Peter Beek Hoogleraar coördinatiedynamica Vrije Universiteit Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen

Arnold de Haan Hoogleraar inspanningsfysiologie Vrije Universiteit Amsterdam

Lineair- en non lineair

Geert Savelsbergh Hoogleraar op Desmond Tutu leerstoel Jeugd, Sport en Verzoening Vrije Universiteit Amsterdam

Luc van der Woude Hoogleraar bewegen, revalidatie en functieherstel Rijksuniversiteit Groningen

Hoe verbeter ik mijn looptechniek? Peter J. Beek, Vrije Universiteit

Sandra van Essen Door druk en andere belastende omstandigheden zijn mensen zichzelf soms bijna kwijt

DE ROL VAN TRAINER EN COACH BIJ MOTORISCH LEREN

Ruud Koning Hoogleraar sporteconomie Rijksuniversiteit Groningen

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Marijke Hopman-Rock Hoogleraar lichamelijke activiteit en gezondheid bij ouderen Vrije Universiteit Amsterdam

Inner Game. Tennis Workshop

Videofeedback bij Techniektraining. Trainer / instructeur 3

Willem van Mechelen. Hoogleraar sociale geneeskunde, met als opdracht in het bijzonder de bedrijfs- en sportgeneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam

Sneller over de Hordes Brendan Troost

versie 5.5 Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen Faculteitsreglement Versie mei 2015 (5.5) Kenmerk: FBW/FB/2015/13 Inhoudsopgave

COACHEN EN TRAINEN Korte weergave

Chris Visscher en Marije Elferink-Gemser Wie heeft er oog voor talenten in ontwikkeling?

Motorisch leren in het schaatsen: Toepassing van inzichten

Frans Kok en Marco Mensink Hoogleraar voeding en gezondheid en universitair docent, afdeling humane voeding Wageningen Universiteit

Wat is sportpsychologie? Voorstellen. Programma. Doelstelling. Cursus Mentale Training Rogier Hoorn sportpsycholoog VSPN

Je trainingen en trainingsproces doelmatig vorm geven

RECENTE INZICHTEN OVER MOTORISCH LEREN

Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs

The Cycling Academy PRO. Coaching opleiding

Effectief motorisch leren een mix van impliciete en expliciete methoden

Progressie en plezier met impliciet leren

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière

REMIND. Bij u op SCHOOL?

Beste speler, Beste ouders,

Ontwikkel Fasegericht Opleiden. Help jij ons mee om onze jeugdopleiding een impuls te geven?

Belasting en belastbaarheid. Gerold Hoeben

Samenvatting. Introductie

Opleiding tot. Performance Trainer

op het juiste moment op topniveau

Motorisch leren: de kracht van de inhoud

Sport en Innovatie. Wetenschappers en innovatie

1 Introductie. We wensen je veel plezier met deze kaarten! Pieternel Dijkstra en Petra Bunnik

Innovatie op de werkvloer. Sport en Innovatie Innovatie op de werkvloer

PROLOOP NR HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH

Coachen vanuit een pedagogisch perspectief

Gecertificeerde Opleidingen

OUDERS. Langs de lijn of in het veld?

Wim van Gelder. Van Gelder in beweging Scholings- en adviesbureau op gebied van bewegingsonderwijs, Motorische Remedial Teaching en schoolpleinen

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

KNHB Expertisecentrum. Opleidingen voor Trainers, Coaches, Technisch Managers & Scheidsrechters

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Motorisch leren. Workshop Freerunning& nieuwe theorieën over motorisch leren Wim van Gelder Schiedam 5 november Weegschaal (Winstein

Handleiding Deficiëntiecursussen

Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

Sport en haar professoren. Sportwetenschap in ontwikkeling

Met deze ActionType info is het heel simpel om de praktische toepassing naar het trainen en

Hoe zijn deze resultaten te verklaren? Nieuwe theorieën over motorisch leren in de praktijk. Venlo 30 oktober Motorisch leren Differentieel

Aansluiten bij de behoefte van ieder kind. Makkelijker gezegd dan gedaan?

Geef je kind zelfvertrouwen! - SportPlezier

CogniTrain. CogniTrain. nieuwe oefenvormen. MTF CONGRES FYSIOTHERAPIE Stabiliteit en Balans 13 oktober 2007 UTRECHT

Academiejaar 2014/2015. bachelor. ergotherapie. ergotherapie. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Trainingskaarten Zelfregulerend leren met effectieve leerstrategieën

Jobcoaching. De Bakfiets. Onze diensten richten zich op de volgende programma s:

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

UITLOKKEN VAN ONBEWUST MOTORISCH LEREN

Motorisch leren met een gedigitaliseerd beweegaanbod

Sport en Innovatie. Mentaal talent kan fysiek tekort compenseren

Beelddenken in Beweging

EDUCATIEVE BACHELOR IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Groei mindset als basis voor een duurzame sportontwikkeling. Looptrainersdag: 12 november 2018 Door: Flip de Bruijn

Training Within Industry - Job Instruction

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN

Nieuwe, praktisch relevante inzichten in techniektraining Motorisch leren: het belang van contextuele interferentie (deel 4)

Mentale Sportbegeleiding. 4 inzichten over trainerschap

Presenteren & Promoveren Presentatietraining voor promovendi

Hockey : Leren van Hockeyvaardigheden Versie april 2004 Bron: KNHB / M.Knoops / B.Bams

Leerplanschema Minor Psychologie

Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP!

Inhoud. Sportieve opvoeding bij volleybal. Move to make a difference. Remo Mombarg en Bart Haddink

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE

Workshop Mindset 3 e Voetbaltrainerscongres 9 november Mentale training in het voetbal - Door: Bart Heuvingh

Nieuwe theorieën over motorisch leren in de praktijk. Heemskerk 13 oktober Wim van Gelder. Opleiding. Werkervaring

Leren en presteren in de sport: evidence based practice RAÔUL OUDEJANS

OUDERTRAINING MET HOND: FOEI IK GROEI

Drs. Afke van de Wouw Fysiotherapeut, Bewegingswetenschapper, Sportpsycholoog

Presenteren & Promoveren

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

W A T I S S T R E N G T H & C O N D I T I O N I N G?

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs!

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

HUMOR IN PROFESSIONELE COMMUNICATIE: FOCUS OP DE MEDIATOR. Verdiepingstraining

Situgram: uw voorkeuren in het leren

AMSTERDAM MASTER IN COACHING JE KAN ANDEREN PAS COACHEN ALS JE JEZELF KAN COACHEN

Spel in training. Tom De Gersem Pijpelheide 9 juni

Brochure Vitaliteitstraining

Inhoud. Impliciet leren in het bewegingsonderwijs. Wat willen we met bewegingsonderwijs? 24 November 2016

Sportief Coachen 2e Kaderavond. Een$sportbreed$programma$dat$spor/ef$gedrag$s/muleert$en$ongewenst$gedrag$aanpakt$

Stichting Bixie Baseball

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN

Pedagogisch sport klimaat Kind centraal

Lesgroep 31 studenten die na de theorie worden opgedeeld in 4 groepen Lokaal A. 1.31, A. 1.32, A en A

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid

Transcriptie:

Peter Beek Hoogleraar coördinatiedynamica Vrije Universiteit Amsterdam Zijn wetenschappelijke werk heeft in de afgelopen drie jaar plaats moeten maken voor de taken die verbonden zijn aan de functie van decaan van de faculteit der Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam. In theorie gaat het om twee en een halve dag per week, maar in werkelijkheid heb ik er meer dan een weektaak aan, zegt Peter Beek (1959). Daarnaast is hij ook nog altijd actief in het uitzetten van nieuwe onderzoekslijnen en het begeleiden van met name promovendi. Hoe leren mensen jongleren, een tafeltennissmash slaan of een driepunter scoren in het basketbal? Wat is de rol van waarneming en cognitieve kennis daarbij? Bij welke instructies van een coach of trainer is een sporter het meest gebaat? Met dergelijke vragen is Beek als onderzoeker in de weer. 19

Hoe is het vakgebied waarbinnen u werkzaam bent te omschrijven? Mijn expertise ligt op het terrein van bewegingssturing en motorisch leren (in het Engels: motor control and learning). Dat is een heel breed studieterrein dat in principe betrekking heeft op alle vormen van bewegen. Het omvat vragen over het zo goed mogelijk (leren) uitvoeren van motorische vaardigheden op allerlei gebied, niet alleen binnen de sport, maar ook binnen de revalidatie en in arbeidssituaties. Als bewegingswetenschapper heb ik me vooral beziggehouden met complexe perceptueel-motorische vaardigheden en me de vraag gesteld welke sturings- en leerprocessen daaraan ten grondslag liggen en hoe deze bevorderd kunnen worden. Wat is de juiste feedback en wat voor soort aanwijzingen kan een leraar of coach het beste geven? Hoe vaak moet er worden geoefend en onder welke omstandigheden? Hoe belangrijk is variatie in de oefening en welke variaties leiden tot het beste leerresultaat? Hoe kan het leren waarnemen worden bevorderd, en op welke informatie kan de aandacht het beste worden gericht? En, als je het leren van motorische vaardigheden ziet als het verwerven van steeds meer kennis, hoe is deze kennis dan gerepresenteerd in het brein en elders in het lichaam? Beek is geïnteresseerd in het ontwikkelen van motorische expertise, opgevat als een continue aanpassing aan de specifieke eisen die door taak en omgeving aan het leren van een bepaalde vaardigheid worden gesteld. Die aanpassingen vinden plaats in alle betrokken deelsystemen en hebben betrekking op alle betrokken deelprocessen (motorische, perceptuele, cognitieve). Concrete voorbeelden uit de sport liggen voor het oprapen: hoe leert de basketballer de bal keer op keer in het net te krijgen? Hoe anticipeert een tennisser op de slagen van zijn tegenstander? Hoe verwerft een gymnast een nieuwe techniek? Welke invloeden en leerprincipes spelen daarbij een rol? En hoe raakt een bewegingstechniek ingeslepen door intensieve oefening? Beek noemt het bestaan van een bewegingsideaal als een van de valkuilen bij het aanleren van vaardigheden in het algemeen en in de sport in het bijzonder. Dat ideaal schrijft voor hoe de beweging uiteindelijk uitgevoerd dient te worden. De training is er dan op gericht dat ideale bewegingspatroon zo dicht mogelijk te naderen. Tijdens de training gebeurt dat vaak door monotone herhaling, het zogenoemde drillen. Maar ik ben er in de loop der jaren steeds meer van overtuigd geraakt dat dit niet de beste manier is om het leerproces vorm te geven. Hij noemt de top twintig in het tennis als voorbeeld: allemaal sporters van wereldklasse, maar met een grote variëteit aan stijl en strategie in hun spel. De overeenkomst is slechts dat ze in staat zijn consistent superieure prestaties te leveren. En wat topsporters misschien wel het meest van anderen 20 Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling

Monotone herhaling als training De training is er dan op gericht dat ideale bewegingspatroon zo dicht mogelijk te naderen. Tijdens de training gebeurt dat vaak door monotone herhaling, het zogenoemde drillen. Maar ik ben er in de loop der jaren steeds meer van overtuigd geraakt dat dit niet de beste manier is om het leerproces vorm te geven. onderscheidt, is dat ze dat ook kunnen doen als ze onder spanning moeten presteren. Waardoor verleren de meeste mensen nooit hoe ze moeten fietsen, zwemmen of schaatsen? Doordat het vaardigheden zijn die ze zich vergaand zonder trainer eigen hebben gemaakt. Als je jezelf iets aanleert louter op basis van verbale instructies van een coach, dan bestaat het gevaar dat je het geleerde veel sneller kwijtraakt doordat het niet jouw oplossing is, zegt Beek. Mensen vinden het ook prettiger zichzelf iets te leren. Sporters emanciperen, ze zijn zich meer bewust van hun eigen rol in het leerproces en nemen ook op ander vlak steeds meer de regie over hun eigen leven in handen. Coaches hebben vooral de taak om die leerprocessen te faciliteren. De mens als tutor van zijn eigen leerproces en de sportomgeving als faciliterend bedrijf in plaats van de training waar de coach zijn kennis in de pupil giet. Mensen willen graag zelf oplossingen zoeken, zegt Beek. En de oplossingen die ze zich vaak na jarenlang trainen eigen maken, zijn uniek: zie de eerder genoemde grote verschillen tussen tennissers die op hetzelfde niveau spelen. Hoe is dit gebied als onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek ontstaan en hoe heeft het zich in de afgelopen jaren ontwikkeld binnen uw universiteit? Beek vertelt over de zeker voor die tijd unieke samensmelting van sociaalwetenschappelijke disciplines zoals de pedagogiek en de psychologie, en medisch-biologische disciplines als de anatomie, de biomechanica en de fysiologie binnen de toenmalige Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding (IFLO, een samenwerkingsverband van de UvA en de VU). Dat was in 1971 en destijds sprak men hier vooral over lichamelijke opvoeding. Maar gaandeweg evolueerde dat tot bewegingswetenschappen, waarbij met name de nadruk wat meer kwam te liggen op de natuurwetenschappelijke, medisch-biologische bestudering van het bewegen. Binnen de faculteit stonden echter niet zozeer de afzonderlijke disciplines centraal, maar probeerden we bruggen daartussen te slaan. Juist deze bruggen werden kenmerkend voor de bewegingswetenschappen. Neem begrippen als vermogen en energie uit de biomechanica. Die werden 21

door onderzoekers van de faculteit betrokken op fysiologische maten. Die benadering was toen echt nieuw, zo zegt Beek met de nodige trots. Hij noemt het toegepaste onderzoek in onder meer het schaatsen, zwemmen en roeien, met de befaamde klapschaats van Van Ingen Schenau als bekendste voorbeeld. Een andere, iets later tot wasdom gekomen ontwikkeling, ontstond onder invloed van de psychologie, met name de ecologische psychologie en de experimentele psychologie van real-life skills. We zijn toen meer gaan nadenken over bewegingen als handelingen. Bewegen werd niet langer louter opgevat als verplaatsing in de ruimte, maar als een handeling, die een doel veronderstelt, een voorstelling van wat je wilt bereiken. Daardoor is er sprake van een functionele relatie met de omgeving. Vanuit dit gedachtegoed ontstond ook de interesse voor motorisch leren, opgevat als het verwerven van handelingsmogelijkheden, en de essentiële rol van waarneming, cognitie en instructie hierbij. Alleen al de heel simpele opdracht om overeind te blijven staan op een slingerend schip, leidt bij verschillende mensen tot heel eigen oplossingen. Aanwijzingen geven welke spieren je daarbij moet aanspannen, dat werkt niet. Het lichaam is een complex samenstel van spieren en gewrichten, dat 22 Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling

Sport en Kennis Deze preview is een gedeelte uit het boek: Sport en haar professoren Sportwetenschap in ontwikkeling Meer informatie Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl