Functies (een korte inleiding)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Functies (een korte inleiding)"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 3 Functies (een korte inleiding) 3.1 Definitie van een functie: domein en mapping Functies in Funmath Functies kent u waarschijnlijk al uit de context van wiskundige analyse, waar gewerkt wordt met functies van een of meer veranderlijken. Ook in veel programmeertalen bestaat er een concept van functies 1, dat heel gelijkaardig is met de functies die we hier zullen beschrijven. In Funmath neemt een functie één argument 2 en beeldt dit af 3 op een (beeld)waarde 4. Dit noemen we de functietoepassing (of functie-applicatie) 5 vandefunctieophetargument. Functies zijn een essentieel onderdeel van de Funmath-notatie. We beschouwen ze als essentiële objecten van onze formele taal 6. We zullen zien dat in onze aanpak predicaten niets anders dan een speciaal soort functie zijn. In Funmath kunnen functies zelf argumenten van andere functies zijn, of kunnen de beeldwaarden zelf ook functies zijn. Functies die een functie als argument nemen en functies waarvan de beeldwaarden functies zijn, noemen we hogere-ordefuncties 7. Op het einde van dit hoofdstuk zullen we zien hoe we eenvoudig functies kunnen definiëren op basis van gewone uitdrukkingen aan de hand van 1 Soms ook methodes genoemd. 2 We zullen later zien dat je een functie met meerdere argumenten in Funmath kan formuleren als een functie die een tupel als argument neemt. Formeel gaat het dus nog steeds om functies met één argument, maar het vormt een prima model voor functies met meerdere argumenten. 3 In het Engels: mapping. 4 In het Engels: value. 5 In het Engels: function application. 6 En niet als een verzameling koppels (argument, beeldwaarde), zoals in sommige formele talen het geval is. 7 In het Engels: higher-order functions. 82

2 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 83 abstracties Domein en mapping Een functie wordt gedefinieerd door haar domein en haar mapping. Het domein is de verzameling van de mogelijke geldige argumenten van de functie. De mapping is het gedrag van de functie als ze toegepast wordt op een argument uit haar domein. Twee functies zijn aan elkaar gelijk a.s.a. zowel hun domein als hun mapping gelijk zijn. We noteren het domein van een functie f als: Df De toepassing van een functie f op een argument x (met x Df) schrijven we met de vertrouwde prefix-notatie: f(x) Voor functies met meerdere argumenten 9, zullen we wel eens afwijken van de prefix-notatie en eerder kiezen voor een infix-notatie als deze meer vertrouwd is. Zo zullen we voor de optelling (over bijvoorbeeld natuurlijke getallen) meestal kiezen voor de vertrouwde infix-notatie x + y eerder dan voor de prefix-notatie (+) (x, y), die in Funmath weliswaar correct is, maar waarmee we duidelijk minder vertrouwd zijn. In Funmath (en in vele andere formele talen) bestaat er een conventie om haakjes te laten wegvallen bij functie-applicatie. Het is dus toegelaten om te schrijven f x i.p.v. f(x). Als er opeenvolgende functie-applicaties zijn, spreken we af dat we de functie-applicatie als linksassociatief beschouwen. Dit betekent dat fedstaat voor (f(e))(d) (met e Df en d D(f(e))). Uit ervaring weet ik dat deze notaties zonder haakjes wel eens verwarrend kunnen zijn. Ik zal ze zeer spaarzaam gebruiken in deze cursus, tenzij in gevallen waar de notatie zonder haakjes leidt tot een meer vertrouwde notatie, of wanneer te veel haakjes een uitdrukking onoverzichtelijk zouden maken. Het domein van een functie f kan expliciet gedefinieerd zijn als een verzameling X: Df = X waarbij X een uitdrukking is waarin f niet als (vrije) variabele voorkomt. Zo zou ik de sinusfunctie (sin) op de reële getallen kunnen beschouwen, waarbij D sin = R. De definitie van het domein van f kan echter ook impliciet zijn: x Df p 8 In het Engels: abstractions. 9 In Funmath dus eigenlijk functies die een tupel als argument aannemen.

3 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 84 waarbij p een propositie-uitdrukking is, waarin f niet als (vrije) veranderlijke voorkomt, maar x vaak wel. Een voorbeeld hiervoor zou de natuurlijke logaritme (ln) over de reële getallen zijn, waarvoor x Dln x R x 0. De definitie van de mapping van een functie is typisch van de vorm: x Df q met q een propositie. Afhankelijk van de uitdrukking q kunnen we een expliciete mapping hebben. Nemen we bv. de successor-functie succ (die een natuurlijk getal op het eerstvolgende grotere natuurlijk getal afbeeldt). Het domein van de successorfunctie is N en de mapping kunnen we definiëren als n N succ n = n +1. Maar ook een impliciete mapping is mogelijk, zoals bv. voor de vierkantswortelfunctie sqrt over de reële getallen met als domein 10 R 0. De mapping kunnen we definiëren als x R 0 (sqrt(x)) 2 = x sqrt(x) 0. Ook recursieve definities zijn onder bepaalde voorwaarden mogelijk 11.Zo kan je een functie Fib definiëren met DFib = N en als mapping Fib(0) = 0 Fib(1) =1 n N >1 Fib(n) =Fib(n 1)+Fib(n 2). Ook dit blijkt voldoende om de functie eenduidig te specificeren. Zoals eerder al vermeld, wordt een functie volledig gedefinieerd door de combinatie van haar domein en haar mapping. Nodige en voldoende voorwaarde opdat twee functies f en g aan elkaar gelijk zouden zijn, is dus dat Df =Dg en dat voor een willekeurige x (x Df) geldtf(x)=g(x). 3.2 Bereik Het bereik 12 van een functie is de verzameling van alle mogelijke beeldwaarden die bereikt kunnen worden als men de functie toepast op de mogelijke argumenten uit haar domein. In Funmath zijn er twee manieren om het bereik van een functie f te noteren: Rf en {f} Beide notaties zijn gelijkwaardig 13, maar de notatie {f} zullen we vooral gebruiken als f een tupel of een abstractie is (zie even verder). Er geldt natuurlijk: x Df f(x) Rf 10 De notatie R 0 is vrij vanzelfsprekend en staat voor de verzameling van de reële getallen groter of gelijk aan 0. Het is echter al een vrij gevorderde Funmath-notatie, waar we hier (voorlopig) niet op zullen ingaan. 11 Hier zullen we dieper op ingaan in het hoofdstuk over inductie. 12 In het Engels: range. 13 Lees dus zeker niet {f} als het singleton met als element de functie f, wat we in Funmath zouden genoteerd hebben als ιf.

4 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 85 Voor een preciezere definitie van het bereik van een functie zullen we nog wat uitdrukkingen met predicaten nodig hebben. Beschouwen we het bereik van enkele eerder gedefinieerde functies, dan kunnen we voor de successor-functie (n N succ n = n + 1) de range eenvoudig schrijven als R succ = N >0. Voor de vierkantswortelfunctie die we eerder impliciet gedefinieerd hadden (x R 0 (sqrt(x)) 2 = x sqrt(x) 0) kunnen we schrijven R sqrt = R 0. Het is echter niet altijd even evident om een gesloten uitdrukking te vinden voor het bereik van een functie. Voor de recursief gedefinieerde Fibonaccifunctie Fib zou dit behoorlijk moeilijk zijn. 3.3 Type van een functie Voor de typering van functies gebruiken we de pijltjesnotatie: X Y De betekenis ervan is dat een functie die dit type (X Y ) zou hebben als domein X heeft en een bereik dat omvat is in Y,ofietsformeler: f X Y Df = X Rf Y Merk op dat in Funmath f X Y impliceert dat het domein van f gelijk is aan X. Als u wil beschrijven dat het domein van f omvat is in X, dankan ugebruikmakenvandepartiële pijl: f X Y Df X Rf Y Bekijken we opnieuw de eerder in dit hoofdstuk vermelde voorbeeldfuncties (succ, sqrtenfib), dan kunnen we voor elk van deze functies eenvoudig het type bepalen: succ N N, sqrt R 0 R en Fib N N. Elk van deze typeringen is correct, maar niet uniek. We geven voor succ en voor Fib alleen aan dat de beeldwaarden natuurlijke getallen zijn, maar we zijn niet erg strikt in de beschrijving van het bereik van deze beide functies. We zouden ook kunnen schrijven dat succ N N >0, wat eveneens correct zou zijn aangezien R succ = N >0, maar het is dan wel de vraag of dit veel bijkomende nuttige informatie oplevert. Het zal meestal voldoende zijn te weten dat de beeldwaarden van de successor-functie van het type natuurlijk getal zijn, zonder extra toegevoegde informatie. Ook voor de vierkantswortelfunctie kunnen we de typering strikter definiëren door te schrijven sqrt R 0 R 0, wat ons de bijkomende informatie meegeeft dat de beeldwaarden positieve reële getallen zijn. Met de partiële pijl zijn we ook minder precies over het domein van de beschouwde functie. We kunnen dus schrijven: succ Z Z, sqrt R R, maar

5 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 86 daarmee verliezen we natuurlijk informatie over de toegelaten argumenten aangezien we alleen iets vertellen over het algemene type van de argumenten. Tenslotte vermelden we voor de volledigheid de conventie voor de typering van hogere-ordefuncties dat we de functiepijl als rechtsassociatief 14 beschouwen, m.a.w. X Y Z = X (Y Z) wat staat voor de verzameling van functies met X als domein en als beeldwaarde een nieuwe functie met domein Y en bereik omvat in Z. Voorbeelden van dergelijke functies zullen aan bod komen in de sectie over abstracties. 3.4 Tupels Als we een opsomming van uitdrukkingen willen neerschrijven, noteren we dit al eens snel als een kommagescheiden lijst van uitdrukkingen, bv. e, e,e voor een opsomming van 3 uitdrukkingen e, e en e. Deze uitdrukkingen hoeven niet alle van hetzelfde type te zijn. In tegenstelling tot verzamelingen, is de volgorde van de uitdrukkingen hier wel belangrijk. Dit zullen we een tupel 15 noemen. We spreken van een n-tupel 16 als de tupel n uitdrukkingen omvat. In Funmath is de tupel een functie(!). Het domein van een n-tupel is n (dus D(e, e,e )= 3) en de mapping wordt het best geïllustreerd aan de hand van een voorbeeldje: (e, e,e )(0) =e (e, e,e )(1) =e (e, e,e )(2) =e Kortom, het komt overeen met het nemen van de uitdrukkingen op de corresponderende plaats in de kommagescheiden lijst, rekening houdend met het feit dat we vanaf 0 beginnen te tellen 17. Dat we tupels als functies zien, verklaart nu ook waarom de vertrouwde opsommingsnotaties voor verzamelingen nog altijd gelden in Funmath: {e, e,e } betekent in Funmath eigenlijk het bereik van de tupel (e, e,e ),watnetjes 14 Uitdrukkingen als linksassociatief of rechtsassociatief impliceren zeker niet dat de onderliggende operatie associatief is. Ze wijzen alleen op een notatieconventie die toelaat om in bepaalde omstandigheden haakjes weg te alten. Zo hebben we de conventie aangenomen dat we de functie-applicatie als linksassociatief beschouwen en dus (waarom?) is het logisch om de functiepijl als rechtsassociatief te beschouwen. 15 In het Engels: tuple. 16 Waarbij we meestal spreken van een koppel, of een geordend paar als n = 2. Voor de speciale gevallen van een 0-tupel en een 1-tupel zullen we wel een speciale notatie nodig hebben. 17 Welkom in de informatica...

6 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 87 overeenkomt met de verzameling die de uitdrukkingen e, e en e bevat, aangezien dit de mogelijke beeldwaarden zijn van de tupel. Dit verklaart ook het voorbeeld gegeven in het hoofdstuk over verzamelingen, waar we de (vertrouwde) notatie {2016, 2017, 2018} gebruikt hadden voor de verzameling waarvan de elementen de getallen 2016, 2017 en 2018 zijn. De formele interpretatie van deze notatie 18 is dat het om het bereik gaat van de 3-tupel 2016, 2017, En hoewel de tupels 2018, 2019, 2017 en 2017, 2018, 2019 niet gelijk zijn (de volgorde van de elementen verschilt immers), hebben ze beide wel hetzelfde bereik, wat betekent dat voor de opsommingsnotatie van verzamelingen geldt: {2018, 2019, 2017} ={2017, 2018, 2019}. Dit laatste verwachten we ook voor de notatie van een verzameling, waar de volgorde van de elementen onbelangrijk is Speciale notaties voor 0- en 1-tupels Voor n-tupels (met n > 2) kunnen we een tupel eenvoudig noteren als een kommagescheiden lijst van n elementen, maar als het aantal uitdrukkingen in de tupel kleiner is dan 2, is een dergelijke notatie niet mogelijk. Daarom hebben we een speciale notatie nodig voor 0-tupels en 1-tupels. Het 0-tupel is de lege functie 19 ennoterenweinfunmathalsɛ. Het is misschien niet op het eerste gezicht duidelijk waarvoor deze functie staat, dus is het nuttig hier even over na te denken. We hebben aangegeven dat het domein van een n-tupel gelijk was aan n. Voor ɛ (0-tupel) hebben we dus dat Dɛ = 0. En aangezien 0 staat voor de verzameling van de natuurlijke getallen kleiner dan 0, is het evident dat deze verzameling leeg is. Conclusie: Dɛ = en daaruit voortvloeiend: Rɛ = We hebben geen expliciete mapping voorgesteld voor ɛ, maar als we kijken naar de traditionele uitdrukking voor de mapping van een functie zien we snel waarom: x Dɛ q is immers waar voor elke willekeurige propositie q aangezien het antecedent van de implicatie vals is voor elke mogelijke x- waarde. Ook voor 1-tupels hebben we een speciale notatie nodig. We noteren 20 in Funmath het 1-tupel met als enige uitdrukking e als τe. Het domein van een 18 Dit verklaart ook waarom het in Funmath (maar niet noodzakelijk in andere formele talen) toegelaten is een element meer dan eenmaal op te nemen in de opsomming van een verzameling. Zo is {2017, 2018, 2018, 2019} niets anders dan het bereik van het 4-tupel 2017, 2018, 2018, Dit bereik is dan een verzameling van 3 elementen, zodat {2017, 2018, 2018, 2019} ={2017, 2018, 2019}. 19 En we zullen deze lege functie ook buiten de context van tupels gebruiken in Funmath. 20 Opnieuw gebruiken we hiervoor een Griekse letter: de letter tau (τ).

7 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 88 1-tupel is 1, de verzameling van de natuurlijke getallen kleiner dan 1, wat dus het singleton is met de waarde 0. We kunnen dus schrijven: D(τ e)=ιe De mapping van een 1-tupel kunnen we algemeen schrijven als x D(τe) (τe) x = e of iets eenvoudiger als (τ e)0 = e, waaruit voortvloeit: R(τ e)=ιe Het bereik van een 1-tupel is inderdaad een singleton Typering van tupels Tenslotte moeten we nog iets zeggen over het type van tupels. De verschillende uitdrukkingen in een tupel zijn niet noodzakelijk van hetzelfde type. Beschouwen we een koppel of 2-tupel (x, y) waarbij x X en y Y. De verzameling waartoe dit koppel (x, y) behoort, is dan het cartesisch 21 product van de verzamelingen X en Y : X Y Het is hopelijk evident dat het cartesisch product van verzamelingen niet commutatief is: X Y is niet hetzelfde als Y X (tenzij X = Y ). Er geldt voor willekeurige x en y: x, y X Y x X y Y We kunnen deze notatie veralgemenen naar n-tupels. Zo geldt bv. voor een 3-tupel: x, y, z X Y Z x X y Y z Z Analoge notaties gelden voor tupels met meer dan 3 uitdrukkingen 22. Een handige afkorting voor het cartesisch product van een verzameling met zichzelf is X 2 voor X X, wat ook kan veralgemeend worden naar X n voor het type van tupels met n uitdrukkingen die elk van het type X zijn. Let wel op dat deze notatie voor 3-tupels of n-tupels (met n > 2) u niet mag laten denken dat het cartesisch product associatief zou zijn. Dit is zeker 21 Genoemd naar de Franse denker René Descartes. 22 Funmath laat toe om een algemenere formele uitdrukking te schrijven voor de typering van tupels van willekeurige grootte, via een zogeheten elastische extensie van het cartesisch product, maar dit is al een vrij gevorderde notatie in Funmath en dit gaat verder dan de formuleringen die we hier typisch nodig hebben.

8 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 89 niet het geval. Dit betekent dus dat X Y Z, X (Y Z) en (X Y ) Z drie verschillende verzamelingen zijn: de eerste is een verzameling van 3-tupels; de tweede is een verzameling van koppels waarvan de tweede uitdrukking eveneens een koppel is; de derde is een verzameling van koppels waarvan de eerste uitdrukking ook een koppel is. Met x X, y Y en z Z hebben we dus: x, y, z X Y Z x, (y,z) X (Y Z) (x, y),z (X Y ) Z We illustreren dit met een voorbeeld, waarbij X, Y en Z de verzameling van de binaire waarden is. Voorbeeld 50. We hebben achtereenvolgens een 3-tupel van binaire waarden, een 2-tupel waarvan het element op plaats 0 zelf een 2-tupel van binaire waarden is en het element op plaats 1 een binaire waarde is, en tenslotte een 2-tupel met als element op plaats 0 een binaire waarde en als element op plaats 1 een 2-tupel van binaire waarden. (0, 1, 1) B 3 ((0, 1), 1) B 2 B (0, (1, 1)) B B 2 (0, 1, 1) (0) =0 ((0, 1), 1) (0) =(0, 1) (0, (1, 1)) (0)=0 (0, 1, 1) (1) =1 ((0, 1), 1) (1)=1 (0, (1, 1)) (1) =(1, 1) De mapping van deze 3 tupels is zichtbaar verschillend. Dit maakt hopelijk voldoende duidelijk dat het cartesisch product niet associatief is en dat u niet zomaar haakjes mag plaatsen in tupels. 3.5 Abstracties Een laatste onderwerp bij deze sectie over functies zijn abstracties. Een van de hoofdredenen waarom we ze hier bespreken, is dat ze vaak gebruikt zullen worden in notaties met predicaten. Laten we met een voorbeeldje starten van een wiskundige uitdrukking die van een parameter x (met x R) afhangt: x > 0 Deze uitdrukking kan waar of vals zijn, afhankelijk van de waarde van x. Kunnen we uit deze uitdrukking de formulering voor een functie f afleiden met als domein de reële getallen en een mapping die bepaalt of het argument inderdaad groter dan 0 is? Dit zou intussen wel moeten lukken. We kunnen een functie f definiëren, zodat Df = R en x R f(x) =x > 0. Hiervoor hebben we wel een functienaam (f) moeten introduceren. We kunnen dit

9 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 90 ook doen via een zogeheten (functie-)abstractie 23. We kunnen de functie dan eenvoudig schrijven als: x R.x> 0 De binding x R geeft alle informatie over het domein van de functie. De gebonden uitdrukking na het puntje (x > 0) geeft de mapping aan voor een x die voldoet aan de voorwaarden bepaald in de binding. We zeggen dat de veranderlijke x in deze functie-abstractie een gebonden veranderlijke 24 is Notatie voor abstracties De meest algemene vorm in Funmath voor een functie-abstractie 25 is: v X p.e Dit is de abstractie naar v in X met conditie p van de uitdrukking e, waarin v de gebonden veranderlijke is, X de verzameling waartoe een argument v moet behoren, p een propositie is waaraan v moet voldoen, en e de uitdrukking is die de mapping van de functie-abstractie aangeeft. De veranderlijke v kan voorkomen als vrije veranderlijke in de uitdrukkingen voor p en e, maar niet in de uitdrukking voor X. Een voorbeeld ter illustratie is een functie om de inverse van reële getallen te bepalen: x R x 0. 1/x Domein en mapping van abstracties Het domein van de functie v X p.ewordt bepaald door: x D(v X p.e) x X p[ v x (5.1) waarbij p[ v x staat voor de substitutie van de vrije veranderlijke v in de uitdrukking p door x. Dit kunnen we illustreren met een voorbeeld: y D(x R x 0. 1/x) y R y 0 23 De term komt van lambdacalculus waar dit begrip vaak voorkomt. Dit is zeer gelijkaardig aan het concept van anonieme functies in diverse programmeertalen ( lambda expressions in C++, C#, Haskell of Java; lambda forms in Python). 24 Een veranderlijke die niet gebonden is door een functie-abstractie noemen we een vrije veranderlijke. 25 Verwar de notatie voor abstracties (v X) nietmetv X (dit is een propositie die stelt dat v een element is van X) in Funmath. Vele andere formele talen gebruiken het symbool ook voor abstracties (bv. v X.e). Dit leidt echter soms tot ambiguë uitdrukkingen, zeker bij gebruik van de afgekorte notaties (e v X en v X p in Funmath). In Funmath zijn de uitdrukkingen n N n Z en n N n Z duidelijk verschillend. Als men gebruikt als symbool voor abstracties, krijgt men de dubbelzinnige uitdrukking n N n Z (die in Funmath syntactisch niet toegelaten is).

10 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 91 Ook de mapping kunnen we eenvoudig bepalen voor een argument x dat behoort tot het domein van de functie-abstractie: x D(v X p.e) (v X p.e)(x) =e[ v x (5.2) waarbij e[ v x staat voor de substitutie van de vrije veranderlijke v in de uitdrukking e door x. Opnieuw kunnen we dit met hetzelfde voorbeeld illustreren: y D(x R x 0. 1/x) (x R x 0. 1/x)(y) =1/y Haakjesconventie met abstracties De conventie die we hanteren is dat een abstractie zo ver mogelijk naar rechts reikt: tot het einde van de regel of tot een afsluitend haakje. Dit betekent dus dat v X p.ed de abstractie is naar v in X met de conditie p van de functie-applicatie ed (hier met de Funmath-conventie van weggelaten haakjes genoteerd). Als u de abstractie v X p.ewilt toepassen op de uitdrukking d, dan dient u dit te schrijven met de nodige haakjes: (v X p.e) d waarbij opnieuw de Funmath-conventie voor het weglaten van haakjes bij functie-applicaties gebruikt is Alternatieve notaties voor abstracties U zult waarschijnlijk gemerkt hebben dat in onze eerste uitdrukking (x R.x> 0) er geen propositie p voorkwam. Dit is inderdaad een licht vereenvoudigde notatievariant voor het geval de conditie p altijd waar is: (v X 1.e)=(v X.e) Ook de uitdrukkingen die het domein en de mapping voor deze vereenvoudigde notatie bepalen, hebben dan een vereenvoudigde vorm: D(v X.e)=X voor het domein en x X (v X.e)(x) =e[ v x voor de mapping. Zo zal voor de abstractie x R.x> 0 het domein bepaald zijn door D(x R.x> 0) =R en de mapping door y R ((x R.x> 0)(y) y > 0).

11 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 92 We vermelden ook twee vaak gebruikte alternatieve notaties voor bepaalde abstracties in Funmath: en (e v X)=(v X.e) (v X p)=(v X p.v) Het nut van deze beide notaties wordt vooral duidelijk als we het bereik van deze beide functies bekijken, en hierbij de twee vertrouwde uitdrukkingen terugvinden: {e v X} staat dan voor de verzameling van de uitdrukkingen e waarbij v een element is van X. Het gebruik hiervan kunnen we illustreren met een alternatieve definitie voor de verzameling m..n: m..n ={k Z m k k n} wat we kunnen lezen als de verzameling van de gehele getallen die groter of gelijk aan m en kleiner of gelijk aan n zijn. En voor de andere notatie {v X p} krijgen we dan de verzameling van alle v die element zijn van X waarvoor de conditie p geldt. Zo kunnen we de verzameling van de kwadraatgetallen schrijven als: {k 2 k N} Kan u nu zelf bepalen waarvoor de verzameling {k N k Z} staat? En de verzameling {k N k Z}? Enkele rekenregels met abstracties Naast de eerder gegeven regel van hoe de functie-applicatie van een abstractie op een argument moet berekend worden, zijn er nog een paar andere rekenregels met abstracties die wel eens van pas kunnen komen. De gebonden variabele in een functie-abstractie kunnen we eenvoudig vervangen door een andere: (v X p.e)=(w X p[ v w.e[ v w) op voorwaarde dat de nieuwe variabele w nognietvoorkomtindeoorspronkelijke uitdrukkingen e, p en X. We kunnen dus zonder problemen schrijven: (x R x 0. 1/x) =(z R z 0. 1/z)

12 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 93 Tenslotte kunnen we de abstractienotatie verwijderen als de gebonden uitdrukking een functie-applicatie is: (v Df v X p) (v X p.f(v)) = f op voorwaarde dat v niet als vrije veranderlijke voorkomt in de uitdrukking f. Het antecedent van de implicatie is nodig om te garanderen dat f en de functie-abstractie hetzelfde domein zouden hebben, wat noodzakelijk is opdat twee functies gelijk zouden zijn. Dit kunnen we met een ander voorbeeld illustreren: (x R. sin(x)) = sin Abstracties naar meerdere veranderlijken Abstracties laten toe om eenvoudig een functie te definiëren op basis van een willekeurige geldige uitdrukking in Funmath. Hiermee wordt meestal een van de vrije veranderlijken uit de oorspronkelijke uitdrukking gebonden in de functie-abstractie. We zullen nu zien dat we ook meer dan één veranderlijke kunnen binden in een functie-abstractie: ofwel door de veranderlijken een voor een te binden in een geneste abstractie; ofwel door de abstractie naar een tupel van veranderlijken uit te voeren. We zullen deze beide aanpakken hier bespreken, typisch voor twee veranderlijken, maar de veralgemening naar meer veranderlijken is vanzelfsprekend Geneste abstracties We vertrekken van een Funmath-uitdrukking e, afhankelijk van twee (vrije) veranderlijken x en y, waarbij x X, y Y, e E (met X, Y en E verzamelinguitdrukkingen in Funmath, en we nemen aan dat de uitdrukkingen voor X, Y en E geen afhankelijkheid van x of y vertonen). Eerst voeren we de abstractie van e naar y in Y uit 26 : y Y.e Dit is dan een functie die een element uit Y als argument neemt en een waarde teruggeeft die afhangt van de (nog steeds vrije) veranderlijke x. We kunnen nu een stap verder gaan en de abstractie naar x in X uitvoeren van deze eerste abstractie: x X.y Y.e 26 Merk op dat we de vereenvoudigde vorm van de functie-abstractie gebruiken: y Y.e. Het is ook mogelijk de volledige vorm, met conditie p te gebruiken: y Y p.e, maar dan moeten we wel meer aandacht besteden aan de correctheid van functiedomeinen.

13 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 94 In deze abstractie zijn nu zowel x als y gebonden. Deze abstractie is een functie die een argument uit X neemt (hiervoor moet u naar de buitenste abstractie kijken), zodat we kunnen schrijven: D(x X.y Y.e)=X Het is echter misschien niet op het eerste gezicht duidelijk welke beeldwaarde we hiermee bekomen. Laten we de abstractie dus toepassen op een argument xa (xa X), gebruikmakend van de eerder gegeven regels voor de berekening van de functie-applicatie (5.2): (x X.y Y.e)(xa)= applicatie abstractie (y Y.e)[ x xa = substitutie op abstractie y Y.e[ x xa Het resultaat van de functie-applicatie is dus duidelijk opnieuw een functie, die ditmaal een argument uit Y verwacht. Hiermee hebben we dus een voorbeeld van een hogere-ordefunctie, want x X.y Y. e is een functie waarvan de functie-applicatie op xa opnieuw een functie is. We zien snel dat: D(y Y.e[ x xa )=Y en dat de applicatie van de functie op een argument ya (ya Y ) volgens (5.2) geeft: (y Y.e[ x xa)(ya)=(e[ x xa)[ y ya Wat de typering betreft van onze geneste abstractie x X. y Y. e betreft, kunnen we zeggen dat dit een (hogere-orde)functie is die een argument uit X neemt en als beeldwaarde een functie teruggeeft met domein Y en beeldwaarden in E. Samenvattend kunnen we dus schrijven: (x X.y Y.e) X (Y E) Let wel op dat de volgorde van de abstracties wel degelijk belangrijk is. Als we de abstractie eerst naar x en dan naar y hadden uitgevoerd, zouden we y Y.x X.ebekomen hebben, waarvan het type Y (X E) is. Als we een dergelijke geneste abstractie opeenvolgend toepassen 27 op argumenten xa en ya (x X.y Y.e) xa ya = applicatie abstractie (y Y.e[ x xa ) ya = applicatie abstractie (e[ x xa)[ y ya We proberen dit iets concreter te maken aan de hand van een voorbeeld. 27 En voor één keer gebruiken we de haakjesconventie van Funmath voor de functieapplicaties.

14 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 95 Voorbeeld 51. We nemen als voorbeelduitdrukking de conjunctie van twee Boolese veranderlijken p en q: p q. In deze uitdrukking zijn zowel p als q vrije veranderlijken. Eerst abstraheren we dit naar q in B: q B.p q waarin p nog steeds een vrije veranderlijke is, maar q een gebonden veranderlijke is. We kunnen deze uitdrukking nu ook abstraheren naar de overblijvende vrije veranderlijke p in B: p B.q B.p q In deze laatste uitdrukking zijn zowel p als q gebonden veranderlijken. Het type van deze hogere-ordefunctie is B (B B). Passenwedefunctietoe op een argument r (r B), dan krijgen we: (p B.q B.p q)(r)=(q B.r q) Dit resultaat kunnen we nog eens toepassen op een argument s (s B), met als resultaat: (q B.r q)(s)=r s We zien dus (opnieuw gebruik makend van de haakjesconventie voor functieapplicaties in Funmath) dat: (p B.q B.p q) rs= r s Abstracties naar tupels Een andere manier om abstracties naar meerdere veranderlijken te definiëren, is te werken met abstracties naar tupels. We vertrekken zoals voor geneste abstracties van een Funmath-uitdrukking e, afhankelijk van twee (vrije) veranderlijken x en y, waarbij x X, y Y, e E (met X, Y en E verzamelinguitdrukkingen in Funmath, en we nemen aan dat de uitdrukkingen voor X, Y en E geen afhankelijkheid van x of y vertonen). Ditmaal voeren we de abstractie uit van e naar een koppel x, y in X Y : x, y X Y.e In deze uitdrukking zijn zowel x als y gebonden veranderlijken. Dit is een functie die een koppel uit X Y als argument neemt en als resultaat een waarde uit E teruggeeft. Het domein van deze abstractie is: D(x, y X Y.e)=X Y

15 HOOFDSTUK 3. FUNCTIES (EEN KORTE INLEIDING) 96 zodat we het type van deze abstractie kunnen schrijven als: (x, y X Y.e) X Y E We hebben niet echt een hogere-ordefunctie meer 28, maar een functie die een tupel als argument neemt, wat een goede benadering is in Funmath van een functie van meerdere veranderlijken. De applicatie op een tupel xa, ya (met xa, ya X Y ) geeft volgens (5.2): (x, y X Y.e)(xa, ya) =e[ x,y xa,ya waarbij we gewoon de hele tupel beschouwen als één veranderlijke voor de substitutie. Hoe we de abstractie (genest of op tupels) uitvoeren heeft alleen een impact op de manier 29 waarop de argumenten van de abstractie verwerkt worden. Het eindresultaat zal identiek zijn: (x, y X Y.e)(xa, ya) =(x X.y Y.e) xa ya We concretiseren dit opnieuw aan de hand van hetzelfde voorbeeld 51 dat we gebruikt hadden voor geneste tupels. Voorbeeld 52. We nemen als voorbeelduitdrukking de conjunctie van twee Boolese veranderlijken p en q: p q. We voeren de abstractie uit naar het koppel p, q (met p, q in B 2 ): p, q B 2.p q In deze laatste uitdrukking zijn zowel p als q gebonden veranderlijken. Het type van deze functie is B 2 B). Passen we de functie toe op een argument r, s (r, s B 2 ), dan krijgen we: (p, q B 2.p q)(r, s) =r s We zien dus dat we hetzelfde resultaat bekomen als met geneste abstracties: (p, q B 2.p q)(r, s) = (p B.q B.p q) rs 28 Tenzij u heel strikt een tupel ziet als een functie. In dit geval hebben we wel een functie die een andere functie als argument neemt en dus ook een (andere) vorm van hogereordefunctie is. 29 We zijn ongetwijfeld het meest vertrouwd met functies die een tupel als argument nemen (of functies met meerdere argumenten. De aanpak waarbij de argumenten een voor een genomen worden (met geneste abstracties) wordt wel eens currying genoemd. De naam voor deze techniek komt van de Amerikaanse wiskundige en logicus Haskell Curry ( ).

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Verzamelingen. Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.

Nadere informatie

start -> id (k (f c s) (g s c)) -> k (f c s) (g s c) -> f c s -> s c

start -> id (k (f c s) (g s c)) -> k (f c s) (g s c) -> f c s -> s c Een Minimaal Formalisme om te Programmeren We hebben gezien dat Turing machines beschouwd kunnen worden als universele computers. D.w.z. dat iedere berekening met natuurlijke getallen die met een computer

Nadere informatie

Integratietechnieken: substitutie en partiële integratie

Integratietechnieken: substitutie en partiële integratie Integratietechnieken: substitutie en partiële integratie Inleiding In dit pakket wordt zeer kort de definitie van onbepaalde integralen herhaald evenals het verband tussen bepaalde en onbepaalde integralen.

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

Maak automatisch een geschikte configuratie van een softwaresysteem;

Maak automatisch een geschikte configuratie van een softwaresysteem; Joost Vennekens joost.vennekens@kuleuven.be Technologiecampus De Nayer We zijn geïnteresseerd in het oplossen van combinatorische problemen, zoals bijvoorbeeld: Bereken een lessenrooster die aan een aantal

Nadere informatie

RAF belangrijk te onthouden

RAF belangrijk te onthouden RAF belangrijk te onthouden Auteur: Daan Pape Hoofdstuk 1 symbool omschrijving lees als negatie (ontkenning) p niet p het is niet zo dat p conjunctie p q p en q disjunctie p q p of q implicatie p q als

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Logica voor Informatica

Logica voor Informatica Logica voor Informatica 10 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Syntax van predikatenlogica Alfabet Termen Welgevormde formulas (wff) 2 Alfabet van de predikatenlogica

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen FACULTEIT TEW Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen Oefenexamens 1ste Bachelor TEW Eerste deel (januari) Academiejaar 2013-2014 Het examen vindt voor iedereen plaats in twee delen : het eerste

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Lineaire algebra 1 najaar Complexe getallen

Lineaire algebra 1 najaar Complexe getallen Lineaire algebra 1 najaar 2008 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 + 1 steeds

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Semantiek 1 college 10. Jan Koster

Semantiek 1 college 10. Jan Koster Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde

Nadere informatie

College Introductie

College Introductie College 2016-2017 Introductie Doaitse Swierstra (Jeroen Bransen) Utrecht University September 13, 2016 Waarom is FP anders? in plaats van opdrachten die na elkaar moeten worden uitgevoerd, definiëren we

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 3. College 2 12 februari Challenge the future

WI1708TH Analyse 3. College 2 12 februari Challenge the future WI1708TH Analyse 3 College 2 12 februari 2015 1 Programma Vandaag Partiële afgeleiden (14.3) Hogere orde partiële afgeleiden (14.3) Partiële differentiaal vergelijkingen (14.3) 2 Functies van twee variabelen

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 4 november 0 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato): 4pt pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

Semantiek (2IT40) Bas Luttik. HG 7.14 tel.: Hoorcollege 8 (7 juni 2007)

Semantiek (2IT40) Bas Luttik.  HG 7.14 tel.: Hoorcollege 8 (7 juni 2007) Bas Luttik s.p.luttik@tue.nl http://www.win.tue.nl/~luttik HG 7.14 tel.: 040 247 5152 Hoorcollege 8 (7 juni 2007) Functionele talen Idee: een programma definieert reeks (wiskundige) functies. Programma

Nadere informatie

Eerste orde partiële differentiaalvergelijkingen

Eerste orde partiële differentiaalvergelijkingen Eerste orde partiële differentiaalvergelijkingen Vakgroep Differentiaalvergelijkingen 1995, 2001, 2002 1 Eerste orde golf-vergelijking De vergelijking au x + u t = 0, u = u(x, t), a ɛ IR (1.1) beschrijft

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0 Algemeen kunnen we een eerste orde differentiaalvergelijking schrijven als: y = Φ(x, y) OF (vermits y = dy dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0 Indien we dan P (x, y) en Q(x, y) kunnen schrijven als P (x,

Nadere informatie

De partitieformule van Euler

De partitieformule van Euler De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg

Nadere informatie

HANDREIKINGEN VANUIT WISKUNDIG- DIDACTISCH ONDERZOEK: LOGARITMEN EN HET INPRODUCT TOM COENEN EN MARK TIMMER

HANDREIKINGEN VANUIT WISKUNDIG- DIDACTISCH ONDERZOEK: LOGARITMEN EN HET INPRODUCT TOM COENEN EN MARK TIMMER HANDREIKINGEN VANUIT WISKUNDIG- DIDACTISCH ONDERZOEK: LOGARITMEN EN HET INPRODUCT TOM COENEN EN MARK TIMMER INHOUDSOPGAVE WAT GAAN WE VANDAAG ALLEMAAL DOEN? Logaritmen De setting Geschiedenis van de logaritme

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL

HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL HOE TEKEN IK EEN OMGEVINGSMODEL MATTIAS DE WAEL 1. Inleiding Om de allereenvoudigste Scheme expressies te begrijpen volstaat het substitutiemodel. Het substitutiemodel verondersteld het bestaan van een

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de functie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de functie f in het punt 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D)

Nadere informatie

1 WAAM - Differentiaalvergelijkingen

1 WAAM - Differentiaalvergelijkingen 1 WAAM - Differentiaalvergelijkingen 1.1 Algemene begrippen Een (gewone) differentiaalvergelijking heeft naast de onafhankelijke veranderlijke (bijvoorbeeld genoteerd als x), eveneens een onbekende functie

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma Voorwoord Dit zijn aantekeningen voor het vak Discrete Wiskunde (2WC15), gegeven in het lentesemester van 2010. Dit vak bestaat uit twee delen: algoritmische

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Wiskundige beweringen en hun bewijzen Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Formeel Denken. Herfst 2004

Formeel Denken. Herfst 2004 Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Examen Formele Systeemmodellering voor Software

Examen Formele Systeemmodellering voor Software Examen Formele Systeemmodellering voor Software Eric Laermans 2014-01-31 13:00 Puntenverdeling: Het examen staat op 20 punten (tot zover is het eenvoudig). U zal echter merken dat er in totaal meer dan

Nadere informatie

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm Module 2 Veeltermen 2.1 Definitie en voorbeelden Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm a 0 +a 1 x+a 2 x 2 + +a n x n met a 0,a 1,a 2,...,a n Ê en n

Nadere informatie

De Laplace-transformatie

De Laplace-transformatie De Laplace-transformatie De Laplace-transformatie is een instrument dat functies omzet in andere functies. Deze omzetting, de transformatie, heeft nette wiskundige eigenschappen. Zowel in de kansrekening

Nadere informatie

Verzamelingenleer. Inhoud leereenheid 5. Introductie 9

Verzamelingenleer. Inhoud leereenheid 5. Introductie 9 Inhoud leereenheid 5 Introductie 9 1 Verzamelingen 10 2 Deelverzamelingen 15 3 Operaties op verzamelingen 20 3.1 Doorsnede en lege verzameling 20 3.2 Vereniging en verschil 24 3.3 Complement en universum

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785) Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek

Nadere informatie

4051CALC1Y Calculus 1

4051CALC1Y Calculus 1 4051CALC1Y Calculus 1 College 1 2 september 2014 1 Even voorstellen Theresia van Essen Docent bij Technische Wiskunde Aanwezig op maandag en donderdag EWI 04.130 j.t.vanessen@tudelft.nl Slides op http://homepage.tudelft.nl/v9r7r/

Nadere informatie

1 Continuïteit en differentieerbaarheid.

1 Continuïteit en differentieerbaarheid. 1 1 Continuïteit en differentieerbaarheid. In dit hoofdstuk bekijken we continuiteit en differentieerbaarheid voor functies van meerdere variabelen. Ter orientatie repeteren we eerst hoe het zat met functies

Nadere informatie

Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we. Definitie Een differentiaalvergelijking is een vergelijking van de vorm

Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we. Definitie Een differentiaalvergelijking is een vergelijking van de vorm college 3: differentiaalvergelijkingen Notatie Voor een functie y = y(t) schrijven we y = y (t) of y (1) = y (1) (t) voor de afgeleide dy dt, en y = y (t) of y (2) = y (2) (t) voor de tweede afgeleide

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Relaties geordend paar, cartesisch product, binaire relatie, inverse, functie, domein, bereik, karakteristieke functies

Inhoudsopgave. Relaties geordend paar, cartesisch product, binaire relatie, inverse, functie, domein, bereik, karakteristieke functies Inhoudsopgave Verzamelingen element, Venn-diagram, singleton, lege verzameling, gelijkheid, deelverzameling, machtsverzameling, vereniging, doorsnede, verschilverzameling Relaties geordend paar, cartesisch

Nadere informatie

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Getallensystemen, verzamelingen en relaties Hoofdstuk 1 Getallensystemen, verzamelingen en relaties 1.1 Getallensystemen 1.1.1 De natuurlijke getallen N = {0, 1, 2, 3,...} N 0 = {1, 2, 3,...} 1.1.2 De gehele getallen Z = {..., 4, 3, 2, 1, 0, 1,

Nadere informatie

1 Rekenen in eindige precisie

1 Rekenen in eindige precisie Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen

Nadere informatie

Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en = 1.

Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en = 1. Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en + =. Jan Stienstra Mathematisch Instituut, Universiteit Utrecht Nationale Wiskunde Dagen, 8+9 januari Samenvatting We laten zien hoe het platte plaatje van

Nadere informatie

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde 8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde Optellen: 5a + 3b + 2a + 6b = 7a + 9b 1) Alleen gelijksoortige

Nadere informatie

Termherschrijven. Jan van Eijck CWI. jve@cwi.nl. Achtergrondcollege Software Evolution, 22 september 2005

Termherschrijven. Jan van Eijck CWI. jve@cwi.nl. Achtergrondcollege Software Evolution, 22 september 2005 Termherschrijven Jan van Eijck CWI jve@cwi.nl Achtergrondcollege Software Evolution, 22 september 2005 Samenvatting Wat zijn termen? Samenvatting Samenvatting Wat zijn termen? Wat zijn regels voor vereenvoudigen

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen

Nadere informatie

Functies deel 1. Vijfde college

Functies deel 1. Vijfde college 3 Functies deel 1 Vijfde college 1 Ch.3 Functions and Algorithms Hoofdstuk 3 uit Schaum gaat over functies en algoritmen. Het gedeelte over algoritmen ( 3.8 en 3.9) komt uitgebreid aan de orde bij toekomstige

Nadere informatie

Tweede college complexiteit. 12 februari Wiskundige achtergrond

Tweede college complexiteit. 12 februari Wiskundige achtergrond College 2 Tweede college complexiteit 12 februari 2019 Wiskundige achtergrond 1 Agenda vanmiddag Floor, Ceiling Rekenregels logaritmen Tellen Formele definitie O, Ω, Θ met voorbeelden Stellingen over faculteiten

Nadere informatie

College Notatie, Recursie, Lijsten

College Notatie, Recursie, Lijsten College 2016-2017 2. Notatie, Recursie, Lijsten Doaitse Swierstra (Jeroen Bransen) Utrecht University September 13, 2016 Functieapplicatie functieapplicatie associeert naar links: als x in f x y moet kiezen

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA Een propositie of logische uitspraak, verder weergegeven door een letter p, q, r is een uitspraak die in een vastgelegde

Nadere informatie

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie Kennisrepresentatie & Redeneren Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 30 april 2007 INLEIDING Kennisrepresentatie & Redeneren Week1: Introductie

Nadere informatie

Functies. Ch.3 Functions and Algorithms

Functies. Ch.3 Functions and Algorithms 3 Functies Ch.3 Functions and Algorithms Ch.3 Functions and Algorithms Inderdaad, algorithms heb ik doorgestreept. Het is een mooi onderwerp, maar komt hier bij de vakken Algoritmiek, Datastructuren, en

Nadere informatie

Constanten. Variabelen. Expressies. Variabelen. Constanten. Voorbeeld : varid.py. een symbolische naam voor een object.

Constanten. Variabelen. Expressies. Variabelen. Constanten. Voorbeeld : varid.py. een symbolische naam voor een object. een symbolische naam voor een object. Variabelen Constanten Variabelen Expressies naam : geeft de plaats in het geheugen aan waarde : de inhoud van het object identifier : een rij van letters en/of cijfers

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

Verzamelingen deel 3. Derde college

Verzamelingen deel 3. Derde college 1 Verzamelingen deel 3 Derde college rekenregels Een bewerking op A heet commutatief als voor alle x en y in A geldt dat x y = y x. Een bewerking op A heet associatief als voor alle x, y en z in A geldt

Nadere informatie

Basiskennis lineaire algebra

Basiskennis lineaire algebra Basiskennis lineaire algebra Lineaire algebra is belangrijk als achtergrond voor lineaire programmering, omdat we het probleem kunnen tekenen in de n-dimensionale ruimte, waarbij n gelijk is aan het aantal

Nadere informatie

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur Tentamen Calculus 5 januari 00, 9:00 -:00 uur Je mag geen rekenapparaat gebruiken. De opgaven t.e.m. 6 tellen allemaal even zwaar. Vermeld op elk papier dat je inlevert je naam en je studentnummer. Geef

Nadere informatie

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen. Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future WI1708TH Analyse 3 College 5 23 februari 2015 1 Programma Vandaag Richtingsafgeleide (14.6) Gradiënt (14.6) Maximalisatie richtingsafgeleide (14.6) Raakvlak voor niveauoppervlakken (14.6) 2 Richtingsafgeleide

Nadere informatie

2IA05 Functioneel Programmeren

2IA05 Functioneel Programmeren 2IA05 Functioneel Programmeren wk1: Introductie Rik van Geldrop, Jaap van der Woude Declaratieve programmeerstijl 2/13 2 H C H = A A H I JE A 1 F A H = JEA B, A? = H = JEA B D A M = J. K? JE A A C EI?

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 2. College 5 24 november Challenge the future

WI1708TH Analyse 2. College 5 24 november Challenge the future WI1708TH Analyse 2 College 5 24 november 2014 1 Programma Vandaag 2 e orde lineaire differentiaal vergelijking (17.1) 2 1 e orde differentiaal vergelijking Definitie Een 1 e orde differentiaal vergelijking

Nadere informatie

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen Propositielogica Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn Universiteit Antwerpen 24 augustus 2006 Propositionele connectoren Negatie Conjunctie Disjunctie Implicatie Equivalentie Propositionele

Nadere informatie

Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde

Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde Korte handleiding Maple, bestemd voor gebruik bij de cursus Wiskunde voor B. 1 Eenvoudige operaties en functies. 1. De bewerkingen optellen aftrekken, vermenigvuldigen, delen en machtsverheffen worden

Nadere informatie

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n. Radboud Universiteit Tentamen Calculus A NWI-WP025 25 januari 208, 8.30.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

Lab Webdesign: Javascript 3 maart 2008

Lab Webdesign: Javascript 3 maart 2008 H5: OPERATORS In dit hoofdstuk zullen we het hebben over de operators (of ook wel: operatoren) in JavaScript waarmee allerlei rekenkundige en logische bewerkingen kunnen worden uitgevoerd. Daarbij zullen

Nadere informatie

1 Eigenwaarden en eigenvectoren

1 Eigenwaarden en eigenvectoren Eigenwaarden en eigenvectoren Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector DEFINITIE Een complex (of reëel getal λ heet een eigenwaarde van de n n matrix A als er een vector x is met Ax = λx Dan

Nadere informatie

college 2: partiële integratie

college 2: partiële integratie 39 college 2: partiële integratie Zoals de substitutieregel voor integratie de inverse van de kettingregel voor differentiatie genoemd zou kunnen worden, zo is partiële integratie de inverse van de productregel:

Nadere informatie

1 Inleiding in Functioneel Programmeren

1 Inleiding in Functioneel Programmeren 1 Inleiding in Functioneel Programmeren door Elroy Jumpertz 1.1 Inleiding Aangezien Informatica een populaire minor is voor wiskundestudenten, leek het mij nuttig om een stukje te schrijven over een onderwerp

Nadere informatie

Taal en Structuur van de Wiskunde (2IF50) Aantekeningen bij college 1

Taal en Structuur van de Wiskunde (2IF50) Aantekeningen bij college 1 Taal en Structuur van de Wiskunde (2IF50) Aantekeningen bij college 1 Paul van Tilburg 28 november 2005 College/vakstructuur: Week 1-3: Inleiding (colleges) Week 4-6: Formele syntax (colleges) Week 7-9:

Nadere informatie

Imaginary - singulariteiten

Imaginary - singulariteiten Imaginary - singulariteiten Gommaar Maes en Tania Van Damme SLO Wiskunde - Universiteit Gent en Atheneum Mariakerke Inleiding Een regulier punt van een vlakke kromme is een punt waar de kromme vloeiend

Nadere informatie

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN 1.3.1. Er zijn 42 mogelijke vercijferingen. 2.3.4. De uitkomsten zijn 0, 4 en 4 1 = 4. 2.3.6. Omdat 10 = 1 in Z 9 vinden we dat x = c 0 +... + c m = c 0 +... + c m. Het getal

Nadere informatie

ENKELE VOORBEELDEN UIT TE WERKEN MET ICT

ENKELE VOORBEELDEN UIT TE WERKEN MET ICT Differentiaalvergelijkingen kunnen we ook oplossen met behulp van ICT. In dit geval zijn de oplossingen uitgewerkt met behulp van Derive. dy De differentiaalvergelijking = ky, met k een reëel getal Voorbeeld

Nadere informatie

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Koen Rutten, Aris van Dijk 30 mei 2007 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 2 1.1 Definitie................................ 2 1.2 Eigenschappen............................

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

3 De stelling van Kleene

3 De stelling van Kleene 18 3 De stelling van Kleene Definitie 3.1 Een formele taal heet regulier als hij wordt herkend door een deterministische eindige automaat. Talen van de vorm L(r) met r een reguliere expressie noemen we

Nadere informatie

BEWIJZEN EN REDENEREN

BEWIJZEN EN REDENEREN BEWIJZEN EN REDENEREN voor Bachelor of Science in Fysica en Wiskunde Academiejaar 2012/2013 Arno KUIJLAARS Departement Wiskunde, Katholieke Universiteit Leuven, Celestijnenlaan 200 B, 3001 Heverlee Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR

Nadere informatie