Eindrapport. De gezonde sportkantine. Juni Lars Hofsink Larissa Linger Elja Brouwer

Transcriptie

1 Eindrapport De gezonde sportkantine Juni 2018 Lars Hofsink Larissa Linger Elja Brouwer

2 2

3 Inhoudsopgave Inleiding Doel en onderzoeksvragen Doel Onderzoeksvragen Resultaten... 6 Resultaten deelvraag Aanbevelingen

4 Inleiding De afgelopen vijf maanden is er onderzoek gedaan bij voetbalvereniging SVI uit Zwolle- Zuid. Voor u ligt het eindrapport dat inzicht zal geven in de (on)mogelijkheden voor een gezonde(re) sportkantine op sportpark De Siggels. Onlangs is de verbouwing van het clubhuis van voetbalvereniging SVI (hierna: SVI) van start gegaan. De verbouwing zal, volgens de huidige prognose, worden afgerond in februari Bij deze grote verbouwing en veranderingen van en binnen het clubhuis hoort, volgens de sportparkmanager (tevens opdrachtgever) en de clubhuisbeheerder, het realiseren van een gezonder voedingsaanbod voor de huidige gebruikers en de potentiële gebruikers in de komende jaren. De huidige sportkantine heeft een beperkt aanbod op het gebied van gezonde voeding, een thema dat de laatste jaren een belangrijk thema is binnen onze maatschappij. Daar komt bij dat sportclubs het goede voorbeeld moeten geven aan zijn leden en dat de overheid naar verwachting de eisen en verwachtingen op dit gebied in de nabije jaren zal aanscherpen. Zo zullen veel sportkantines in deze ontwikkelingen mee gaan en zullen de sportkantines zich ontwikkelen tot ruimtes met meerdere bestemmingen, zo ook het clubhuis van SVI. In de toekomst hopen zij het gebruik van het clubhuis op te schalen en zal het moeten dienen als buurthuis en als een ruimte om voor verschillende maatschappelijke en commerciële doeleinden te gebruiken. De huidige sportkantine zal zodoende in het vervolg fungeren als clubhuis. In het verdere verslag zal er dan ook worden gesproken over een clubhuis op het moment dat het over de sportkantine van SVI gaat. Voor nu is er nog onvoldoende kennis over de wensen en behoeften van de leden en overige sportparkbezoekers van SVI ten aanzien van een gezonder voedingsaanbod. Het is belangrijk om dit in kaart te brengen, aangezien zij de afnemers van het aanbod zijn. De verkoop in het clubhuis is één van de grootste inkomstenbronnen van SVI, naast contributie en sponsorgeld. Hierdoor is het van belang dat het aanbod aansluit bij de (mogelijke) afnemers. Om het onderzoek completer te maken, wordt er ook gekeken naar de wensen van de clubhuisbeheerder, de (on)mogelijkheden vanuit SVI zelf en wordt er een vergelijking gemaakt met andere verenigingen of organisaties. Dit zodat er een holistisch beeld ontstaat van alle aspecten die meespelen bij een verandering in het voedingsaanbod. Vanuit deze probleemstelling is de volgende hoofdvraag voortgekomen: Wat zijn de mogelijkheden, wensen en behoeften - vanuit de clubhuisbeheerder, de verschillende leden en sportparkbezoekers - ten aanzien van een gezonder aanbod in het clubhuis van voetbalvereniging SVI? 4

5 2. Doel en onderzoeksvragen Om het onderzoek vorm te geven zijn er verschillende deelvragen opgesteld. Door antwoord te krijgen op deze deelvragen, kan uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord worden. Eerst wordt het doel van dit onderzoek beschreven en vervolgens worden de onderzoeksvragen behandeld Doel Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen wat de wensen en behoeften van de leden en sportparkbezoekers zijn ten aanzien van een gezonder aanbod in het clubhuis van SVI. Tevens is het doel om in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn binnen SVI om gezondere voeding in de sportkantine te realiseren Onderzoeksvragen Hoofdvraag Wat zijn de mogelijkheden, wensen en behoeften - vanuit de clubhuisbeheerder, de verschillende leden en sportparkbezoekers - ten aanzien van een gezonder aanbod in het clubhuis van voetbalvereniging SVI? Deelvragen Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld: 1. Wat zijn volgens de clubhuisbeheerder de (on)mogelijkheden voor het aanbieden van gezondere producten in het clubhuis van voetbalvereniging SVI? Hierbij wordt er onder andere gekeken naar de technische, financiële en organisatorische (on)mogelijkheden. Daarnaast wordt de eigen visie van de clubhuisbeheerder, ten aanzien van een gezonder clubhuis, in kaart gebracht. 2. Wat zijn de wensen en behoeften van de leden en sportparkbezoekers ten aanzien van een gezonder aanbod in het clubhuis van voetbalvereniging SVI? Om te weten wat de mogelijkheden zijn voor een verandering in het aanbod van het clubhuis, is het belangrijk om vast te stellen waar de afnemers van dit aanbod behoefte aan hebben. Uiteindelijk moet het aanbod aansluiten bij de afnemers, een afname in omzet is niet gewenst. Dit omdat de omzet vanuit het clubhuis één van de grootste inkomstenbronnen is, naast de contributie en het sponsorgeld. 3. Hoe hebben andere verenigingen een gezonder aanbod vormgegeven? Hierbij wordt er gekeken naar voetbalvereniging Berkum (hierna: Berkum). Zij zijn al verder in de doorvoering van een gezonder aanbod. Ook wordt er gekeken naar initiatieven van Jongeren Op Gezond Gewicht. Dit om een vergelijking te maken met SVI en om een beter afgestemd advies op te stellen. 5

6 3. Resultaten Resultaten deelvraag 2 Wat zijn de wensen en behoeften van de leden en sportparkbezoekers ten aanzien van een gezonder aanbod in het clubhuis van voetbalvereniging SVI? In totaal hebben 329 respondenten de enquête ingevuld. Dit is door de meeste respondenten online gedaan via SurveyMonkey. Ook zijn er een aantal enquêtes op papier afgenomen bij verschillende ouders en leden. In de onderstaande uitwerking zijn de uitkomsten van twaalf vragen uit de enquête geanalyseerd en vergeleken. Al deze twaalf vragen zijn geanalyseerd en vergeleken. Per vraag zijn de resultaten weergeven in tabellen en/of diagrammen, aan de hand van deze modellen zijn de resultaten en de meest opvallende uitkomsten beschreven. Indien het vergelijken van verschillende vragen aanvullend wordt geacht is dit gedaan, om zo vanuit verschillende kanten tegen de uitkomsten aan te kijken. Niet alle uitkomsten en vragen zijn aan elkaar gekoppeld. Enkel de gecombineerde resultaten die van belang worden geacht voor het onderzoek zijn uitgelicht en uitgewerkt. Vraag 1 Om een helder beeld te krijgen van de groep van 329 respondenten die de enquête heeft ingevuld, laat vraag 1 zien welke subgroepen er zijn en hoe groot de subgroepen zijn. Voor het kunnen doen 6

7 van zo betrouwbaar mogelijke uitspraken over de subdoelgroepen is het van belang dat zoveel mogelijk mensen uit elk van die subdoelgroepen hebben deelgenomen aan het onderzoek en dus de vragenlijst hebben ingevuld. Het gaat hier om het percentage respondenten ten opzichte van de volledige populatie. Te zien is dat de subgroep met het laagste percentage respondenten, trainers van v.v. SVI, 6% bedraagt en dat de ouders van een kind dat lid is bij v.v. SVI met 31% de grootste subpopulatie aan respondenten heeft. Opvallend is dat onder de leden het respons van de senioren bijna evenredig is aan het aantal reacties dat er van de pupillen en junioren samen is ontvangen, namelijk 25% valt onder de senioren en de pupillen en junioren vormen samen 24% van het totaal. Vraag 2 Onder de 329 respondenten is het mannelijke geslacht, ruimschoots de grootste vertegenwoordiger onder de respondenten (driekwart versus een kwart). Uit verdere verkenning van de gegevens is gebleken dat er wat betreft spelers in een seniorenteam een significant verschil is tussen de mannen en vrouwen. Van de 83 individuen die spelend is bij de senioren, hebben er 81 aangegeven man te zijn. Voor de rest is, onder de mannen, elke doelgroep relatief goed vertegenwoordigd. Wat opvallend is, is dat, af te lezen in onderstaande staafdiagram, ruimschoots de meeste vrouwelijke respondenten vallen onder de subgroep ouder van een kind dat lid is bij v.v. SVI. Met ruim 65% valt twee- derde van de vrouwelijke respondenten binnen deze subgroep. Wat daarnaast ook opvalt is dat er geen vrouwelijke trainsters zijn die de enquête hebben ingevuld, of dat deze niet aanwezig zijn binnen SVI. 7

8 8

9 Vraag 3 Vraag 3 is een weergave van hoe belangrijk, of onbelangrijk, het aanbod van gezonde keuzes in het clubhuis is in de ogen van de geënquêteerden. Van de 323 respondenten die deze vraag hebben ingevuld geeft 39% aan dat hij of zij een gezonder keuzeaanbod belangrijk vindt. Met een percentage van 29% geven 94 personen aan dat zij neutraal zijn over het onderwerp van deze vraag. Van de respondenten geeft de kleinste groep, 10 respondenten, aan dat een gezonder keuzeaanbod heel onbelangrijk wordt gevonden. 9

10 Af te lezen in de onderstaande staafdiagram is dat over het algemeen de meeste respondenten kozen voor belangrijk en het minst voor onbelangrijk of heel onbelangrijk. Trainers lijken daarentegen de keuze voor een gezonder clubhuis aanbod, in tegenstelling tot de junioren, wel belangrijk te vinden. Opvallend is dat, evenals de trainers, de ouders van de kinderen van SVI een gezonder clubhuis belangrijk vinden, de junioren lijken dit echter niet erg belangrijk te vinden. Vraag 4 10

11 Tussen het aantal tevreden en niet tevreden respondenten bestaat een marginaal verschil (4%). Dit laat zien dat er bijna net zoveel mensen tevreden zijn over huidige aanbod van gezondere voeding in het clubhuis als het aantal mensen dat niet tevreden is over het huidige aanbod betreffende gezondere voeding in het clubhuis. Een duidelijke verschil wat betreft de tevredenheid is de tevredenheid en ontevredenheid over het huidige voedingsaanbod tussen mannen en vrouwen. Wat naar voren komt is dat 82% van de mannen tevreden en 16% ontevreden is. Van de vrouwen is twee- derde (67%) tevreden en een derde (33%) ontevreden over het huidige aanbod. Van de mensen die heeft aangegeven tevreden te zijn over het gezonde aanbod in het clubhuis is er niet iets wat direct in het oog springt. Dit is bij de mensen die hebben aangegeven ontevreden te zijn over het huidige gezonde aanbod wel het geval. In bovenstaande staafdiagram is te zien dat er verhoudingsgewijs veel ouders zijn die ontevreden zijn over het aanbod. Van het aantal ouders dat deze vraagt heeft beantwoord heeft bijna tweede- derde van de ouders aangegeven niet tevreden te zijn met het huidige aanbod. Sommigen geven aan dat zij wel tevreden zijn over het aanbod, maar van deze doelgroep geeft toch nog een vierde aan ontevreden te zijn. Bij geen van de subgroepen zijn de verschillende aantallen zo opvallend groot als bij de junioren en de ouders met een kind bij SVI. 11

12 Wat in het onderstaande staafdiagram af te lezen is, is dat er grote verschillen zijn in het prioriteit geven aan gezonde voeding tussen de mensen die tevreden zijn en de mensen die ontevreden zijn. Van de personen die aan hebben gegeven dat ze ontevreden zijn over het huidige gezonde keuzeaanbod geeft 85% bij vraag 3 aan het belangrijk of heel belangrijk te vinden. Van deze ontevreden groep geeft 3% diezelfde vraag aan het onbelangrijk of heel onbelangrijk te vinden. Van de mensen die aan hebben gegeven tevreden te zijn over de huidige situatie geeft 30% aan het gezonde aanbod ook daadwerkelijk belangrijk of heel belangrijk te vinden. 26% van deze tevreden mensen geeft aan het gezonde aanbod onbelangrijk of heel onbelangrijk te vinden. Vraag 5 Vraag vijf is een open vraag. Hierbij konden de respondenten, indien ze bij vraag 4 aangegeven hadden niet tevreden te zijn over het huidige aanbod, zelf aangeven wat voor veranderingen zij in het clubhuis zouden willen zien aangaande het voedingsaanbod. De gegeven antwoorden zijn onderverdeeld in categorieën, waarbij de categorie overig verschillende suggesties omvat die maar 1 à 2 keer genoemd zijn. Onder de categorie overig vallen meer waterpunten, zuivel, gezond snoep, soep, balletje breed, meer vega keuzes, betere gehaktballen (minder vet), producten voor het herstel van de spieren, wraps, chocolade, zakjes worst/kaas en pizza. 12

13 Gegeven opties voor een gezonder aanbod Overig Salade Tosti's Gezondere snacks Groentesnacks Gezonde (fruit)dranken Broodjes Fruit Zoals in bovenstaande grafiek te lezen is, wordt fruit het meest vaak genoemd. Daarna scoren broodjes hoog. Dit gaat zowel om meer variatie in de belegde broodjes als meer bruine- of volkoren broodjes. De gezonde (fruit)dranken omvatten zowel drinken met minder suiker als de smoothies. Bij groentesnacks kan gedacht worden aan komkommer en tomaat en bij gezonde snacks worden energie- of mueslirepen als voorbeeld genoemd. Tosti s worden bij voorkeur op bruin brood aangevraagd en ook verse salades worden enkele keer geopperd. Ook hebben de respondenten bij deze vraag nog andere aanbevelingen gedaan die los staan van het specifieke aanbod. Deze aanbevelingen hadden meer betrekking op algemene aspecten behorend bij het clubhuis. In onderstaande grafiek is af te lezen welke aanbevelingen hier gedaan zijn. Overige aanbevelingen Overig Meer soorten kof>ie Alcohol later verkopen Lage prijs gezonde voeding Gezonde voeding beter presenteren Gevarieerder aanbod Gezonder aanbod De wens voor een gezonder aanbod kwam het meest vaak voorbij. Hierbij kwam vooral ter sprake dat de respondenten minder vet en zoet eten willen en meer gezonde alternatieven. Tien respondenten geven aan een gezonder aanbod te wensen. Als tip wordt door één van de respondenten gegeven dat gezonde voeding beter (nadrukkelijker en aantrekkelijker) gepresenteerd kan worden en dat er een lage prijs moet zijn voor gezonde producten. Twee respondenten geven aan dat alcohol later verkocht kan worden, bijvoorbeeld na uur. Onder de categorie overig vallen nog enkele suggesties die ieder door één respondent genoemd zijn. Dit zijn, meer broodjes gezond op voorraad, de frituur later openen, alcoholvrije dranken goedkoper aanbieden dan alcohol, geen mixdrankjes verkopen en geen snoepverkoop op zaterdagochtend, maar ook een breder aanbod in frituursnacks en een betere afzuiging van de frituur. 13

14 Vraag 6 Uit de enquêtevraag wordt duidelijk dat er vooral wekelijks één of meerdere aankopen worden gedaan. Dit geldt zowel voor de mannelijke (n=233) als de vrouwelijke (n=76) respondenten. Een verschil tussen mannen en vrouwen is vooral dat mannen vaker dan vrouwen meerdere keren per week een aankoop doen en vrouwen vooral vaker aangeven zelden/nooit een aankoop in het clubhuis te doen. Bij de pupillenteams is te zien dat er vooral wordt gescoord op de categorieën wekelijks en 2 á 3 keer in de maand. De spelers uit de juniorenteams scoren het hoogst op wekelijks. De senioren scoren bijna gelijk op de wekelijkse aankoop als op de meerdere keren per week categorie. In de onderstaande grafiek is af te lezen dat de seniorengroep de grootste afnemers zijn. Naast dat zij de grootste groep consumenten vertegenwoordigen doen zij ook het vaakst een aankoop in het clubhuis. Ouders van de spelende kinderen scoren het hoogst op wekelijks. Bij de trainers is het opvallend dat maandelijks en zelden/nooit niet voorkomt en dus niet is gekozen. De trainers scoren het hoogst op een wekelijkse afname. Dit laatste geldt ook voor de overige groep. 14

15 Wat interessant is, is dat de wekelijkse consumenten in elke categorie hoog scoren maar dat er het hoogst wordt gescoord op heel onbelangrijk (zie de staafdiagram hieronder). Dit houdt in dat de het grootste deel van de respondenten, die wekelijks een aankoop doet, het heel onbelangrijk vindt dat het clubhuis gezondere producten aanbiedt. Als we deze vraag naast de grafiek van vraag drie leggen is te zien dat de groep heel onbelangrijk wordt gekozen door de pupillen, junioren, senioren en overige sportparkbezoekers, met de senioren aan kop. 15

16 Vraag 7 Wanneer er bij vraag 6 aangegeven was dat er zelden tot nooit een aankoop werd gedaan kwam men terecht bij de bovenstaande vraag. Aan 50 personen werd gevraagd wat de reden is waarom zij zelden tot nooit een aankoop doen in het clubhuis. Uit de drie keuzemogelijkheden werd er het meest vaak voor de laatste optie gekozen. Bij de optie er wordt niet aangeboden waar ik behoefte aan heb, namelijk was er de optie om een reactie te geven en om zodoende een wens uit te spreken. De leverde 31 reacties op, zowel overeenkomend als afwijkend. De vier meest voorkomende redenen die als reactie waren gegeven waren: - Het nooit in het clubhuis komen - Het zelf meenemen van voeding heeft mijn voorkeur - Het missen van fruit en gezondere voeding in het algemeen - Een te beperkt aanbod ervaren 16

17 Wat opvalt bij vraag 7 is dat, zoals het onderstaande model weergeeft, er vrijwel een gelijke verdeling is onder het aantal tevreden mensen en het aantal ontevreden mensen. Deze balans komt door de veel gebruikers en de niet gebruikers overeen, die is af te lezen wanneer deze grafiek wordt vergeleken met de grafiek van vraag 4. In beide gevallen liggen beide antwoorden net boven en net onder de 50%. 17

18 Vraag 8 In tegenstelling tot vraag 7 zijn de mensen die vraag 8 beantwoord hebben de mensen die hebben aangegeven dat ze regelmatig een aankoop doen in het clubhuis. Overeenkomend met vraag 7 is dat ook deze vraag een keuzemogelijkheid kent die mogelijkheid biedt tot het geven van een reactie. Uit deze vraag kwamen 76 reacties, ook deze antwoorden kenden veel overeenkomsten. De meest voorkomende reacties waren dat het clubhuis, naast het betreden van het clubhuis voor het voedingsaanbod, de uitstraling en het gezelschap, werd aangedaan om: - De kinderen te belonen van het sporten - Om binnen te zitten voor, tijdens of na het sporten van de kinderen - Koffie te drinken met andere ouders - gewoon iets lekker te kopen - De trek te stillen Van de personen die het clubhuis geregeld bezoeken blijken de senioren en de ouders de grootste populatie te zijn. Deze groepen zijn verhoudingsgewijs de grootst vertegenwoordigde subgroep. 18

19 Vraag 9 Bij deze vraag werd aan de respondenten gevraagd om 6 producten op volgorde te zetten van meest gekocht naar minst gekocht. In het algehele overzicht hierboven is te zien dat koffie en/of thee het product is dat het meest wordt afgenomen door de respondenten. Frisdranken staat op de tweede plek, gevolgd door alcoholische dranken. Frituur is een goede middenmoter en belegde broodjes en snoep en/of chips staan gezamenlijk op de laatste plaats. Interessant is om te zien hoe groot de verschillen zijn tussen de verscheidene doelgroepen. Bij de pupillen staan snoep en/of chips met stipt op de eerste plek. Respondenten gaven hierbij aan dat ze vaak na de wedstrijd een zakje snoep of chips mogen kopen. Alcoholische dranken staat bij deze doelgroep op de laatste plek. Dit is logisch aangezien deze doelgroep nog niet mag drinken. Bij de senioren staan alcoholische dranken op de eerste plek. 73% van de respondenten heeft als eerste keuze alcoholische dranken aangevinkt. Bij deze groep staan juist snoep en/of chips op de laatste plek. 19

20 Bij de doelgroep ouders van een kind dat lid is van v.v. SVI staat koffie en thee op de eerste plaats. Aangegeven werd dat zij vaak een kopje koffie halen voor of tijdens de wedstrijd van hun kind. Vraag 10 20

21 Om een beeld te krijgen van de wensen en behoeften van de clubhuisgebruikers, wat betreft voedingsvoorkeuren, geeft vraag 10 acht verschillende keuzemogelijkheden waar de respondent een keuze uit heeft mogen maken. Het bovenstaande model laat zien dat de voorkeur uit gaat naar de gezonde wraps. Daarnaast kwam naar voren dat er veel keuzes uitgaan naar verse smoothies en fruit en groentesnacks. Ook bleek dat er naar frituur (frituur en snacks) een grote vraag blijft bestaan. Vraag 11 Wat opviel in deze geanalyseerde gegevens is dat vrouwen in de verhouding tot mannen vaker bereidt zijn om meer te betalen voor gezondere voeding. In de resultaten was te zien dat vrijwel elke groep behalve de juniorenteams bereid zijn om meer te betalen voor een gezonder product. Wat daarnaast opvalt uit de geanalyseerde gegevens is dat de respondenten meer willen betalen voor gezondere producten ongeacht de regelmaat waarmee zij een aankoop doen in het clubhuis. De groep respondenten, die bij vraag vier hebben aangegeven niet tevreden te zijn met het huidige aanbod in het clubhuis, zijn naar verhouding vaker bereid om meer te betalen voor een gezonder product. Wat bleek is dat de personen die het heel belangrijk of belangrijk vinden dat het clubhuis gezondere producten aanbiedt, ook bereidt zijn om meer geld uit te geven aan gezondere producten. De personen die het niet belangrijk vinden geven aan niet bereid te zijn meer te betalen voor gezondere producten. Belangrijk hierin mee te nemen is dat zij de kleinste groep respondenten vertegenwoordigen en dat de groep respondenten samengenomen positief is. Wat interessant is, is dat de groep respondenten, die bij vraag vier hebben aangegeven niet tevreden te zijn met het huidige aanbod in het clubhuis, naar verhouding vaker bereid zijn om meer te betalen voor een gezonder product. 21

22 Vraag 12 Van de 287 respondenten die deze vraag hebben beantwoord heeft meer dan 80% aangegeven positief te zijn over een rookvrij sportpark. Daarbij hebben vrouwen vaker op positief gestemd dan mannen. Als de gegevens van de verschillende soorten sportparkbezoekers worden bekeken is er géén groep die overwegend aangeeft tegen een rookvrij sportpark te zijn. De groepen waar bij de positieve en negatieve stemmingen bijna gelijk zijn, zijn de senioren en de overige groep sportparkbezoekers. Dit is overigens dezelfde groep die aangeeft gezondere voeding in het clubhuis niet belangrijk te vinden. Uit een vergelijking is te zien dat de respondenten die bij vraag 6: Hoe vaak doet u een aankoop in het clubhuis van v.v. SVI? hebben gekozen voor 2 a 3 keer in de maand, maandelijks en zelden/nooit naar verhouding vaker positief zijn tegenover een rookvrij sportpark. 22

23 4. Conclusie Uit de onderzoeken van De Gezonde Sportkantine is gebleken dat weinig tot geen sportclubs beleid voeren over het voedingsaanbod. Dit werd ook duidelijk in deelvraag één, waaruit bleek dat het bestuur achter een gezonder aanbod staat maar vooral gericht is op het maken van winst. Een visie op gezondere voeding kwam hierbij niet meer naar voren dan dat er positief over werd gedacht. Uit deelvraag één kwam naar voren dat deze visie ook betrekking heeft op de clubhuisbeheerder omdat deze aangeeft beperkt te worden in het aanbieden van gezondere producten zolang de visie van het bestuur gericht is op winst maken. Met dit gegeven kunnen geconcludeerd worden dat de clubhuisbeheerder vraagtekens zet bij de mate waarin er vraag is naar een gezonder aanbod in combinatie met de winst die dit zal opleveren, ondanks het enthousiasme voor een gezonder clubhuis. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat zowel de clubhuisbeheerder, het bestuur als de leden positief zijn over het gezonde aanbod. De clubhuisbeheerder gaf aan dat hij zou kunnen aanbieden waar vraag naar is en uit het onderzoek in deelvraag één bleek dat de financiële, organisatorische en technische mogelijkheden gunstig zijn voor het gezondere aanbod in het clubhuis. Met deelvraag twee is aan te tonen dat de vraag voor gezondere voeding in grote aantallen aanwezig is. Uit onderzoek bleek zelfs dat veel leden ontevreden zijn over het huidige aanbod omdat het niet gezond genoeg is. De leden geven aan dat onder andere fruit (smoothies), wraps en belegde (bruine) broodjes graag worden terug gezien in het nieuwe gezondere aanbod. De vraag of dit genoeg opbrengt kan positief worden beantwoord aangezien de leden bereidt zijn meer te betalen voor een gezonder product. Gesproken over gezondheid is het merendeel van de leden vóór een rookvrij sportpark. Wat verder uit dit onderzoek naar voren kwam is dat het concept van de gezonder aanbod valt of staat bij het betrekken van de leden en dat dit tot voor kort nog niet gebeurde binnen SVI. Naar aanleiding van gesprekken met de opdrachtgever en reacties uit de afgenomen enquêtes, is te concluderen dat in dit stadium van het onderzoek de leden voldoende betrokken zijn om hen te enthousiasmeren voor het gezondere aanbod. Er valt te concluderen dat het belangrijk is om aan het bestuur en de clubhuisbeheerder, door middel van dit onderzoek, aan te tonen dat een gezonder aanbod ook voor winst kan zorgen zodat er meer kan worden bereikt op gebied van gezondheid. Verder is het noodzakelijk voor het succes van een gezonder aanbod in het clubhuis, dat leden ook na dit onderzoek worden betrokken in de voortgang. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 7: Aanbevelingen. 23

24 5. Aanbevelingen Opstellen beleidsplan Uit onderzoek blijkt dat weinig sportverenigingen een beleidsplan hebben, waardoor er geen vastigheid is wat betreft het aanbieden van producten in het clubhuis. In het verlengde hiervan wordt aangeraden om bij SVI een beleidsplan op te stellen, waarin vastgelegd wordt wat de toekomstvisie is voor het clubhuis. Hierin wordt aandacht besteed aan het aanbod van het clubhuis en de stappen die gemaakt moeten worden om een gezonder aanbod te creëren. Het beleidsplan Voetbalvitaminen van VV Berkum kan hierbij als voorbeeld dienen. Gezondere producten aanbieden (sociale marketing / sociaaleconomische gezondheidsverschillen) Uit de enquête die uitgezet is onder de leden en betrokkenen van SVI, bleek dat veel leden behoefte hebben aan een uitgebreider en gezonder keuzeaanbod. Dit is dan ook een belangrijk aspect om de tevredenheid van de leden op dit gebied te vergroten. Aanbevolen wordt om hier gelijk veranderingen in aan te brengen door bijvoorbeeld fruit (smoothies), wraps en belegde (bruine) broodjes aan te bieden. Dit omdat deze drie suggesties het meest genoemd werden door de respondenten en dus klaarblijkelijk een gewenste aanvulling zouden zijn. Vanuit hier kan verder worden gekeken naar gezondere mogelijkheden en kan het aanbod uitgebreid worden. Om het aanbieden van gezondere producten tot een succes te maken, moet er ook gekeken worden naar sociale marketing. Respondenten gaven aan dat gezondere producten beter gepresenteerd moeten worden. Door middel van sociale marketing kan er voor gezorgd worden dat gezondere producten (beter) verkopen, zodat een breder assortiment niet zorgt voor een daling in inkomsten. Door deze gedachte wordt aangeraden om een (klein) onderzoek te starten naar de mogelijkheden van sociale marketing, zodat hier uit concrete voorbeelden ontstaan die de vereniging kan toepassen. Bij het aanbieden van gezondere producten, is het ook van belang om te kijken naar de prijsklasse waarin deze producten terug komen. Aangeraden wordt om gezondere producten niet te duur te maken, zodat elke sociale klasse gebruik kan maken van het gezonde aanbod. Betrekken van vrijwilligers Uit de resultaten van de onderzoeken, uitgevoerd door JOGG, verwerkt in deelvraag drie, bleek dat het realiseren van een gezondere sportkantine valt of staat met het betrekken van leden en vrijwilligers. Om het gezondere aanbod in het clubhuis ook na dit onderzoek in het interessegebied van de gebruikers te houden en om dit gezondere aanbod daadwerkelijk te realiseren is aan te bevelen een aantal geïnteresseerde vrijwilligers te verzamelen die dit project op zich willen nemen. In totaal hebben twee respondenten aangeven dat SVI hen mag benaderen. Of zij daadwerkelijk willen fungeren als vrijwilliger bij dit project zal bij benadering blijken. Contactgegevens zijn, indien gewenst, op te vragen via het volgende adres: lars- hofsink@hotmail.nl Rookvrij sportpark Resultaten van de afgenomen enquête, weergegeven in het resultatenhoofdstuk van deelvraag twee, laten zien dat de leden en sportparkbezoekers positief staan tegenover een rookvrij sportpark. Omdat uit onderzoeken, uitgevoerd door JOGG, blijkt dat verandering het best verloopt met kleine stapjes, wordt aanbevolen het sportpark niet direct in zijn geheel rookvrij te maken. Als optie kan worden gedacht aan het invoeren van een rookzone en/of het instellen van bepaalde tijden waarbinnen het is toegestaan om op het sportpark te roken. Externe partijen (publiek- private samenwerking) Gezien de mogelijke toekomstige samenwerkingen met externe partijen wordt aanbevolen vervolgonderzoek te doen naar wat de visie, wensen en behoeften van deze eventuele externe partijen zijn. Hieruit wordt duidelijk wat de (on)mogelijkheden zijn aangaande het gezondere voedingsaanbod om de gewenste transitie te maken van clubhuis naar buurthuis. 24