Blok 1 - Vaardigheden

Vergelijkbare documenten
9e editie. Moderne wiskunde. Uitwerkingen Op stap naar 4 havo. Dick Bos

Polynomen. De algemene vorm van een polynoom is: f(x) = a 0. + a 1. 0, n N. x a n 1. x n 1 + a n. x n. met a n

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Hoofdstuk 3 - Differentiëren

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra

Noordhoff Uitgevers bv

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Hoofdstuk 9 - Rekenen met functies

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

d x = (3,9) ; (- 2 5 a

Om het startgetal te vinden vul je een punt van de lijn in, bijvoorbeeld (2, 8). Dan: 8= dus startgetal 12.

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro

Hoofdstuk 2 - De kettingregel

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Blok 5 - Keuzemenu. Verdieping - Veeltermen. genoemd zijn. met de functie van Brend: f(0) = = 288. niet gelijk aan 72.

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

3.4. Antwoorden door N woorden 24 januari keer beoordeeld. Wiskunde B. wi vwo B1 H1 Vergelijkingen en ongelijkheden 1.

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

i = 0, 1136 Zodra je één van die zeven getallen weer als rest krijgt, herhaalt zich dat.

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

3.1 Kwadratische functies[1]

Samenvatting Wiskunde Hoofdstuk 1 & 2 wisb

Havo B deel 1 Uitwerkingen blok 1 Moderne wiskunde

Hoofdstuk 11B - Rekenen met formules

Noordhoff Uitgevers bv

5.1 Lineaire formules [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Noordhoff Uitgevers bv

2.1 Lineaire functies [1]

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

Noordhoff Uitgevers bv

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Het opstellen van een lineaire formule.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

= 5, t 7. = 36 en t 8. e 32, 64, 128 f 8 3 4, , = 13, t 9. = 8, t 8. = 21, t 10. = 37, t 8

7.1 Grafieken en vergelijkingen [1]

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Noordhoff Uitgevers bv

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

7.1 Ongelijkheden [1]

Noordhoff Uitgevers bv

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

Noordhoff Uitgevers bv

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

12 a Het maakt van x het getal x 3, dat is x x x. b y = x 3 c KWADRAAT. 13 a MIN 2 b PLUS 2 c DEEL DOOR 2 d MAAL -2

13.1 De tweede afgeleide [1]

Hoofdstuk 8 - De afgeleide

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

Algemene informatie. Inhoudelijke informatie

Antwoordmodel oefentoets - Formules en grafieken

Verbanden en functies

2.1 Lineaire formules [1]

Blok 2 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden

Vaardigheden - Blok 4

Noordhoff Uitgevers bv

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Hoofdstuk 2 - Transformaties

Blok 5 - Vaardigheden

Noordhoff Uitgevers bv

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Voorkennis. 66 Noordhoff Uitgevers bv 11 0, en y = = ,33 = y = 4x(x 2) y = 19x(1 2x) y = 3x( x + 5) y = 4x(4x + 1)

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

29 Parabolen en hyperbolen

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

Noordhoff Uitgevers bv

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: veeltermfuncties en berekening parameters, stelsels. 16 september dr.

1.1 Rekenen met letters [1]

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie

8. Differentiaal- en integraalrekening

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

VIDEO 4 4. MODULUSVERGELIJKINGEN

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken Gelijksoortige termen samennemen Rekenen met machten Rekenen met wortels 4

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Blok 1 - Vaardigheden

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

Voorkennis : Breuken en letters

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Transcriptie:

Blok 1 - Vaardigheden ladzijde 6 1a + 8 3 e + 6 i 6 10 3 3 3 1 3 3 10 f + 6 j 10 + 3 0 + 3 8 1 3 6 6 6 6 1 18 10 1 g ( 3) 3 6 k 9 6 d ( 3+ ) 10 + 6 3 h 3 8 l 1 3 1 3 a Antwoord: 6 invoer: goed Antwoord: invoer moet zijn: *(1 + 1/) Antwoord: 9 invoer moet zijn : ^3 + 1 d Antwoord: invoer moet zijn: ( 9) e Antwoord: 1 invoer moet zijn: 9/( + ) f Antwoord: 0, 6 invoer moet zijn: (3/) ^ ladzijde 3a 11a 10a a a + a a a a+ a p + p + 6 a + a d d xyz + xyz a pq heeft onder andere de fatoren, p, p en q 3pq heeft onder andere de fatoren 3, p, q en q 3 3, pq 3pq 1pq heeft onder andere de fatoren 1, p, p, p, q, q en q 6a 1pq d 6rt 3 g xyz xy e 1a h 6x 1x 6x 6xy f 3a 3 i - x 3 3 3 a 3xy 6x 18x y d xy xy xy x xy x y e ( ) 1 1 xy 3 x x y 3 3 a a 8a f 1 1 10 xy 1 6 xy xy 8a 6x 1 8 1x 3+ 10 10x 10x d 6x + 1 e x 3 x 8 f 1 18x+ 3x 1 1x g 1x+ 36 + 1x+ 38 h 19, 9x 3, 3 i 1x 8 + 6x x 8 1 11 3

Blok 1 - Vaardigheden 9a ( x+ 3)( x ) x x+ 3x 6 x + x 6 ( q 1)( q+ ) q + q q q + 3q ( v+ 3)( 3v+ 8) 6v 16v+ 9v+ 6v v + d 3 3 ( p + )( p 3) p 3p + p 6 e ( 3h )( h ) 6h h 1h + 8 f ( e 3)( e ) e + 8e+ 3e+ 1 e + 11e + 1 g ( a + )( a 3) a 3a + a 6 h ( xy + x)( xy+ ) x y + x y+ x y+ x xy + xy + x ladzijde 8 10a 9p + 30p+ f 9u 3u+ 0, v 16v+ 16 g g 1 9 h 1 r + rs+ s d 9xy 36 i p e l + 3l 1l 1 3 3 11a ( a+ 1)( a + a+ 1) a + a + a+ a + a+ 1 a + 3a + 3a + 1 3 ( y + 3) ( y+ 3)( y+ 3)( y+ 3) 3 ( y+ 3)( y + 1y+ 9) 8y + y + 18y+ 1y + 36y + 3 8y + 36y + y + 3 ( 1 3p) ( 1 3p)( 1 6p+ 9p ) 3 1 6p+ 9p 3p+ 18p p 3 1 9p+ p p ( + 3) ( + 3) ( + 3) ( + 6+ 9)( + 6 + 9) 3 3 + 6 + 9 + 6 + 36 + + 9 + + 81 3 + 1 + + 108+ 81 1a ( x+ 13) x + 6x + 169 ( p) 0p+ p ( x+ 3) x + 1x + 9 d ( x + x) x + x 3 + x ladzijde 9 13a ( x+ )( x+ ) ( x 6)( x ) ( a+ 6)( a ) d ( p+ 10)( p+ 3) 1a ( x) + 3 x + ( x + )( x + 1) 3 3 3 3 ( x ) + x + 6 ( x + )( x + 3) ( xy) + 6xy + 8 ( xy + )( xy + ) d ( xy) + 6xy 16 ( xy+ 8)( xy ) 38

Blok 1 - Vaardigheden 1a x 8x+ 6 ( x x+ 3) ( x 3)( x 1) x + x 3 + x x ( x + x+ 1) x ( x+ 1) x x 3 x ( x ) x ( x + )( x ) x ( x + )( x )( x + ) d x+ 8 x 10 (( x) + x ) ( x + )( x 1) e xy + xy + 36y y ( x + 6x+ 9) y ( x+ 3) f x ( x+ )( x ) g x 1 ( x + 1)( x 1) ( x + 1)( x+ 1)( x 1) h 6x 6( x ) 6( x+ )( x ) 3 16a Op nul herleiden geeft x x x 0. Dan ontinden door de fator x uiten de haakjes te zetten. Je krijgt xx ( x ) 0. Daar uit volgt dat x 0 of x x 0. Die laatste vergelijking kun je ook met ontinden oplossen: ( x )( x+ 1) 0 geeft x of x 1. Er zijn dus drie oplossingen: x 0, x, x 1. Ontinden door een fator x uiten de haakjes te halen: x( x 9x + ) 0 Daar uit volgt x 0 of x 9x+ 0. Die laatste vergelijking los je op met de aformule: x 9 + 3, of x 9 3 1. Er zijn dus drie oplossingen: x 0, x 3, en x 1. 3 Ontinden geeft: 3xx ( + x 3) 0. Hieruit volgt x 0 of x + x 3 0. Die laatste vergelijking heeft als oplossing x 1, want 1 + 3 0. Als je de grafiek van de funtie 3 fx () x + x 3 ekijkt, zie je dat er maar 1 nulpunt is en dat nulpunt heen we gevonden. Dus de vergelijking heeft oplossingen, x 0 en x 1. d Ontinden geeft : xx ( x 1) 0. Dus x 0 of x x 1 0. Die laatste vergelijking los je op met de a-formule: x 1+ of x Er zijn dus drie oplossingen: x 0, x 1+ en x 1. 1. e Je herleidt de vergelijking op nul: x x 0 of ook ( x ) x 0. Door te ontinden krijg je ( x )( x + 1) 0 dus x 0 of x + 1 0. De laatste vergelijking heeft geen oplossingen, maar de eerste vergelijking heeft twee oplossingen x of x. f x x 0 geeft x( x 1) 0 dus x 0 of x 1. Daaruit volgen de twee oplossingen: x 0 en x 1. 1a De manier van de vorige opdraht is omslahtiger. Er zijn twee getallen waarvan het kwadraat gelijk is aan 100 en dat zijn 10 en 10. Deze getallen zijn de oplossingen van de vergelijking. x en x. Uit de vergelijking volgt ( x ) 9 dus x 3 of x 3. De twee oplossingen zijn x 1 1 en x 1 1. 39

Keuzemenu - ICT-grafieken met VU-grafiek ladzijde 60 1a De snijpunten van de grafiek van f met de x-as zijn ( 3, 0), (, 0) en (, 0). 3 Controle: f( 3) 0, ( 3) 3 ( 3) 3, ( 3) + 30 13, + 10, + 30 0 3 f( ) 0, 3 3, + 30 3 8 1+ 30 0 3 f( ) 0, 3 3, + 30 6, 1, + 30 0 Stel de x-as in van tot 10. Een nadeel is dat je dan het minimum tussen x en x niet meer zo goed ziet. De snijpunten lijken dan te zijn: ( 3,66; 1,9), (,19; 13,16) en (,;,81) ladzijde 61 a - Zet aantal grafieken op 8. 3a - - De grafiek snijdt de x-as in twee punten voor a 0,. Hij snijdt de x-as voor x 0 en raakt de x-as voor x. d Voor a 0, gaat de grafiek door (, ). a Wanneer je de waarde van a verandert dan lijven de nulpunten gelijk. Alleen de steilheid van de paraool verandert. fx () a ( x x) 0 a x ( x 1) 0 x 0 of x 1. Deze antwoorden zijn onafhankelijk van de waarde van a. Voor a, gaat de grafiek door (3, 1). d Grafiek door (3, 1), dus: f() 3 1 a ( 3 3) 1 a 6 1 a. 1 a Op elke grafiek ligt het punt ( 3,; 0). f( 3, ) a + a a a a a, + +, 3 3 0 0. Dit is onafhankelijk van de waarde van a, het klopt dus. Als er voor x waarden diht ij 3 gekozen worden dan gaan de waarden van de grafiek naar plus-oneindig of min-oneindig. Als er voor x waarden diht ij 3 gekozen worden dan komt er in de noemer van de reuk een heel klein getal te staan. De waarde van de reuk wordt daardoor heel groot. ladzijde 6 6a heeft de waarde omdat er voor x 0 uit moet komen. De waarden voor a en spelen door het invullen van x 0 geen rol meer. - 0

Blok 1 - Keuzemenu a Plot de grafiek van f en y x x + in VU-Grafiek. Shuif net zolang met de parameters a, en tot eide grafieken samenvallen. Je vindt dan: a 1,, 1 f() x ( x ) + 1 of a 1,, 1 f() x ( x+ ) + 1 Plot weer eide grafieken. Je ziet dat de grafiek van f altijd een dalparaool is en die van y x + 3x + 6 een ergparaool. Het kan dus niet. Ook hier is de gevraagde grafiek een ergparaool en ook dit kan dus niet. d a: fx () ( ax ) + ax ax+ + valt samen met y x x +. Dus a 1, a en + Er geldt dus, a 1 a 1 of a 1. Eerst a 1 1. + 1 Een oplossing is dus a 1,, + 1 f() x ( x ) + 1. Nu a 1 1. ( ) + 1 Een tweede oplossing is dus a 1,, 1 f() x ( x+ ) + 1 Overigens is deze tweede oplossing niet anders als de eerste want ( x+ ) + 1 {( x )} + 1 ( 1) ( x ) + 1 ( x ) + 1 : fx () ( ax ) + ax ax+ + valt samen met y x + 3x + 6. Er geldt dus a en dit kan niet. De grafiek van f kan dus nooit samenvallen met y x + 3x + 6. : fx () ( ax ) + ax ax+ + is een dalparaool want de fator voor x is a > 0. De paraool door (0, 0) met top (, 1) is een ergparaool. de grafiek van f kan dus nooit hiermee samenvallen. 8a 30 m 30 3600 m 108000 m 108 km/u. se 3600se 1uur Met een snelheid van 30 m/se houdt hij het 00 meter vol. Dit kost hem 00 30 13, 3 seonden. De grafiek moet toenemend stijgend zijn want de heeta komt snel op grote snelheid. De onderste grafiek past dus het este, want die is toenemend stijgend. ladzijde 63 9a - De grafiek van de start gaat na 1 seonden over in de lineaire grafiek s 00 + 30 t. Hieruit is te zien dat de topsnelheid 30 m/s is. De raaklijn aan de startgrafiek van de heeta is na 9 seonden evenwijdig aan de grafiek van de zera, dus heen ze op dat moment dezelfde snelheid. de grafieken zijn dan even steil. d Wanneer ze dezelfde snelheid heen kun je die snelheid zien in de formule van de zera. De snelheid na 9 seonden is dus ongeveer 19, m/s. e De grafieken moeten dus weer even steil lopen dat is na ongeveer 33 seonden. f Op t 0 is de afstand tussen eide dieren 0 meter. 1

Blok 1 - Keuzemenu 10a Verander de 0 in a. Het eerste snijpunt is het moment waarop de heeta de zera gevangen heeft. Het tweede snijpunt is dan niet meer reëel. De voorsprong moet meer dan 11 meter zijn. 11a Voor de zera is in de formule geen deel opgenomen waarop zijn snelheid toeneemt tot de onstante snelheid die het uiteindelijk wordt. De zera heeft op t 0 al direkt de snelheid van 19, m/s. Wanneer de zera uit stilstand start, zal ook voor de zera de startformule een mahtsfuntie s at moeten zijn. De parameters a en moeten zo gekozen worden dat de snelheid na 1 seonden 19, m/s is, de topsnelheid. Beide parameters a en heen invloed op de steilheid van deze grafiek. Natuurlijk versnelt een zera veel minder goed als een heeta, de grafiek is dus minder steil. Wat proeren zou kunnen leiden tot de formule s 33, t 1, voor de eerste 1 seonden, maar ook andere formules zijn mogelijk. Om de grafiek van de formule van de onstante snelheid na 1 seonden goed te laten aansluiten op de grafiek van de formule s 33, t 1, moet de formule na 1 seonden worden: s 9 + 19, t. De voorsprong die de zera heeft is hier nog niet in verwerkt. Deze stel je in met de shuifparameter a. De formules worden dan: zera: s 33 t 1,, + a als 0 t 1 s 9 + 19, t+ a als t > 1 Wanneer je nu de shuifparameter geruikt zie je dat de voorsprong van de zera nu ongeveer 0 meter moet zijn om de heeta voor te lijven.