 6,3. Andere recent gemeten rapportcijfers zijn een 7,1 voor de Bel- en Herstellijn en een 7 voor het Regionaal Jongerenloket. In vergelijking met twee jaar geleden is het oordeel van burgers over enkele algemene aspecten van de dienstverlening licht veranderd: wat positiever over de afhandeling van klachten en brieven en wat negatiever over luisteren naar de klant en snel en efficiënt handelen. In het oordeel van burgers over de gemeentelijke informatievoorziening en over gemeentelijke regels/verordeningen is er nauwelijks verandering. Bij bedrijven is het oordeel over de hoeveelheid gemeentelijke regels en de toepassing ervan licht verbeterd. Vertrouwen in gemeentebestuur groter dan in andere steden Ruim de helft van de burgers (55%) geeft aan vertrouwen in het college te hebben; een lichte stijging ten opzichte van Maar ook het aandeel dat zegt geen vertrouwen in het college te hebben, is licht toegenomen (15%). Voor de gemeenteraad zien we dezelfde ontwikkeling en hetzelfde beeld (53% wel vertrouwen; 13% geen vertrouwen). In vergelijking met andere steden heeft de Nijmeegse bevolking relatief veel waardering voor en vertrouwen in het gemeentebestuur. Ook zijn de Nijmegenaren meer dan gemiddeld tevreden over de inspraakmogelijkheden. Ruim de helft van de Nijmegenaren vindt dat het college veel moeite doet om belangrijke problemen in de stad aan te pakken. Tien procent is het daar niet mee eens. Over de gemeentelijke aandacht voor buurtproblemen geven de Nijmegenaren wisselende signalen: ruim 60% is het eens met de stelling dat het college zich over het algemeen wel bekommert om de problemen in de Nijmeegse wijken. Maar als gevraagd wordt naar de belangrijkste buurtproblemen en vervolgens de vraag wordt gesteld of de gemeente voldoende aandacht voor die buurtproblemen heeft, is het beeld minder gunstig: 22% vindt dat de gemeente er voldoende aandacht voor heeft, 43% vindt van niet. 19

21 4 Ontwikkelingen in nijmeegse woonwijken 20

22 Nijmegenaren geven hun woonomgeving een ruime voldoende. Het woon- en leefmilieu binnen de wijken is overwegend gunstig. 14 wijken tonen een sterke positie op de woningmarkt, vooral in oostelijk en noordelijk deel van de stad. Een aantal wijken in Dukenburg blijft achter. Hiervan laat Malvert als enige een licht negatieve ontwikkeling zien. De oude stadswijken Biezen, Nije Veld en Wolfskuil, en daarnaast ook Hatert ontwikkelen zich gunstig. In onze stad is er geen duidelijke achteruitgang te zien van wijken. Wel zijn er enkele tientallen -meestal kleine- deelgebieden aanwijsbaar waar gebiedsgebonden problemen spelen. De meeste liggen in zogenaamde aandachtsgebieden, maar enkele liggen daarbuiten. Gebiedsproblematiek in onze stad kenmerkt zich vooral door sociale problematiek, gekoppeld aan een dominantie van lage sociaal-economische status en goedkope huurwoningen. Ruimtelijke patronen in kwaliteit woon en leefmilieu zichtbaar Reeds in eerdere wijkmonitoren 6 is een verdeling beschreven in Nijmegen waarbij de wijken in het oostelijk en noordelijk deel van de stad overwegend gunstig scoren op allerlei wijkindicatoren. De woon- en leefsituatie wordt in deze wijken met een sterke positie op de woningmarkt overwegend hoog gewaardeerd. Daarbij is er een duidelijke samenhang met het gunstige sociaal-maatschappelijk profiel van bewoners binnen deze wijken, die in de hoogste woningmarktklassen vallen (een classificatie op basis van gemiddelde woningwaarde en huishoudensinkomen 7 ). In wijken behorende tot de laagste woningmarktklassen zien we ongunstiger profielen. Deze liggen vooral in de west- en zuidwestflank van de stad. Het gaat om oude stadswijken ten westen van het stadscentrum, een groot deel van Dukenburg, Willemskwartier binnen de wijk Nije Veld, de Kolpingbuurt in de wijk Goffert, Hatert, Neerbosch-Oost en enkele buurten in Lindenholt. Stadscentrum en Benedenstad laten vanwege de grootstedelijke binnenstadsfunctie een aantal afwijkende scores zien, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en overlast. In 2011 krijgen wijken met een sterke positie op de woningmarkt nog altijd gunstige tot zeer gunstige totaaloordelen in de wijkmonitor. Relatief ongunstige oordelen over het woon- en leefmilieu vallen vooral in de lagere en laagste woningmarktklassen. Er zijn 14 woonwijken die in de Nijmeegse context een bovengemiddeld totaalbeeld geven, 11 wijken scoren ondergemiddeld. 6 In Nijmegen volgen we ten behoeve van bijvoorbeeld wijkaanpak, doelgroepbeleid en multiprobleemaanpak (Wmo, wijkteams) de woonwijken, door in de tweejaarlijkse wijkmonitor oordelen en ontwikkelingen te geven. Deze is gebaseerd op een vaste set van wijkindicatoren (op basis van registraties en enquêtes), kwalitatief datamateriaal (op basis van open vragen aan wijkprofessionals, bewonersorganisaties en andere betrokkenen) en kwalificaties van www. leefbaarometer.nl. Wijkprofielen geven een analytisch beeld van woonomgeving, sociaal klimaat, de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van de populatie. Ook zijn achterliggende cijfers, kwalitatief datamateriaal en kwalificaties van Leefbaarometer opgenomen. Van deelgebieden binnen wijken met mogelijke leefbaarheidsproblemen zijn lokale achtergronden geschetst. Meer informatie: nl/gemeente/onderzoekencijfers. 7 We onderscheiden voor analyses binnen de Wijkmonitor twee groeperingen van wijken. Op basis van vastgoedwaarde (WOZ-waarden in klassen), en (secundair) op basis van de economische positie van bewoners (gemiddeld huishoudeninkomen) is een clustering in vier woningmarktklassen samengesteld. Deze marktwaardering geeft een beeld van de woningmarktpositie van een wijk. Naast de woning- en grondwaarde bevat deze ook het zogenaamde wijksurplus, waarbij factoren als imago, woonomgeving en ligging meespelen. Een tweede groepering van wijken volgt de in Nijmegen gangbare operationele indeling in beleidsmatig vastgestelde aandachtsgebieden. Daarbij is vooral geografische nabijheid voor de clustering gebruikt. 21

23 Totaaloordeel wijkmonitor TOTAALOORDEEL & ONTWIKKELINGEN Ontwikkeling wijkmonitor Ontwikkeling volgens bevolking (indicatief) Ontwikkeling volgens wijkprofs & bewonersorg. Ontwikkeling Leefbaarometer Relatieve ontwikkeling WOZ Hoogste woningmarktklasse Kwakkenberg Hunnerberg + 0/ Galgenveld + 0/+ 0 0/+ 0 + Hazenkamp Groenewoud + 0/ Oosterhout + 0/+ 0/+ +/0 0 - Hees + 0 0/+ 0-0 Lent Weezenhof + 0 0/ Brakkenstein + 0/- 0 0/- 0 - Hogere woningmarktklasse Altrade + 0/ St. Anna + 0 0/ Hengstdal 0 0 0/ Bottendaal Stadscentrum t Broek 0 0 0/- niet eenduidig + - Heijendaal + + 0/ Lagere woningmarktklasse Hatertse Hei 0 0 0/ Goffert 0 0/+ 0 0/+ 0 + Benedenstad /0 + 0 Grootstal 0 0 0/- +/0 0 0 De Kamp 0 0/- 0/- 0/+ 0 - t Acker 0 0 0/- niet eenduidig 0 0 Nije Veld Wolfskuil Biezen Laagste woningmarktklasse Heseveld 0 0/+ 0/ Lankforst Tolhuis - 0 0/ Neerbosch-Oost - 0 0/ Malvert - 0/- 0/- niet eenduidig 0 - Zwanenveld - 0 0/- +/0 0 0 Aldenhof - 0 0/ Hatert Meijhorst - 0 0/ Ontwikkeling volgens bevolking indicatief vanwege lage respondentaantallen. Illustratie 8: totaaloordeel en ontwikkeling woon- en leefmilieu (naar woningmarktklasse) 22

24 4 Ontwikkelingen in Nijmeegse woonwijken Nijmegen-Centrum 00 Benedenstad 01 Stadscentrum Nijmegen-Oost 02 Bottendaal 03 Galgenveld 04 Altrade 05 Hunnerberg 06 Hengstdal 07 Kwakkenberg 08 Groenewoud 09 Ooyse Schependom Nijmegen-Oud-West 20 Biezen 21 Wolfskuil Nijmegen-Nieuw West 22 Hees 23 Heseveld 24 Neerbosch-Oost 25 Haven- en industrieterrein Nijmegen-Midden 10 Nijeveld 11 Hazenkamp 12 Goffert 13 St. Anna 17 Heijendaal Nijmegen-Zuid 14 Hatertse Hei 15 Grootstal 16 Hatert 18 Brakkenstein Lindenholt 40 t Acker 41 De Kamp 42 t Broek 43 Kerkenbosch 47 Westkanaaldijk 48 Neerbosch-West 49 Bijsterhuizen Dukenburg 31 Tolhuis 32 Zwaneveld 33 Meijhorst 34 Lankforst 35 Aldenhof 36 Malvert 37 Weezenhof 38 Vogelzang 39 Staddijk Nijmegen-Noord 50 Oosterhout 60 Ressen 70 Lent 49 zeer gunstig gunstig neutraal ongunstig zeer ongunstig Illustratie 9: relatief oordeel (totaaloordeel Wijkmonitor) woon- en leefmilieu, binnen Nijmeegse context 8 8 Betreft de relatieve positie binnen de stad op basis van wijkindicatoren (registraties en enquêtes) en oordelen van wijkprofessionals, bewonersorganisaties en andere betrokkenen. 23

25 Negatieve ontwikkeling Licht negatieve ontwikkeling Stabiel Licht positieve ontwikkeling Positieve ontwikkeling Zeer gunstig totaalbeeld Gunstig totaalbeeld Altrade Brakkenstein Groenewoud Bottendaal Hazenkamp Hees Kwakkenberg Lent St. Anna Weezenhof Galgenveld Hunnerberg Oosterhout Heijendaal Neutraal totaalbeeld De Kamp Grootstal Hatertse Hei Hengstdal Stadscentrum t Acker t Broek Goffert Heseveld Benedenstad Ongunstig totaalbeeld Malvert Aldenhof Lankforst Meijhorst Neerbosch-Oost Tolhuis Zwanenveld Biezen Nije Veld Hatert Wolfskuil Zeer ongunstig totaalbeeld Leeswijzer figuur: Negatieve tot positieve ontwikkeling op de horizontale as. Zeer gunstig tot zeer ongunstig totaalbeeld op verticale as. Illustratie 10: Ontwikkeling en totaaloordeel woon- en leefmilieu Nijmeegse (woon)wijken Verdere verbetering oude volkswijken en Hatert De algehele ontwikkeling die we binnen de woonwijken zien kent een positieve balans: 6 wijken zijn na 2009 vooruitgegaan, 5 wijken licht vooruitgegaan, 19 wijken stabiel gebleven en 5 wijken zijn enigszins achteruitgegaan. We zien geen wijken met duidelijke achteruitgang in het woon- en leefmilieu. Benedenstad, Biezen, Nije Veld, Hatert en Wolfskuil trekken de opgaande lijn uit de Wijkmonitor 2009 door. Opnieuw tonen deze wijken vooral gunstige ontwikkelingen. De woon- en leefomgeving sluit hier steeds meer aan op de eisen en wensen van bewoners. Malvert en De Kamp tonen beide, vanuit een ongunstig, respectievelijk gemiddeld totaalbeeld, een licht negatieve ontwikkeling. De marktpositie van woningen en bewonersoordelen blijven achter. Ook Aldenhof, Lankforst, Meijhorst, Neerbosch-Oost, Tolhuis en Zwanenveld blijven op basis van totaalbeeld en uitblijven van een positieve ontwikkeling aandacht vragen. Woonbuurt krijgt ruime voldoende Het gemiddelde rapportcijfer voor de woonbuurt is in Nijmegen met een 7,3 ongeveer gelijk gebleven. Vooral de aandachtsgebieden in de lagere woningmarktklasse tonen vooruitgang; in de aandachtsgebieden in de laagste woningmarktklasse zien we minder vooruitgang, met uitzondering van Hatert met diverse verbeteringen. De groep Nijmegenaren die positief denkt over de ontwikkeling van de buurt in het voorgaande jaar is ongeveer even groot als de groep die er negatief over denkt (16 resp. 15%). De score voor de sociale kwaliteit van de woonbuurt, die een beeld geeft van hoe mensen in de buurt met elkaar omgaan, is gelijk gebleven. Ongunstig is het licht gedaalde rapportcijfer voor de veiligheid in de woonbuurt (van 6,9 in 2009 naar 6,7 in 2011), gunstig is de lichte afname van de ervaren fysieke verloedering (zwerfvuil, bekladding, vernieling, hondenpoep). 24

26 4 Ontwikkelingen in Nijmeegse woonwijken Tevredenheid over aandacht buurtproblemen afgenomen Het aandeel Nijmegenaren dat tevreden is over de aandacht van de gemeente voor buurtproblemen is in 2011 afgenomen; 22% vindt dat de gemeente voldoende aandacht voor buurtproblemen heeft, 43% vindt dat de gemeente er te weinig aandacht aan besteedt. Gezien de geconstateerde vooruitgang in veel wijken is het lastig om deze ontwikkelingen te duiden. Over het geheel genomen geven burgers niet aan dat er meer problemen of vormen van overlast in de buurten spelen. En ook de inzet vanuit de gemeente voor de wijken en aandachtsgebieden is in grote lijnen hetzelfde gebleven. Het oordeel over de aandacht van de gemeente voor buurtproblemen wijkt niet sterk af in bepaalde gebieden binnen de stad, en is ook niet in een bepaalde omgeving relatief sterk veranderd. Wijkproblemen gekoppeld aan zwakke positie bevolking Gemeenschappelijk voor de Nijmeegse wijken en buurten met gebiedsproblematiek is dat de bevolking sociaal-maatschappelijk een zwakke positie heeft (denk aan werk, inkomen en opleiding), dat men vaak in het goedkope deel van de woningvoorraad is gehuisvest, en dat er aandachtspunten zijn rond jongeren. Ook in de onderlinge omgang in de buurt zijn er meer problemen. Die uiten zich ook in het ontbreken van verantwoordelijkheidsgevoel voor het leefmilieu, waardoor bijvoorbeeld verloedering kan ontstaan. Er zijn in relatie tot het voorgaande voorbeelden van verbeteringen en kansen te noemen. De belangrijkste is de lopende herstructurering van de woningvoorraad, waarbij mogelijk een harmonisatie van kansrijk versus kansarm zal optreden (bijvoorbeeld in Nije Veld). De meeste wijkprofessionals hebben positieve verwachtingen, vooral van de instroom van nieuwe bevolkingsgroepen: het middenklasse-effect. Er zijn echter ook twijfels vanwege een mogelijke segregatie van de nieuwe aanwas. Bewoners laten daarnaast regelmatig een grote betrokkenheid zien, en de bereidheid om samen verantwoordelijkheid te willen dragen voor de leefomgeving (bijv. in Grootstal). Deze burgerkracht kan verder worden aangesproken. Er zijn goede contacten en samenwerkingen ontstaan met (groepen) jongeren (bijv. in Aldenhof). Er liggen dan ook kansen voor diverse wijken om op zoek te gaan naar nieuwe vormen en verbreding en versterking van bewonersparticipatie (bijv. in Lankforst). Open Wijkscholen (de Nijmeegse brede scholen ) kunnen sterker worden ingezet als een spil in de wijk (bijv. in Tolhuis). Wijkbladen ten slotte zijn ook goede voorbeelden. Ze geven een impuls aan de sociale samenhang en betrokkenheid bij de woonomgeving, zoals het wijkblad Mariken in de wijk Stadscentrum. Specifieke achtergronden per wijk zijn online te vinden in de wijkprofielen. Diversiteit in aandachtsgebieden Nijmegen kent 18 beleidsmatig vastgestelde aandachtsgebieden. Samen met onder meer onderwijs- en welzijnsorganisaties, politie en woningcorporaties werkt de gemeente hier aan oplossingen voor problemen op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en sociale cohesie. De wijken Benedenstad en Stadscentrum nemen hierbij een bijzondere positie in: dit zijn vooral aandachtsgebieden vanwege centrumgerelateerde leefbaarheidsproblemen. Constateringen over ontwikkelingen in aandachtsgebieden en de concentratie van problematiek in deelgebieden dragen bij aan de focus van wijkaanpak door de gemeente Nijmegen. Nog altijd laten de (gegroepeerde) aandachtsgebieden binnen Nijmegen vaak achterblijvende scores zien: zie illustratie 11. Bevolkingskenmerken, sociaal klimaat en oordelen van de bevolking zijn dan relatief ongunstig of zeer ongunstig. Daarnaast tonen burgers in aandachtsgebieden vaker geringe verantwoordelijkheid voor de woonomgeving en wordt er een lagere sociale kwaliteit gevoeld. Een belangrijk kenmerk van veel Nijmeegse aandachtsgebieden is de vaak eenzijdige samenstelling van de bevolking, met bijvoorbeeld concentraties van lage welstandsklassen. Er zijn deelgebieden aanwijsbaar waar contacten tussen verschillende bevolkingsgroepen niet vanzelfsprekend zijn. We zien hier als het ware parallelle gemeenschappen. Overigens kan diversiteit in bevolkingsgroepen juist een kracht zijn. Bijzonder en ook kansrijk voor de toekomst is bijvoorbeeld het multiculturele winkelcentrum aan de Willemsweg. Dit kan zich verder ontwikkelen als bindende factor in de wijk, en daarnaast tot een bijzondere attractiewaarde. Maar niet alle aandachtsgebieden verkeren in achterstand of kennen een gebiedsproblematiek in de gehele wijk: zie illustratie 12. Het woon- en leefmilieu in Heseveld, Benedenstad en Stadscentrum ligt voor Nijmegen op gemiddeld niveau. In bijvoorbeeld Nije Veld, Biezen of Wolfskuil spelen leefbaarheidsproblemen zich af in binnen wijken gelegen deelgebieden tot op straatniveau, en niet in de wijk als geheel. Daarover later meer. 25

27 KERNBEELD bevolking woonomgeving sociaal klimaat totaaloordeel buurt 1=zeer gunstig > 5=zeer ongunstig aandeel niet-westerse Nijmegenaren aandeel uitkering gezondheidsgevoel opleiding tevredenheid groen ervaring verloedering tevredenh. speelmogelijkh. verkeersproblemen verantwoordelijkheid buurt jongerenproblematiek sociale kwaliteit onveiligheidsgevoel achteruitgang buurt rapportcijfer buurt Nijmegen Wijken naar woningmarktpositie Hoogste woningmarktklasse Hogere woningmarktklasse Lagere woningmarktklasse Laagste woningmarktklasse Aandachtsgebieden Aandachtsgebieden Oude stadswijken Aandachtsgebieden Nieuw-West Aandachtsgebied Hatert Aandachtsgebieden Dukenburg Aandachtsgebieden Lindenholt Aandachtsgebieden Centrum Groepering positie woningmarkt (WOZ en hh-inkomen) Hoogste woningmarktklasse: Kwakkenberg, Hunnerberg, Galgenveld, Hazenkamp, Groenewoud, Oosterhout, Hees, Lent, Weezenhof, Brakkenstein Hogere woningmarktklasse: Altrade, St. Anna, Hengstdal, Bottendaal, Stadscentrum, t Broek, Heijendaal Lagere woningmarktklasse: Hatertse Hei, Goffert, Benedenstad, Grootstal, De Kamp, t Acker, Nije Veld, Wolfskuil, Biezen Laagste woningmarktklasse: Heseveld, Lankforst, Tolhuis, Neerbosch Oost, Malvert, Zwanenveld, Aldenhof, Hatert, Meijhorst Groepering aandachtsgebieden Aandachtsgebieden Oude stadswijken: Biezen, Wolfskuil, Willemskwartier en Kolpingbuurt Aandachtsgebieden Nieuw-West: Neerbosch-Oost en Heseveld Aandachtsgebied Hatert: Hatert Aandachtsgebieden Dukenburg: Zwanenveld, Malvert, Meijhorst, Aldenhof en Tolhuis Aandachtsgebieden Lindenholt: Zellersacker, Voorstenkamp, Gildekamp en Leuvensbroek Aandachtsgebieden Centrum: Stadscentrum en Benedenstad Illustratie 11: kernbeeld wijken naar woningmarktklasse en naar aandachtsgebieden; afwijkingen binnen bevolkingskenmerken, woonomgeving, sociaal klimaat en totaaloordeel 9 9 De scores op basis van de enquête-uitkomsten kunnen we voor gegroepeerde wijken of buurten en stadsdelen laten zien. De uitkomsten zijn uitgedrukt in een vijfpuntsschaal van 5 naar 1. Hierbij betekent 5 dat er vanuit de betreffende indicator sterke aanleiding is voor extra (beleids)aandacht. Bij 1 is dat het tegendeel. In de meeste gevallen kan men 5 ook interpreteren als een (zeer) ongunstige score op de indicator. Een 1 is een (zeer) gunstige score. 26

28 4 Ontwikkelingen in Nijmeegse woonwijken TOTAALOORDEEL & ONTWIKKELINGEN Ontwikkeling Totaaloordeel Ontwikkeling volgens bevolking wijkmonitor Wijkmonitor (indicatief) Ontwikkeling volgens wijkprofs & bewonersorg. Ontwikkeling Leefbaarometer Relatieve ontwikkeling WOZ Aandachtsgebieden Oude stadswijken Biezen Wolfskuil Nije Veld (Willemskwartier) Goffert (Kolpingbuurt) 0 0/+ 0 0/+ 0 + Aandachtsgebieden Nieuw-West Neerbosch-Oost - 0 0/ Heseveld 0 0/+ 0/ Aandachtsgebied Hatert Hatert Aandachtsgebieden Dukenburg Zwanenveld - 0 0/- +/0 0 0 Malvert - 0/- 0/- niet eenduidig 0 - Meijhorst - 0 0/ Aldenhof - 0 0/ Tolhuis (Tolhuis 52-78) - 0 0/ Aandachtsgebieden Lindenholt t Acker (Zellersacker) 0 0 0/- niet eenduidig 0 0 De Kamp (Voorstenkamp, Gildenkamp) 0 0/- 0/- 0/+ 0 - t Broek (Leuvensbroek) 0 0 0/- niet eenduidig + - Aandachtsgebieden Centrum Benedenstad /0 + 0 Stadscentrum Ontwikkeling volgens bevolking indicatief vanwege lage respondentaantallen. Illustratie 12: totaaloordeel en ontwikkeling woon- en leefmilieu aandachtsgebieden Aandachtsgebieden ontwikkelen zich positief of zijn stabiel We kunnen nog niet volledig verklaren waarom bepaalde aandachtsgebieden wel vooruitgaan en andere niet. Het is echter aannemelijk dat positieve effecten op de leefbaarheid in de hiervoor genoemde wijken zijn ontstaan of versterkt door inzet van gemeente en maatschappelijke partners. Uit landelijk onderzoek 10 is bekend dat interventies aan effectiviteit winnen als op meerdere fronten en integraal wordt ingezet. In de genoemde wijken kunnen op deze manier herstructurering, bewonersparticipatie, investeringen in de openbare ruimte, groen en water en in voorzieningen voor jongeren en minderheden hebben bijgedragen aan een positieve ontwikkeling. Ook flankerende maatregelen als jeugdactiviteiten, opvoeding- en onderwijsondersteuning, sociale projecten voor minderheden, het stimuleren van wijkeconomie en startende 10 Buurtleefbaarheid begrepen, achtergronden en beleidsinvloeden bij leefbaarheidsverbetering; RIGO Research en Advies, ondernemers en extra toezicht ten behoeve van veiligheid hebben een positief effect. Biezen, Wolfskuil, Nije Veld, Goffert en Hatert geven nog altijd een ongunstig totaalbeeld van woon- en leefmilieu, maar ontwikkelen zich net als in 2009 overwegend gunstig: zie illustratie 12. Goffert als geheel laat daarbij geen achterstand zien; het is deelgebied Kolpingbuurt dat hier negatief afwijkt. Aandachtsgebieden in Nieuw-West zijn qua ontwikkeling van woon- en leefmilieu stabiel (Neerbosch-Oost) tot licht positief (Heseveld). Heseveld geeft zoals eerder gemeld een binnen Nijmegen gemiddeld totaalbeeld. Over de 5 Dukenburgse aandachtsgebieden zijn er verschillende signalen. Enerzijds schetsen wijkprofessionals en bewonersorganisaties gunstige trends, vaak op basis van interventies door bijvoorbeeld gemeente of woningcorporaties. Anderzijds wijst de ondervraagde bevolking op (licht) negatieve ontwikkelingen. De gemiddelde waardeontwikkeling van vastgoed blijft achter 27

29 bij overig Nijmegen. Al met al zijn deze aandachtsgebieden stabiel, uitgezonderd Malvert vanwege een licht negatieve ontwikkeling. Lindenholtse wijken met daarbinnen aandachtsgebieden blijven stabiel, hoewel De Kamp zich wat minder gunstig ontwikkelt. De wijken als geheel scoren gemiddeld, het zijn slechts bepaalde deelgebieden waar achterstanden zichtbaar zijn. De aandachtswijken in Nijmegen-Centrum laten ten slotte geen achterstanden zien. Qua ontwikkeling is het woon- en leefmilieu in Stadscentrum stabiel en vertoont Benedenstad gunstige trends. Gebiedsproblematiek vooral in deelgebieden binnen wijken Voor bijvoorbeeld interventies vanuit de wijkaanpak of sociale ondersteuning is het goed te beseffen dat het woon- en leefmilieu in de meeste aandachtsgebieden goede en slechte delen kent. Op basis van een analyse van Leefbaarometer.nl 11 en een lokale toets door wijkprofessionals en bewonersorganisaties kunnen we een indicatie geven van de betreffende deelgebieden. Bij deze binnenwijkse concentraties is er een samenhang met de woningvoorraad, bevolkingssamenstelling en sociaal-economische status zichtbaar. Er zijn in de wijkprofielen 65 deelgebieden binnen wijken of buurten besproken -in omvang variërend- waar gebiedsgebonden problemen aanwijsbaar zijn. Vaak gaat het om kleine gebieden, bijvoorbeeld bepaalde straten of delen daarvan. Een aantal deelgebieden met gebiedsproblematiek is in wijkmonitoren t/m 2009 al benoemd, te weten Willemskwartier, Kolpingbuurt, Tolhuis 52 e -78 e straat en een vijftal buurten in Lindenholt. Naast enige tientallen concentraties die binnen de huidige aandachtsgebieden liggen zien we enkele andere (mogelijke) risicogebieden: binnen Nije Veld de Landbouwbuurt en Muntenbuurt (bevolkingskenmerken); in Hengstdal de Spoorbuurt en het Rode dorp (bevolkingskenmerken); in Hees Park West, de route Dennenstraat en de fiets- en voetgangerstunnels naar Lindenholt (openbare ruimte, overlast); en binnen Hatertse Hei de Hofjesbuurt en de omgeving Citroenvlinderstraat (bevolkingskenmerken). In de online-wijkprofielen zijn vanuit lokale kennis achtergronden geschetst bij de deelgebieden. Daaruit blijkt ook dat in bepaalde gebieden in Lankforst, Tolhuis en Zwanenveld, waar volgens Leefbaarometer.nl leefbaarheidsproblemen optreden, in de ogen van lokale betrokkenen niet of nauwelijks gebiedsproblematiek voorkomt. Men herkent de kwalificaties van de Leefbaarometer daar niet. Binnen de aandachtsgebieden Biezen en Wolfskuil blijken het relatief kleine deelgebieden te zijn waar gebiedsproblemen in woon- en leefmilieu spelen. In deze deelgebieden woont minder dan 10% van de wijkbevolking. In de aandachtsgebieden Hatert, Malvert, Zwanenveld en Heseveld bevindt zich zo n 20% tot 25% van de wijkpopulatie in deelgebieden met gebiedsproblematiek. In Neerbosch-Oost, Meijhorst en Aldenhof gaat het om een derde van de wijkbewoners. 11 De landelijke Leefbaarometer.nl levert op basis van indicatoren een modelmatige voorspelling van het subjectieve bewonersoordeel. 28

30 4 Ontwikkelingen in Nijmeegse woonwijken 29

31 5 Een blik op de toekomst 30

32 Na alle informatie over de ontwikkelingen in de voorgaande jaren in de stad en de wijken richten we de blik nu op de toekomst beroepsbevolking banen werkloos Ondanks huidige crisis veel optimisme over toekomst stad Er zijn allerlei ontwikkelingen gaande waar een stad als Nijmegen op in moet spelen, bijvoorbeeld de vergrijzing, het groeiende beroep op zorg- en Wmo-voorzieningen, de verwachte groei van de bevolking tot 2030, de (gewenste) ontwikkeling van Nederland richting een kenniseconomie, de noodzaak van een duurzame ontwikkeling, de voortgaande digitalisering (denk bijvoorbeeld aan thuis werken, winkelen via internet en de ontwikkeling van sociale media), ontwikkelingen op het gebied van vervoer, een terugtredende overheid en structurele overheidsbezuinigingen die (kwetsbare) groepen in de samenleving en het voorzieningenniveau raken. Ondertussen heeft Nijmegen te maken met moeilijk te beïnvloeden factoren op nationaal en internationaal niveau, zoals de economische crisis, de financiële problemen in Europa, de opkomst van nieuwe economische grootmachten, de vastzittende woningmarkt en landelijke beleidskeuzes. Opvallend is het optimisme bij Nijmegenaren over de toekomst van de stad, terwijl we in onzekere tijden leven als het gaat om ontwikkelingen op het vlak van economie, wonen, zorg en welzijn. De helft van de volwassen Nijmegenaren denkt dat de stad er in de komende jaren op vooruit zal gaan, twee op de tien Nijmegenaren verwachten achteruitgang. De start en voortgang van een aantal grote projecten in de stad zullen een rol spelen bij dat optimisme. Prognose voor komende jaren: groei van werkloosheid Ramingen voorzien voor de eerstkomende jaren een bescheiden banengroei en een sterkere groei van de beroepsbevolking. Daardoor zal de werkloosheid in de komende jaren naar verwachting op een hoger niveau komen te liggen. Een landelijke trend is dat er steeds minder vaste contracten worden aangeboden. Van groot belang voor de toekomst van de stad is wanneer en hoe Nederland uit de economische crisis gaat komen. Voor de toekomst van de lokale economie zijn diverse factoren en ontwikkelingen van belang, onder meer de volgende. Nijmegen heeft een relatief hoog opgeleide beroepsbevolking die naar verwachting nog tot 2023 zal groeien. Posi Illustratie 13: beroepsbevolking, banen en werkloosheid in Nijmegen, en verwachting tot 2015 (indexcijfers 1998=100); BEO Provincie Gelderland, 16 februari 2012 (basis Decemberraming 2011 CPB) tief voor Nijmegen is het hoge aandeel hoogopgeleiden in de beroepsbevolking, en ook het hoge aandeel dat behoort tot de creatieve klasse 12. Volgens de prognoses groeit de Nijmeegse bevolking tot De door het CBS verwachte groei in Nijmegen is relatief sterk: in de komende tien jaar zal de bevolking in twee kennissteden harder groeien dan in Nijmegen (Delft en Utrecht), in twee even hard en in zeven minder hard. Hoe de groei zal uitpakken hangt mede af van de nieuwbouw die gerealiseerd kan worden. Net als in andere steden is er in Nijmegen onzekerheid over de hoeveelheid en aard van de nieuwbouw. Omdat veel babyboomers in de komende jaren met pensioen zullen gaan, zal er ruimte op de arbeidsmarkt ontstaan, onder andere binnen het onderwijs. Door de vergrijzing blijft er veel werk in de gezondheidszorg. De verwachting is dat het aandeel banen in de gezondheidszorgsector binnen het totaal aan Nijmeegse banen verder zal gaan toenemen. De verkeersinfrastructuur in en om de stad zal verbeteren door de nieuwe stadsbrug, de aanleg van een extra treinstation bij de Novio Tech Campus, de verbreding van de A50 en doortrekking van de A15 naar de A Atlas voor Gemeenten berekent het aandeel creatieve klasse in de beroepsbevolking op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van het CBS. De creatieve klasse bestaat uit bedenkers van creatieve ideeën (onder meer wetenschappers, onderzoekers, innovatieve ICT ers, ingenieurs, architecten, vormgevers, kunstenaars) en ook uitvoerders van creatieve ideeën in kennisintensieve economische sectoren. 31

33 Ontwikkelingen op het vlak van het nieuwe werken kunnen gaan leiden tot een vermindering van de verkeersstroom en een andere spreiding van het verkeer over de dag. Aan de andere kant kan er meer kantoorleegstand ontstaan. Op dit moment is er in Nijmegen relatief weinig kantoorleegstand. Mogelijk kan de stijgende lijn in het oordeel over het ondernemersklimaat vastgehouden worden. Ondernemers zijn nog steeds ontevreden over de lokale lasten en de gemeentelijke regels voor bedrijven, hoewel het oordeel hierover in de afgelopen jaren wat gunstiger geworden is. Elementen die voor ondernemers het zwaarste wegen bij het beoordelen van ondernemingsklimaat zijn het verkeersbeleid en parkeren, gevolgd door het lokale economische beleid. Het blijven werken aan een aantrekkelijk woonklimaat blijft van belang, omdat dit een pullfactor voor bedrijven en instellingen kan zijn en omdat een aantrekkelijke stad ervoor kan zorgen dat (kennis)werkers in de stad willen (blijven) wonen. De afronding van de nieuwbouw op Plein 44 in 2013 is van belang voor de aantrekkingskracht van het stadscentrum. Zo heeft de opening van modewinkel Primark, waarvan een vestiging op Plein 44 zal komen, in andere steden gezorgd voor een forse toename van het aantal passanten in het winkelgebied. Nijmegen heeft diverse redenen om zich te verder te willen ontwikkelen als kennisstad: het hoge opleidingsniveau van de beroepsbevolking, de aanwezigheid van belangrijke kennisinstituten en kennisintensieve bedrijvigheid, het feit dat de ontwikkeling van de kenniseconomie al jarenlang een belangrijk uitgangspunt is in het nationaal economisch beleid en de verwachte groeimogelijkheden van kennisintensieve bedrijvigheid, waaronder duurzame bedrijvigheid. Overigens is er ook behoefte aan werkgelegenheid voor laagopgeleiden. De werkloosheid onder deze groep is relatief groot. Nijmegen heeft een gunstig toeristisch imago, maar de hotelcapaciteit is beperkt. Nederlanders zien Nijmegen als een aantrekkelijke, sfeervolle, gezellige, gastvrije en ruimdenkende stad. Ze zien wandelen en fietsen als goed bij de stad passende activiteiten en verwachten in Nijmegen een aantrekkelijk horeca- en evenementenaanbod. Mogelijk kan Nijmegen de toeristische profilering aanscherpen. Bekend is dat Nederlanders graag historische steden en steden met een omvangrijk cultureel aanbod bezoeken. Een interessant punt in dit verband is dat Nederlanders, die Nijmegen nog nooit bezocht hebben, geen goed beeld blijken te hebben van het culturele aanbod in de stad. Ook interessant in dit kader is dat veel leden van ons digitaal stadspanel kansen voor Nijmegen zien als het gaat om het verbeelden van het verleden, ondanks de afwezigheid van een sterk historisch decor. Profileren van de Romeinse tijd (in samenhang met oudste stad ) en de middeleeuwen (vooral laten zien in gebouw en structuur) ziet men als het meest kansrijk. Gevolgen van crisis op sociale domein moeilijk in te schatten In hoofdstuk 3 hebben we geconstateerd dat we nog niet veel duidelijke aanwijzingen hebben dat de economische crisis in de breedte sterk doorwerkt op de leefsituatie en het welzijn van inwoners van Nijmegen. Veel Nijmegenaren voelen zich gezond, gelukkig, hebben voldoende contacten, doen aan sport en cultuur en zijn zelfredzaam. De sociale cohesie in wijken is op peil gebleven, de overlast die men van jongeren en omwonenden ervaart is ongeveer op hetzelfde niveau gebleven, sociale spanningen doen zich in beperkte mate voor, er is sprake van een redelijke acceptatie van de multiculturele samenleving en veel mensen doen vrijwilligerswerk. Het aantal inwoners en huishoudens met problemen lijkt wat toe te nemen, maar het is lastig om op basis van de beschikbare statistieken harde uitspraken hierover te doen. Echter omdat we nog midden in de crisis en in een periode van veranderend overheidsbeleid en bezuinigingen zitten, is belangrijk om in de komende jaren te volgen of bepaalde groepen meer in de problemen gaan komen, bijvoorbeeld door een stapeling van effecten. Zo zijn diverse maatregelen van invloed op de Nijmegenaren met minder inkomen of specifiek de groep huishoudens met een inkomen niet ver boven het minimumniveau. De landelijke overheid wil dat inkomensondersteunende maatregelen beperkt blijven tot de huishoudens met een inkomen van maximaal 110% boven het minimumniveau. In november 2010 besloot de gemeenteraad van Nijmegen tot afbouw van de gesubsidieerde arbeid. Er is veel minder geld voor begeleiding bij het zoeken naar werk. Europese wetgeving maakt dat huishoudens, die een hoger inkomen hebben, maar onvoldoende om zich op de koopmarkt te begeven, minder in aanmerking komen voor corporatiewoningen. Het SCP constateert in dit verband dat een economische crisis eerst vooral het bedrijfsleven raakt, dan de overheid en daarna de burgers. De onderzoekers van het SCP verwachten dat de crisis de komende jaren sterk negatief gaat doorwerken op de leefsituatie van burgers. Mocht dat het geval zijn, dan kan die ontwikkeling ook doorwerken op het samenleven in de wijken en leiden tot een toename van sociale spanningen en overlast. In het algemeen is er sprake van een beweging richting meer zelfredzaamheid en redzaamheid in eigen kring, en een terugtredende overheid. Mede afhankelijk van hoe deze beweging 32

34 5 Een blik op de toekomst in Nijmegen vorm zal krijgen, kan dat voor bepaalde groepen negatieve consequenties hebben. Het kan ook zijn dat mensen kansen gaan pakken en zichzelf vooruit weten te helpen. Meer duurzaamheid: noodzaak en kansen De gemeente Nijmegen wil in het klimaat- en energievraagstuk haar verantwoordelijkheid nemen door een forse afname van het energieverbruik te realiseren. Behalve de noodzaak van duurzaamheid, ziet de gemeente ook diverse kansen verbonden aan dit thema. Zo zou de kennisstad Nijmegen kunnen profiteren van de groeiende bedrijvigheid op het gebied van (kennisontwikkeling voor) nieuwe en schonere productie van allerlei materialen. En een uitbouw van het hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) zou de bereikbaarheid moeten verbeteren. Steeds meer dringt het besef door dat investeren in duurzaamheid de samenleving meer baten dan kosten oplevert, vooral wanneer verschillende partijen hieraan samenwerken. Inmiddels lopen er diverse initiatieven voor energiebesparing en meer duurzaamheid. Deze zijn gericht op burgers, bedrijven, instellingen (o.a. woningcorporaties) en ook de eigen organisatie, en betreffen verschillende thema s: mobiliteit (bijvoorbeeld stimuleren fietsgebruik en hoogwaardig openbaar vervoer), wonen (bijvoorbeeld duurzame nieuwbouw en energiebesparing in bestaande woningen), economie (bijvoorbeeld energiebesparing binnen bedrijven en proberen om groene werkgelegenheid aan te trekken) en stedelijke ontwikkeling. Veel leden van ons digitaal stadspanel willen nog meer aan energiebesparing gaan doen. Financiële motieven zijn belangrijk (gebruik kunnen maken van investeringsregeling; terugverdienen van investeringen; lagere energierekening), maar ook milieuoverwegingen spelen mee (vermindering CO 2 -uitstoot). Bij de leden van ons digitaal stadspanel is er vertrouwen in de mogelijkheden om het autogebruik binnen de stad terug te dringen. Ze hebben een positieve grondhouding ten opzichte van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Ze zien diverse voordelen (betere bereikbaarheid van drukbezochte locaties; concurrerende reissnelheid; mogelijke verbetering van luchtkwaliteit; ontstaan van kansen voor ondernemers; verbeteren stadsimago) en ook enige nadelen (kosten; vereiste voortransport om bij haltes te komen; geluidsoverlast). Bevolkingsontwikkeling: blijvende groei Alle bevolkingsprognoses (CBS, Primos, O&S) voorzien voor Nijmegen een doorgaande groei tot Die verwachte bevolkingsgroei heeft te maken met de aantrekkingskracht van stedelijke gebieden (met opleidingsfunctie) in Nederland. Hoewel alle prognoses groei voor Nijmegen voorzien, verschillen de verwachtingen voor het toekomstig inwonertal. De verschillende prognoses en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren (minder nieuwbouw, zonder dat dat tot daling van het aantal inwoners heeft geleid) in acht genomen, lijkt een inwoneraantal van in 2020 het meest waarschijnlijk. Binnen aantrekkelijke regio s is nieuwbouw een belangrijke factor voor de precieze verdeling van de groeiende bevolking. In de afgelopen jaren was de vraag naar nieuwbouwkoopwoningen beperkt en lag het nieuwbouwtempo in de Waalsprong een stuk lager dan in 2005 en De behoefte om naar een andere woning te verhuizen is er wel, maar mensen stellen het besluit om een andere woning te gaan zoeken in deze onzekere tijden uit. In de Woningmarktverkenning is de uitbreidingsbehoefte tot 2020 becijferd op maximaal woningen, waarvan circa ter compensatie van sloop en om het bestaande woningtekort te verkleinen. Ruim de helft van de uitbreidingsbehoefte bestaat uit goedkope woningen, met name in de huursector. Vergeleken met 2006 is het aandeel etagehuur in de uitbreidingsbehoefte gestegen van 26 naar 37%, en het aandeel etagekoop gezakt van 15 naar 7%. Die laatste categorie kenmerkte zich in de achter ons liggende periode al door trage afzet en planherzieningen. Ook vergeleken met het bouwprogramma constateert de Woningmarktverkenning hier het grootste planoverschot. Bij de woningbehoefte springen de uitersten op de stedelijke woningmarkt eruit. De grootste vraag (9.000) richt zich op de hoge dichtheden en functiemenging in het centraal stedelijk wonen en het milieu stadsbuurt (bijvoorbeeld Benedenstad, Bottendaal en Altrade in de bestaande stad). Minder groot, maar toch een wezenlijke uitbreidingsbehoefte (ca ), is de vraag naar ontspannen wonen in het groenstedelijk woonmilieu (het minst dichte woonmilieu met weinig functiemenging, bijvoorbeeld Weezenhof, Hees, Oosterhout). De tussenliggende woonmilieus stedelijk compact en stedelijk grondgebonden kennen veel minder uitbreidingsvraag (500). Behalve de behoefte aan woningen in de woonmilieus stadsbuurt en groenstedelijk is er ook behoefte aan zorgwoningen en studentenwoningen. 33

35 Verschillen in demografische ontwikkeling tussen deelgebieden Naast stadsdelen met bevolkingsgroei, met Nijmegen-Noord als belangrijkste representant, zullen er ook wijken en stadsdelen zijn met een bevolkingsverlies. Dat geldt met name voor wijken in Lindenholt, maar ook in Dukenburg. In Lindenholt zal de toename van het aantal ouderen veel sterker zijn dan gemiddeld. In 2020 kan de groep 65+-ers verdubbeld zijn. In het bouwprogramma zijn maar heel beperkt woningen in Lindenholt opgenomen. Dat betekent dat het inwonerverlies dat zich voor zal doen door gezinsverdunning (meer ouderen en minder thuiswonende kinderen, dus kleinere huishoudens) niet gecompenseerd zal worden door bewoners van nieuwe woningen. De verschillen in demografische samenstelling en ontwikkeling tussen stadsdelen en wijken zijn van belang voor de planning van voorzieningen, evenals de belangstelling voor en populariteit van voorzieningen, de bereidheid om te reizen voor het gebruik van voorzieningen en de mate waarin bewoners zich al dan niet op hun directe woonomgeving richten. Interessant in dit verband is dat circa een derde van de Nijmegenaren aangeeft dat de wijk belangrijk is voor hun sociale leven. Vooral na 2020 zal de vergrijzing sterk van invloed zijn op de zorgvraag De komende 10 jaar zal in Nijmegen vooral de leeftijdsklasse jaar sterk groeien. Na 2020 gaat ook de groep 75+-ers flink in omvang toenemen en zal de zorgvraag relatief sterk toenemen. In de leeftijdsgroep 75+ is het aandeel, dat niet voor zichzelf kan zorgen en niet alles goed aankan, namelijk beduidend groter (11 tot 14%) dan gemiddeld (2 tot 4%). Hierbij aansluitend zien we dat met name 70-plussers veel gebruik maken van huishoudelijke hulp. Bij de groei van de zorgvraag moet wel rekening gehouden worden met het onderscheid naar opleidingsniveau. Bij laagopgeleiden neemt de zorgvraag gemiddeld genomen eerder toe dan bij hoogopgeleiden, omdat laagopgeleiden duidelijk vaker een ongezonde leefstijl hebben. Naar verwachting zal de groei van zorgvraag bij ouderen in de komende decennia lager zijn dan de groei van het aantal ouderen; dit vanwege verbeteringen in het opleidingsniveau en de gezondheidssituatie van de toekomstige ouderen. Mogelijke veranderingen in regionale verwevenheid In hoofdstuk 3 is beschreven dat de Stadsregio Arnhem Nijmegen nog uit twee vrij gescheiden woningmarktgebieden Nijmegen en Arnhem bestaat. Binnen die woningmarktgebieden zijn drie soorten gebieden te onderscheiden, waarvoor zich op basis van de in WoON 2009 gemeten woningbehoefte verschillende mogelijkheden en situaties aftekenen: de kernregio (Nijmegen, Lingewaard, Overbetuwe, Arnhem): een gebied met een grote woningbehoefte en veel potentieel; de voormalige groeigemeenten (zoals Beuningen en Wijchen): door een eenzijdige woningvoorraad en een vergrijzende bevolking zijn de risico s van overschotten en leegstand en dus stagnatie hier het grootst; de echte vergrijzingsgolf moet in deze kernen nog beginnen; de landelijke gemeenten (zoals Groesbeek, Mook en Middelaar en Ubbergen): er is wel sprake van een behoefte en bouwmogelijkheden, maar voorzichtigheid is geboden; veranderingen in de woningvoorraad kunnen daar het beste worden toegespitst op de behoefte van starters en senioren. Uitgaande van het potentieel van de kernregio, zou er door groei van het aantal woningen ten noorden van de Waal en de nieuwe stadsbrug meer verwevenheid tussen de woningmarkten Arnhem en Nijmegen kunnen ontstaan. Ook op andere vlakken is er sprake van een sterke verwevenheid tussen stad en regio (zie hoofdstuk 3). Die verwevenheid verschilt per functie (wonen, werken, leren, recreatie, winkelen), zo zagen we. 34

36 5 Een blik op de toekomst 35

37 Bijlagen

Stads- en Wijkmonitor

Stads- en Wijkmonitor Stads- en Wijkmonitor 2012 Stads- en Wijkmonitor 2012 Afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) Gemeente Nijmegen April 2012 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Hoofdbevindingen 6 3 Ontwikkelingen in de stad 10 4 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0 Stadsmonitor -Samenvatting- Modules Samenvatting 1 Wonen en woonaantrekkelijkheid 2 Gezondheid en zorg 3 Werk 4 Duurzame stad 5 Binnenstad 6 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1 Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- Modules De Nijmegenaar en zijn stad 2 De Nijmegenaar en zijn buurt 7 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Geert Schattenberg tel.:

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Stadsmonitor -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Modules Totaalbeeld stedenvergelijking 1 Bestuur 2 Bevolking 3 Cultuur 4 Duurzaamheid 5 Economie en werk 6 Imago stad 7 Inkomen en armoedebestrijding 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Duurzame stad-

Strategisch Thema. -Duurzame stad- Strategisch Thema -Duurzame stad- Modules Samenvatting 1 Houding Nijmegenaren 2 Energieopwekking en -verbruik 3 Omgaan met grondstoffen 5 Duurzame mobiliteit 6 Milieukwaliteit en leefomgeving 7 Datum:

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal, Dorien de Bruijn 23 mei 2014 Vanaf 1997 is de Amersfoortse Stadspeiling elke twee jaar voor een belangrijk deel

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Sociaal economisch profiel

Sociaal economisch profiel Sociaal economisch profiel Op veel gebieden is de sociaal economische positie van de Nijmeegse bevolkings sinds de crisis van 2008 verslechterd: de groei van het inkomensniveau is gestopt evenals de groei

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Ouderen I.AANTAL OUDEREN EN

Ouderen I.AANTAL OUDEREN EN De groep ouderen in Nijmegen is de afgelopen 10 jaar flink toegenomen en zal in de toekomst doorgroeien. De komende 10 jaar zal vooral de leeftijdsklasse 65 74 jaar sterk groeien. Vooral in Lindenholt,

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Stad in de regio- Modules. Datum: februari Strategisch Thema -Stad in de regio- 0

Strategisch Thema. -Stad in de regio- Modules. Datum: februari Strategisch Thema -Stad in de regio- 0 Strategisch Thema -Stad in de regio- Modules Samenvatting 1 Regionale samenwerking 2 Regionale verwevenheid 3 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek tel.: (024) 329 98 89 (O&S)

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers Utrecht.nl/onderzoek Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 5 Sociale infrastructuur

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Imago Stad-

Stadsmonitor. -thema Imago Stad- Stadsmonitor -thema Imago Stad- Modules Samenvatting 1 Beeld van Nijmegenaren 2 Beeld van bezoekers stadscentrum 7 Beeld van ondernemers en instellingen 9 Beeld van Nederlanders 10 Beeld in benchmarkonderzoeken

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0 Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- Modules Samenvatting 1 Werk 2 Leren 7 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek tel.: (024) 329 98 89 (O&S) e-mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4 ECONOMISCHE MONITOR EDE 20 / 4 De Economische Monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De Economische Monitor is verdeeld in twee delen: Het

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor oktober 211 (cijfers t/m september 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek Afdeling Vastgoed en Wonen 29 augustus 2014 2 Algemeen Deze notitie bevat cijfers over inwoners en woningvoorraad

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Vindt u de buurt waar u woont een zeer prettige, een prettige, een onprettige of een zeer onprettige buurt om in te wonen?

Vindt u de buurt waar u woont een zeer prettige, een prettige, een onprettige of een zeer onprettige buurt om in te wonen? 6 BUURTBELEVING Vindt u de buurt waar u woont een zeer prettige, een prettige, een onprettige of een zeer onprettige buurt om in te wonen? zeer prettig prettig onprettig zeer onprettig Hieronder zijn enkele

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Sociale omgeving, integratie en maatschappelijke cohesie

Sociale omgeving, integratie en maatschappelijke cohesie , integratie en maatschappelijke cohesie Al vele jaren is het sociaal klimaat in Nijmegen redelijk stabiel. Over het algemeen zijn de burgers gehecht aan de buurt waar ze wonen en is de onderlinge cohesie

Nadere informatie

Amsterdam in cijfers 2017

Amsterdam in cijfers 2017 Amsterdam in cijfers 2017 Onderzoek, Informatie en Statistiek 8 Samenvatting Samenvatting Bevolking Amsterdam blijft groeien. Op 1 januari 2017 woonden er 844.952 mensen in Amsterdam. Dat zijn er ruim

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 6 Thermometer economische crisis oktober 20 /11/20 1 Inleiding In deze zesde Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke thema s gevolgd (economie, arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Binnenstad De Binnenstad van s-hertogenbosch is het oudste deel van de stad. Karakteristiek zijn het middeleeuwse stratenpatroon en de historische panden, de vele bijzondere

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Afdeling O&S December 2016 2 1. Aanleiding en doel In Maaspoort signaleren professionals meervoudige problematiek in een gedeelte van de wijk. Het gaat om het zuidelijk

Nadere informatie

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. De wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. In de wijk wonen

Nadere informatie

Verkeer en vervoer I.VERKEER EN VERKEERSVEILIGHEID

Verkeer en vervoer I.VERKEER EN VERKEERSVEILIGHEID Er verandert weinig aan de drukte op de Nijmeegse wegen. Het totaal aantal vervoersbewegingen per etmaal in de stad blijft aan de hoge kant en zet ook de binnenstad onder druk. Bezoekers aan de binnenstad

Nadere informatie

Leefbaarheid en bevolkingskrimp: Groningers waarderen leefbaarheid positief, al zien ze wel achteruitgang

Leefbaarheid en bevolkingskrimp: Groningers waarderen leefbaarheid positief, al zien ze wel achteruitgang Leefbaarheid en bevolkingskrimp: Groningers waarderen leefbaarheid positief, al zien ze wel achteruitgang In de provincie Groningen bevinden zich drie krimpregio s: De Eemsdelta, De Marne en Oost- Groningen.

Nadere informatie

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen. rapport WistUdata, 11-5-2017 bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk gepresenteerd over diverse onderwerpen. Bevolking Op 1 januari 2017 telt 27.163 inwoners. Ten opzichte van 2004 steeg

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 9 Thermometer economische crisis oktober 20 Bestuursinformatie 07//20 gemeente Utrecht Inleiding In deze negende Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 11 Thermometer economische crisis november 2013 afdeling Onderzoek - gemeente Utrecht Inleiding In deze elfde Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen: Ruim zestien jaar is er ervaring met het bevorderen van leefbaarheid in de wijken in Dordrecht via wijkbeheer. Leefbaarheid in wijken heeft veel dimensies. Enkele trefwoorden zijn: schoon, heel, veilig,

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : EnquĂȘteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

Stads- en Wijkmonitor

Stads- en Wijkmonitor Stads- en Wijkmonitor 2014 Bureau Onderzoek en Statistiek (O&S) Afdeling Bestuurskwaliteit Gemeente Nijmegen Januari 2014 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Hoofdbevindingen 5 3 Ontwikkelingen in de stad 16 4 Ontwikkelingen

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers De tien Utrechtse wijken in cijfers Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 Veiligheid 5 Sociale infrastructuur & participatie 5 Openbare ruimte & verkeer

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Woon- en groeistad-

Strategisch Thema. -Woon- en groeistad- Strategisch Thema -Woon- en groeistad- Modules Samenvatting 1 Bevolkingsontwikkeling 2 Woningen 5 Woonaantrekkelijkheid 8 Stadsproblemen 10 Buurtproblemen 12 Datum: september 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Mobiliteit- Modules. Datum: februari 2016. Stadsmonitor -thema Mobiliteit- 0

Stadsmonitor. -thema Mobiliteit- Modules. Datum: februari 2016. Stadsmonitor -thema Mobiliteit- 0 Stadsmonitor -thema Mobiliteit- Modules Samenvatting 1 Bereikbaarheid 2 Verkeersoverlast 5 Parkeren 6 Duurzame mobiliteit 8 Verkeersveiligheid 15 Bronnen 16 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie