Motorisch leren Bart Raijmakers

Transcriptie

1 Motorisch leren Bart Raijmakers

2 Warming-up algemeen Bekend Benieuwd Bewaard Noteer in steekwoorden wat je al weet over dit onderwerp Formuleer persoonlijke leervragen waarop je het antwoord wilt vinden tijdens deze workshop* * Schrijf je leervragen op een blaadje en lever dat bij mij in. 2

3 3

4 1. We besturen onze bewegingen, en dus ook atletiekbewegingen, volledig met ons brein. 2. Als een hoogspringer aan het einde van de training technisch beter springt, dan weten we dat de techniek blijvend verbeterd is. 3. Door het geven van veel feedback verstoren we het leerproces van het atleet. 4. Een discuswerper met een goede techniek werpt onder verschillende omstandigheden met exact dezelfde techniek. 5. Om je techniek te verbeteren moet je zo veel mogelijk onder dezelfde omstandigheden, dezelfde oefening doen. 4

5 Atletiek verbeteren Fysieke en mentale voorwaarden Principes van motorisch leren Opdracht (Taak) Situatie (Omgeving) Atleet (Organisme) 5

6 Wat is motorisch leren? Motorisch leren is het optreden van duurzame veranderingen in gedragsmogelijkheden als gevolg van ervaringen met de omgeving. Motorisch leren is het beter oppikken van relevantie informatie uit de omgeving. Bewegen is dus altijd bewegen in de omgeving En die omgeving kan open of gesloten zijn 6

7 Doel van een goede techniek Een stabiel patroon (= fixatie) Flexibel aan te passen aan de omgeving (= diversificatie) 7

8 Opdracht Geef antwoord op onderstaande vragen: 1. Welke factoren uit de omgeving spelen een rol bij het verspringen? 2. Wat betekent dit voor het verbeteren van de techniek? 3. Wat zijn de stabiele elementen binnen het verspringen? 8

9 Stabiele elementen van het verspringen Versnellende aanloop; Actief aanlopen (zie aandachtspunten bij inleiding lopen) Laatste pas snel plaatsen (ta-dam) Felle afzet Lichaam is (nagenoeg) rechtop (lang maken bij de afzet); Snelle zwaaibeenactie; Harde voetplaatsing; Zo lang mogelijk groot blijven in de lucht en zo laat mogelijk dubbelklappen. 9

10 Consequenties voor techniektraining De omgeving speelt altijd een rol! Zorg voor veel variatie Presenteer een beweegprobleem Geef weinig feedback Het lichaam leert de stabiele elementen herkennen Binnen 20 sec. volgende poging Situatie (Omgeving) Opdracht (Taak) Atleet (Organisme) Constraints-led approach (Davids ea 2008) 10

11 Expliciet leren versus impliciet leren Expliciet leren Directe instructie Aandacht rechtstreeks op de aan te leren beweging De overdracht is letterlijk Impliciet leren Geen kennisoverdracht over de regels van de beweging Instructie grijpt aan op motor v/d zelflerende loop 11

12 Vormen van impliciet leren Observerend leren Metaforen Dwangstellingen Eindpunt leren Foutloos leren Externe focus Random practice Differentieel leren En vooral veel variatie! 12

13 Opdracht Kies een doelgroep en een onderdeel Schrijf/teken zo veel mogelijk oefenvormen om de techniek te verbeteren Een vorm per A4-tje! Leg de A4-tjes met oefenvormen open op tafel neer Loop rond en laat je inspireren! En maak eventueel een van de oefenvormen 13

14 Cooling-down opdracht Bekend Benieuwd Bewaard Noteer in steekwoorden wat je al weet over dit onderwerp Formuleer persoonlijke leervragen waarop je het antwoord wilt vinden tijdens deze workshop* Formuleer de antwoorden op je persoonlijke leervragen 14