Hoe verbeter ik mijn looptechniek? Peter J. Beek, Vrije Universiteit

Transcriptie

1 Hoe verbeter ik mijn looptechniek? Peter J. Beek, Vrije Universiteit

2 Loopcyclus Scharen Grondcontact andere been Bijhalen Vluchtfase Plaatsing Vluchtfase Afzet Grondcontact Landing Atletiekunie

3 Timing Snelheid = stapfrequentie staplengte Stapfrequentie Zwaaifase Contacttijd Bijhalen Scharen Plaatsen Afzet Impactfase Atletiekunie 3 benvanoeveren@move-metrics.nl

4 Overstriding verhoogt blessurerisico Blessurerisico Stapfrequentie Efficiëntie Overstriding Atletiekunie 4

5 Efficientië Pasfrequentie (stappen/min) SF = 2 * V Snelheid (km/h) Atletiekunie

6 Atletiekunie Elke biomechanische parameter hangt af van de snelheid!

7 Pendelbeweging tijdens het plaatsen Atletiekunie

8 Individuele verschillen Stijl: Er is wel degelijk een ideale looptechniek maar deze kan verschillend worden ingevuld Techniek: De ultieme looptechniek bestaat niet; ieder individu heeft zijn eigen unieke looppatroon NB. Looptechniek is mede afhankelijk van het CZS! Atletiekunie 8

9 (gewenst) doel KP, KR invers model + voorwaarts model bewegingsprogramma beweging Atletiekunie 9

10 Synergie: Var U groter dan Var R Elke taak/activiteit kent een ruimte van succesvolle en niet-succesvolle oplossingen Atletiekunie

11 (Motorisch) leren: een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedragspotentieel als gevolg van specifieke ervaringen met de omgeving Retentietest: is het geoefende daadwerkelijk geleerd? Transfertest: is het geoefende toepasbaar in een andere situatie dan waarin werd geoefend? Diep leren is gebaat bij desired difficulties (B&B) Atletiekunie 11

12 Magnificent five of motor learning Impliciet (i.p.v. expliciet) Externe (i.p.v. interne) focus van aandacht Differentieel (i.p.v. traditioneel) Zelfgestuurd (i.p.v. door een ander) Positieve (i.p.v. negatieve) verwachtingen Atletiekunie

13 Impliciet leren Expliciet leren: leren aan de hand van expliciete (verbaliseerbare) stap-voor-stap-uitvoeringsregels Impliciet leren: leren van impliciete (nietverbaliseerbare) regels, tacit knowledge ; leerresultaat blijft beter behouden cognitieve dubbeltaak, metafoor/analogie, foutloos leren Atletiekunie 13

14 Externe focus van aandacht Interne focus van aandacht: aandacht gericht op de beweging zelf (interfereert met de uitvoering, constrained action hypothesis ) Externe focus van aandacht: aandacht gericht op het effect van de beweging in de omgeving (leidt tot superieure prestatie en leerresultaten) Atletiekunie

15 Differentieel leren Drillen, oftewel traditioneel leren, berust op een voortdurend van de te leren beweging met het doel de juiste beweging in het zenuwstelsel in te slijpen Zeer sterke variatie in de gehele sequentie en coördinatie van bewegingen - differentieel leren - zet het brein aan zelf optimale oplossingen te vinden Atletiekunie

16 Differentieel leren Traditioneel leren Differentieel leren Inslijpen doelbeweging (ideaalmodel) Hoog aantal herhalingen onder vergelijkbare omstandigheden Voortdurende correcties door coach of therapeut ( alien feedback) Doelrealisatie i.p.v. bewegingsoptimalisatie Continue variaties in taak, omgeving en/of actor Versterking van interne feedback, minimale aanwijzingen Atletiekunie 16

17 Atletiekunie 17

18 New Way, Old Way Proactieve inhibitie: The problem is not learning the new, the problem is forgetting (unlearning) the old. Old habits die hard. Essentieel bij het leren van een nieuwe techniek (New Way) is het actief en expliciet adresseren van de oude techniek (Old Way) door mediatie Atletiekunie 18

19 Mediatie Mediatie is een speciale vorm van oefenen waarbij de oude, ingeslepen manier van doen gecontrasteerd wordt met de nieuwe, gewenste manier van doen door middel van voorstelling en perceptie (inclusief feedback) Techniek om de lopen te helpen zijn eigen coach te zijn: toerusting tot zelf-leren Atletiekunie 19

20 Radicale effecten OW-NW (Hanin) Atletiekunie 20

21 Conclusies Er zijn wel degelijk kenmerken van een goede looptechniek aan te geven. In de literatuur is daar ook het nodige over te vinden. Die literatuur is echter nog niet goed bij elkaar gebracht. Tegelijk spelen individuele verschillen een rol, verschillen in erfelijke en verworven eigenschappen, antropometrie, anatomie en fysiologie, maar ook in coördinatie en leerstijlen. Training zou daarmee een geleide exploratie moeten zijn naar een voor een gegeven individu optimale looptechniek. Atletiekunie 21