Risicoperceptie bij overstromingen in relatie tot evacuatiebereidheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicoperceptie bij overstromingen in relatie tot evacuatiebereidheid"

Transcriptie

1 Grote Bickersstraat KS Amsterdam Postbus AE Amsterdam t f e info@tns-nipo.com Rapport Risicoperceptie bij overstromingen in relatie tot evacuatiebereidheid Projectnummers : P3783 E4195 Kenmerk : HvB/MPA/bzk/ mei 2006 Dit onderzoek is uitgevoerd door TNS Nipo in opdracht van Dienst Publiek en Communicatie, ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Auteursrecht voorbehouden Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale verwerking of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2 Inhoud Samenvatting 1 Inleiding 3 1 Vrees voor rampen 5 2 Waarschijnlijkheid van rampen 9 3 Het veiligheidsgevoel 13 4 Ervaring met evacuatie 16 5 Wanneer evacueren 18 6 Toekomstige evacuaties 19 7 Informatiebehoefte 24 8 Vervoer en verblijf ten tijde van evacuatie 31 Bijlagen 1 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording 2 Bijlage 2 Vragenlijst 4

3 Samenvatting Risicoperceptie De risicoperceptie ten aanzien van overstroming is groot in Nederland. Zowel in kwalitatieve zin (men is bang voor een overstroming) als in de kwantitatieve zin: de kans die men een dergelijke gebeurtenis toedicht. Wanneer we het risico op een overstroming vergelijken met andere gevaren, dan komt de overstroming duidelijk bovenaan. Op de tweede plaats komt een ernstig ongeluk op de weg of op het spoor gevolgd door een ziektegolf. Deze rampen worden, echter, beduidend minder vaak genoemd. Opvallend is dat juist de mensen die in de negentiger jaren van de vorige eeuw geëvacueerd zijn, de grootste vrees voor overstroming hebben en bovendien de kans hierop het hoogst in schatten. Het veiligheidsgevoel Men voelt zich redelijk veilig achter dijk en duin: ongeveer een kwart tot meer dan de helft van de ondervraagden staat nooit stil bij de kans op een overstroming. Degene die hier wel stil bij staan, zijn vooral de mensen die in het rivierengebied wonen en die al ervaring hebben opgedaan met een evacuatie. Deze groep voelt zich ook minder goed beschermd door dijken en duinen tegen overstroming in de directe omgeving (5% voelt zich tamelijk slecht beschermd). Als de bescherming van Nederland als geheel ter sprake komt, voelt zo n driekwart zich redelijk tot goed beschermd. Kijken we naar de bescherming tegen een overstroming vanuit de zee dan valt op dat mensen met evacuatieervaring het minst positief zijn. Opvallend is dat er ten aanzien van de bescherming tegen overstroming vanuit rivieren of binnenwater nauwelijks verschillen zijn tussen de bewoners uit de verschillende risicogebieden. Evacuatie De meerderheid van de bevolking vond, ten tijde van de evacuatie, dat het inderdaad noodzakelijk was dat men huis en haard moest verlaten. Na de evacuatie is nog steeds een meerderheid hiervan overtuigd. Over hoe de organisatie van deze evacuatie in elkaar stak, is men redelijk tevreden (69% tamelijk tot zeer goed georganiseerd). 100% draagvlak voor een evacuatie is niet te krijgen. Wanneer de kans op een overstroming de 25% nadert, vindt bijna de helft (46%) een evacuatie een goede maatregel en wanneer deze kans de 50% nadert, acht een grote meerderheid een evacuatie een goede maatregel. Draagvlak voor evacuaties is het grootst in de gebieden die al eerder geëvacueerd zijn: dat is verklaarbaar want de vrees is daar ook het grootst. Wil men de evacuatie tot een succes maken dan moet er zoveel mogelijk helderheid worden verschaft over de noodzaak: hoe groot is het gevaar, waar bevindt het water zich nu en hoe lang gaat de evacuatie duren. De twijfelaars verwachten van de overheid - en vooral van de gemeente - duidelijkheid, zekerheid en inzicht. In het gebied dat potentieel overstromingsgevaarlijk is, heeft slechts een klein deel zich daadwerkelijk voorbereid voor het geval dat men ooit zou moeten evacueren wegens gevaar voor een overstroming. Men denkt daarbij vooral aan het op zolder zetten van belangrijke en waardevolle zaken en aan het paraat hebben van belangrijke papieren.

4 Bewoners uit het evacuatiegebied geven vooral aan gebruik te maken van eigen vervoer ten tijde van evacuatie. Ook bewoners van de zeegebieden geven dit aan, maar opvallend is dat zij ook vaker denken gebruik te maken van het vervoer dat de overheid voor hen regelt. Voor wat onderdak tijdens de evacuatie betreft, denkt een meerderheid van de bewoners uit alle onderzochte groepen vooral bij familie, vrienden of bekenden te verblijven. Ruim een kwart van de bewoners in de zeegebieden denkt te kunnen verblijven in opvang die door de overheid wordt geregeld. Bewoners uit het rivierengebied zijn hier veel minder van overtuigd. Informatiebehoefte De behoefte aan informatie over overstroming is groot. Zeker in vergelijking tot andere onderwerpen, hetgeen de communicatie kan vergemakkelijken. Een ander aspect dat de communicatie vergemakkelijkt is het feit dat veel mensen bij overstromingsgevaar zelf actief op zoek gaan naar informatie: vooral bij de gemeente en de regionale televisie. Men wil ook dat de gemeente het voortouw neemt bij het geven van informatie: men vertrouwt de gemeente de rol van informatieverstrekker toe. Wanneer er een evacuatie op handen is wil men vooral weten hoeveel tijd men heeft om te vertrekken, hoe de wijk beveiligd wordt tegen plundering, voorzorgsmaatregelen die men zelf kan nemen en hoe de opvang geregeld is. Boeren Een groep die een aparte benadering nodig heeft, betreft de boeren: zij zijn veel minder geneigd om kritiekloos de instructies van de gemeente op te volgen. Het bedrijfsbelang is immers groot. Voor hen geldt - meer dan bij andere groeperingen - dat zij er zeker van moeten zijn dat de evacuatie noodzakelijk is.

5 Inleiding Nederland heeft in het verleden verschillende keren te maken gehad met evacuaties van grote en minder grote gebieden. In 1993 zorgde overstroming op verschillende plaatsen langs de rivieren hoewel er geen dijken doorbraken voor veel overlast. In 1995 volgde weer een hoogwatergolf. Omdat getwijfeld werd aan de stabiliteit van de dijken, werden in één week tijd circa mensen geëvacueerd, en ook de complete veestapels van de boeren in het gebied. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hecht veel belang aan de onderwerpen overstromingsrisico s en evacuaties. Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen wanneer het voor hun gevoel niet noodzakelijk was om geëvacueerd te worden een volgende keer minder bereidheid vertonen om weer te evacueren. In de briefing voor dit onderzoek werd gesproken van evacuatiemoeheid. BZK heeft TNS Nipo de opdracht gegeven om te onderzoeken in welke mate de ervaring van loos alarm van invloed is op de bereidheid van het publiek om te evacueren in de toekomst en op welke wijze draagvlak gecreëerd kan worden voor toekomstige evacuaties. Daarnaast wil BZK antwoord krijgen op de vragen: welke communicatiemiddelen noodzakelijk zijn en welke verwachtingen van de overheid er bestaan bij het publiek. De doelgroepen van het onderzoek zijn als volgt samengesteld: personen woonachtig in het rivierengebied, die in 1993 of 1995 ervaring met evacuatie hebben gehad personen woonachtig in het rivierengebied, die geen evaring met evacuatie hebben personen woonachtig in de gebieden in Zeeland en Zuid-Holland, die in 1953 overstroomd zijn personen woonachtig in overig west en noord Nederland die potentieel vanuit zee risico op overstroming lopen In totaal zijn 1027 respondenten ondervraagd. In dit rapport beschrijven we de resultaten van het onderzoek dat we hebben verricht. Ook kijken we naar interessante uitkomsten uit de voormeting van de zevende deelcampagne van Nederland leeft met water (3 de roulement 2006) behorende binnen het Postbus 51 communicatieonderzoek. In deze deelcampagne ligt het accent op het zichtbaar maken van de relevantie van het waterprobleem (overtollig rivier- en regenwater als gevolg van klimaatverandering) en de nieuwe overheidsmaatregelen voor heel Nederland/de eigen regio. De doelgroep van de campagne bestaat uit het algemeen publiek in Nederland, maar ook is er onderscheid gemaakt in mensen die bij een zee of rivier wonen en mensen die niet in de buurt van water wonen.

6 Hoewel deze campagne een ander uitgangspunt heeft en de doelgroepen anders zijn samengesteld, komen aspecten als probleembesef, gevoel van onveiligheid, informatiebehoefte en het opzoeken/aanvragen van informatie ook hier aan de orde.

7 1 Vrees voor rampen Dit onderzoek gaat over risicoperceptie en de invloed daarvan op de communicatie in het kader van deze risico s. Risico heeft twee componenten: de intensiteit van het gevaar dat men loopt (angst) en de kans dat men met een dergelijke gebeurtenis wordt geconfronteerd (waarschijnlijkheid). We staan eerst stil bij de angst en schakelen daarna over op de waarschijnlijkheid. Hoewel dit onderzoek gaat over het risico op overstromingen, beperken we ons niet tot overstromingen. Het is interessant te zien hoe het overstromingsgevaar zich verhoudt tot een groot aantal andere risico s. Tabel 1 verschaft inzicht. De verschillende risico s zijn gerangschikt op het percentage van de mensen dat vreest (bang is) om in een dergelijke situatie terecht te komen. In de vragenlijst is dat door middel van een vierpuntsschaal gradueel nagegaan. Om te rangschikken is het totale percentage dat bang is ( heel bang en gewoon bang ) samengenomen. In de tabel is te zien dat de angst op overstroming het grootst is, gevolgd door de kans op een ernstig ongeval op de weg of in de trein. 1 Helemaal onderaan komen de angst voor een natuurbrand of het instorten van een groot gebouw. Vanzelfsprekend is de uitkomst van de rangorde enigszins arbitrair: namelijk afhankelijk van wat je allemaal samenneemt in het begrip totaal bang. Hadden we ook een beetje bang meegenomen dan was de top-drie iets anders geweest. 1 Uit de zevende deelcampagne Nederland leeft met water (3 e roulement 2006) blijkt dat het percentage van het algemeen publiek dat zich er van bewust is dat ingrijpen tegen wateroverlast en overstromingen nodig is, ten opzichte van de vorige deelcampagnes, op een hoog niveau blijft. De sense of urgency is gemeten middels de stelling Als we nu niet ingrijpen is straks de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen niet voldoende, 77% van het algemeen publiek is het hier enigszins tot helemaal mee eens.

8 1 Angst voor rampen Heel bang Bang Totaal bang Beetje bang Niet bang Helemaal niet bang % % % % % % Overstroming (vanuit zee of rivier) Ernstig ongeluk op weg of op spoor, waarbij veel voertuigen betrokken zijn Ziektegolf (gevaarlijke griep, SARS) Giftige stoffen die vrij komen bij een ongeval (vrachtauto, goederentrein) Ongeval of aanslag in tunnel (trein, metro, auto) Ontploffing (benzinestation, opslagtanks) Brand in groot gebouw Kernongeval Langdurige uitval van nutsvoorzieningen (stroom, drinkwater, telefoon, gas) Paniek in een menigte (bij grote festiviteiten, concerten) Bedreiging volksgezondheid (drinkwaterbesmetting, dioxinevergiftiging) Neerstorten van vliegtuig op woonwijk Ernstige en massale verstoring van openbare orde (rellen, grote vechtpartijen) Extreme weersomstandigheden (extreme kou, hitte, storm) Instorting groot gebouw (explosie, aardbeving, aanslag) Boot met veel opvarenden die zinkt op groot water Natuurbrand (bosbrand, heidebrand)

9 Zoals al eerder vastgesteld komt de vrees voor een overstroming op de eerste plaats. Het maakt hierbij veel verschil in welk deel van Nederland men woont. Bewoners in het rivierengebied zijn banger voor een overstroming dan personen uit het deel van Nederland dat potentieel vanuit de zee wateroverlast kan krijgen. Binnen het rivierengebied zijn degenen die ooit hebben moeten evacueren weer banger dan degenen die nooit geëvacueerd zijn. Binnen het zeegebied is er weinig verschil tussen personen die wonen in het gebied dat in 1953 is overstroomd en de rest van het zeegebied. 2 Angst op overstroming naar gebied % (helemaal) niet bang beetje bang (heel) bang rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006

10 Wat heeft de grootste invloed op de angst voor een overstroming? In een AID-analyse ( Automative Interaction Detector ) wordt van een eigenschap (de te verklaren variabele ) onderzocht welke andere variabelen (de verklarende variabelen ) daar de meeste invloed op hebben. Kijken we in dit verband naar het feit of iemand bang is (heel bang of gewoon bang) voor een overstroming, dan blijkt opvallend genoeg het feit dat iemand in het verleden heeft moeten evacueren daar de meeste invloed op heeft. Wat oorzaak en gevolg is, is moeilijk na te gaan: het kan zijn dat men door een eerdere evacuatie beter doordrongen is geraakt van het gevaar dat vanuit de rivieren op de loer ligt. Het kan ook zijn dat men zo tegen een nieuwe evacuatie opziet, dat men bij het rijzen van het water onwillekeurig bang wordt vanwege de gedachte dat men opnieuw het huis moet verlaten. Toch is dit laatste wat onwaarschijnlijker dan het eerste: elders in dit rapport zal blijken dat juist degenen die al eens eerder geëvacueerd zijn juist de grootste evacuatiebereidheid laten zien. Men kan ook beargumenteren dat de angst niet zozeer met de ervaring, als wel met het gebied (dat deel van Nederland dat van oudsher meer kans loopt op overstroming) samenhangt. Deze samenhang is echter niet vast te stellen omdat ervaring en gevaarlijk gebied in dit onderzoek dezelfde personen betreffen. Ná eerdere evacuatie komt leeftijd naar voren als meest verklarende variabele. Dit zien we vaker als het gaat om angst (ouderen zijn banger voor een overstroming dan jongeren).

11 2 Waarschijnlijkheid van rampen Ging het tot nu toe om de vrees in een dergelijke situatie verzeild te raken, tevens is nagegaan hoe waarschijnlijk het is om bij een ramp betrokken te worden. Dit is zowel spontaan nagegaan, als geholpen. Eerst de spontane risicoperceptie: Als het gaat om welk gevaar het grootst wordt ingeschat, dan is dat zonder meer dat van een overstroming. Hetzij een overstroming in het algemeen (48%) dan wel in de buurt van een met name genoemde rivier (Waal, Merwede, Lek etc.). Beduidend minder vaak worden rampen als een grote brand of bosbrand (12%), een ongeluk of explosie met/van een fabriek (10%) of een terroristische aanslag (9%) genoemd. In het evacuatiegebied wordt de kans op een overstroming spontaan wel heel vaak genoemd: 3 Spontaan genoemde rampen waarvan men de kans het grootst acht rivierengebied met evacuatie-ervaring rivierengebied geen evacuatie-ervaring zeegebied 1953 overig zeegebied % % % % Overstroming Ernstig ongeluk op weg of spoor Brand/bosbrand Ontploffing fabriek Terrorisme Neerstorten vliegtuig Kernramp (Borssele) Noodweer

12 Vanzelfsprekend is deze lijst niet uitputtend. Alleen categorieën die door 3% of meer van de ondervraagde personen zijn genoemd, werden hier opgenomen. Een overzicht van de geholpen risico-inschatting is in de tabel 4 weergegeven. De tabel is als volgt samengesteld: men mocht aan de meest waarschijnlijke gebeurtenis een cijfer 5 geven, aan de op één na waarschijnlijkste gebeurtenis een cijfer 4, et cetera en aan de op vijf na waarschijnlijkste gebeurtenis een 1. De minst waarschijnlijke gebeurtenis kreeg een nul (0). Deze cijfers zijn gemiddeld en leiden tot de opstelling van tabel 4. Duidelijk is dat ook op deze manier in het gebied dat geëvacueerd is, de kans dat er een overstroming zal plaatsvinden veel groter wordt ingeschat dan in de rest van het rivierengebied en dat mensen in het zeegebied de kans op een overstroming het minst groot achten. De verschillen zijn dermate groot dat het zijn invloed heeft op andere risico s in de overige gebieden: men moet immers vijf keer een cijfer uitdelen en wanneer men dat niet geeft aan overstroming dan zal men het geven aan een ander gevaar (bijvoorbeeld langdurige uitval nutsvoorzieningen ) waardoor het andere risico in die gebieden hoger zal scoren. Dit is een verklaring voor (soms) significante verschillen tussen het evacuatiegebied en het zeegebied.

13 4 Hoe waarschijnlijk is het dat u te maken krijgt met (een). rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Overstroming 2,9 2,2 1,2 1,0 Ernstig ongeluk op weg 2,2 2,2 2,5 1,9 of spoor Ziektegolf 1,8 2,0 2,1 1,9 Langdurige uitval 1,7 1,4 1,4 2,1 nutsvoorzieningen Ontploffing 0,9 1,2 1,2 0,7 Giftige stoffen die 1,1 1,2 1,2 0,9 vrijkomen Extreme 0,9 0,7 0,8 1,2 weersomstandigheden Bedreiging van de 0,6 0,8 1,0 1,1 volksgezondheid Een ongeval of aanslag 0,5 0,7 0,8 0,7 in een tunnel Brand in groot gebouw 0,5 0,6 0,5 0,6 Neerstorten van 0,3 0,3 0,4 0,7 vliegtuig in woonwijk Paniek in een menigte 0,5 0,6 0,5 0,6 Kernongeval 0,2 0,2 0,5 0,3 Natuurbrand 0,1 0,1 0,2 0,7 Instorting van een groot 0,3 0,3 0,2 0,2 gebouw Boot die zinkt op groot 0,2 0,0 0,1 0,1 water Ernstige en massale verstoring van openbare orde 0,4 0,4 0,3 0,3

14 Ook wanneer we vragen de kans op een overstroming van de woonomgeving in de komende 10 jaar te kwantificeren dan zien we grote verschillen. De kans op een overstroming binnen 10 jaar wordt in de evacuatiegebieden het grootst ingeschat: 5 Kans op overstroming binnen 10 jaar % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006 Tot slot van deze paragraaf geven we een overzicht van de overstromingen die nog steeds het meest helder op het netvlies van de mensen staan. De verschillen per gebied zijn zeer groot. In het evacuatiegebied wordt het hoogwater van 1995 nog heel goed herinnerd; in het Zeeuwse en Zuid-Hollandse gebied wordt de ramp van 1953 nog vaak genoemd. 6 Overstromingen die nog helder op het netvlies staan (spontaan genoemd) rivierengebied met evacuatie-ervaring rivierengebied geen evacuatie-ervaring zeegebied 1953 overig zeegebied % % % % 1995, Tiel en omstreken 1953, Zeeland Tsunami, zuid oost Azië Limburg New Orleans, door Kathrina

15 3 Het veiligheidsgevoel Ondanks al deze risico s zit het met het veiligheidsgevoel redelijk goed. Wel zijn er grote verschillen tussen de gebieden die in het kader van dit onderzoek worden onderscheiden. Bijna de helft van de mensen die in het evacuatiegebied wonen (45%) staan regelmatig tot vaak stil bij dit risico: 7 Staat u wel eens stil bij risico op overstroming bij u in de buurt % nooit enkele keer soms regelmatig vaak % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006

16 Een groot deel van Nederland wordt beschermd door dijken en duinen. Zowel ten aanzien van dijken als van duinen geldt dat de gemiddelde Nederlander zich daarachter redelijk goed beschermd weet: zo n driekwart van de bevolking kiest voor tamelijk goed of heel goed, als het gaat om bescherming van Nederland als geheel. Merkwaardig genoeg zijn er ten aanzien van de bescherming tegen overstroming vanuit rivieren of binnenwater amper verschillen tussen de bewoners uit de verschillende risicogebieden maar zijn ze er wél ten aanzien van de bescherming tegen overstroming vanuit zee. Degenen die in het rivierengebied wonen en geëvacueerd zijn hebben het minst positieve gevoel bij bescherming tegen overstroming vanuit de zee! ( heel goed en tamelijk goed is daar slechts 66%, in de overige gebieden minimaal 74%). 8 Bescherming van Nederland tegen overstroming vanuit rivieren resp. de zee rivierengebied met evacuatie-ervaring rivierengebied geen evacuatie-ervaring zeegebied 1953 overig zeegebied % % % % Bescherming in NL tegen overstroming vanuit rivieren en binnenwater Heel goed Tamelijk goed Niet goed/niet slecht Tamelijk slecht Heel slecht Weet niet Bescherming in NL tegen overstroming vanuit zee Heel goed Tamelijk goed Niet goed/niet slecht Tamelijk slecht Heel slecht Weet niet Totaal ondervraagden

17 Wanneer de bescherming door waterkeringen bij de respondent in de buurt ter sprake komt, zien we een volstrekt ander beeld: de mensen uit de evacuatiegebieden voelen zich minder goed beschermd dan degenen uit de rest van het rivierengebied en nog veel minder wanneer men ze vergelijkt met inwoners van overig laag Nederland. 9 Bescherming tegen overstroming BIJ U IN DE BUURT % rivierengebied met evacuatieervaring 12 rivierengebied geen evacuatieervaring 21 zeegebied overig zeegebied heel goed beschermd tamelijk goed beschermd neutraal tamelijk slecht beschermd nvt/weet niet Bron: TNS NIPO, 2006 Men denkt in het evacuatiegebied ook relatief goed op de hoogte te zijn van het overstromingsrisico: 62% zegt goed tot zeer goed op de hoogte te zijn. Voor de rest van het rivierengebied geldt een percentage van 40%, voor het zeegebied nog lager (29% tot 34%).

18 4 Ervaring met evacuatie In totaal zijn er personen ondervraagd. Van deze groep hebben 271 ervaring met een evacuatie. Deze groep is voldoende groot om hem als deelsteekproef afzonderlijk te bezien. Ten tijde van de evacuatie had een grote meerderheid van de bevolking begrip voor het feit dat men van gemeentewege huis en haard moest verlaten (87% vond de evacuatie noodzakelijk). Achteraf vond men de noodzaak voor de maatregel iets minder groot, hoewel nog steeds een meerderheid ook achteraf de noodzaak inziet (72%, een afname dus van 15 procent). 10 Gepercipieerde noodzaak tijdens de evacuatie vs. achteraf % helemaal niet noodzakelijk niet zo noodzakelijk tamelijk noodzakelijk erg noodzakelijk tijdens evacuatie achteraf Bron: TNS NIPO, 2006 Er zijn nog meer mensen die begrip voor de evacuatie konden opbrengen dan mensen die de evacuatie als noodzakelijk ervaren hebben. Ook ten aanzien van het begrip geldt dat dit ten tijde van de evacuatie op een hoger niveau lag dan na de evacuatie, al is de daling niet spectaculair (van 94% naar 89%).

19 Over de organisatie van de evacuatie en over de communicatie daaromheen was men gematigd positief - maar dat is anno 2006 gevraagd, dus daar kan enige vertekening inzitten. Ongeveer eenderde beoordeelde de organisatie negatief. Ook voor de informatievoorziening geldt dat een vergelijkbaar deel van de geëvacueerden minder gunstig gestemd is. 11 Mening omtrent organisatie en communicatie Organisatie van de evacuatie was % Informatievoorziening was % Zeer goed georganiseerd 22 Zeer goed 21 Tamelijk goed georganiseerd 47 Tamelijk goed 46 Niet zo goed georganiseerd 25 Niet zo goed 27 Verliep helemaal niet georganiseerd 4 Helemaal niet goed 5 Weet niet

20 5 Wanneer evacueren Wanneer is er voldoende draagvlak voor een evacuatie? Hoe groot moet het gevaar zijn? Een lastige zaak om te meten omdat mensen vaak niet weten hoe ze met kansen moeten omgaan. Toch hebben wij geprobeerd het draagvlak als functie van de kans op een overstroming weer te geven, waarbij we zowel kwalitatieve kansen hebben gebruikt (omschrijvingen dus) als er een percentage aan gekoppeld. Duidelijk is dat een overheid nooit op 100% draagvlak kan rekenen en dat pas vanaf een kans groter dan 50% negen op de tien mensen de kans op een overstroming zo groot vinden dat de een evacuatie een gepaste maatregel is. De grootste toename in acceptatie (tabel 12) zien we bij een kans van 15-25% en bij 25-50%. 12 Hoe groot moet de kans op een overstroming zijn voordat de overheid volgens u het bevel tot evacuatie mag geven? % hele kleine kans (<1%) 3 4 tamelijk kleine kans (<5%) redelijke kans (<15%) redelijk grote kans (<25%) grote kans (<50%) zeer grote kans (<95%) vrijwel zeker (>95%) Bron: TNS NIPO, 2006

21 6 Toekomstige evacuaties Tot nu toe hebben we gezien dat de mensen die wonen in het evacuatiegebied andere attitudes hebben ten aanzien van overstromingen dan de andere categorieën bewoners. Zo hebben we gezien dat zij in vergelijking tot de andere bewoners: een overstroming meer vrezen de kans op een overstroming groter inschatten zich minder goed beschermd voelen door waterkeringen Een andere kant van het verhaal is echter dat zij denken dat hun overheid mogelijk als gevolg van de ervaring die zij in het verleden heeft op gedaan beter voorbereid is op een overstroming. 13 Hoe goed is de overheid voorbereid op een overstroming? % weet niet helemaal niet goed voorbereid niet goed voorbereid neutraal goed voorbereid zeer goed voorbereid rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006 Mogelijk dat deze perceptie (dat de overheid beter geïnformeerd is dan in andere gebieden) tevens van invloed op de evacuatiebereidheid die we nu gaan bespreken. Want mocht men veronderstellen dat eerdere evacuaties (waarbij achteraf kon worden vastgesteld dat de dijken het gehouden hebben) leiden tot een verminderde evacuatiebereidheid in de toekomst (de al eerder gememoreerde evacuatiemoeheid ), dan komt men bedrogen uit. In dit onderzoek zien we een hoge evacuatiebereidheid in het rivierengebied - waarbij het vrij weinig uitmaakt of men in het evacuatiegebied dan wel het overige rivierengebied woont. De laagste evacuatiebereidheid wordt gesignaleerd in het zeegebied, dat niet in 1953 door watersnood is getroffen. Deze uitkomst is goed te

22 verklaren: eerder hebben we al gezien dat voor mensen in het rivierengebied overstroming een zeer gevreesde ramp is; wanneer men als uiterste consequentie de opdracht krijgt te evacueren zal men zeer geneigd zijn om aan deze opdracht gehoor te geven. 14 Evacuatiebereidheid naar ervaring/gebied ( Wat is uw houding wanneer de burgermeester bekend maakt dat alle mensen in uw wijk zouden moeten evacueren? ) % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied volg aanwijzigingen precies op wil eerst weten of het allemaal wel nodig is denkt niet de aanwijzingen op te volgen weet niet/ geen mening Bron: TNS NIPO, 2006

23 De evacuatiebereidheid varieert dus flink per gebied, waarbij een groot deel van de mensen zonder aarzeling de aanwijzingen tot evacuatie opvolgt, maar ook een groot deel toch op zijn eigen oordeel afgaat. Hieronder staan de overwegingen die aan beide opvattingen ten grondslag liggen. De groep die zonder meer gehoor geeft aan de oproep twijfelt niet aan de overheid (deskundigheid, goede informatie, vertrouwen), de andere groep wil toch vooral meer informatie en zekerheid. 15 Reden om wel/niet aanwijzingen van overheid op te volgen Reden direct gevolg geven aan oproep om te evacueren Reden niet zonder meer gevolg geven aan oproep om te evacueren % % 26 Eerst meer duidelijkheid/zekerheid krijgen 31 Zo n evacuatie doet men niet voor niets Ik ga uit van de deskundigheid 17 Wil zelf de afweging kunnen maken 14 van de gemeente Het is voor je eigen veiligheid 15 Slechte ervaringen met eerdere evacuatie 7 Anders breng je juist de 13 Evacuatie is een ingrijpende zaak 7 hulpverlening in gevaar Gemeente beschikt over de goede 10 Wantrouwens jegens de overheid 6 informatie Vertrouwen in de gemeente 7 Geen risico nemen 7 Wat heeft de grootste invloed op de evacuatiebereidheid? Ook voor de evacuatiebereidheid is een AID-analyse gedraaid. De variabele die het meest verklaart of iemand bereid is om te gaan evacueren is het al dan niet boer zijn: een boer is veel minder geneigd om zonder meer te evacueren dan andere beroepen. De reden hiervan is duidelijk: een evacuatie heeft een geweldige impact op de gehele bedrijfsvoering. Een boer is daarom veel meer dan andere doelgroepen van mening dat de noodzaak van een evacuatie echt helemaal moet vaststaan alvorens hij bereid is huis en haard te verlaten. Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor de communicatie naar deze groep. Zij zullen immers veel meer kritische vragen stellen over nut en noodzaak van een evacuatie dan niet-boeren. Is men geen boer, dan is het feit of men zelf huisdieren heeft de variabele die zwaar weegt: 67% van de burgers zonder huisdieren doet direct wat de overheid gelast, tegenover 59% van de burgers met huisdieren.

24 Eerder hebben we het gehad over de invloed van de kans waarmee een overstroming zich aandient op het draagvlak om te evacueren. Maar ook bestaat er bij veel mensen een grote mate van begrip voor evacuatiemaatregelen, wanneer het bevoegd gezag niet precies de grootte van het gevaar kan inschatten. Mensen accepteren blijkbaar het idee dat de overheid natuurkrachten niet geheel kan kwantificeren. Opvallend is weer dat in de riviergebieden het begrip het hoogst is (en in het evacuatiegebied het allerhoogst!) 16 Begrip voor evacuatie ook wanneer de overheid niet precies de grootte van het gevaar kan vaststellen % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied veel begrip tamelijk veel begrip niet zo veel begrip helemaal geen begrip weet niet Bron: TNS NIPO, 2006 De redenen die men geeft voor weinig begrip, komen vooral voort uit de wens om duidelijkheid te hebben, juist van deskundigen en de lokale overheid verwacht men dat. 17 Reden voor weinig begrip voor evacuatie wanneer bevoegd gezag niet volledig zeker is % Ik wil eerst meer duidelijkheid hebben 17 Blijkbaar zijn specialisten niet zeker 12 De gemeente moet goed op de hoogte zijn 11 Besluit is erg ingrijpend 11 Besluit moet gefundeerd zijn 9 Mijn woning staat veilig (hoog) 8 Ga alleen bij noodzaak 8

25 Tot slot van deze paragraaf: circa 3% van de Nederlanders in gebied dat potentieel overstromingsgevaarlijk is, heeft enige voorbereidingen getroffen voor het geval men ooit zou moeten evacueren wegens gevaar van overstroming. Dit cijfer varieert van 4% in het evacuatiegebied tot 1% in het zeegebied dat niet in 1953 door watersnood is getroffen. 18 Of men voorbereidingen treft voor het geval dat men ooit zou moeten evacueren wegens gevaar van overstroming rivierengebied met rivierengebied geen zeegebied 1953 overig zeegebied evacuatie-ervaring evacuatie-ervaring % % % % Kijkend naar de afzonderlijk genoemde maatregelen dan noemt men vooral het op zolder zetten van belangrijke of waardevolle zaken (45%) als belangrijkste voorbereiding op een eventuele evacuatie, gevolgd door belangrijke papieren bij de hand hebben (18%), het klaar hebben staan van een noodkoffer (15%), belangrijke spullen voor het grijpen hebben (14%) en het hebben van een noodplan/stappenplan (13%). Beduidend minder vaak noemt men het hebben van een evacuatieadres als voorbereiding op een evacuatie (7%).

26 7 Informatiebehoefte Rond de zes op de tien inwoners van laag Nederland zou op dit moment meer informatie willen hebben over het overstromingsgevaar in de eigen woonomgeving. Dit cijfer verschilt per regio die we onderscheiden hebben, toch zijn de verschillen tegen het licht van eerdere uitkomsten van dit onderzoek niet bijzonder groot: 19 Op dit moment behoefte aan informatie over overstromingsgevaar % nee ja rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006

27 Uit ander onderzoek voor de rijksoverheid weten we dat het cijfer voor gemiddelde campagneonderwerpen 20% is. Hoewel dit niet geheel één op één vergelijkbare cijfers zijn, mogen we wel concluderen dat de informatiebehoefte bijzonder hoog is, hetgeen de communicatie ongetwijfeld zal vergemakkelijken. Een andere indicatie dat er een grote honger naar meer informatie over overstromingsrisico bestaat, is het feit dat de meeste mensen bij gevaar van overstroming zelf actief op zoek willen gaan naar informatie, in plaats van uitsluitend passief afwachten tot de lokale of de centrale overheid informatie aan de mensen doen toekomen Actief op zoek of uitsluitend (passief) afwachten bij gevaar van overstroming % uitsluitend passief zelf actief rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied Bron: TNS NIPO, 2006 Daarnaast verwacht bijna iedere burger (rond de 85%) ook dat de overheid het nodige doet om de burger te informeren, maar het feit dat zovelen zelf op jacht naar informatie willen gaan bij gevaar op overstroming is veelzeggend ten aanzien van de informatiebehoefte. 2 Ook in de zevende deelcampagne Nederland leeft met water is een groot percentage van plan de gewenste informatie (over bescherming tegen wateroverlast en overstromingen) op te zoeken. 69% van de mensen die dicht bij een water en/of rivier wonen zijn dit van plan en 58% van het algemeen publiek is dit van plan.

28 Wat wil men weten wanneer een evacuatie ophanden is? Elke Nederlander heeft wel zaken die hij zou willen weten in geval van een evacuatie. Deze behoefte is eerst spontaan en daarna geholpen nagegaan. Bij de spontane informatiebehoefte spelen vooral de opvangmogelijkheden. De hoeveelheid tijd en de bewaking voor het huis komen duidelijk op de tweede plaats: 21 Spontaan genoemde zaken die men zou willen weten wanneer er een evacuatie ophanden is rivierengebied met evacuatie-ervaring rivierengebied geen evacuatie-ervaring zeegebied 1953 overig zeegebied % % % % Opvangmogelijkheden Hoeveel tijd heeft men Hoe wordt mijn huis bewaakt Tijdig bericht krijgen De reden van de evacuatie De duur van de evacuatie

29 Bij de geholpen vraagstelling resulteert een veel breder palet aan behoeften. Logisch, want hier wordt men tevens geconfronteerd met zaken die belangrijk zijn, maar waar men niet meteen aan denkt. Het belangrijkst is de hoeveelheid tijd die men heeft om weg te komen, gevolgd door beveiliging van huis en haard (tegen diefstal en plundering) en welke voorzorgsmaatregel men aan de woning moet nemen. Bij mensen die huisdieren hebben, speelt de vraag wat er met de huisdieren moet gebeuren in grote mate dan bij mensen die ze niet hebben (45% versus 2%). De vraag of er faciliteiten zijn voor kleine kinderen is met 6% wellicht klein, maar is vanzelfsprekend veel hoger voor ouders met kleine kinderen (26% versus 3%). 22 Onderwerpen waarover men graag meer wil weten in geval van evacuatie (geholpen) hoeveel tijd 80 beveiliging huis tegen plundering voorzorgsmaatregelen aan woning kans op overstroming waar de opvang is wat men moet meenemen hoe lang gaat het duren hoever is het water vervoer verplicht om te evacueren 31 huisdieren meenemen 27 vergoeding voor schade waar gemeentelijke informatie in te winnen faciliteiten voor kleine kinderen % Bron: TNS NIPO, 2006

30 Als afzender van de informatie moet vooral de gemeente fungeren, eventueel in samenwerking met politie en brandweer (die eveneens regionaal zijn georganiseerd). De landelijke overheid of het waterschap is in aanzienlijk mindere mate de gewenste afzender. 23 Wie moet voor de informatie over acute evacuatie zorgdragen? (meer dan één antwoord mogelijk) gemeente 80 waterschap 38 centrale overheid 38 provincie 30 politie 29 brandweer 20 respondent zelf 8 leger % Bron: TNS NIPO, 2006

31 Consistent hiermee is dat in gemeente, brandweer, politie en waterschap afgetekend het meeste vertrouwen gesteld wordt als het gaat om informatie over evacuatie. 24 Mate van vertrouwen in organisatie ten aanzien van informatie over evacuatie brandweer politie waterschap gemeente provincie centrale overheid leger % veel vertrouwen weinig vertrouwen weet niet Bron: TNS NIPO, 2006

32 Al eerder hebben we het gehad over het feit dat mensen eerder zelf gaan zoeken dan dat ze een afwachtende houding aannemen. Bij het zoeken naar informatie spelen de gemeente (inclusief politie en brandweer) en televisie (met name de regionale) als bron een prominente rol. De gemeente moet dus duidelijk het voortouw nemen. De bewoners rekenen daarop. 25 Informatie zoeken via. politie / gemeente / brandweer 74 regionale televisie 66 landelijke televisie 59 regionale radio 47 landelijke nieuwszenders 47 mensen in de buurt 48 website gemeente 32 website waterschap 25 vrienden / familie 25 website rijksoverheid % Bron: TNS NIPO, 2006 Tussen de onderscheiden gebieden bestaan geen grote verschillen ten aanzien van het informatiezoekgedrag. Mensen mét evacuatie-ervaring noemen wel (significant) vaker regionale televisie en website van de gemeente. Mogelijk baseren zij zich op de ervaringen uit het verleden (regionale televisie) of heeft er in deze gemeenten actieve voorlichting plaatsgevonden waar informatie gevonden kan worden in geval van watersnood. De behoefte voor een algemene brochure, website of bijeenkomst is niet bijzonder groot. Zo n een op de zeven (14%) mensen hebben hier veel behoefte aan. Aan de andere kant vindt een meerderheid dat zo n uiting ook geen kwaad kan (veel behoefte plus een beetje behoefte = 60%). Als men moet kiezen gaat de voorkeur uit naar een brochure boven een website (53% versus 39%). Een bijeenkomst wordt als redelijk overbodig beschouwd (6% heeft er behoefte aan).

33 8 Vervoer en verblijf ten tijde van evacuatie Als het gaat om vervoer, en vooral verblijf dan zien we interessante verschillen tussen mensen die daadwerkelijk met evacuatie te maken hebben gehad en mensen voor wie dat vooral gebeurtenissen op afstand waren. In de eerste plaats vervoer: hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op de eigen ervaring zeggen de personen uit het evacuatiegebied dat ze bijna allemaal (95%) met eigen vervoer naar een veilige bestemming zullen gaan. Ook voor de bewoners van de zeegebieden gelden ten aanzien van het eigen vervoer hoge aantallen, maar toch significant lager dan in het evacuatiegebied. In de zeegebieden heeft de indruk veel meer postgevat dat men gebruik zal gaan maken van vervoer dat de overheid aanbiedt. 26 Vervoer dat men verwacht te gebruiken bij evacuatie % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied eigen vervoer openbaar vervoer vervoer door de overheid weet niet Bron: TNS NIPO, 2006

34 Voor verblijf geldt iets vergelijkbaars: de meerderheid verwacht bij familie, vrienden of bekenden te kunnen verblijven; slechts relatief weinigen denken aangewezen te zijn op opvang die van overheidswege wordt geregeld. Toch zijn de verschillen per gebied aanzienlijk: in het evacuatiegebied denkt 6% te verblijven in opvang die door de overheid wordt geboden, terwijl in de zeegebieden ruim een kwart hiervan uitgaat. 27 Hoe denkt men onderdak te verkrijgen? % rivierengebied met evacuatieervaring rivierengebied geen evacuatieervaring zeegebied 1953 overig zeegebied vrienden, familie hotel/vakantiehuis opvang door overheid weet niet Bron: TNS NIPO, 2006

35 Bijlagen Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

36 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

37 Steekproef Het onderzoek is gehouden onder gemeenten waarbij in 1995 evacuatie heeft plaatsgevonden (totaal 257), onder gemeenten in het rivierengebied waar geen evacuatie heeft plaatsgevonden (totaal 350) en onder gemeenten in Zeeland/Zuid-Holland die in 1953 overstroomd zijn (totaal 209). Ook is er een groep Overige gemeenten (totaal 211). In totaal zijn 1027 respondenten ondervraagd. Veldwerk Het veldwerk heeft gelopen van 20 april 2006 tot en met 25 april Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van CASI (Computer Assisted Self Interviewing). Dit systeem maakt complexe routings in vragenlijsten mogelijk en biedt tevens de mogelijkheid voor de respondent om zelf te bepalen wanneer het hem/haar het beste uitkomt om de vragenlijst in te vullen. Weging Om een representatief beeld te kunnen geven van de daadwerkelijke samenstelling van de populatie zijn de resultaten na afloop van het veldwerk gewogen. Er is gewogen naar geslacht, leeftijd en per gebied (gemeenten waarbij in 1995 evacuatie heeft plaatsgevonden, gemeenten in het rivierengebied waar geen evacuatie heeft plaatsgevonden en gemeenten in Zeeland/Zuid-Holland die in 1953 overstroomd zijn). Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

38 Bijlage 2 Vragenlijst Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

39 VRAAG 9032 U bent <?>? 92L1 1 Ja GA VERDER NAAR VRAAG 1 2 Nee VRAAG 9033 Wilt u dan <?> achter de computer laten plaatsnemen? FORMULIER VRAAG VRAAG 10 OPEN VRAAG MULTI 102L50 Voor welke ramp of rampen die zich in uw directe woon- of werkomgeving kunnen voordoen, acht u de kans het grootst dat u er zelf door getroffen kunt worden? Kunt u deze in één of een paar woorden omschrijven? U kunt meer dan één ramp noemen. VRAAG 21 FORMULIER VRAAG TOON IN RANDOM VOLGORDE Hieronder staat een lijst met 17 verschillende gebeurtenissen die als ramp kunnen worden beschouwd. Kunt u van iedere gebeurtenis aangeven in welke mate u BANG bent er zelf door getroffen te worden? Heel Bang/ Bang/ Beetje bang/ Niet bang/ Helemaal niet bang 1:Het neerstorten van een vliegtuig op een woonwijk 2:Een boot met veel opvarenden die zinkt op een groot water 3:Een ernstig ongeluk op de weg of op spoor,waarbij veel voertuigenbetrokken zijn 4:Een ontploffing (bijv. benzinestation, opslagtanks, industrieterrein e.d.) 5:Giftige stoffen die vrijkomen bij een ongeval (bijv. met een vrachtauto of goederentrein) 6:Een kernongeval (bijv. ontploffing kerncentrale) 7:Bedreiging van de volksgezondheid (bijv. door drinkwaterbesmetting, dioxinevergiftiging e.d.) 8:Een ziektegolf (bijvoorbeeld zware griep, SARS, virus- en bacteriële besmettingen) 9:Een ongeval of aanslag in een tunnel (trein, metro, auto) 11:Instorting groot gebouw (bijv. door een explosie, aardbeving, constructiefout of aanslag) 12:Paniek in een menigte (bijv. bij grote festiviteiten, concerten e.d) 13:Ernstige en massale verstoring van de openbare orde (bijv. rellen, grote vechtpartijen e.d.) 14:Een overstroming (bijv. vanuit zee of rivier) 15:Een natuurbrand (bijv. bosbrand, heidebrand) 16:Extreme weersomstandigheden (bijv. extreme kou, sneeuw, hitte, storm) 17:Langdurige uitval van de nutsvoorzieningen (stroom, drinkwater, telefoon, gas) 10:Brand in groot gebouw Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

40 VRAAG 22 FORMULIER VRAAG TOON IN RANDOM VOLGORDE Van welke rampen is de kans het grootst dat u er persoonlijk bij betrokken raakt? Wilt u uit onderstaande lijst de 5 gebeurtenissen selecteren waarvan volgens u de kans het grootst is dat u er zelf bij betrokken raakt. Zet het cijfer 1 naast de ramp waarop de kans het grootst is dat u erbij betrokken raakt, het cijfer 2 naast de ramp waarop de kans het op een na grootst is, enzovoort. 1:Het neerstorten van een vliegtuig op een woonwijk 2:Een boot met veel opvarenden die zinkt op een groot water 3:Een ernstig ongeluk op de weg of op spoor, waarbij veel voertuigen betrokken zijn 4:Een ontploffing (bijv. benzinestation, opslagtanks, industrieterrein e.d.) 5:Giftige stoffen die vrijkomen bij een ongeval (bijv. met een vrachtauto of goederentrein) 6:Een kernongeval (bijv. ontploffing kerncentrale) 7:Bedreiging van de (bijv. door drinkwaterbesmetting, dioxinevergiftiging e.d.) 8:Een ziektegolf (bijvoorbeeld zware griep, SARS, virus- en bacteriële besmettingen) 9: Een ongeval of aanslag in een tunnel (trein, metro, auto) 10:Brand in groot gebouw 11:Instorting groot gebouw (bijv. door een explosie, aardbeving, constructiefout of aanslag) 12:Paniek in een menigte (bijv. bij grote festiviteiten, concerten e.d) 13:Ernstige en massale verstoring van de openbare orde (bijv. rellen, grote vechtpartijen e.d.) 14:Een overstroming (bijv. vanuit zee of rivier) 15:Een natuurbrand (bijv. bosbrand, heidebrand) 16:Extreme weersomstandigheden (bijv. extreme kou, sneeuw, hitte, storm) 17:Langdurige uitval van de nutsvoorzieningen (stroom, drinkwater, telefoon, gas) VRAAG 2201 INDIEN [ TELLER <> 15 ] U heeft de vorige vraag niet juist ingevuld. Het is de bedoeling dat u bij één ramp een 1 neerzet, dat is de ramp met de grootste kans om bij betrokken te raken en ook achter één andere ramp een 2 neerzet, dat is dan de ramp waarop de kans het op een na grootst is, enzovoort Klik op OK om te corrigeren VRAAG 2202 U kunt cijfers van 1 t\m 5 slechts 1x gebruiken. Klik op OK om te corrigeren INDIEN [ fout10 <> 5 ] Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

41 VRAAG 31 Hoe goed zijn volgens u de dijken en andere zogenaamde waterkeringen in Nederland die bescherming moeten bieden tegen rivieren en binnenwateren? 186L2 1 heel goed 2 tamelijk goed 3 niet goed\niet slecht 4 tamelijk slecht 5 heel slecht 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 32 Hoe goed zijn volgens u de duinen, dijken en andere zogenaamde waterkeringen in Nederland die bescherming moeten bieden tegen de zee? 188L2 1 heel goed 2 tamelijk goed 3 niet goed\niet slecht 4 tamelijk slecht 5 heel slecht 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 40 Deze vragenlijst gaat nu verder met overstromingen. Onder een overstroming verstaan we dat: - een rivier buiten zijn oevers treedt en het naburige land onder water zet waarbij het water enige meters hoog kan komen te staan. - Een doorbraak van duinen of dijken bij zee, waardoor de polders die achter de dijk of duinen liggen onder water komen te staan. Het gaat dus niet om grote hoeveelheden regenwater waardoor uw kelder onderstroomt of iets dergelijks. VRAAG 51 Staat u wel eens stil bij het risico op overstromingen bij u in de buurt? 190L2 1 (eigenlijk) nooit 2 een heel enkele keer 3 soms 4 regelmatig 5 vaak 99 Weet niet\ geen mening VRAAG L2 Hoe goed voelt u zich beschermd door dijken, duinen en waterkeringen tegen een overstroming BIJ U IN DE BUURT? 1 heel goed beschermd 2 tamelijk goed beschermd 3 niet zo goed beschermd 4 tamelijk slecht beschermd 5 heel slecht beschermd 7 Niet van toepassing, er zijn geen dijken, duinen en waterkeringen bij mij in de buurt 99 Weet niet\ geen mening Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

42 VRAAG 61 In hoeverre bent u op de hoogte van de overstromingsrisico s in uw woonomgeving? 194L1 1 hiervan ben ik heel goed op de hoogte 2 hiervan ben ik goed op de hoogte 3 hiervan ben ik globaal op de hoogte 4 hiervan ben ik nauwelijks op de hoogte 5 hiervan ben ik niet op de hoogte VRAAG 62 INDIEN [ Q61, 1, 2 ] 195L2 Hoe groot is de kans dat er binnen 10 jaar een overstroming plaatsvindt in uw woonomgeving? 1 meer dan 50% 2 25%-50% 3 15%-25% 4 10%-15% 5 5%-10% 6 2%-5% 7 1% 8 minder dan 1% 9 dit is uitgesloten (0%) 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 70 Zou u meer willen weten over overstromingsrisico s in uw woonomgeving? 197L2 1 ja 2 nee 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 80 Stel dat u zou horen of merken dat er gevaar voor een overstroming is, wat doet u dan? 199L2 1 dan ga ik zelf actief op zoek naar informatie 2 dan verwacht ik dat ik op de radio, de TV, in de krant of op Internet meer zal vernemen 3 ik ga zowel zelf actief op zoek naar informatie, als dat ik de media aandachtig volg 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 90 Stel dat u zou horen of merken dat er gevaar voor een overstroming is, hoe denkt u dan aan informatie te komen? (U kunt meerdere antwoorden selecteren) MEERVOUDIGE VRAAG 334L22 304L30 1 via mensen in de buurt (buren etc.) 2 via vrienden of familie 3 via politie, brandweer of gemeente 4 via de landelijke televisie 5 via de regionale televisie 6 via de radio (de landelijke nieuwszenders) 7 via regionale de radio 8 via de website van de gemeente 9 via de website van het waterschap 10 via de \ een website van de centrale overheid 11 anders, namelijk.. Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

43 VRAAG 100 Heeft u zelf wel eens wegens overstromingsgevaar werkelijk moeten evacueren (dus op last van de autoriteiten uw huis tijdelijk moeten verlaten)? 356L1 1 Ja, meerdere keren 2 Ja, één keer 3 Nee, NOOIT VRAAG 110 INDIEN [ Q100, 3 ] 357L1 Heeft u zich wel eens voorgesteld dat u wegens een dreigende overstroming zou moeten evacueren? 1 regelmatig voorgesteld 2 heel enkele keer voorgesteld 3 nooit voorgesteld VRAAG 120 INDIEN [ Q100, 1, 2 ] 358L2 U bent dus wel eens geëvacueerd geweest. Had u TIJDENS DE EVACUATIE de indruk dat het gevaar zo groot was dat de evacuatie noodzakelijk was? 1 Ik vond de evacuatie toen erg noodzakelijk 2 Ik vond de evacuatie toen tamelijk noodzakelijk 3 Ik vond de evacuatie toen niet zo noodzakelijk 4 Ik vond de evacuatie toen helemaal niet noodzakelijk 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 130 Had u enige tijd NA DE EVACUATIE de indruk dat het gevaar zo groot geweest was dat de beslissing om te evacueren noodzakelijk was geweest. INDIEN [ Q100, 1, 2 ] 360L2 1 Ik vond de evacuatie achteraf gezien erg noodzakelijk 2 Ik vond de evacuatie achteraf gezien tamelijk noodzakelijk 3 Ik vond de evacuatie achteraf gezien niet zo noodzakelijk 4 Ik vond de evacuatie achteraf gezien helemaal niet noodzakelijk 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 141 Had u TIJDENS DE EVACUATIE al met al BEGRIP voor de evacuatie? INDIEN [ Q100, 1, 2 ] 362L2 1 veel begrip 2 tamelijk veel begrip 3 niet zo veel begrip 4 helemaal geen begrip 99 Weet niet\ geen mening VRAAG 142 Had u enige tijd NA DE EVACUATIE al met al BEGRIP voor de evacuatie? INDIEN [ Q100, 1, 2 ] 364L2 1 veel begrip 2 tamelijk veel begrip 3 niet zo veel begrip 4 helemaal geen begrip 99 Weet niet\ geen mening Risicoperceptie overstromingen E-4195 TNS NIPO 1 mei 2006

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2010

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2010 Risico- en Crisisbarometer Basismeting 16 december 2010 Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre van

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2013 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 18 december 2013 Project: 13090735 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer. Spoedmeting Mexicaanse griep

Risico- en Crisisbarometer. Spoedmeting Mexicaanse griep Risico- en Crisisbarometer Spoedmeting Mexicaanse griep Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre van

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2016 Project: 16041241 Datum: 4 augustus 2016 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Onderzoeksopzet 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting oktober 2014 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 29 oktober 2014 Project: 14070175 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2015 Project: 15033846 Datum: 15 juli 2015 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Inleiding 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid 14 Vertrouwen

Nadere informatie

Onderzoek Digipanel: Rampen en crises

Onderzoek Digipanel: Rampen en crises Versie definitief Datum 26 november 2009 1 (7) Onderzoek Digipanel: Rampen en crises Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 28 oktober 2009 kregen alle panelleden van dat moment (856 personen) een

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2015 Project: 15074061 Datum: 11 januari 2016 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Inleiding 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2014 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 3 juli 2014 Project: 14040093 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland 6 Resultaten:

Nadere informatie

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Mexicaanse griep Geen nationale paniek,

Nadere informatie

Hiv op de werkvloer 2011

Hiv op de werkvloer 2011 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012 Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012 november 2012 Inhoudsopgave 1. Doelstelling Colofon in opdracht van NCC/CRC 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet MarketResponse Nederland BV Projectleider:

Nadere informatie

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

SIRE. Rapport. Geef kinderen hun spel terug Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007 Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2011

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2011 Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2011 16 december 2011 Inhoudsopgave 1. Doelstelling Colofon in opdracht van NCC/cRC 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet MarketResponse Nederland BV

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting juni 2013 Voor: NCTV Door: Ipsos Datum: 25 juni 2013 Project: 13027217 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 4 Resultaten: de zorgen van Nederland 6 Resultaten:

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 8 t/m 11 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 18 maart 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Rapport Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2016 Project: 16067185 Datum: 19 december 2016 Inhoudsopgave 02 Samenvatting 04 Onderzoeksopzet 06 De zorgen van Nederland 09 Het gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Risico- en Crisisbarometer 6 e spoedmeting Mexicaanse griep Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre

Nadere informatie

Gemeente Houten Risicobronnen. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc

Gemeente Houten Risicobronnen. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc Gemeente Houten Risicobronnen ADV Market Research B.V. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research (ADV).

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: 11 PREVENTIE II 1 Komt het wel eens voor dat u: 1. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Risico- en Crisisbarometer 7 e spoedmeting Mexicaanse griep Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre

Nadere informatie

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau Vragenlijst overstromingen Deze vragen zijn niet bedoeld als een test. Je krijgt er geen cijfer voor. 0. Waar woon je?. In welke klas zit je?... 1. Hoe zou je het gebied waarin je woont omschrijven? (kies

Nadere informatie

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Index 1. Oasen en de campagne 3 2. Samenvatting en conclusie 6 3. Resultaten onderzoek 10 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

24 maart 2015. Onderzoek: Veiligheid in uw buurt

24 maart 2015. Onderzoek: Veiligheid in uw buurt 24 maart 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

Hiv en stigmatisering in Nederland

Hiv en stigmatisering in Nederland Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv en stigmatisering in Nederland

Nadere informatie

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Concurrentie binnen watermarkt schaadt vertrouwen consument

Nadere informatie

Hiv en stigmatisering in Nederland

Hiv en stigmatisering in Nederland Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv en stigmatisering in Nederland

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

Vuurwerk opnieuw gepeild

Vuurwerk opnieuw gepeild Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Vuurwerk opnieuw gepeild Verandering

Nadere informatie

Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas

Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Onderzoeksverantwoording 3. Samenvatting 4. Resultaten 5. Bijlagen (open antwoorden,

Nadere informatie

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) 1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) * Bedrijven of instellingen die gevaarlijke stoffen gebruiken of opslaan. Gevaarlijke

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL ALBLASSERDAM Inhoud 1. Conclusies 2. Figuren en tabellen Weten bewoners van Alblasserdam wat ze moeten doen als de sirene op een ongebruikelijk

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Meteen nadat de Mexicaanse griep voor het eerst in het nieuws kwam (eind april 2009) is via Peil.nl onderzoek hiernaar gedaan onder de Nederlandse bevolking.

Nadere informatie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling

Nadere informatie

VanAnaarBeter Praatpalen (S12)

VanAnaarBeter Praatpalen (S12) Managementsamenvatting campagne-effectonderzoek Managementsamenvatting (1/3) Inleiding Jarenlang waren praatpalen langs de snelweg de manier om hulpdiensten te bereiken bij pech onderweg. Tegenwoordig

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 4 t/m 7 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 19 februari 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 40 t/m 51 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 27 december 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak.

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak. nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet http://www.nipo.nl Rapport Vaccinaties in

Nadere informatie

Inbraakpreventie in Westfriesland

Inbraakpreventie in Westfriesland Inbraakpreventie in Westfriesland uitkomsten van een peiling onder inwoners Westfriese gemeenten Juni 2014 Belangrijkste uitkomsten Risico-perceptie De zes gemeenten die deel uit maken van het politiedistrict

Nadere informatie

Risico- en Crisisbarometer

Risico- en Crisisbarometer Risico- en Crisisbarometer 9 e meting Mexicaanse griep Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Resultaten 3. Bijlagen Onderzoeksopzet Colofon in opdracht van NCC/cRC Caspar Overgaauw Account Manager Imre van

Nadere informatie

Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s

Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s 1. Welke mogelijke risicobronnen bevinden zich volgens u in uw woonomgeving (binnen een straal van ongeveer 500 meter)? Onder risicobronnen verstaan we

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

(Voor)oordelen over parttimers

(Voor)oordelen over parttimers Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Political & Social Rapport (Voor)oordelen over parttimers Echte

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten

Belangrijkste resultaten Belangrijkste resultaten Schadelijkheid roken en meeroken algemeen Totale groep Nederlanders 12+ Rokers Roken Nagenoeg iedereen ziet de schadelijkheid in van roken op de gezondheid: 93% (waarvan 65% erg

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers Rapport monitor Opvang asielzoekers week 52 2016 t/m week 13 2017 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 13 april 2017 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN Marcel Temminghoff Jolanda van Oirschot Inge van Ravensteijn Project 7220 Mei 203 GfK 202 Informatie over voeding zoeken en bespreken Mei 203 40% van de consumenten

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Meting stoppers-met-roken juni 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008

Nadere informatie

16 november 2015. Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

16 november 2015. Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs 16 november 2015 Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD) Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD) Index 1. Samenvatting en conclusies 2. Inleiding 3. Bekendheid EPD 4. Kennis over het EPD 5. Houding ten aanzien van het EPD 6. Informatiebehoefte 7. Issue

Nadere informatie

22 januari 2015. Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

22 januari 2015. Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid 22 januari 2015 Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Onderzoek voor de KNOV

Onderzoek voor de KNOV Onderzoek voor de KNOV Inhoud 1 Samenvatting 3 Onderzoeksverantwoording 6 3 Behandeling en begeleiding tijdens de 10 zwangerschap 4 Beoordeling 17 1 Samenvatting Samenvatting - 1 Behandeling en begeleiding

Nadere informatie

ADHD-kinderen op de basisschool

ADHD-kinderen op de basisschool Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport ADHD-kinderen op de basisschool Henk Foekema B8133 december

Nadere informatie

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Management summary Schuttelaar & Partners 001-01.ppt december 00 Marieke Gaus Context en doel van het onderzoek Doel onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd

Nadere informatie

21 augustus 2015. Onderzoek: Een naaste met dementie

21 augustus 2015. Onderzoek: Een naaste met dementie 21 augustus 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Onderdeel 1, basale vragen

Onderdeel 1, basale vragen Introductietekst De risicokaart is een kaart op internet (www.risicokaart.nl) met informatie over risico s in uw omgeving. Denk bijvoorbeeld aan transporten met gevaarlijke stoffen, bedrijven die met gevaarlijke

Nadere informatie

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

HET LEIDERDORPPANEL OVER... HET LEIDERDORPPANEL OVER... Resultaten peiling 13: Meedenken en meedoen in de openbare ruimte april 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 13 e peiling met het burgerpanel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het

Nadere informatie

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter.

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Veldwerk uitgevoerd voor de winter: november 2011 onder 2400

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

13 januari 2015. Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

13 januari 2015. Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs 13 januari 2015 Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een

Nadere informatie

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Doelgroepinformatie De doelgroep bestaat uit huizenbezitters met hypotheek, die voornemens zijn binnen 2 jaar een nieuw huis te kopen. Dit

Nadere informatie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 Integrale veiligheid resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Respons 1 2 Veiligheidsgevoelens 3 2.1 Gevoel van veiligheid in specifieke situaties 3 2.2 Verschillen onderzoeksgroepen

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van

Nadere informatie

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken Rapport E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken Project: 16013937 Datum: 8 maart 2016 Aanleiding, doelgroep

Nadere informatie

Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek

Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek Ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Vooronderzoek bekendheid 144 Voorwoord en inhoudsopgave

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011 Omnibusonderzoek 2011 Onderzoekskader Omnibusonderzoeken 2011 Opdrachtgever Brandweer en rampenbestrijding (Marry Borst) Uitvoering Gemeente Alkmaar, Concerncontrol, Team Onderzoek en Statistiek (Aad Baltus)

Nadere informatie

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015 2015 Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten Juni 2015 Alle doelstellingen behaald Kinderen en ouders: Doelstelling: 40% van de ouders van kinderen tussen de 8 en 12 jaar is bereikt met

Nadere informatie

RAPPORT BURGERPANEL EEMNES PEILING 2 2013 VEILIGHEID & LEEFBAARHEID EN AUTO-INBRAKEN. GEMEENTE EEMNES December 2013 / Januari 2014

RAPPORT BURGERPANEL EEMNES PEILING 2 2013 VEILIGHEID & LEEFBAARHEID EN AUTO-INBRAKEN. GEMEENTE EEMNES December 2013 / Januari 2014 RAPPORT BURGERPANEL EEMNES PEILING 2 2013 VEILIGHEID & LEEFBAARHEID EN AUTO-INBRAKEN GEMEENTE EEMNES December 2013 / Januari 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum

Nadere informatie

Risicobeleving in de provincie Groningen

Risicobeleving in de provincie Groningen Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Social & Polling Rapport Risicobeleving in de provincie Groningen

Nadere informatie

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek 19 maart 2014 2 Inleiding Na een aantal zware crisisjaren lijkt de sector transport & logistiek begin 2014 weer uit het dal te klimmen. De eerste signalen

Nadere informatie

Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij

Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij Juli TNS NIPO Natascha Snel Suzanne Plantinga Inhoud Conclusies en aanbevelingen 3 1 Inleiding en onderzoeksdoel 6 2 Eenzaamheid in Nederland 9 3 Kennis: bekendheid

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken januari 2009

Meting stoppers-met-roken januari 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting

Nadere informatie

Doelgroep De doelgroep van het onderzoek bestaat uit Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Doelgroep De doelgroep van het onderzoek bestaat uit Nederlanders van 18 jaar en ouder. Onderzoek in opdracht van Linden & Barbosa Datum: mei 2013 Doelgroep De doelgroep van het onderzoek bestaat uit Nederlanders van 18 jaar en ouder. Informatie over de onderzoeksopzet Aan het onderzoek namen

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Rapportage Datum: 2 mei 2016 Opdrachtgever: Jorrit Visser, Hivos Auteur: Claudia Ros, InfoResult Hivos onderzoek: Eerlijke bloemen met Moederdag 1 Inhoud

Nadere informatie

19 maart 2016. Onderzoek: Korten pensioenen?

19 maart 2016. Onderzoek: Korten pensioenen? 19 maart 2016 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

Rapport. Brexit: beleving en informatiebehoefte Doelgroep: Nederlandse bevolking. Tim de Beer, Manuel Kaal en Hester Bähler 30 November 2017 H4261

Rapport. Brexit: beleving en informatiebehoefte Doelgroep: Nederlandse bevolking. Tim de Beer, Manuel Kaal en Hester Bähler 30 November 2017 H4261 Rapport Brexit: beleving en informatiebehoefte Doelgroep: Nederlandse bevolking Tim de Beer, Manuel Kaal en Hester Bähler 30 November 2017 H4261 Inleiding Het Verenigd Koninkrijk hield op 23 juni 2016

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie