Naam van de schoolexterne interventie: Roulot

Transcriptie

1 Naam van de schoolexterne interventie: Roulot 1. Inhoud vd schoolexterne interventie Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Vzw Sporen is een centrum voor integrale jeugdzorg, dat actief is in de Bijzondere Jeugdbijstand en dan voornamelijk in de regio s Leuven, Brussel/Halle Vilvoorde en Mechelen. De organisatie bestaat uit verschillende voorzieningen die een verscheidenheid aan diensten aanbieden (zowel residentiële, ambulante als mobiele begeleiding). In de druivenstreek (en breder regio Vilvoorde) was er weinig aanbod voorhanden voor jongeren die niet (meer) kunnen/willen naar school gaan en ook geen andere daginvulling hebben. Op vraag van de provincie Vlaams-Brabant diende vzw Sporen een projectaanvraag in voor De Roulot in Visie We geloven erin dat - als jongeren worden aangesproken op hun krachten en mogelijkheden - als jongeren ervaringen kunnen opdoen op een plek waar ze positief * benaderd worden, en er hun talenten kunnen inzetten ze terug verbinding kunnen maken met onderwijs en/of werk op korte en lange termijn (*)waar ze kunnen tonen wie ze zijn zonder beoordeeld te worden, waar ze mogen falen en leerkansen krijgen Belangrijke uitgangspunten - Leren doe je in een positief en veilig klimaat (cfr.onze werk/leerplekken) - Praten met jongeren over wat wèl goed gaat werkt - Toekomstdromen au sérieux nemen brengt jongeren in beweging - We staan voor een fundamenteel respect voor de eigenheid van de jongeren en hun gezin - We streven naar een aanklampende begeleiding 1 Met je focus duidelijk gericht op de schoolexterne interventie die hier wordt beschreven. 2 Graag een korte schets van de ontstaansgeschiedenis van je schoolexterne interventie, met je focus op de redenen waarom je precies met deze schoolexterne interventie bent gestart + vergeet ook niet te vermelden wanneer precies deze schoolexterne interventie van start is gegaan.

2 - We werken in dialoog met CLB, ouders, hulpverleners en steunfiguren voor de jongere - We geloven in de veerkracht, groeikracht van de jongere en hun gezin - Jongeren (werk)ervaringen en ontmoetingen aanbieden die aansluiten bij hun dromen, werkt motiverend. De gesprekken en ervaringen vinden plaats in het reële werkveld, met mensen die een passie hebben voor hun beroep. Feedback krijgen van deze mensen is sterker dan van een hulpverlener. - Proeven van een (werk)ervaring die anders is dan wat de jongere reeds kent, daagt de jongere uit en verruimt de zelfkennis. - A mind stretched by a new experience never goes back to it s old dimension Doelstelling(en) Gedurende een traject in de Roulot trachten we de zelfkennis en zelfreflectie van de jongere te vergroten (wie ben ik en hoe zien anderen mij?) zodat ze keuzes kunnen maken op schools vlak die beter bij hen passen. Thema s waarrond de zelfkennis vergroot wordt is BEZIELING (wat wil ik, waar droom ik van?), TALENT (waar ben ik goed in), COMMUNICATIE (hoe zeg/toon ik wat/wanneer tegen wie?) en LEERSTIJL/WERKSTIJL (hoe leer ik? Hoe werk ik?) Effecten: vaak vinden jongeren terug verbinding met wat wèl goed loopt. Doorheen het project groeit bij de jongere misschien het geloof in een nieuwe start of maakt hij een andere (schoolse)keuze die bij hem past. De Roulot is sterk oriënterend voor jongeren en brengt hen in een vernieuwde dynamiek. Tijdens het traject kan de begeleider met de jongere op zoek gaan naar een nieuwe toekomst in het reguliere schoolsysteem en uitzoeken wat daar voor nodig is. Dit gebeurt in nauw overleg met de CLB- medewerker. Doelgroep(en) 3 Duur van het traject 4 Jongeren (12 tot 18 jaar) waarbij sprake is van een problematisch schoolverloop. Het betreft jongeren waarbij er zo goed als geen schools perspectief is. Jongeren waar vraag is naar een kortdurende timeout, die terug welkom zijn op school en die aangeven in de juiste richting te zitten verwijzen we door naar de time-out projecten. Maximum 3 weken en +/-15 uur per week 3 Omschrijf je doelgroep zo concreet mogelijk, ook bijv. brede toegang of (eerder) beperkt tot bepaalde sector(en),? Expliciete insluitings- en/of uitsluitingscriteria?

3 Actieradius 5 Gemiddeld aantal trajecten (expliciteer per kalenderjaar of per schooljaar en maak eventueel onderscheid tussen minimaal te behalen en effectief gerealiseerd) Bij voorkeur regio druivenstreek, maar gezien ons aanbod zich vaak op verplaatsing bevindt, zijn we ook actief in regio groot- Leuven. Schooljaar : 27 begeleidingen met zwaartepunt tussen januari en juni (22 begeleidingen). Indien in eerste helft van het schooljaar aangemeld wordt, kan de capaciteit naar ongeveer 40 begeleidingen. Concrete invulling: Hoe wordt het traject met de jongere concreet ingevuld? 6 - Een eerste verkennend gesprek gebeurt met de coördinator, de jongere, de ouders en de CLB-medewerker. - Indien beslist wordt tot een opstart neemt de Roulotbegeleider contact met de jongere en ouders en wordt het concretere traject afgesproken. - Er wordt dan samen op zoek gegaan naar wat de jongere boeit en wat hij nodig heeft om terug in z n kracht te komen. Met jongeren die dàt niet meteen weten, gaan we al doende uitzoeken wat hen ligt en wat niet. - Om en rond de woonwagen kan er ervaren en gewerkt worden (schilder- en timmerwerk, werken in de tuin, vuur maken, koken, omgaan met leeftijdsgenoten ). We leggen ook contact leggen met mensen die een beroep uitoefenen dat in de interessesfeer ligt van de jongere (een kunstenaar, een onderwijzer, een kok, winkelier, verzorgende, boswachter, of iemand uit de omgeving van de jongere) De dromen en ideeën van de jongeren zijn voor ons van groot belang. Op die lokaties gaan we een dag meedraaien en focussen we op de talenten van de jongere, noden om zich in een leer/werksituatie goed te voelen, de werkattitude of leerstijl, De opgedane ervaringen worden omgezet in zelfkennis, weten wat je nodig hebt om terug aansluiting te vinden bij onderwijs. - Dromen worden concretere doelen, er worden supporters gezocht, valkuilen besproken,concrete stappen gezet - Na drie weken vindt er een afrondend gesprek plaats met de jongere, de ouders en de CLBmedewerker. De ervaringen en het geleerde wordt samen verteld door de jongere en de begeleider. Er wordt bekeken wat de volgende stappen kunnen zijn, afspraken rond 4 Van aanmelding tot afsluiting van het dossier 5 Hiermee wordt het werkterrein bedoeld. Werk je bijvoorbeeld voor een ganse provincie of een deel ervan? Welk deel dan exact? Etc? 6 Bijvoorbeeld: Welke activiteit(en) bied je tijdens het traject aan? Atelierwerking?, werkplekleren?, coaching?

4 opvolging en nazorg worden gemaakt. Het aanbod wordt samengesteld op maat van de jongere en is vraaggericht. Nadruk ligt op werkplekleren met continue coaching. Er is steeds een begeleider van de Roulot aanwezig bij het werk. Deels is het aanbod in 1-1 contacten met de jongere en de begeleider op een lokatie. Andere momenten is er een groepje jongeren (max 4) dat samen de activiteit doet. De context van de jongere wordt mee geïnformeerd en geëngageerd in het traject van de jongere. Welke methodiek(en) gebruik je hierbij? 7 Welke ingezette methodiek(en) zouden kunnen inspirerend zijn voor het onderwijs? Waarom? Wordt er tijdens het traject samengewerkt met de context? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? 8 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? 9 Vuur Werkt Mission Possible Signs of safety Motiverende gesprekken Life space crisis intervention (LSCI) Ervaringsleren LSCI Ja. Met wie? Iedereen die ondersteunend kan zijn in de zoektocht van de jongere wordt betrokken (cfr de supporters). De ouders zijn steeds betrokken partij. Wanneer? Minimaal in opstart en afronding van het traject, vaak wordt de context tussendoor ook op de hoogte gebracht van stappen die gezet worden. Hoe? Telefonisch of via huisbezoeken. Soms ook worden er activiteiten gedaan in de context van de jongere of samen met de ouders. Ja Met wie? - Voor overleg: met met CLB, voorzieningen, scholen, - Als kennismaking: met Leertijd, CVO, DBSO, VDAB, Arktos, andere projecten - Voor activiteiten: de Wissel (Stretch-it, Equicanis), Jeugd en Stad, en de vele lokaties 7 Bijvoorbeeld methodiek van ronde tafel, van actieve vorming, van ervaringsleren,? 8 Wordt er tijdens het traject van de jongere samengewerkt met de context? Zo ja, wie uit de context? Bijv. de ouders? Het gezin van de jongere? Ruimere context,?. Zo ja, wanneer en hoe? 9 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Dit kan zowel intern zijn, bijv. een aanbod dat binnen je organisatie aanwezig is, of extern, dit is dan buiten je eigen organisatie. Met leerplekken bijvoorbeeld? Met vrijwilligers? Etc. En/of werk je ook samen met interventies binnen onderwijs? Welke eventueel?

5 2. Proces vd schoolexterne interventie Proces van aanmelding tot afsluiting Meet je op een bepaalde manier het resultaat van je traject? 10 Zo ja, wat precies? En hoe doe je dit concreet? Wie kan er aanmelden bij jouw schoolexterne interventie? Wat gaat vooraf aan de aanmelding bij jouw schoolexterne interventie? 11 - Op het einde van de drie weken wordt al wat geleerde en ervaren is terug samen gebracht in een afrondend gesprek met de betrokkenen. De jongeren krijgen de geleerde competenties in de vorm van een notitieboekje of een USB-stick (werkinstrument de Cstick van Jeugd en Stad). Met de C- Stick kan later in andere contexten verder gewerkt worden. Het is een werkinstrument dat competentiegericht is en ook gebruikt wordt bij VDAB. - Als het traject afgerond is nemen we na enkele weken terug contact met de jongere om te horen hoe het gaat. - Op het einde van het schooljaar doen we een tevredenheidsmeting bij de scholen, CLB en de jongeren/ouders. Ook daar bevragen we expliciet de resultaten van het project (of terugkeer naar school blijvend was, welke noden de partners ondervinden in samenwerking met ons) In hoofdzaak het betrokken CLB. Indien ouders, jongeren, hulpverleners of de scholen aanmelden, nemen we contact op met de betrokken CLB- medewerker.( We gaan enkel op de vraag in met goedkeuring van de betrokken CLB- medewerker). We bevragen dit bij de effectieve aanmelding (wie heeft reeds met wie gesproken, welke pistes zijn reeds verkend, waar is al aan gedacht,..). Soms wordt gevraagd dat de coördinator het project in een gesprek komt toelichten aan de jongere/ouders. Hoe kan een aanmelding plaatsvinden? 12 We streven ernaar dat rechtstreekse aanmeldingen gebeuren door het CLB via het Meldpunt Schoolexterne Interventies. Jongeren kunnen ook telefonisch/via mail aangemeld worden via Netwerk Leerrecht, Netwerk Asse-Halle-Vilvoorde en Leerrecht Brussel Hulpverleners en scholen, jongeren, ouders kunnen telefonisch/via mail aanmelden Hoe verloopt de besluitvorming tot opstart van het traject? 13 Bij de aanmelding toetst de teamcoördinator af of de vraag bij de aanmelding overeenkomt met de doelstellingen en doelgroep van de Roulot en of een andere schoolexterne interventie eerder is aangewezen. De jongere geeft zijn akkoord om in te stappen in het traject na een korte 10 Maak je bijvoorbeeld gebruik van bepaalde vormen van kwalificering tijdens het traject met de jongere zoals EVC (Elders Verworven Competenties)? 11 Wat gebeurt er meestal concreet voor dat er een aanmelding wordt gedaan. Wie heeft bijv. welke stappen gezet? Of heb je er geen zicht op.? 12 Via meldpunt, schriftelijk (hoe dan concreet), telefonisch,? 13 Welke stappen worden allemaal genomen? Hoe loopt het besluitvormingsproces van aanmelding tot effectieve opstart?

6 Wanneer exact? Na afsluiting? Andere? Hoe wordt de effectieve start genomen? 14 Zijn er bepaalde noodzakelijke administratieve formaliteiten? 15 Is er regelmatige opvolging tijdens het traject. Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? Hoe gebeurt de afsluiting van het traject? Met wie? Is er een evaluatie 16? Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? In welke fase van de probleemontwikkeling tav het schooltraject wordt je schoolexterne interventie ingezet? 17 Vinden er nog acties plaats na afsluiting van het traject van de jongere? Bijv. Nazorg? 18 Zijn er nog andere activiteiten die je tijdens of na het traject doet? 19 Zo ja, wat? bedenktijd. Begeleider gaat naar de jongere om kennis te maken of pikt de jongere op om naar een eerste activiteit te gaan. De eerste dagen wordt vooral gepraat over de interesses, dromen van de jongere. neen Opvolging is continu gezien de jongere geen activiteiten alleen doet. Er zijn maximum twee begeleiders betrokken bij de activiteiten, maar er is 1 vaste contactpersoon voor de jongere. Zij wordt steeds gebrieft door de andere begeleider. Via een afrondend gesprek met alle betrokkenen (minimaal CLB-medewerker, de jongere, de ouders of opvoedingsverantwoordelijke. Soms ook de leerlingbegeleider en/of directie van de school, een therapeut, een consulent, ) Op het afrondend gesprek. De fase van probleemontwikkeling varieert per jongere. Het gaat van jongeren die nog op school zitten maar probleemgedrag stellen omdat ze er niet in de juiste richting zitten of de ondersteuning krijgen die ze op dat moment nodig hebben tot jongeren die reeds maanden spijbelen en/of niet meer ingeschreven zijn in een school. Bij alle jongeren is er minimaal een beperkt schools perspectief. In het afrondend gesprek wordt samen met de school en CLB, de ouders en eventueel andere hulpverleners, gekeken hoe het verder moet. Opvolging en nazorg worden besproken. Taken worden verdeeld. Toeleiden naar hulpverlening indien nodig. Rode draad van vroegere interventies uitklaren (bijv. ooit is er diagnose ADHD geweest met advies voor medicatie, maar dat is nooit opgestart geraakt: waarom niet en wie kan dit terug opnemen?) Informatie uitzoeken en delen en advies verstrekken omtrent mogelijke opleidingen (ism CLB) 14 Met effectieve start bedoelen we: de eerste dag dat de jongere effectief deelneemt aan de schoolexterne interventie. 15 Of nog, moeten bepaalde administratieve formaliteiten zijn vervuld opdat de jongere effectief kan starten? Zo ja, welke dan precies? 16 Met evaluatie bedoelen we: wordt er op een gegeven moment teruggeblikt op het traject van de jongere? Stilgestaan bij de vraag hoe één en ander is gelopen? Edm. 17 Dit kan gaan van jongeren die niet meer op school zitten tot zij die er nog dagdagelijks zijn. Of nog: binnen welke radius tussen het loopt prima op school en de jongere heeft geen school/is uitgesloten van de school situeert jouw schoolexterne interventie zich? 18 Hoe wordt dit dan ingevuld? Intern? Extern?? Hoe verloopt dit? 19 Bijvoorbeeld informatie/advies? Toeleiden naar hulpverlening tijdens het traject van schoolexterne interventie? Nog andere?

7 3. Structurele inbedding vd schoolexterne interventie Wat is je organisatievorm? 20 Hoe ziet de personeelsequipe eruit qua -statuut (professioneel/vrijwilligers)? -diploma( s)? -tewerkstellingsvolume? Welke middelen worden ingezet? 21 Welke financieringslogica wordt gehanteerd, bijv. per dossier, voor de algemene werking,? Wat is/zijn je financieringsbron(nen)? 22 Zie bijgevoegd organogram een halftijds medewerker ondersteund door een coördinator - statuut: professioneel - diploma: licentiaat in de orthopedagogiek - 50% (eerste helft schooljaar 30%, tweede helft schooljaar 80%) Eigen werkingmiddelen: Middelen van de provincie: euro Vrijwilliger: 1 Provincie Vlaams- Brabant VZW Sporen Mogelijks sponsors Over welke periode(n) loopt de financiering? Reguliere financiering: sinds wanneer? Projectfinanciering: duur vd financiering? Welk(e) bedrag(en)? Wie stuurt de ontwikkeling van je aanbod concreet inhoudelijk aan? 23 Vzw Sporen 20 Staat bijv. je interventie op zich of maakt het deel uit van een groter geheel (organogram toevoegen)? of nog anders? 21 Denk hierbij zowel aan personele, werkings- als eventuele andere middelen. Is dit eigen financiering vanuit de organisatie? Externe financiering? Vrijwilligers? Combinatie? Vergeet zeker ook niet eventuele indirecte financiering te vermelden. 22 Specifieer voldoende naar bijv. welke overheid precies levert welke middelen aan.

8 Stuurgroep Reisburo/Rizsas Aan welke overlegorganen in het kader van je schoolexterne interventie participeer je? 4. Knelpunten? Ervaar je bepaalde belangrijke knelpunten in verband met je schoolexterne interventie? Zo ja, beschrijf ze kort. Themagroep Schooluitval, Projectgroep POT,Stuurgroep Meldpunt SI, Stuurgroep Netwerk Leerrecht Leuven, Beleidsgroep Leerrecht, Denkgroep OV4, Stuurgroep Netwerk Leerrecht Asse- Halle-Vilvoorde - Jongeren die terug aansluiten bij school na de Roulot behoeven soms nog extra ondersteuning in het kader van nazorg om de overgang beter te laten verlopen. - Als jongeren pas aangemeld worden na februari zijn de mogelijkheden om nadien nog aan te sluiten bij een richting niet meer mogelijk. 5. Administratieve gegevens vd schoolexterne interventie Contactperso(o)n(en)? Contactgegevens? vzw Sporen - de Roulot project voor alternatieve dagactiviteit voor jongeren roulot@sporen.be Ten Trappenstraat Hoeilaart Medewerkers: Heleen Vertommen (begeleidster) 0496/ Jan Benaerts (teamcoördinator) 0497/ (aanmeldingen) 23 Of nog anders gezegd: wie beslist hoe je schoolexterne interventie concreet wordt ingevuld? Zich verder ontwikkelt? Is dit je eigen organisatie? Een samenwerking tussen organisaties? Een stuurgroep? Nog andere? Combinatie?.