Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Transcriptie

1 College Onderwerp: V aanvraag voor reguliere bouwvergunning voor het wijzigen van de uitvoer van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen Samenvatting: Inleiding: Op 30 mei 2008 is een aanvraag om reguliere bouwvergunning ontvangen van de heer H. van Kuik voor de wijziging van de uitvoer van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen. Afweging: Vanwege strijdigheid van het bouwplan op een aantal punten met het geldende bestemmingsplan Braken-West is vrijstelling ingevolgde artikel 19, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening benodigd. De ontwerpbesluit vrijstelling heeft zes weken ter inzage gelegen. In die periode is één zienswijze ontvangen. De belangen afwegend kan de vrijstelling verleend worden en daarmee ook de bouwvergunning. De overwegingen tot verlening van vrijstelling en de overwegingen naar aanleiding van de ontvangen zienswijze zijn in het te nemen besluit opgenomen in bijlage II en in het ontwerpbesluit vrijstelling bestemmingsplan. Advies: 1. de ingekomen zienswijzen te weerleggen; 2. vrijstelling op grond van artikel 19, lid 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening te verlenen van: a. het uitvoeren van een steilere dakhelling, waardoor een grotere bouwhoogte ontstaat; b. de verplaatsing van het gehele bijgebouw met 0,8 meter naar achteren; 3. de gevraagde bouwvergunning te verlenen. 1/1

2 College Onderwerp: V aanvraag voor reguliere bouwvergunning voor het wijzigen van de uitvoering van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen Collegevoorstel Inleiding: Op 30 mei 2008 is een aanvraag om reguliere bouwvergunning ontvangen voor de gewijzigde uitvoering van een vrijstaand bijgebouw, dat eerder was vergund, op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen. Voor de wijziging heeft het bouwplan middels een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 3 oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ter inzage gelegen. Hiertegen is één zienswijze ingediend. Feitelijke informatie: Het bouwplan is in strijd met het geldende bestemmingsplan Braken-West. Het betreft een bouwwerk met een oppervlakte van circa 58,1 m2, volgens het bestemmingsplan is 10 m2 toegestaan. De toegestane hoogte volgens het bestemmingsplan is 2,5 m, de nokhoogte van het bouwplan is circa 5,26 meter. Tenslotte is de afstand van het bijgebouw tot de woning circa 2,3 meter en niet de 6 meter die het bestemmingsplan voorschrijft. Voor het oprichten van het bijgebouw is eerder een vrijstelling met bouwvergunning verleend, verzonden op 5 december Daarna is er op 11 april 2007 vrijstelling verleend voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep als coupeuse. Deze eerder verleende vrijstellingen zijn nog steeds van kracht, evenals de verleende bouwvergunning. De wijzigingen ten opzichte van de verleende bouwvergunning zijn het uitvoeren van een steilere dakhelling, waardoor een grotere bouwhoogte ontstaat èn de plaatsing van het gehele bijgebouw met 0,8 meter naar achteren, verder van de woning. Aan het bijgebouw wordt een overkapping gemaakt die wordt aangemerkt als een bouwvergunningvrij bouwwerk (als bedoeld in artikel 2 onder b. van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-vergunningplichtige bouwwerken ). Ten aanzien van de strijdigheden bestaat de vrijstellingsmogelijkheid ingevolge artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Omdat de bouwaanvraag is ontvangen voor 1 juli 2008 is de oude WRO nog van toepassing. Hiervoor heeft het bouwplan met ingang van 27 juni 2008 ter inzage gelegen met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen tot uiterlijk 8 augustus Gedurende die periode is er één zienswijze ontvangen. Afweging: Er kan meegewerkt worden aan de, middels de bouwaanvraag, gevraagde vrijstelling. Het plan past binnen de regels voor vrijstelling artikel 19 lid 3 WRO omdat het een bijgebouw betreft en het aantal woningen gelijk blijft. Daarnaast past het gewijzigd uitgevoerde vrijstaande bijgebouw qua oppervlakte en goot- en nokhoogte in het voorontwerpbestemmingsplan Drunen-Noord, waardoor het stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Naar aanleiding van de zienswijze zijn de bouwaanvraag en de daarbij behorende stukken en onderzoeken uitgebreid beoordeeld. De huidige vrijstelling gaat over de afwijkende uitvoering (hoger, steiler en verder naar achteren op het perceel). In de zienswijze worden hierover geen inhoudelijke argumenten naar voren gebracht. 1/3

3 College Onderwerp: V aanvraag voor reguliere bouwvergunning voor het wijzigen van de uitvoering van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen Concluderend wordt geen aanleiding gezien de benodigde vrijstelling en bouwvergunning te weigeren. De ingediende zienswijze is samengevat weergegeven in bijlage II inclusief de overwegingen naar aanleiding daarvan. Daarnaast wordt er verwezen naar bijgevoegd concept-besluit en bijbehorende bijlagen. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 2/3

4 College Onderwerp: V aanvraag voor reguliere bouwvergunning voor het wijzigen van de uitvoering van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d Heijdenstraat 24 te Drunen BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 10 maart 2009; gelet op: Wet op de Ruimtelijke Ordening: besloten: 1. de ingekomen zienswijze te weerleggen; 2. vrijstelling op grond van artikel 19, lid 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening te verlenen voor: a. het uitvoeren van een steilere dakhelling, waardoor een grotere bouwhoogte ontstaat; b. de verplaatsing van het gehele bijgebouw met 0,8 meter naar achteren; 3. de gevraagde bouwvergunning te verlenen. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3

5

6 Bijlage I ONTWERPBESLUIT VRIJSTELLING BESTEMMINGSPLAN Het college van Heusden beschikkende op het verzoek van H. van Kuik Burg vd Heijdenstraat 24 Drunen d.d. 29 mei 2008 ingekomen op 30 mei 2008 om vrijstelling van de bepalingen van het bestemmingsplan "Braken West" ten behoeve van het gewijzigd uitvoeren van een verleende vergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het adres Burg vd Heijdenstraat 24 te Drunen gelet op artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en in overweging nemende dat: het bouwperceel en bouwwerk ligt in het plangebied van "Braken West" en hierin is bestemd als "Wonen, Eengezinshuizen in open bebouwing" en Achtertuinen ; op grond van artikel 3, lid 1 van de voorschriften van voornoemd bestemmingsplan is bepaald dat: - de oppervlakte van bijgebouwen niet meer dan 10 m² mag bedragen; - de hoogte van bijgebouwen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; - de afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw (woning) zonder gemene scheidsmuur minimaal 6 meter moet bedragen; - voor de niet-bebouwde gronden het bepaalde voor de bestemmingen Voortuin en Achtertuinen is bepaald op grond van artikel 14, lid c van dezelfde voorschriften is bepaald dat: - de gronden na voltooiing van de voornoemde eengezinshuizen als tuin zullen worden aangelegd, gehandhaafd en gebruikt; het bouwplan hieraan niet voldoet omdat er sprake is van een bijgebouw met een oppervlakte van circa 58,1 m², met een goothoogte van circa 2,56 en 2,68 meter en een nokhoogte van circa 5,26 meter waarbij de afstand van het bijgebouw tot de woning circa 2,3 meter bedraagt; hierbij de overkapping vóór het bijgebouw wordt aangemerkt als bouwvergunningsvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 2 onder b. van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken ; voor het oprichten van het bouwwerk reeds eerder vrijstelling van de voorschriften van bestemmingsplan Braken West is verleend; de reeds verleende vrijstelling als herhaald ingelast wordt beschouwd; voor het uitvoeren van een steilere dakhelling waardoor een grotere bouwhoogte onstaat èn de verplaatsing van het gehele bijgebouw met 0,8 meter naar achteren ten opzichte van de reeds verleende vrijstelling en bouwvergunning, de noodzaak herleeft tot medewerking aan het verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan; het verzoek wederom in strijd is met het geldende bestemmingsplan; gezien de nieuw geconstateerde strijdigheden het bouwplan op grond van artikel 46, derde lid, van de Woningwet mede is aangemerkt als een verzoek om vrijstelling op grond van artikel 19, derde lid, WRO; wij voor onze overwegingen voor het kunnen meeewerken aan het verzoek om vrijstelling verwijzen naar het in voorbereiding zijnde concept voorontwerpbestem-

7 mingsplan Drunen Noord ; het bouwplan hieraan voldoet en daarmee stedenbouwkundig aanvaardbaar is; de wettelijke voorgeschreven procedure zoals omschreven in artikel 19a, lid 4 WRO is gevolgd; het verzoek met bijbehorende tekening(-en) d.d. 11 april 2008 ligt voor eenieder voor een periode van zes weken ter inzage vanaf 27 juni 2008; hierbij eenieder in de gelegenheid is gesteld om zienswijzen met betrekking tot het bouwvoornemen kenbaar te maken; BESLUIT: Voornoemde vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het bestemmingsplan Braken West voor het gewijzigd uitvoeren van een bijgebouw waarvoor reeds eerder vrijstelling en bouwvergunning is verleend. Heusden, namens het college van Heusden, teammanager Diensten, drs. T.M. Corten

8 Bijlage II Overwegingen naar aanleiding van zienswijze Het gebruik van stalen platen aan de linkerkant van de garage is niet toegestaan tenzij daarvoor een nieuwe bouwaanvraag wordt aangevraagd. Het is de familie Van Kuik makkelijk gemaakt, door het bouwplan alvast voor te leggen aan de welstandscommissie, die positief op de stalen platen heeft geadviseerd. In het kader van het legalisatieonderzoek wordt bekeken of we de afwijkingen van de verleende bouwvergunning kunnen vergunnen. Er wordt niet geadviseerd om een aanvraag bouwvergunning in te dienen als bij voorbaat vaststaat dat deze, vanwege een negatief advies van welstand, moet worden geweigerd op basis van artikel 44 van de Woningwet. Cliënten menen dat de garage kan niet worden gezien als bijgebouw. Dit bijgebouw is naar onze mening zowel in bouwkundig als in functioneel opzicht ondergeschikt aan het hoofdgebouw en moet daarom worden gezien als een bijgebouw. De functie van de garage is niet ondergeschikt aan de woning en de parkeerdruk in de straat is toegenomen. Het bijgebouw wordt voor een gedeelte gebruikt als hobbyruimte respectievelijk werkruimte (zie bouwtekening). De werkzaamheden die in deze ruimte worden verricht vallen onder de criteria beroep of bedrijf aan huis. In dit geval betreft het coupeuse / naaiatelier met name gericht op herstelwerk, waarvoor de gemeente op 11 april 2007 een vrijstelling heeft verleend. Vanwege de bescheiden ruimte (circa 31 m2) en de beperkte openingstijden (maandag, donderdag en vrijdag van 13:30 uur tot 15:00 uur en van 18:00 uur tot 19:00 uur) kan nauwelijks worden gesproken van een verkeers-aantrekkende werking. De oppervlakte van de overkapping bedraagt 7 m2, waardoor de totale oppervlakte van het bijgebouw over de 60 m2 heen komt. Enige weken geleden is er een schutting geplaatst, waardoor de kans bestaat dat de overkapping een dicht gebouw gaat worden. In het ontwerpbesluit vrijstelling bestemmingsplan staat duidelijk vermeld dat de overkapping voor het bijgebouw wordt aangemerkt als bouwvergunningvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 2 onder b van het Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken. Voor dit bouwwerk wordt dus geen bouwvergunning verleend. Een mogelijk latere aanpassing van dit bouwwerk is nu niet aan de orde.

9 Voorzover de familie Van Kuik de nieuwe vergunningsaanvraag wil aanpassen en opnieuw een vergunningsaanvraag indient, valt ze onder het regime van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening. De aanvraag bouwvergunning is ingediend op 30 mei 2008 en moet dus worden afgehandeld conform de oude regelgeving. Op grond van het oude Besluit ruimtelijke ordening geldt er geen hoogtebeperking van 5 meter. Het gebruik van de garage staat niet vermeld in de vergunningsaanvraag. Op de bouwtekening staat vermeld: berging en hobby-/ werkruimte. Deze bouwtekening maakt deel uit van de bouwaanvraag. In het definitieve besluit bouwvergunning wordt de omschrijving van de aanvraag reguliere bouwvergunning concreter, te weten: het wijzigen van de uitvoering van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw ten behoeve van een berging en een hobby-/werkruimte. Op basis van het bestemmingsplan is detailhandel niet mogelijk. Daarnaast kan geen vrijstelling worden verleend voor het uitvoeren van een bedrijf. Op 11 april 2007 is vrijstelling verleend voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep als coupeuse op het adres Burgemeester van de Heijdenstraat 24 te Drunen. Aan dit besluit zijn de volgende voorwaarden gekoppeld: - dat degene die de activiteiten uitoefent tevens bewoner van de woning is; - dat de woning die voor de uitoefening nodig is, in overwegende mate de woonfunctie behoudt; - dat de bedrijfsactiviteit geen publieksgericht karakter heeft en er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit die verband houdt met dat aan huis gebonden beroep alsmede goederen die ter plaatse in het kader van het aan huis gebonden beroep zijn vervaardigd; - dat er aan het woonkarakter van de buurt geen afbreuk wordt gedaan en er geen verkeersaantrekkende activiteiten plaatsvinden of een onaanvaardbare parkeerdruk wordt veroorzaakt, zodat extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden; - dat de activiteiten een kleinschalig aan huis gebonden beroep als coupeuse betreft, zoals in de aanvraag is beschreven. Deze voorwaarden blijven onverkort van kracht. De belangen van reclamant worden naar ons oordeel door deze vrijstelling niet aangetast.

10