Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Vergelijkbare documenten
De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

Oprichten van 16 appartementen op de hoek Prins Hendrikstraat/Van Arckelstraat in Drunen

Raad : 5 juli 2005 Agendanr. : Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Inleiding: Koninklijke Sanders B.V. heeft een verzoek ingediend voor de bouw van een bedrijfshal van 4200m2.

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Collegevoorstel. Zaaknummer: Uitspraak Raad van State Bizetlaan 28 en 30 in Vlijmen

Inleiding: Koninklijke Sanders B.V. heeft een verzoek ingediend voor de bouw van een bedrijfshal van 4200 m2.

Voor het verlenen van medewerking is een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO vereist (ZPP).

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Collegevoorstel. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan voor het plaatsen van een woonwagen aan de Nassaulaan 93 te Vlijmen

aanvraag 1e fase bouwvergunning voor 6 appartementen aan de Akkerstraat te Vlijmen

interpretatie vrijstelling Julianalaan 11 te Vlijmen

Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren

Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Onderwerp: Te volgen procedure voor gewijzigd bouwplan voor Nieuwkuijksestraat 72

besluit op bezwaarschrift tegen besluit toepassing bestuursdwang

Onderwerp: Wijzging bestemmingsplan - Nieuwkuijksestraat 25 & 27

G e m e e n t e S l u i s

Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14

Bij de aanvraag om vrijstelling heeft het MFB een ruimtelijke onderbouwing gevoegd. In aanvulling hierop melden wij u het volgende:

Plaatsingsmogelijkheden windturbines in de gemeente Heusden

Raadsvoorstel. Samenvatting

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 29 september 2009 Agendanummer : 4

Delegatie bevoegdheid vaststelling exploitatieplan in geval van wijzigingsplan

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Onderwerp: Planschadeverhaalovereenkomst nieuwbouw woning Torenstraat tussen te Drunen.

bedrijfsontwikkeling (bedrijfsverzamelgebouw) op een gebied gelegen aan de Nassau dwarsstraat tussen de Nassaulaan en de A59.

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

Beslissing op bezwaar tegen een kapvergunning

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Voorstel raad en raadsbesluit

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Collegevoorstel. Zaaknummer BOB omgevingsvergunning, aanbouw Engstraat 8, Heusden

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Agendapunt : 7 : Besluitvormend Programma : (10) Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Portefeuillehouder : G.H. Schippers

DIT VOORSTEL IS NIET AAN DE ORDE GEWEEST IN DE RAADSVERGADERING VAN 21 JANUARI 2010, VANWEGE INTREKKEN VAN DE AANVRAAG.

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Toelichting op de Coördinatieverordening

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

Wijzigingsplan Burgemeester Buijsstraat 22 te Herpt

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 12 oktober 2010 Nummer voorstel: 2010/103

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

De commissie bezwaarschriften heeft partijen gehoord en aan u advies uitgebracht.

Datum: 16 december 2014 Nummer: Onderwerp: Aanwijzings- en delegatiebesluit Omgevingsvergunning gemeente Dinkelland

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde.

Advies: De vrijstellingsprocedure voor het oprichten van een kantoor aan de Dillenburgstraat en een woning aan de Hogeweg te Drunen op te starten

Aan een inhoudelijke afweging kan uw college dan ook niet toekomen. Daarmee kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

Vraag ex artikel 61 van Groen Links inzake loods, Scheepswerf 1 in Heusden

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

Collegevoorstel. Onderwerp: Dakopbouw Bizetlaan 28 en 30

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Artikel 19, lid 2 WRO procedure bouw serre Golden Tulip BESLUITEN

Vrijstellingsverzoek voor het spelen van boerengolf in Lage Zwaluwe, Verzoek voor het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het betrokken gebied.

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2008/7

Inleiding: Dit voorstel strekt ertoe de overeenkomst met de huidige accountant Deloitte te verlengen.

Bijlage ALGEMENE TOELICHTING

Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

nabij de Stelhoeve in Wemeldinge.

Het college van de gemeente Zuidplas, In het kader van het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Projectbesluit. Onderwerp: Vaststelling Projectbesluit bestemmingswijziging Zuidbuurt 10a te Maassluis

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) binnengekomen.

Voorbereiden bestemmingsplan 'Elshout, Theodorus Rijkenstraat'

Ik adviseer u in dit verband uw besluit van 8 januari 2009 te herroepen.

Onderwerp: Tussentijds voorbereidingsbesluit 2009 voor het perceel Leisteen te Hoofddorp

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9.

van de vergadering van het college van Heusden te Drunen

Raadsvoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Afweging:

Raadsvoorstel Weigeren verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van een woning aan de Nieuwe Achtse Heide 70

8 november Te besluiten om:

bouwen van een berging/carport aan de achterzijde van het woonhuis aan de Haarsteegsestraat 36 in Haarsteeg

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al

Ontwerp Omgevingsvergunning

Nr Houten, 21 december 2010

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

Voorstel raad en raadsbesluit

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Feitelijke informatie: Bijgevoegd treft u de concept-agenda aan voor de raadsvergadering van 6 november 2007.

Collegevoorstel. Feitelijke informatie: Vaststellen van de besluitenlijst van 7 april 2009.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Onderwerp Datum

Gemeente jn Bergen op Zoom

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel

Transcriptie:

Samenvatting: Inleiding: Op 15 december 2006 is op bezwaar besloten een besluit tot bouwvergunning- en vrijstellingverlening te handhaven, voor een carport en veranda op het perceel Laagstraat 14 te Oudheusden. De rechter heeft dit besluit vernietigd. De rechtbank is van oordeel, dat de vrijstelling op grond van een ander wetsartikel moest worden gebaseerd. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld. Wanneer de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, moet er opnieuw worden beslist op het bezwaarschrift tegen het vrijstellings- en vergunningbesluit van 12 april 2006. Daarna kan weer beroep worden ingesteld. Afweging: Om de fout zo vlug mogelijk te herstellen is het nodig, dat de gemeenteraad nu twee besluiten neemt: 1. een besluit waarin preciezer wordt gezegd wat de gemeenteraad al in 2002 heeft besloten; 2. een besluit waarin de raad zich apart uitspreekt over de aanvraag van de heer Riewald. De standpuntbepaling van de raad kan ook van doorslaggevende betekenis zijn voor de door de Raad van State te geven uitspraak op het door u ingestelde hoger beroep. Advies: De gemeenteraad voorstellen om te verklaren, dat de aanvraag van de heer B. Riewald, Laagstraat 14, te Oudheusden, bij de gemeente ontvangen op 4 maart 2005, een bouwplan omvat als is geduid in het raadsbesluit van 19-2-2002, tot vaststelling van de beleidsregel voor de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied en de bouw van bijgebouwen bij burgerwoningen in het buitengebied; voorzover dat nog nodig mocht zijn, om met betrekking tot die aanvraag toepassing te geven aan het 4e lid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening danwel dit oordeel te betrekken bij het eventueel door het college opnieuw op het bezwaar van 3 juni 2006 te geven besluit. 1/1

Collegevoorstel Inleiding: U heeft op 15 december 2006 op bezwaar besloten een besluit tot bouwvergunningen vrijstellingverlening te handhaven, voor een carport en veranda op het perceel Laagstraat 14 te Oudheusden. De rechter heeft dit besluit vernietigd. De rechter vindt, dat de gemeente een verkeerde procedure heeft gevolgd. Nu moet er door u opnieuw worden beslist op het ingediende bezwaarschrift tegen het oorspronkelijke vrijstellings- en vergunningbesluit van 12 april 2006. Door de uitspraak is een ingewikkelde juridische situatie ontstaan. De rechter heeft de gevolgen van het besluit niet in stand gelaten. Hij vindt, dat de gemeenteraad had moeten besluiten over het meewerken aan déze carport en veranda. Om de fout te herstellen is het nodig, dat de gemeenteraad nu twee besluiten neemt: 1. een besluit waarin preciezer wordt gezegd, wat de raad al in 2002 heeft besloten; 2. een besluit waarin de raad zich apart uitspreekt over de aanvraag van de heer Riewald. In overleg met de portefeuillehouder is, op basis van mandaat, hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd, wat de gemeenteraad zelf precies van de aanvraag vindt. Het beroep bij de Raad van State is vooral ook belangrijk voor beantwoording van de volgende vraag. Namelijk, mag de provincie aan een eerder door haar afgegeven algemene toestemming later extra voorwaarden stellen (in een besluit over een aparte aanvraag). Bij de aanvraag voor de carport (van 2006) heeft de provincie gezegd, dat de algemene toestemming van 2003 alleen geldt voor bijgebouwen, die niet hoger zijn dan 4,5 meter. Wanneer de provincie gedetailleerde(re) beperkingen nodig had gevonden, voor de door haar in 2003 aan u gegeven vrijstellingsbevoegdheid, dan had zij die beperkingen toen direct in beeld moeten brengen. Feitelijke informatie: Kortheidshalve wordt verwezen naar de informatie in het bijgevoegde raadsvoorstel. Afweging: Kortheidshalve wordt verwezen naar de informatie in het bijgevoegde raadsvoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel Procedure: 1/2

Kortheidshalve wordt verwezen naar de informatie in het bijgevoegde raadsvoorstel. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen 2/2

BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 15 januari 2008; gelet op: artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht; besloten: de gemeenteraad voor te stellen om te verklaren, dat de aanvraag van de heer B. Riewald, Laagstraat 14, te Oudheusden, bij de gemeente ontvangen op 4 maart 2005, een bouwplan omvat als is geduid in het raadsbesluit van 19-2-2002, tot vaststelling van de beleidsregel voor de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied en de bouw van bijgebouwen bij burgerwoningen in het buitengebied; de gemeenteraad voor te stellen om, voorzover dat nog nodig mocht zijn, met betrekking tot die aanvraag toepassing te geven aan het 4e lid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel dit oordeel te betrekken bij het eventueel door het college opnieuw op het bezwaar van 3 juni 2006 te geven besluit. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3

Raadsvoorstel Inleiding: Ons college heeft op 15 december 2006 op bezwaar besloten een besluit tot bouwvergunning- en vrijstellingverlening te handhaven, voor een carport en veranda op het perceel Laagstraat 14 te Oudheusden (aanvrager de heer Riewald). De rechter heeft dit besluit van ons college vernietigd. De rechter vindt, dat de gemeente een verkeerde procedure heeft gevolgd. Nu moet er door ons college opnieuw worden beslist op het, namens de heer C.A.P.M. Schreuder, ingediende bezwaarschrift tegen het oorspronkelijke vrijstellings- en vergunningbesluit van 12 april 2006. Door de uitspraak is een ingewikkelde juridische situatie ontstaan. De rechter heeft de gevolgen van het besluit niet in stand gelaten. Hij vindt, dat de gemeenteraad had moeten besluiten over het meewerken aan déze carport en veranda. Om de fout zo vlug mogelijk te herstellen is het nodig, dat de gemeenteraad nu twee besluiten neemt: 1. een besluit waarin wat preciezer wordt gezegd wat u al in 2002 heeft besloten; 2. een besluit waarin u zich apart uitspreekt over de aanvraag van de heer Riewald. De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt. Het beroep bij de Raad van State is vooral belangrijk voor de volgende vraag. Namelijk, mag de provincie aan een eerder door haar afgegeven algemene toestemming later extra voorwaarden stellen (in een besluit over een aparte aanvraag). Bij deze aanvraag voor de carport heeft de provincie gezegd, dat de algemene toestemming van 2003 alleen geldt voor bijgebouwen, die niet hoger zijn dan 4,5 meter. Feitelijke informatie: Op 19 februari 2002 heeft u een beleidsregel vastgesteld over de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied. Op 11 februari 2003 hebben Gedeputeerde Staten de door u in die beleidsregel geduide bouwwerken aangewezen als categorie, als bedoeld in artikel 19,2 e lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De provincie gaf daarmee een soort algemene verklaring van geen bezwaar af. Zonder het genoemde raadsbesluit en zo n algemene verklaring, zou voor medewerking bij elke aanvraag om vrijstelling, apart een verklaring van geen bezwaar moeten worden aangevraagd. De enige voorwaarde van de provincie aan het gegeven besluit was, dat er bij de individuele vrijstellingaanvragen wel een specifieke verklaring van geen bezwaar bij de provincie moest worden aangevraagd, wanneer bedenkingen zouden worden ingediend. Tegen de aanvraag om vrijstelling voor de carport en veranda, is door de heer Schreuder op 13 september 2005 een zienswijze ingediend. Bij besluit van 14 februari 2006 heeft de provincie de benodigde specifieke verklaring van geen bezwaar afgegeven. Bij de motivering van die verklaring geeft zij aan, dat naar haar oordeel sprake is van een vrijstellingsaanvraag, die gebaseerd moest zijn op artikel 19, 1 e lid van de WRO. De provincie geeft dus eigenlijk een andere verklaring af, dan de verklaring die 1/2

is aangevraagd. Omdat op basis van díe verklaring ook vergunningverlening mogelijk was, was er geen belang om tegen het besluit van Gedeputeerde Staten bezwaar in te dienen. De bouwvergunning voor de beoogde bouwwerken is op 4 maart 2006 aangevraagd. Op 12 april 2006 is vrijstelling en vergunning verleend op basis van de in februari afgegeven verklaring van de provincie. Op 3 juni 2006 is daartegen een bezwaarschrift ingediend. Op 15 december 2006 is op het bezwaarschrift beslist. De vergunde veranda is inmiddels gerealiseerd. De beoogde carport strekt tot vernieuwing en vergroting van een bestaande bergruimte. De aanvrager wil de carport zo snel mogelijk bouwen. Formeel juridisch mag hij dat momenteel. Hij wil echter niet het risico lopen, dat een rechter besluit de bouw stil te leggen. Uiteraard kunnen wij op zo n punt geen zekerheid bieden. Wij zijn van mening dat de verleende vergunning volgens alle gegeven bestuurlijke oordelen (college, raad en Gedeputeerde Staten) in stand kan blijven. Tevens, dat de rechter zich alleen heeft uitgelaten over een - naar het oordeel van die betreffende rechter - formele onjuistheid in de gevolgde procedure. Derhalve wordt dan ook zonder meer verwacht, dat op termijn tot een onherroepelijke vergunningverlening kan worden gekomen. Over de snelste termijn waarop tot die onherroepelijke vergunningverlening is te komen, is met geen zinnig woord iets te zeggen. Beoogd wordt om het nu aan u gevraagde standpunt tenminste in te brengen in de lopende bezwarenprocedure. Tegen de gegeven rechtbankuitspraak is door ons op 13 december 2007 hoger beroep ingesteld. Enerzijds, omdat met de door Gedeputeerde Staten gegeven uitleg van het categorieaanwijzingsbesluit van 11 februari 2003, in feite die categorieaanwijzing wordt ingeperkt. Anderzijds, ook omdat het voor aanvrager mogelijk de snelst denkbare procedure is om tot een onherroepelijke bouwtitel te komen. Over de op het beroep door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te geven uitspraak is uiteraard ook niets met zekerheid te stellen. Afweging: Gelet op de uitspraak van de rechter, is niet ondenkbaar, dat diezelfde rechter straks oordeelt, dat de doorlopen procedure van aanvang af opnieuw gestalte moet worden gegeven. Immers, op basis van het door u gegeven delegatiebesluit van 11 februari 2003, met betrekking tot artikel 19,1 e lid WRO-procedures, dient uw oordeel zich toe te spitsen op de toepassing van artikel 19a, 4 e lid c.q. over de start van een vrijstellingsprocedure. Aanvrager wil zo snel mogelijk een onherroepelijk besluit. Het opnieuw starten van een vrijstellingsprocedure van aanvang af, op basis van de aanvraag van 2005 ligt naar ons oordeel niet in de rede. Berusting in de uitspraak van de rechtbank dezerzijds betekent dan, dat de enige andere mogelijkheid is, het nu aan u gevraagde standpunt in te passen in de bezwarenprocedure. In het verlengde daarvan zal het bezwaar, met het nu van u gevraagde besluit, opnieuw aan de bezwarencommissie en de provincie moeten worden voorgelegd. Dit, onder meer in verband met wijziging van het vrijstellingenbeleid van de provincie sinds mei 2006. Daarenboven zou berusting in de uitspraak betekenen, dat ingestemd wordt met een inperking achteraf, van meer algemeen geformuleerde categorieaanwijzingsbesluiten, in het licht van toevallig apart aan de provincie voorgelegde aanvragen. 2/2

Er zijn geen materieel inhoudelijke aspecten in beeld gebracht, die redenen zouden kunnen geven om de gevraagde medewerking te weigeren. Bij de rechtbank is uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat desondanks op termijn wederom beroep van appellant wordt verwacht. Een expliciet oordeel van uw raad, over de voorliggende aanvraag en besluitvorming, kan al van belang zijn in relatie met de mettertijd te geven uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een uitspraak van uw raad over de reikwijdte van uw beleidsregel van 19 februari 2002 is niet alleen van belang voor de voorliggende aanvraag maar ook voor de wijze waarop door ons college toepassing wordt gegeven aan dergelijke beleidsregels. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel Procedure: Eventueel kan de lopende bezwarenprocedure worden gestaakt op basis van een door de Afdeling Bestuursrsrechtspraak te geven uitspraak. Indien de rechtbankuitspraak van 9 november 2007 onverhoopt door de Raad van State helemaal in stand wordt gelaten, dan moet tenminste de commissie bezwaar opnieuw om advies worden gevraagd. Daarbij moeten alle gewijzigde feiten en omstandigheden worden betrokken. Daarna moet opnieuw op het bezwaarschrift worden beslist. Na een nieuwe beslissing op bezwaar kunnen alle betrokkenen dan opnieuw beroep instellen bij de rechtbank en, in aansluiting daarop, hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems BIJLAGEN: besluit TER INZAGE: De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen. 3/3

4/4

BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 11 maart 2008; gezien het voorstel van het college van 08 januari 2008, doc.nr. ; gelet op artikel 7:10 Algemene wet bestuursrecht in relatie met artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; overwegende, dat met het geven van vrijstellingen op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling wordt verleend van een geldend bestemmingsplan, waaronder alle op een aanvraag om vergunning toepasselijke bestemmingsplanvoorschriften; dat het college van Gedeputeerde Staten bij besluit van 11 februari 2003 de in de beleidsregel aangegeven gevallen heeft geduid als categorie, als bedoeld in artikel 19,2 e lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; dat dientengevolge het college van Heusden bevoegd is om vrijstelling te verlenen van geldende bestemmingsplannen voor aanvragen om vrijstelling, die tot deze categorie van gevallen zijn te rekenen; dat in de op 19 februari 2002 gegeven beleidsregel, voor de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied en de bouw van bijgebouwen bij burgerwoningen in het buitengebied, voor de maatvoering van bijgebouwen een maximale goothoogte en een maximale oppervlakte is aangegeven; dat de maatvoering van die bijgebouwen voor het overige is te relateren aan de hoofdbebouwing, waarbij bijgebouwen behoren; b e s l u i t : te verklaren dat de aanvraag van de heer B. Riewald, Laagstraat 14, te Oudheusden, bij de gemeente ontvangen op 4 maart 2005, een bouwplan omvat als is geduid in het raadsbesluit van 19-2-2002 tot vaststelling van de beleidsregel voor de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied en de bouw van bijgebouwen bij burgerwoningen in het buitengebied; voorzover dat nog nodig mocht zijn, om met betrekking tot die aanvraag toepassing te geven aan het 4 e lid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening danwel dit oordeel te 5/5

betrekken bij het eventueel door het college opnieuw op het bezwaar van 3 juni 2006 te geven besluit. de griffier, de voorzitter, A.J. Emmen drs. H.P.T.M. Willems 6/6