Arbeidsmonitor Timmerindustrie Eenmeting Bureau Bartels
|
|
- Jan Geerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Arbeidsmonitor Timmerindustrie Eenmeting Bureau Bartels ONDERZOEK BELEIDSADVIES
2 Arbeidsmonitor Timmerindustrie Eenmeting Eindrapport Uitgebracht in opdracht van het bestuur van Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie Amersfoort, 6 februari 2015 Bureau Bartels B.V. Postbus AH Amersfoort Stationsplein LE Amersfoort T info@brtls.nl
3
4 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Aanpak eenmeting arbeidsmonitor Verantwoording respons Leeswijzer 6 2. Bedrijvigheid en werkgelegenheid Inleiding Ontwikkeling bedrijvigheid Ontwikkeling werkgelegenheid Nieuwe bedrijvigheid (starters) Samenstelling personeelsbestand Inleiding Geslacht, leeftijd en dienstjaren werknemers Functies Inleiding Werknemers naar functie Combinatiefuncties Meerwaarde Handboek Functie-indeling Timmerindustrie Typen arbeidsrelaties Inleiding Interne flexibiliteit van bedrijven Externe flexibele schil Gebruik cao-regeling Tijdelijk afwijkende werktijden Vacatures Inleiding Vacatures Vacatureduur Wervingskanalen 43
5 7. In- en uitstroom Inleiding Instroom Uitstroom Doorstroom Inleiding Doorstroom in de timmerindustrie Doorstroom van tijdelijke naar vaste aanstelling Wet Werk & Zekerheid Duurzame inzetbaarheid Inleiding Opleidingen en EVC-trajecten Opleidingsbehoefte Scholingsinstrumenten HRM-instrumenten Gezond en veilig werken 70 BIJLAGE I Tabellenboek 75
6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De sociale partners in de timmerindustrie willen, mede ingegeven door de economische crisis van de afgelopen jaren, meer continu zicht krijgen op de ontwikkelingen die zich op de arbeidsmarkt van deze sector voordoen. Daartoe heeft Bureau Bartels op verzoek van de sociale partners in 2013 een arbeidsmonitor ontwikkeld 1. Deze monitor wordt jaarlijks uitgevoerd. Naast het gebruik maken van bestaande gegevens, wordt hiervoor veldwerk verricht onder werkgevers en werknemers in de sector. Voor specifieke informatiebehoeften bestaat de mogelijkheid om tussentijdse metingen te verrichten. In het najaar van 2013 is de arbeidsmonitor voor de eerste keer toegepast 2. Deze zogenoemde nulmeting geldt als referentiekader voor vervolgmetingen. Uitkomsten van latere metingen worden tegen deze nulmeting afgezet om ontwikkelingen in de tijd te kunnen schetsen. Na een tussenmeting over ziekteverzuim, ongevallen, Wajongers en de scholingsbehoefte onder werkgevers 3 is in het najaar van 2014 de eerste herhalingsmeting uitgevoerd. In deze rapportage presenteren we de uitkomsten van deze eenmeting. 1.2 Aanpak eenmeting arbeidsmonitor De uitvoering van de eenmeting heeft in grote lijnen langs een drietal lijnen plaatsgevonden die we nu successievelijk de revue laten passeren I. ONTSLUITEN BESTAANDE GEGEVENS Allereerst is gebruik gemaakt van gegevens uit bestaande monitoringsystemen. Bij het ontsluiten van deze bestaande gegevens kan dan gedacht worden aan bronnen als Cordares, NBvT en SSWT. Door de ophanden zijnde opheffing van de kenniscentra, waaronder ook SH&M, is het niet mogelijk gebleken om voor de eenmeting adequate gegevens over het beroepsonderwijs te verkrijgen. Op dit punt is dan ook geen vergelijking met de nulmeting mogelijk. Het verzamelen van deze gegevens heeft plaatsgevonden volgens de richtlijnen zoals die in de arbeidsmonitor opgenomen zijn. II. VERRICHTEN VELDWERK Maar een deel van de informatiebehoeften van de sociale partners kan vanuit bestaande monitoringsystemen worden ingevuld. Daarom is op een vergelijkbare wijze als in de nulmeting ook veldwerk onder werkgevers en werknemers verricht. Daarbij hebben we de aanpak gevolgd zoals die in de arbeidsmonitor uiteengezet is. Kern van de werkgeversraadpleging is het volgen van een stabiele groep werkgevers. Dit geeft immers de beste garantie om uitkomsten van de verschillende meetmomenten onderling te mogen vergelijken. Voor de raadpleging van werknemers is een dergelijke aanpak niet mogelijk: werknemers kunnen namelijk alleen op anonieme basis geënquêteerd worden. Vandaar dat voor deze doelgroep op elk meetmoment ruime, representatieve Bureau Bartels, Arbeidsmonitor timmerindustrie, maart Bureau Bartels, Eerste toepassing Arbeidsmonitor timmerindustrie, 14 november Bureau Bartels, Tussenmeting Arbeidsmonitor timmerindustrie, 30 april Bureau Bartels 1
7 steekproeven worden getrokken. Voor beide groepen geldt dat de gehanteerde vragenlijsten nagenoeg gelijk waren als ten tijde van de nulmeting. Op verzoek van de sociale partners zijn enkele vragen toegevoegd. Voor de uitkomsten die met deze nieuwe vragen zijn verkregen, geldt dat vanzelfsprekend geen vergelijking met de nulmeting mogelijk is. In de eenmeting is ten opzichte van de nulmeting een nieuwe doelgroep betrokken, namelijk startende ondernemers. De sociale partners wilden namelijk meer inzicht krijgen in de achtergronden en groeipotentie van starters. Als starters waren (oorspronkelijk) gedefinieerd bedrijven die in de periode juni 2013 tot juni 2014 van start zijn gegaan zonder dat er sprake is van een doorstart vanuit een faillissement. Daarnaast zouden ook startende zzp-ers worden uitgesloten. Of, anders geformuleerd, het moest dus gaan om starters met personeel. In de volgende paragraaf blijkt dat we enige concessies hebben moeten doen aan deze definitie om toch een groep startende ondernemers te kunnen raadplegen. III. ANALYSE EN RAPPORTAGE De derde en laatste stap van de aanpak van de eenmeting bestond uit de analyse van de gegevens die we uit de monitoringsystemen en het veldwerk hebben verkregen. De resultaten daarvan hebben we verwerkt in deze rapportage. 1.3 Verantwoording respons In het navolgende zullen we toelichten hoe de selectie van respondenten voor het veldwerk tot stand is gekomen en in welke respons dit heeft geresulteerd. We beginnen daarbij met de werkgevers. I. SELECTIE EN RESPONS WERKGEVERS Wat de raadpleging van werkgevers betreft, hebben we voor de eenmeting dezelfde werkgevers benaderd als voor de nulmeting. We hebben hiervoor gekozen om zo op een betrouwbare wijze namelijk bij een constante groep van bedrijven uit de timmerindustrie ontwikkelingen in de tijd vast te kunnen stellen. Bovendien is de selectie van deze 100 werkgevers, die we dus in de nulmeting gemaakt hebben, representatief voor de hele timmerindustrie. Dit houdt in dat deze selectie van bedrijven zowel qua bedrijfsgrootte als qua verdeling over de deelsegmenten van de timmerindustrie een adequate afspiegeling vormt van de hele sector. De betreffende werkgevers zijn vanuit SSWT aangeschreven. Daarin is de achtergrond van de eenmeting en het belang van deelname daaraan benadrukt. Vervolgens hebben we deze werkgevers telefonisch benaderd en hen gevraagd of zij inderdaad bereid waren tot deelname. Uiteindelijk hebben we in de eenmeting bij 92 van de 100 werkgevers uit de nulmeting opnieuw een telefonisch interview af kunnen nemen. De overige 8 werkgevers konden vanwege een faillissement of tijdsdruk niet (meer) worden geraadpleegd. 2 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
8 Om toch wederom een groep van 100 werkgevers te kunnen raadplegen hebben we een kleine aanvullende steekproef getrokken. We hebben daarbij aansluiting gezocht bij de kenmerken zoals bedrijfsgrootte en deelsegment van de timmerindustrie van de afvallers. Of, anders geformuleerd, we hebben bedrijven geselecteerd die qua grootte en deelsegment vergelijkbaar zijn met de afvallers. Per saldo omvatte de totale steekproef van werkgevers 114 bedrijven. In tabel 1.1 hebben we de respons van deze werkgevers samengevat. Tabel 1.1 Respons werkgeversraadpleging eenmeting Aspect Aantal Bruto steekproef 114 Na herhaaldelijke pogingen niet meer gebeld wegens behalen streefaantal 6 Bedrijf bestaat niet meer 2 Contactpersoon is niet meer werkzaam voor bedrijf 1 Netto steekproef 105 Geen interesse 3 Geen tijd 2 Respons (absoluut) 100 Respons (relatief) 95% Uit tabel 1.1 blijkt dat we in totaal 100 werkgevers voor de eenmeting geconsulteerd hebben. In tabel 1.2 hebben we de spreiding van deze werkgevers over de verschillende deelsegmenten (productgroepen) op beide meetmomenten samengevat. Daaruit blijkt dat de spreiding van waarnemingen over productgroepen in de eenmeting nagenoeg gelijk is aan die in de nulmeting 4. Tabel 1.2 Productgroep Verdeling geraadpleegde werkgevers naar productgroepen, nulmeting en eenmeting Effectieve respons nulmeting Effectieve respons eenmeting Houten kozijnen, ramen en deuren Kunststof gevelelementen 5 5 Trappen 5 4 Bouwelementen/houtskeletbouw Overige timmerfabrieken Totaal Tijdens de interviews is de vragenlijst voor werkgevers, zoals opgenomen in de arbeidsmonitor voor de timmerindustrie, afgenomen. Daarbij hebben werkgevers van tevoren een aantal opzoekvragen toegezonden gekregen. Het ging hierbij met name om vragen waarbij naar gegevens gevraagd werd en waarvan dus verwacht kon worden dat werkgevers die niet direct paraat zouden hebben. De gesprekken zijn veelal met de directeuren of personeelsfunctionarissen van de betreffende bedrijven gevoerd. 4 Overigens gold voor 22 bedrijven uit de eenmeting dat zij in meerdere deelsegmenten actief zijn. Daarbij komt de combinatie van de productgroepen houten kozijnen, ramen en deuren met trappen het meest frequent voor. Voor zover bedrijven in meerdere productgroepen actief zijn, zijn zij ingedeeld bij de productgroep waar de meeste omzet wordt gerealiseerd. Bureau Bartels 3
9 II. SELECTIE EN RESPONS STARTERS Zoals hierboven aangegeven, hebben we voor de eenmeting ook een aantal startende bedrijven geconsulteerd. Daartoe heeft SSWT een selectie van 24 starters gemaakt. Het was de bedoeling dat het hierbij om echte nieuwe starters zou gaan. Ook de geselecteerde starters zijn door SSWT aangeschreven met een vergelijkbare brief als hierboven beschreven voor de werkgevers. Vervolgens hebben we de betreffende starters telefonisch benaderd. Daaruit kwam naar voren dat een deel van de starters uiteindelijk toch niet tot de beoogde doelgroep behoorde. In totaal vormden namelijk 10 van 24 starters (onderdeel van) bedrijven die al langer bestaan. Doordat zij in de afgelopen jaren van rechtspersoon veranderd zijn of voorheen onder een andere cao dan die van de timmerindustrie vielen, werden zij voor starters aangezien. Verder bleken twee starters inmiddels niet meer te bestaan en betrof één starter toch een doorstart vanuit een faillissement. Het bovenstaande impliceert dat van de 24 geselecteerde starters uiteindelijk 11 starters resteerden. Eén van hen bleek niet bereid te zijn om mee te doen aan de startersraadpleging. Daarmee is de respons onder starters uitgekomen op 91%. Uit de raadpleging van de tien starters bleek dat twee van hen geen personeel in dienst hadden en vijf starters eerder dan de peildatum 1 juni 2013 zijn gestart. Gezien het feit dat de spoeling wel erg dun zou worden indien we deze bedrijven buiten beschouwing zouden laten, is in overleg met de opdrachtgever besloten om alle tien starters toch mee te nemen in deze eenmeting. Nog een ander argument hiervoor was dat de twee starters zonder personeel wel gebruik maken van flexibel personeel in de vorm van uitzendkrachten en zzp-ers. III. SELECTIE EN RESPONS WERKNEMERS Voor de selectie van werknemers is gebruik gemaakt van het administratieve systeem van Stifa. Dit Stifa-bestand bevat de NAW-gegevens van alle werknemers in de timmerindustrie. Uit dit bestand is conform de richtlijnen uit de arbeidsmonitor een aselecte steekproef van werknemers getrokken. De getrokken werknemers hebben, net als de werkgevers, een brief van SSWT ontvangen over de achtergrond van de eenmeting en het belang van deelname hieraan. Daarbij is ook de vragenlijst direct toegevoegd. Naast het invullen van deze schriftelijke vragenlijst is aan werknemers ook de mogelijkheid geboden de vragenlijst digitaal in te vullen via onze website. Een ruime meerderheid van de werknemers namelijk 92% heeft de vragenlijst schriftelijk ingevuld. De overige 8% van de respons is via de online vragenlijst verzameld. Om de respons van werknemers te verhogen zijn 20 VVV-cadeaubonnen verloot. Zes vragenlijsten zijn blanco teruggestuurd omdat de betreffende respondent (naar eigen zeggen) niet tot de doelgroep behoorde. Daarnaast zijn drie vragenlijsten onbestelbaar retour gezonden. Van de resterende benaderde werknemers heeft circa 30% de vragenlijst schriftelijk of digitaal ingevuld en geretourneerd. In totaal is de vragenlijst dan ook door 441 werknemers (adequaat) ingevuld. Voor een schriftelijke of digitale enquêtering is dit een hoog responspercentage. 4 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
10 In figuur 1.1 geven we de leeftijdsverdeling van de werknemers die respondeerden weer. Deze spreiding was op beide meetmomenten ongeveer gelijk. Oudere werknemers blijken in de eenmeting net als in de nulmeting de vragenlijst relatief vaker in te vullen dan jongere werknemers. Van de respondenten in de eenmeting is namelijk net als ongeveer in de nulmeting ruim 40% ouder dan 50 jaar. Dit terwijl dit aandeel voor de totale groep werknemers in de timmerindustrie uitkomt op 31% (zie tabel 3.2 in hoofdstuk 3). Voor de volledigheid tekenen we aan dat zes respondenten van de eenmeting geen leeftijd hebben opgegeven. Figuur 1.1 Respons werknemers naar leeftijdsklasse 15 tot 20 jaar 1% 1% 20 tot 25 jaar 3% 6% 25 tot 30 jaar 5% 7% 30 tot 35 jaar 6% 9% 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 8% 10% 12% 13% Nulmeting (N=291) Eenmeting (N=441) 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 18% 17% 17% 17% 55 tot 60 jaar 14% 14% 60 jaar en ouder 11% 12% 0% 5% 10% 15% 20% Werknemersraadpleging, peildatum 1 juni 2013 en 1 juni 2014 In figuur 1.2 presenteren we de respons van werknemers naar geslacht. Hieruit blijkt dat evenals bij de nulmeting ook in de eenmeting circa 10% van de respondenten vrouw is. Dit spoort in grote lijnen met het totaalbeeld zie tabel 3.1 in hoofdstuk 3 wat inhoudt dat ongeveer 8% van de werknemers binnen de timmerindustrie van het vrouwelijke geslacht is. Figuur 1.2 Respons werknemers naar geslacht Nulmeting (N=291) Eenmeting (N=441) 12% 9% 88% Man Vrouw 91% Werknemersraadpleging, peildatum 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Bureau Bartels 5
11 1.4 Leeswijzer In de arbeidsmonitor timmerindustrie zijn verschillende thema s uitgewerkt. In de eenmeting zijn deze thema s dan ook aan bod gekomen. Het nieuwe thema starters zal in hoofdstuk 11 worden besproken. In schema 1.1 hebben we weergeven in welke hoofdstukken de overige thema s de revue zullen passeren. Daarmee vormt dit schema dan ook de leeswijzer voor het rapport. Schema 1.1 Leeswijzer rapport Thema Hoofdstuk Omvang bedrijvigheid 2 Omvang werkgelegenheid 2 Samenstelling personeelsbestand 3 Functies 4 Typen arbeidsrelaties 5 Vacatures 6 Instroom 7 Uitstroom 7 Doorstroom 8 HRM-instrumenten (duurzame inzetbaarheid) 9 Alvorens de resultaten van de eenmeting te bespreken roepen we in herinnering dat we waar dat mogelijk en relevant is een vergelijking met de nulmeting zullen maken. Verder zullen we bij het presenteren van de resultaten ook waar relevant een onderscheid maken naar kenmerken van bedrijven of medewerkers. Zo zullen we in bepaalde tabellen bijvoorbeeld differentiëren naar regio, productgroep of grootteklasse van bedrijven dan wel naar kwalificatieniveau of functiefamilie van medewerkers. Wat de grootteklasse van bedrijven betreft, hebben we gedifferentieerd naar kleine (minder dan 10 werknemers), middelgrote (van 10 tot 25 werknemers) en grote bedrijven (25 of meer werknemers). Bij het presenteren van de resultaten voor werknemers zullen we op bepaalde plaatsen in het rapport een nader onderscheid maken naar functiefamilies zoals die binnen de timmerindustrie zie bijvoorbeeld tabel 4.1 onderscheiden worden. Omdat geen van de werknemers heeft ingevuld actief te zijn in de functiefamilies kunststofverwerking en ICT/ automatisering komen deze functiefamilies niet voor in tabellen van werknemers. Ten slotte merken we op dat in de tabellen van dit rapport de percentages niet altijd optellen tot 100%. Dit komt door afrondingsverschillen en/of omdat bij bepaalde vragen meerdere antwoorden mogelijk waren. 6 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
12 2. Bedrijvigheid en werkgelegenheid 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de ontwikkeling van de bedrijvigheid en werkgelegenheid in de timmerindustrie. Cordares heeft hiervoor de benodigde gegevens aangereikt. In paragraaf 2.2 zoomen we in op de ontwikkeling van het aantal bedrijven in de timmerindustrie. Ook gaan we in deze paragraaf in op enkele kenmerken van deze bedrijven zoals omvang, productgroep en organisatiegraad. Vervolgens verleggen we in paragraaf 2.3 de aandacht naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector. Daarbij zullen we tevens differentiëren naar productgroepen, bedrijfsgrootte en organisatiegraad. Tenslotte staan we in paragraaf 2.4 stil bij nieuwe bedrijvigheid. Dat wil zeggen dat we in deze paragraaf de uitkomsten voor de doelgroep starters bespreken. 2.2 Ontwikkeling bedrijvigheid Tot aan het begin van de economische crisis kenmerkte de timmerindustrie zich als een vrij stabiele sector met slechts kleine fluctuaties in het totaal aantal bedrijven. Op 1 september 2007 telde de timmerindustrie in totaal 824 bedrijven (zie figuur 2.1). In de afgelopen jaren is het aantal bedrijven echter behoorlijk teruggelopen. Volgens het Cordares-bestand kwam het aantal bedrijven in de timmerindustrie op 1 juni 2014 namelijk uit op 704 bedrijven. Dit impliceert een daling van het aantal bedrijven ten opzichte van de situatie van voor de crisis van bijna 15%. Figuur 2.1 Ontwikkeling van het aantal bedrijven in de timmerindustrie, Cordares, peildata 1 september 2007, 1 juni 2012, 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Uit figuur 2.1 blijkt dat de dalende trend in het aantal bedrijven vooral de laatste jaren vrij sterk is geweest. In het afgelopen jaar is de bedrijvigheid met 30 bedrijven geslonken. Ten tijde van de nulmeting (2013) was de afname ten opzichte van het voorgaande jaar met het verdwijnen van 50 bedrijven nog sterker. Hoewel de daling in het afgelopen jaar dus minder sterk was, lijkt van een zekere stabilisatie vooralsnog geen sprake te zijn. Bureau Bartels 7
13 In bijlage I zie figuur I.1 hebben we overigens ook nog de maandelijkse ontwikkeling van het aantal bedrijven in de periode juni juni 2014 opgenomen. Daaruit komt naar voren dat in de periode juni 2012 tot juni 2013 vrijwel in alle maanden sprake is geweest van een reductie van het aantal bedrijven in de timmerindustrie. In de daaropvolgende periode van juni 2013 tot juni 2014 is voor het merendeel van de maanden sprake van een vergelijkbaar patroon, maar is wel in drie maanden een bescheiden plus genoteerd. In de maanden juli en augustus 2013 en juni 2014 is sprake geweest van een beperkte toename van het aantal bedrijven uit de timmerindustrie. BEDRIJFSSLUITINGEN De ontwikkeling van het aantal bedrijven wordt enerzijds bepaald door het aantal bedrijven dat wordt beëindigd en anderzijds door de oprichting van nieuwe bedrijven. In het onderstaande schenken we eerst aandacht aan bedrijfssluitingen. Daarna verleggen we de aandacht naar de oprichting van nieuwe bedrijven. In figuur 2.2 is weergegeven hoe in de periode juni 2013 tot en met mei 2014 het aantal bedrijfssluitingen in de timmerindustrie zich maandelijks heeft ontwikkeld. We tekenen hierbij aan dat het niet in alle gevallen om een echte beëindiging van bedrijfsactiviteiten hoeft te gaan. Deels kan namelijk ook sprake zijn geweest van een bedrijfsovername. Figuur 2.2 Ontwikkeling bedrijfssluitingen timmerindustrie, eenmeting Cordares, 2013/2014 Uit bovenstaande figuur blijkt dat er in de periode waar de eenmeting betrekking op heeft (juni 2013 tot en met mei 2014) sprake is geweest van 49 bedrijfssluitingen. Ten opzichte van de nulmeting betekent dit een daling van bijna 20%. In de periode juni 2012 tot en met mei 2013 kwam het aantal bedrijfssluitingen namelijk uit op 61. Uit bovenstaande figuur blijkt verder dat zich in het afgelopen jaar een daling van het aantal bedrijfssluitingen heeft gemanifesteerd. In de tweede helft van 2013 kwam het aantal bedrijfssluitingen gemiddeld per maand uit op 4,7 bedrijven terwijl in de eerste vijf maanden van 2014 het gemiddeld aantal bedrijfssluitingen per maand 3,4 bedroeg (in de nulmeting bedroeg het gemiddelde aantal bedrijfssluitingen in beide perioden 5,6). 8 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
14 Tabel 2.1 verschaft inzicht in de vraag hoe het aantal bedrijfssluitingen binnen de afzonderlijke productgroepen verlopen is. Daarbij hebben we de bevindingen voor de nulen eenmeting tegen elkaar afgezet. De productgroep houten kozijnen, ramen en deuren blijkt koploper te zijn qua aantal bedrijfssluitingen. Op zich is dit ook niet zo verwonderlijk gezien het feit dat deze productgroep verreweg het meest omvangrijk is binnen de timmerindustrie, zowel qua aantal bedrijven als qua werkgelegenheid. Wel zien we dat in deze productgroep het aantal bedrijfssluitingen in het afgelopen jaar (in de eenmeting) teruggelopen is ten opzichte van het voorgaande jaar (de nulmeting). Tabel 2.1 Bedrijfssluitingen bij nul- en eenmeting naar productgroep en totaal Productgroep Nulmeting Eenmeting Absoluut Procentueel Absoluut Procentueel Houten kozijnen, ramen en deuren 34 56% 22 44% Kunststof gevelelementen 1 2% 3 6% Trappen 3 5% 2 4% Houtskeletbouw 12 20% 9 17% Overig 11 18% 13 29% Totaal % % Cordares, peildata 1 juni 2013 (nulmeting) en 1 juni 2014 (eenmeting) Uit een nadere analyse blijkt dat het aandeel bedrijfssluitingen van de productgroepen vrij goed spoort met de aandelen van de productgroepen in het totaal aantal bedrijven van de timmerindustrie (zie voor dit laatste bijvoorbeeld tabel 2.5). BEDRIJFSOPRICHTINGEN Zoals gezegd, zullen we nu stilstaan bij het aantal bedrijfsoprichtingen in de timmerindustrie. In tabel 2.2 presenteren we hier de cijfers over. We hebben daarbij gedifferentieerd naar nieuwe bedrijven en situaties waarbij in feite sprake is van een doorstart vanuit een faillissement. Bij de onderstaande uitkomsten moet overigens wel de opmerking worden geplaatst dat er sprake is van een zekere mate van vervuiling. In de cijfers over nieuwe bedrijven blijken ook bestaande bedrijven te zitten die van rechtsvorm en cao veranderd zijn. In dat laatste geval gaat het om bedrijven die eerst onder een andere cao vielen (zoals de bouw-cao) en zich alsnog onder de werkingssfeer van de cao timmerindustrie hebben laten registreren. Dit bleek hiervoor uit de benadering van de nieuwe doelgroep starters (zie paragraaf 1.3). Uit tabel 2.2 volgt dat in een periode van één jaar in totaal 53 bedrijven zijn opgericht binnen de timmerindustrie. Dit aantal is nagenoeg hetzelfde als in de nulmeting (56, waarvan eveneens 10 als gevolg van een doorstart na faillissement). Wat de afzonderlijke maanden betreft springt in de eenmeting juni 2013 er uit. Bijna een kwart van de bedrijfsoprichtingen in de afgelopen periode vond namelijk in deze maand plaats. Bureau Bartels 9
15 Tabel 2.2 Meetmoment Ontwikkeling aantal bedrijfsoprichtingen timmerindustrie (eenmeting) Aantal bedrijfsoprichtingen Waarvan nieuwe bedrijven Waarvan doorstart failliete bedrijven Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart April Mei Totaal Cordares 2013/2014 KENMERKEN BEDRIJVIGHEID Tabel 2.3 verschaft inzicht in de bedrijfsgroottestructuur van de timmerindustrie en ontwikkelingen die zich daarin voordoen. Uit deze tabel blijkt dat hoewel het aantal bedrijven over de hele linie geslonken is de verdeling over kleine, middelgrote en grote bedrijven vrijwel stabiel gebleven is in de afgelopen jaren. Tabel 2.3 Bedrijfsgroottestructuur timmerindustrie Grootteklasse Nulmeting Eenmeting Absoluut Procentueel Absoluut Procentueel Klein % % Middelgroot % % Groot 81 11% 67 10% Totaal % % Legenda: Klein = minder dan 10 werknemers Middelgroot = 10 tot 25 werknemers Groot = 25 of meer werknemers Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Uit bovenstaande tabel komt naar voren dat er binnen de timmerindustrie sprake is van een kleinschalige bedrijfsstructuur. Zo heeft in totaal circa 90% van de bedrijven minder dan 25 werknemers in dienst (de categorieën klein en middelgroot). Hoewel een vrij beperkt aantal bedrijven 25 of meer werknemers heeft, is dit segment wel verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid binnen de sector. Bij deze grotere bedrijven is namelijk ongeveer de helft van het totaal aantal werknemers binnen de timmerindustrie werkzaam (zie ook tabel 2.6). 10 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
16 Tabel 2.4 biedt inzicht in het aantal bedrijven naar productgroepen waarbij we zowel cijfers voor de nul- als eenmeting presenteren. Tabel 2.4 Aantal bedrijven timmerindustrie naar productgroep Productgroep Nulmeting Eenmeting Mutatie Houten kozijnen, ramen en deuren Absoluut Procentueel Absoluut Procentueel % % -3,3% Kunststof gevelelementen 13 2% 16 2% +23,1% Trappen 38 5% 39 6% +2,6% Houtskeletbouw % % +7,3% Overig % % -17,1% Totaal % % -4,1% Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Zoals hiervoor al naar voren kwam, is de productgroep houten kozijnen, ramen en deuren dominant. Anderzijds is het aantal bedrijven binnen de kunststof gevelelementen en trappen vrij beperkt. Zoals gezien de korte tijdsperiode te verwachten viel, hebben zich tussen de nul- en eenmeting geen noemenswaardige verschuivingen voorgedaan in de verdeling van het aantal bedrijven over de productgroepen. De houtskeletbouw heeft iets aan aandeel gewonnen, de overige timmerbedrijven leggen iets toe. In tabel I.2 in bijlage I geven we een overzicht van de spreiding van het aantal bedrijven in de timmerindustrie over regio s weergegeven. De genoemde regio s in deze tabel staan voor de regionale samenwerkingsverbanden die binnen de timmerindustrie worden onderscheiden. Uit deze tabel blijkt dat met name de werkgebieden van de samenwerkingsverbanden SWV Bos MTI, SWV Midden Nederland en Technopark belangrijke concentraties van bedrijvigheid in de timmerindustrie herbergen. Hierin hebben zich geen noemenswaardige veranderingen voorgedaan sinds de nulmeting. Het aandeel in de bedrijvigheid van ODB Doetinchem is gehalveerd ten opzichte van de nulmeting. Dit heeft te maken met de komst van een nieuw samenwerkingsverband (Revabo) in een deel van het werkgebied van het voormalige Samenwerkingsverband Oost-Nederland. 2.3 Ontwikkeling werkgelegenheid In het verlengde van de daling van het aantal bedrijven zien we de afgelopen jaren ook een sterke terugloop van de werkgelegenheid in de timmerindustrie. In de periode is het aantal werknemers van de sector namelijk met ruim personen gedaald (zie tabel 2.5). Per saldo waren op 1 juni 2014 (nog) ruim werknemers in de sector werkzaam. Wel kan uit onderstaande tabel worden geconcludeerd dat de afname van het aantal werknemers in de afgelopen periode (2013/2014) minder sterk was dan in de voorgaande periode (2012/2013). Bureau Bartels 11
17 Tabel 2.5 Ontwikkeling werkgelegenheid in de timmerindustrie, Jaar Aantal werknemers Mutatie t.o.v (absoluut) Mutatie t.o.v (relatief) ,2% ,8% ,2% Cordares, peildata 1 september 2007, 1 juni 2012, 1 juni 2013 en 1 juni 2014 In aanvulling op tabel 2.5 bevat bijlage I zie figuur I.2 gegevens over de maandelijkse ontwikkeling van de werkgelegenheid in de timmerindustrie. Daaruit blijkt dat de afname van de werkgelegenheid aan het terugvallen is. Was in de eerste helft van 2013 nog sprake van 9,3% afname, in de eerste helft van 2014 was dit nog maar 3,6%. Bovendien blijkt dat er in tegenstelling tot de voorgaande twee jaar in mei 2014 en juni 2014 sprake is van groei in het aantal werknemers in de timmerindustrie 5. De volgende meting zal uit moeten wijzen of de omslag van afname naar groei van werkgelegenheid in de timmerindustrie structureel van aard is. KENMERKEN WERKGELEGENHEID In tabel 2.6 hebben we de verdeling van de werkgelegenheid naar bedrijfsomvang voor zowel de nul- als eenmeting in kaart gebracht. Tabel 2.6 Werkgelegenheid timmerindustrie naar grootteklasse Grootteklasse Nulmeting Eenmeting Absoluut Percentage Absoluut Percentage Klein % % Middelgroot % % Groot % % Totaal % % Legenda: Klein = minder dan 10 werknemers Middelgroot = 10 tot 25 werknemers Groot = 25 of meer werknemers Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 In tabel 2.7 komt het hierboven al gepresenteerde beeld naar voren dat de grotere bedrijven verantwoordelijk zijn voor ongeveer de helft van de werkgelegenheid in de timmerindustrie. De verschillen tussen de nul- en eenmeting zijn uiteraard vrij beperkt. Wel zien we dat de daling van de werkgelegenheid zich in de afgelopen jaren bij grotere bedrijven nog wat sterker gemanifesteerd heeft dan bij middelgrote en kleine bedrijven. Immers, het aandeel van grotere bedrijven in de totale werkgelegenheid van de timmerindustrie valt in de eenmeting wat lager uit dan in de nulmeting. Blijkbaar zijn kleine en middelgrote bedrijven beter in staat geweest om hun werknemers te behouden. 5 Ook in de maand oktober 2013 was sprake van een kleine toename in het aantal werknemers. Deze groei kreeg echter in het najaar van 2013 geen vervolg. 12 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
18 Tabel 2.7 geeft een overzicht van de werkgelegenheid per productgroep op beide meetmomenten. Daaruit volgt dat de patronen van werkgelegenheid naar productgroep in grote lijnen sporen met de verdeling van bedrijven naar productgroepen (zie tabel 2.4 hierboven). Dit betekent dus dat ook qua werkgelegenheid de productgroep houten kozijnen, ramen en deuren dominant is. Op (vrij) grote afstand volgen dan de houtskeletbouw en de overige bedrijven. Tabel 2.7 Werkgelegenheid timmerindustrie naar productgroep Productgroep Nulmeting Eenmeting Mutatie Percentage Absoluut Absoluut Percentage Houten kozijnen, ramen en deuren Kunststof gevelelementen % % -11% 367 4% 380 5% +4% Trappen 511 6% 476 6% -7% Houtskeletbouw % % -4% Overig % % -18% Totaal % % -10% Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Wanneer we beide meetmomenten met elkaar vergelijken dan blijkt dat de productgroep overig relatief het sterkst geraakt is door de daling van het aantal werknemers. Bij deze productgroep is de werkgelegenheid in een jaar tijd namelijk met bijna een vijfde deel gedaald. Daarentegen laat de productgroep kunststof gevelelementen in het afgelopen jaar een weliswaar bescheiden groei van de werkgelegenheid zien. Hiervoor zagen we al dat dit deelsegment iets meer bedrijven telt dan in de nulmeting. Wat de regionale patronen van werkgelegenheid betreft komt uit tabel I.3 (in bijlage I) naar voren dat regionale patronen van werkgelegenheid deels overeenkomen met regionale spreiding van bedrijven. Op één na alle regio s hebben in het afgelopen jaar met een afname van de werkgelegenheid in de timmerindustrie in hun werkgebied te maken. In de omvang van de daling zitten grote verschillen (ook als de komst van de nieuwe regio buiten beschouwing wordt gelaten, zie hiervoor). 2.4 Nieuwe bedrijvigheid (starters) Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven, hebben we in de eenmeting een (kleine) groep starters geraadpleegd. Daarin hebben we ook aangegeven hoe de selectie van starters tot stand is gekomen. In deze paragraaf geven we enkele uitkomsten van deze raadpleging. Het navolgende is gebaseerd op tien starters die op een zinvolle wijze konden worden geraadpleegd. ACHTERGROND STARTERS Eén van de doelstellingen van de startersraadpleging is om inzicht te krijgen in de achtergronden van de start. Vandaar dat we hierover enkele vragen aan de geraadpleegde starters hebben gesteld. Allereerst zijn we nagegaan vanuit welke uitgangspositie deze ondernemers met hun eigen bedrijf begonnen zijn. Dit levert het volgende beeld op: Bureau Bartels 13
19 starter werkte voorheen bij timmerbedrijf en is voor zichzelf begonnen (4 keer genoemd); starter heeft bestaand bedrijf overgenomen (4 keer genoemd); starter was werkloos en is voor zichzelf begonnen (2 keer genoemd); starter heeft onderdeel van een bestaand timmerbedrijf afgesplitst en zelfstandig voortgezet (2 keer genoemd). Vervolgens hebben we doorgevraagd naar de achterliggende motieven voor het starten van een eigen onderneming. De volgende beweegredenen zijn hierbij naar voren gebracht (waarbij enkele starters meerdere motieven noemden): ondernemerschap trok me aan (6 keer genoemd); kan beter bedrijf runnen dan werkgever waarbij ik in dienst was (4 keer genoemd); kon geen werk vinden, vandaar dat zelfstandig ondernemerschap enige alternatief was om inkomen te verwerven (2 keer genoemd); financiële motieven (1 keer genoemd); zag een gat in de markt waarop ik ingesprongen ben (1 keer genoemd); was enige mogelijkheid om bedrijf voort te zetten (1 keer genoemd). We hebben in de gesprekken met starters geïnventariseerd of en zo ja tegen welke knelpunten zij bij de start van hun bedrijf zijn aangelopen. Zes starter hadden geen problemen ondervonden. De overige vier starters wezen wel knelpunten aan, namelijk: financiering van bedrijf moeilijk rond te krijgen (2 keer genoemd); onzekere inkomstensituatie (1 keer genoemd); grote afhankelijkheid van één of enkele opdrachtgevers (1 keer genoemd). AANTAL WERKNEMERS BIJ STARTERS Bij de starters hebben we in kaart gebracht in hoeverre zij (op de peildatum 1 juni 2014) personeel in dienst hadden. Bij acht van de tien starters bleek dit het geval te zijn. De overige twee starters hebben zelf geen personeel, maar maken wel op regelmatige basis gebruik van flexibele arbeid (zie verderop). Samen hebben de tien starters 28 werknemers in dienst 6. In twee derde van de gevallen ging het om voltijds banen, in de overige een derde om deeltijdwerk. Het aandeel voltijdsbanen bij de geraadpleegde starters is duidelijk lager dan gemiddeld bij de 100 geraadpleegde gevestigde bedrijven in de timmerindustrie (68% versus 93% 7 ). Leerlingen of stagiairs troffen we niet aan de geraadpleegde starters. Twee respondenten gaven wel aan hier interesse in te hebben. INZET FLEXIBELE ARBEID Navraag leert dat zes van de tien startende bedrijven gebruik maken van flexibele arbeid. Tegenover elke twee eigen medewerkers stond één flexwerker (28 eigen medewerkers versus 15 flexwerkers). Het aandeel flexkrachten (35%) is beduidend hoger dan bij de 100 werkgevers (14% 8 ). In alle gevallen ging het bij de flexkrachten om uitzendkrachten. 6 Exclusief de DGA en meewerkende gezinsleden. Tellen we die wel mee, dan komt de werkgelegenheid bij de tien starters uit op 40 arbeidsplaatsen. 7 Zie paragraaf Zie paragraaf Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
20 GROEIAMBITIES Tot slot is in de startersraadpleging navraag gedaan naar eventuele groeiambities. In totaal bleken negen van de tien starters de ambitie te hebben om te groeien wat het aantal medewerkers betreft. Bij deze starters hebben we doorgevraagd hoeveel medewerkers zij over twee jaar in dienst verwachten te hebben. Vijf van hen konden op dit punt een inschatting geven. Deze vijf starters verwachten samen over twee jaar 17 extra werknemers in dienst te hebben. Hiermee groeit de gezamenlijke werkgelegenheid bij deze vijf bedrijven van 21 medewerkers op de peildatum 1 juni 2014 naar 38 werknemers medio Dit betekent een groei van ongeveer 80% ten opzichte van de bestaande bedrijvigheid. Overigens had op het interviewmoment geen van de geraadpleegde starters openstaande vacatures. Bureau Bartels 15
21 16 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
22 3. Samenstelling personeelsbestand 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de samenstelling van het personeelsbestand centraal. Daartoe zullen we in de volgende paragraaf een aantal kenmerken van medewerkers in de timmerindustrie presenteren. 3.2 Geslacht, leeftijd en dienstjaren werknemers In deze paragraaf staan we achtereenvolgens stil bij het geslacht, de leeftijd en het aantal dienstjaren van werknemers. GESLACHT In figuur 3.1 geven we voor beide metingen inzicht in het geslacht van werknemers in de timmerindustrie. Hieruit blijkt dat verreweg de meeste werknemers in de timmerindustrie uit mannen bestaan (92%). Het aandeel vrouwen (8%) is dan ook vrij beperkt. Uit de werknemersraadpleging blijkt dat vrouwelijke werknemers hoofdzakelijk actief zijn in kantoorfuncties of schoonmaakwerkzaamheden verrichten. De verschillen tussen beide meetmomenten zijn verwaarloosbaar. Het totaal aantal werknemers in de nulmeting is , bij de eenmeting is dit Figuur 3.1 Geslacht werknemers timmerindustrie Nulmeting (N=8.162) Man Vrouw Eenmeting (N=7.530) Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 LEEFTIJDSOPBOUW Binnen de timmerindustrie is sprake van een zekere vergrijzing van het personeelsbestand. Dit blijkt uit figuur 3.2 waarin we de leeftijdsopbouw van werknemers in de timmerindustrie voor beide meetmomenten presenteren. Daaruit blijkt dat zich geen verschillen tussen beide meetmomenten hebben voorgedaan. Ongeveer 30% van de werknemers in de timmerindustrie is 50 jaar of ouder. Als spiegelbeeld daarvan is slechts ongeveer één op de zes werknemers jonger dan 30 jaar. 9 We merken op dat in de beschikbare bronnen voor de nulmeting voor een deel van het personeel gegevens over aspecten als geslacht, leeftijd en aantal dienstjaren ontbraken. Vandaar dat het aantal werknemers voor de nulmeting in dit hoofdstuk met of wat lager uitkomt dan in het voorgaande hoofdstuk (8.344). Bureau Bartels 17
23 Figuur 3.2 Leeftijdsopbouw werknemers timmerindustrie bij nul- en eenmeting 10 jonger dan 20 jaar 2% 2% 20 tot 25 jaar 6% 6% 25 tot 30 jaar 9% 8% 30 tot 35 jaar 11% 11% 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 11% 12% 13% 15% Nulmeting (N=8.161) Eenmeting (N=7.530) 45 tot 50 jaar 16% 16% 50 tot 55 jaar 12% 13% 55 tot 60 jaar 10% 10% 60 jaar en ouder 8% 8% 0% 5% 10% 15% 20% Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Overigens merken we op dat op basis van de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat de leeftijdsopbouw van werknemers in de timmerindustrie niet substantieel afwijkt van de opbouw van de beroepsbevolking in ons land. Dit hebben we in bijlage I (tabel I.4) geïllustreerd. De timmerindustrie heeft relatief gezien iets meer werknemers in de oudere leeftijdsklassen en iets minder werknemers in de jongere leeftijdsklassen. AANTAL DIENSTJAREN De vergrijzing binnen de timmerindustrie komt ook min of meer tot uitdrukking in tabel 3.1 hieronder. In deze tabel hebben we namelijk voor beide meetmomenten het aantal dienstjaren opgenomen dat werknemers werkzaam zijn binnen de timmerindustrie. We tekenen daarbij aan dat het kan gaan om dienstjaren die bij verschillende werkgevers in de timmerindustrie opgebouwd zijn. 10 Voor het samenstellen van de figuur beschikten we over het geboortejaar van een werknemer (maar niet de geboortedatum). Voor het samenstellen van de tabel zijn we er van uit gegaan dat een werknemer die bijvoorbeeld 1974 als geboortejaar heeft opgegeven 40 jaar oud is, terwijl deze op dat moment mogelijk nog 40 moet worden. 18 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
24 Tabel 3.1 Gemiddeld aantal dienstjaren werknemers in de timmerindustrie Aantal jaren in dienst Nulmeting Eenmeting Absoluut Percentage Absoluut Percentage Tot en met 5 jaar % % > 5 jaar % % > 10 jaar % % > 20 jaar % % Totaal % % Cordares, peildata 1 juni 2013 en 1 juni 2014 Uit tabel 3.3 komt naar voren dat ongeveer 40% van de werknemers al meer dan 10 jaar werkzaam is binnen de timmerindustrie. Wanneer we de beide meetmomenten met elkaar vergelijken dan blijkt dat het aantal werknemers in de categorie tot en met 5 jaar is toegenomen, terwijl het aantal werknemers in de overige categorieën gelijk gebleven of gedaald is. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat zoals ook uit de werkgeversraadpleging is gebleken (zie hierna) veel werkgevers bij hun wervingsactiviteiten vooral inzetten op jongeren. Daar waar dus nieuwe medewerkers zijn ingestroomd gaat het vooral om jongeren. Bureau Bartels 19
25 20 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
26 4. FUNCTIES 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de functies die werknemers in de timmerindustrie bekleden centraal. Daartoe beschouwen we in paragraaf 4.2 eerst de functiefamilies waarin werknemers werkzaam zijn. In paragraaf 4.3 schenken we aandacht aan het aspect van combinatiefuncties in de sector. Tot slot gaan we in paragraaf 4.4 in op de meerwaarde van het Handboek Functie-indeling Timmerindustrie. 4.2 Werknemers naar functie De 100 geraadpleegde werkgevers hebben samen exact werknemers in dienst. Gemiddeld gaat het dus om 24 personen. Dit betekent dat de werkgevers die we hebben geraadpleegd voor het onderzoek bijna een derde deel van de totale werkgelegenheid in de timmerindustrie vertegenwoordigen (zie tabel 2.7). We zijn bij de geraadpleegde werkgevers nagegaan binnen welke functiefamilies hun medewerkers werkzaam zijn. Tabel 4.1 bevat de uitkomsten van deze vraagstelling. Uit de tabel blijkt dat houtbewerking en voor- en afmontage belangrijke functiefamilies in de timmerindustrie zijn. Werkvoorbereiding/calculatie, houtskeletbouw en bouwmontage volgen op wat grotere afstand. Tabel 4.1 Verdeling werknemers naar functiefamilies, nul- en eenmeting en mutatie Functiefamilie Nulmeting (N=2.529) Eenmeting (N=2.400) Mutatie Voor- en afmontage 17% 20% +3% Kunststofverwerking 3% 2% -1% Houtbewerking 23% 21% -2% Algemene ondersteuning 4% 4% - Spuiterij 3% 3% - Houtskeletbouw 10% 14% +4% Bouwmontage 9% 7% -2% Subtotaal direct productief 69% 71% +2% Magazijn/expeditie/etc. 4% 2% -2% Werkvoorbereiding/calculatie 12% 14% +2% Financiële administratie 3% 3% - Commercie 6% 4% -2% Technische dienst 1% 1% - Productieleiding 5% 4% -1% ICT/automatisering 1% <1% - Totaal 100% 100% - Werkgeversraadpleging, peildata 1 juni 2013 (nulmeting) 1 juni 2014 (eenmeting) Wanneer we de resultaten van de nul- en eenmeting met elkaar vergelijken dan blijken de verschillen wat betreft de verdeling van de werknemers over de functiefamilies beperkt te zijn. Zo komt uit beide meetmomenten naar voren dat ongeveer zeven op de tien werknemers direct productief is. Ten opzichte van de nulmeting is met name het belang Bureau Bartels 21
27 van de functiefamilies houtskeletbouw (was 10% en is 14%) en voor- en afmontage (was 17% en is 20%) iets toegenomen. In tabel I.5 hebben we hebben we voor de eenmeting de verdeling naar functiefamilies voor elk van de productgroepen weergegeven. Vergelijken we deze tabel met die in de rapportage van de nulmeting, dan doen zich enkele verschuivingen voor. Zo is het aandeel functies in de voor- en afmontage toegenomen in de productgroepen houten kozijnen, ramen en deuren (van 23% in de nulmeting naar 30% in de eenmeting) en vooral in de kunststof gevelelementen (van 16% naar 30%). Het aandeel medewerkers in de functie houtbewerking is in drie productgroepen juist (behoorlijk) afgenomen, namelijk in de overige timmerfabrieken (van 36% naar 26%), houten kozijnen, ramen en deuren (van 31% naar 27%) en bij trappen (van 35% naar 32%). Het aantal medewerkers in de functiefamilie houtskeletbouw is in de productgroep houtskeletbouw toegenomen van 32% in de nulmeting naar 39% in de eenmeting. Bij de productgroep houten kozijnen, ramen en deuren is het aandeel medewerkers in de werkvoorbereiding toegenomen van 9% naar 14%. In de rapportage van de nulmeting constateerden we al dat dit een sleutelfunctie was voor veel werkgevers, die bij een afname van werkgelegenheid blijkbaar zoveel mogelijk gespaard is gebleven. 4.3 Combinatiefuncties In de nulmeting hebben we vastgesteld dat veel bedrijven een deel van hun medewerkers in combinatiefuncties inzetten. Hiervan is sprake als zij naast de functie uit hun arbeidscontract ook nog werkzaamheden uit andere functies uitvoeren. In de interviews met werkgevers zijn we nagegaan of bij hun bedrijf (een deel van de) werknemers combinatiefuncties vervullen. Uit figuur 4.1 blijkt dat dit aandeel stabiel is gebleven in het afgelopen jaar: op beide meetmomenten kwamen bij zes van de tien werkgevers combinatiefuncties voor. Figuur 4.1 Combinatiefuncties naar productgroep Houten kozijnen, ramen en deuren (N=61)* 67% 69% Kunststof gevelelementen (N=5) 20% 40% Trappen (N=4)** 60% 100% Houtskeletbouw (N=17) 59% 59% Nulmeting Eenmeting Overig (N=13) 31% 46% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Werkgeversraadpleging, peildata 1 juni 2013 (nulmeting) 1 juni 2014 (eenmeting) * Bij de nulmeting gold voor de productgroep houten kozijnen ramen en deuren : N=60 ** Bij de nulmeting gold voor de productgroep trappen : N=5 22 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
28 Verder blijkt dat combinatiefuncties in alle productgroepen voorkomen. Wanneer we de productgroepen met een klein aantal waarnemingen buiten beschouwing laten dan blijkt dat de productgroep houten kozijnen, ramen en deuren bovengemiddeld scoort wat betreft de aanwezigheid van combinatiefuncties. Als spiegelbeeld daarvan komen deze functies relatief weinig voor binnen de productgroep overige timmerfabrieken. In de nulmeting bleken nauwelijks verschillen voor te komen naar grootteklasse. Dit bleek ook in de eenmeting zo te zijn. Om meer inzicht te krijgen in het werken met combinatiefuncties hebben we bij werkgevers, waarvoor deze vraag relevant was, doorgevraagd naar combinaties van functies die bij hen voorkomen. In tabel 4.2 presenteren we de resultaten van deze vraagstelling. Daarbij hebben we alleen combinatiefuncties die vaker dan één keer voorkwamen opgenomen. Tabel 4.2 Meest voorkomende combinatiefuncties bij nul- en eenmeting (N=61) Combinatie Nulmeting Eenmeting Mutatie Houtbewerking i.c.m. voor- en afmontage 29 keer 31 keer +2 Houtbewerking i.c.m. spuiterij 7 keer 12 keer +5 Spuiterij i.c.m. voor- en afmontage 5 keer 6 keer +1 Houtbewerking i.c.m. werkvoorbereiding/calculatie 2 keer 4 keer +2 Houtbewerking i.c.m. productieleiding 4 keer 4 keer - HSB i.c.m. bouwmontage 3 keer 3 keer - HSB i.c.m. houtbewerking 2 keer 3 keer +1 Werkvoorbereiding/calculatie i.c.m. commercie 5 keer 3 keer -2 Financiële administratie i.c.m. werkvoorbereiding/calculatie 3 keer 2 keer -1 Bouwmontage i.c.m. houtbewerking 3 keer 2 keer -1 Werkgeversraadpleging, peildata 1 juni 2013 (nulmeting) 1 juni 2014 (eenmeting) Op beide meetmomenten blijkt dat verreweg de meest voorkomende combinatie van functiefamilies die van houtbewerking met voor- en afmontage betreft. Deze combinatie is door de helft van de werkgevers, waar sprake is van combinatiefuncties, naar voren gebracht. Daarnaast blijkt dat het aantal houtbewerkers dat hun functie combineert met spuitwerkzaamheden in het afgelopen jaar toegenomen is. Ook blijkt uit tabel 4.2 dat het combineren van werkplaats- en kantoorfuncties logischerwijze weinig voorkomt. De enige uitzondering hierop wordt gevormd door de combinatie van houtbewerking met werkvoorbereiding/calculatie. Vooral bij enkele kleine bedrijven worden deze functies nogal eens gecombineerd. Verder kan op basis van tabel 4.2 worden geconcludeerd dat hoewel het aantal bedrijven met combinatiefuncties niet is toegenomen er wel sprake is van een toename van het aantal combinatiefuncties bij bedrijven die dergelijke functies toepassen. Een belangrijke reden zo blijkt uit de toelichting die de betreffende werkgevers hiervoor geven is dat de economische crisis om een grotere flexibiliteit van bedrijven en werknemers vraagt. Dit impliceert bijvoorbeeld dat van werknemers wordt verwacht dat zij breder inzetbaar zijn om piekbelasting op te vangen. Samenhangend hiermee hebben Bureau Bartels 23
29 enkele werkgevers aangegeven terughoudend te zijn in het aannemen van nieuw personeel en pieken in de productie vooral met de kernbezetting op te vangen (wat dus ook kan resulteren in het combineren van functies). Dat meer in combinatiefuncties wordt gewerkt, wordt ook bevestigd door de uitkomst op de vraag aan de 61 werkgevers met combinatiefuncties hoe in het afgelopen jaar de ontwikkeling is geweest van het aandeel werknemers binnen hun bedrijf dat in combinatiefuncties werkzaam is. Bij een kwart van hen was dit aandeel toegenomen, bij driekwart is het aandeel werknemers in combinatiefuncties (nagenoeg) gelijk gebleven. We troffen geen werkgevers aan waar relatief minder vaak in combinatiefuncties werd gewerkt dan ten tijde van de nulmeting. Van grote verschuivingen in het aantal werknemers in combinatiefuncties zal echter geen sprake zijn. Dit blijkt namelijk uit de werknemersenquête. Net als in de nulmeting gaf 15% van de geënquêteerde werknemers in de eenmeting aan in een combinatiefunctie te werken 11. De volgende combinatiefuncties zijn meerdere keren genoemd: houtbewerking en werkvoorbereiding/calculatie (8 keer genoemd); combinatie van functies binnen de functiefamilie houtbewerking (6 keer genoemd); houtbewerking en magazijn/expeditie/transport (5 keer genoemd); houtbewerking en spuiterij (4 keer genoemd); houtbewerking en productieleiding (4 keer genoemd); werkvoorbereiding en productieleiding (4 keer genoemd); houtbewerking en voor- en afmontage (4 keer genoemd); houtbewerking en algemene ondersteuning (4 keer genoemd). combinatie van functies binnen de functiefamilie voor- en afmontage (3 keer genoemd). Net als in de nulmeting troffen we bij de werknemersenquête vooral combinatiefuncties over de functiefamilies heen dus een combinatie van minimaal twee functies uit verschillende functiefamilies aan. Bij 58 van de 67 werknemers is hiervan sprake. In de overige 9 gevallen ging het om combinatiefuncties binnen eenzelfde functiefamilie. Het betrof met name combinaties binnen de functiefamilies houtbewerking en voor- en afmontage. Aan de geraadpleegde werknemers die in een combinatiefunctie werken, is ook gevraagd of zij hiervoor in hun optiek in voldoende mate toegerust zijn. Uit figuur 4.2 volgt dat verreweg de meeste werknemers vinden dat zij voldoende toegerust zijn voor de combinatiefunctie die zij bekleden. Dit geldt voor beide meetmomenten. 11 Hierbij merken we op dat deze vraag bewust open is gesteld aan de werknemers. Deze vraag was dus niet voorgecodeerd (bijvoorbeeld aan de hand van het Handboek Functiesysteem Timmerindustrie). Met andere woorden: werknemers hebben zelf kunnen aangeven of ze vinden dat ze in een combinatiefunctie werken. 24 Arbeidsmonitor SSWT - Eenmeting
ARBEIDSMONITOR TIMMERINDUSTRIE
Bureau Bartels beleidsadvies onderzoek Stationsplein 69 3818 LE Amersfoort Postbus 318 3800 AH Amersfoort Telefoon: 033 4792020 E-mail: info@brtls.nl www.bureaubartels.nl EERSTE TOEPASSING ARBEIDSMONITOR
Nadere informatieArbeidsmonitor Timmerindustrie Tweemeting
Arbeidsmonitor Timmerindustrie Tweemeting Eindrapport Uitgebracht in opdracht van het bestuur van SSWT Amersfoort, 1 april 2016 Bureau Bartels B.V. Postbus 318 3800 AH Amersfoort Stationsplein 69 3818
Nadere informatieGeef aan welke van onderstaande producten u heeft opgeleverd en voeg deze producten toe aan dit document:
Projectnaam: Timmerindustrie Duurzaam Inzetbaar Projectnummer: 2012ESFN348 Actie: E Sociale Innovatie Duurzame Inzetbaarheid Sectoren Geef aan welke van onderstaande producten u heeft opgeleverd en voeg
Nadere informatieArbeidsmonitor Timmerindustrie Driemeting
Arbeidsmonitor Timmerindustrie Eindrapport Uitgebracht in opdracht van het bestuur van SSWT Amersfoort, 24 april 2017 Bureau Bartels B.V. Postbus 318 3800 AH Amersfoort Stationsplein 69 3818 LE Amersfoort
Nadere informatieArbeidsmonitor timmerindustrie viermeting
Arbeidsmonitor timmerindustrie viermeting Eindrapport Uitgebracht in opdracht van de SSWT Amersfoort, 7 november 2018 Bureau Bartels B.V. Postbus 318 3800 AH Amersfoort Stationsplein 69 3818 LE Amersfoort
Nadere informatiex Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande
Nadere informatieARBEIDSMARKTONDERZOEK TIMMERINDUSTRIE
ARBEIDSMARKTONDERZOEK TIMMERINDUSTRIE Eindrapportage Uitgebracht op verzoek van de Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie Amersfoort, 10 juli 2008 VOORWOORD In opdracht van de Stichting
Nadere informatieOnderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind
Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind Eindrapportage Uitgebracht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Amersfoort, 30 juni 2016 Bureau Bartels B.V. Postbus
Nadere informatieVan baan naar eigen baas
M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat
Nadere informatieVervolgmeting aantal en kosten beschermingsbewinden
Vervolgmeting aantal en kosten beschermingsbewinden Eindrapport Uitgebracht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Amersfoort, 30 juni 2016 Bureau Bartels B.V. Postbus 318
Nadere informatieKengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Nadere informatieDe Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014
De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Waterbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte
Nadere informatieMinder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt
Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieM200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.
M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten
Nadere informatieStarters zien door de wolken toch de zon
M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische
Nadere informatieBedrijvendynamiek en werkgelegenheid
M201207 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1987-2010 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid In de periode 1987-2010 is het aantal bedrijven per saldo
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2010
2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieWerken in startende bedrijven
M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,
Nadere informatieZzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep
Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies
Nadere informatieM200916. Parttime van start. drs. A. Bruins
M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier
Nadere informatieFeiten en cijfers 2010 Branche WMD
Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in
Nadere informatieRapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.
Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting
Nadere informatieBarometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011
Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen
Nadere informatieRapportage Onderzoek Lerarentekort
Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatiein het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013
in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht
Nadere informatieKENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE
KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit
Nadere informatieArbeidsgehandicapten in Nederland
Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee
Nadere informatierapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)
Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieLife event: Een nieuwe baan
Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht
Nadere informatieWisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking
Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt
Nadere informatiePersoneelsmonitor 2011 Samenvatting
Jaarlijks brengt het A+O fonds Gemeenten de Personeelsmonitor uit. Dit rapport geeft de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van HRM en arbeidsmarktontwikkelingen bij gemeenten weer. In deze samenvatting
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2011
Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof
Nadere informatieProductiemonitor Stichting ZorgPunt Utrecht
Productiemonitor Stichting ZorgPunt Utrecht 1e kwartaal 2012 Inleiding en samenvatting Voor u ligt de productiemonitor van het 1e kwartaal 2012. In deze monitor wordt een beeld geschetst van de belangrijkste
Nadere informatieOnderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva
Nadere informatieNormbatenregeling Bbz
Normbatenregeling Bbz Eindrapport Uitgebracht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Amersfoort, 21 december 2016 Bureau Bartels B.V. Postbus 318 3800 AH Amersfoort Stationsplein
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieDe Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014
De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte
Nadere informatieTEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1
Nadere informatieMeerdere keren zonder werk
Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook
Nadere informatieCrisismonitor Drechtsteden
Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan
Nadere informatieArbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant
Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het
Nadere informatieFORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform
Nadere informatieKwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2
Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename
Nadere informatieBarometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011
Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf, die vanwege de resultaten van de Quick Scan wat later verschijnt dan gebruikelijk, worden de actuele ontwikkelingen
Nadere informatieAnalyse instroom
Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%
Nadere informatieWe zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.
Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met
Nadere informatieRapportage Onderzoek Werkdruk
Rapportage Onderzoek Werkdruk Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE 1 ACHTERGROND
Nadere informatieVrouwen op de arbeidsmarkt
op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna
Nadere informatieDe ontgroening en vergrijzing in beeld
De ontgroening en vergrijzing in beeld RAPPORTAGE LEEFTIJD BEWUST PERSONEELS BELEID in de CHEMISCHE INDUSTRIE Benchmark rapportage DOOR : Nicole Hermans DATUM : 30-06-2009 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 OVERZICHTEN
Nadere informatieBehoefte aan Ondernemersopleiding
Behoefte aan Ondernemersopleiding Digitaal Werkgevers - Panelonderzoek 13 Digitaal Werknemers Panelonderzoek 9 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, Februari 2006 In geval van overname van het datamateriaal is
Nadere informatieWerkloosheid Redenen om niet actief te
Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking
Nadere informatieFact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010
Fact sheet november 11 Ondernemerschap in Stadsdeel is het kloppende hart van. Het is een dynamisch stadsdeel met veel kleine bedrijven. In veel opzichten is het in het klein. Ondernemerschap in In deze
Nadere informatieEen eigen bedrijf is leuk!
M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers
Nadere informatieKengetallen mobiliteitsbranche
Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 Juni 2015 Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit
Nadere informatieSociaal-economische kerngegevens
Sociaal-economische kerngegevens voor de vervaardiging van aardappelproducten Deze folder is voor werknemers en werkgevers in: de aardappelproductensector. De folder geeft een beeld van sociaal-economische
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september
Nadere informatieMens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013
Mens en Organisatie in het architectenbureau Peiling juni 2013 Inhoudsopgave Peiling Mens en Organisatie 3 Arbeidsrelaties 4 Beleid voor mens en organisatie: ontwikkeling 5 Beleid voor mens en organisatie:
Nadere informatieOverzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg
Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729
Nadere informatiestad cijfers Inleiding Kerncijfers Werkgelegenheid Toename aantal banen Tabel 1: Banen en vestigingen
stad cijfers Inleiding Deze aflevering van Stadcijfers presenteert de nieuwste informatie over de ontwikkeling van het aantal banen en het aantal vestigingen in de gemeente Groningen. Deze belangrijke
Nadere informatieMannen geven veel vaker leiding dan vrouwen
nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel
Nadere informatieSociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy
Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde
Nadere informatieSectormonitor 2018-Q1
Sectormonitor 2018-Q1 Ontwikkeling arbeidsmarkt transport & logistiek Sectorinstituut Transport en Logistiek 31 mei 2018 Inhoud Sectormonitor 2018-Q1 Arbeidsmarktindicatoren transport en logistiek: - Omzetontwikkeling
Nadere informatieArbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Nadere informatieEvaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011
Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De
Nadere informatieSectormonitor 2017-Q4
Sectormonitor 2017-Q4 Ontwikkeling arbeidsmarkt transport & logistiek Sectorinstituut Transport en Logistiek Inhoud Sectormonitor 2017-Q4 Arbeidsmarktindicatoren transport en logistiek: - Omzetontwikkeling
Nadere informatieOpzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie
Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieSociaal jaarverslag 2012
Sociaal jaarverslag 2012 Sociaal jaarverslag 2012 Inhoud Voorwoord... 4 Kengetallen Personeel 2012 Kerncijfers Sociaal Jaarverslag 2012 en 2011... 6 Omvang formatie en personeelsbezetting... 7 Overige
Nadere informatieRapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.
Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieWerktijden van de werkzame beroepsbevolking
Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.
Nadere informatieM200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins
M200705 Werkgelegenheid bij startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2007 2 Werkgelegenheid bij startende bedrijven Van startende bedrijven wordt verwacht dat zij bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid.
Nadere informatieFact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010
Fact sheet november 11 Ondernemerschap in In is relatief veel werkgelegenheid maar er zijn wat minder bedrijven. Dit komt door de aanwezigheid van meerdere grote bedrijven op en rond het bedrijven terrein
Nadere informatieZorgbarometer 7: Flexwerkers
Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research
Nadere informatieInventarisatie naleefniveau rookvrije horeca najaar 2014
Inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca najaar 14 Sinds 1 juli 8 geldt in de horeca, sport, kunst en cultuursector een rookverbod. Op 6 juli 11 is er een versoepeling doorgevoerd voor kleine cafés
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieCrisismonitor Drechtsteden
Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?
Nadere informatieFactsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2010
Factsheet economische crisis 1 e kwartaal 21 O&S Mei 21 2 Kort samengevat Ieder kwartaal factsheet Vanwege de economische recessie in Nederland is er behoefte aan inzicht in de gevolgen hiervan voor de
Nadere informatieBurgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3
Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden
Nadere informatieFlexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract
Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)
Nadere informatieMonitor HH(T) 4 e kwartaalmeting
Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert
Nadere informatieFeiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang
Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen
Nadere informatieGfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X
RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -
Nadere informatieBeroepsbevolking 2005
Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel
Nadere informatieKinderopvang in aandachtswijken
Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,
Nadere informatieFact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013
Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatiehandboek loonsysteem timmerindustrie
handboek loonsysteem timmerindustrie Inleiding Op 1 januari 2006 is de Timmerindustrie gestart met de invoering van een nieuw functiesysteem. Het systeem is gebaseerd op de functiewaarderingmethode die
Nadere informatie1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt
1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatie