Erfgoedinspectie De heerj.r.m. Magdelijns Postbus BL DEN HAAG

Transcriptie

1 GEMEENTE behandeld door: J.J.M. van Oers t: e: bijlage(n): Erfgoedinspectie De heerj.r.m. Magdelijns Postbus BL DEN HAAG Uw brief van uw kenmerk EGI / ons kenmerk gg/avo Brielle, 7 december 2011 verzonden - 9 DEC onderwerp: Bestuurlijke reactie op inspectierapport Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Gemeente Brielle. Geachte heer Magdelijns, Op 23 en 24 mei 2011 heeft u de instandhouding van de rijksmonumenten en het beschermde stadsgezicht in onze gemeente geïnspecteerd. De verslaglegging van uw bevindingen hebben wij op 27 oktober 2011 ontvangen. U verzoekt om een bestuurlijke reactie, met daarin aangegeven hoe wij als gemeente omgaan met uw aanbevelingen. Op 24 oktober 2011 is de concept rapportage besproken met uw inspecteurs. De gemaakte afspraken zijn in onderstaande reactie verwerkt. 1. Domein resultaten. U concludeert dat de waarden van zowel de rijksmonumenten als van het beschermde stadsgezicht van Brielle overwegend zorgvuldig zijn behouden. 2. Domein effectiviteit. 2a) Onderzoek. U concludeert dat bij rijksmonumenten deugdelijk bouwhistorisch onderzoek is verricht. Wel vindt u het opvallend dat de monumentencommissie om dit onderzoek vraagt. U beveelt aan om als gemeente primair de verantwoordelijkheid te nemen en in die gevallen waar dit opportuun is, om bouwhistorisch onderzoek te vragen in het kader van de ontvankelijkheidtoets voor restauratie en/of wijzigingsaanvragen van monumenten en daarin consequent te zijn. Wij nemen uw aanbeveling over. Met name bij de grootschalige, complexe plannen is een bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk. Deze behandelen we meestal eerst in het kader van vooroverleg; wij zullen in de vooroverlegfase beoordelen of een bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk is en niet pas bij de ontvankelijkheidtoets. Bezoekadres: Stadskantoor, Slagveld 36, Brielle telefoon: J11] fax; 0181-' Postadres: Postbus 101, 3230 AC Brielle c-mail; info@brielle.nl

2 U concludeert dat er voldoende onderzoek is verricht op cultuurhistorisch gebied in het beschermde gezicht, maar onvoldoende bij ontwikkelingen die afwijken van het bestemmingsplan. U beveelt aan om bij deze ontwikkelingen om cultuurhistorisch onderzoek te vragen. Wij nemen uw aanbeveling over. Afhankelijk van de te ontwikkelen locatie zal de gemeente echter zelf (en niet de ontwikkelaar) stedenbouwkundige randvoorwaarden opstellen, mede gebaseerd op cultuurhistorisch onderzoek. Overigens stelt u onder 'Besluit' (zie 2f) dat de besluiten tot vrijstelling cq ontheffing wel recht doen aan de waarden van het beschermde stadsgezicht. Beide verbeteracties zullen per direct gerealiseerd worden. We verwachten het proces vergunningaanvraag hiermee te optimaliseren. 2b) Bestemmingsplannen. U concludeert dat de bescherming van het gezicht van Brielle effectief geregeld is. 2c) Planvorming. U concludeert dat voor de rijksmonumenten deugdelijke plannen zijn opgesteld, maar dat het proces voor verbetering vatbaar is. U stelt dat plannen in het kader van vooroverleg, soms meerdere malen, worden besproken in de monumentencommissie en dat hiermee de onafhankelijke advisering van de monumentencommissie in het geding komt. U beveelt aan om als gemeente zelf de verantwoordelijkheid te nemen om aanvragers van restauraties of wijzigingen van monumenten te begeleiden in de planfase en de monumentencommissie onafhankelijk te laten adviseren. Wij zetten de volgende kanttekeningen bij uw conclusie. Om tijd en kosten bij planontwikkeling te besparen voert de gemeente een actief beleid om vooroverleg te stimuleren. In het kader van vooroverleg worden planontwikkelingen getoetst aan de bestemmingsplanbepalingen, het behoud van monumentale waarden en redelijke eisen van welstand. Bij grootschalige plannen, brengt ook de RCE advies uit. Vooroverleg is geen verplichting, het is aan de ontwikkelaar of er van deze mogelijkheid gebruik gemaakt wordt. U stelt dat de onafhankelijke advisering van de monumentencommissie bij de door ons gehanteerde werkwijze in het geding komt. Ons inziens is deze veronderstelling niet geheel terecht; een advies van de monumentencommissie in het kader van vooroverleg komt op dezelfde wijze tot stand en is op dezelfde uitgangspunten gebaseerd als een advies van de monumentencommissie in het kader van een vergunningaanvraag. Om de regierol van de gemeente bij planontwikkelingen en de onafhankelijke adviserende rol van de monumentencommissie te versterken, passen we onze werkwijze als volgt aan. - Van belang is dat er in het kader van vooroverleg uitgewerkte, toetsbare plannen worden ingediend. Vanaf wordt 100 in rekening gebracht voor advisering in het kader van vooroverleg (het bedrag wordt verrekend bij de eindafrekening leges), waardoor alleen serieuze, beter uitgewerkte bouwvoornemens worden ingediend. Voorafgaand aan een adviesvraag aan de monumentencommissie, wordt ambtelijk de toetsbaarheid en haalbaarheid van de plannen beoordeeld. - Aanvragers kunnen in het kader van vooroverleg hun plan toelichten in de vergadering van de monumentencommissie. De monumentencommissie brengt geen rechtstreeks advies meer uit aan de aanvrager; beraadslagingen en formulering van adviezen in het kader van vooroverleg zijn niet meer openbaar. De monumentencommissie brengt een gemotiveerd Pagina? van 5 van brief d.d. 8 november 20] 1 inzake Bestuurlijke reactie op inspectierapport Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads en dorpsgezichten Gemeente Brielle.

3 advies uit aan de gemeente. De aanvrager ontvangt een schriftelijk advies van de gemeente. De voorgenomen verbeteringen zullen per direct gerealiseerd worden. Met deze verbeteracties willen we de rolverdeling tussen gemeente en monumentencommissie optimaliseren en verduidelijken. 2d) Planbehandeling. U concludeert dat de werkwijze bij het verlenen van vergunningen voor rijksmonumenten niet altijd correct verloopt, omdat plannen niet direct na ontvangst worden doorgestuurd naar de RCE. Wij zullen er alert op zijn dat in die gevallen waar dit verplicht is, aanvragen direct worden doorgestuurd. U concludeert dat cultuurhistorische waarden bij de planbehandeling van ruimtelijke plannen niet kaderstellend zijn. U beveelt aan cultuurhistorische waarden van de te ontwikkelen locaties mee te nemen in de planbehandeling. Wij nemen de aanbeveling over, zie tevens onze reactie bij 'Onderzoek' (zie punt 2a). 2e) Advisering monumentencommissie. U concludeert dat de adviezen van de monumentencommissie recht doen aan de waarden van het monument en aan de waarden van het beschermde gezicht. U beveelt aan als gemeente de planvorming te begeleiden en de monumentencommissie vervolgens onafhankelijk te laten adviseren. Zie onze reactie bij 'Planvorming' (zie 2c). U beveelt aan toetsingscriteria voor de beoordeling en advisering van planaanvragen openbaar te maken. Planontwikkelingen worden getoetst aan de richtlijnen zoals opgenomen in de Kwaliteitsnota. Momenteel wordt, in samenhang met de herziening van het bestemmingsplan, de Kwaliteitsnota herzien. Bij de herziening wordt onderzocht of er behoefte is aan aanvullende toetsingscriteria. Eventueel aanvullende toetsingscriteria worden in de welstandsnota opgenomen; wij zijn geen voorstander van een separaat document toetsingscriteria. U beveelt aan alle (ook de positieve) adviezen te motiveren. Wij nemen de aanbeveling over. De voorgenomen verbeteringen zullen per direct worden gerealiseerd; het te verwachten resultaat is een transparante en duidelijke advisering door de monumentencommissie. 2f) Besluit. U concludeert dat besluiten recht doen aan de waarden van het monument en dat de besluiten tot vrijstelling cq ontheffing recht doen aan de waarden van het beschermde gezicht. U beveelt aan in het besluit de nummers en data van de ingediende tekeningen waarop het besluit betrekking heeft, evenals de data van de ingewonnen adviezen te vermelden. Wij nemen uw aanbeveling over. Overigens concludeert u onder 'Documentatie' (zie 3f) dat de dossiers op orde zijn. Pagina 3 van 5 van brief d.d. 8 november 70] 1 inzake Bestuurlijke reactie op inspectierapport Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Gemeente Brielle.

4 2g) Uitvoering. U concludeert dat de werkzaamheden aan rijksmonumenten niet altijd recht doen aan de waarden van het monument. Zie onze reactie op 'Toezicht en handhaving' (zie 3c). 2h) Beheer en onderhoud. U concludeert dat de instandhouding van monumenten voldoende is gewaarborgd. 3. Domein waarborg. 3a) Kennis. U concludeert dat er actuele kennis op het gebeid van monumentenzorg en het beschermde gezicht is, maar dat de capaciteit beperkt is. U beveelt aan de kennis binnen de eigen organisatie te vergroten, zonder dat hiervoor de monumentencommissie moet worden ingezet. Een uitbreiding van het aantal formatieplaatsen behoort niet tot de mogelijkheden. Overigens wordt de kennis van de monumentencommissie niet als zijnde een deel van de organisatie ingezet. 3b) Beleid. U concludeert dat er op deelgebieden beleid is voor monumentenzorg, maar dat er geen integrale beleidsvisie is. U beveelt aan een integrale erfgoednota op te stellen. Wij nemen uw aanbeveling in overweging. U beveelt aan voor een zelfde kwalitatieve inbreng van cultuurhistorie in de ontwikkelen welstandsnota als in de Kwaliteitsnota vesting Brielle te zorgen. Wij nemen de aanbeveling over. 3c) Toezicht en handhaving. U concludeert dat de gemeente geen handhavingsbeleid op het gebied van monumentenzorg en het beschermde stadsgezicht heeft. U beveelt aan voor voldoende deskundig toezicht te zorgen om de restauratiewerkzaamheden van monumenten te begeleiden. U beveelt aan proactief handhavend op te treden bij illegale werkzaamheden aan monumenten en in het op te stellen handhavingsbeleid rekening te houden met toezicht en handhaving van monumenten en bouwprojecten in het beschermde gezicht. Wij nemen uw aanbeveling over, in het concept handhavingsbeleid hebben toezicht en handhaving bij monumenten en in het beschermde stadsgezicht een prominente rol. U stelt dat de gemeente niet proactief handhavend optreedt in situaties van verval van monumenten. Op basis van de beleidsnotitie Onderhoud panden binnenstad Brielle wordt dit momenteel wel gedaan. 3d) Maatschappelijke meerwaarde. U concludeert dat de gemeente de maatschappelijke meerwaarde van de monumentenzorg en het beschermde stadsgezicht onderkent. Pagina l van 5 van brief d.d. 8 november 70} 1 inzake Besluurlijkc reaclie op inspectierapport Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads en dorpsgezichten Gemeente Brielle.

5 3e) Informatieoverdracht. U concludeert dat de gemeente zorgt voor informatieoverdracht op het gebied van de monumentenzorg en het beschermde stadsgezicht. 3f) Documentatie. U concludeert dat de documentatie op het gebied van de monumentenzorg en dat van het beschermde stadsgezicht op orde is. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Brielle, de JBecr^t$tt^, d^ burgemeester. Par: Pagina 5 van 5 van brief d.d. 8 november?0] ] inzake Bestuurlijke reactie op inspectierapport Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Gemeente Brielle.