Peroperatief vochtbeleid bij niertransplantatie - Literatuurstudie - Renata Haghedooren Co assistent 2011-2012 Promotor: Dr. M Verhaegen
Delayed graft function Huidig vochtbeleid Doel van de literatuurstudie Verschillende vragen Besluit
Definitie Enkele definities Delayed graft function (DGF): het vertraagd hernemen van de functie van een donornier onmiddellijk na transplantatie (nood aan dialyse in de eerste week na niertransplantatie)
Huidig vochtbeleid CVD 10-15mmHg - Liberaal vochtbeleid Kristalloïden - vooral NaCl 0,9% NaHCO 3 1,4% Mannitol 20%
Doel van de literatuurstudie Is hyperhydratatie nodig bij elke patiënt? Wanneer hyperhydratatie? Welke parameter om de vullingstoestand correct te beoordelen? Welk kristalloid? Is er plaats voor synthetische colloïden? Plaats van Mannitol?
Is hyperhydratatie nodig bij elke patiënt? Carlier et al. (1982) N 120 Groep 1: PAPm 20 en PAPd 15 mmhg Resultaten Significant meer acute tubulus necrose in groep 1 (36%) dan in groep 2 (6%) De Gasperi et al. (2006) Bacchi et al. (2010) Groep 2: PAPm >20 en PAPd> 15 mmhg 90 Restrictieve peroperatieve vulling met als doel CVD 7 9 mmhg 155 Identificatie van risicofactoren voor DGF 94% goed herstel van de nierfunctie binnen de 2 weken 37% DGF. CVD bij ontwaken significant lager in DGF groep (geen verschil voor CVD bij reperfusie). Totale hoeveelheid toegediend vocht significant lager in de DGF groep.
Wanneer hyperhydratatie? (Anesth Analg 2010;110:1440 6) N = 40 RCT, pilootstudie Groep 1: NaCl 0,9% continu aan 10-12 ml/kg Groep 2: NaCl 0,9% op geleide van de CVD: 5mmHg voor het plaatsen van vaatklemmen 15 mmhg na het plaatsen van de klemmen tot reperfusie Volume: +/- 3 liter zowel in groep 1 en groep 2 Groep 2 betere functie donornier dan groep 1 de eerste 5 postoperatieve dagen
Welke parameter om de vullingstoestand correct te beoordelen? Cardiale vullingsdrukken: CVD, PAP cfr. Marik et al. en Kumar et al. Transoesofagale echodoppler Geen studies in het kader van niertransplantatie met DGF als outcome parameter
Welk kristalloïd? (Anesth Analg 2005;100:1518 24) N = 51 RCT, dubbel blind Creatinine dag 3: NaCl 0,9% groep Ringer lactaat groep Metabole acidose: NaCl 0,9% groep (31%) > Ringer lactaat groep (0%) Serum [K+] > 6: NaCl 0,9% groep (19%) > Ringer lactaat groep (0%) Studie vroegtijdig stopgezet
(Anesth Analg 2008;107:264 9) N = 90 RCT, dubbel blind Groep 1: NaCl 0,9% Groep 2: Ringer Lactaat Groep 3: Plasmalyte -> 20-30ml/kg/h -> CVD van 12-15mmHg Alle 3 veilig te gebruiken, metabole profiel het meest stabiel in de Plasmalyte groep
(Renal Failure, 30:535 539, 2008) N = 52 RCT, dubbel blind ph: NaCl 0,9% groep < Ringer lactaat groep Serum [K+] : NaCl 0,9% groep > Ringer lactaat groep Cave: 2/26 uit de Ringer lactaat groep: A renalis trombose
Is er plaats voor de synthetische colloïden? Donormanagement: Cittanova et al. (1996) Deman et al. (1999) N 69 HES groep Gelatine only groep 119 Haes Steril groep (laag MW) Plasmasteril groep (hoog MW) Controle groep (gelatine + albumine) Besluit Hogere incidentie van DGF bij de toediening van HES. Geen significant verschil tussen incidentie DGF en de toediening van een synthetisch colloïd (HES) met een laag of hoog moleculair gewicht aan de donor.
(Nephrol Dial Transplant (2011) 26: 3373 3378) N = 113 Retrospectief Kristalloïdengroep: NaCl 0,9% of Ringer Lactaat Colloïdengroep: Kristalloïd + min. 500 ml 6% HES 130/0,4 (<50ml/kg) DGF in 31,5% in kristalloïdengroep en 32,5% in colloïdengroep
Mannitol tijdens niertransplantatie? N Besluit Weimar et al. (1983) Tiggeler et al. (1985) 44 Studiegroep: 50g Mannitol Controlegroep: 250 ml NaCl 0,9% 61 Groep 1: restrictief Groep 2: restrictief + 50g mannitol Groep 3: 2-2,5l + 50 g mannitol DGF in 3/22 v studiegroep 15/22 v controlegroep DGF in 43% v groep 1 53% v groep 2 4,8% v groep 3 Na toediening van 50g mannitol minder kans op DGF, vooral wanneer ook voldoende vocht is gegeven.
Take home message o Een liberaal vochtbeleid op geleide van de CVD lijkt tot nog toe de beste aanpak om DGF te voorkomen o NaCl O,9% is de meest gebruikte kristalloïdoplossing o Ringer lactaat wordt als alternatief voor NaCl 0,9% vooropgesteld omdat het met minder hyperkaliëmie gepaard gaat. Er zijn echter nog vragen ivm het veiligheidsprofiel bij niertransplantatie
Dank u voor uw aandacht!