VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp

Transcriptie

1 VROM-Inspectie Regio Noord-West Overheden Noord-Holland VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Beleid, programmering en uitvoering van bouwregelgeving, ruimtelijke ordening en milieu Kennemerplein 6-8 Postbus BA Haarlem Robert Breed Telefoon Fax Artikelcode 5233 Haarlem, april 2005 Auteurs: Dhr. drs. R.L. Breed Dhr. drs. ing. A.A. Brugman Dhr. P.A.M. Zuurbier

2 1 Inleiding 4 2 Algemeen Oordeel Oordeel taakveld Bouw Oordeel uitvoering milieutaken Oordeel taakveld RO 7 3 Kenschets gemeente en organisatie Kenschets van de gemeente Bestuurlijke organisatie Ambtelijke organisatie Organogram 11 4 Beleid Beleid bouw Bouwverordening Welstand Gebruiksvergunningen/brandveiligheidbeleid Beleid toetsing aanvragen bouwvergunningen aan Bouwbesluit Toezicht- en handhavingsbeleid Beleid milieu Rioleringsplan (GRP) en Zorgplicht afvalwater Beleid t.a.v. externe veiligheid Toezicht- en handhavingsbeleid voor inrichtingen en niet inrichtingsgebonden activiteiten Beleid ruimtelijke ordening Ruimtelijk beleid 16 5 Programma Programma bouw Programmering taken bouwvergunningen, sloopvergunningen, gebruiksvergunningen Programma milieu Milieuprogramma voor het uitvoeren van de wettelijk verplichte en overige milieutaken inclusief een programma voor toezicht en handhaving Programma ruimtelijke ordening Programma actualisering bestemmingsplannen en handhavingsprogramma 20 6 Uitvoering Uitvoering bouwtaken Bouwvergunning Sloopvergunning / melding Gebruiksvergunning Toezicht en handhaving bouwen en slopen Toezicht en handhaving gebruik van gebruiksvergunningplichtige bouwwerken in afwijking van de gebruiksvergunning Uitvoering milieutaken Milieuverslag Vergunningverlening Riolering en afvalwater Externe veiligheid Toezicht en handhaving inrichtingen Uitvoering taken ruimtelijke ordening Bestemmingsplan 27 VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 2/35

3 6.3.2 Verlenen vrijstellingen Toezicht bestemmingsplannen en vrijstellingen 29 7 Administratieve organisatie Bouwen Milieu Ruimtelijke Ordening 33 8 Meer informatie 35 VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 3/35

4 1 Inleiding De VROM-taken moeten tot de kerntaken van de gemeente worden gerekend. Een adequate uitvoering van deze taken is van groot maatschappelijk belang evenals de handhaving van de hierop van toepassing zijnde VROM wet- en regelgeving. Het tweedelijns toezicht op de uitvoering van VROM wet- en regelgeving berust bij de VROM-Inspectie (verder Inspectie). Met ingang van 2003 betrekt de Inspectie in een vierjaarlijkse cyclus alle gemeenten in een onderzoek naar het uitvoeringsniveau van VROM wet- en regelgeving. Jaarlijks worden de verkregen resultaten uit deze onderzoeken geaggregeerd tot een landelijk niveau. Aldus kunnen de ontwikkelingen in relatie tot het vereiste adequate niveau bij gemeenten de komende jaren in beeld worden gebracht. Jaarlijks wordt er over de stand van zaken omtrent de uitvoering van de VROM-taken aan de Tweede Kamer gerapporteerd. Het onderzoek Doel van dit onderzoek is om antwoord te geven op de vraag of de gemeente op een adequaat niveau uitvoering geeft aan haar VROM-taken. Om te komen tot een oordeel over de uitvoering van de VROM-taken door de gemeente is gebruik gemaakt van een onderzoeksmethode die uitgaat van samenhang tussen beleid/visie, programmering/planning en uitvoering. Dit is in beeld gebracht in figuur 1. De filosofie achter deze methode is dat de uitvoering van de VROM-taken op een adequaat niveau wordt gewaarborgd indien dit past binnen de samenhang met het voorbereidende beleid en programmering/planning. De Inspectie heeft daarbij gekeken naar de feitelijke uitvoering die naar voren komt in beschikkingen, alsmede het toezicht en de handhaving op de VROM-taken. Beleid en organisatie/planning zijn daarbij de randvoorwaarden. Door afwezigheid van of onduidelijkheid over die randvoorwaarden, wordt de uitvoering van de VROM-taken onvoldoende gewaarborgd. Er kunnen knelpunten ontstaan zoals onduidelijke prioriteiten, onvoldoende kwaliteit, gebrek aan integraliteit, onvoldoende continuïteit en onvoldoende afstemming. Het zal duidelijk zijn dat de Inspectie ook over deze niet wettelijk verplichte taken een mening heeft. Zowel wettelijke als niet wettelijk verplichte taken zijn door de Inspectie beoordeeld. Het rapport bevat, naast de bevindingen en de beoordeling, verbeterpunten, waar het de wettelijke VROM-taken (m.n. uitvoeringsgerichte taken) betreft en sterke aanbevelingen voor de niet wettelijk verplichte taken (m.n. gericht op vaststellen beleid, programma s en organisatie). Dit laat onverlet, dat de gemeente autonoom is in de wijze waarop zij tot de uitvoering van de wettelijke VROM-taken komt. Bij de aankondiging van het onderzoek zijn die in de vorm van het document Beschrijving van het adequate niveau aan de gemeente ter beschikking gesteld. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 4/35

5 Figuur 1. Window dressing Optimale organisatie Visie/beleid Planning Toeval Uitvoering Ad-hoc / Hobby Het onderzoek bestaat uit 3 fasen: de voorbereidingsfase, de verificatiefase en de rapportagefase. Op basis van de informatie die tijdens de voorbereidingsfase over en van de gemeente is verkregen en op basis van de impressies van het onderzoekteam in het veld (de schouw), zijn aandachtspunten geformuleerd. De onderzoekers hebben zich daarbij met name gericht op die aandachtspunten waarvan op basis van de beschikbare informatie verondersteld wordt, dat bepaalde taken niet resp. niet voldoende door de gemeente worden uitgevoerd. Deze aandachtspunten zijn tijdens de verificatiefase nader onderzocht. Door middel van dossieronderzoek, interviews met medewerkers van de gemeente is nagegaan of de vooronderstelling op basis van de vooraf beschikbare informatie juist was. De verkregen informatie met betrekking de aandachtspunten is gespiegeld aan het vastgestelde adequate niveau. De prestaties, die in 2004 geleverd zijn, vormen het uitgangspunt voor de oordeelsvorming. Om een goed beeld te geven kunnen daarnaast zaken uit de jaren voor 2004 en ontwikkelingen na 2004 in het onderzoek betrokken zijn. De taken, die in de voorbereidingsfase niet als aandachtspunt zijn geformuleerd, zijn tijdens het onderzoek niet beoordeeld en zijn derhalve in deze rapportage buiten beschouwing gelaten. Voor zover taken niet zijn onderzocht, betekent dit niet dat de VROM-Inspectie op voorhand van oordeel is dat de niet onderzochte taken op een adequaat niveau worden uitgevoerd. In het kader van het tweedelijns toezicht heeft de Inspectie in de gemeente Graft-De Rijp in de periode februari t/m april 2005 een onderzoek uitgevoerd. Namens de Inspectie hebben de heer drs. R.L. Breed, de heer drs. Ing. A.A. Brugman en de heer P.A.M. Zuurbier dit onderzoek verricht. Het onderzoek is gericht op de taakvelden milieu, bouwen en ruimtelijke ordening. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het algemene oordeel gegeven over de uitvoering van de VROM-taken in samenhang met beleid en programma. In hoofdstuk 3 wordt een kenschets van de gemeente en een korte beschrijving van de gemeentelijke organisatie gegeven. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 worden achtereenvolgens de bevindingen, verbeterpunten en aanbevelingen weergegeven met betrekking tot beleid, programma en uitvoering op de terreinen bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. De administratieve organisatie dient ervoor om de kwaliteit van de gemeentelijke taakuitoefening te waarborgen. In hoofdstuk 7 wordt hier nog apart op ingegaan. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 5/35

6 2 Algemeen Oordeel In dit hoofdstuk worden in hoofdlijnen de bevindingen weergegeven naar aanleiding van het VROMonderzoek in de gemeente Graft-De Rijp. Dit hoofdstuk geeft slechts een algemeen beeld en een korte samenvatting per taakveld. De bevindingen zijn voor de taakvelden bouwen, milieu en ruimtelijke ordening verder uitgewerkt in de hoofdstukken beleid, programma, uitvoering en administratieve organisatie Graft De Rijp is een uitvoeringsgerichte gemeente, hoewel er her en der ook aanzetten tot beleid en programmering zijn. Maar juist in de uitvoering blijkt toch dat er zowel bij de gemeente als bij de Milieudienst Regio Alkmaar (die de bedrijfsgebonden milieutaken behartigt) op meerdere terreinen zaken duidelijk voor verbetering vatbaar zijn. Dit geldt zowel in de kwantiteit als in de kwaliteit, zowel in de vergunningverlening als in de handhaving. In de handhaving is de blik te weinig naar buiten gericht. Ook wordt er weinig uitgewisseld aan informatie tussen gemeente en MRA en is er weinig sturing vanuit de gemeente. Tot nu toe hangt nog veel van individuele medewerkers af, wat de gemeente kwetsbaar maakt. De gemeente is wel bezig om de organisatie door middel van samenwerking met andere gemeenten beter te structureren. Het is zaak daarbij wel de relatie tussen bouwen, RO en milieutaken niet verder achterop te laten raken, waar juist een versterking van de relatie noodzakelijk is. In zijn algemeenheid zou het zinvol zijn te onderzoeken of het beschikbare aantal fte s voldoende is om de werkzaamheden op een adequaat niveau uit te voeren. Na dit globale beeld worden voor de verschillende onderdelen Bouwen, Milieu en Ruimtelijke Ordening de belangrijke conclusies nog iets uitgebreider geschetst. 2.1 Oordeel taakveld Bouw In 2002 is door de Inspectie reeds onderzoek verricht naar de uitvoering van bouwtaken in de gemeente Graft De Rijp. Eind 2002 is hierover gerapporteerd. Aan de hand hiervan heeft de gemeente een verbeterplan opgesteld. Voor zover over de kwaliteit van de uitvoering nog geen gegevens beschikbaar waren is in dit VROM-brede onderzoek over 2004 nog aanvullend onderzoek gedaan. Op de meeste onderdelen is een korte check gedaan. Het onderdeel gebruiksvergunningen is iets uitgebreider onderzocht. Zowel voor bouw, voor sloop als voor gebruik, en daarbij zowel voor vergunningverlening als voor handhaving is er in 2004 nog steeds nauwelijks sprake van beleid. Alleen voor de wettelijk verplichte taken Bouwverordening en Welstandsnota is er beleid. Een handhavingsnota is in 2005 voorzien. Voor het onderdeel bouw is de dossieropbouw duidelijk verbeterd, waardoor het vergunningstraject goed te volgen is. Het onderdeel sloop loopt hier nog iets op achter, maar dit wordt ook opgepakt. Het onderdeel VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 6/35

7 gebruiksvergunningen valt helaas tegen. Zowel het tempo als de kwaliteit van de vergunningverlening moeten hier duidelijk omhoog. Op het gebied van handhaving is op alle drie de onderdelen nog een professionaliseringsslag te maken. De administratieve organisatie is voor de onderdelen bouw en sloop inmiddels behoorlijk op orde, op het punt functiescheiding na. Voor gebruiksvergunningen is de administratieve organisatie niet beschreven. Deze functie is kwetsbaar. In het kader van de voorgenomen samenwerking met de gemeenten Zeevang, Beemster en Schermer op het gebied van bouwtaken vragen de bovengenoemde punten nog de nodige aandacht. Oordeel: gedeeltelijk adequaat 2.2 Oordeel uitvoering milieutaken Het onderdeel milieu laat bij de gemeente Graft De Rijp een wat wisselend beeld zien. De milieutaken zijn voor een belangrijk deel (de bedrijfsgebonden milieutaken) uitbesteed aan de Milieudienst Regio Alkmaar (MRA). De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het milieubeleid. De gemeente heeft een begin gemaakt met toezichts- en handhavingsbeleid en met beleid op het gebied van externe veiligheid. Bij de programmering van milieutaken is gefocused op de programmering van de bedrijfsgebonden taken. De programmering is voor dit onderdeel uitbesteed aan de MRA. Het probleem dat hierbij aan het licht komt is dat er onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de actualiteit van de WM-vergunningen. In de uitvoering is dat terug te vinden: 50 % van de vergunningen blijkt ouder dan 10 jaar. Per vergunning is een hoop tijd nodig en vaak worden termijnen overschreden. De kwaliteit van de verleende vergunningen is daarna wel goed, maar er worden jaarlijks slechts enkele vergunningen afgehandeld. Een mogelijke oorzaak is dat er onvoldoende prikkel aanwezig is voor een hogere produktie en een snellere afhandeling omdat de sturing niet optimaal is. Bij de handhaving blijkt de situatie precies omgekeerd. Er worden veel zaken afgehandeld, maar de kwaliteit is soms twijfelachtig. De handhaving wordt ook te weinig integraal aangepakt. Een oorzaak hiervoor is dat onvoldoende afstemming plaatsvindt tussen MRA en gemeente. Daarbij komt dat de MRA deze taak ook uitbesteed heeft en het externe bureau per afgedane zaak betaalt, waardoor geen prikkel aanwezig is om meer tijd aan een zaak te besteden terwijl dat soms wel noodzakelijk is. Ook wordt er binnen de gemeente geen kennis opgebouwd over deze bedrijven. Oordeel: gedeeltelijk adequaat 2.3 Oordeel taakveld RO Voor wat betreft het onderdeel ruimtelijke ordening kan worden geconcludeerd dat de gemeente dit taakveld in het verificatiejaar 2004 (nog) niet voldoende op orde heeft en/of uitvoert. Met name op het gebied van handhaving dient nog de nodige inspanning te worden geleverd. De gemeente is voornemens om het handhavingsbeleid te gaan vaststellen. Verwacht mag worden dat dit voor de toekomst een positieve impuls zal geven. Ook de actualiteit van bestemmingsplannen is onvoldoende. Bijna de helft is ouder dan 10 jaar. Evenals dit het geval is bij handhaving, geeft de gemeente aan dat de komende tijd hieraan de nodige aandacht zal worden gegeven. De uitvoering van vrijstellingsprocedures, met name vrijstellingen ex artikel 17 Wro, laat VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 7/35

8 eveneens te wensen over. De administratieve organisatie behoeft aandacht, omdat hiermee voorwaarden voor verbeteringen worden geschapen, hetgeen goed zichtbaar is bij het taakveld bouwen. De afstemming tussen bouwen, milieu en ruimtelijke ordening vraagt speciale aandacht. Bij de vergunningverlening behoort eerst de vraag gesteld te worden of een bepaalde functie wel op een bepaalde plek thuishoort, alvorens de milieuvoorwaarden waaronder een bedrijf moet opereren worden vastgesteld. Bij de handhaving valt op dat van autonome inspecties in het veld door de gemeente (of de MRA) naar illegale situaties in relatie met VROM-regelgeving geen sprake is; hiervoor ontbreekt een functionaris binnen de gemeente. Niet vergeten moet daarbij worden, dat als via de ruimtelijke ordening niet wordt opgetreden tegen dergelijke situaties, waarbij dikwijls de gebruiksbepalingen voor gebouwen en percelen in het bestemmingsplan in het geding zijn, het onmogelijk is om via de milieu-wetgeving op te treden. Oordeel: onvoldoende Het oordeel over de uitvoering van de VROM-taken waarvoor adequate niveaus zijn omschreven is samengevat in onderstaande tabel: Oordeel Onderzochte taak Bouwen: Bouwvergunningen Gebruiksvergunningen toezicht en handhaving (zonder) bouwvergunningen toezicht en handhaving (zonder) gebruiksvergunningen Milieu: milieuprogramma en verslag milieuvergunningen, -meldingen art Wm lozing van afvalwater (GRP) externe veiligheid toezicht en handhaving (zonder) milieuvergunning, -melding Ruimtelijke ordening: Bestemmingsplannen vrijstellingen art. 19 lid 2 Wro vrijstellingen art. 19 lid 3 Wro vrijstellingen art. 17 Wro toezicht en handhaving bestemmingsplannen toezicht en handhaving art. 17 Wro + + = adequaat + = gedeeltelijk adequaat - = onvoldoende - - = slecht VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 8/35

9 VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 9/35

10 3 Kenschets gemeente en organisatie 3.1 Kenschets van de gemeente De gemeente Graft De Rijp is een kleine landelijke gemeente, gelegen in het hart van de provincie Noord- Holland. Op 1 januari van het verificatiejaar (2004) had de gemeente een inwonertal van De gemeente is gelegen op het Schermereiland, een stuk oud land temidden van droogmakerijen en het water van het Alkmaardermeer. De gemeente heeft een rijke historie, o.a. op het gebied van de walvisvaart, die o.a. naar voren komt in veel monumentale gebouwen. De grootste kern binnen de gemeente is het dorp De Rijp. Andere kernen zijn Graft, West Graftdijk, Oost Graftdijk, Noordeinde en Marken Binnen. Het zuidelijk deel van de gemeente is vooral agrarisch van karakter, in het noordelijk deel ligt de Eilandspolder, waar vooral de natuurwaarden de overhand hebben. Het wonen concentreert zich in De Rijp. Aan de zuidkant van De Rijp ligt het bedrijfsterrein De Volger. 3.2 Bestuurlijke organisatie Het gemeentebestuur in Graft De Rijp bestaat uit de burgemeester, mevrouw H.R. Oosterop- van Leussen en 2 wethouders. De heer G.F. du Pont is als wethouder verantwoordelijk voor taken op het gebied van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Wethouder Milieu is mevrouw H.M.C. van Diepen- Loos. De gemeenteraad bestaat uit 10 leden, waarvan 4 leden van de PvdA, 3 van het CDA, 2 VVD en 1 Gemeentebelangen. 3.3 Ambtelijke organisatie De ambtelijke organisatie bestaat uit twee afdelingen, afdeling Algemene zaken en Middelen en afdeling Ruimte en Welzijn. Mevrouw Drent is hoofd van de afdeling Ruimte en Welzijn, die o.m. de VROM-taken behartigt. Begin 2005 hebben zowel het bestuur als alle ambtelijke diensten een nieuw gemeentehuis betrokken. Het aantal fte's ruimtelijke ordening is 2,8. Dit is niet uitgesplitst in verschillende taken. Het aantal fte's bouw- en woningtoezicht is 1,5. Verder heeft de gemeente 0,5 fte beschikbaar voor openbare orde en veiligheid; deze persoon houdt zich o.a. bezig met gebruiksvergunningen en brandveiligheidstoetsing bouwvergunningen. Voor milieu wordt alleen de taak rioleringbeheer door de gemeente uitgevoerd. Hiervoor is 0,5 fte beschikbaar. De milieutaken worden echter voor het grootste deel uitgevoerd door de milieudienst regio Alkmaar (MRA). Hiervoor zijn in totaal 2106 uur beschikbaar, wat overeen komt met ongeveer 2 fte. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 10/35

11 3.4 Organogram VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 11/35

12 4 Beleid Voor een goede uitvoering van de VROM-taken binnen de gemeentelijke organisatie is het van belang dat er een goede samenhang tussen beleid/visie, programmering/planning en uitvoering aanwezig is. Door vaststelling van beleid wordt de uitvoering op de langere termijn gewaarborgd. Door het vaststellen van beleid wordt bestuurlijk aangegeven wat de prioritaire aandachtsgebieden binnen de gemeente zijn. Hierdoor kan sturing worden gegeven aan de uit te voeren taken. Daarnaast wordt voorkomen dat uitvoering van VROM-taken willekeurig en ad hoc plaatsvindt. In dit hoofdstuk wordt aan gegeven in hoeverre de gemeente beschikt over beleid ten aanzien van de terreinen bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. 4.1 Beleid bouw Bouwverordening (wettelijk verplichte taak) De Bouwverordening voldoet aan het adequate niveau. De verplichte achtste wijziging is inmiddels doorgevoerd. De negende wijziging is nog niet doorgevoerd. Oordeel: adequaat Welstand (wettelijk verplichte taak) De gemeente beschikt over een vastgestelde Welstandsnota. De welstandsnota voldoet aan de wettelijke eisen. Oordeel: adequaat VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 12/35

13 4.1.3 Gebruiksvergunningen/brandveiligheidbeleid (niet wettelijk verplichte taak) De gemeente heeft in 2002 het document Brandpreventiebeleid Bestaande Bouw vastgesteld. Dit is gericht op het formuleren van brandtechnische eisen voor de bestaande bouw, voor zover deze hoger zijn dan in het Bouwbesluit beschreven niveau. In het document is ook beschreven hoe wordt omgegaan met gelijkwaardige oplossingen. Het beleid is niet gericht op de afgifte van gebruiksvergunningen en de brandveiligheidstoets bouwvergunningen. Wel is na de ramp in Volendam bestuurlijk een lijst vastgesteld met gebouwen waar prioritair een gebruiksvergunning verleend zou moeten worden (met name gebouwen met een publieksfunctie van meer dan 50 personen). In 2004 is een tweede lijst vastgesteld. Hierin is als doel gesteld dat in 2007 alle gebouwen die daarvoor in aanmerking komen een gebruiksvergunning moeten hebben. De actualisering van de vergunningen is hierin niet geregeld. Ook de voorwaarden waaraan een vergunning moeten voldoen is niet bestuurlijk vastgesteld. Oordeel: onvoldoende Aanbevelingen: Formuleer ook beleid voor de afgifte en actualisering van gebruiksvergunningen. Laat het beleid door het bevoegde orgaan vaststellen (art. 4:81 Awb). Volg bij de totstandkoming van het beleid de wettelijk voorgeschreven procedure (Hst 3 Awb). Maak het beleid op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend (art. 3:40 e.v Awb). Richt het beleid op het voorzien van alle gebruiksvergunningplichtige bouwwerken van actuele en toereikende vergunnningen. Maak in het beleid onderscheid naar categorieën voor de beoordeling van toereikendheid en actualiteit. Motiveer de wijze waarop aanvragen om gebruiksvergunning worden getoetst aan het brandveiligheidsbeleid. Geef in het brandveiligheidsbeleid helder aan welke aspecten van de vergunningaanvraag marginaal of en welke intensief worden getoetst Beleid toetsing aanvragen bouwvergunningen aan Bouwbesluit (niet wettelijk verplichte taak) Er is geen beleid vastgesteld. Wel is er in 2004 een checklist voor de toets Bouwbesluit opgesteld. Dit is niet bestuurlijk vastgesteld. Oordeel: gedeeltelijk adequaat Aanbevelingen: Formuleer beleid voor toetsing bouwvergunning aan het Bouwbesluit. Laat het beleid door het bevoegde orgaan vaststellen (art. 4:81 Awb). Maak het beleid op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend (art. 3:40 e.v Awb). VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 13/35

14 4.1.5 Toezicht- en handhavingsbeleid (niet wettelijk verplichte taak) De gemeente beschikt niet over een toezicht- en handhavingsbeleid voor bouwen, slopen, gebruiken en bestaande gebouwvoorraad. De gemeente voorziet dat er in 2005 wel beleid zal zijn vastgesteld op deze onderdelen. In de bestuurlijk vastgestelde lijst gebruiksvergunningen is geformuleerd dat is voorzien in de controle 1 keer per jaar van de meeste gebouwen (horeca 2 keer per jaar) waaraan een gebruiksvergunning is verleend. Oordeel: onvoldoende Aanbevelingen: Stel toezichts- en handhavingsbeleid op. Zorg dat het beleid voldoet aan de volgende voorwaarden: o het beleid maakt een onderscheid tussen toezicht en handhaving; o Het toezicht- en handhavingsbeleid bevat: het tegengaan van bouwen in afwijking van een bouwvergunning; het tegengaan van slopen in afwijking van een sloopvergunning of -melding; het tegengaan van gebruik van gebruiksvergunningplichtige bouwwerken in afwijking van een gebruiksvergunning; het tegengaan van bouwen zonder bouwvergunning; het tegengaan van slopen zonder sloopvergunning; het tegengaan van gebruik van gebruiksvergunningplichtige bouwwerken zonder gebruiksvergunning. o het beleid voorziet erin waarop marginaal of intensief toezicht wordt uitgeoefend bij bouwen, gebruiken en slopen; o het beleid voorziet in een actieve signaleringsstructuur voor het opsporen van illegale situaties; o het beleid bevat een stappenplan; o het beleid is gebaseerd op een nulmeting (bij bouwen, slopen en gebruik zonder vergunning); o het sanctioneringsbeleid voorziet in prioritering; o het beleid m.b.t. gebruikvergunningen gaat uit van de controlefrequenties zoals die in de PREVAP wordt aanbevolen. Geef in het beleid bovendien helder en gemotiveerd aan op welke wijze en wanneer van de aanschrijvingsbevoegdheid gebruik gemaakt zal worden. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 14/35

15 4.2 Beleid milieu Rioleringsplan (GRP) en Zorgplicht afvalwater (wettelijk verplichte taak) 1. Er is geldend Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) voor de periode , vastgesteld door de Raad september De gemeente heeft gekozen voor de z.g. Verbrede zorgplicht (voor de 148 percelen die nog niet zijn aangesloten op de riolering). Oordeel: adequaat Beleid t.a.v. externe veiligheid (niet wettelijk verplichte taak) Op het gebied van externe veiligheid heeft de gemeente wel een aantal stappen genomen om tot een beleid te komen, maar bestuurders hebben nog geen beslissing genomen over wat risicovol is en wat niet. Daarmee voldoet dit nog niet aan het adequate niveau (zie bijlage 1). Uitgaande van de brief van 13 maart 2002 van de Minister van VROM aan alle gemeenten (onderwerp brief: Ontwikkeling rond risicovolle situaties gevaarlijke stoffen) zou het volgende moeten gebeuren: 1. Het inventariseren van alle risicovolle inrichtingen binnen de gemeente aan de hand van het Besluit Risico Zware Ongevallen en het ontwerp Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid (d.w.z. of er LPG-tankstations, bestrijdingsmiddelenopslagen of andere opslagen voor gevaarlijke stoffen (CPR-15-inrichtingen), koel-en vriesinstallaties met ammoniak aanwezig zijn) 2. Het inventariseren van overige risicovolle objecten zoals wegen, pijpleidingen e.d. 3. Het aanschrijven van bedrijven die onder het Besluit Risico Zware Ongevallen vallen, met het verzoek een aanvraag in te dienen voor een bepaalde datum. 4. Het melden van de inventarisatie onder 1 en 2 bij het RIVM, die in het kader van het Registratiebesluit externe veiligheid, daarover een register Risicosituaties Gevaarlijke stoffen beheert. 5. Het openbaar maken van de lijst van risicovolle inrichtingen/objecten binnen de gemeente. 6. Het opstellen van een gemeentelijk rampenplan. 7. Het opstellen van een risicokaart, waarop de zones rondom deze inrichtingen zijn weergegeven. (Is nog geen wettelijke verplichting, maar is wel gewenst) 8. Het verwerken van risico-contouren in de ro-regelgeving (b.v. in bestemmingsplannen). Ad1. Gemeente beschikt over een Concept Risico inventarisatie Noord-Holland Noord-Deelrapport gemeente Graft-De Rijp opgesteld door Tebodin B.V. Dit concept dateert van 21 november Er zijn blijkens dit rapport een achttal bedrijven die aandacht behoeven. De risico-inventarisatie is op 22 April 2004 ter kennisname in het college van B&W geweest. Verdere besluitvorming hierover heeft niet plaats gevonden. Daarbij komt dat het de VROM-inspectie niet duidelijk is geworden wie de regie heeft op dit punt te weten of de Milieudienst of de gemeente c.q. de gemeentelijke brandweer. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 15/35

16 Ad2. Het is niet duidelijk of dit ook gebeurd is. Ad3. N.v.t. Ad4. Er is niet duidelijk of dit ook gebeurd is. Ad5. Er is niet duidelijk of dit ook gebeurd is. Ad6. Ja. Ad7. Hieraan wordt gewerkt door DHV in opdracht van de Regionale brandweer Ad8. Hier zal binnenkort een begin mee worden gemaakt. Oordeel: Het oordeel is onvoldoende omdat de inventarisatie inzake risicovolle objecten wel is afgerond, maar nog niet bestuurlijk is vastgesteld en zodoende nog niet doorwerkt in het RO-beleid. Op die manier kunnen er nog nieuwe knelpunten ontstaan. Bovendien lijkt de taakverdeling tussen de gemeente en de MRA onduidelijk. Aanbevelingen: Het formaliseren van de lijst van risicovolle objecten, opdat in het kader van de RO hiermee rekening wordt gehouden Toezicht- en handhavingsbeleid voor inrichtingen en niet inrichtingsgebonden activiteiten (niet wettelijk verplichte taak) Er is een Handhavingsbeleid vastgesteld in het kader van de Professionalisering van de handhaving. In het kader van deze professionalisering is bepaald dat prioriteiten periodiek door het college en de raad worden vastgesteld. Oordeel: Het oordeel toezichts- en handhavingsbeleid is adequaat omdat op dit moment de zaak op papier goed geregeld lijkt. 4.3 Beleid ruimtelijke ordening Ruimtelijk beleid (niet wettelijk verplichte taak) Voorzover wordt gesproken over beleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening wordt in verband met het onderzoek gedoeld op ruimtelijk beleid anders dan vastgelegd in bestemmingsplannen. Beleid kan bijvoorbeeld worden ontwikkeld in de vorm van een structuurplan, ten behoeve van te verlenen vrijstellingen, met betrekking tot handhaving en gedogen en ten aanzien van actualisering van bestemmingsplannen. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 16/35

17 De gemeente Graft-De Rijp heeft geen ruimtelijk beleid ontwikkeld in de vorm van een structuurplan. Wel heeft de gemeente beidsdocumenten opgesteld waarin ruimtelijke aspecten zijn opgenomen, te weten: Focus op vitaliteit; Beleidskader functieverandering horeca De Rijp. In het beleidsdocument Focus op vitalileit wordt aangegeven waar Graft-De Rijp zich op het gebied van maatschappelijk, economisch, ruimtelijk en bestuurlijke niveau bevindt. Daarnaast wordt aangegeven welke opgaven er met betrekking tot bovenvermelde niveaus liggen, welke ontwikkelingen er mogelijk zijn, voor welke strategische keuzes de gemeente staat en wat de belangrijkste opties daarin zijn. Het beleidsdocument Beleidskader functieverandering horeca De Rijp heeft betrekking op de vraag welke horeca op welke locatie in De Rijp gewenst is en welke uitgangspunten bij verzoeken om functieverandering naar de horeca moeten worden gehanteerd. De gemeente heeft geen beleid voor vrijstellingen ontwikkeld. De gemeente heeft geen formeel vastgesteld toezicht-, handhavings- en gedoogbeleid. Er is wel een evaluatierapport Gebiedsgericht Toezicht is (samen) doen door het Samenwerkingsverband Noord Kennemerland (SNK) opgesteld. De evaluatie heeft betrekking op het pilot-project Handhaving bestemmingsplannen buitengebied in de gemeenten Graft-De Rijp en Schermer. Oordeel: De gemeente Graft-De Rijp heeft geen formeel vastgesteld ruimtelijk beleid ontwikkeld. Wel zijn er enkele beleidsdocumenten opgesteld, waarin ruimtelijke aspecten zijn opgenomen. Geconcludeerd moet worden dat de gemeente onvoldoende aandacht heeft voor beleid met betrekking tot de ruimtelijke ordening. Daardoor worden er in de uitvoering mogelijk beslissingen op ad hoc basis genomen, hetgeen willekeur in de hand kan werken. Ook bestaat de kans dat er onvoldoende budget voor taken wordt gereserveerd omdat onvoldoende inzicht bestaat over de uit te voeren taken. Daardoor is de organisatie mogelijk onvoldoende toegerust op een goede uitvoering van de taken, met name op het gebied van de handhaving. De aanwezigheid van vastgesteld beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening is echter niet wettelijk verplicht, maar wel wenselijk Aanbevelingen: Het verdient aanbeveling beleid op het gebied van de ruimtelijk ordening en het beleid op het gebied van toezicht, handhaving en gedogen, zo mogelijk in overleg met de omliggende gemeenten Beemster, Schermer en Zeevang, te ontwikkelen. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 17/35

18 5 Programma Programma s of werkplannen geven richting aan de uitvoering om de vooraf beleidsmatig gestelde doelen te kunnen bereiken. Daarnaast geven programma s mogelijkheden om de resultaten te monitoren en te evalueren. Een programma bevat een omschrijving van de uit te voeren activiteiten, de planning van die activiteiten, het benodigde budget en in ieder geval de capaciteit om de geformuleerde doelstellingen/beoogde resultaten te realiseren. Een actueel jaarprogramma geeft sturing aan de uit te voeren taken in de richting van de vooraf gestelde doelen. Voorts is vooraf bepaald dat de uit te voeren taken ook daadwerkelijk met de beschikbare capaciteit en middelen uitgevoerd kunnen worden. Een jaarverslag (een jaarlijks milieuverslag is wettelijk verplicht) geeft aan in hoeverre de uitgevoerde activiteiten hebben bijgedragen aan de realisatie van de doelstellingen/beoogde resultaten, biedt de mogelijkheid om conclusies te formuleren na vergelijking met het programma en geeft de mogelijkheid om de doelstellingen bij te stellen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de sturingsmogelijkheden om het beleid te kunnen uitvoeren. Zo zullen de organisatie, de planning, de programmering en de verantwoording over de uitgevoerde taken aan de orde komen Programma bouw Programmering taken bouwvergunningen, sloopvergunningen, gebruiksvergunningen (niet wettelijk verplichte taak) De gemeente beschikt niet over bestuurlijk vastgestelde uitvoeringsprogramma s voor verlening van bouwvergunningen, niet voor sloopvergunningen en meldingen, niet voor gebruiksvergunningen, en niet voor het toezicht en handhaving op het gebied van bouwen, slopen, gebruiksvergunningen en de kwaliteit van de bestaande gebouwenvoorraad. In het verificatiejaar is de formatie voor brandveiligheidsaangelegenheden met één fte uitgebreid. Dit is bestuurlijk gedekt. De invulling van de taken is echter een ambtelijke afweging. In een kort memo is het streven om in 2007 alle gebruiksvergunningen te hebben verleend vermeld, en een korte aanduiding van de prioritering, en de nog aan te schrijven bouwwerken en inrichtingen, maar kengetallen wat betreft de planning ontbreken. Bij het toezicht op de verleende gebruiksvergunningen wordt de PREVAB controle frequentie (varierend per risicoklasse) niet toegepast. Oordeel: VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 18/35

19 Door het ontbreken van bovenvermelde programma s wordt er, met name op het gebied van handhaving, op ad hoc-basis gewerkt en is het daardoor niet ondenkbeeldig dat door het gemeentebestuur gestelde doelen niet worden gehaald of zelfs in het geheel niet worden uitgevoerd. Veelal functioneert de gemeente in dergelijke situaties op grond van prioriteiten die de uitvoering zelf aanlegt. Het oordeel is onvoldoende. Aanbevelingen: Stel uitvoeringsprogramma s vast voor de verlening van bouwvergunningen, voor sloopvergunningen en meldingen, voor gebruiksvergunningen, en voor het toezicht en handhaving op het gebied van bouwen, slopen, gebruiksvergunningen en de kwaliteit van de bestaande gebouwenvoorraad. Houdt daarbij rekening met het volgende: o indien de gemeente beschikt over vastgesteld beleid, stem het programma daarop af o leg in het programma een relatie tussen de uit te voeren taken en benodigde menskracht en middelen; o voorzie in het programma in een regelmatige evaluatie en terugkoppeling naar het bevoegd orgaan. o Maak bij het toezicht op gebruiksvergunningen gebruik van de PREVAB controle frequentie. 5.2 Programma milieu Milieuprogramma voor het uitvoeren van de wettelijk verplichte en overige milieutaken inclusief een programma voor toezicht en handhaving (wettelijk verplichte taak) De Milieudienst Regio Alkmaar (MRA) stelde tot en met 2003 jaarlijks per gemeente een milieuwerkprogramma op, waarin per productgroep werd vastgelegd hoeveel uur de MRA naar verwachting aan deze taak zal besteden. Dit werkprogramma fungeerde als een contract in uren tussen de gemeente en de MRA en wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Voor 2004 is een MRA-breed milieuprogramma opgesteld. Dit programma is eind 2004 door de gemeenteraad vastgesteld. De taken die de MRA voor de gemeente Graft de Rijp zal verrichten zijn daarin weergegeven. Het voornemen bij de MRA is om vanaf november 2005 toch weer per gemeente een programma op te stellen. Er zijn in Graft de Rijp in totaal 59 vergunningplichtige bedrijven.in het milieuwerkprogramma wordt geen beeld gegeven t.a.v. de actualiteit van de vergunningen. Uit nader van de MRA ontvangen informatie blijkt dat er 26 bedrijven zijn die (gerekend vanaf maart 2005) een vergunning hebben die ouder dan 10 jaar is en zodoende geactualiseerd zou moeten worden. Daarnaast blijkt uit uitgevoerde milieucontroles regelmatig, dat de kwaliteit van de vergunning niet dekkend is en zodoende aanpassing behoeft. Het milieuprogramma voorziet hierin in onvoldoende mate; alleen het slechts beperkte aantal uren voor vergunningverlening voor 2004 t.w. 330 lag daarin vast. In het concept-programma 2005 is wel een aantal vergunningen voor 2005 vastgelegd, dat zal worden opgesteld t.w. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 19/35

20 in totaal 9. Uitgaande van het z.g. adequaat niveau behorende bij dit VROM-onderzoek is dit aantal echter niet toereikend. Gemist wordt in het Milieuprogramma een duidelijk aanpak t.a.v. verouderde WM-vergunningen. Wel geeft het programma een goed beeld t.a.v. de handhaving van de WM-bedrijven. Via het z.g. Werkvloeroverleg vindt afstemming plaats qua strafrechtelijke handhaving en qua bestuursrechtelijke handhaving Oordeel: Het oordeel is onvoldoende omdat een essentieel onderdeel, t.w. de actualiteit van de WM-vergunningen, onderbelicht is gebleven in dit programma en hiervoor verder onvoldoende tijd wordt vrij gemaakt. Aanbevelingen: Het alsnog opnemen van een passage in het Milieuprogramma 2005 over de aanpak t.a.v. verouderde WM-vergunningen. 5.3 Programma ruimtelijke ordening Programma actualisering bestemmingsplannen en handhavingsprogramma (niet wettelijk verplichte taak) De gemeente beschikt niet over een formeel vastgesteld uitvoeringsprogramma met betrekking tot actualisering van bestemmingsplannen. Wel worden op dit moment bestemmingsplannen voor enkele dorpskernen, alsmede voor het bedrijventerrein De Volger geactualiseerd. Laatsgenoemd ontwerpbestemmingsplan is reeds in procedure gebracht. Het streven is nog dit jaar te starten met het actualiseren van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. De gemeente beschikt niet over een vastgesteld handhavingsprogramma. Mede daardoor wordt er door de inspecteurs op ad hoc-basis, op grond van eigen waarneming en signalen vanuit de bevolking, gehandhaafd. Oordeel: Door het ontbreken van bovenvermelde programma s wordt er, met name op het gebied van handhaving, op ad hoc-basis gewerkt en is het daardoor niet ondenkbeeldig dat door het gemeentebestuur gestelde doelen niet worden gehaald of zelfs in het geheel niet worden uitgevoerd. Veelal functioneert de gemeente in dergelijke situaties op grond van prioriteiten die de uitvoering zelf aanlegt. Het oordeel is onvoldoende. Aanbevelingen: Stel op basis van het (nog uit te werken) ruimtelijk- en handhavingsbeleid programma s vast. Houdt daarbij rekening met het volgende: o indien de gemeente beschikt over vastgesteld beleid, stem het programma daarop af o leg in het programma een relatie tussen de uit te voeren taken en benodigde menskracht en middelen; o voorzie in het programma in een regelmatige evaluatie en terugkoppeling naar het bevoegd orgaan. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 20/35

21 6 Uitvoering De uitvoering is het derde en laatste onderdeel. Op basis van het vastgestelde beleid en de vastgestelde programma s wordt de uitvoering vormgegeven. De uitvoering betreft de daadwerkelijke uitvoering van de wettelijke VROM-taken door de gemeente. Dit is uiteraard waar het uiteindelijk om gaat en waar de gemeente met name op wordt beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de gemeente de aan haar toebedeelde VROM-taken uitvoert. 6.1 Uitvoering bouwtaken In 2002 is door de Inspectie een onderzoek verricht naar de uitvoering van bouwtaken in de gemeente Graft De Rijp. Eind 2002 is hierover gerapporteerd. Aan de hand hiervan heeft de gemeente een verbeterplan opgesteld. Voor zover over de kwaliteit van de uitvoering nog geen gegevens beschikbaar waren is in dit VROM-brede onderzoek over 2004 nog aanvullend onderzoek gedaan. Op de meeste onderdelen is een korte check gedaan. Het onderdeel gebruiksvergunningen is iets uitgebreider onderzocht Bouwvergunning (wettelijk verplichte taak) De verbeterpunten uit het onderzoek van 2002 zijn gecheckt. Voor de toets kwaliteit aanvraag bouwvergunning i.v.m. volledigheid is een checklist opgesteld. Hiervan wordt inmiddels gebruik gemaakt. Ook voor de toets Bouwbesluit en de toets Bouwverordening is een checklist opgesteld. Vanaf de laatste maanden in het verificatiejaar is hier voor het eerst gebruik van gemaakt. Uit een onderzocht bouwdossier blijkt dat dit de wijze van afhandelen transparant en navolgbaar maakt. Ook blijkt dat inmiddels voor het onderdeel aspecten bodem een verwijzing wordt gemaakt naar de bewaarplaats van de bodemrapporten bij de Milieudienst Regio Alkmaar. Oordeel: adequaat Sloopvergunning / melding (wettelijk verplichte taak) VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 21/35

22 Aan de verbeterpunten van het onderzoek uit 2002 wordt nog gewerkt. Aangegeven is dat het proces in zijn geheel zal worden beschreven en dat er checklists gebruikt zullen gaan worden. Inmiddels is er een procedure opgesteld en een toetsingsformulier ontwikkeld. De resultaten kunnen pas over 2005 beoordeeld worden. Over dit onderdeel wordt nog geen oordeel uitgesproken Gebruiksvergunning (wettelijk verplichte taak) Er is sprake van een achterstand in het verlenen van gebruiksvergunningen. Er vindt momenteel nog nauwelijks aktualisering van bestaande vergunningen plaats. De toets aanvraag gebruiksvergunning i.v.m. volledigheid vindt plaats aan de hand van een eigen checklist van de plantoetser. De checklist zit niet in het dossier. Aan aanvragers wordt altijd een ontvangstbevestiging van de aanvraag verstuurd. De vergunning wordt volgens de gemeente in principe binnen 13 weken verleend. Indien aanpassingen nodig zijn wordt de vergunning aangehouden totdat de benodigde aanpassingen zijn doorgevoerd. Uit een check van enkele dossiers blijkt dat de neerslag van de volledigheidstoets niet altijd in het dossier terug te vinden is. Hetzelfde geldt voor de inhoudelijke toets aan het Bouwbesluit. De kwaliteit van de vergunningen is niet altijd gewaarborgd. Dit blijkt uit de volgende voorbeelden. In de voorwaarden van één van de vergunningen staat de volgende passage: Gebruiksvergunning verlenen onder in het ambtelijk advies gestelde voorwaarden, waarbij ervan uitgegaan wordt dat er een wettelijke basis is op grond waarvan geëist kan worden dat er een calamiteitenplan moet worden opgesteld. Het is opvallend dat op grond van onzekere aannames een beschikking wordt afgegeven. Bovendien is een vergunning verleend zonder dat de aanvraag volledig was. In een ander geval is voor het houden van een tijdelijk evenement waarschijnlijk een gedoogbeschikking afgegeven in plaats van een gebruiksvergunning, wat ook voor tijdelijke evenementen een gebruikelijke procedure zou moeten zijn. In het dossier is de beschikking zelf echter niet aangetroffen. Oordeel: Het oordeel verlenen gebruiksvergunningen is onvoldoende. Verbeterpunten Houdt bij de verlening van gebruiksvergunningen rekening met de volgende punten: o de besluitvorming voor de aanvragen om een gebruiksvergunning vindt altijd binnen de gestelde termijnen plaats (art MBV). o aanvragen om een gebruiksvergunning bevatten alle gegevens bevat die op grond van de bouwverordening worden gevraagd (art MBV); o bij incomplete aanvragen om een gebruiksvergunning wordt de indiener conform de wettelijke regels in de gelegenheid gesteld geconstateerde verzuimen te herstellen (art MBV); o de neerslag van de volledigheidstoets is in de dossiers terug te vinden (niet wettelijke verplichting). o de aanvragen om een gebruiksvergunning worden getoetst aan de criteria in de Bouwverordening op een correcte en volledige wijze (art MBV); o de neerslag van de toets is in de dossiers terug te vinden (niet wettelijke verplichting). o gebruiksvergunningen worden uitsluitend verleend met voorwaarden die betrekking hebben op het brandveilig gebruik van een bouwwerk (art MBV); VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 22/35

23 o gebruiksvergunningen worden verleend met specifieke voorwaarden gebaseerd op een aktueel brandveiligheidsbeleid (niet wettelijke verplichting) Toezicht en handhaving bouwen en slopen (wettelijk verplichte taak) Op dit onderdeel heeft geen aanvullend onderzoek plaatsgevonden. Uit informatie van de gemeente blijkt dat pas in 2005 beleid zal worden vastgesteld. Verwacht mag worden dat de uitvoering daarmee ook een impuls zal krijgen. Het verbeterpunt uit het onderzoek uit 2002 wordt daarmee ingevuld. Wel worden enkele aanbevelingen meegegeven. Verbeterpunten: Houdt bij toezicht en handhaving bouw rekening met de volgende punten: o bij alle vergunde bouwplannen wordt gecontroleerd of deze conform de vergunning worden/zijn gerealiseerd (art. 100 Ww juncto art. 125 Gemeentewet); o bij bouwen in afwijking van een vergunning (artt. 40 en 108 Ww) wordt opgetreden conform het vastgestelde handhavingbeleid. o periodiek wordt het gehele grondgebied o.b.v. beleid en programma ten aanzien van bouwen zonder vergunning gecontroleerd (art. 100 Ww juncto art. 125 Gemeentewet); o bij bouwen zonder een vergunning (artt. 40 en 108 Ww) wordt opgetreden conform het vastgestelde handhavingbeleid. Houdt bij toezicht en handhaving bij sloop rekening met de volgende punten: o bij alle vergunde sloopplannen wordt gecontroleerd of deze conform de vergunning worden/zijn gesloopt (art. 100 Ww); o bij slopen in afwijking van een vergunning (art MBV) wordt opgetreden conform het vastgestelde handhavingsbeleid o periodiek wordt het gehele grondgebied ten aanzien van slopen zonder vergunning gecontroleerd (art. 100 Ww); o bij slopen zonder vergunning (art. 100 Ww) wordt opgetreden conform het vastgestelde handhavingbeleid Toezicht en handhaving gebruik van gebruiksvergunningplichtige bouwwerken in afwijking van de gebruiksvergunning (wettelijk verplichte taak) In het verificatiejaar heeft controle op de naleving plaatsgevonden bij 3 gebruiksvergunningen. De controlerapporten zijn niet altijd in het dossier terug te vinden. In het verificatiejaar zijn 2 handhavingszaken behandeld. Geen van beide heeft tot een handhavingsbeschikking onder dreiging van bestuursdwang/ dwangsom geleid. Oordeel: Het oordeel toezicht en handhaving gebruiksvergunning is gedeeltelijk adequaat. VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 23/35

24 Aanbevelingen: Houdt bij toezicht en handhaving van gebruiksvergunningen rekening met de volgende punten: o periodiek wordt op systematisch wijze de naleving van de gebruiksvergunningen gecontroleerd (art MBV); o de voorwaarden van de gebruiksvergunning worden gewijzigd of ingetrokken, dan wel nieuwe voorwaarden toegevoegd, indien de situatie dit vereist (art MBV); o Bij gebruik in afwijking van de gebruiksvergunning wordt opgetreden conform het vastgestelde handhavingsbeleid (art. 125 Gemeentewet); o Voor controles geldt als uitgangspunt de controlefrequenties die in de PREVAB wordt aanbevolen (niet wettelijke verplichting) 6.2 Uitvoering milieutaken Milieuverslag (wettelijk verplichte taak) Er is nog geen Milieuverslag over het jaar 2004, vandaar dat het verslag van 2003 als uitgangspunt wordt genomen. De MRA stelt jaarlijks een jaarverslag op. Dit verslag vormt tevens het milieuverslag van de gemeente Graft De Rijp en wordt aangeboden aan de gemeenteraad en toegezonden aan de VROM-Inspectie. Hoewel het jaarverslag over 2003 uitgebreider en inzichtelijker is dan het jaarverslag over 2002, worden hierin een aantal (verplichte) onderdelen niet beschreven: - Het aantal termijnoverschrijdingen in een vergunningsprocedure; - De oorzaken van de termijnoverschrijdingen en de maatregelen die B&W treffen; - De wijze van uitvoering van het milieubeleid ten aanzien van inrichtingen die onder de Wet milieubeheer vallen en door de gemeente worden gedreven; Resultaat toezichtcontroles, aantal en resultaat handhavingsacties (het aantal toezicht- en hercontroles wordt wel beschreven). Oordeel: Het milieuverslag is onvoldoende, aangezien het niet alle wettelijk verplichte onderdelen bevat. Verbeterpunten: Neem in het milieuverslag alle verplichte onderdelen op (zie adequaat niveau) Vergunningverlening (wettelijk verplichte taak) VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 24/35

25 De vergunningverlening vindt door de MRA plaats. In 2004 zijn door de gemeente slechts twee milieuvergunningen verleend. De kwaliteit van deze beide vergunningen is beoordeeld en goed bevonden. Vele vergunningplichtige inrichtingen zijn echter niet voorzien van een actuele, dekkende en toereikende vergunning. Bijna de helft van de vergunningen is ouder dan tien jaar (26 van de 59 vergunningen). Door het in werking treden van de Wet Afvalwater per 1 maart 1996 is de gemeentelijke lozingsverordening van rechtswege komen te vervallen. De lozingsvoorschriften, die op grond van de oude gemeentelijke lozingsverordening van toepassing waren, werden tot 1 maart 2003 geacht onderdeel uit te maken van de Wm-vergunning. Na die datum is dat niet meer het geval. Als dan nog geen afvalwatervoorschriften in de Wm-vergunning zijn opgenomen, is sprake van een onvolledige vergunning. In hoeverre actualisatie van gehele vergunningen aan de orde is, is niet onderzocht. Zoals uit 5.2 is gebleken, heeft de gemeente Graft de Rijp geen tijd ingepland voor de actualisatie van milieuvergunningen Oordeel: De verlening van Wm-vergunningen is onvoldoende, omdat bijna 50 % van de inrichtingen niet beschikt over een actuele vergunning, vergunningen niet altijd inhoudelijk adequaat zijn en niet altijd binnen de wettelijke termijn worden verleend. Daarnaast is het inrichtingenbestand niet actueel en dekkend. Verbeterpunten: Actualiseer verouderde vergunningen zo spoedig mogelijk op basis van milieuprioriteit. Verleen vergunningen altijd binnen de wettelijke termijn. Stel altijd een verslag van het vooroverleg op en voeg dit toe aan het dossier. Aanbevelingen: Het inrichtingenbestand opschonen en optimaal vullen. Voer binnen drie maanden na in werking treden van de vergunning een opleveringscontrole uit Riolering en afvalwater (wettelijk verplichte taak) De gemeente heeft gekozen voor de z.g. Verbrede zorgplicht, hetgeen inhoudt dat zij zorg zal dragen dat voorzieningen worden getroffen bij de 148 percelen die niet zijn aangesloten op de riolering. Dit zal in samenwerking met het Hoogheemraadschap binnen twee jaar worden uitgevoerd. Er worden momenteel twee bergbezinkbassins gerealiseerd; hiermee voldoet de gemeente aan de z.g. basisinspanning. Oordeel: Het onderdeel riolering en afvalwater is adequaat om bovengenoemde redenen Externe veiligheid (wettelijk verplichte taak) VROM-Inspectie VROM-onderzoek gemeente Graft de Rijp Pagina 25/35