Z. I y%^m. Drs. L, Tjoonk Ir. C.A.S. Zwetsloot

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Z. I y%^m. Drs. L, Tjoonk Ir. C.A.S. Zwetsloot"

Transcriptie

1 Drs. L, Tjnk Ir. C.A.S. Zwetslt DEDEMSVAART Sciaal en bedrijfsecnmische verkenning van een ruilverkaveling in het zand en veengebied van verij ssel Interne Nta N. 134 Juni 19<\9 / t I Lr IW " /,'.% ' Nie t vr publikatie Nadruk verbden LandbuwEcnmisch Instituut Cnradkade 175 Den Haag Telefn Z. I y%^m

2 kq W

3 INHUD HFDSTUK I Blz. ALGEMEEN SCIAALECNMISCHE ASPECTEN 5 1. Bevlking 5 2. Berepsbevlking 6 3. Werkgelegenheid en frensisme 7 4. Ruimtelijke rdening 9 HFDSTUK II HFDSTUK IH HFDSTUK IV AGRARISCHSTRUCTURELE ASPECTEN De geregistreerden in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart in De wijzigingen in de berepsgrepenstructuur in de peride Het grndverkeer in de peride De wijzigingen in de bedrij f sgrttestructuur in de peride De tekmstige ntwikkeling van het aantal bedrijven en de ppervlakte vrijkmende grnd 17 BEDRIJFSSTRUCTURELE ASPECTEN Grndgebruik De buwlandgraslandverhuding Akkerbuw Tuinbuw Rundveehuderij Dierlijke veredelingsprduktie Arbeid, prduktiemvang en arbeidsprduktiviteit 30 BEDRIJFSECNMISCHE ASPECTEN Grndsrt en bdemgebruik 36 2, Enkele histrische gegevens De tegenwrdige bedrijfsvering De tekmstige mgelijkheden Beperkingen vr de tekmstige situatie 44 SLTBESCHUWING 46 BIJLAGE I H Melkkeien Telichting p de explitatierekening 54 55

4

5 HFDSTUK I ALGEMEEN SCIAALECNMISCHE ASPECTEN Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart beslaat het grtste deel van de gemeente Avereest, alsmede een belangrijk deel van de gemeente mmen en verder een kleiner deel van de gemeente Hardenberg. Het ruilverkavelingsgebied, dat een ppervlakte beslaat van ngeveer 8450 ha, waarvan ngeveer ha cultuurgrnd, wrdt in het nrden en zuiden begrensd dr riviertjes, nl. respectievelijk de Reest en de Vecht. Vr de verdere begrenzing van het gebied, alsmede van de 7 deelgebieden, wrdt verwezen naar bijgaande kaart 1). In het centrale deel van het ruilverkavelingsgebied bestaat de bdem uit dalgrnd, terwijl langs de randen zandgrnd vrkmt. Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart behrt vlgens de C.B.S.indeling naar landbuwgebieden van 1957 vr zver het de grnden in de gemeenten Avereest en Hardenberg betreft, tt het zand en veengebied en vr zver het de grnden in de gemeente mmen betreft, tt Salland en Twente. In het ruilverkavelingsgebied ligt de wnkern Dedemsvaart, terwijl juist buiten het blk liggen het drp Balkbrug en de stad mmen. verigens ligt Dedemsvaart in de enclave. Aangezien het grtste deel van het ruilverkavelingsgebied tt de gemeenten Avereest en mmen behrt, zal het sciaalecnmische deel van deze verkenning zich beperken tt deze gemeenten. 1. Bevlking Sedert 1947 is de bevlking in de gemeente Avereest met slechts 4% tegenmen tt zielen in 1967, terwijl de bevlkingsteneming in de gemeente mmen gedurende de peride % bedreg. Laats!» genemde gemeente telde per 1 januari inwners. De bevlkingsgrei in Avereest was dan k belangrijk geringer dan in mmen. Ter vergelijking zij vermeld, dat de bevlking van de prvincie verijssel en van geheel Nederland in de beschuwde peride met respectievelijk 38% en 30% tenam. Gedurende de gehele narlgse peride bezien hebben beide gemeenten maar met name Avereest te kampen meteen vertrekver scht, waardr de natuurlijke aanwas van de bevlking sterk wrdt afgeremd. 1) pgenmen met testemming van de Tpgrafische Dienst; reprduktie van het kaartfragment is niet tegestaan.

6 Zwel in Avereest als in mmen was de bevlking in 1960 verwegend Nederlandshervrmd (Avereest 62%, mmen 51%). De gerefrmeerden maakten in Avereest 21% en in mmen 31% van de bevlking uit, de rmskathlieken respectievelijk 13% en 11%. 2. Berepsbevlking In tegenstelling tt de gemeente Avereest, waar de mannelijke berepsbevlking (inclusief tijdelijk nietwerkenden en militairen) in de peride met 13% is afgenmen, tt persnen, nam de mannelijke berepsbevlking in de gemeente mmen met 5% te tt 3637 persnen. De belangrijkste verschuivingen in de werkgelegenheid ten pzichte van 1947 zijn de afneming van het aantal werkenden in de agrarische bedrijfstak en de teneming van het aantal werkenden in de buwnijverheid. In 1960 werkte in de gemeente Avereest ng 31% van de mannelijke berepsbevlking in de landbuw. Vr de gemeente mmen bedreg het vereenkmstige percentage ten 45. Verder werkte in Avereest in % in industrie en ambacht, 13% in de buwnijverheid en 18% in de dienstensectr. In mmen werkten naar verhuding wat minder persnen in industrie en ambacht (18%) en in de buwnijverheid (12%), dch wat meer in de dienstensectr (25%). De afneming van de mannelijke agrarische berepsbevlking was in de peride in de gemeente Avereest (33%) sterker dan in de gemeente mmen (23%). Tabel 1. Mannelijke agrarische berepsbevlking 1) Gemeente Avereest mmen Categrie Zelfstandigen Meewerkende gezinsleden Vreemde arbeidskrachten Alle categrieën Zelfstandigen Meewerkende gezinsleden Vreemde arbeidskrachten Alle categrieën Aantal persnen in Index 1960 (1947=100) ) Exclusief tijdelijk nietwerkenden. Brn: C.B.S.vlks en berepstellingen. Uit Tabel 1 blijkt k dat vr alle drie de nder scheiden grepen de afneming in Avereest wat sterker is geweest dan in mmen. Verder blijkt

7 uit deze tabel ng dat de afneming van de mannelijke agrarische berepsbevlking in beide gemeenten vral een gevlg is van de vermindering van het aantal meewerkende gezinsleden (hfdzakelijk zns) en het aantal landarbeiders, dch dat de afneming van het aantal zelfstandigen (bedrij f shf den) in de peride ng betrekkelijk gering was. 3. Werkgelegenheid en frensisme a. Mannen Reeds in 1947 waren er in de gemeente Avereest minder arbeidsplaatsen dan arbeidskrachten. In mmen was daarentegen in 1947 het aantal arbeidskrachten nageneg even grt als het aantal arbeidsplaatsen. In de daarpvlgende jaren tt 1960 is de werkgelegenheid in de landbuw teruggelpen. Hiertegenver staat weliswaar een teneming van de nietagrarische werkgelegenheid, dch deze was nvldende m de afgenmen werkgelegenheid in de landbuw te cmpenseren, zdat in 1960 bij een geringere berepsbevlking dan in 1947 meer arbeidskrachten vr werkgelegenheid p andere gemeenten waren aangewezen. Dit kmt tt uiting in een teneming van het uitgaande frensisme. Het percentage van de berepsbevlking dat elders werkte steeg in de gemeente Avereest van 8 in 1947 tt 20 in 1960, en in mmen van 8 in 1947 tt 24 in Bij de interpretatie van deze cijfers met men uiteraard wel rekening huden met de mstandigheid dat in beide jaren k persnen van elders in de gemeenten Averee st en mmen werkten. Het aantal inkmende frensen bedreg in Avereest zwel in 1947 als in 1960 echter slechts ngeveer de helft van het aantal uitgaande frensen. In mmen was in dit pzicht in 1947 de balans ngeveer in evenwicht, terwijl in 1960 het aantal uitgaande frensen ruim driemaal z grt was als het aantal inkmende frensen. Tabel 2. Werkgelegenheid en frensisme In de gemeente wnend 1) Inkmende frensen (werkfrensen) 2) Uitgaande frensen (wnfrensen) In de gemeente werkend Avereest aantal ) Exclusief tijdelijk nietwerkenden en militairen. 2) Uitsluitend dagelijks heenenweer reizenden. Brn: C.B.S.vlks en berepstellingen. mannen ( mmen

8 De grep buiten de wngemeente werkenden, de zgenaamde wnfrensen, bestnd in 1960 vr bijna de helft uit dagfrensen (pendelaars). Van deze pendelaars werkte rsfe $^ üüel inde buwîvijvrlieïd^gtageveer de helft van alle pendelaars werkte in aangrenzende gemeenten. b. Vruwen De werkgelegenheidssituatie vr vruwen ligt in de gemeente Avereest geheel anders dan vr mannen. De werkgelegenheid ter plaatse in de industrie en de dienstensectr is nl. sterk gericht p vruwelijke arbeidskrachten en betreft me name textiel (Delana), cnfectie en het pstrderbedrijf Wehkamp. De gemeente Avereest, en met name de kern Dedemsvaart, verschaft dan k niet alleen werkgelegenheid aan vruwen uit de gemeente Avereest, maar eveneens aan vruwen uit andere gemeenten. mtrent de ntwikkeling van de werkgelegenheid sinds 1960 kan ng het vlgende wrden pgemerkt 1). Dr de sluiting van de Dedemsvaart vr de scheepvaart zijn enkele bedrijven, die juist van veel betekenis waren vr de werkgelegenheid vr mannen, naar elders vergeplaatst. Hierdr is de werkgelegenheidssituatie ter plaatse vr mannen verslechterd. Bvendien beslt Wehkamp enkele afdelingvan het bedrijf te verplaatsen naar Zwlle, waardr vral de werkgelegenheid vr vruwen zal afnemen. Een en ander zal tt gevlg hebben dat enerzijds de uitgaande pendel van mannen zal tenemen, terwijl anderzijds de binnenkmende pendel vr vruwen zal afnemen. Deze beweging zal waarschijnlijk ng wrden versterkt, vral ten aanzien van de vruwen maar k vr de mannen, dr de meilijkheden rnd "Delana". Dedemsvaart zal hierdr als werkgelegenheidscentrum aan betekenis inbeten. In iets ruimer verband gezien kan wrden gesteld dat de ntwikkeling van de werkgelegenheid in heel nrdstverijssel (de gemeenten Avereest, mmen,gramsbergen en Hardenberg) niet rskleurig is. Het gebied wrdt dan k nder meer gekenmerkt dr een mvangrijke pendel die zich in vlgrde van belangrijkheid richt p Twente, Drenthe (Emmen) en Zwlle. De geregistreerde mannelijke arbeidsreserve in dit structureel zwakke gebied beweegt zich vrtdurend p een niveau dat belangrijk hger is dan in andere delen van verijssel. Dr de ngunstige ntwikkeling in de textielindustrie is de arbeidsreserve verder vergrt. In 1967 bedreg de mannelijke arbeidsreserve mede daardr ruim 9% van de afhankelijke mannelijke berepsbevlking. Als resultaat van de premie en prijsreductieregeling "Stimulering Industrievestiging ntwikkeling skernen" neemt weliswaar de vaste persneelsbezetting in de industrie in de "Secundaire ntwikkelingskern Hardenberg" vrtdurend te maar het temp waarin deze teneming verlpt is echter betrekkelijk langzaam. 1) ntleend aan het Rapprt betreffende structuurverbeteringen in het gebied rndm de Dedemsvaart, Zwlle, 1965.

9 4. Kuimtelijke rdening Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart ligt in het nrdsten van de prvincie. Dit deel van de prvincie kampt reeds jaren met een tekrt aan nietagrarische werkgelegenheid. Het gevlg hiervan is migratie en pendel. Ten einde de werkgelegenheid te bevrderen werd dit gebied in 1959 dr de regering in het kader van het reginale industrialisatiebeleid aangewezen als stimuleringsgebied met de plaats Hardenberg als ntwikkelingskern. Desndanks is de werklsheid in nrdst verijssel thans ng grt. De ngunstige ntwikkeling van de nietagrarische werkgelegenheid kan een belemmering zijn vr de afvleiing uit de landbuw. Een verdere uitbuw van de industriële werkgelegenheid in de regi is dan k van grt belang. Hierbij dient dan met name gedacht te wrden aan de ntwikkelingskern Hardenberg. Deze kern beschikt nl. thans reeds ver een behrlijk vrzieningenniveau. Er is daardr reeds een gunstig klimaat vr de vestiging van nieuwe bedrijven 1). Ten aanzien van de plaats Dedemsvaart dient vermelding dat, ndanks verzet hiertegen vanuit de streek, de Dedemsvaart inmiddels gedeeltelijk is gedempt. Dit had cnsequenties vr de werkgelegenheid ter plaatse, waarp evenwel aan het slt van de vrige paragraaf reeds is ingegaan. Ten aanzien van de kernen in (Dedemsvaart) en aan de rand (Balkbrug en mmen) van het ruilverkavelingsgebied kan wrden pgemerkt dat deze buiten de ruilverkaveling zijn gehuden. Dit betreft eveneens het tuinbuwcentrum vlak bij Dedemsvaart. In het kader van de ruilverkaveling zal wellicht echter geen rekening beheven te wrden gehuden met nttrekking van een belangrijke ppervlakte landbuwgrnd vr wningbuw en industrievestiging. Er zullen echter wel strken landbuwgrnd ndig zijn vr de aanleg van de weg LichtmisCevrden, het stuk autweg tussen Witte Paal en Dedemsvaart en de wegmlegging rnd mmen. De strk grnd vr de eerstgenemde weg is reeds in handen van de prvincie, dch ng in agrarisch gebruik bij de gemeente Avereest. Het tracé van het stuk autweg tussen Witte Paal en Dedemsvaart is ng niet bekend. De plaats mmen vervult een recreatieve functie vr de streek. Wellicht zuden de recreatieve vrzieningen in de zuidelijke deelgebieden langs de Vecht kunnen wrden versterkt. 1) Zie vrts de nta van het Prvinciaal Bestuur van verijssel, hudende aanbevelingen t.b.v. een p natinaal niveau te veren reginaal industrialisatiebeleid in de prvincie verijssel in 1969 en vlgende jaren, Zwlle, 1968.

10 HFDSTUK II AGRARISCHSTRUCTURELE ASPECTEN Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart mvat delen met een ngal uiteenlpend karakter. m het gebied deltreffend te kunnen kenschetsen zijn de gegevens dan k uitgewerkt vr 7 deelgebieden, die in 3 grdels van zuid naar nrd zijn nderscheiden. Ten eerste de 3 zandgebieden langs de ude Hessenweg p de rechterever van de Vecht in het zuiden van het ruilverkavelingsgebied. Van st naar west zijn dit I Rheeserveld, II Steger en Wlfsveld, Hl Arriën en Arriërveld (met een ude ruilverkaveling). De middengrdel bestaat uit het (verwegend) dalgrndgebied ten zuiden van de Dedemsvaart, nderscheiden naar het deel van westen (IV) en ten sten (V) van het mmerkanaal. Deze beide deelgebieden werden vreger gekenmerkt dr het grte aantal wijken; een jaar f vijf geleden zijn deze evenwel afgedamd. Het gebied ten nrden van de Dedemsvaart is nderscheiden in het Reestdal (Vn) en de streek langs de vaart (VI) bestaande uit Huizinger Landen, Spnturf wijk en het Achterveld. 1. De geregistreerden in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart in 1968 In het gehele ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart zijn vlgens de C.B.S.Landbuwtellingvanmeil968in ttaal 645 grndgebruikers en/f veehuders geregistreerd. Van deze geregistreerden zijn er 413 (64%) landbuwer (A+B), hebben er 138 (21%) een nietagrarisch hfdberep (grep C), zijn er 69 (11%) ingedeeld in grep D en 25 (4%) in de grep speciale bedrijven (S). Van alle geregistreerden heeft dus ngeveer 2/3 deel zijn hfdberep in de land f tuinbuw. Hiernder zijn k begrepen de 21 landbuwers met een nevenberep. De nevenberepen, die verwegend nauw aan de landbuw verwant zijn, wrden vr 2/3 deel uitgeefend dr landbuwers met een bedrijf beneden 10 ha. De hfdberepen van de C geregistreerden huden in de meeste gevallen geen verband met de landbuw. Van de Dgeregistreerden is bijna 3/4 deel rustend landbuwer f rustend land f tuinarbeider. De grep Sbedrij ven is zeer hetergeen van samenstelling. Hierte behren nder meer 10 bedrijven in de tuinbuwsectr 1) (nl. 5 tuinbuw en 2 fruitteeltbedrijven, 2 bm 1) De tuinbuwbedrijven in de enclave Dedemsvaart zijn eveneens in deze aantallen begrepen. 10

11 kwekerijen en 1 blemkwekerij) en 10 bedrijven in de dierlijke veredelingssectr (te weten 5 kalver, 3 slachtkuiken en 1 varkensmesterij en 1 eendenhuderij ). Tabel 3. De geregistreerden naar berepsgrep en grtteklasse Zndercult.grnd < 1 ha 1 5 ha 5 10 ha ha ha ha > 30 ha Alle bedrijven Deelgebied I Deelgebied II Deelgebied III Deelgebied IV Deelgebied V Deelgebied VI Deel gebied Vu Aantal geregistreerden in de berepsgrep A + B 1) D ttaal ( 5) (10) (4) ( ) ( D (1) 413 (21) 33 (4) 38 (1) 90 (3) 47 (5) 122 (2) 45 (2) 38 (4) _ 1 ppervlakte cult, grnd in ha _ pp.cult. grnd in " A+B grep in ha ) (...) = het aantal Bgeregistreerden, begrepen in het ttaal. Brn: landbuwtellingfrmulieren mei 1968 en L.E.I. De 413 landbuwers (A + B) hebben gezamenlijk ha cultuurgrnd in gebruik. Van de landbuwbedrijven is 42% kleiner dan 10 ha, 41% van 1020 ha en 17%20 ha f grter. De gemiddelde bedrij f sgrtte, die 13,9 ha bedraagt, is echter gunstig beïnvled dr het vrkmen van een aantal grtere bedrijven, nl.: ha : ha : ha : ha : ha : ha : ha : 1 Van de 207 C en Dgeregistreerden heeft 34% geen f minder dan 1 ha grnd in gebruik, 52% 15 ha en 14% meer dan 5 ha. Vrts heeft van de 25 speciale bedrijven 44% geen f minder dan 1 ha cultuurgrnd, 36% 15 ha en 20% meer dan 5 ha. 11

12 De C, D en Sgrndgebruiker s beschikken gemiddeld ver respectievelijk 3,0; 2,3 en 4,1 ha cultuurgrnd De nietlandbuwer s vrmen in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart zwel naar aantal (36% van alle geregistreerden) als naar de mvang van hun gezamenlijke grndgebruik (9,3% van de ppervlakte cultuurgrnd) een belangrijke grep. Hierbij kan ng wrden pgemerkt dat zij ver het gehele gebied verspreid vrkmen. Zij zijn evenwel het sterkst vertegenwrdigd in deelgebied VI, waar zij zelfs 58% van alle geregistreerden uitmaken. In het jaar 1966 werd dr de landbuwers (A+B) in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart ngeveer 2/3 deel eigendmsgrnd en ngeveer 1/3 deel pachtgrnd geëxpliteerd. Hierbij zij ng pgemerkt dat 2/5 deel van de pachtgrnd werd gepacht van uders f schnuders. Het percentage pachtgrnd wijkt in de grtteklassen beneden 30 ha maar weinig af van het gemiddelde; alleen p de bedrijven van 30 ha en grter wrdt naar verhuding minder eigendm sgrnd, nl. ngeveer de helft, geëxpliteerd; Van deelgebied tt deelgebied zijn de verschillen in de verhuding eigendmpacht wat grter. In deelgebied II kmt naar verhuding de meeste eigendm sgrnd vr (bijna 4/5 deel) en in deelgebied IV de minste (ruim de helft) De verige deelgebieden liggen tussen deze beide uitersten in. 2. De wijzigingen in de berepsgrepenstructuur in de peride Aan de hand van de landbuwtellingfrmulieren van 1960, 1966 en 1968 is nagegaan welke veranderingen er in de peride zijn pgetreden in de berepsgrepenstructuur. Tabel 4 geeft het resultaat van dit veranderingsprces weer«de geregistreerden met minder dan 1 ha cultuurgrnd zijn evenwel buiten beschuwing gelaten. Tabel 4. De geregistreerden naar berepsgrep en deelgebied Landbuwers (A+B) Grep C Grep D Speciale bedrijven Alle geregistreerden Deelgebied I Deelgebied II Deelgebied Hl Deelgebied IV Deelgebied V Deelgebied VI Deelgebied VH Aantal geregistreerden > 1 ha Index

13 In het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart stnd in de peride tegenver een geringe teneming van het aantal Dgeregistreerden een afneming van het aantal landbuwers (A+B), Cgrndgebruikers en speciale bedrijven, zdat per sald het ttaalaantal geregistreerden met minstens 1 ha cultuurgrnd is afgenmen met 20%, d.w.z. met gemiddeld 2,5% per jaar. De afneming was echter het grtst bij de Cgrndgebruikers, nl. gemiddeld 4,4% per jaar, terwijl deze bij de landbuwers (A+B) 2,5% per jaar bedreg. Wrden de periden en afznderlijk in beschuwing genmen, dan blijkt dat de afneming van het aantal A+Bbedrijven in de peride met gemiddeld 2,8% per jaar sneller is verlpen dan in de jngste maar krte peride, ten de gemiddelde afneming 1,7% per jaar bedreg. Vral in de peride kmt het effect van de beëindigingsregeling van het. en S.fnds in de cijfers tt uitdrukking. Bij de Cgrndgebruikers is daarentegen in de meest recente peride de afneming (gemiddeld 10% per jaar) belangrijk grter geweest dan in de peride (gemiddeld 3% per jaar). Ten aanzien van de Dgeregistreerden kan wrden pgemerkt dat de teneming zich vrijwel geheel in de laatste 2 jaren vrdeed. Het waren dan k vral ex Cgeregistreerden die de Dgrep versterkten. Van gebied tt gebied kmen vrts k grte verschillen vr in het afnemingspercentage van het ttaalaantal geregistreerden. Deze was het geringst in de deelgebieden I t/m III. In de gebieden I en II kwam deze afneming bvendien geheel tt stand in de jaren , nadien steeg in beide gebieden het aantak geregistreerden zelfs ng. De grtste afneming deed zich daarentegen vr in de deelgebieden IV, VI en VII. Samenvattend kan gesteld wrden dat het temp waarin het aantal A+ Bbedrijven is afgenmen in de meest recente peride is vertraagd, dch daarentegen bij de Cgeregistreerden juist is versneld. De teneming van het aantal Dgrndgebruikers is vrijwel geheel in de beide laatste jaren tt stand gekmen, terwijl het aantal speciale bedrijven gedurende de gehele peride nauwelijks is veranderd. Wrden echter k de speciale bedrijven met minder dan 1 ha cultuurgrnd meegeteld (wat in tabel 4 niet is gebeurd), dan nam het aantal speciale bedrijven te, nl. van 18 in 1960 tt 25 in Bvendien veranderde de grep speciale bedrijven van samenstelling. Tegenver een vermindering van het aantal bedrijven in de tuinbuwsectr van 14 in 1960 tt 10 in 1968 stnd een teneming in de dierlijke veredelingssectr van 1 in 1960 tt 10 in De vermindering van het aantal tuinbuwbedrijven kwam vral tt stand dr het beëindigen van pengrndsgrenteteeltbedrijven. De uitbreiding in de dierlijke veredelingssectr had vral betrekking p kalver en kuikenmester ij en. Thans zal wrden nagegaan dr welke rzaken er in de peride wijziging is gekmen in het aantal A+Bbedrijven. Een samenvattend verzicht hiervan geeft tabel 5 (zie blz.14). In deze tabel zijn een 4tal rzaken nderscheiden, nl. berepsbeëindiging, berepsverandering, bedrij f sv erander ing en verige rzaken. Achtereenvlgens zal het effect van elk van deze rzaken wrden nagegaan. 13

14 Berepsbeëindiging heeft betrekking p de grep bedrijven waarp het bedrijf shfd zich vr ged uit het prduktieprces terugtrk. Dit was het geval p 171 bedrijven. Van deze bedrijven werden er 58 pgeheven, waarvan 33 in het kader van de beëindigingsregeling van het. en S. fnds, 18 als C f Dbedrijf en 95 als A+Bbedrijf vrtgezet. Dit betekent dat dr berepsbeëindiging derhalve 76 bedrijven uit de grep A+B verdwenen. Van berepsverandering is sprake wanneer het bedrijfshfd eennietagrarisch hfdberep gaat uitefenen. p 24 bedrijven deed zich dit vr. Van deze 24 bedrijven werden er 10 pgeheven, 4 als A+Bbedrijf en 10 als C f Sbedrijf vrtgezet. Dr berepsverandering verminderde het aantal A+Bbedrijven dan k met 20. Bedrijfsverandering det zich vr wanneer het bedrijfshfd een ander bedrijf gaat expliteren. Hierbij waren 19 bedrijven betrkken, waarvan er 10 werden pgeheven. De verige 9 werden als A+Bbedrijf vrtgezet. Tensltte waren er ng enkele rzaken waardr het aantal A+Bbedrijven per sald met 18 afnam. Tabel 5. Mutaties in de grep A+Bbedrijven in de peride Aantal, A+Bbedrijven. betrkken bij mutaties waarvan ttaal vrtgezet : in grep pgeheven A+B C D S Berepsbeëindiging Berepsverandering Bedrij f sverandering verige rzaken Alle factren Tegenver het verdwijnen van 124 A+Bbedrijven in de peride stnd evenwel een teneming van 19 nieuwe bedrijven, zdat per sald het aantal bedrijven met 105 afnam. Van de 19 nieuwe bedrijven kwamen er 12 k reeds in 1960 in de registratie vr, dch werden ten als C, D f Sbedrijf geëxpliteerd. De verige 7 nieuwe bedrijven zijn gesticht, 5 hiervan zijn ntstaan dr het kpen f pachten van ls land en 2 dr splitsing. Met betrekking tt de bedrij f sv er dr achten die bij generatiewisseling plaatshadden kan ng wrden pgemerkt dat van de 121 in de peride vergedragen landbuwbedrijven (A+B) bijna 4/5 deel werd vrtgezet dr een familielid (meestal een zn) en ruim 1/5 deel dr een vreemde. Tt slt zij ng vermeld dat van de 88 pgeheven landbuwbedrijven 41% kleiner was dan 5 ha, 47% van 510 ha en 12% 10 ha f grter. 14

15 3. Het grndverkeer in de peride In de peride is in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart ruimt 1000 ha cultuurgrnd, dat is bijna 18% van de ttale ppervlakte, in het verkeer gebracht. De herkmst en de bestemming van deze grnd is nagegaan. Een en ander is, gerubriceerd naar herkmst c.q. bestemming, weergegeven in de tabellen 6 en 7.. u Tabel 6. Herkmst van de vrijgekmen grnd pheffen van bedrijven Bedrij f sverkleining 1) bij generatiewisseling bij berepsverandering bij vergang naar grep D verige mutaties Alle brnnen 1) Znder verandering van berepsgrep. ppervlakte vrijgekmen grnd in ha tlcr1 in de berepsgrep A+B C D S Vr wat de herkmst van de vrijgekmen grnd betreft, is de belangrijkste brn pheffing van bedrijven. Hierdr kwam ngeveer 70% van alle vrijgekmen grnd beschikbaar. Verder blijkt dat bijna 80% van alle vrijgekmen grnd afkmstig was van A+Bbedrijven. Tabel 7. Bestemming van de vrijgekmen grnd Vergrting vergenmen bedrijven Vergrting verige bedrijven Stichting nieuwe bedrijven Nietagrarische bestemming verige mutaties Alle bestemmingen ppervlakte vrijgekmen grnd in ha ttaal in de berepsgrep A+B C D S _ Van de vrijgekmen grnd is ruim 2/3 deel aangewend vr bedrijfsvergrting. De nieuwgestichte bedrijven legden vrts beslag p bijna 1/4 deel van de grnd. Tensltte kan ng wrden pgemerkt dat de vrij 15

16 gekmen grnd vr bijna 80% ten gede kwam aan A+Bbedrijven. 4. De wijzigingen in de bedr ij f sgrtte structuur in de peride Dr de wijzigingen in de berepsgrepenstructuur en het grndverkeer tussen de bedrijven is de bedrijf sgrtte structuur van de landbuwbedrijven (A+B) in de peride eveneens gewijzigd. Dit kmt tt uiting in tabel 8. Tabel 8. De bedrij f sgrtte structuur (A+B) 1 5 ha 5 10 ha ha ha ha S:30 ha Alle bedrijven Aantal bedrijven Index 1960 = In de peride is in de grtteklasse van 15 ha het aantal bedrijven met bijna 2/3 deel afgenmen en in de grtteklasse van 510 ha met ngeveer 1/3 deel. In de grtteklasse van 1015 ha is het aantal bedrijven, ver de gehele peride bezien, eveneens, zij het slechts in geringe mate, gedaald. De daling deed zich echter alleen vr in de peride , in de beide vlgende jaren is het aantal bedrijven in deze grtteklasse weer iets tegenmen. Gelet p het aantal bedrijven van 510 ha zal het aantal bedrijven van 1015 ha in de kmende jaren ngeveer gelijk blijven. In een later stadium is k in deze grtteklasse een teruggang van het aantal bedrijven te verwachten. De teneming van het aantal bedrijven van 1015 ha in de peride is derhalve een tijdelijk verschijnsel. In de grtteklassen bven 15 ha is sprake van een teneming van het aantal bedrijven. In feite gaat het echter maar m geringe aantallen. Niettegenstaande de belangrijke afneming van het aantal kleine bedrijven, is in 1968 tch ng ruim 2/5 deel (42%) van alle landbuwbedrijven kleiner dan 10 ha. Van gebied tt gebied kmen belangrijke verschillen in de bedrijfsgrttestructuur vr. Vr 1968 zijn de gegevens hiermtrent pgenmen in tabel 9 (zie blz.17). Het aandeel van de bedrijven beneden 10 ha lpt uiteen van bijna 1/3 deel in deelgebied V tt ruim de helft in deelgebied I. In de grtteklasse van 20 ha en grter zijn de verschillen ng aanzienlijker. Hier varieert het percentage bedrijven tussen 4 in deelgebied IV en 34 in deelgebied V. 16

17 Tabel 9. De bedrij f sgrtte structuur per gebied (A+Bbedrijven) Deelgebied I Deelgebied II Deelgebied III Deelgebied IV Deelgebied V Deelgebied VI Deelgebied VII R.v. k. Dedemsvaart P< ärcentag e bedrij ven van ha 2030 > De verschillen in bedrijfsgrttestructuur kmen tt uitdrukking in de gemiddelde bedrij f sgrtte. Tabel 10. Gemiddelde bedrij f sgrtte (A+Bbedrijven) Deelgebied I Deelgebied II Deelgebied III Deelgebied IV Deelgebied V Deelgebied VI Deelgebied VII Aant.bedr R.v.k. Dedemsvaart pp.cult.gr Gem.bedr.gr ,6 13,2 9,5 8,9 15,0 8,6 10,8 11,2 11,7 15,6 11,8 10,3 18,0 12,1 12,7 13,9 De gemiddelde bedrijf sgrtte vr het gehele ruilverkavelingsgebied bedraagt thans 13,9 ha tegenver 11,2 in Zwel de gemiddelde bedrij f sgrtte als de teneming daarvan lpt van gebied tt gebied echter ngal uiteen. De gemiddelde bedrij f sgrtte varieert in 1968 van 18,0 ha in deelgebied V tt 10,3 ha in deelgebied IV. De teneming van de gemiddelde bedrij f sgrtte in de peride ligt tussen 1,4 ha in deelgebied IV en 3,5 ha in deelgebied VL 5. De tekmstige ntwikkeling van het aantal bedrijven en de ppervlakte vrijkmende grnd De tekmstige ntwikkeling van het aantal en de grtte van de landbuwbedrijven (A+B) wrdt vr een belangrijk deel bepaald dr de anim van jngeren m vrijkmende bedrijven vrt te zetten. Bedrijven kunnen vrijkmen dr verschillende rzaken, zals berepsbe'éindiging, 17

18 berepsverandering en bedrij f swisseling van het bedrij f shfd. Wanneer wrdt aangenmen dat de beren die thans 50 jaar f uder zijn p een leeftijd van 65 jaar hun bedrijf wegens berepsbeëindiging van de hand willen den, dan kmen in de eerstkmende 15 jaar in het ruilverkaveling sgebied Dedemsvaart m deze reden 200 bedrijven beschikbaar. Drdat een zekere verjnging in de leeftijdspbuw van de bedrij f shfden is pgetreden kmen verhudingsgewijs veel minder bedrij f shf den vr berepsbeëindiging in aanmerking dan in de peride m het aantal van deze bedrijven dat in de kmende 15 jaar zal wrden vrtgezet te benaderen, is met behulp van streekkenners nagegaan he het met de pvlg ing s situatie p deze bedrijven is gesteld. Uit tabel 11 (zie blz.19) blijkt nu dat p dit mment p minimaal 69 en p maximaal 94 bedrijven te zijner tijd geen pvlger zal zijn. Van deze bedrijven zijn er respectievelijk 47 en 59 kleiner dan 10 ha. De grtste aantallen bedrijven waarvan de pvlging in hge mate nzeker is, liggen in de deelgebieden III en V. Betekent dit nu k dat er van deze bedrijven in de kmende 15 jaar tussen de 69 en 94 zullen verdwijnen uit de A+Bgrep? m hierver iets te kunnen zeggen is vr de peride nagegaan wat er met de landbuwbedrijven die bij berepsbeëindiging vrijkwamen is gebeurd, d.w.z. heveel er van werden pgeheven dan wel vrtgezet als A+B, C, D, f Sbedrijf. Met behulp van de aan deze analyse ntleende cëfficiënten is vr de peride berekend dat er van de 200 dr berepsbeëindiging vrijkmende bedrijven er 56 zullen wrden pgeheven, 123 zullen wrden vrtgezet als A+Bbedrijf en 20 als C en Dbedrijf, (zie tabel 12, blz.19).hierbij is ervv ^Vrüin dat er in de cëfficiënten geen wijziging zal ptreden. Er kmen echter niet alleen bij berepsbeëindiging, dch k bij berep sv er ander ing, bedrij f swisseling en dr verige rzaken bedrijven beschikbaar. p analge wijze als vr de bedrijven die bij berepsbeeindiging zullen zijn betrkken, is k vr deze 3 grepen bedrijven nagegaan m heveel bedrijven het gaat en wat er met deze bedrijven zal gebeuren. Het resultaat hiervan is eveneens pgenmen in tabel 12 (blz.19). Hieruit blijkt dat in de kmende 15 jaar 274 van de in 1968 aanwezige 413 landbuwbedrijven (A+B) naar verwachting bij mutaties zullen zijn betrkken met als resultaat dat van deze 274 bedrijven er 145 in 1983 ng als A+Bbedrijf zullen wrden geëxpliteerd, terwijl er 41 naar een andere berepsgrep zullen zijn vergegaan en er 88 zullen wrden pgeheven. Dit betekent dus dat naar raming het aantal landbuwbedrijven (A+B) in de peride met 129 zal verminderen. Hierbij is evenwel ng geen rekening gehuden met de vergang van bedrijven uit een andere berepsgrep naar de berepsgrep A+B en met stichting van nieuwe bedrijven. vergang naar de berepsgrep A+B zal waarschijnlijk niet vrkmen, maar er is wel rekening gehuden met stichting van 6 nieuwe A+Bbedrijven. Per sald zal het aantal A+Bbedrijven dan k vlgens vrgaande ramingen verminderen met 123 bedrijven tt 290 in 1983 (tabel 13, blz.20). k van de C, D en Sbedrijven is p analge wijze als vr de A+Bbedrijven nagegaan welke mutaties zich naar verwachting in de kmende 18

19 15 jaar zullen vrden. Aldus ntstaat vr het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart het in tabel 14 geschetste beeld, (blz. 21). Tabel 11. Bedrijfspvlg 1 5 ha 5 10 ha ha ha ha > 30 ha Ttaal Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied I II III IV V VI VII Aantal A+Bbedr ing (A+Bbedrij ven) Aantal bedrij f shfden van 50 jaar en ttaal met pv. znder abs. in% 1) abs. in%2) pv uder pv. nbek ) Van het aantal bedrijven. 2) Van het aantal bedrij f shfder i > 50 jaar. Tabel 12. Verwachte mutaties in de grep (A+B)bedrijven in de peride Berepsbeëindiging Berepsverandering Bedrijf swisseling verige rzaken Aantal A+Bttaal bedrijven betrkken bij mutaties waarvan vrtgezet in grep pgeh. A+B C D S _ Alle factren

20 Tabel 13. Verwachte ntwikkeling van het aantal bedrijven > 1 ha in de peride A+B C D S Ttaal Aantal bedrijven in vergang van A+B naar C, D en S vergang van C naar Den S ^ vergang van D naar C pheffing van bedrijf Stichting nieuwe bedrijven Aantal bedrijven in Vlgens deze prgnse zal het ttaalaantal grndgebruikers met minstens 1 ha cultuurgrnd verder afnemen van 563 in 1968 tt 416 in Dit kmt neer p een verwacht afnemingspercentage van gemiddeld 1,7% per jaar vr de peride , terwijl het afnemingspercentage vr de peride gemiddeld 2,7% per jaar en vr de peride gemiddeld 2,5% per jaar bedreg. Vr de A en Bbedrijven is dit percentage vr de peride % per jaar en was dit vr de peride ,5% per jaar. Zals gezegd is deze prgnse gebaseerd p een vrtzetting van een ntwikkeling die zich niet wezenlijk nderscheidt van die in de peride Er kunnen zich echter in de kmende jaren nieuwe ntwikkelingen vrden waardr afneming van het aantal bedrijven sneller gaat dan is vrzien. In dit verband is met name van belang dat een aantal pvlgers hun tekmstplannen zullen wijzigen en in de kmende jaren in plaats van ber te wrden alsng een hfdberep buiten de landbuw zullen kiezen. In welke mate dit waarschijnlijk zal plaatshebben kan echter met behulp van de beschikbare gegevens niet wrden nagegaan. De gegeven prgnse met dan k als een minimumprgnse wrden gezien, die niettemin tch enig huvast geeft vr de tekmstige ntwikkeling van het aantal grndgebruikers. Het aantal landbuwbedrijven (A+B) zal in 1983 verder zijn afgenmen tt 290. De daling van het aantal Cgrndgebruikers zet zich eveneens vrt tt 64. Het aantal D en Sgrndgebruikers zal ten pzichte van 1968 maar weinig veranderen. Aan de hand van de gegevens mtrent de verwachte ntwikkeling van het aantal bedrijven in de peride kan tevens een prgnse wrden pgesteld van de ppervlakte cultuurgrnd die tt 1983 beschik 20

21 baar zal kmen. Tabel 14. Raming ppervlakte vrijkmende grnd in de peride ppervlakte ttaal A+B vrijkmende grnd in ha in de berepsgrep C D S pheffing van bedrijven vergang naar grep C vergang naar grep D Bedrijfsverkleining 20 p.m. 20 Alle brnnen Tt 1983 zal naar raming in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart, exclusief de grnd die dr bedrijfsverkleining van A+Bbedrijven zal vrijkmen, 985 ha cultuurgrnd beschikbaar kmen. p een deel van deze grnd zal beslag wrden gelegd dr nieuwe bedrijven, terwijl eveneens een deel aan de agrarische bestemming zal wrden nttrkken, nder meer vr de wegen LichtmisCevrden en Witte PaalDedemsvaart. Van de hiervr bendigde ppervlakten is evenwel meilijk een schatting te maken. In de peride had dit betrekking p respectievelijk 237 en 48 ha. De verige grnd zal beschikbaar kmen vr bedrijfsvergrting. Evenals in de peride zal pheffing van bedrijven de belangrijkste brn van herkmst van de grnd zijn. Verder kmt wat grnd beschikbaar dr de vergang van de berepsgrep A+B naar C en D en dr verkleining van Dbedrijfjes. 21

22 HFDSTUK III BEDRIJFSSTRUCTURELE ASPECTEN 1. Grndgebruik p de landbuwbedrijven (A +B) in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart is in 1968 ngeveer 3/5 deel van de ppervlakte cultuurgrnd in gebruik als grasland en ngeveer 2/5 deel als buwland. Bij tenemende ppervlakte van de bedrijven neemt het percentage van de cultuurgrnd dat in gebruik is als grasland af. Deze afneming is aanvankelijk vrij zwak, dch neemt bij een ppervlakte van 2030 ha sterk te en gaat ng verder dr bij een ppervlakte van 30 ha en meer. Tabel 15. Grndgebruik naar bedrijfsgrtte en deelgebied (A+Bbedrijven) 15 ha 5 10 ha 1015 ha ha ha > 30 ha Alle bedrijven Deelgebied!t tr!f n!! If 'I II m IV V VI VII Aantal bedrijven ppervlakte cultuurgrnd Percentage grasland k van deelgebied tt deelgebied kmen belangrijke verschillen in de graslandbuwlandverhuding vr. Z verheerst in de deelgebieden IV, VI en VII het grasland zeer sterk (>: 90% van de ttale ppervlakte cultuurgrnd), in de deelgebieden I t/m III.varieert het van 56% tt 76%, terwijl in deelgebied V het buwland de verhand heeft. 22

23 Gedurende de peride is in alle grtteklassen, met uitzndering van die van 2030 ha, en in alle deelgebieden, met uitzndering van deelgebied V, de ppervlakte grasland, relatief gezien, tegenmen ten kste van de ppervlakte buwland. In de grtteklasse van 2030 ha had daarentegen een inkrimping van de ppervlakte grasland plaats, terwijl in deelgebied V de graslandbuwlandverhuding ten pzichte van 1960 cnstant bleef. 2. De buwlandgraslandverhuding De buwlandgiaslandverhuding verschilt niet alleen van grtteklasse tt grtteklasse en van deelgebied tt deelgebied, dch k binnen een zelfde grtteklasse en binnen een zelfde gebied lpt dit van bedrijf tt bedrijf ng weer sterk uiteen. Vr enkele (grepen van) deelgebieden blijkt dit duidelijk uit tabel 16. Tabel 16 De buwlandgraslandverhuding per deelgebied (A+Bbedrijven) Bedrijven met... % grasland Alle bedrijven Aantal bedrijven Pereen I+II U/U' Ltage bedrijven in deelgebied III IV+VI+VII V.. '.. i.. _ ï R.v.k.geb. Dedemsvaart i?g Vr het gehele ruilverkavelingsgebied geldt dat ten pzichte van 1960 het aantal bedrijven met minder dan 30% grasland is gelijk gebleven, dat met 3060% en 6090% is afgenmen, dat met 90100% ngeveer gelijk is gebleven en dat met 100% grasland sterk is tegenmen. Deze cijfers wijzen er p dat in het nderhavige gebied een ntwikkeling van de bedrijven in 2 richtingen gaande is, nl. enerzijds een zwakke beweging in de richting van de akkerbuw en anderzijds een sterkere beweging in de richting van de weidebuw. Vral vr deelgebied V spreekt dit duidelijk. In dit deelgebied, waar de bdem (verwegend dalgrnd) even ged geschikt is vr buw als grasland, is niet alleen het percentage zuivere graslandbedrij ven belangrijk tegenmen, maar even 23

24 eens het percentage zuivere akkerbuwbedrijven. Niettemin bestaat thans tch ng 2/3 deel van alle bedrijven in dit deelgebied uit zwel gras als buwland. Uit tabel 17 blijkt vrts ng dat in de peride p 60% van de bedrijven geen 1) verandering ptrad in de graslandbuwlandverhuding. Het betreft hier bedrijven die in beide jaren in de registratie waren pgenmen. Tabel 17. Wijzigingen in de graslandbuwlandverhuding Aantal A+B in 1960 < 30 bedrijven met % grasland > 90 ttaal Aantal bedrijven in 1968 < > Ttaal p 86% van de 156 bedrijven wijzigde zich de graslandbuwlandverhuding ten gunste van het grasland en p 14% ten gunste van het buwland. 3. Akkerbuw Het buwland was in 1968 vr 52% in gebruik vr de teelt van granen en vr 46% vr de teelt van hakvruchten. Van de verige ppervlakte werd 1% ingenmen dr verige gewassen en lag 1% braak.. Bij de hakvruchten namen fabrieksaardappelen met 38% van de ttale ppervlakte buwland de belangrijkste plaats in. De verige hakvruchten namen in ttaal slechts 8% van de ttale ppervlakte buwland in, nl. suikerbieten 5%, cnsumptieaardappelen 2% en vederbieten 1%. Ten pzichte van 1960 is het areaal buwland met 11% verminderd. Er wrden thans naar verhuding meer hakvruchten en minder granen verbuwd, zdat het buwlandgebruik sinds 1960 is geïntensiveerd. In deelgebied V, waar ngeveer 2/3 deel van alle buwland in het gehele ruilverkavelingsgebied is gelegen, is het buwlandgebruik het meest 1) Althans geen zdanige verandering dat daarbij de klassegrenzen werden verschreden. 24

25 intensief. In dit deelgebied was in 1968 nh 48% van de ppervlakte ingenmen dr granen en 51% dr hakvruchten, Hier wrden naar verhuding ng meer fabrieksaardappelen verbuwd dan elders, aangezien 42% van de ttale ppervlakte buwland hiervr werd gebruikt. 4. Tuinbuw In het ruilverkavelingsgebied kmen k een aantal bedrijven in de tuinbuwsectr vr. Het betreft 5 tuinders, 2 fruittelers, 2 bmkwekers en 1 blemenkweker. Al deze bedrijven zijn ingedeeld in de grep speciale bedrijven. De meeste er van liggen in de enclave Dedemsvaart. Dit geldt eveneens vr de Kninklijke Kwekerij Merheim. De grnd die tt deze kwekerij behrt ligt evenwel grtendeels in het blk. Het aantal bedrijven in de tuinbuwsectr is sinds 1960 afgenmen. Dit heeft vrnamelijk betrekking p pengrndsgrenteteeltbedrijven. 5. Rundveehuderij Hewel het percentage bedrijven waarp melkvee wrdt gehuden sinds 1960 iets is gedaald, wrdt thans tch ng p 93% van alle bedrijven aan melkveehuderij gedaan. Er is een duidelijke ntwikkeling in de richting naar grtere melkveestapels. Z is het aantal melkveestapels met 1 t/m 9 dieren ten pzichte van 1960 verminderd met 2/3 deel en dat met 10 t/m 14 dieren met 13%. Daarentegen is het aantal melkveestapels met 15 t/m 19 dieren, althans ver de gehele peride bezien, tegenmen met 72%. Het blijkt echter dat deze teneming geheel tt stand kwam in de jaren en dat sindsdi en k het aantal melkveestapels met 15 t/m 19 dieren, zij het ng maar in geringe mate, is afgenmen. Het aantal melkveestapels met minstens 20 dieren is ver de gehele peride sterk tegenmen en is thans 5,5 keer z grt als in Deze ntwikkeling had tt gevlg dat het gemiddelde aantal melkkeien per bedrijf tenam van 8,9 in 1960 via 12,9 in 1966 tt 14,6 in 1968 (bijlage 1). Desalniettemin heeft in 1968 tch ng ruim 1/4 deel van alle landbuwers (A +B) een melkveestapel van minder dan 10 dieren. Verder heeft bijna de helft van alle beren 10 tt 20 stuks melkvee en bijna 1/4 deel 20 f meer. Tabel 18 (zie blz. 26 ) geeft inzicht in de betekenis van de melkveehuderij in de nderscheiden deelgebieden. In de eerste plaats blijkt dat van de 29 bedrijven znder melkvee er 22 liggen in deelgebied V. Verder valt het p dat in ditzelfde deelgebied naar verhuding k de meeste bedrijven vrkmen met 1 t/m 9 melkkeien, terwijl daarnaast tch k melkveestapels van meer dan 20 dieren vrkmen. Zals eerder bleek ( 1) heeft in dit deelgebied het buwland de verhand. Dit betekent echter niet dat dit k p alle bedrijven z is. Naast zuivere graslandbedrijven (20%) en zuivere akkerbuwbedrijven (13%) kmen met name ngal wat verwegend akkerbuwbedrijven met grasland vr. Z had in % van alle bedrijven minder dan 10% van 25

26 de cultuurgrnd in gebruik als grasland en 13% van 10 tt 30%. Het grasland p deze verwegend akkerbuwbedrijven, dat vr een deel uit kunstweide bestaat, neemt een belangrijke plaats in de vruchtpvlging in. Dit Tabel 18. De melkveehuderij per deelgebied (A+Bbedrijven) Deelgebied I II " III " IV " V VI " VII R.v.k. Dedemsvaart Aantal A+Bbed rijven Aantal bedrijven znder melkvee Percentage bedrijven met,.... melkkeien 1 t/m 910 t/m 19 > hudt verband met de fabrieksaardappelteelt die in dit gebied van grte betekenis is ( 3). Bvendien zijn p smmige van deze bedrijven nevenprdukten van de akkerbuw (suikerbietenkppen) aanwezig, die dr het rundvee tt waarde kunnen wrden gebracht. Verder levert het vee een heveelheid stalmest, die van betekenis is vr het p peil huden van de bdemstructuur, die in dit deelgebied verwegend uit dalgrnd bestaat. Deze cmbinatie van factren, ng versterkt dr een redelijke melkprijs, maakt het vr de beren die ver gezinsarbeidskrachten beschikken, aantrekkelijk een aantal melkkeien aan te huden. Hierin ligt de verklaring dat in dit deelgebied naar verhuding zveel bedrijven met een betrekkelijk geringe melkveestapel vrkmen. De melkveedichtheid, d.w.z. het aantal melkkeien per 100 ha grasland is tegenmen van 133 in 1960 via 151 in 1966 tt 156 in De melkveedichtheid neemt wat af naarmate de bedrijven grter in ppervlakte zijn. Een bijzndere psitie nemen echter de bedrijven van 30 ha en grter in. p deze bedrijven wijkt de melkveedichtheid (thans 119) belangrijk af. Bvendien is p deze grep bedrijven na een aanvankelijke stijging van 91 in 1960 tt 129 in 1966, de melkveedichtheid nadien afgenmen. Naast melkvee wrdt k jngvee aangehuden. Het aantal stuks jngvee per 100 melkkeien is van 1960 tt 1966 gestegen van 92 tt 93, dch nadien gedaald tt 88. Blijkt het aantal melkkeien per 100 ha grasland bij pklimmende bedrijfsgrtte af te nemen, bij het aantal stuks jngvee per 100 melkkeien det zich juist het mgekeerde vr. De ntwikkeling van de melkvee en de jngveedichtheid en het thans bereikte niveau blijkt vr de nderscheiden deelgebieden ngal uiteen te lpen. 26

27 Tabel 19. De rundveehuderij per deelgebied (A+Bbedrijven) Deelgeb. I " II " III " IV " V " VI " VII R.v.k. Dedemsvaart Aantal melkkeien ha grasland per Aantal stuks jngvee per 100 melkkeien De melkveedichtheid is het laagst in deelgebied VII, dch daar staat tegenver dat in dit gebied naar verhuding meer jngvee wrdt aangehuden. Bvendien is in dit gebied, evenals truwens in deelgebied I, gedurende de laatste 2 jaar de jngveehuderij ng in betekenis tegenmen. Wellicht hudt de wat lichtere melkveebezetting gecmbineerd met een wat zwaardere jngveebezetting in deelgebied VII verband met de slechte ntsluitings te stand van dit gebied. k laat de waterhuishuding van de grnden die hier langs de Reest liggen, ng veel te wensen ver. Een slechte waterhuishuding en een gebrekkig ntsluiting hebben vaak een extensieve explitatiewij ze tt gevlg. p een aantal landbuwbedrijven (15% van het ttaal) wrdt mestvee gehuden. Het gemiddeld aantal stuks mestvee per bedrijf bedraagt 3,7. 6. Dierlijke veredelingsprduktie a. Varkenshuderij De varkenshuderij is de belangrijkste tak van de dierlijke veredelingsprduktie. In 1968 werd p ruim de helft (55%) van de bedrijven aan varkenshuderij gedaan. De varkenshuders in dit gebied hebben zich vral tegelegd p de fkkerij; 60% van hen hudt uitsluitend fkzeugen, 18% fkzeugen en mestvarkens en 22% alleen mestvarkens. E en verzicht van de mvang van de varkenshuderij p de nderscheiden grepen bedrijven geeft tabel 20 (zie blz28). p alle 3 grepen bedrijven "werden in 1968 gemiddeld meer dieren gehuden dan in p de bedrijven die gespecialiseerd zijn in de mesterij, zijn de eenheden gemiddeld evenwel belangrijk grter dan p de bedrijven waar naast mestvarkens k fkzeugen wrden gehuden. Het is nvallend dat dit. niet geldt t.a.v. de fkkerii. n de sneciale fkbe 4. X X 27

28 Tabel 20 De mvang van de varkensstapel (A+Bbedrijven) Bedrijven met fkzeugen en mestvarkens alleen fkzeugen alleen mestvarkens Gemiddeld aantal d fkzeug en ,0 5,8 11,0 11,0 ïeren per bedrijf mestvarkens ,5 10,1 16,2 52,8 drijven zijn de eenheden gemiddeld niet grter dan p de nietgespecialiseerde bedrijven. Hierbij kan ng wrden pgemerkt dat thans p 11 landbuwbedrijven (A +B) minstens 100 mestvarkens wrden gehuden en p 6 minstens 30 fkzeugen. Tabel 21 geeft een verzicht van de varkenshuderij in de nderscheiden deelgebieden. De gegevens hebben evenwel alleen betrekking p de landbuwers die alleen fkzeugen f alleen mestvarkens huden. Tabel 21.. De betekenis van de varkenshuderij per deelgebied (A+Bbedrijven) Deelgebied I " II " III " IV " V ", VI VII R.v.k. Dedemsvaart Aantal landbuwbedrijven Percentage bedrijven met varkens Gemiddeld aantal dieren per bedrijf alleen mestvarkens alleen fkzeugen 58,0 69,2 58,2 71,3 34,6 44,5 54,3 52,8 10,1 10,2 13,8 6,7 7,2 7,6 13,0 11,0 De betekenis van de varkenshuderij lpt van deelgebied tt deelgebied ngal uiteen. In deelgebied V is het percentage van de landbuwbedrijven waarp varkens wrden gehuden verreweg het laagst. In de deelgebieden I, II en III kmen naar verhuding de meeste varkenshuders nder de landbuwers vr. k de mvang van de stapels lpt ngal uiteen. Gemiddeld huden de varkensmesters in deelgebied V het geringste aantal dieren, die in deelgebied II het grtste aantal. In deelgebied IV wrdt gemiddeld het geringste aantal fkzeugen gehuden en in deel 28

29 gebied III het grtste aantal. Het percentage van de bedrijven waarp varkens wrden gehuden, lpt in de grtteklassen beneden 20 ha niet sterk uiteen, nl. van 55 tt 66. Daarentegen wrden p niet meer dan 1/3 deel van de bedrijven van 2030 ha varkens gehuden en p slechts 1/5 deel van de bedrijven van 30 ha en grter. Behalve de bedrij f sgrtte is in dit pzicht k de graslandbuwlandverhuding van betekenis. Naarmate een grter deel van het bedrijf uit grasland bestaat, neemt het percentage varkenshuders nder de beren te. Dit percentage stijgt nl. van 12% p de bedrijven met minder dan30% grasland tt 81% p de bedrijven met 6090% grasland. Bestaat echter meer dan 90% uit grasland, dan ligt het percentage belangrijk lager (56). b. Pluimveehuderij In 1968 werden p bijna de helft van de bedrijven leghennen gehuden. Het gemiddelde aantal dieren bedreg 143 per bedrijf. p 84% van alle landbuwbedrijven met legkippen bedreg het aantal minder dan 100, p 6% 100 tt 500 en p 10% meer dan 500. Vrts waren er in landbuwbedrijven met mestkuikens. Het gemiddelde aantal dieren bedreg c. Mestkalveren Het aantal bedrijven met mestkalveren bedreg in Van deze bedrijven waren er ha grt en ha. Het gemiddelde aantal dieren per bedrijf bedreg 45. d. Samenvatting Het aantal veestapels van enige betekenis in de dierlijke veredelingssectr is tegenmen van 49 in 1960 tt 111 in p de landbuwbedrijven (A+B) nam dit aantal te van 48 tt 101 en p de speciale bedrijven (S) van 1 tt 10. Een verzicht van deze veestapels naar diersrt en mvang geeft tabel 22. Tabel 22. Dierlijke veredelingsprduktie Diersrt Eenheid Aantal veestapels 1) Mestkalveren Fkzeugen Mestvarkens Leghennen Eenden Mestkuikens >: 10 dieren > 10 dieren > 50 dieren > 500 dieren > 500 dieren > dieren (1) 16 (6) (2) 9 (1) 1 (1) 3 49 (1) 111 (10) 1) ( ) aantal eenheden p speciale bedrijven (S), begrepen in het ttaal. 29

30 Uit vrengenemde tabel blijkt dat de eenheden van enige mvang vral wrden aangetrffen in de varkenshuderij sectr. Wrden evenwel zwaardere nrmen gehanteerd 1), dan bedraagt het aantal veestapels dat aan deze hgere eisen vldet in 1968 ng maar 20. Vlgens deze laatste maatstaven kmen de grte eenheden vrijwel uitsluitend vr in de kalvermesterij (11) en in de pluimveehuderij (8). Van deze laatstbedelde 20 eenheden kmen er 14 vr p landbuwbedrijven (A+B) en 6 p speciale bedrijven (S). 7. Arbeid, prduktiemvang en arbeidsprduktiviteit a. Arbeid In de peride is het aantal vaste mannelijke arbeidskrachten p de landbuwbedrijven (A+B) in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart met 28% d.w.z. met gemiddel 3,5% per jaar, afgenmen. Gemiddeld per bedrijf daalde het aantal arbeidskrachten van 1,5 in 1960 tt 1,4 in Van grtteklasse tt grtteklasse lpt het aantal mannelijke arbeidskrachten, uitgedrukt in persnen, uiteen van gemiddeld 1,0 p de bedrijven van 15 ha tt gemiddeld 2,3 p de bedrijven van 30 ha en grter. k van gebied tt gebied varieert het gemiddelde aantal arbeidskrachten per bedrijf, nl. van 1,2 in deelgebied IV tt 1,6 in deelgebied II. Van de vreemde arbeidskrachten werkt thans 3/5 deel p de bedrijven van 30 ha en grter. Naar gebied bezien werkt 3/5 deel in deelgebied V. De afneming van het aantal vaste mannelijke arbeidskrachten sinds 1960 was bij de vreemde arbeidskrachten (53%) belangrijk grter dan bij de gezinsarbeidskrachten (25%). Het aantal arbeidskrachten is tussen 1960 en 1968 in alle deelgebieden niet in gelijke mate afgenmen. De afneming was in de deelgebieden IV en VI nl. belangrijk grter dan in de deelgebieden I en II. k in de kmende jaren zal het aantal vaste mannelijke arbeidskrachten in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart verder afnemen. Dit zal in de eerste plaats samenhangen met de verwachte verdere afneming van het aantal landbuwbedrijven (A+B) en vrts met een mgelijk geringe verdere daling van het gemiddelde aantal arbeidskrachten per bedrijf. 1) D.w.z. minstens 200 mestvarkens () f minstens 40 fkzeugen (1) f minstens 50 mestkalveren (11) f minstens leghennen (5) f minstens eenden (1) f minstens mestkuikens (2). (Tussen haakjes is het aantal veestapels van een dergelijke mvang vermeld). 30

31 Tabel 23. Vaste mannelijke arbeidskrachten (A+Bbedrijven) Gezinsarbeidskrachten Vreemde arbeidskrachten Alle arbeidskrachten Deelgebied I Deelgebied II Deelgebied in Deelgebied IV Deelgebied V Deelgebied VI Deelgebied VII 1960 Aantal Aantal Index 1960= Uitgegaan van een verdere afneming van het aantal landbuwbedrijven tt 290 (zie hfdstuk II, 5) en van een daling van het gemiddelde aantal arbeidskrachten per bedrijf tt 1,2 zu er in 1983 ng werkgelegenheid p de landbuwbedrijven zijn vr ngeveer 350 mannen. Dit zu neerkmen p een gemiddelde afneming per jaar in de kmende 15 jaar van2,6% tegenver een gemiddelde jaarlijkse afneming in de peride van 3,5%. Vlgens deze berekening zal de afvleiing uit de landbuw in de kmende jaren wat trager verlpen dan in het jngste verleden. b. Prduktiemvang Vr het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart is vr de jaren 1960 en 1968 de ttale landbuwprduktie, vr zver vrtgebracht plandbuwbedrijven (A+B), zwel in zijn ttaliteit als per sectr, uitgedrukt in bewerking seenheden. Hierbij zijn de vlgende sectren nderscheiden: akkerbuw, rundveehuderij (melkvee + jngvee + mestvee) en dierlijke veredelingsprduktie (varkens + pluimvee + mestkalveren). Tabel 24. Prduktiemvang (x b.e.) (A+Bbedrijven) 1960 Aantal 1968 Aantal Index 1960=100 Akkerbuw Rundveehuderij Veredeling sprduktie

32 De ttale landbuwprduktie is vlgens deze glbale berekening 1) in de peride tegenmen met b.e. tt b.e. De stijging bedreg in deze peride 8%, d.w.z. gemiddeld 1,0% per jaar. Ter vergelijking vlgen hiernder de stijgingspercentages vr enkele andere ruilverkaveling sgebieden, Z werd vr Steenderen een gemiddelde stijging per jaar ver de peride berekend van 1,2%, vrdinxperl van 1,6% en vr Brcul, waar de gemiddelde jaarlijkse stijging betrekking had p de peride , van eveneens 1,6% 2). De teneming van de ttale landbuwprduktie sinds 1960 is de resultante van een afneming in de akkerbuw sectr en een teneming in de rundveehuderij en de veredelingssectr. De akkerbuw draagt thans 33% tt de ttale prduktie bij, de rundveehuderij 57% en de dierlijke veredelingsprduktie 10%. Ten pzichte van 1960 zijn niet alleen verschuivingen pgetreden tussen de 3 nderscheiden sectren, dch tevens binnen elk der 3 sectren. Z is binnen de akkerbuwsectr de prduktie van granen afgenmen met bijna 1/5 deel, dch die van fabrieksaardappelen met ruim 1/3 deel tegenmen. De fabrieksaardappelteelt neemt thans niet minder dan ruim2/5 deel van de ttale akkerbuwprduktie vr zijn rekening. Dit cijfer nderstreept ng eens de grte betekenis van deze teelt vr dit gebied, en dan met name vr deelgebied V, Binnen de rundveehuderijsectr is sprake van een teneming van het melk en jngvee, dch een afneming van het mestvee. k binnen de veredelingssectr hebben zich verschuivingen vrgedaan. Tabel 25. Prduktiemvang van de veredelingssectr (x be.) Varkens. fkzeugen mestvarkens Pluimvee: leghennen slachtkuikens Mestkalveren Ttale veredelingsprduktie 1960 Aantal Aantal Index ) Met nadruk zij er p gewezen dat bij de gevlgde glbale berekeningswijze niet z zeer betekenis dient te wrden gehecht aan de abslute hgte van de uitkmsten, dan wel aan de vergelijkingsmgelijkheid die deze uitkmsten bieden, zwel in de tijd als met andere gebieden. 2) Deze 3 ruilverkavelingen zijn alle gelegen in de Gelderse Achterhek. Vr verijsselse ruilverkavelingen is een dergelijke berekening tt dusverre ng niet uitgeverd. 32

33 In de sectr van de dierlijke verdelingsprduktie deed zich ten pzichte van 1960 de sterkste stijging vr bij de prduktie van slachtkuikens en mestkalveren. Deze beide takken namen in 1968 samen 28% van de ttale dierlijke veredeling sprduktie vr hun rekening. De prduktie van fk en mestvarkens is eveneens tegenmen. De varkenshuderij is thans met 56% van de ttale veredeling sprduktie hiervan het belangrijkste nderdeel. Hierbij kan ng wrden pgemerkt dat de betekenis van de fkkerij in dit gebied ngeveer tweemaal z grt is als van de mesterij. Tensltte zij ng vermeld dat de legkippen huderij de enige tak van de veredeling sprduktie is die sinds 1960 aan betekenis heeft ingebet. Aangezien vr beide jaren zwel de ttale prduktiemvang als het aantal landbuwbedrijven bekend is, is de gemiddelde prduktiemvang per bedrijf te berekenen. Dit laatste kengetal, uitgedrukt in bewerkiiigseenheden, bedraagt vr 1968 ruim 1900 tegenver ruim 1400 in De gemiddelde bedrijfsmvang is in de jaren derhalve gemiddeld met ngeveer 4,5% per jaar tegenmen. c. Arbeidsprduktiviteit De prduktiemvang per vaste mannelijke arbeidskracht kan dienen als een indicatie vr de arbeidsprduktiviteit. In tabel 26 (zie blz.35) is de prduktiemvang per man p 2 manieren uitgedrukt, ni. in de ppervlakte cultuurgrnd per man en in het aantal bewerkingseenheden per man. De eerste methde heeft het vrdeel dat hij gemakkelijk aanspreekt, dch het nadeel dat in de uitkmsten eventuele verschillen in intensiteit van het grndgebruik en in de mate waarin dierlijke veredeling sprduktie vrkmt, niet tt uitdrukking kmen. Bij de tweede methde zijn dergelijke verschillen in de uitkmsten verdiscnteerd. Uit de ntwikkeling van deze 2 reeksen getallen ver de peride , weergegeven in indexcijfers, wrdt een indruk verkregen van de ntwikkeling van de arbeidsprduktiviteit gedurende deze peride.de berekende cijfers pretenderen dan k niet exact de arbeidsprduktiviteit weer te geven. Daarvr zijn met name de beschikbare gegevens mtrent de arbeidskrachten te summier. Z kan bijvrbeeld geen rekening wrden gehuden met de leeftijd, de validiteit en de duur van het meewerken p het eigen bedrijf. Vrts zijn de tijdelijke mannelijke arbeidskrachten en de vruwelijke arbeidskrachten geheel buiten beschuwing gebleven, terwijl eventuele verschillen in de mate waarin lnwerk dr derden wrdt verricht, evenmin in aanmerking is genmen. Uit tabel 26 blijkt dat in het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart tussen 1960 en 1968 het aantal bewerkingseenheden per man is tegenmen van gemiddeld 928 in 1960 tt gemiddeld in Deze teneming is de resultante van een teneming van de ttale prduktiemvang (met 8%) en een afneming van het aantal vaste mannelijke arbeidskrachten (met 28%). Het aantal bewerkingseenheden per man steeg in de peride dan k met 50%, d.w.z. met gemiddeld ruim 6,0% per jaar. Ter 33

34 vergelijking zij vermeld dat het vereenkmstige percentage vr de ruilverkavelingen Steenderen, Dinxperl en Brcul respectievelijk 3,4, 4,0 en 4,5 is. Vrts blijkt uit tabel 26 dat van grtteklasse tt grtteklasse en van deelgebied tt deelgebied zwel de ppervlakte cultuurgrnd per man als het aantal bewerkingseenheden per man in beide jaren ngal uiteenlpt. 1) De teneming van deze beide kengetallen sinds 1960 verschilt eveneens. Z neemt in beide jaren zwel de bewerkte ppervlakte per man als het aantal bewerking seenheden per man gemiddeld te naarmate de bedrijven grter zijn. De verschillen in bewerkte ppervlakte per man en bewerkingsmvang per man tussen de peenvlgende grtteklassen zijn bvendien sinds 1960 ng tegenmen. Verschillen in bewerkte ppervlakte per man wrden p de in ppervlakte kleinere bedrijven slechts ten dele gecmpenseerd dr een intensiever grndgebruik en/f nietaandegrndgebnden prduktierichtingen. k blijkt dat van gebied tt gebied de bewerkte ppervlakte per man en de bewerking smvang per man ngal uiteenlpen. In deelgebied V zijn in beide jaren beide kengetallen het hgst. In dit deelgebied zijn de bedrijven dan k gemiddeld belangrijk grter dan in de verige deelgebieden. De verschillen in bewerking smvang per man in laatstbedelde deelgebieden hangen mede samen met verschillen in de mvang van de dierlijke veredelingsprduktie. Vral in de deelgebieden I, II en III wrdt veel aan veredelingsprduktie gedaan, daarentegen naar verhuding veel minder in de deelgebieden IV, VI en VIII (zie 6). Tensltte is k de bewerkte ppervlakte per man en de bewerkingsmvang per man nagegaan vr bedrijven met een verschillende graslandbuwlandverhuding. Hieruit blijkt dat naarmate een grter deel van het bedrijf uit grasland bestaat, beide kengetallen afnemen. Vral de grenzen getrkken bij 30% en 60% vrmen ten aanzien van de bewerkte ppervlakte per man scherpe scheidingslijnen. Ten aanzien van de bewerking smvang per man vrmt echter alleen de 30%grens een duidelijke scheidingslijn. Het zijn dan k verwegend de akkerbuwbedrijven, die tevens in ppervlakte gemiddeld het grtst zijn, die gemiddeld het hgste aantal bewerkingseenheden per man behalen. 1) Uiteraard k binnen een zelfde grtteklasse f gebied van bedrijf tt bedrijf, dch daar wrdt niet verder p ingegaan. 34

35 Tabel ha 5 10 ha ha ha ha > 30 ha R.v.k, Dedemsvaart Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Deelgebied Het aantal ha cultuurgrnd en het aantal bewerking seenheden per vaste mannelijke arbeidskracht (A+Bbedrijven) I II in IV V VI VII Gemiddelde ppervlakte cultuurgrnd per man 1960 abs. abs index 1960= 100 3,7 5,6 7,7 8,2 11,0 14,5 7,4 6,5 7,6 6,2 7,0 9,1 6,2 7,4 4,0 6,6 9,7 10,6 14,6 19,0 10,1 8,6 10,1 8,4 8,6 12,7 9,2 10, Gemiddelde aantal bewerking seenheden per man 1960 abs abs. index 1960= < 30% grasland 30 60% grasland 60 90% grasland > 90% grasland 10,8 'M 6,7 6,7 15,2 11,2 8,5 8,

36 HFDSTUK IV BEDRIJFSECNMISCHE ASPECTEN lc Grndsrt en bdemgebruik Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart, in het nrden van verijssel gelegen, is te scheiden in een centraal akkerbuwgebied met zuidelijk, westelijk en nrdelijk daarvan een weidegebied. Ten zuiden en zuidsten van Dedemsvaart ligt een ca, ha grt akkerbuwgebied (deelgebied V), waarvan de bdem vr een belangrijk deel bestaat uit dalgrnd met een ndergrnd van grf zand Dr het langdurig gebruik als buwgrnd is in de lp der jaren de veenblster als humusvrraad in betekenis achteruit gegaan. Men spreekt in dit verband wel van versleten dalgrnden. De in het gebied vrkmende strende grndlagen maken de bdem geveliger, waardr de gewassenkeus beperkt wrdt. Handhaving van een ged humusgehalte samen met een gede waterbeheersing zijn vr de akkerbuwbedrijven zeer belangrijk. In het resterende deel van het ruilverkavelingsgebied, ca ha grt, met meer fijnzandige grnd en k veengrnd, verheerst het weiland en de rundveehuderij. Het zuidelijk deel van het gebied (deelgebieden I, II en Dl), ten nrden van de Vecht, bestaat uit veldgrnden (Arriërveld en Wlfsveld), met vral gemengde bedrijven, zij het dat hier het bdemgebruik in de richting van weiland gaat en dat de veredelingsprduktie een minder belangrijke plaats inneemt dan in andere typische gebieden met gemengde bedrijven, Ten nrdsten van Balkbrug treft men weidebedrijven p zand aan (deelgebied VI), terwijl verder langs de Reest veen f darggrnden wrden gevnden (deelgebied Vu). Een schets van de tekmstige ntwikkeling van de bedrijven in het gebied kan in verband met de bdemeigenschappen slechts gegeven wrden van het akkerbuwgebied en van de verige delen. De aan het akkerbuwgebied grenzende delen, met allerlei vergangen van grndsrten, zullen hierbij wrden besprken, In het algemeen kan gesteld wrden, dat de meer fijnzandige grnden, zeker wanneer strende veen en leemlagen vrkmen, vr akkerbuw niet geschikt zijn. 2. Enkele histrische gegevens De huidige bedrijfsvering in het gebied draagt sterk het stempel van ingrijpende activiteiten in het verleden. Vrdat W.J. Barn van Dedem in 1809 de naar hem genemde vaart liet graven (zijn standbeeld staat in Dedemsvaart), was het gebied waarschijnlijk slechts bewnd aan de zuid en nrdgrens. Langs de Vecht had men ten de intensief gebruikte grnden (buw en weiland) en verderp de extensief benutte velden, 36

37 bestaande uit bs en heideachtig grenland. ngetwijfeld waren er ten schaapherders, die vral p de venen, in de richting van de Reest, hun terreinen hadden. Het eigenlijke Reestgebied telde weinig huizen, waarschijnlijk zal Den Kaat een van de meest stelijke buurschappen zijn geweest. Na de verdeling der markegrnden (Arriërveld is Arriërmark) rnd 1850 is de grndcultuur geiiitensiveerd. Dit zal k het geval geweest zijn met het huidige akkerbuwgebied. De aardappelmeelindustrie (vanaf 1840), de kunstmest (na 1880) en de fabriekmatige verwerking van andere landbuwprdukten gaven in het begin van deze eeuw de grndslagen van het huidige aanzien van het gebied. 3. De tegenwrdige bedrijfsvering Het akkerbuwgebied Reeds in hfdstuk III zijn de criteria van de bedrijfsstructuur besprken. De betekenis van de daar gesignaleerde veranderingen in de bedrij f s. vering vrmt een basis vr deze paragraaf. Een gemiddelde bedrijf sgrtte van minder dan 20 ha blijkt bij nader inzien p een grte spreiding te berusten. Naast een handvl bedrijven met 50 en meer ha buwgrnd blijken k bedrijven met 10 ha vr te kmen. Vral in het meest stelijke gedeelte en langs de Van Ryens Hfdwijk kmen enkele grte langgerekte bedrijven vr. Bij een gemiddelde kavelbreedte van 75 meter zijn deze bedrijven tt zes kilmeter lang. p de kleinere akkerbuwbedrijven kmt wat grasland en een kleine melkveestapel vr. Het grasland is hier pgenmen in de vruchtwisseling. Een enkel bedrijf met een afwijkende grndkwaliteit, f met grnd die aardappelme is, f waarvan de ber qua afkmst een echte veehuder is, wrdt vr een belangrijk deel f geheel als weidebedrijf geëxpliteerd. Dit is vral k langs de randen van het gebied het geval. In het gehele akkerbuwgebied vinden we 1/3 van de cultuurgrnd in gras. De belangrijkste teelt p het buwland is de fabrieksaardappel. Deze neemt 33 tt 50% van de ppervlakte in beslag (in 1968 gemiddeld 42%). Granen vrmen het tweede gewas, te weten tarwe, gerst en haver (in1968 gemiddeld 48%). Suikerbieten en cnsumptieaardappelen cmpleteren het akkerbuwbedrijf. Vr 1949, ten de wet p de aardappelmeheid, de teelt van aardappelen p met aardappelmeheid besmette grnd verbd en p nietbesmette percelen de teelt beperkte tt eenmaal in de driejaar, beteelden de beren hier (en elders in de eigenlijke veenklniën) 50% en meer van de cultuurgrnd met aardappelen. Tt vr krt kn dus niet meer dan 33% van de cultuurgrnd vr aardappelen gebruikt wrden. Sinds krt is het mgelijk m met gebruik van bepaalde chemische middelen de grnd bij het plegen te ntsmetten (spreien in de plegvrvan "DD"), waardr aardappelmeheid verrzakende en andere nematden het leven laten en de grnd m het jaar met aardappelen kan wrden beteeld. De hge ksten, te weten ca. f. 400, per behandelde ha, vrmen een rem vr een verantwrde algemene tepassing. Van de pbrengsten per ha leiden tt een hg sald, in het algemeen bij de betere beren, \ 37

38 kn direct vrdeel verwacht wrden, terwijl k nevenvrdelen, zals haveraaltjesbestrijding en een betere nkruidbeheersing drslaggevend kunnen zijn. Vlgens streekkenners zuden 75 van de 100 beren p deze manier het aardappelareaal bven de 33% brengen. Bij de huidige prijzen kan gezegd wrden, dat de cultuur van fabrieksaardappelen ng steeds, zals tientallen jaren lang, de kurk is, waarp deze landbuw drijft. De nkruidntwikkeling is in de lp van de jaren steeds tegenmen. Vral kweekbestrijding vrmt p vele bedrijven een grter wc^deridprbleem. De aardappelteelt, waarbij een intensieve bewerking mgelijk is, wrdt gezien als een gede mgelijkheid m nkruidbeheersing te realiseren. De mechanisatiemgelijkheden in de aardappelteelt en bij de graanverbuw hebben aanleiding gegeven tt bepaalde spanningen. Zwel ppervlaktevergrting als tenemende mechanisering geven financier ing szrgen. nder meer dr middel van samenwerking tussen de beren zu hiervr een plssing kunnen wrden gevnden. Het blijkt echter dat samenwerking nauwelijks vrkmt en dat ppervlaktevergrting eveneens van geringe mvang bleef In tenemende mate is met name vr het rien van aardappelen en het maaidrsen van granen de lnwerker ingeschakeld, Hierbij kan wrden aangetekend, dat k de grtere ber, die bepaalde machines heeft aangeschaft, lnwerk bij andere beren verricht. Het aardappelrien, waarvr afhankelijk van het al f niet aansluitende transprt van de "eerpels" naar de aardappelmeelfabrieken, drief meer mensen zijn ingeschakeld, is vrijwel geheel in handen van ged geutilleerde lnwerker s. De teelt van suikerbieten is in het gebied van weinig betekenis, mdat dit gewas te veel arbeid vraagt, Hewel het nevenprdukt, suikerbietenkppen en blad, via de veehuderij ged tt waarde kan wrden gebracht, wrdt het merendeel direct ndergeplegd. Deze rganische bemesting wrdt ged belnd in een pvlgende aardappelverbuw. k grenbemesting sgewa s sen b.v, na zmergerst wrden hier aangetrffen. De weide en gemengde bedrijven In het zuidelijke deel verheerst het gemengde bedrijf met gemiddeld 12,5 ha cultuurgrnd. In het Stegerveld en het Wlfsveld liggen slechts enkele veel grtere bedrijven. De bedrijfsgrtte is het kleinst in het Arriërveld, waar de verkaveling k het meest te wensen verlaat. De verhuding buwland/grasland neemt in westelijke en nrdelijke richting af. De gebieden in de buurt van het mmerkanaal en ten sten van Balkbrug en langs de Reest zijn vrijwel geheel weidegebieden. He geringer het percentage buwland in een gebied he meer de akkerbuw gericht is p granen (rgge) met knllen als nagewas* In het nrdelijke gebied zijn de weidebedrijven nauwelijks 10 ha grt, een enkel bedrijf telt meer dan 20 ha. De grnd bestaat hier uit zand f veen f een mengvrm van beide. Speciaal in het Reestdal waar een dikke laag veenachtige darggrnd wrdt gevnden, waar k geen berderijen staan (funderingr>kwe s!:! ), wrdt de grasmat bij enige waterverlast snel kapt gelpen. Een betere waterhuishuding is vr dit gebied urgent. 38

39 De rundveehuderij De veebezetting is in het algemeen vrij laag. In de zuidelijke deelgebieden I, II, III en IV hudt men niet meer dan 1,5 melkkeien per ha, terwijl dit vr het Reestdal slechts 1,4 ha bedraagt. De jngveebezetting (ca. 10 stuks jngvee per 10 melkkeien) is vrij hg. Vr de vervanging van de melkveestapel zijn 6 stuks jngvee per 10 melkkeien vldende. De lage melkveebezetting en de relatief grte aantallen jngvee wijzen p bepaalde gebreken, die mgelijk juist met ruilverkavelen verbeterd kunnen wrden. Met name een betere verkaveling, gede ntsluiting en gede waterbeheersing meten hier mgelijkheden geven de veebezetting per ha en dus het aantal melkkeien per bedrijf, met een eventuele vermindering van de jngvee stapel, te verhgen. Het aantal bedrijven met minder dan 10 f meer melkkeien, respectievelijk 20 stuks, bedreg in 1960 en 1968 vr het gehele gebied: minder dan 10 meer dan 10 minder dan 20 meer dan 20 "T96Ö 3Ï6 Ï Ï Er heeft dus een belangrijke vergrting van de veestapel plaatsgehad. Het aantal melkkeien per bedrijf met melkkeien bedreg in 1960 ng slechts 8,9 en werd in 1968 p 14,6 vastgesteld. ndanks dit ng steeds kleine aantal per bedrijf is de eenheidvergrting duidelijk. Vral in het gebied rnd Balkbrug en langs de Heest blijkt het aantal bedrijven met 20 f meer en met 30 f meer melkkeien aanzienlijk te zijn tegenmen. (Zie hiervr k bijlage 1, blz54). De veredeling sprduktie De veredeling sprduktie is weinig ntwikkeld. In het zuidelijke deel met gemengde bedrijven neemt de varkenshuderij ng een vrij belangrijke plaats in. Hier huden 102 van de 128 bedrijven (80%) ng mestvarkens f fkdieren. p een beperkt aantal bedrijven is de varkenshuderij van enigszins grtere mvang, te weten 6 bedrijven met meer dan 100 mestvarkens en 19 met 20 f meer fkzeugen. De pluimveehuderij betekent ng minder. In het gehele ruilverkavelingsgebied vinden we 4 bedrijven met f meer leghennen, welke alle vier in het meest zuidelijke deelgebied wrden gevnden. In het gehele blk wrden slechts 3 kuikenmesterijen gevnden, welke van een behrlijke mvang zijn. nder 17 kalvermesters zitten er enkele met een hnderdtal dieren, gemiddeld zijn er 45 kalveren per bedrijf. 4. De tekmstige mgelijkheden Akkerbuw De ntwikkeling van de mechanisatie heeft p de akker buwbedrij ven 39

40 een grtere vlucht genmen dan p het drsneeweidebedrijf. De arbeidsbehefte is hierdr sterk teruggelpen. De mechanisatie heeft de mgelijkheid geschapen m hetzij via ppervlaktevergrting, hetzij via een beperking van de persneelsbezetting de rentabiliteit van het bedrijf in stand te huden. Tegen ppervlaktevergrting verzetten zich de hge grndprijzen, de vregere ntwikkelingen kenmerken zich dan k vral dr inkrimping van het arbeidsaanbd. p een enkel bedrijf is ng steeds vermindering van arbeidskrachten mgelijk, maar vr de meerderheid geldt thans, dat ppervlaktevergrting de enige kans is m de bedrijfsrentabiliteit in de tekmst te handhaven. Dit zal dan dus samengaan met een reeds nu plaatshebbende vermindering van het aantal bedrijven. Tt welke bedrijfsgrtte de bedrijven zich zullen willen ntwikkelen is uiteraard meilijk te vrspellen. Waar men zich terecht niet werpt p een z grt mgelijke mechanisering en met name vr het aardappelrien aangewezen blijft p de activiteiten van de lnwerker, zal de ntwikkeling vral kunnen gaan in de richting van bedrijven met niet meer dan een arbeidskracht, eventueel aangevuld met wat gezinsarbeid f lsse krachten. Algemeen wrdt aangenmen, dat deze eenmansbedrijven met akkerbuw wel ngeveer 30 ha grnd meten beslaan. Afhankelijk van de mate van mechanisatie, het meewerken van de ber en de beschikbaarheid van de lnwerker in de belangrijkste knelperiden, kan men stellen dat tweemansbedrijven van 50 tt 100 ha grt kunnen zijn 1). In tabel 27 (zie blz42) is met inachtneming van nrmale pbrengsten en vr de tekmst te verwachten grndksten (3% rente van de aankpprijs plus de eigenaarslasten) een begrting gemaakt van deze bedrijfsveringen (zie k bijlage 2), p grnd van waarnemingen in het gebied mag inderdaad verwacht wrden, dat de ntwikkelingen hier zullen gaan in de richting van bedrijven met minimaal 30 en mgelijk meer dan 50 ha cultuurgrnd. Naast de eisen, die dan echter gesteld wrden aan de verkaveling, de ntsluiting en de waterhuishuding, waarvr de ruilverkavelingsperide van grt belang is, kmen bij deze bedrij f sar ealen de financiering en de bedrijfsrganisatie als bijzndere prblemen. De zelfstandigheidsdrang van de beren en de beperktheid van de privévermgens vrmen een rem p genemde ntwikkeling. Hiervan is in tabel 28 (zie blz.4$ begrtingsgewijs een pstelling gegeven. De situatie in het gebied is zdanig, dat een tenemend aantal beren er in zal slagen deze bedrijven te realiseren. p kleinere bedrijven, met name p die van 15 ha f grter, geeft akkerbuw p basis van zveel mgelijk lnwerk slechts mgelijkheden als daarnaast een andere prduktietak f een nevenberep aanwezig is. In het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart gaan de gedachten k wel uit naar het huden van een zdanig aantal melkkeien, dat een redelijke mechanisatie mgelijk is, b.v. een 25taL Met een vruchtwisseling kunstweide/ 1) Zie k G.C. Meijerman. Betekenis van een aantal cultuurtechnische factren vr de ntwikkelingsmgelijkheden van veenklniale akkerbuwbedrijven. Wageningen, 1966, 40

41 aardappelteelt, intensievere verbuw van suikerbieten en aankp van ruwver zijn hiervr waarschijnlijk mgelijkheden. Het perspectief hiervr lijkt ns echter zeer beperkt. Een ged ntwikkelde tak van veredelingsprduktie met name de varkens f pluimveehuderij kan mgelijkheden bieden. Mgelijk zal hierbij het zelf malen en mengen van het ndige krachtver kunnen wrden tegepast. Vr de grensgebieden, waar de grnd m welke reden k minder geschikt is vr akkerbuw, zal meer tekmst gevnden wrden inde veehuderij. Een geschikt deel van de ppervlakte zal dan gebruikt kunnen wrden vr kunstweiden, welke van tijd tt tijd vr aardappelteelt wrden gescheurd. De veehuderij p weidebedrijven waar de mechanisatiemgelijkheden ten pzichte van akkerbuwbedrijven minder grt zijn, zal de ppervlakte wat beperkter kunnen zijn. Meer dan 20 melkkeien per man is in de tekmst ndzakelijk m een redelijke rentabiliteit te mgen verwachten. De veebezetting zal kunnen variëren van 1,5 tt 2,5 melkkeien per ha afhankelijk van het pbrengstniveau van het grasland (de dankbaarheid vr stikstfbemesting) en de zuivere grndksten. Vr eenmansbedrijven zal een ntwikkeling naar 30 melkkeien p gemiddeld 20 ha zich verder manifesteren (tabel 27). Vr tweemansbedrijven liggen er mgelijkheden, die enerzijds beperkt wrden tt 20 f meer melkkeien per man en anderzijds via de bij deze aantallen mgelijke mechanisatie kunnen uitlpen tt (veel) meer dan 30 melkkeien per arbeidskracht. De begrting in tabel 27 heeft in vergelijking met tt nu te gebruikelijke calculaties vrij hge grndprijzen. De investeringen in bedrijfsgebuwen zijn p een vrij laag niveau aangehuden. Niettemin blijkt in de praktijk ng vr lagere bedragen gebuwd te kunnen wrden. De investeringen p de in ppervlakte kleinere weidebedrijven blijken (tabel 28) niet van betekenis te verschillen met die p de grtere akkerbuwbedrijven. Met name is dit k van belang vr de bedrijven, waar mende inde vrige paragraaf besprken gemengde bedrijfsvrm zu willen tepassen. Vr alle bedrijfstypen geldt dat het aanwezig zijn van meer pachtgrnd wenselijk is mwille van de bedrijfsfinanciering. De investeringen in levende have en dde inventaris (eventueel k in gebuwen) vergen reeds zveel kapitaal dat de grndeigendm aan derden zu kunnen wrden gelaten. Slechts 1/3 van de cultuurgrnd wrdt nu ng verpacht, terwijl van deze pachtgrnd ng bijna de helft (gepacht van uders f schnuders) tt ptentiële eigendm met wrden gerekend. Vr weidebedrijven geldt in ng sterkere mate dan vr buwbedrijven, dat de verkaveling en de ntsluiting ptimaal meten zijn m een rendabele bedrijfsvering tt stand te kunnen brengen. De waterhuishuding, te weten grndwaterstand en snelheid van waterafver, is vr beide van grt belang. In dit ruilverkavelingsgebied vrmen technisch de beschikbare ppervlakte per bedrijf en de verkaveling grte meilijkheden,terwijl ecnmisch vral de kapitaalspsitie, met name k vr het stichten van vldende bedrijfsgebuwen, belangrijk is. 41

42 (H CD TS.0 03 C CM Tf TJH c (M TjH CS CM i N H N t D lc(mcrcactcin^ TH CM TH c C (M 00 «CM CM ^ C0 c ^ CD CM "* I tcœinœnm in C^rtHCrfCCM 00 m m CM c in CD C l S m m cas csmcmc^m mcmccsinccmc ri IH c s 00 E ö > 0) P JH bfi!< 0) > U > bfi a Ö 0) M 0) JH <u PH bc t CM 8 u 03 M CD Ö 0) s p* a '3 PH ci CQ C c C C ci > J3 P< P < <^< 0) 03 PC Ö C 513 Ö (13 03 II 03 faß R p < """' ctf. ^ " 03 PS «c 3 cd t "03 "03 0) 03 ü ftft m.h CM s * CM m t ca ctf s a Q3 03 ü faß g BS 03 rt 'S C bp 5 a CD K & 03 > 03 I M < ecj m m c CM c m CM u 0) PQ 73 T3 'Ö ^ ^ 03 CQ T; b «ö bßtj +5 +? \ c s Q1 M S 'S s r> n u m 03 M «S "g ^ faß 03 «S 03 PS ÜfflN< SSL* C rt t L 03 ts C in c m faß a & p» tj P"J F H ai «S pj u CD P«CQ p< 03 > Ô 03 42

43 a T5 c bc a 01 S C 0} TS S 1 a 0) fl 4) rq > cu PI +j it C a au ü s.a TS TS 0) "> fl rn Ci) TS Ö Ö > e 0) rq u bc!i > Ö bc Ö "ph 0 CQ a Q c CM s TS rc tf ft CM CM S rë ü crn c T5 ph r ä Ö c CQ 03 CM C C CC! >,0 cä cti +> t> CJ 03 << m CM 00 C CM CM ri w C (M in in CM m c c CM m CM CM CM C c c <u S bp 3S Si. C 11 CCi + > m m a CM 00 CM m CS m CD t in c m Tf H in m m c t~ CM JH m c C m CM s a 0 FH U CQ C > c if ö ^ cu > u cu eu a, ' M Tl TS 1 a p eu C 3 a.. es ÇU,D > TS > u > c CD c in CS Ö CC! " Ö.. ^ 0D b m c m CM m Th C c s' CM a <u I rl a cd X!!H f ^u sj 1,Arî H eu eu S J2 SH a 3,9 Ü CM C s 00 c m c * 3. > a bc ih s rl CCi CCi' u 0 +> > u > U bc u TS.. CM r_ > il ^ B* * * X cet 'S fe r>. <U ii ''t +J > INU 'r t ~> I " a bc <B a cu > a d > a rn" eu.m bc U r* m H > C c CM CM m c c m CM 00 ECM incc s i c t CDCM m m CD rt CM i m s CM CM s CM ih CM 1 CM C c ^ 05 CM C 1 t 00 I c t CM 00 C CS CM CM CM in a rö cu bc a 3 a.m a 00 CQ 't~i C ra a a bc S c ^ IJ Qj r rrj ^ + ö a HJ u M CQ ^ a S g 8É 0 a bc S s a.p, S 'N I ö I g) 'S. bptj 2 3 cu rj F l? CQ bc U > rc 4ic3 r! c M a CQ ÇS crj > "03.2 rq CQ H> CCi Xï * ft ä«>rf ^3 ta <=> cö ' U bc CS CQ «S S r^2 a rt gtj C3 a c3 CCi ^H M CQ H?P cu t 03 > ^a +J S3 ^ < a ö ö "a w.a t a a S H> G8 'S l'a A3 a 3^. 3 (V) CQ 51 ja TJ +j a cj^ «.2 'S bc aa U H» ^ c <W CQ " cci U a. j r 1 eutj 2 «c Q s a.3 05 CM > d +" w f» =4H d rt c Q) «P. S *'! > «i ^ TS a «a eu ft.* a s «S >, <u? d) 'S' 8» ^345 a 43

44 5. Beperkingen vr de tekmstige situatie In cultuurtechnisch pzicht valt in het gebied ng veel te verbeteren. Enkele specifieke streekeigen elementen kunnen hierbij van grte betekenis wrden genemd. Het gehele gebied is vr een belangrijk deel een klnisatiegebied, waar de beren uit allerlei streken afkmstig zijn. In het kader van de beëindigingsregelingen van het, en S.fnds hebben met name34 beren (van de ruim 500) de bedrijfsvering gestaakt. Deze en andere symptmen wijzen erp, dat in vergelijking met andere zandgebieden, de ndernemers hier dynamischer zijn. p grnd van deze verwegingen kan verwacht wrden, dat een actief aankpbeleid via de Stichting Echter Landbuwgrnden hier resultaten zal afwerpen, eventueel in cmbinatie met verplaatsing van bedrijven naar de IJsselmeerplders. De vrijkmende grnd zal ged geplaats kunnen wrden bij het te verwachten aantal beren, dat gede argumenten heeft m naar bedrij f svergrting te streven. De van udsher bestaande waterwegen, welke na de Tweede Wereldrlg bijna niet meer gebruikt zijn vr het watertransprt van landbuwprdukten, zijn vr een belangrijk deel afgedamd. Waar slten ndig zijn, zullen ze waarschijnlijk nieuw gegraven meten wrden, In veel gevallen vrmen de ude wijken nu lage met nkruid begreide strken. Dr grndverplaatsing kan deze kadastrale grnd mgezet wrden in cultuurgrnd. Dit vraagt echter wel betere waterafveren en drainagestelsels. De huidige laig^eicki kavels zullen, k waar ze drsneden wrden dr dwarswegen, een zekere mrijtijd en een grte lengte aan sltnderhud vergen. Verwacht mag wrden dat juist p minder langgerekte, dus bredere, kavels de waterbeheersing met name via drainage ged gemaakt kan wrden. k zal dan in ttaal minder arbeid vr het schnhuden van de slten ndig zijn. Het lijkt juist deze cultuurtechnische ingrepen te bezien in het kader van eveneens p verschillende kavels ndige verbeteringen in de vrm van diepplegen f mengwelen. Enige winst aan cultuurgrnd kan samengaan met deze bdemverbeteringen. De verbetering van de bedrijven zal zwel via ppervlaktevergrting als via bdemverbetering aanleiding kunnen geven tt financieringsmeilijkheden. Het lijkt dan k niet nmgelijk dat nu reeds gevestigde ber/ eigenaren de ppervlaktevergrting van hun bedrijf slechts zullen kunnen realiseren wanneer de grnd geheel f gedeeltelijk als gepachte grnd kan wrden aangetrkken. Het vinden van kapitaalverschaffers zaleen taak zijn vr individuele f grepen van belanghebbenden. Dit punt zal vral van belang zijn vr die beren, wier streven naar een betere bedrijfsvering alleen gerealiseerd kan wrden bij de stichting van nieuwe bedrijfsgebuwen. Met name wrdt hier gedacht aan de weidebedrij ven, waar de huidige gebuwen een rem vrmen tt ntwikkeling. Met name de financieringslast, welke (jnge) beren p zich nemen bij bedrij f suitbreiding, vergrting van het aantal melkkeien, nieuwbuw van de bedrijfsgebuwen en eventueel nieuwe f aanvullende bewerktuiging, 44

45 kan hen den uitzien naar verpachting. De bedrijfsgebuwen in het gebied vrmen een extra handicap. In de gemeente Avereest zijn slechts 36 bedrijven van de 556 vrzien van hfdbedrijfsgebuwen welke na 1940 gebuwd zijn. In de gemeente mmen ligt de situatie iets beter waar de crrespnderende cijfers 178 en 986 zijn. Hieruit vlgt, dat de eerder gememreerde sterke uitbreiding van de veestapel in belangrijke mate is gebeurd p basis van gebuwenuitbreiding en aanpassing. Men zal er dan k niet f nauwelijks in geslaagd zijn deze uitbreiding van de veestapel te den samengaan met invering van bij grtere veestapels behrende mderne arbeidsmethden. Nieuwe bedrijfsgebuwen beheven niet z kstbaar te zijn. Met name de ligbxenstal in cmbinatie met een in winter en zmer te gebruiken melkstal geven mgelijkheden gedkp te buwen. De bedrijfsgebuwen, die nu p de Waiberheve te Milling en wrden beprefd, leveren hiervr aangrijpingspunten. Het lijkt m wille van de financieringszrgen van grt belang, dat in ruilverkavelingsverband aandacht wrdt besteed aan efficiënte mderne buw van bedrijfsgebuwen, ndanks de schnheids (stands)pvattingen van beren en verheidslichamen. Vr akkerbuwbedrijven is de plaats van de bedrijfsgebuwen in feite nauwelijks meer dan een werktuigen en kunstmestlds niet z belangrijk als vr weidebedrij ven. Dit geldt k vr de verkaveling. Juist vr weidebedrijven is een centrale ligging van de bedrijfsgebuwen eventueel zelfs znder wnhuis van z grt belang, dat aan een eventuele berderijverplaatsing hge waarde met wrden gehecht. De verspreide ligging van de gebuwen wijst erp, dat men van udsher streefde naar een centrale ligging. In veel gevallen mag echter aan de bestaande gebuwen geen hge waarde wrden gehecht in verband met de nu te stellen hge eisen. 45

46 SLTBESCHUWING Het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart ligt in het nrdsten van de prvincie verijssel. Dit deel van de prvincie kampt reeds jaren met een tekrt aan nietagrarische werkgelegenheid. In de peride was zwel in Avereest als in mmen de teneming van de nietagrarische werkgelegenheid nvldende m de afvleiing uit de landbuw te kunnen pvangen. Het gevlg hiervan is migratie en pendel. Ten einde de werkgelegenheid te bevrderen werd dit gebied in 1959 dr de regering in het kader van het reginale industrialisatiebeleid aangewezen als stimuleringsgebied met Hardenberg als ntwikkelingskern. Desndanks is de werklsheid in nrdstver ij s sel thans ng grt, De werkgelegenheidssituatie in het ruilverkavelingsgebied is de laatste jaren ng verslechterd dr de sluiting van de Dedemsvaart vr de scheepvaart. Een aantal industriële ndernemingen zag zich daardr gendzaakt het bedrijf naar elders ver te plaatsen. Dit had tt gevlg dat Dedemsvaart als werkgelegenheidscentrum aan betekenis inbette. Een eventuele teneming van de nietagrarische berepsbevlking, alsmede de afgevleide werkers uit de landbuw zullen dus meilijk ter plaatse werkgelegenheid kunnen vinden. Dit betekent een versterking van de migratie en de pendel. Ten einde migratie en pendelverlangeafstand tegen te gaan is een verdere uitbuw van de industriële werkgelegenheid in de regi dringend gewenst. Hierbij dient dan met name gedacht te wrden aan de ntwikkelingskern Hardenberg. Deze kern beschikt nl thans reeds ver een behrlijk vrzieningenniveau. Er is daardr reeds een gunstig klimaat vr de vestiging van nieuwe bedrijven. 1) Het verdient verweging binnen het ruilverkavelingsgebied Dedemsvaart drie gebieden te nderscheiden, nl. deelgebied I + II + III; deelgebied V en deelgebied IV + VI + VII. Een bijzndere psitie neemt hierbij deelgebied V in. Dit deelgebied, dat in het centrum van het ruilverkavelingsgebied is gelegen en dat ngeveer 1/3 deel van de ttale ppervlakte van het gehele ruilverkaveling sgebied beslaat, wijkt in verschillende pzichten af van de verige deelgebieden. Deze verschillen tussen deelgebied V enerzijds 1) Zie vrts de nta van het Prvinciaal Bestuur van verijssel, hudende aanbevelingen t.b.v. een p natinaal niveau te veren reginaal industrialisatiebeleid in de prvincie verijssel in 1969 en vlgende jaren; Zwlle,

47 en de verige deelgebieden anderzijds hangen grtendeels samen met de wijze van in cultuur brengen van de grnden, 1) Deelgebied V is een "jng" landbuwgebied, in tegenstelling tt de rest van het ruilverkavelingsgebied dat reeds veel eerder in cultuur werd gebracht. De ntginning van het "nieuwe" deel is destijds grtscheeps aangepakt, in tegenstelling tt die van het "ude" land, waar dit stukje bij beetje dr een grt aantal "ntginners" gebeurde. De verschillen tussen het "nieuwe" en het "ude" land zullen puntsgewijs wrden genemd. Het betreft: a. de grndsrt. De bdem in deelgebied V bestaat verwegend uit dalgrnd (grfzandig), in de verige deelgebieden vrijwel geheel uit zandgrnd (fijner zand). b. de verkavelingstestand. De^e is in deelgebied V belangrijk gunstiger dan in de verige. Dit betreft zwel het gemiddelde aantal kavels per bedrijf, de gemiddelde kavelgrtte, de kavelvrm als de ligging van de kavels ten pzichte van de bedrijfsgebuwen. De grnd ligt in deelgebied V echter wel vaak in kavels van een grte lengte. c. de ntsluiting. De ntsluitingstestand van de gebuwen en de kavels is in deelgebied V eveneens gunstiger sinds een aantal jaren geleden de wijken in dit deelgebied zijn afgedamd. d. de waterbeheersing. Gelijktijdig met het af dammen van de wijken is in deelgebied V de waterbeheersing aanzienlijk verbeterd. De bdem is hier thans even ged geschikt vr buw als vr grasland. Daarentegen laat de waterbeheersing in enkele andere deelgebieden ng veel te wensen ver. e. de bedrij f sgrtte structuur. De bedrijven in deelgebied V zijn gemiddeld aanmerkelijk grter dan in de verige deelgebieden. Hudt men er rekening mee, dat de ptimale bedrij f sppervlakte vr akkerbuwbedrijven hger ligt dan vr weide en gemengde bedrijven, dan geldt echter vr het gehele gebied dat er vele bedrijven zijn die ver een te kleine ppervlakte cultuurgrnd beschikken. f. het grndgebruik. De grnd in deelgebied V is verwegend in gebruik als buwland, terwijl in de verige deelgebieden het grasland de verhand heeft. g. de dierlijke veredelingsprduktie. In deelgebied V wrdt p belangrijk minder bedrijven dierlijke veredelingsprduktie aangetrffen dan in de verige deelgebieden.. 1) Weliswaar bestaan er tussen de verige deelgebieden nderling k wel verschillen, maar deze zijn veel minder in het g springend. 47

48 3. Gelet p de externe prduktiemstandigheden zals vermeld nder 2, zijn deze in deelgebied V in geringere mate een beletsel vr een ratinele bedrijfsvering dan in de verige deelgebieden. 4. Hewel de externe prduktiemstandigheden in deelgebied V relatief gemiddeld gunstig zijn, zijn er tch belangrijke grndverbeteringen mgelijk In het verleden hebben de landbuwers reeds stukken grnd laten mengwelen. Het gmerk hiervan was de bdem geschikter te maken vr allerlei gewassen en het pbrengstrisic te verkleinen. De ruilverkaveling in deelgebied V kan aan aantrekkelijkheid winnen, wanneer grndverbetering dr mengwelen wrdt gecmbineerd met kavelverbreding het wegwerken van de restanten van afgedamde wijken en passende drainering. Het huidige verkavelingspatrn heeft namelijk verschillende nadelen. Z meten in een aantal gevallen vrij aanzienlijke mrijtijden gemaakt wrden m de grnd te bereiken. De langgerekte kavelvrm verrzaakt tevens dr een grte slt/wijklengte een zekere heveelheid meer werk aan sltnderhud. 5c nder verwijzing naar punt 2 zij pgemerkt, dat met name in deelgebied VII, liggende langs het riviertje de Reest, de ntsluiting en de waterbeheersing gebreken vertnen Vr wat de slechte ntsluiting betreft is de Reest, die tevens prvinciegrens is, hieraan wellichtniet vreemd. Vele wegen in dit gebied lpen dd tegen dit riviertje. De gebrekkige externe ntsluiting van dit gebied kan een handicap zijn vr de aanver van grndstffen (veever, kunstmest) en de afver van Prdukten (melk). Ten aanzien van de waterhuishuding in dit deelgebied kan gewezen wrden p de plannen m p Drents gebied parallel aan de Reest een afwateringskanaal te graven ter ntlasting van de Reest. Wellicht kunnen de grnden in het verijsselse deel van het Reestdal hiervan eveneens prfiteren. 6. De urgentie van ruilverkaveling in deelgebied VI wrdt vergrt dr de aanleg van de weg LichtmisCevrden. De grnd hiervr is reeds in handen van de prvincie, dch grtendeels ng in agrarisch gebruik, vr een deel bij de gemeente Avereest. Vrts zal in de deelgebieden I en V grnd aan de agrarische bestemming wrden nttrkken vr de aanleg van het stuk autweg tussen Witte Paal en Dedemsvaart. Het tracé vr deze weg is evenwel ng niet bekend. 7. Met het g p de aanwezigheid van een aantal tuinbuwbedrijven in de enclave Dedemsvaart, ware te verwegen de vrlpige grens van het ruilverkavelingsgebied zdanig te wijzigen, dat dit tuinbuwcentrum eveneens in de ruilverkaveling wrdt pgenmen. De verplaatsing van de Kwekerij Merheim, die uit planlgisch gpunt gewenst is, zu hierdr wellicht kunnen wrden vergemakkelijkt. Bvendien zu beter tegemet gekmen kunnen wrden aan de eisen die de tuinbuw aan de waterhuishuding stelt. 48

49 8. Het verdient aanbeveling te verwegen in heverre het wenselijk en mgelijk is de recreatieve vrzieningen in de zuidelijke deelgebieden langs de Vecht te versterken. Dit zu ten gede kmen aan de recreatieve functie die de plaats mmen reeds heeft vr deze streek. Bvendien zuden vrijgekmen berderijtjes hierdr aan aantrekkelijkheid kunnen winnen als z.g. tweede wning. 9. Evenals in de afgelpen 8 jaar zal k in de kmende 15 jaar het aantal landbuwbedrijven (A+B) afnemen. Het aantal bedrijven verminderde in de peride met 105 tt 413. In ttaal werden 33 A+Bbedrijven pgeheven in het kader van de beëindigingsregeling van het. en S.fnds. Vlgens schatting zal het aantal A+Bbedrijven in 1983 verder zijn afgenmen tt 290. Het betreft hier evenwel een minimumraming, gebaseerd p de ntwikkeling in de peride Bvendien kunnen zich in de kmende jaren nieuwe ntwikkelingen vrden,, waardr de afneming wrdt versneld. Z zullen een aantal ptentiële pvlgers alsng afvleien. Een gunstige werkgelegenheidssituatie in de nietagrarische sectr zu de afvleiing van bedrijfshfden en ptentiële pvlgers kunnen stimuleren. Reeds eerder is echter gebleken dat aan deze vrwaarde niet wrdt vldaan. Dr de verschillende rzaken, waarvan de pheffing van bedrijven verreweg de belangrijkste is, zal in de peride vlgens raming tenminste 1000 ha cultuurgrnd beschikbaar kmen. Deze grnd zal grtendeels beschikbaar kmen vr bedrijfsvergrting. 10. Zwel het aantal mannelijke arbeidskrachten (566 in1968) als het aantal landbuwbedrijven $13 in 1968) is in het gebied in de peride met ca. 25% teruggelpen. Deze daling zal zich vrtzetten. Z zullen er in 1983 ng maximaal 290 bedrijven zijn met mannelijke arbeidskrachten bij een geschatte gemiddelde arbeidsbezetting van 1,2 man per bedrijf. Een geringere arbeidsbezetting van het bedrijf betekent een teneming van het aantal eenmansbedrijven. De nadelen hieraan verbnden treden duidelijk aan het licht bij ziekte. Hier ligt dan k een terrein vr de bedrijfsverzrgingsdiensten. Aangezien vele gemechaniseerde werkzaamheden meilijk dr een man uit te veren zijn, zullen k vr lnwerkers en werktuigencöperaties de activiteiten tenemen. Hieruit valt af te leiden dat het aantal arbeidsplaatsen in de dienstverlenende sectr ng wat zal tenemen. Een geringe arbeidsbezetting per bedrijf kan k samengaan met een tenemende samenwerking. De grter en duurder wrdende gstmachines (cmbines, aardappel en bietenzaaiers) kunnen k samenwerking in de hand werken. Vral zal dit het geval kunnen zijn bij die beren die nafhankelijk willen blijven van de lnwerker. Een eventuele samenwerking bij de veehuderij (melken, veren, stalverwerking) biedt waarschijnlijk geringere perspectieven. 11. Als het centrale vraagstuk in de agrarische sectr kan wrden gezien de pvering van de arbeidsprduktiviteit. Natinaalecnmisch 49

50 gezien is het hierbij evenwel van belang dat dit niet gepaard gaat met een belangrijke vergrting van de ttale prduktie. Vr zver het de aan de grndgebnden prduktierichtingen betreft, zals de akkerbuw en de rundveehuderij, gaan de gedachten dan k in de eerste plaats uit naar een uitbreiding van de ppervlakte grnd per man. De mgelijkheden tt bedrijfsvergrting zijn evenwel, zals nder punt 9 bleek, in de naaste tekmst vrij beperkt. Wellicht kan het aanbd van grnd wrden verruimd dr verplaatsing van een aantal bedrijven naar de nieuwe plders. Hierbij wrdt met name gedacht aan deelgebied V, waar de berenbevlking niet erg hnkvast is. 12. Bij het streven naar pvering van de arbeidsprduktiviteit is echter niet alleen de ttale prduktiemvang per man van belang, dch k de mvang van de afznderlijke bedrijfsnderdelen waaruit de ttale prduktiemvang is pgebuwd. In heel veel gevallen vldet de mvang van de afznderlijke bedrijfsnderdelen niet aan de nrm die daaraan vanuit bedrijfsecnmisch gezichtspunt gesteld met wrden. De ntwikkeling gaat echter wel in de gede richting. Z was in de melkveehuderijsectr het aantal melkveestapels bestaande uit minstens 20 dieren in ,5 keer z grt als in In de varkenshuderijsectr trad specialisatie p gepaard gaande met een teneming van de gemiddelde mvang van de varkensstapel. Dit was met name het geval bij de varkensmesterij, waar het gemiddeld aantal dieren per bedrijf steeg van 16,2 in 1960 tt 52,8 in Desalniettemin had in 1968 tch ng1/4 deel van alle melkveehuders minder dan 10 melkkeien, terwijl 10% van de gespecialiseerde varkenshuders minder dan 10 mestvarkens hield en 30% minder dan 5 fkzeugen. 13. Zals nder punt 2 reeds is pgemerkt, kmen grte verschillen in grndgebruik vr tussen enerzijds deelgebied V en de verige deelgebieden anderzijds. In deelgebied V is thans ngeveer 2/3 deel van de ttale ppervlakte cultuurgrnd in gebruik als buwland en ngeveer 1/3 deel als grasland. Hewel in dit deelgebied, gelet p het ttale areaal cultuurgrnd, de buwlandgraslandverhuding ten pzichte van 1960 gelijk bleef, geldt dit geenszins vr de individuele bedrijven. Z is enerzijds het percentage zuivere akkerbuwbedrijven tegenmen van 1 in 1960 tt 13 in 1968, terwijl anderzijds het percentage zuivere weidebedrijven eveneens is tegenmen en wel van 4 in 1960 tt 20 in Deze cijfers wijzen er p dat in dit gebied sinds 1960 sprake is van specialisatie, nl. óf akkerbuw, 6f weidebuw. Hierbij kan ng wrden pgemerkt, dat de ntwikkeling in de richting van weidebuw in de afgelpen 8 jaar sterker is geweest dan die in de richting van akkerbuw. Niettemin had in 1968 tch ng 2/3 deel van alle landbuwbedrijven in deelgebied V zwel buw al s grasland. p 12% van alle bedrijven besleg de ppervlakte grasland echter hgstens 10% van de ttale bedrijfsppervlakte en p 13% van alle bedrijven lag het percentage grasland tussen 10 en 30. In hfdstuk III, 5, is reeds de vraag beantwrd waarm een betrekkelijk grt aantal verwegend akkerbuwers er tch ng de vr 50

51 keur aan geeft een relatief klein deel van hun bedrijf te expliteren als grasland«hierbij kan ng wrden aangetekend, dat bij de keuze het bedrijf als een akkerbuw dan wel als een weidebedrijf te expliteren, de bdemgesteldheid vr de ber geen factr van drslaggevende betekenis is. Waarschijnlijk speelt de bedrijfsppervlakte hierbij echter wel eenbelangrijke rl. Bij een betrekkelijk kleine ppervlakte zal het eerder mgelijk zijn een redelijk inkmen te behalen uit een weidebedrijf, eventueel aangevuld met een tak van de dierlijke veredelingsprduktie, dan uit een akkerbuwbedrijf. Daarnaast is de mentaliteit van de ber van niet te nderschatten betekenis. Dit gebied is van rsprng een klnisatiegebied, waar zich beren vanuit verschillende windstreken hebben gevestigd. Kwamen deze uit akkerbuwgebieden, dan ging hun vrkeur uit naar het akkerbuwbedrijf, kwamen zij uit weidestreken dan naar het weidebedrijf. k bij de pvlgende geslachten speelde en speelt thans ng deze traditie een belangrijke rl. Het is meilijk te vrspellen f in de kmende jaren, geletphet ttale areaal cultuurgrnd in deelgebied V, de buwlandgraslandverhuding, zals in het jngste verleden het geval was, k gelijk zal blijven. De rentabiliteit van de akkerbuw en rundveehuderijsectr zal hierbij van belang zijn. Vr wat de akkerbuw betreft gaat het vral m de rentabiliteit van de fabrieksaardappelteelt en vr wat de rundveehuderij betreft m de rentabiliteit van de melkveehuderij. Waarschijnlijk zal echter wel de specialisatie drzetten, in die zin, dat het percentage zuivere f verwegend akkerbuwbedrijven en zuivere f verwegend graslandbedrij ven zal tenemen ten kste van het percentage bedrijven waarp zwel het buw als grasland van betekenis is. De ntwikkeling zal echter vral gaan in de richting van de graslandbedrij ven, althans vr zver het de kleinere bedrijven betreft. Hierbij kan ng wrden pgemerkt, dat het vr de weidebedrijven aantrekkelijk is de grnd zveel mgelijk rnd de bedrijfsgebuwen gesitueerd te krijgen met zwel een gede interne als externe ntsluiting.de akkerbuwer s hebben vral belang bij een gede externe ntsluiting van hun grnden met het g p de afver van vlumineuze Prdukten zals fabrieksaardappelen en suikerbieten. Tensltte kan ng gewezen wrden p de aantrekkelijke mgelijkheden tt samenwerking tussen akkerbuw en weidebedrijven, zals het uitwisselen van arbeidskrachten, levering van prdukten aan elkaar en het gezamenlijk gebruiken van werktuigen. Zdanige vrmen van samenwerking kmen reeds vr. 14. k in de andere deelgebieden is een srtelijke ntwikkeling gaande als in deelgebied V. Hier gaat de ntwikkeling echter veel sterker in de richting van het graslandbedrijf. Thans heeft in de deelgebieden I + II + III ng 13% van alle bedrijven 3060% grasland tegenver 33% in De bedrijven met 6090% grasland maken thans de grtste grep uit. Hierte behrt nl. 56% van alle bedrijven. In de deelgebieden IV +VI + VIII valt het accent in ng sterkere mate p de gras 51

52 landexplitatie. ngeveer 2/3 deel van alle bedrijven zijn hier zuivere graslandbedrij ven. k in deze deelgebieden zal de specialisatie zich waarschijnlijk verder drzetten. Hier zal echter geen sprake zijn van tweerichtingsverkeer, zals in deelgebied V. De ruilverkaveling kan er te bijdragen dat de ppervlakte buwland in deze deelgebieden versneld gaat afnemen. Dr het verminderen van het aantal kavels en een gunstige ligging van de kavels ten pzichte van de bedrijfsgebuwen kan het aantrekkelijk wrden buwland in te zaaien tt grasland. Bvendien kan m dezelfde redenen een intensivering van het graslandgebruik wrden verwacht, waarbij de melkveestapel wrdt uitgebreid ten kste van het jngvee. Mderne bedrijfsgebuwen (de ligbxenstal met zmer en wintermelkstal) zullen vral k de arbeidsprduktiviteit kunnen verbeteren, mits meer grnd bij zulke bedrijven kan wrden gevegd. verigens neemt k de behefte aan akkerbuwprdukten van het eigen bedrijf, zals str en vederbieten, p het gemengde bedrijf af. In de tekmst zullen dan k waarschijnlijk alleen drgtegevelige grnden in gebruik blijven als buwland. Bij het verder terugdringen van de ppervlakte buwland p de gemengde bedrijven zal men vr de akkerbuwwerkzaamheden geheel zijn aangewezen p lnwerkers, mdat een lnende eigen mechanisatie niet mgelijk zal zijn. 15. Zals eerder bleek neemt in de akkerbuwsectr de teelt van fabrieksaardappelen een belangrijke plaats in. Nu nder bepaalde vrwaarden deze teelt kan wrden uitgebreid van 1 p 3 tt 1 p 2, valt een verdere uitbreiding van de fabrieksaardappelteelt te verwachten ten kste van de graanteelt. De aardappelteelt is een arbeidsintensief en ged mechaniseerbaar akkerbuwgewas, dat vral in deelgebied V, waar de bdem uit dalgrnd bestaat, grte pbrengsten per ha kan pleveren. 16. Bij de te verwachten vrtgaande ntwikkeling in de richting van de rundveehuderij zal p een aantal bedrijven de stalruimte vr het rundvee een knelpunt kunnen vrmen. In deelgebied V zijn de prblemen echter van enigszins andere aard dan in de verige deelgebieden. In deelgebied V zijn de bedrijfsgebuwen veelal hfdzakelijk ingericht vr de akkerbuw en is meestal slechts een beperkte stalruimte vr rundvee aanwezig. Hier zal veelal een uitbreiding van de stalruimte binnen het hfdgebuw kunnen plaatshebben. Maar in de van udsher sterk p de rundveehuderij ingestelde deelgebieden, waar de bedrijfsgebuwen k meestal veel uder zijn, zullen uitbreidingsmgelijkheden van de stalruimte veelal niet f nauwelijks aanwezig zijn. Nieuwbuw van veestallen zal echter veelal slechts dan mgelijk zijn wanneer deze gepaard gaat met een uitbreiding van de bedrijf sppervlakte. De mgelijkheden hierte zullen evenwel slechts beperkt zijn. Vr wat deelgebied VII betreft dient hierbij ng te wrden pgemerkt, dat een deel hiervan is aangewezen als "meldingsgebied". p grnd hiervan kan bezwaar bestaan tegen de uitvering van werken in het nderhavige gebied. 52

53 17. Reeds eerder is vastgesteld dat de ntwikkeling tendeert naar een tenemend aantal z.g. eenmansbedrijven. Vr de tekmst kan men daarbij vr de akkerbuwsectr denken aan een bijbehrende ppervlakte van tenminste 30 ha. Vr akkerbuwbedrijven met een arbeidsbezetting van ngeveer twee man ligt de wenselijke bedrij f s grtte in het traject van ha. De grte lengte van dit traject wrdt bepaald dr de verschillen in de mate van meewerken van de ber en in de mate van inschakeling van de lnwerker. k de aard van het buwplan kan hierbij een rl spelen. In de veehuderij zal zich een ntwikkeling naar 30 melkkeien p gemiddeld 20 ha verder manifesteren. Vr bedrijven met meer dan een man zijn de mgelijkheden in de huidige bedrijfssituatie veelal beperkt tt 20 f meer melkkeien per man. Wanneer men echter verder gaat mechaniseren en mderne arbeidsmethden kan tepassen, wat vaak wijziging en vernieuwing van de bedrijfsinrichting zal betekenen, dan kunnen deze aantallen uitlpen tt (veel) meer dan 30 melkkeien per arbeidskracht. Hierbij kan men vr een tweemansbedrijf denken aan een bedrij f sppervlakte van tenminste 40 ha. 18. p akkerbuwbedrijven die kleiner zijn dan mstreeks 30 ha dient ng een andere prduktietak aanwezig te zijn f dienen de bedrij f shf den een ne venberep te hebben. Hierbij lijkt de cmbinatie van een intensieve buwlandexplitatie met veredelingsprduktie betere vruitzichten te bieden dan cmbinatie met rundveehuderij (mede p basis van aangekcht ruwver). 19. Hewel de huidige ntwikkeling anders is (zie punt 17) kan wrden gesteld dat bedrijfsrganisatrische, bedrijfsecnmische en sciale redenen zwel bij de veehuderijbedrijven als bij de akkerbuwbedrijven de z.g. tweemansbedrijven den verkiezen bven z.g. eenmansbedrijven. Afgezien ng van de ppervlakte vrijkmende grnd zal vrming van b.v. tweemansbedrijven p meilijkheden stuiten dr de grte vermgensaanspraken die hiermede gepaard gaan. Mede in verband hiermede zu het van belang zijn wanneer een verder teruglpen van de ppervlakte pachtgrnd zu kunnen wrden vrkmen. verwgen zu daarm kunnen wrden na te gaan f dr activiteiten van de belanghebbenden eigen grnd van gevestigde beren eigendm van derden gemaakt zu kunnen wrden waarbij gezien de delstelling het gebruiksrecht uiteraard bij zittende ber blijft. 53

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de oostelijke IJsselstreek

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de oostelijke IJsselstreek Drs. L. Tjnk Ir.C-A.S. Zwetslt STEENDEREN Sciaal- en bedrijfsecnmische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de stelijke IJsselstreek Interne nta 129 September 1968 Landbuw-Ecnmisch Instituut -

Nadere informatie

Landbouw-Economisch Instituut - Conradkade Den Haag Tel Niet voor publikatie - Nadruk verboden

Landbouw-Economisch Instituut - Conradkade Den Haag Tel Niet voor publikatie - Nadruk verboden Ir. J.G.M. Helder Ir. C.A.S. Zwetslt DINXPER SOCIAAL- EN BEDRIJFSECONOMISCHE VERKENNING VAN EEN RUILVERKAVELINGSGEBIED IN DE ACHTERHOEK Interne Nta N.127 Oktber 1968 Landbuw-Ecnmisch Instituut - Cnradkade

Nadere informatie

Th. L. van Berkel. RUURLO Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Achterhoek. Interne Nota No.

Th. L. van Berkel. RUURLO Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Achterhoek. Interne Nota No. Th. L. van Berkel RUURLO Sciaal- en bedrijfsecnmische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Achterhek Interne Nta N. 40 Nvember 969 Niet vr publikatie - Nadruk verbden INHOUD HOOFDSTUK I HOOFDSTUK

Nadere informatie

i&iz^\t> Th.L. van Berkel No SCHAFT Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in de Oostelijke Kempen Maart 1971

i&iz^\t> Th.L. van Berkel No SCHAFT Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in de Oostelijke Kempen Maart 1971 Th.L. van Berkel N..0 SCHAFT Sciaal-ecnmische schets van een ruilverkavelingsgebied in de stelijke Kempen S LITï'EEK Maart 97 Landbuw-Ecnmisch Instituut Afdeling Streeknderzek i&iz^\t> Inhud Blz. WRD VRAF

Nadere informatie

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Noordelijke Achterhoek. , ^ - f ^ 2..^". \.

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Noordelijke Achterhoek. , ^ - f ^ 2..^. \. Th. L. van Berkel Drs. J.H. Pst Ir. CA.S. Zwetslt BR Sciaal en bedrijfsecnmische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de Nrdelijke Achterhek Interne Nta N. 128 y, ^ f ^ 2..^". \. ja DEN HAAS c

Nadere informatie

L\Lo^J. 1 6 APR. tfßg* No Ir. A.L.G.M. Bauwens D.B. Baris

L\Lo^J. 1 6 APR. tfßg* No Ir. A.L.G.M. Bauwens D.B. Baris Ir. A.L.G.M. Bauwens D.B. Baris N. 2. BEROEPSVERANDERING DOOR ZELFSTANDIGE AGRARIERS EN DE VERMINDERING VAN HET AANTAL BEDRIJVEN QP DE ZANDGRONDEN * DB» H/W8 % 6 APR. tfßg* * BIBLIOTHEEK December 968 LandbuwEcnmisch

Nadere informatie

1* m. m =c. Ir. J.M. Biemans Ir. L.M.E.N. Prompers DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-WEST-BRABANT (EEN ORIËNTEREND ONDERZOEK) Interne Nota 161

1* m. m =c. Ir. J.M. Biemans Ir. L.M.E.N. Prompers DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-WEST-BRABANT (EEN ORIËNTEREND ONDERZOEK) Interne Nota 161 Ir. J.M. Biemans Ir. L.M.E.N. Prmpers DE LAND EN TUINBUW IN NRDWESTBRABANT (EEN RIËNTEREND NDERZEK) Interne Nta 6 Augustus 97 w > DEjt]m ^ * m. m =c Niet vr publikatie Nadruk verbden LandbuwEnmisch Instituut

Nadere informatie

^ >'*!*> j f- Th.L. van Berkel No OPLOO. Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in Oost-Brabant. - 9 fm/ffl 1383.

^ >'*!*> j f- Th.L. van Berkel No OPLOO. Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in Oost-Brabant. - 9 fm/ffl 1383. Th.L. van Berkel N..40 PL Sciaalecnmische schets van een ruilverkavelingsgebied in stbrabant ^ DENHAA«9 fm/ffl 8 * «8U0IHE K Maart 97 LandbuwEcnmisch Instituut Afdeling Streeknderzek ^ >'*!*> j f Inhud

Nadere informatie

\Z&SbQ. Ir. A.L.G.M. Bauwens No D.B. Baris

\Z&SbQ. Ir. A.L.G.M. Bauwens No D.B. Baris Ir. A.L.G.M. Bauwens N.. D.B. Baris BEREPSVERANDERING DR ZELFSTANDIGE AGRARIERS EN DE VERMINDERING VAN HET AANTAL BEDRIJVEN P DE ZANDGRNDEN IN HET MIDDEN EN STEN VAN NRDBRABANT Maart 9 9 A ^ " f % ^ EHHAAG

Nadere informatie

Een sociaal-economische verkenning van de gemeente Zundert

Een sociaal-economische verkenning van de gemeente Zundert J. de Rijk Ir.L.M.E.N.Prmpers ZUNDERT Een sciaalenmische verkenning van de gemeente Zundert tinterne nta ' ü < December 97B Niet vr publikatie Nadruk verbden y ""' VI. '/., INHUD HFDSTUK I HFDSTUK II HFDSTUK

Nadere informatie

- z n ^ & v #ïm\& ' Th.L. van Berkel

- z n ^ & v #ïm\& ' Th.L. van Berkel .L. van Berkel "MIDDEN MAASLAND" Aanvullende sciaalecnmische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de mgeving van s s Interne nta Maart ^;' : {?:i,.j f! v #ïm\& ' Niet vr publikatie Nadruk verbden

Nadere informatie

Drs«L. Douw Ir. P, van der Linden. Haaksbergen Sociaal-economische verkenning van een ruilverkaveling in Twente. Interne Nota 158 April 1971

Drs«L. Douw Ir. P, van der Linden. Haaksbergen Sociaal-economische verkenning van een ruilverkaveling in Twente. Interne Nota 158 April 1971 Drs«L. Duw Ir. P, van der Linden Haaksbergen Sciaalenmische verkenning van een ruilverkaveling in Twente Interne Nta 58 April 97 Niet vr pubiikatie Nadruk verbden INHUD Blz. INLEIDING HFDSTUK I ALGEMENE

Nadere informatie

ziietei J. de Rijk Ir. D. Meijaard Drs. R. Rijneveld

ziietei J. de Rijk Ir. D. Meijaard Drs. R. Rijneveld J. de Rijk Ir. D. Meijaard Drs. R. Rijneveld "VRNE-PUTTEN" SCIAAL-ECNMISCHE EN BEDRIJFSECNMISCHE VERKENNING VAN HET RUILVERKAVELINGSGEBIED VRNE-PUTTEN i Interne Nta N, 32 ^ Maart 969 j ^ L Niet vr publikatie

Nadere informatie

HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN

HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN ONTWIKKELING IN DE PERIODE 949-958 RAPPORT 47 AFDELING STREEKONDERZOEK VAN HET LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT 'S-GRAVENHAGE, MEI 960 HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK

Nadere informatie

l6\g\bl Ir. P. van der Linden No BEROEPSKEUZE IN HET AGRARISCHE MILIEU EN WERKGELEGENHEID BUITEN DE LANDBOUW

l6\g\bl Ir. P. van der Linden No BEROEPSKEUZE IN HET AGRARISCHE MILIEU EN WERKGELEGENHEID BUITEN DE LANDBOUW Ir. P. van der Linden N. 2.4 BEREPSKEUZE IN HET AGRARISCHE MILIEU EN WERKGELEGENHEID BUITEN DE LANDBUW Een riënterende studie, uitgeverd in Zuidwest-verijssel, Vrst en Grssel Ut ^I.-ECÖA % ^ J hu ïï.:

Nadere informatie

2L.\l'Q ^f. < % DEN HAAG \n et 7 O..'70. J. de Rijk DE BANGERT

2L.\l'Q ^f. < % DEN HAAG \n et 7 O..'70. J. de Rijk DE BANGERT J. de Rijk DE BANGERT AANVULLENDE SCAAL-ENMSCHE VERKENNNG T.B.V. HET RULVERKAVELNGSGEBED WESTWUD AANGAANDE HET GEBED DE BANGERT nterne Nta N. 47 Juni 970 Niet vr publikatie - Nadruk verbden fi r^- E %.

Nadere informatie

L\ L-. i L i l \ 10 DEC,1988. Th.L. van Berkel No. 2.6 SALLAND-WEST. Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in zuidwest- Overijssel

L\ L-. i L i l \ 10 DEC,1988. Th.L. van Berkel No. 2.6 SALLAND-WEST. Sociaal-economische schets van een ruilverkavelingsgebied in zuidwest- Overijssel Th.L. van Berkel N..6 ALLANDWET ciaalecnische schets van een ruilverkavelingsgebied in zuidwest verijssel, ^> DEN HAAG < ^ 0 DEC,988 BBLTHEEK, Nveber 968 LandbuwEcnisch nstituut Afdeling treeknderzek L\

Nadere informatie

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen. Checklist berdeling adviesaanvraag 1. De adviesaanvraag Heeft de r een adviesaanvraag gehad? Let p: een rapprt is in principe geen adviesaanvraag. Met een adviesaanvraag wrdt bedeld: het dr de ndernemer

Nadere informatie

\??ö. G.G. van Leeuwen No. 188 WESTERHUIZINGERVELD

\??ö. G.G. van Leeuwen No. 188 WESTERHUIZINGERVELD G.G. van Leeuwen N. 88 WESTERHUIZINGERVELD Sciaal-ecnische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de geving van IJhrst en Balkbrug Interne Nta \ v i^' cv

Nadere informatie

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012 Veel gestelde vragen huurbeleid 18 ktber 2012 Algemeen: 1. Waarm kmt er een nieuw huurbeleid? Een aantal ntwikkelingen heeft ervr gezrgd dat wij ns huurbeleid hebben aangepast. Deze ntwikkelingen zijn:

Nadere informatie

Zwembadplan Wijk Zwemt! - UITGANGSPUNTEN

Zwembadplan Wijk Zwemt! - UITGANGSPUNTEN Zwembadplan Wijk Zwemt! - UITGANGSPUNTEN Vr u ligt het uitgewerkte plan van WijkZwemt. Dit plan is pgesteld dr de KNZB, 2521, gewn zwemmen en enthusiaste burgers/vrijwilligers vanuit belangengreperingen

Nadere informatie

392: Ir. J.M. Biemans No Ir. K.M. Dekker VERMOGENSVORMING DOOR JONGE LANDBOUWERS VOOR EN TIJDENS DE BEDRIJFSOVERNEMING

392: Ir. J.M. Biemans No Ir. K.M. Dekker VERMOGENSVORMING DOOR JONGE LANDBOUWERS VOOR EN TIJDENS DE BEDRIJFSOVERNEMING Ir. J.M. Biemans N. 2.42 Ir. K.M. Dekker VERMOGENSVORMING DOOR JONGE LANDBOUWERS VOOR EN TIJDENS DE BEDRIJFSOVERNEMING (Een nderzek in de prvincies Friesland, Gelderland en Nrd-Brabant)

Nadere informatie

Vrijwilligersbeleid voetbalvereniging N.B.S.V.V.

Vrijwilligersbeleid voetbalvereniging N.B.S.V.V. Vrijwilligersbeleid vetbalvereniging N.B.S.V.V. Waarm deze richtlijn? Geen enkele amateur-sprtvereniging kan tegenwrdig ng bestaan znder de inzet en bijdrage van (veel) vrijwilligers. Ok binnen nze vereniging

Nadere informatie

Analyse Besluit Emissiearme Huisvesting en de Peel

Analyse Besluit Emissiearme Huisvesting en de Peel Besluit Emissiearme Huisvesting en de Peel Analyse Besluit Emissiearme Huisvesting en de Peel Datum 4 juli 2018 Status Auteurs Definitief Liesbeth Maltha-Nix en Mark Wilmt Analyses ter nadere nderbuwing

Nadere informatie

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % %

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % % Niet-werkende werkzekenden aan het werk in 2010: Wie zijn ze en waar vinden ze werk? Managementsamenvatting Oktber 2011 UWV WERKbedrijf helpt werkzekenden bij het vinden van een baan en werkgevers bij

Nadere informatie

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij 663983)

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij 663983) Gemeente Ede Bijlage 2 (behrt bij 663983) Mem Aan : De gemeenteraad van Ede Van : Cllege van burgemeester en wethuders Datum : 12 april 2011 Registratienummer : 663981 Onderwerp : Discussienta vr uitwerking

Nadere informatie

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015 Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie vrjaar 2015 1 Publicatie vrjaar 2015 Alterim presenteert de uitkmsten van nze peridieke Alterim Arbeidsmarkt Index. Gericht nderzek nder 716 hg pgeleide financiële

Nadere informatie

Veranderingen in de agrarische bebouwing

Veranderingen in de agrarische bebouwing ONTHEFFINGEN De activiteiten met betrekking tt het buwen die in het bestemmingsplan nder een ntheffing zijn gebracht kunnen glbaal als vlgt wrden aangeduid: buwactiviteiten; veranderingen van de situering

Nadere informatie

Bomen over Bomen. Bomen en de APV

Bomen over Bomen. Bomen en de APV Bmen ver Bmen Bmen en de APV Apeldrn, december 2007 Bmen en de APV Inhud Pagina Bmen en de APV...3 1. Inleiding...5 1.1 Aanleiding...5 1.2 Del...5 1.3 Prduct...5 1.4 Plangebied...6 1.5 Status...6 1.6

Nadere informatie

grondstrategieplan maart 2014

grondstrategieplan maart 2014 grndstrategieplan maart 2014 Grndstrategieplan PARK21 De gemeente Haarlemmermeer heeft haar ambities vr de realisatie van PARK21 vastgelegd in een Masterplan. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat

Nadere informatie

iy*>h& - 9riiiiiiiï I3ö3 2-3' Ä «H Th.L. van Berkel No ROERSTREEK

iy*>h& - 9riiiiiiiï I3ö3 2-3' Ä «H Th.L. van Berkel No ROERSTREEK Th.L. van Berkel N.. RERSTREEK Siaalenishe shets van een ruilverkavelingsgebied ten zuiden van Rernd Ä DEN HAAS f% 9riiiiiiiï Iö ' Ä «H % BI8U0THEEK April 97 Land buwenish Instituut Afdeling Streeknderzek

Nadere informatie

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2019

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2019 Marktanalyse zrginkp Wlz 2019 1 Inhud Demgrafische ntwikkelingen regi WSD 2017-2040 Ontwikkelingen in intramuraal verblijf VV 2011-2017 Ontwikkelingen in intramuraal verblijf GZ 2011-2017 Ontwikkelingen

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Prvinciale Staten Pstadres Prvinciehuis Pstbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-hlland.nl Datum zie verzenddatum Aan Prvinciale Staten Bijlagen 2 Onderwerp Infrmatie ver het

Nadere informatie

M200403. Het MKB en de BV. Achtergronden van de keuze van ondernemers. Ro Braaksma. Klaas Bangma

M200403. Het MKB en de BV. Achtergronden van de keuze van ondernemers. Ro Braaksma. Klaas Bangma M200403 Het MKB en de BV Achtergrnden van de keuze van ndernemers R Braaksma Klaas Bangma Zetermeer, 24 maart 2004 Het MKB en de BV Waarm kiezen ndernemers vr een bepaalde rechtsvrm? En in het bijznder:

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. G.M.M. Bervoets Penningmeester ZDA-gemeente Breda 16 januari 2014 versie 1.1

Jaarverslag 2013. G.M.M. Bervoets Penningmeester ZDA-gemeente Breda 16 januari 2014 versie 1.1 Jaarverslag 2013 G.M.M. Bervets Penningmeester ZDA-gemeente Breda 16 januari 2014 versie 1.1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. BELEID 2.1. Visie 2.2. Delstellingen 2.3. Samenvatting 3. FINANCIELE RAPPORTAGE

Nadere informatie

rzciov-v] Ir. K.M. Dekker Ir. R.W. Garming

rzciov-v] Ir. K.M. Dekker Ir. R.W. Garming Ir. K.M. Dekker Ir. R.W. Garming HARKSTEDE ' SIAALENMISHE VERKENNING VAN EEN RUILVERKAVE LINGSGEBIED TEN STEN VAN DE STAD GRNINGEN. Interne Nta 55 u T / februari 97 te v; \ Niet vr publikatie Nadruk verbden

Nadere informatie

Bijlage 4: Criteria en procedure sluiting jacht bij bijzondere weeromstandigheden

Bijlage 4: Criteria en procedure sluiting jacht bij bijzondere weeromstandigheden Bijlage 4: Criteria en prcedure sluiting jacht bij bijzndere weermstandigheden Beleid: GS nemen als uitgangspunt dat de jacht p alle wildsrten geslten wrdt bij sneeuwbedekking van minimaal 90% die langer

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN VisumPr B.V., Raamweg 1, 2596 HL, Den Haag Artikel 1. Definities In deze algemene vrwaarden wrden de vlgende definities tegepast: Opdrachtgever: de wederpartij van VisumPr B.V. VisumPr:

Nadere informatie

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de omgeving van Venlo. \ 8 ABS.1269 A s BIBUOVniU.

Sociaal- en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkavelingsgebied in de omgeving van Venlo. \ 8 ABS.1269 A s BIBUOVniU. Ir. L.M.E.N. Prpers Drs. Th.J. Snek Ir. A.P. Verhaegh EVERLSE BEEK Sciaal bedrijfsecnische verkning van e ruilverkavelingsgebied in de geving van Vl Interne Nta N. ^ E C ^ > DEM HKS April 969 \l$ \ 8 ABS.69

Nadere informatie

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015 Beleidsregels vrziening jbcaching Participatiewet 2015 1-7-2015 Jbcaching Reginale beleidsregels jbcaching Participatiewet regi Achterhek Inleiding Jbcaching gaat ver het ndersteunen van mensen bij het

Nadere informatie

Ruimtelijke toekomstvisie dorp (discussiestuk)

Ruimtelijke toekomstvisie dorp (discussiestuk) Ruimtelijke tekmstvisie drp (discussiestuk) Waarm dit vrstel De behefte aan een tekmstvisie vr de verdere ruimtelijke ntwikkeling van ns drp is ntstaan naar aanleiding van de bijeenkmsten met bewners ver

Nadere informatie

Factsheet STOP4-7 Schooljaar

Factsheet STOP4-7 Schooljaar Factsheet STOP4-7 Schljaar 2014-2015 Tabel 1: Aantallen en respns Instelling /Lcatie Aantal deelnemers Aantal respns start en einde (%) Entréa 23 18 (78%) Nijmegen 9 6 (67%) Tiel 14 12 (86%) t Kabuterhuis

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011; I 00007777 besluit van de gemeenteraad vrstelnummer 723668 nderwerp Teslagenverrdening Wet werk en bijstand Guda 2012 de raad van de gemeente guda 29 nvember 2011 Gezien het vrstel van burgemeester en

Nadere informatie

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING ZONNEPARK MIDDELBURG 14-07-2015

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING ZONNEPARK MIDDELBURG 14-07-2015 LANDSCHAPPELIJKE INPASSING ZONNEPARK MIDDELBURG 14072015 ZONNEPARK TORENWEG GrenLeven is vrnemens m p de lcatie aan de Trenweg in de gemeente Middelburg een nieuw znnepark te realiseren ten beheve van

Nadere informatie

Bijen op boerenland doen het beter

Bijen op boerenland doen het beter Bijen p berenland den het beter Data-analyse 380 srten Nederlandse bijen en hmmels Zeist, 4 juni 2019 STAF Research 1 Samenvatting De Nederlandse lijst met bijen en hmmels telt 380 srten. Bij 112 srten

Nadere informatie

Registratie na opleiding in het buitenland

Registratie na opleiding in het buitenland Registratie na pleiding in het buitenland Beleidsregel Uitwerking van de bepalingen inzake de registratie als verpleegkundig specialist na het vlgen van een pleiding in het buitenland, zals vastgelegd

Nadere informatie

Obesitas Een onderschatte bedreiging: Publieke perceptie van obesitas in Europa

Obesitas Een onderschatte bedreiging: Publieke perceptie van obesitas in Europa Obesitas Een nderschatte bedreiging: Publieke perceptie van besitas in Eurpa SAMENVATTING PER LAND BELGIË Uitgeverd dr Opinium, een nafhankelijk bureau vr strategische inzichten, in samenwerking met de

Nadere informatie

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2005. In opdracht van Raad van State

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2005. In opdracht van Raad van State EVALUATIE TER STATE Marin Matthijssen, Marn van Rhee Centrum vr Onderzek en Statistiek (COS) juli 2005 In pdracht van Raad van State Centrum vr Onderzek en Statistiek (COS) Auteur: Marin Matthijssen en

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over goodwill

Veelgestelde vragen over goodwill Veelgestelde vragen ver gdwill Geschiedenis van gdwill 1. Waarm wrdt dit nderwerp nu ter sprake gebracht? Gdwill bestaat tch al heel lang? Al enige jaren hrt de LOVAH het geluid dat gdwill weer terug is.

Nadere informatie

Confidentieel. 16 januari 2013 2013/11989. Sectorbrief Themaonderzoek Uitbesteding Vermogensbeheer. Geacht bestuur,

Confidentieel. 16 januari 2013 2013/11989. Sectorbrief Themaonderzoek Uitbesteding Vermogensbeheer. Geacht bestuur, Tezicht pensienfndsen en beleggingsndernemingen Middelgrte en kleine pensienfndsen Pstbus 98 1000 AB Amsterdam Cnfidentieel Datum Bijlage(n) 1 Onderwerp Sectrbrief Themanderzek Uitbesteding Vermgensbeheer

Nadere informatie

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen Samenvatting Deelprjecten Ouderen Samen Vughtse Ouderen aan het Wrd In januari 2007 zijn dr het Prject Ouderen Samen vier bijeenkmsten gerganiseerd waarvr alle Vughtse inwners van 55 jaar en uder waren

Nadere informatie

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN HOOG-LAAG LAAG-PENSIOEN f f LAAG -HOOG HOOG-PENSIOEN Vr pensiengerechtigden die de 65-jarige leeftijd ng niet bereikt hebben U kunt

Nadere informatie

.1-4- gemeente Eindhouen

.1-4- gemeente Eindhouen .1-4- gemeente Eindhuen Inleiding 3 3 Vr u ligt het Jaarverslag Leerplicht en Straks.nu 2008-2009. Qua vrm en pmaakeen ander jaarverslag dan u gewend bent. De vrij uitgebreide weergave van allerlei zaken

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit departement Interne Organisatie dienst Juridische Aangelegenheden & Bestuurszaken dssiernummer: 1400051 Prvincieraadsbesluit betreft VENECO- algemene vergadering 30/01/2014 algemene vergadering 30.01.2014-

Nadere informatie

5 de federale diagnostiek woon-werkverkeer

5 de federale diagnostiek woon-werkverkeer Executive summary 5 de federale diagnstiek wn-werkverkeer - 2017 Wn-werkverkeer in België: de fiets weet steeds meer mensen te verleiden De federale diagnstiek van het wn-werkverkeer vnd in 2017 vr de

Nadere informatie

</-r <s> "'S- 2\1 VZ/Z?- J. de Rijk

</-r <s> 'S- 2\1 VZ/Z?- J. de Rijk J. de Rijk TWELL Een sciaalecnische verkenning van een ruilverkavelingsgebied binnen de stedendriehek ApeldrnDeventerZutphen Interne Nta 9

Nadere informatie

Cottage Industries Grensverleggend ondernemen voor een economische vitaal en leefbaar platteland. Groningen, maart 2012.

Cottage Industries Grensverleggend ondernemen voor een economische vitaal en leefbaar platteland. Groningen, maart 2012. Cttage Industries Grensverleggend ndernemen vr een ecnmische vitaal en leefbaar platteland Grningen, maart 2012 Pagina 1 van 53 Verantwrding Prject Cttage Industries Opdrachtgever Kamer van Kphandel Nrd-Nederland

Nadere informatie

SAMENSTELLING WERKGROEP DRINKWATER. VerenigingvanExploitanten van Waterleidingbedrijven In Nederland,VEWIN. ir B.Bulten (voorzitter)

SAMENSTELLING WERKGROEP DRINKWATER. VerenigingvanExploitanten van Waterleidingbedrijven In Nederland,VEWIN. ir B.Bulten (voorzitter) SAMENSTELLING WERKGROEP DRINKWATER ir B.Bulten (vrzitter) ingk.prtema (secretaris) ir P.L.M, dec ir H.A.vanDuist ir A.J.Rebert ir H.K.A.Rtermundt ir E. Rsma drsd.sprng ir H.Vaessen ingh.m.g.verresen VerenigingvanExplitantenvan

Nadere informatie

Zienswijzenota. Behorend bij het. Inpassingsplan provincie Gelderland Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat

Zienswijzenota. Behorend bij het. Inpassingsplan provincie Gelderland Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat Zienswijzenta Behrend bij het Inpassingsplan prvincie Gelderland Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat (gemeente Brummen en gemeente Zutphen) Inhudspgave 1. Inleiding... 2 1.1 Prcedure

Nadere informatie

Huurdersvereniging In De Goede Woning ACTIVITEITENPLAN

Huurdersvereniging In De Goede Woning ACTIVITEITENPLAN ACTIVITEITENPLAN 2014 Activiteitenplan 2014 : INLEIDING In 1997 werd de in Zetermeer pgericht met als del het behartigen van de belangen van huurders van de cmplexen van R.K. Wningbuwstichting De Gede

Nadere informatie

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van Testamenten check Streep dr wat niet van tepassing is VRAAG 1 Is uw testament van vóór 2003? De kans is grt dat uw testament niet vldet aan uw wensen, geen gebruik maakt van de mgelijkheden sinds de invering

Nadere informatie

Fabels in isolatieland Wat waar is of niet waar

Fabels in isolatieland Wat waar is of niet waar Fabels in islatieland Wat waar is f niet waar Fabels verleven de tijden. Sms is dat ged. Maar het kan k verkeerd uitpakken. Eind jaren '70 bracht Sven (Stichting vrlichting energiebesparing nederland)

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Regels voor het landelijk gebied

Hoofdstuk 4 Regels voor het landelijk gebied Hfdstuk 4 Regels vr het landelijk gebied Artikel 12 Verbd tt aanleg van bedrijventerreinen en kantrlcaties 1. Een bestemmingsplan vrziet niet in een nieuw bedrijventerrein en kantrlcatie f een uitbreiding

Nadere informatie

Mobiliteit binnen ABSA

Mobiliteit binnen ABSA Mbiliteit binnen ABSA Mbiliteit binnen ABSA Waar we spreken ver integraal persneelsbeleid [IPB] gaat het ver het in vereenstemming brengen c.q. huden van de ntwikkeling van persneelsleden met de ntwikkeling

Nadere informatie

Artikel 75. Plaatsing openbare school op plan

Artikel 75. Plaatsing openbare school op plan Wet p het primair nderwijs (tekst geldend p 4 mei 2012) Afdeling 2 aanvang van de bekstiging Artikel 74. Plan van nieuwe schlen 1. De bekstiging van een penbare en een bijzndere schl kan slechts een aanvang

Nadere informatie

Pestprotocol Cazemierschool 2012

Pestprotocol Cazemierschool 2012 Pestprtcl Cazemierschl 2012 Vrwrd De Cazemierschl is een Prtestants Christelijke schl, die werkt vanuit de Jenaplanvisie. Dat betekent dat vr nze schl de algemeen menselijke waarden zals gemeenschapszin,

Nadere informatie

PROTOCOL 10. Grondlijnen van de interpretatie van de Akte van Mannheim. Besluit

PROTOCOL 10. Grondlijnen van de interpretatie van de Akte van Mannheim. Besluit - 3 - De Centrale Cmmissie, PROTOCOL 10 Grndlijnen van de interpretatie van de Akte van Mannheim Besluit keurt de grndlijnen van de interpretatie van de Herziene Rijnvaartakte in de bijlage van dit besluit

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Kninkrijksrelaties >Returadres Pstbus 20010 2500 EA Den Haag AANGETEKEND / REGISTERED De heer R. Zenger Nachtwachtlaan 114 1058 ED Amsterdam Onderdeel Inlichtingen

Nadere informatie

Nota "Afstoten gemeentelijk vastgoed ( )"

Nota Afstoten gemeentelijk vastgoed ( ) Nta "Afstten gemeentelijk vastged (2011-2014)" Nta "Afstten gemeentelijk vastged (2011-2014)" Inhud I. Inleiding 3 II. Huidige prtefeuille 5 A. Algemeen 5 B. Karakteristieken 5 C. Visie & Strategie 6 D.

Nadere informatie

Federatiestatuut. Walburggroep. -concept -

Federatiestatuut. Walburggroep. -concept - Federatiestatuut Walburggrep -cncept - Federatiestatuut pagina 1/12 Inhud 1 Overwegingen 3 2 Naam en delstelling van de federatie 4 2.1 Naam 4 2.2 Delstelling 4 3 Bestuur 5 3.1 Federatiebestuur, beneming

Nadere informatie

TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND

TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND BESCHRIJVING De ksten mzaïekbeheer zijn een vergeding vr de ksten die p bedrijfsniveau gemaakt wrden vr het

Nadere informatie

Rollenspel Jezus redt

Rollenspel Jezus redt Rllenspel Jezus redt Krte mschrijving prgrammanderdeel De leerlingen spelen samen een bestuursrechtzaak bij de Raad van State na. De Raad van State is de hgste bestuursrechter van Nederland. In deze rechtszaak

Nadere informatie

4pDE»HA»G ^. S GN. ixr^-rsk

4pDE»HA»G ^. S GN. ixr^-rsk Ir. J.M. Biemans C.M. van Elk Ir. B.M. Kamphuis DE LAND- EN TUINBOUW IN DE GEMEENTE GEMERT Mededelingen N. 256 januari 1982 4pDE»HA»G ^. S GN. ixr^-rsk S EX. NO; MLV-, BIBLIOTHEEK Landbuw-Enmish Instituut

Nadere informatie

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kp van Nrd-Hlland Er is sprake van hgbegaafdheid, blijkens uit: Een ttale intelligentie gelijk f hger dan 130 N.B.: bij een intelligentienderzek wrdt nrmaliter

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Vergadering: 10 januari 2011

Aan de gemeenteraad Vergadering: 10 januari 2011 Aan de gemeenteraad Vergadering: 10 januari 2011 Nummer: 8A Tubbergen, 22 december 2011 Onderwerp: Afwijzen verzek bestemmingsplanherziening Autbedrijf Krezen, Reutummerweg 35 Tubbergen. Samenvatting raadsvrstel:

Nadere informatie

Meerjarenbegroting 2013 2016 Stichting Spaarnesant

Meerjarenbegroting 2013 2016 Stichting Spaarnesant Meerjarenbegrting 2013 2016 Stichting Spaarnesant Auteur: Bedrijfsbureau: Jan Aalberts & Jeren van Schagen Vr: Raad van Tezicht Bestuurder Stichting Spaarnesant Lcatie: Haarlem Datum: 31 mei 13 Inhudspgave

Nadere informatie

Samenvatting H9 - Schommelingen in de economie

Samenvatting H9 - Schommelingen in de economie Samenvatting H9 - Schmmelingen in de ecnmie 9.1 Als je het gemiddelde neemt van een grei f afname nem je dat een trend. Als je die trend van een paar jaar neemt, nem je dat trendmatige grei. De prductiemvang

Nadere informatie

Chic, zo n gedragspatroongrafiek!

Chic, zo n gedragspatroongrafiek! Chic, z n gedragspatrngrafiek! Leerdelen: De leerlingen kunnen nder begeleiding de verwevenheid tussen ecnmische, sciale en eclgische aspecten in duurzaamheidsvraagstukken herkennen. De leerlingen krijgen

Nadere informatie

Kiezen of delen Quick scan van investeringen van gemeente Eindhoven

Kiezen of delen Quick scan van investeringen van gemeente Eindhoven Kiezen f delen Quick scan van investeringen van gemeente Eindhven Dr Paul J.G. Tang & Rbert-Jaap Vrn Eindhven, 11 december 2012 Dit rapprt is bestemd vr de rganisatie van de pdrachtgever. Verspreiding

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3: Special De Wet werk en zekerheid en het inrichten van regionale vervangingscentra.

Nieuwsbrief 3: Special De Wet werk en zekerheid en het inrichten van regionale vervangingscentra. Nieuwsbrief 3: Special De Wet werk en zekerheid en het inrichten van reginale vervangingscentra. Frans Thmassen, directeur Onderwijs & Jeugd en EduStaf www.bmcimplementatie.nl De Wet werk en zekerheid

Nadere informatie

Verdiepend onderzoek Wmoinkoopproces

Verdiepend onderzoek Wmoinkoopproces Verdiepend nderzek Wminkpprces Kwalitatief nderzek nder 24 gemeenten Petra Ebben de Jng & Myriam Martens 1 september 2014 Disclaimer en leeswijzer Het ministerie van VWS heeft Q-Cnsult pdracht gegeven

Nadere informatie

Wijziging Regeling Verkeersregelaars 2009 (transportbegeleiders en beroepsverkeersregelaars)

Wijziging Regeling Verkeersregelaars 2009 (transportbegeleiders en beroepsverkeersregelaars) Wijziging Regeling Verkeersregelaars 2009 (transprtbegeleiders en berepsverkeersregelaars) Openbare internetcnsultatie van 28 mei tt en met 2 juli 2019 Hfdlijnenverslag van de internetcnsultatie Het Ministerie

Nadere informatie

Beleidsplan 2014 tot en met 2016

Beleidsplan 2014 tot en met 2016 Blessed Generatin Nederland Falkejacht 25 9254 EJ Hurdegaryp Beleidsplan 2014 tt en met 2016 Blessed Generatin Nederland (0511) 47 21 37 - www.blessedgeneratin.nl - inf@blessedgeneratin.nl KvK 01100560

Nadere informatie

Per artikel is aangegeven of het van toepassing is op het bovengrondse of ondergrondse deel van een bodemenergiesysteem is.

Per artikel is aangegeven of het van toepassing is op het bovengrondse of ondergrondse deel van een bodemenergiesysteem is. Regels vr Bdemenergiesystemen: Regels vr Bdemenergiesystemen zijn pgenmen in het Wijzigingsbesluit Bdemenergiesystemen (Wbbe). In nderstaande mem een verzicht van de meest relevante artikelen vr het ntwerpen,

Nadere informatie

Algemene Leveringsvoorwaarden

Algemene Leveringsvoorwaarden Algemene Leveringsvrwaarden 1. Tepasselijkheid 1.1 Deze algemene vrwaarden zijn van tepassing p alle ffertes en alle vereenkmsten, en de uitvering daarvan, welke dr WaterWerk Training, Caching & Cnsultancy

Nadere informatie

Beleidsregels verrekenen inkomsten uit commerciële (onder) verhuur en commerciële kostgeverschap 2015

Beleidsregels verrekenen inkomsten uit commerciële (onder) verhuur en commerciële kostgeverschap 2015 Beleidsregels verrekenen inkmsten uit cmmerciële (nder) verhuur en cmmerciële kstgeverschap 2015 Inhud Beleidsregels verrekenen inkmsten uit cmmerciële (nder) verhuur en cmmerciële kstgeverschap 2015...

Nadere informatie

Fosfaat & derogatie. Hartelijk welkom. en andere actualiteiten. Teus Kool. Onderwerpen. Meststoffenwet (1) Diverse actualiteiten.

Fosfaat & derogatie. Hartelijk welkom. en andere actualiteiten. Teus Kool. Onderwerpen. Meststoffenwet (1) Diverse actualiteiten. Fsfaat & dergatie en andere actualiteiten Teus Kl Hartelijk welkm Specialist regelgeving & ecnmie CmpnentAgr B.V. Osterwlde Grningen 0516 820 920 / 050-313 70 40 agr@vandermeeracc.nl www.vandermeeracc.nl

Nadere informatie

Algemene v((rwaarden ten beh(eve van het schildersbedrijf

Algemene v((rwaarden ten beh(eve van het schildersbedrijf Algemene v((rwaarden ten beh(eve van het schildersbedrijf 1. Definities In deze algemene v++rwaarden w+rdt verstaan +nder: Opdrachtnemer: het schildersbedrijf Opdrachtgever: Degene met wie +pdrachtnemer

Nadere informatie

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: Artikel 20 Wnen 20.1 Bestemmingsmschrijving De vr "Wnen" (W) aangewezen grnden zijn bestemd vr: a. het wnen in een wning; b. bijbehrende erven, terreinen en vrzieningen, zals ntsluitingswegen ten beheve

Nadere informatie

Gedragscode voor de leden van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen

Gedragscode voor de leden van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen Gedragscde vr de leden van de Berepsvereniging van Nederlandse Stedebuwkundigen en Planlgen Gedragscde vr de leden van de Berepsvereniging van Nederlandse Stedebuwkundigen en Planlgen Inhudspgave Hfdstuk

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Artikel 1 Definities

Algemene Voorwaarden. Artikel 1 Definities Algemene Vrwaarden Dit zijn de Algemene Vrwaarden van Fiets Clinics Nederland, gevestigd: Waalbandijk 20, 6541AJ Nijmegen. Op alle prducten van Fiets Clinics Nederland zijn deze Algemene Vrwaarden van

Nadere informatie

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie Bijlage IVa Sjabln vr de verdeling van werkzaamheden vr nderwijzend persneel in de kunsteducatie Sjabln vr de verdeling van werkzaamheden vr nderwijzend persneel in de kunsteducatie LOGA-partijen vinden

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR348970_1. RegelingPGBjeugdhulp Gouda 2015

CVDR. Nr. CVDR348970_1. RegelingPGBjeugdhulp Gouda 2015 CVDR Officiële uitgave van Guda. Nr. CVDR348970_1 13 maart 2018 RegelingPGBjeugdhulp Guda 2015 Het cllege van burgemeester en wethuders van de gemeente Guda; gelezen het vrstel van 5 nvember 2014; Gelet

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hera? De rl van de OR bij de invering van Het Nieuwe Werken De kans is grt dat er in uw rganisatie al wrdt gesprken ver de invering van Het Nieuwe Werken. En z niet, dan

Nadere informatie

Overgangsnormen Minkemalaan. cursusjaar 2015 2016

Overgangsnormen Minkemalaan. cursusjaar 2015 2016 Overgangsnrmen Minkemalaan cursusjaar 2015 2016 1 INHOUDSOPGAVE blz. Vrwrd 3 BEVORDERINGSNORMEN 1. Inleiding 4 2. Tetscijfers 5 3. Rapprtcijfers 5 4. Bevrderingsnrmen brugklas hav/vw 6 5. Bevrderingsnrmen

Nadere informatie

Sociaal akkoord arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Sociaal akkoord arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Stedendriehoek en Noord-Veluwe Sciaal akkrd arbeidsmarkt Zrg en Welzijn Stedendriehek en Nrd-Veluwe De aanleiding tt het vrmen van een sciaal akkrd In 2013 waren ruim 57860 (brn: WGV Zrg en Welzijn) inwners in de regi s Stedendriehek

Nadere informatie

Programma Welzijn en Zorg. Nieuwe Zorg en Domotica

Programma Welzijn en Zorg. Nieuwe Zorg en Domotica Prgramma Welzijn en Zrg Nieuwe Zrg en Dmtica Aanleiding De mgelijkheden vr het langer zelfstandig thuis blijven wnen, meten wrden verbreed. Technlgische ntwikkelingen die zrg p afstand en het participeren

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING. NOTA 259, d. d. 22 mei 1964

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING. NOTA 259, d. d. 22 mei 1964 NN31545.0259 INSTITUUT VR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHUDING NTA 259, d. d. 22 mei 1964 Het verband tussen het vchtgehalte bij pf 4,2 en enkele bdemfactren in twee gebieden in st-brabant H. Fnck BIBLITHEEK

Nadere informatie

PREVENTIEVE BASISZORG (fase 0)

PREVENTIEVE BASISZORG (fase 0) PREVENTIEVE BASISZORG (fase 0) hetergene grepen: kinderen uit diverse sciale milieus, een grte verscheidenheid aan rts. De schl gaat adequaat m met verschillen tussen leerlingen: gezien deze verschillen

Nadere informatie

Lokale subsidies voor energiebesparing en duurzame energie

Lokale subsidies voor energiebesparing en duurzame energie RETS RESpedia Lkale subsidie vr energieprjecten Ec Centre Wales Jake Hllyfield Lkale subsidies vr energiebesparing en duurzame energie Diverse lkale verheden in Wales hebben uiteenlpende maatregelen genmen

Nadere informatie