De bejaarde patiënt met DM: multimorbiliteit en aangepaste zorg. Dr Evy Degrande Endocrinologie-geriatrie Sint-Andriesziekenhuis Tielt 18/11/2014

Vergelijkbare documenten
(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

Behandeling van diabetes bij ouderen : Richtlijnen voor de praktijk. Dr.C.Vandenbon Geriater Diabetologe AZ Damiaan 28 mei 2010.

Zorg voor de geriatrische patiënt met diabetes. Nele Czech - ASO geriatrie Symposium endocrinologie Ziekenhuis Oost-Limburg 18/03/2016

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren

De ouder wordende diabetespatiënt. Allerlei typen ouderen. Getallen in Nederland

Orale antidiabetica bij ouderen. Katrien Benhalima UZ Leuven

Wat te doen als orale medicatie en 1 dd langwerkend insuline faalt? BASAAL PLUS insulinetherapie bij diabetes mellitus type 2

Spelen met insuline. Dr. Frank NOBELS. Dr. Stefanie VINKEN

Wat iedere zorgverlener moet weten. Recent nieuws uit de diabeteswereld. Prof. Em. Dr. Raoul Rottiers. Endocrinoloog UZGent

Hoe de persoon met diabetes benaderen en reguleren bij multipathologie? Dr. Katrien Benhalima Dienst endocrinologie UZ Leuven

Practische aspecten insuline en OAD voor verpleging

ZIN EN ONZIN VAN DIABETESBEHANDELING BIJ OUDEREN. Ann Mertens, MD, PhD Dienst Endocrinologie Universitaire Ziekenhuizen Leuven

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Rudi Caron Diabetesteam Gasthuisberg Leuven

De nieuwe NHG standaard Diabetes Mellitus type 2

Behandeling type 2 diabetes in 2011

Nieuwigheden bij de diabetische medicatie

Medicatie Stappenplan

JA! Voor optimale preventie van cardiovasculaire eindpunten dient gestreefd te worden naar HbA1c <53 mmol/mol (<7.0%)

Wanneer en hoe opstarten van injecties bij onvoldoende Diabetescontrole Dr.Winne, Dr.Ghillebert, Dr.Terryn 28 mei 2010 AZ Damiaan

Diabetes Mellitus en Beweging

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Basaal Plus. Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011

INHOUD PALLIATIEVE ZORG EN DIABETES 29/03/2012

PALLIATIEVE ZORG EN DIABETES

Update Diabetes voor verpleging 2010

Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! Inleiding Chronische complicaties Samen sterk: hoe?

RICHTLIJNEN VOOR DIABETESBELEID IN RUSTHUIZEN. Door diabetescentrum AZ Sint-Blasius en de coördinerende en raadgevende artsen Vehamed

Landelijk Diabetes Congres Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde

De nieuwe NHG diabetes-standaard: de patiënt centraal. EADV-regiobijscholing najaar 2013: Diabetes Mellitus & Vrouwen

Nederlandse samenvatting

RICHTLIJNEN VOOR DIABETESBELEID IN RUSTHUIZEN. Door diabetescentrum AZ Sint-Blasius en de coördinerende en raadgevende artsen Vehamed

Nieuwe trends in diabetesbehandeling. 20 maart 2018

Update NHG standaard Diabetes mellitus type 2

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

Diabetes en ramadan Mohamed Ahdi

Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet...

Hypoglycemie. < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen.

Diabetescafe Fokke Meima kaderhuisarts diabetes

Medisch Centrum Huisartsen

Pijn, pijnbeleving en behandeling bij kwetsbare ouderen. HHM Hegge, internist ouderengeneeskunde, UMCG NVFG Najaarscongres 2016

Diabetesregulatie bij operatie. Anesthesie

Nascholing Synchroon 23 nov 2017

Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

Goochelen met insuline. Praktische tips voor de huisartspraktijk. Patricia Sunaert Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg

DIABETES PERI- OPERATIEF/ONDERZOEKEN

Decompensatio cordis bij de geriatrische patiënt. CarVasz Katie Dermout, klinisch geriater

Diabeteszorg in de verpleeghuispraktijk

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling

Diabetes type 2. Duodagen april E.H.R. Wins, Woerden

Internationale diagnosecriteria en behandelingstargets bij personen met diabetes type 2. Prof.em.dr. Raoul Rottiers Endocrinoloog UZ Gent

(Systematische) diabeteszorg voor kwetsbare ouderen

Diabetes en de Hoogbejaarde

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011

DIABETISCHE NEFROPATHIE

Klassiek ziektemodel vs. geriatrische presentatie

Behandeling van diabetes type 2

Het diabetes protocol

Overzicht OAD - GLP-1 ANALOGEN - INSULINES

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Cystic Fibrosis Related Diabetes Mellitus. Sylvia Ockhorst en Renske van der Meer Haga Ziekenhuis


Diabetescasuïstiek voor de huisarts

Diabetes in verpleeghuis, anders dan thuis? Dr. Martin van Leen Specialist ouderengeneeskunde. Achtergrondinformatie. Diabetes bij ouderen

Medicamenteuze behandeling diabetes mellitus type 2 (DM2)

Sporten en diabetes type 2 Van 15 minuten per dag bewegen tot de marathon, maar eerst een fietsproef. Sport is goed voor elk?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Mucoviscidose en diabetes. informatie voor patiënten

Diabetes Werk(t) veilig. Chris Kant NVAB Kring

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

5.1 Tabletten en andere medicatie. Metformine (merknaam Glucophage)

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga

Diabeteszorg aan het eind van het leven.geen Standaard. Casuïstiek Nr. 1. Vervolg. Casuïstiek Nr. 2. Vervolg

Aanpassen van insuline: moeilijke situaties

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Diabetes Mellitus. Toen en nu. 30 September 2015 Dr. M.G.A. Baggen Dr. M.P. Brugts

Diabetes Mellitus. Definities. Definities. Polyurie: veel moeten urineren Polydipsie: veel moeten drinken Ischemie: zuurstoftekort

glycemie medicatie aanpassen in de praktijk

Diabetes en ziekte cortico sondevoeding

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt

Ik heb suikerziekte en word geopereerd

Stapsgewijze behandeling bij type 2 diabetes: nieuwe visies

De stap na gliclazide. Insuline? Nee!

Fouten bij insulinetherapie S & B 20 febr. en 21 maart Frank Visser (Kaderarts Diabetes) en Kirsten Dijkstra,diabetesverpleegkundige

Advies voor patiënten met diabetes mellitus die worden geopereerd.

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven

Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus

Internistisch perspectief

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Tamimount Ameziane Diabeteseducator ZNA Middelheim. Diabetessymposium Gent 8 november Ramadan

Snelwerkende insuline analoog. Novorapid (aspart) Humalog (lispro) Apidra (glulisine)

Last, but not least. De geriatrische patiënt op de SEH. Yvonne Schoon. Klinisch geriater Radboudumc Nijmegen

6 e Terugkomdag Go Diabetes BV Update diabetes mellitus. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 31 mei 2016

Waarom multidisciplinaire zorg voor diabetes patienten. Dr Ann Verhaegen Endocrinoloog UZA / ZNA Jan palfijn Ere voorzitter Diabetes Liga

Advies voor patiënten met diabetes mellitus die worden geopereerd

Berekening van de dosis snelwerkende insuline op basis van insulinegevoeligheid regel. C. De Block, J. Vanelven, U.Z.

Benchmark Diabetes Nellie Jans Marijke Overkamp Jan Tillemans Karin Willemsen (per 1 april a.s.)

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Scherpe behandeling of kan het ook wat minder?

Transcriptie:

De bejaarde patiënt met DM: multimorbiliteit en aangepaste zorg Dr Evy Degrande Endocrinologie-geriatrie Sint-Andriesziekenhuis Tielt 18/11/2014

1.4 percent tussen 25 en 44 jaar tot 3.6 percent tussen 45 en 54jaar, 7.8 percent tussen 55 en 64 jaar, Meer dan 10 percent boven de leeftijd van 65 jaar Meer dan 20 percent bij de fraile ouderen die in RVT s verblijven Vermoedelijk zijn er evenveel niet- gediagnosticeerde diabeten op elke leeftijd

Guidelines? Reductie complicaties: lessen UKPDS: trend naar the lower the better? ACCORD-ADVANCE-VADT: mogelijks toegenomen mortaliteit bij te strenge controle zeker bij comorbiditeit, gevaar hypoglycemies => EASD-ADA consensus statement 2012

Impact of Intensive Therapy for Diabetes: Summary of Major Clinical Trials Study Microvasc CVD Mortality UKPDS DCCT / EDIC* ACCORD ADVANCE VADT Kendall DM, Bergenstal RM. International Diabetes Center 2009 UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Lancet 1998;352:854. Holman RR et al. N Engl J Med. 2008;359:1577. DCCT Research Group. N Engl J Med 1993;329;977. Nathan DM et al. N Engl J Med. 2005;353:2643. Gerstein HC et al. N Engl J Med. 2008;358:2545. Patel A et al. N Engl J Med 2008;358:2560. Duckworth W et al. N Engl J Med 2009;360:129. (erratum: Moritz T. N Engl J Med 2009;361:1024) Initial Trial Long Term Follow-up * in T1DM

Figure 1 Diabetes Care, Diabetologia. 19 April 2012 [Epub ahead of print] (Adapted with permission from: Ismail-Beigi F, et al. Ann Intern Med 2011;154:554)

ADA-EASD Position Statement: Management of Hyperglycemia in T2DM 3. ANTI-HYPERGLYCEMIC THERAPY Glycemic targets - HbA1c < 7.0% (mean PG 150-160 mg/dl [8.3-8.9 mmol/l]) - Pre-prandial PG <130 mg/dl (7.2 mmol/l) - Post-prandial PG <180 mg/dl (10.0 mmol/l) - Individualization is key: Tighter targets (6.0-6.5%) - younger, healthier Looser targets (7.5-8.0%+ ) - older, comorbidities, hypoglycemia prone, etc. - Avoidance of hypoglycemia PG = plasma glucose Diabetes Care, Diabetologia. 19 April 2012 [Epub ahead of prin

Doelstellingen van diabetes management bij ouderen Gelijkaardig aan deze bij jongeren!! Management van zowel hyperglycemie als risicofactoren. Vermijden van hypoglycemie!! Hypotensie en medicatie-interacties door polyfarmacie zijn een majeure zorg. Management van gelijktijdig bestaande andere medische problemen is belangrijk, gezien het hun zelfredzaamheid beïnvloedt.

Behandeling is complex Een zeer heterogene groep Verschillende graad van frailty Verschillende levensverwachting Verschillende functionaliteit Meerdere comorbiditeiten Voor elke oudere een individueel behandelingdoel

Deze oudere diabeet heeft evenveel kans op micro- en macrovasculaire complicaties (met morbiditeit en mortaliteit als gevolg ) als de jongere patiënt, maar heeft daarenboven een hoger risico op aandoeningen, specifiek voor de ouderen : de zogenaamde geriatrische syndromen, gerelateerd aan diabetes

Geriatrische syndromen geassocieerd met diabetes

Cognitieve stoornissen Depressie Polyfarmacie Vallen Persisterende pijn Urinaire incontinentie

Cognitieve stoornissen Diabetes is geassocieerd met een verhoogd risico op dementie. Vele oudere patiënten met dementie worden nog niet gediagnosticeerd, vooral in de vroege stadia. De *AGS richtlijn stelt voor te screenen vb. (MMSE) naar cognitieve achteruitgang, de eerste maanden na diagnose van diabetes en ook bij achteruitgang van de klinische en/of functionele toestand. (*american geriatric society)

depressie Depressie komt vaker voor bij oudere P. met diabetes als bij ouderen van dezelfde leeftijd zonder DM (prevalentie x 2) Vaak niet gediagnosticeerd en onbehandeld in deze hoogrisicopopulatie. Vroegtijdige vaststelling (met vb. de GDS) en behandeling helpt een betere glycemiecontrole te bewerkstelligen

polyfarmacie Gebruik van multipele medicaties is veelvoorkomend bij ouderen leidend tot verhoogd risico van interacties en ongewenste effecten, toename van prevalentie van een aantal geriatrische syndromen vb. valrisico. Management van hyperglycemie en de geassocieerde risicofactoren verhoogt het aantal medicamenten nog meer bij ouderen met diabetes. Een medicatielijst moet up to date gehouden worden en bij elk doktersbezoek kritisch herbekeken worden

vallen Het verhoogd risico op vallen bij ouderen met diabetes ( 1.5 tot 3 x hoger ) is multifactorieel. Perifere of autonome polyneuropathie, verminderde nierfunctie,spierzwakte, functionele achteruitgang, verminderde visus,, comorbiditeiten zoals osteoarthritis en zelfs milde hypoglycemie kunnen allen bijdragen tot vallen bij de fraile oudere

Persisterende pijn Hogere prevalentie van diabetische PNP en dus neuropathische pijn. Andere diabetesgerelateerde oorzaken : diabetisch voetulcus, perifeer arterieel lijden, decubitus, obstipatie,.. Bot- en peesaandoeningen zijn frekwenterbij oudere diabeten door te hevige glycosylering van het collageen en snellere degeneratie: tendinitis, rotatorcuffruptuur Actief bevragen!!

Urinaire incontinentie Diabetes verhoogt het risico op urinaire incontinentie (vnl. bij de vrouw). Risicofactoren: UWI, vaginale infectie, autonome neuropathie (resulterend in neurogene blaas met overloopincontinentie ), faecale impactie en polyurie door hyperglycemie. Belangrijke impact op levenskwaliteit

Guidelines toepassen Wat zijn de verwachtingen en doelstellingen van de pt. zelf? Welke problemen vertegenwoordigen bij deze specifieke pt. het grootste risico op functionaliteit, morbiditeit en mortaliteit? Wat is de levensverwachting bij deze pt. en wat is de time to benefit bij een interventie? Zal de pt. er nog baat bij hebben?

Moet gebaseerd zijn op de globale toestand van het individu. Nuchtere glycemie Bij gezonde ouderen streven naar een 90 126 mg/dl Bij kwetsbare ouderen genoegen nemen met een nuchtere waarde van 126 162 mg/dl. De gepaste doelwaarde voor hemoglobine A1C (HbA1c) Bij fitte oudere diabetespatiënten, die een levensexpectantie hebben van meer dan vijf jaar, is 6.5 tot 7.5%. Deze waarde mag hoger zijn(7.5 tot 8.5 %) bij de fraile patiënten, wiens levensexpectantie minder is of bij de patiënten met multipele medische en functionele comorbideiten Prognose < 1 jaar. Streefdoel: vermijden van symptomatische hyperglycemie/hypoglycemie

glycemiedoelwaarden Hyperglycemie verhoogt de kans op deshydratatie, vermindert de visus en cognitie, die allen bijdragen tot functionele achteruitgang en een verhoogd risico voor vallenbij de oudere diabetespatiënten. Anderzijds, nevenwerkingen van de diabetesbehandeling, vooral hypoglycemie kan resulteren in slechte outcomes, zoals traumatische valpartijen (heupfracturen...) en exacerbatie van co-morbiditeiten. Ouderen hebben meer neuroglycopene symptomen van hypoglycemie nl. Duizeligheid, zwakte, verwardheid, dan de adrenerge symptomen (tremor en zweten). Het vermijden van hypoglycemie is eenbelangrijke factor bij het kiezen van de therapie bij oudere

Hypoglycemie bij ouderen: prevalentie

Risicofactoren Verschil Hogere incidentie Minder en atypische symptomen Vertraagde reactietijd Lange duur diabetes Cognitieve dysfunctie Polyfarmacie Onregelmatig voedingspatroon Sulfonylurea, insuline Slikdysfunctie Nier en leverinsufficientie Gevolgen Kans op geriatrische syndromen stijgt (depressie, vallen ) CV complicaties Levenskwaliteit daalt

Hyperglycemie bij ouderen: 3 niveaus Symptomatische hyperglycemie Letargie, gewichtsverlies, osmotische tekens Hyperosmolair coma Bij frele patienten Verwardheid, verminderd bewustzijn, epilepsie Ketoacidotisch coma Niet vaak, symptomen van braken en nausea

Aanbevelingen 1. voeding 2. orale antidiabetica 3. glp-1 agonisten 4. insuline 5. beweging

1. voeding Geen literatuur, richtlijnen op basis van consensus : - Dieet op maat van de individuele pt afhankelijk van leeftijd, levensverwachting, comorbiditeit en voorkeur van de pat. Matige caloriebeperking bij overgewicht, bij kwetsbare ouderen eerder opletten het malnutritierisico niet te verhogen. De hoeveelheid koolhydraten en het tijdstip van inname ervan moet volgens een dagelijks regelmatigpatroon gebeuren en op vaste tijdstippen

2. Orale antidiabetica biguaniden: metformine Voordeel: Hypoglycemie. Goedkoop. Effectief (HbA1c reductie van 1%). Nadeel: Gewichtsverlies. Hoge gastro-intestinale klachten. Lactaatascidose(zz)/nierinsufficiëntie. (Cardiovasculair?).

BIGUANIDEN: mortaliteit Roussel et al, Arch Intern Med. 2010

BIGUANIDEN: CNI Lipska. Diabetes care 2011

BIGUANIDEN Besluit: Te gebruiken -> JA in eerste lijn (cave nierinsufficiëntie). Glucophage steeds tijdelijk stoppen,bij acute ziekte, zeker in geval van braken, diarree (dehydratie), voor een onderzoek met contraststof,bij operatie of hartfalen

sulfonylurea Sulfonylurea: Voordeel: Werkzaam (HbA1c reductie van 1%). Kost. Nadeel: Hypoglycemie: meest bij glibenclamide Gewichtstoename. (Cardiovasculair). CNI.

SULFONYLUREA Besluit: Te gebruiken -> JA, bij geselecteerde patiënten (goed eetpatroon, hypo awareness) in eerste/tweede lijn. Welk preparaat -> GLICLAZIDE (Uni-Diamicron). Best bestudeerd (ADVANCE, ). Weinig hypoglycemie s. Weinig gewichtstoename.

DDP-4 INHIBITOREN DPP-4 inhibitoren: Voordeel: Goede tolerantie. Lage kans op hypoglycemie. Geen gastro-intestinale nevenwerkingen. Te gebruiken bij CNI. Nadelen: Kost. HbA1c daling slechts 0,5% tot 0,8%. (Pancreatitis). (Cardiovasculair HF- nu twee studies die CV veiligheid aantonen: examine/savor-timi). (Laattijdige effecten).

DDP-4 INHIBITOREN Besluit: Te gebruiken JA (met aandacht voor hogere kost) in eerste/tweede lijn. Welk preparaat afhankelijk van terugbetaling. Geen superioriteit tussen verschillende preparaten.

THIAZOLIDINEDIONES Thiazolidinediones (Actos): Voordeel: Effectief (HbA1c reductie 1-1,5%). Lage kans op hypoglycemie. Eenmaal per dag. Nadeel: Veel nevenwerkingen (gewichtstoename, vochtretentie, perifere oedemen, toename van hartfalen). Toename van fracturen. AMI (rosiglitazone). Blaaskanker (pioglitazone).

3. GLP-1 ANALOGEN GLP-1 analogen: Voordeel: Effectief (HbA1c reductie van 1 a 1.5 %). Lage kans op hypoglycemie. Eenmaal per dag/week. Nadeel: Subcutaan. Data is gelimiteerd bij ouderen. Kost. Gastro-intestinale nevenwerkingen (nausea, braken). Lange termijn effecten?

GLP-1 ANALOGEN: werkzaamheid + tolerantie Bode et al 2011: Pooled analyse van 6 RCT. Liraglutide (Victoza) vs placebo in jongere (<65j, 2231 pt) en oudere patiënten (> 65j; 552pt). Primair eindpunt: HbA1c, nuchtere glycemie, bloeddruk en gewicht. Vergelijkbare tolerantie en werkzaamheid tussen beide groepen: HbA1c reductie vs placebo. Gewichtsneutraal. Vergelijkbaar laag aantal hypoglycemie s. Bode et al. Am J Geriatr Pharmacother. 201

4. insuline Soms onder-gebruikt bij ouderen uit angst Met de langwerkende analogen is het gemakkelijker om een éénmalige bedtime injectie toe te voegen aan de perorale medicatie. Sommige patiënten schrijven hun vermoeidheid toe aan ouderdom ipv aan hyperglycemie De levenskwaliteit van vele ouderen zou kunnen verbeteren met één of twee dosissen langwerkende of mixed insuline, die de glycemiecontrole verbetert.

4. Insuline Bij falen van OAD kan geprobeerd worden één bedtimeinjectie te associëren aan de perorale medicatie vb. om 21 u Lantus of Insulatard. Indien meer dan 30 IE nodig, start twee- injectieschemavb. Novomix, HumalogMix,Humuline 30/70. Soms is een derdeinjectie s middags noodzakelijk. Zo nodig een 4 injectieschema : basaal-bolusschema nl. Snelwerkende insuline Novorapid, Humalog, Apidra, Actrapid telkens voor de maaltijd en een langwerkend insuline Lantus, Levemir, Insulatard voor het slapengaan

5.Belang van beweging in het verhaal!! Beweging is voordelig voor het behouden van body compositie, fysieke functionaliteit, het verminderen van vallen, arthritispijnen, verminderen van depressies, verhogen van kracht en evenwicht, verbeteren van insulinesensitiviteit. Het verhoogt de kwaliteit van leven en verbetert de overleving

Welk anti-diabeticum te gebruiken bij ouderen? IDF, global guidelines. 2013

Screenen complicaties: microvasculair Retinopathie: Diabetische retinopathie is nog steeds de belangrijkste oorzaak van blindheid in Europa. Cataract is 2 maal frekwenter bij pt. > 65 j met DM in vgl. met niet-diabeten., glaucoom 3 maal Preventie door oogartsbezoek 1 maal per jaar. Zeker bij ouderen : sociale isolatie, meer vallen, onmogelijkheid om zelf te spuiten

Nefropathie - Progressieve aantasting kan leiden tot nierdialyse - Vroegtijdige opsporing door bepalen van microalbuminurie. - Bij ouderen heeft micro-albuminurie vaak een andere oorzaak, andere oorzaken dienen uitgesloten. - Preventie door goede glycemieregeling en bloeddrukcontrole

Neuropathie Perifere neuropathie : prevalentie van 32 % bij DM type 2 patiënten in het algemeen, > 50 % bij diabeten > 60 jaar. - Leidend tot pijn, verminderde gang, vallen... + symptomen: medicatie bestaand maar nevenwerkingen! Polyfarmacie! - symptomen: niet behandelbaar Samen met macrovasculair lijden : voetproblemen : zeer hoog risico bij ouderen. Bij elk bezoek voetonderzoek, in het RVT rol van de verpleegkundige. Voethygiëne en podologische verzorging. Autonome neuropathie : vertraagde maaglediging, blaasfunctiestoornissen, orthostatisme

Macroangiopathie: hoe bij ouderen cardiovasculair risico beperken? Focussen op -beweging!! -rookstop -bloeddrukcontrole -lipidencontrole -aspirine-inname bij > 65 jarigen

Guidelines voor RVT patienten Er zijn zeer weinig studies en guidelines voor de behandeling van oudere diabeten, die in RVT s verblijven. Levensverwachting, levenskwaliteit, ernstige afhankelijkheid en comorbiditeiten beïnvloeden het individuele behandelplan Beweging blijft zeer belangrijk voor alle oudere patiënten. Gewone voeding zonder geconcentreerde suikers zal de levenskwaliteit bevorderen en gewichtsverlies voorkomen. Behandelingsschemata moeten goed uitgekozen worden om een zo maximaal mogelijke glycemiecontrole te bekomen met de focus op vermijden van hypoglycemie

Palliatieve fase: aandachtsptn a/opnieuw: geindividualiseerde aanpak vaak samenhangend met de ingesteldheid van pt nonchalanter zeer strikt en therapietrouw Middenweg tussen therapieversoepeling en diabetestherapie vinden, eventuele afbouw glycemiemetingen in overleg met pt b/ geen dieetregels meer, ev insulinetherapie aanpassen aan veranderde voedingspatroon van patient

c/ glycemies tot 200 a 250 als bovengrens tenzij pt terminaal d/ rekening houden met voedselintake, steroiden, misselijkheid. Noodzaak tot verminderen van de dosissen insuline e/ als glycemies boven 300 mg/dl onder orale: insuline starten f/anabool effect van insulinetherapie bij ernstig gewichtsverlies.

Conclusies : Voor het opstellen van een behandelplan voor de glycemiecontrole evenals voor de doelen voor risicofactormanagement is een individuele aanpassing nodig bij de oudere patiënt, afhankelijk van levensverwachting 1. individualiseer de behandeling 2. kijk naar levensverwachting 3. kijk naar absolute risicoreductie en time to benefit 4. Stel prioriteiten: quality of life

Conclusies: Een adekwate medicamenteuze behandeling voor de diabetes is nodig om te komen tot een zo goed mogelijke glycemiecontrole met zo weinig mogelijk hypoglycemies of andere nevenwerkingen. Start low, go slow... Behandeling van een oudere diabeet is onmogelijk zonder een geriatrische ingesteldheid, waarin zowel de medische als cognitieve, functionele en sociale context van de patiënt bekeken word