'Geen nood bij brand!' in de zorg. Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak. M. Dijkstra C. van der Sman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "'Geen nood bij brand!' in de zorg. Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak. M. Dijkstra C. van der Sman"

Transcriptie

1 'Geen nood bij brand!' in de zorg Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak M. Dijkstra C. van der Sman Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus AD Amsterdam April 2012

2 2 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Rapportnummer: 550 Projectnummer: Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. Consument en Veiligheid aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.

3 3 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Inhoudsopgave Hoofdstuk Samenvatting 5 1 Inleiding 'Geen nood bij Brand!' een evidence based project 'Brandveilig Leven'? Achtergrond van 'Geen nood bij brand!' Doelstellingen en aanpak proces- en effectevaluatie 'Geen nood bij brand!' Procesdoelstellingen Effectdoelstelling Onderzoeksvragen Leeswijzer 13 2 Methode Kwalitatieve interviews Methode Respons Kwantitatief vragenlijstonderzoek Vragenlijst Werving respondenten Steekproefomvang vragenlijstonderzoek Interpretatie van de gevonden resultaten 21 3 Resultaten interviews GNBB leidt tot een betere, meer open en gelijkwaardige samenwerking GNBB is nog niet geborgd in zorginstellingen GNBB zal op termijn bijdragen aan gedragsverandering 24 4 Resultaten vragenlijstonderzoek Attitude: verhoog de structurele aandacht voor brandveiligheid Attitude: blijf binnen GNBB ontruimingsoefeningen doen Bewustwording/ bewustzijn: sta vaker stil bij brandveiligheid Risicoperceptie: verhoog kennis over belangrijke risicofactoren 27

4 4 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! 5 Conclusie en aanbevelingen 'Geen nood bij brand!' wordt goed ontvangen door zorgorganisaties Werk verder aan de cultuuromslag binnen de brandweer Ontwikkel handvatten voor het continueren van GNBB door de zorg Denk na over een nieuw effect onderzoek 31 Bijlage 1 Schriftelijke vragenlijst 33 Bijlage 2 Gespreksleidraad interviews deelnemende zorginstellingen 45 Bijlage 3 Gespreksleidraad interviews projectleider en preventisten 49 Bijlage 4 Gespreksleidraad interviews niet-deelnemende zorginstellingen 53 Bijlage 5 Gedetailleerde uitkomsten van de interviews 57 Bijlage 6 Gedetailleerde resultaten vragenlijstonderzoek 65

5 5 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Samenvatting De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) heeft Consument en Veiligheid (CenV) gevraagd een proces- en effectevaluatie uit te voeren voor het project 'Geen nood bij brand!' (GNBB). Een onderzoek om vast te kunnen stellen of GNBB evidence based is. 'Geen nood bij brand!' 'Geen nood bij brand' is in de veiligheidsregio Gelderland-Midden ontwikkeld, met als einddoel om attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid te vergroten bij clienten, medewerkers en bestuurders van gezondheidsinstellingen. Het project is in uitgevoerd door de preventisten van het brandweerkorps Arnhem in diverse zorgorganisaties. Het uitgangspunt bij het bereiken van dit doel is het werken aan een andere relatie tussen brandweer en zorginstelling. In plaats van een situatie waarin de brandweer besluiten oplegt aan een zorginstellingen wordt met GNBB gestreeft naar; - een situatie waarin zorgorganisatie en brandweer samen kijken naar brandveiligheid. - een situatie waarin zowel medewerkers van zorginstellingen, als leidinggevenden en de directie zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid op het terrein van brandveiligheid. Concreet staat binnen 'Geen nood bij brand!' de veiligheidsexpeditie centraal. De preventist van de brandweer, medewerkers van de zorginstelling en cliënten maken gezamelijk een rondgang door de zorginstelling en registreren veilige en onveilige situaties. Na deze veiligheidsexpeditie bespreken ze hun bevindingen en wordt dit vastgelegd in een verslag met daarin aandachtspunten voor de zorginstelling. Daarnaast wordt gezamenlijk een ontruimingsoefening gedaan en bestaat de mogelijkheid om samen voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren. Binnen GNBB stimuleert de brandweer om gebruik te maken van een (per instelling op maat te maken) e-learning module voor de BHV-organisatie. Onderzoeksopzet In dit onderzoek hebben drie vragen centraal gestaan. Door middel van interviews met deelnemende zorgorganisaties, potentiële deelnemers, betrokken preventisten en de projectleider hebben we de aanpak geëvalueerd (focus op de eerste twee onderzoeksvragen / randvoorwaardelijke doelstellingen in hierna volgende figuur). Door middel van een vragenlijst onderzoek onder medewerkers en

6 6 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! leidinggevenden van deelnemende en niet-deelnemende organisaties hebben we het effect onderzocht (derde vraagstelling / hoofddoelstelling in onderstaand figuur). Leidt 'Geen nood bij Brand!' tot een samenwerkende / open houding van preventisten naar zorginstellingen? Leidt 'Geen nood bij Brand!' er toe dat binnen alle lagen van een zorgorganisatie structureel verantwoordelijkheden worden genomen op brandveiligheid? Leidt 'Geen nood bij brand!' tot een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstelling? (onder medewerkers en leidinggevenden) Conclusie 'Geen nood bij brand!' is een succes, en heeft de eerste belangrijke stap gezet richting een evidence based gedragsinterventie. De deelnemers die wij hebben geïnterviewd (voornamelijk facilitair managers): - zijn enthousiast over de opzet en aanpak. Ze hebben GNBB ervaren als een project waarin het gaat om samen te komen tot een brandveiliger situatie. Ze bemerken en waarderen een meer open en gelijkwaardige samenwerking (minder autoritaire, meer toegankelijke en adviserende brandweer); - ervaren een tijdelijke verhoging van het veiligheidsbewustzijn en zelfvertrouwen van medewerkers; - en geloven in een lange termijn effect indien activiteiten zoals expedities en ontruimingsoefeningen gecontinueerd worden. In die continuïteit zit een belangrijke crux. Uit zowel de interviews als het vragenlijstonderzoek blijkt dat 'Geen nood bij brand!' een project, een eenmalige activiteit, is. Door middel van het vragenlijstonderzoek hebben we, buiten een positieve verschuiving op het aantal brandoefeningen in 2011, geen significante verschuivingen kunnen vaststellen in attitude, bewustzijn en risicoperceptie van medewerkers van zorginstellingen met 'Geen nood bij brand!' ten opzichte van zorginstellingen zonder 'Geen nood bij brand!' Een verklaring hiervoor ligt in het feit dat 'Geen nood bij brand!' als project nog niet voldoende gecontinueerd is.

7 7 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Daarnaast spelen een aantal beperkende onderzoeksfactoren een rol in het niet kunnen vaststellen van significante verschillen tussen beide onderzoeksgroepen: - lage respons (er deden minder zorgorganisaties mee dan verwacht en deelnemende organisaties lieten minder medewerkers deelnemen aan onderzoek dan gewenst. Vanwege tijdsdruk of om beleidsredenen); - selectieve respons (mogelijk deden, binnen beide onderzoeksgroepen, alleen zorginstellingen mee die al veel belang hechten aan brandveiligheid); - sociaal wenselijkheid in de antwoorden ("natuurlijk vind ik brandveiligheid belangrijk en weet ik hoe te handelen"); - subjectieve waarneming van het eigen gedrag (het is menselijk om je eigen gedrag positiever in te schatten dan deze objectief gezien is). Aanbevelingen Dit project heeft geleid tot drie aanbevelingen: 1 Werk verder aan de cultuuromslag binnen de brandweer. Breng het huidige succes in de vernieuwde samenwerking, voorbij het project. 2 Ontwikkel handvatten voor het continueren van GNBB door de zorg. Er is nog een concrete ondersteuning (werkwijze / handvatten) voorhanden om te werken aan de lange termijn cultuur- en gedragsverandering. 3 Evalueer de verder ontwikkelde opzet van GNBB opnieuw, met daarbij aandacht voor het verhogen van de respons en de objectiviteit van het vaststellen van gedrag.

8

9 9 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Inleiding In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) heeft Consument en Veiligheid (CenV) een proces- en effectevaluatie uitgevoerd voor het project 'Geen nood bij brand!' (GNBB). 1.1 'Geen nood bij Brand!' een evidence based project 'Brandveilig Leven'? In het project 'Brandveilig leven' van de NVBR staat 'Community safety' centraal. De laatste jaren is de trend van de terugtredende overheid ingezet: steeds minder regelgeving, voornamelijk uit oogpunt van lastenverlichting. Zo komt ook de verantwoordelijkheid voor veiligheid duidelijker bij de burger te liggen. De burger moet zich echter wel bewust worden van deze verantwoordelijkheid. 'Community safety' vergroot de bewustwording bij burgers. Het is een paraplu waaronder alle activiteiten vallen om het veiligheidsbewustzijn en daarmee de brandveiligheid in de leefomgeving te verhogen. De brandweer is de specialist voor brandveiligheid en 'een sterk merk' om een ingang te krijgen richting burgers. Door middel van het project 'Brandveilig leven' wil de NVBR zicht krijgen op de mogelijkheden van community safety in Nederland. Het eindproduct moet onder andere een overzicht geven van goede initiatieven in ons land op het gebied van community safety (zogeheten 'best practices'), evenals aanbevelingen voor de implementatie van community safety binnen de brandweerkorpsen. Het doel is uiteindelijk om korpsen een handvat te bieden waarbij zij gebruik kunnen maken van evidence based initiatieven, ofwel projecten waarvan door middel van (wetenschappelijk) onderzoek is bewezen dat ze effectief zijn. 'Geen nood bij brand!' is mogelijk zo'n evidence based project. In voorliggend rapport worden de ervaringen met en de effectiviteit van dit initiatief beschreven. 1.2 Achtergrond van 'Geen nood bij brand!' 'Geen nood bij brand!' is een samenwerkingsproject tussen brandweerkorpsen en zorginstellingen om de brandveiligheid van zorginstellingen structureel te verbeteren. Aanleiding zijn cijfers uit 2007 waaruit blijkt dat er in dat jaar 1100 binnenbranden zijn geweest in zorginstellingen met een schade van 83 miljoen. De brandweer in de regio Gelderland-Midden heeft GNBB ontwikkeld, met als doel om kennis en bewustwording van brandveiligheid te vergroten bij clienten, medewerkers en bestuurders van gezondheidsinstellingen. Het uitgangspunt bij het bereiken van dit doel is het werken aan een andere relatie tussen brandweer

10 10 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! en zorginstelling. In plaats van een situatie waarin de brandweer besluiten oplegt aan een zorginstellingen wordt met GNBB gestreeft naar een situatie waarin zorgorganisatie en brandweer samen kijken naar brandveiligheid. De aanpak van GNBB laat zich als volgt omschrijven i : De brandweer en zorgorganisatie kijken samen waar de problemen liggen in de zorginstelling op het gebied van brandveiligheid en hoe deze kunnen worden opgelost. De aanpak van GNBB bestaat uit een veiligheidsexpeditie in de zorginstelling, de verslaglegging daarvan in concrete actiepunten, een gezamenlijke ontruimingsoefening en een e- learningsmodule. Tijdens de veiligheidsexpeditie maken de preventist van de brandweer, medewerkers van de zorginstelling en cliënten gezamelijk een rondgang door de zorginstelling en registreren veilige en onveilige situaties. Na deze veiligheidsexpeditie bespreken ze hun bevindingen en wordt dit vastgelegd in een verslag met daarin aandachtspunten voor de zorginstelling. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid van het gebruik van een (per instelling op maat te maken) e-learning module voor de BHV-organisatie. Deze module bevat situaties die zich in de eigen instelling kunnen voordoen. Met behulp van herkenbare beelden krijgt men inzicht in de consequenties die bepaalde keuzes hebben voor de brandveiligheid. 1.3 Doelstellingen en aanpak proces- en effectevaluatie 'Geen nood bij brand!' Samenvattend is het doel van GNBB het realiseren van een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording binnen alle lagen van een zorgorganisatie ten aanzien van brandveiligheid. Met als resultaat een toename van de brandveiligheid in zorginstellingen. Het gekozen middel van GNBB om dit te bereiken is een verandering in de samenwerkingsrelatie tussen brandweer en zorginstelling. Door middel van een procesevaluatie evalueren we in dit rapport in hoeverre de gewenste samenwerking tot stand is gebracht door GNBB. Een effectevaluatie laat zien in hoeverre er sprake is van een verbetering op brandveiligheid Procesdoelstellingen Het project GNBB kent twee belangrijke procesdoelen met betrekking tot de gewenste verandering in de samenwerking tussen brandweer en zorginstelling: 1 Voor het slagen van 'Geen nood bij brand!' (verbetering brandveiligheid / brandveiligheidsgedrag) is het van belang dat de preventisten van de brandweer het belang van het project inzien, er positief tegenover staan en in staat zijn om op een i Op basis van het projectvoorstel Geen nood bij Brand!, de instructiemap GNBB voor preventisten, de website en de projectbeschrijving op de website van de NVBR.

11 11 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! andere manier de dialoog met zorgorganisaties aan te gaan. Voor de brandweer is het van belang om te weten of deze verandering ook bij hun medewerkers heeft plaatsgevonden. 'Geen nood bij brand!' moet leiden tot een samenwerkende / open houding van preventisten naar zorginstellingen. 2 Het project 'Geen nood bij brand!' kan tevens alleen tot verbetering van brandveiligheid / brandveiligheidsgedrag leiden als zowel medewerkers van zorginstellingen, leidinggevenden en de directie het project ondersteunen en alle betrokkenen zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid op het terrein van brandveiligheid.'geen nood bij brand!' moet er toe leiden dat binnen alle lagen van een zorgorganisatie structureel verantwoordelijkheden worden genomen op brandveiligheid (en dat daarin een samenwerkende / open houding naar de brandweer is). De kwalitatieve procesevaluatie (interviews met deelnemers / betrokkenen bij GNBB) in dit rapport focust op bovenstaande twee doelen, de belangrijkste twee randvoorwaarden voor uiteindelijk effect. Daarnaast wordt in de evaluatie ook aandacht besteedt aan de mate waarin deelnemers / betrokkenen ervaren dat GNBB leidt tot gedragsverandering in de zorg. Hiermee wordt de procesevaluatie gebruikt om gevonden effecten (zie 1.3.2) of het gebrek daarvan goed te kunnen interpreteren en te kunnen achterhalen waarom de methodiek juist wel of niet succesvol is. Met de procesevaluatie wordt in kaart gebracht hoe en onder welke omstandigheden een methodiek wordt geïmplementeerd, bij wie de methodiek wel en bij wie de methodiek niet is aangekomen, en of de methodiek wordt begrepen en gewaardeerd wordt door betrokkenen. De procesevaluatie zal leiden tot een overzicht van succesvolle en minder succesvolle activiteiten/aanpakken en aanbevelingen voor verbetering van de methodiek en/of het implementatieproces Effectdoelstelling Het effectdoel van het project 'Geen nood bij brand!' kan als volgt worden omschreven: 'Geen nood bij brand!' moet er toe leiden dat er bij medewerkers, leidinggevenden en directieleden van zorginstellingen een positieve verschuiving is op attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstelling. Met als resultaat een brandveiliger zorginstelling. Een kwantitatieve effectevaluatie (vragenlijstonderzoek) richt zich specifiek op dit hoofddoel. Door middel van een vergelijking tussen deelnemende organisaties (aan GNBB) en niet-deelnemende organisaties wordt gekeken of er sprake is van (significante) verschillen in attitude, risicoperceptie en bewustwording onder medewerkers en leidinggevenden. De doelgroep directieleden is te klein om een effectmeting onder te verrichten, deze doelgroep wordt meegenomen in de procesevaluatie.

12 12 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! 1.4 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen richten zich op de twee randvoorwaardelijke doelen en het einddoel, zie onderstaand figuur. Leidt 'Geen nood bij Brand!' tot een samenwerkende / open houding van preventisten naar zorginstellingen? Leidt 'Geen nood bij Brand!' er toe dat binnen alle lagen van een zorgorganisatie structureel verantwoordelijkheden worden genomen op brandveiligheid? Leidt 'Geen nood bij brand!' tot een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstelling? (onder medewerkers en leidinggevenden) Specifieke subvragen die centraal staan in de effectevaluatie zijn: - Is er sprake van een positieve verschuiving op attitude ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstellingen die met GNBB werken ten opzichte van de zorginstellingen die niet met GNBB werken? - Is er sprake van een positieve verschuiving op risicoperceptie ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstellingen die met GNBB werken ten opzichte van de zorginstellingen die niet met GNBB werken? - Is er sprake van een positieve verschuiving op bewustwording ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstellingen die met GNBB werken ten opzichte van de zorginstellingen die niet met GNBB werken? De belangrijkste subvragen die met de procesevaluatie worden beantwoord zijn: - Is de doelgroep blootgesteld aan alle onderdelen? - Zijn alle activiteiten van de methodiek uitgevoerd zoals gepland? - Hoe worden alle activiteiten van de methodiek gewaardeerd door de doelgroep (en eventueel intermediairs)? - Zijn er neveneffecten te onderscheiden? - Wat zijn belemmerende/bevorderende factoren voor de implementatie van de methodiek? - Hoe is de relatie tussen de brandweer en de zorginstelling (hoe wordt deze ervaren? en is deze veranderd door GNBB?)

13 13 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de onderzoeksmethodiek van deze evaluatie beschreven. In de hoofdstukken daarna wordt ingegaan op de resultaten van de interviews / procesevaluatie (hoofdstuk 3) en het vragenlijstonderzoek (hoofdstuk 4). Beide hoofdstukken beginnen met een samenvattende paragraaf van de belangrijkste resultaten, vervolgens wordt hier gedetailleerder ingegaan. Overkoepelende conclusies en aanbevelingen worden beschreven in hoofdstuk 5.

14

15 15 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Methode Om het effect van 'Geen nood bij brand!' in kaart te brengen en de resultaten te kunnen interpreteren, zijn een proces- en een effectevaluatie uitgevoerd. De procesevaluatie is kwalitatief van aard. De effectevaluatie is deels kwantitatief en deels kwalitatief van aard. Het kwalitatieve gedeelte van deze evaluatie bestaat uit interviews; deze methodiek wordt verder toegelicht in paragraaf 2.1. Het kwantitatieve gedeelte van deze evaluatie bestaat uit vragenlijstonderzoek; de hiervoor toegepaste methodiek wordt verder toegelicht in paragraaf Kwalitatieve interviews Om effect van de methodiek 'Geen nood bij brand!' goed te kunnen interpreteren en te kunnen achterhalen waarom de methodiek juist wel of niet succesvol is, in combinatie met een effectevaluatie, een procesevaluatie uitgevoerd door middel van kwalitatieve interviews. In het onderzoek is voorafgaand een indeling gemaakt in vier verschillende type organisaties ten opzichte van deelname aan GNBB: 1 instellingen die nog niets doen met 'Geen nood bij brand!' (hier aangeduid als: t-1); 2 instellingen die al wel zijn gestart met 'Geen nood bij brand!', maar nog geen expeditie hebben ondernomen (hier aangeduid als: t0); 3 instellingen die gestart zijn met 'Geen nood bij brand!', en een expeditie met medewerkers hebben uitgevoerd hier aangeduid als: t1) 4 instellingen die gestart zijn met 'Geen nood bij brand!', een expeditie met medewerkers hebben uitgevoerd en waarbij er een verslag op directieniveau ligt (hier aangeduid als: t2) Methode Zoals in de inleiding van dit rapport toegelicht zijn er twee belangrijke randvoorwaarden voordat GNBB kan leiden tot gedragsverandering: - 'Geen nood bij brand!' moet leiden tot een samenwerkende / open houding van preventisten naar zorginstellingen. - 'Geen nood bij brand!' moet er toe leiden dat binnen alle lagen van een zorgorganisatie structureel verantwoordelijkheden worden genomen op brandveiligheid (en dat daarin een samenwerkende / open houding naar de brandweer is).

16 16 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Doel van de procesevaluatie is om bij betrokkenen te achterhalen in hoeverre GNBB, volgens betrokkenen, heeft geleid tot deze randvoorwaarden en tot uiteindelijke gedragsverandering. Met betrokkenen zijn we in gesprek gegaaan over hoe en onder welke omstandigheden 'Geen nood bij brand!' is geïmplementeerd, bij wie de methodiek wel en bij wie de methodiek niet is aangekomen, of de methodiek begrepen en gewaardeerd wordt door betrokkenen en wat het effect volgens de betrokkenen is geweest. Ook wordt expliciet ingegaan op de (veranderde) relatie tussen brandweer en zorginstelling. Bij de groepen t-1 en t-0 is het doel vooral om te kijken hoe op dit moment tegen brandveiligheid wordt aangekeken (attitude, risicoperceptie, bewustwording en huidige relatie met de brandweer) en de verwachtingen die zij hebben van 'Geen nood bij brand!' ii Er is gekozen voor individuele interviews onder betrokken partijen die hebben gewerkt met de methode. Voor de interviews is een gespreksleidraad gemaakt op de onderwerpen: 1 veiligheid / brandveiligheid algemeen, 2 proces van Geen nood bij brand en 3 het doel en effect van Geen nood bij brand. Deze gespreksleidraad is niet letterlijk gevolgd in de interviews. We hebben er voor gekozen om de respondenten zoveel mogelijk zelf te laten vertellen. De interviewer heeft de leidraad gebruikt om te checken of alle onderdelen aan bod kwamen en stuurde het gesprek naar onderdelen die nog niet aan bod waren gekomen of om verdere toelichting vroegen. Er zijn drie versies gemaakt van de gespreksleidraad: één voor de deelnemende organisaties, één voor de niet-deelnemende organisaties en één voor de projectleider / preventisten (zie bijlage 3 t/m 5) Respons Onder directieleden was het streven 9 interviews af te nemen, verspreid over de verschillende typen instellingen (t-1, t0, t1 en t2). Tevens was vastgesteld dat 6 contactpersonen/medewerkers van zorginstellingen (3 medewerkers uit t1 en 3 medewerkers uit t2 ) geïnterviewd zouden worden, 4 preventisten van de brandweer en de projectleider van 'Geen nood bij brand!'. Zie tabel 2 voor een overzicht van de vooraf vastgestelde interviews. ii In de uitvoering bleek dat alle ondervraagde organisaties al een rapportage van de expeditie hadden ontvangen en besproken (er waren dus geen t0 organisaties).

17 17 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Tabel 2.1 Vooraf vastgesteld aantal interviews t-1 t0 t1 t2 Interview directieleden Interview contactpersoon 3 3 van preventist in instelling Interview preventist 4 Projectleider GNBB Tabel 2.2 Definitief aantal interviews t-1 t0 t/m t2 Interview directieleden 2 5 Interview contactpersoon 7 van preventist in instelling Interview preventist 3 Projectleider GNBB In de praktijk bleek dat reeds alle geïnteresseerde contactpersonen het t2 niveau hadden bereikt (terwijl ze in het overzicht als t-1, to of t1 organisatie vastgesteld waren). Daarnaast bleken een aantal contactpersonen van de preventist ook namens de directie te kunnen spreken (de directie gaf ofwel aan daar niet zelf tijd voor te maken ofwel de contactpersoon maakt deel uit van de directie), deze contactpersonen zijn geclassificeerd als "contactpersoon van preventist". Uiteindelijk is binnen de deelnemende groep gesproken met 5 directieleden (allemaal niet rechtstreeks betrokken geweest bij de uitvoer van GNBB, wel op de hoogte van de start en min of meer van de resultaten). Eén van deze interviews is telefonisch gedaan, de overige face to face. Er zijn 7 interviews gehouden met contactpersonen van de preventisten, waarvan twee telefonisch. Er is gesproken met de projectleider en 3 preventisten. De vierde preventist waarmee een interview was ingepland was verhinderd. Binnen de niet-deelnemende groep (t-1) is gesproken met twee 'hoofden' facilitaire dienst. Eén interview face to face, één telefonisch.

18 18 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! 2.2 Kwantitatief vragenlijstonderzoek Door middel van een vragenlijstonderzoek worden de attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid binnen de zorginstellingen in kaart gebracht Vragenlijst Het vragenlijst onderzoek is uitgezet onder leidinggevenden en medewerkers. Directieleden en preventisten is naar het effect van GNBB gevraagd in individuele interviews (tegelijk met de procesevaluatie zie 2.1). De cliënten, die ook een rol spelen binnen 'Geen nood bij brand!', worden in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Aan clienten kan gevraagd worden welk gedrag en welke gedragsveranderingen zij hebben waargenomen ten aanzien van brandveiligheid. Omdat cliënten nog niet structureel betrokken worden binnen GNBB en vanwege budgettaire redenen is onderzoek onder cliënten niet opgenomen. Medewerkers en leidinggevenden vormen de grootste groepen. Deze zijn door middel van kwantitatief vragenlijstonderzoek bevraagd. Dit biedt de mogelijkheid om uitspraken te doen die gebaseerd zijn op een groter aantal medewerkers dan bij interviews. Bij de analyse wordt geen onderscheid gemaakt tussen leidinggevenden en medewerkers, deze worden als één groep 'zorgmedewerkers' bestudeerd. De vragenlijst die is voorgelegd aan zorgmedewerkers en leidinggevenden is terug te vinden in bijlage 1 van deze rapportage. Voor elke vraag is hierin ook aangegeven wat de vraag beoogd te meten (dit was uiteraard niet zichtbaar voor respondenten die de vragenlijst voorgelegd kregen). De attitude werd gemeten door te vragen naar het belang van brandveiligheid ten opzichte van andere veiligheidsonderwerpen in de zorg (prioritering). Daarnaast werd een aantal stellingen voorgelegd over de manier waarop zorgmedewerkers zelf, en de andere mensen in hun zorginstelling, omgaan met brandveiligheid tijdens het werk (gepercipieerde verantwoordelijkheid, aandacht en bespreekbaarheid). Bewustwording/ bewustzijn van zorgmedewerkers en leidinggevenden ten opzichte van brandveiligheid in het dagelijks werk, werd gemeten door te vragen naar de mate waarin men stil staat bij brandgevaarlijke situaties tijdens het werken, zoals bijvoorbeeld het brandgevaar bij het gebruik van kaarsen of apparatuur. Ook werd gevraagd naar kennis rond brandgevaarlijke situaties, zoals de taak in het ontruimingsplan en de plek van de brandmelder. Daarnaast werd bewustwording gemeten door te vragen naar de mate waarin er over brandveiligheid gecommuniceerd wordt binnen de zorginstelling. De risicoperceptie werd gemeten door zorgmedewerkers en leidinggevenden de kans te laten inschatten dat een bepaalde brandgevaarlijke situatie zich voordoet op een schaal van 0 (geen enkele kans) tot 10 (hele grote kans).

19 19 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Werving respondenten Werving heeft plaatsgevonden uit naam van de NVBR. Vanuit het projectteam zijn adressen van zorginstellingen en contactpersonen verzameld. Door middel van een brief en werden de directies van, en contactpersonen bij, de betreffende zorginstellingen uitgenodigd tot deelname aan dit onderzoek. Vervolgens werden zij telefonisch benaderd door Consument en Veiligheid. Bij akkoord tot deelname, werd hen een digitale vragenlijst toegestuurd die zij intern verder verspreidden onder zorgmedewerkers. Daarnaast werd met een aantal van hen een afspraak gemaakt voor een interview (voor kwalitatieve interviews zie paragraaf 2.2) Steekproefomvang vragenlijstonderzoek Evenals voor de procesevaluatie zijn vooraf 4 typen zorginstellingen gedefinieerd: 1 instellingen die nog niets doen met 'Geen nood bij brand!' (hier aangeduid als:t-1); 2 instellingen die al wel zijn gestart met 'Geen nood bij brand!', maar nog geen expeditie hebben ondernomen (hier aangeduid als: t0); 3 instellingen die gestart zijn met 'Geen nood bij brand!', en een expeditie met medewerkers hebben uitgevoerd hier aangeduid als: t1); 4 instellingen die gestart zijn met 'Geen nood bij brand!', een expeditie met medewerkers hebben uitgevoerd en waarbij er een verslag op directieniveau ligt (hier aangeduid als: t2). Wat betreft de effectevaluatie onder medewerkers/ leidinggevenden (vragenlijst) was het streven bij elke van deze typen zorginstellingen minimaal 150 ingevulde vragenlijsten te realiseren. Op die manier is de omvang van de steekproef voldoende groot om uitspraken te kunnen doen over verschillen tussen de groepen. De eerste groep (instellingen die nog niets doen met 'Geen nood bij brand!') wordt daarbij als een alternatief voor een 0-meting beschouwd, om te kunnen kijken wat de uitgangsniveaus zijn op attitude, bewustzijn en risicoperceptie bij instellingen die nog niet met de methodiek werken en of er sprake is van een verschil met de instellingen die wel met de methodiek werken. In de praktijk bleek de respons bij de zorginstellingen, ondanks herhaaldelijke reminders via en telefoon, een stuk lager dan de aantallen waarin tijdens de onderzoeksopzet mee werd gerekend. Respondenten gaven aan dat zij zelf of hun werknemers geen tijd hadden voor deelname aan het onderzoek, of dat deelname niet paste in het beleid van de zorginstelling. De verwachting was dat meer deelnemende organisaties aan 'Geen nood bij brand!' het belang van deze evaluatie zouden inzien en daar ook tijd voor zouden maken. Een overzicht van de gerealiseerde te opzichte van beoogde respons is te zien in tabel 2.3.

20 20 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Tabel 2.3 Respons vragenlijstonderzoek Zorginstellingen (zorglocaties) zonder Geen nood Bij brand Zorginstellingen (zorglocaties) met Geen nood Bij brand Aantal zorginstellingen 13 (aantal zorglocaties 25 (48 zorglocaties) aangeschreven door NVBR onbekend) Aantal zorginstellingen 12 (aantal zorglocaties 13 (33 zorglocaties) die telefonisch instemde tot deelname onbekend) Aantal daadwerkelijk 6 (aantal zorglocaties 9 (26 zorglocaties) deelnemende zorginstellingen onbekend) Aantal verwachtte 180 (minimaal 30 per 780 (30 per zorglocatie) ingevulde vragenlijsten (30 per zorglocatie) zorginstelling) Aantal gerealiseerde ingevulde vragenlijsten % respondenten met 30% 34% leidinggevende taken % respondenten dat wel eens een brand heeft meegemaakt in een zorginstelling tijdens het werk 30% 15% Naast de lage respons bleek -tijdens de interviews- dat de geinterviewde instellingen die waren aangeschreven in conditie t0 of t1 inmiddels waren doorgestroomd naar t2. Daarom is besloten de onderzoekscondities t0 t/m t2 samen te voegen. In deze rapportage van het vragenlijstonderzoek wordt dus onderscheid gemaakt tussen twee onderzoekscondities: 1 Instellingen die (nog) niets doen met Geen nood Bij brand! (hierna: 'Instellingen zonder GNBB'); 2 Instellingen die bezig zijn met 'Geen nood bij brand!' (hierna; 'Instellingen met GNBB'). Binnen deze eerste groep (instellingen zonder GNBB) zijn er 74 medewerkers van zorginstellingen die de vragenlijst hebben ingevuld. Binnen de tweede groep (instellingen met GNBB) zijn er 55 medewerkers van zorginstellingen die de vragenlijst hebben ingevuld (zie ook tabel 2.3). Een mogelijk belangrijke factor voor gedragsverandering ten aanzien van brandveiligheid, naast het meedoen aan GNBB, is het meemaken van een brand. Daarom wordt hier bij de resultaten in hoofdstuk 4 apart naar gekeken (zie 4.2).

21 21 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Interpretatie van de gevonden resultaten In deze rapportage worden de resultaten van beide onderzoeksgroepen weergegeven. De verschillen tussen beide groepen zijn vastgesteld aan de hand van statistische toetsen (chi-kwadraattoets, t-toets). Op die manier kan worden vastgesteld of de methodiek GNBB effecten heeft opgeleverd en dus als evidencebased methodiek kan worden bestempeld. Uit de resultaten (zie hoofdstuk 4) blijkt dat de gevonden verschillen klein zijn en daar waar verschillen zijn, ze niet als significant aangemerkt kunnen worden (uitzondering is dat er meer ontruimingsoefeningen plaatsvinden in zorgorganisaties met GNBB). Dit wil echter niet zeggen dat GNBB niet effectief is. Er moet rekening gehouden worden met een aantal beperkende factoren van de opzet en uitvoering van dit onderzoek: - Door de beperkte gerealiseerde steekproefomvang, zal pas bij relatief grote verschillen sprake zijn van statistisch aantoonbaar ('significant') verschil. - Daarnaast moet bij deze vorm van effectevaluatie bij de interpretatie rekening worden gehouden dat een bepaalde mate van sociale wenselijkheid in de antwoorden kan doorklinken. Bij sociale wenselijkheid gaat het er om dat men de vragenlijst wellicht net wat positiever invult dan de werkelijke ervaring. Dit is in dit onderzoek zo veel mogelijk uitgesloten door te benadrukken dat de vragenlijst anoniem is en niet te herleiden naar personen of organisaties. We gaan er daarnaast vanuit dat, ondanks de mogelijkheid tot een bepaalde mate van sociale wenselijkheid in de antwoorden, relatieve verschillen tussen de onderzoekscondities nog steeds goed vast te stellen zijn. - Met vragenlijstonderzoek wordt kennis en gedrag gemeten door middel van zelfrapportage van de respondent. Daarbij moet er rekening worden gehouden dat respondenten hun eigen kennis en gedrag niet objectief kunnen beoordelen. Ze denken bijvoorbeeld dat ze bepaalde zaken weten en dat ze bepaald gedrag vertonen, in werkelijkheid is dat mogelijk anders. Dit is een nadeel van vragenlijst onderzoek ten opzicht van bijvoorbeeld onderzoek door middel van observaties (waarin gedrag objectiever in kaart kan worden gebracht). - Er moet rekening worden gehouden met een bepaalde mate van selectieve respons. Bij selectieve respons gaat het om de mogelijkheid dat (binnen beide onderzoeksgroepen) vooral de zorginstellingen die veel belang hechten aan brandveiligheid de moeite hebben genomen om mee te doen aan dit onderzoek. De steekproef zal dan niet een volledig representatief beeld geven van de attitude, bewustzijn en risicoperceptie bij de gemiddelde zorginstelling zonder GNBB. Wat ertoe bijdraagt dat er moeilijker een (significant) verschil gemeten kon worden. - Tot slot was het aantal respondenten dat wel eens een brand heeft meegemaakt in een zorginstelling onevenwichtig verdeeld over beide onderzoeksgroepen (een hoger % in de groep 'Zonder GNBB'). Dit heeft mogelijk een positiever beeld gegeven over het brandveiligheidsgedrag in deze groep. Dit heeft er mogelijk toe bijgedragen dat er moeilijker een (significant) verschil gemeten kon worden.

22

23 23 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Resultaten interviews In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van de interviews weergegeven. De gebruikte vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlagen 2, 3 en 4. In bijlage 5 worden de resultaten in detail beschreven. Door middel van de interviews, de procesevaluatie, hebben we achterhaald of 'Geen nood bij brand!' volgens betrokkenen leidt tot: 1 een samenwerkende / open houding van preventisten naar zorginstellingen; 2 het structureel nemen van verantwoordelijkheden binnen alle lagen van een zorgorganisatie; 3 een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid bij medewerkers en leidinggevenden binnen de deelnemende zorgorganisatie. Hieronder in drie paragrafen de antwoorden op deze drie punten op basis van de interviews. 3.1 GNBB leidt tot een betere, meer open en gelijkwaardige samenwerking Aan de deelnemers van GNBB die we gesproken hebben, hebben we de vraag gesteld wat volgens hun het doel is van GNBB. De meeste respondenten noemen in de doelstelling, zoals zij die zich herinneren, het woord "samen". Met elkaar komen tot een brandveiliger situatie is waar GNBB volgens hun om te doen is. Geen autoritaire brandweer, maar een toegankelijke en adviserende brandweer. Die doelstelling is gehaald volgens de respondenten. In de praktijk kunnen hierin nog wel de puntjes op de i gezet worden, zeggen zowel de preventisten als de deelnemende zorgorganisaties. De wens van de respondenten is echter vooral om die houding verder uit te breiden voorbij het project 'Geen nood bij brand!' Ofwel dat die houding er ook is bij de vergunningsverlening of overleg over nieuwbouw of de organisatie van een evenement. Een open opstelling van beide kanten is constructief volgens de respondenten. Door samen te kijken en te werken aan veiligheid kan de veiligheid daadwerkelijk verbeteren. Een samenwerking die gebaseerd is op controleren en regels uitvoeren leidt alleen tot schijnveiligheid, zeggen de respondenten. GNBB is een succes dus op dit punt. Respondenten die nog niet werken met GNBB willen puur op deze doelstelling graag met hun brandweerkorps ook op

24 24 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! deze open wijze werken aan brandveiligheid. Op basis van dit onderzoek kunnen we zeggen dat de zorg op GNBB zit te wachten. 3.2 GNBB is nog niet geborgd in zorginstellingen Het project 'Geen nood bij brand!' is vervolgens succesvol als zowel medewerkers van zorginstellingen, leidinggevenden en de directie structureel verantwoordelijkheden nemen op brandveiligheid. Uit de interviews komt naar voren dat GNBB nog niet zo ver is. Het wordt door respondenten vooral gezien als 'een project van de brandweer'. En het project omhelst volgens veel respondenten de expeditie en de verslaglegging daarvan. Respondenten ervaren dus dat ze hebben meegewerkt aan een (eenmalig) project van de brandweer. Ze ervan niet dat ze door deelname aan GNBB structureel op weg zijn om gedragsverandering op brandveiligheid te bereiken. Sommige erkennen dat ze het nu zelf moeten gaan oppakken, andere niet. Degene die er vervolg aan willen geven hebben dat echter nog niet of nauwelijks gedaan. GNBB heeft dus nog geen bijdrage geleverd aan een verandering in het structureel nemen van verantwoordelijkheden binnen alle lagen van een zorgorganisatie. Daarvoor is het enerzijds nog te vroeg, anderzijds vraagt dat om een structurele samenwerking en handvatten. 3.3 GNBB zal op termijn bijdragen aan gedragsverandering De respondenten voorzien dat een open en gelijkwaardige samenwerking in de toekomst zal leiden tot een hoger veiligheidsniveau. Voor effecten op gedrag is het nu nog te kort dag zeggen ze. Ze merken dat GNBB bijdraagt aan een tijdelijke verhoging van het veiligheidsbewustzijn en zelfvertrouwen van medewerkers. Alleen door activiteiten te continueren kan een langer termijn effect gerealiseerd worden. Voor de continuering is een blijvende samenwerkende houding nodig van beide partijen. Uiteindelijk is het de zorgorganisatie zelf die verantwoordelijk is voor de veiligheid (zeggen beide partijen). Dat betekent dat de zorgorganisatie bepalend is in de mate waarin GNBB gecontinueerd en geborgd wordt. Uit de interviews blijkt de afhankelijkheid van de zorgorganisatie bij het behalen van resultaten. De zorgorganisatie bepaalt uiteindelijk of medewerkers en cliënten meegaan op de expeditie (dat gebeurt niet overal), wat er met de resultaten van de expeditie gebeurt (of het leidt tot effect op gedrag bij betrokkenen) en of de expeditie gecontinueerd wordt.

25 25 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Resultaten vragenlijstonderzoek Op basis van de uitkomsten van de interviews kunnen we concluderen dat het nog te vroeg is om een effectmeting te doen (hoofdstuk 3). GNBB blijkt daarvoor nog te weinig geborgd te zijn in zorgorganisaties. Desondanks hebben we door middel van vragenlijst onderzoek achterhaald in welke mate GNBB op dit moment leidt tot: een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid bij medewerkers en leidinggevenden binnen de deelnemende zorgorganisatie. We hebben deelnemende organisaties aan 'Geen nood bij brand!' op deze drie punten vergeleken met niet-deelnemende organisaties. Zoals op grond van de interviews te verwachten was en door de beperkende onderzoeksfactoren (zie 2.2.4) hebben we geen positieve verschuivingen aantoonbaar kunnen maken. In bijlage 6 worden de resultaten in detail beschreven. Wél hebben we door dit onderzoek de huidige attitude, risicoperceptie en bewustwording in kaart gebracht en daarmee inzicht in de belangrijkste aandachtspunten. Dit heeft geleidt tot een aantal aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van GNBB. Deze aanbevelingen volgen in dit hoofdstuk onderverdeeld naar attitude, risicoperceptie en bewustwording. 4.1 Attitude: verhoog de structurele aandacht voor brandveiligheid De attitude van zorgmedewerkers ten opzichte van brandveiligheid werd in kaart gebracht door hen te vragen naar het belang van brandveiligheid ten opzichte van andere veiligheidsonderwerpen in de zorg. Daarnaast werden aan de zorgmedewerkers een aantal stellingen voorgelegd over de manier waarop zij zelf, en de mensen in hun directe omgeving, omgaan met brandveiligheid tijdens het werk. Over het geheel genomen (beide onderzoeksgroepen) valt op dat het uitgangsniveau op attitude bij de ondervraagde zorgmedewerkers al vrij positief is: brandveiligheid is voor een meerderheid van de zorgmedewerkers van belang tijdens hun werk; de meerderheid voelt zich ook medeverantwoordelijk voor de brandveiligheid op de zorglocatie. Er valt echter nog wel iets te winnen op attitude, met name op de structurele aandacht voor brandveiligheid: - nog lang niet alle zorgmedewerkers ervaren van hun leidinggevende voldoende ruimte om aandacht te besteden aan brandveiligheid (29% van de respondenten in organisaties met GNBB); - een aanzienlijk deel van de zorgmedewerkers geeft aan in 2011 niet betrokken te zijn geweest bij activiteiten rond brandveiligheid (van de respondenten in

26 26 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! organisaties met GNBB heeft 38% geen informatie, voorlichting of instructie ontvangen en 62% de resultaten van de expeditie niet gezien of besproken); - Een ruime meerderheid van de zorgmedewerkers geeft aan dat er binnen hun zorginstelling niet continu aandacht is voor brandveiligheid. Opvallend in dit onderzoek is dat 60% van de respondenten uit de organisaties met GNBB niet van dit project gehoord hadden. Na een korte toelichting gaven zij aan dat de methodiek volgens hen invloed heeft op de manier waarop binnen de zorginstelling en door hen zelf met brandveiligheid wordt omgegaan. 4.2 Attitude: blijf binnen GNBB ontruimingsoefeningen doen Zorgmedewerkers van instellingen met GNBB hebben vaker aangeven een ontruimingsoefening te hebben gehad in Dit zegt niet direct iets over de persoonlijk attitude van de zorgmedewerker, maar wel iets over de positieve attitude ten opzichte van het belang van brandveiligheid binnen de instelling als geheel. Een belangrijk resultaat van GNBB. Uit het vragenlijstonderzoek blijkt tevens dat -los van het feit of men werkt bij een instelling met of zonder GNBB- persoonlijke ervaring van een zorgmedewerker met brand in een zorginstelling een statistisch positieve verschuiving te weeg brengt op een aantal aspecten van attitude en bewustzijn bij zorgmedewerkers. Hieruit valt op te maken dat wanneer men zelf ervaring opdoet met de risico's, dit het sterkst beklijft. Dit pleit voor brand- en ontruimingsoefeningen, waarin de werkelijkheid van een risicosituatie benaderd wordt. 4.3 Bewustwording/ bewustzijn: sta vaker stil bij brandveiligheid Bewustwording/ bewustzijn van zorgmedewerkers ten opzichte van brandveiligheid in het dagelijks werk, werd in kaart gebracht door hen te vragen naar de mate waarin zij stil staan bij brandgevaarlijke situaties tijdens het werken, hun kennis rond brandgevaarlijke situaties, en de mate waarin er over brandveiligheid gecommuniceerd wordt met collega's, leidinggevenden en cliënten. Hieruit komt naar voren dat er op een aantal aspecten van bewustwording nog wel wat te winnen valt bij zorgmedewerkers, door vaker stil te staan of aandacht te geven aan brandveiligheid: - Zorgmedewerkers staan relatief minder vaak stil bij het brandgevaar bij volle prullenbakken, de bereikbaarheid van zorginstellingen door de hulpverlening en het gevaar van openstaande brand- en rookafscheidingen; - Zorgmedewerkers zijn relatief onbekend met de plaats van de brandkranen en de plaats van de evacuatiemiddelen zoals een evacmatras. Hierbij moet wel als kanttekening worden geplaatst dat wellicht niet alle zorginstellingen werken met dit soort evacuatiemiddelen;

27 27 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! - De onderlinge communicatie binnen de zorginstelling over brandveiligheid zou nog geïntensiveerd kunnen worden: het gaat dan om het bevorderen van de bespreekbaarheid van het onderwerp. Zorgmedewerkers bespreken het onderwerp vaker met collega's dan met leidinggevenden. Een officiële melding doet men niet vaak. 4.4 Risicoperceptie: verhoog kennis over belangrijke risicofactoren De risicoperceptie van zorgmedewerkers ten opzichte van brand, werd gemeten door zorgmedewerkers de kans te laten inschatten dat een bepaalde brandgevaarlijke situatie zich voordoet op een schaal van 0 (geen enkele kans) tot 10 (heel grote kans). De gemiddelde risico-inschatting van de kans op brand in verschillende situaties (zoals bij het gebruik van apparatuur, of bij een verbouwing, etc.) verschilt niet veel van elkaar: men schat het risico op de schaal van 0 tot 10 steeds in rond de 4 à 5; oftewel een redelijke kans maar niet al te groot. De kans dat er brand ontstaat bij het gebruik van verlengsnoeren scoort relatief nog het hoogst onder zorgmedewerkers, en de kans dat er brand ontstaat door een lamp in combinatie met een stoffen oppervlak relatief net wat lager. Wanneer er wordt gevraagd naar de risico-inschatting dat brand escaleert door verschillende redenen, dan schatten de zorgmedewerkers de kans dat een brand escaleert doordat er te weinig personeel is om de brand tijdig onder controle te krijgen relatief hoog in ten opzichte van andere oorzaken zoals onwetend handelen of openstaande brand- en rookscheidingen. In relatie tot werkelijke risico's (volgens de brandweer) schatten medewerkers de kans op brand door roken en door verbouwingen / klussen te laag in.

28

29 29 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! Conclusie en aanbevelingen 'Geen nood bij brand!' is een succes, maar nog niet evidence based. Dat is samengevat de hoofdconclusie van dit onderzoek. In dit hoofdstuk lichten we deze conclusie toe en gaan we vooral in op onze aanbevelingen aan de NVBR om 'Geen nood bij brand!' verder te ontwikkelen. 5.1 'Geen nood bij brand!' wordt goed ontvangen door zorgorganisaties Met dit onderzoek hebben we aangetoond dat GNBB de eerste belangrijke stap heeft gezet richting een evidence based gedragsinterventie. De deelnemers die wij hebben geïnterviewd (voornamelijk facilitair managers) : - zijn enthousiast over de opzet en aanpak. Ze hebben GNBB ervaren als een project waarin het gaat om samen te komen tot een brandveiliger situatie. Ze bemerken en waarderen een meer open en gelijkwaardige samenwerking (minder autoritaire, meer toegankelijke en adviserende brandweer); - ervaren een (tijdelijke) verhoging van het veiligheidsbewustzijn en zelfvertrouwen van medewerkers; - en geloven in een lange termijn effect indien activiteiten zoals expedities en ontruimingsoefeningen gecontinueerd blijven. In die continuïteit zit een belangrijke crux. 'Geen nood bij brand!' is nog teveel een project, een eenmalige activiteit. Dit blijkt uit de interviews, waarin respondenten aangeven dat ze op verzoek van de brandweer aan een project hebben meegedaan. Het komt tevens sterk naar voren uit het vragenlijstonderzoek. Van de ondervraagde medewerkers in organisaties die meegedaan hebben met GNBB wist 60% daar niets van. Zij hebben bijvoorbeeld geen expeditieverslag gezien of besproken. Ondanks dat ze GNBB niet hebben meegekregen geloven ook zij (op basis van een korte toelichting over GNBB) er in dat deze interventie een positieve bijdrage kan leveren aan brandveiligheid. 5.2 Werk verder aan de cultuuromslag binnen de brandweer In de praktijk gaat 'Geen nood bij brand!' volgens de betrokkenen niet direct over positieve verschuivingen in het gedrag van mensen. Op basis van de interviews en mede op basis van de vragenlijst lijkt het gedrag, of in ieder geval de intentie, positief. Men wil in zorginstellingen werken aan brandveiligheid en men ziet het ook als hun eigen taak om het gebouw, de installatie en de organisatie op orde te

30 30 Effect- en procesevaluatie van Geen Nood Bij Brand! hebben. Dat gedrag binnen zorgafdelingen daarbij een belangrijke rol speelt wordt unaniem erkend. Deelnemende organisaties vinden het plezierig (en toekomstige organisaties zouden het plezierig vinden) dat de brandweer hen bij hun taakt helpt. In plaats van te controleren en sancties op te leggen en daarmee zorgorganisaties in onzekerheid te laten of en wanneer ze het goed hebben geregeld. Een autoritaire brandweer houdt een ad hoc cultuur (snel even alles schijnbaar in orde maken) in stand. Terwijl een open brandweer zorgt voor een belangrijke basis waarbinnen de veiligheid op organisatie- / gedragsniveau daadwerkelijk verbeterd kan worden. In de praktijk wordt GNBB ervaren als een project waarin het gaat om samen te werken aan brandveiligheid. Dit onderzoek laat zien dat GNBB binnen het korps in Arnhem heeft geleid tot een cultuuromslag. GNBB is een succes gebleken op de doelstelling een meer open / gelijkwaardige samenwerking te creëren tussen brandweer en zorginstelling. Er zijn echter op dit vlak nog wel puntjes op de i te zetten. In de praktijk van GNBB blijkt dat er meningsverschillen tussen de zorgorganisatie en de brandweer niet helemaal opgelost worden en dat de brandweer zichzelf soms tegenspreekt (zie bijlage 5 voor concrete voorbeelden). De belangrijkste volgende stap is volgens de betrokken zorginstellingen dat de cultuuromslag voorbij 'Geen nood bij brand!' gaat. Dat wil zeggen dat zorginstellingen altijd op een open samenwerkende houding van de brandweer kunnen rekenen (ongeacht of ze nu een expeditie willen doen, een voorlichtingsavond willen organiseren, een ontruimingsoefening willen doen, een gebruiksvergunning aanvragen of een evenement willen organiseren). Onze aanbeveling is om 'Geen nood bij brand!' verder te ontwikkelen als een werkwijze / cultuuromslag van de brandweer. Een klantgerichte brandweer die (zorg)organisaties altijd op weg helpt en ondersteunt bij het verhogen van de veiligheid (dus niet alleen binnen de kaders van GNBB). En daarmee dus meewerkt aan het verbeteren van de veiligheidcultuur in de zorg. Een brandweer die: - praktisch meedenkt (laat zien dat ze de zorg begrijpt en de wet kan toepassen op de praktijk); - op een prettige (voorlichtende, niet belerende) manier invulling geeft aan praktische activiteiten waarmee ze de (zorg)organisatie ondersteunen in het behalen van de beleidsdoelen; - de verantwoordelijkheid bij de (zorg-) organisatie houdt.

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'!

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid binnen de zorginstelling Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Geen Nood Bij Brand!

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014 Meten van Resultaat Carine van Schie 22 april 2014 Outline 1 Onderzoek 2 Gedragsverandering 3 Resultaat en (effect) metingen 4 Vragenlijst 5 Observatie 6 Respondenten 7 Analyse Onderzoek: Wat wil je weten

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet)

Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet) Evaluatie participatieproces Afdeling 8a APV Hof van Twente (para commerciële bepalingen Drank- en Horecawet) November 2013 Evaluatie participatieproces Drank- en Horecawet De raad heeft op 23 april 2013

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Hondenbeleid Deventer Eindmeting Hondenbeleid Deventer Eindmeting Januari 2011 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jasper Baks Telefoonnummer : 694229 Mail : jr.baks@deventer.nl Strategische Ontwikkeling 1 Inhoud Algemene samenvatting

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Uitgevoerd door de Wetenschapswinkel van de Universiteit Twente Laura van Neck December 2015 1 Colofon Onderzoek uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Universiteit Twente

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...

Nadere informatie

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

Rapportage resultaten enquête project derdengelden Rapportage resultaten enquête project derdengelden Inleiding De verplichting om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen De samenvatting van de interventie Genieten aan tafel die in zorginstellingen is uitgevoerd,

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Netwerkdag 27 april 2011 Rob Frek Portefeuillehouder verantwoordelijkheidsverdeling en veiligheidsbewustzijn Directeur

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector 6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector Hoe kun je dienstverleners het beste betrekken bij klantonderzoek? Ik ben de afgelopen jaren onder de indruk geraakt van een specifieke vorm van 3 e generatie

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept Rapportage voor Saffier De Residentiegroep Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept 24 februari 2015 Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorg-

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen Notitie Informatie BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen 1 In de vergadering van 27 september 2013 heeft het AB zijn goedkeuring gegeven aan het Jaarverslag Brandveilig Leven 2012 2013. Activiteiten voor

Nadere informatie

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron Rapportage Cliëntraadpleging Novadic-Kentron April 2018 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen... 3 1 Inleiding... 4 2 Werkwijze... 5 2.1 Opzet... 5 2.2 Coördinatie en uitvoering... 5

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies 26 juni 2013 > Samenvatting 2 > Conclusies 5 1 Samenvatting en conclusies Deze samenvatting en conclusies komen uit het

Nadere informatie

Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris

Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris 0 Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris Bron: GGD IJsselland Bron: Gemeente Olst-Wijhe Bron: GGD IJsselland Leandra Schaapman GGD IJsselland Juni 0 Inleiding De methode Gezond en

Nadere informatie

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens Vergelijking resultaatmeting 2002 3 AKK co-innovatie-programma s Toegevoegde waarde varkensvleesketens Professionalisering van de biologische afzetketen Duurzame Agro Food Ketens Wissenraet & Van Spaendonck

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Rapportage cliëntervaringsonderzoek Rapportage cliëntervaringsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga december 2017 www.triqs.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leeswijzer... 4 Methode... 5 Uitkomsten meting... 6 Samenvatting...

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014 Burgerparticipatie in de openbare ruimte Juni, 2014 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 0570-693317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Kader

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Demo Advies B.V. Klantenaudit Rapport meetjaar 2010. Beoordelingsrichtlijn Kwaliteitseisen UWV. 21 juni 2011. DNV Team Leader J.H.B.

Demo Advies B.V. Klantenaudit Rapport meetjaar 2010. Beoordelingsrichtlijn Kwaliteitseisen UWV. 21 juni 2011. DNV Team Leader J.H.B. Klantenaudit Rapport meetjaar 2010 Beoordelingsrichtlijn Kwaliteitseisen UWV 21 juni 2011 DNV Team Leader J.H.B. Zant Audit Team J.H.B. Zant Project Nr. 313669 Form Template VM-ARM 08-2008 (r3) Pagina

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017 Gemeente Ommen Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 28 juli 2017 DATUM 28 juli 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076)

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

NV schade is goed beoordeeld in 2014 Samenvatting KTO NV schade 2014 24 maart 2015

NV schade is goed beoordeeld in 2014 Samenvatting KTO NV schade 2014 24 maart 2015 NV schade is goed beoordeeld in 2014 Samenvatting KTO NV schade 2014 24 maart 2015 Situatie en centrale vraagstelling Onderzoek naar de tevredenheid en loyaliteit van werkgevers en werknemers NV schade

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Flitspeiling plastic tasjes

Flitspeiling plastic tasjes Flitspeiling plastic tasjes Rapportage flitspeiling plastic tasjes 17 mei 2016 Inhoudsopgave Voorwoord Management summary Resultaten Kennis maatregel Reclamebekendheid Beoordeling reclame Gedrag n.a.v.

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN - eindrapport - dr. M. Witvliet Y. Bleeker, MSc Regioplan Jollemanhof 8 09 GW Amsterdam Tel.: + (0)0 5 5 5 Amsterdam,

Nadere informatie

Analyse WMO thuiszorg

Analyse WMO thuiszorg 2017 Analyse WMO thuiszorg DAT 6-3-2018 Pagina 1 van 8 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Uitkomsten van de PMO... 4 3. Conclusies... 9 Bijlage(n)... 10 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Één keer in de twee jaar zijn

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014 Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten

Nadere informatie

Burgerpanel Wijdemeren

Burgerpanel Wijdemeren BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING 3 2019 DORPENBELEID Gemeente April-mei 2019 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon.

Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon. Implementeren van een zorginnovatie. Heel gewoon. zorgvannu.nl Innoveren in de zorg, dat is heel erg zorg van nu. Het kan zelfs zo zijn dat wat je collega innovatief vindt, jij als dagelijkse routine ziet,

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Samenvatting 1-meting en vergelijking met 0-meting DuurSaam Houten - Tevredenheid professionals zorg en ondersteuning ouderen

Samenvatting 1-meting en vergelijking met 0-meting DuurSaam Houten - Tevredenheid professionals zorg en ondersteuning ouderen Samenvatting 1-meting en vergelijking met 0-meting DuurSaam Houten - Tevredenheid professionals zorg en ondersteuning ouderen De samenwerking rondom (kwetsbare) ouderen is in 2017 door partijen in zorg

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA. 14 februari 2018

Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA. 14 februari 2018 Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA 14 februari 2018 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Aandacht voor duurzame inzetbaarheid... 3 2.2 Directie is enthousiast over

Nadere informatie

INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK

INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK INHOUD 1. Uitgangspunten 2. Doelgroep - achtergrondkenmerken 3. IMVO - algemeen 4. IMVO voor het eigen bedrijf/ bedrijf waar het voor werkt

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN - eindrapport - dr. M. Witvliet Y. Bleeker, MSc Regioplan Jollemanhof 8 09 GW Amsterdam Tel.: + (0)0 5 5 5 Amsterdam,

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018 Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018 Eerste inzichten v Rotterdam, december 2018 Inleiding tot deze eerste inzichten Inleiding tot ons onderzoek FinTouch doet 2-jaarlijks onderzoek

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING Deel 1: politie Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017 Resultaatsverslag N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017 Heerenveen, 31 juli 2017 Inleiding Op 14 februari heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna:

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en methode 3 2. 5 2.1 Bekendheid en deelname 6 2.2 Deelnemende scholen 7 2.3 Scholen in overweging 9 2.4 Gestopte

Nadere informatie

Gemeente Maastricht - Onderzoek & Statistiek

Gemeente Maastricht - Onderzoek & Statistiek Rapportage Pieter Honig & Simon van den Bighelaar Van den Bighelaar & Honig Onderzoeksbureau E-mail : info@vdbho.nl Opdrachtgever Drs. Paul Hinssen Gemeente Maastricht - Onderzoek & Statistiek Mosae Forum

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 4 t/m 7 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 19 februari 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Klachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015

Klachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015 Klachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015 Sagènn Diensten B.V. - 2015 1 Klachtenreglement Sagènn Leeswijzer Het klachtenreglement Sagènn Diensten is onderverdeeld in 5 hoofdstukken. In hoofdstuk

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

OBS Kon. Emma 7 februari 2014

OBS Kon. Emma 7 februari 2014 OBS Kon. Emma 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en OOP-ers.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Index 1. Oasen en de campagne 3 2. Samenvatting en conclusie 6 3. Resultaten onderzoek 10 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Vitale zorgteams in dynamische tijden

Vitale zorgteams in dynamische tijden Vitale zorgteams in dynamische tijden Een onderzoek naar de impact van een management-ontwikkelingstraject bij een zorginstelling Derk van der Pol, Paul Keursten en Sanne Netten 1 Stel, je bent een zorginstelling

Nadere informatie

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van AC Praag en Werkerij (InteraktContour)

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van AC Praag en Werkerij (InteraktContour) Verkorte rapportage Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van AC Praag en Werkerij (InteraktContour) Utrecht, november 2013 Geschreven door: Rinskje Dijkstra Postbus 8224 3503 RE Utrecht

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie