Naam van de schoolexterne interventie: Arktos POT Leuven

Transcriptie

1 Naam van de schoolexterne interventie: Arktos POT Leuven 1. Inhoud vd schoolexterne interventie Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Arktos Vlaams-Brabant opende in september 1993 een Centrum voor deeltijdse Vorming Het Treffen. In dit centrum kregen jongeren die niet meer konden aarden in het klassieke schoolsysteem, een alternatieve opleiding. In 2004 werd de beleidsnota Leren en werken gepubliceerd. Deze werd in oktober 2006 opgevolgd door de discussienota Leren en werken. Met deze discussienota wilde toenmalig minister van onderwijs Vandenbroecke een kader uittekenen voor het verbeteren van de systemen van afwisselend leren en werken. In april 2007 werd de conceptnota Leren en werken gepubliceerd. Prioriteit was het voltijds engagement van alle jongeren. Vanaf 1 november 2007 tot 31 augustus 2008 liep er een actieonderzoek, in een aantal pilootregio s, waaronder de regio Leuven. Tijdens dat jaar had regio Leuven 16 trajecten te begeleiden. Een traject duurt minimaal 2 maanden, maar kan verlengd worden indien nodig (met een maximum van 10 maanden). Om dit te kunnen bewerkstelligen werden er 3 voltijdse medewerkers voorzien en 1 halftijdse CLB medewerker. Het project liep simultaan met het Treffen. In augustus 2008 is het decreet Leren en werken gestemd, en dit decreet ging in vanaf september Het Treffen werd stopgezet en vervangen door POT. Leuven heeft een capaciteit van 34,4 trajecten, en werkt samen met CDO Damiaaninstituut in Aarschot en CDO Redingenhof in Leuven. Sinds het schooljaar werden de banden tussen P.O.T. Leuven en Rizsas (toen nog gelokaliseerd in Betekom) aangehaald. Deze samenwerking mondde uit in een stevig samenwerkingsverband waarbij Rizsas sinds het schooljaar een volwaardige locatie is geworden, naast P.O.T. Leuven. Vanaf januari 2012 wordt POT ook aangeboden in het vormingscentrum van Arktos te Aarschot. Visie De samenleving draagt heel wat kansen, mogelijkheden en uitdagingen in zich. Inherent hieraan zijn echter ook een aantal risico s en bedreigingen. Feit is dat de samenleving steeds complexer wordt, hetgeen steeds meer en betere basiscompetenties veronderstelt om zich door deze 1 Met je focus duidelijk gericht op de schoolexterne interventie die hier wordt beschreven. 2 Graag een korte schets van de ontstaansgeschiedenis van je schoolexterne interventie, met je focus op de redenen waarom je precies met deze schoolexterne interventie bent gestart + vergeet ook niet te vermelden wanneer precies deze schoolexterne interventie van start is gegaan.

2 samenleving te kunnen bewegen. De samenleving is echter zo georganiseerd dat niet iedereen in gelijke mate deze competenties kan ontwikkelen. Hierdoor ontstaat een kloof tussen zij die zich wel doorheen onze samenleving kunnen bewegen en zij die dit niet kunnen. Ook binnen het onderwijs zien we deze kloof. Zo stellen Hirtt, Nicaise en De Zutter 3 uit onderzoek vast dat jongeren uit lagere sociale milieus meer vertraging oplopen en terecht komen in het BSO of TSO, in het deeltijds beroepsonderwijs, het leercontract of het buitengewoon secundair onderwijs. Van der Heyden en Van Trier 4 stellen dat mannen, allochtonen en jongeren van lagere sociale afkomst minder kansen hebben om het onderwijs gekwalificeerd te verlaten. Arktos kiest, als professionele vormingsorganisatie, uitdrukkelijk voor het werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Meer bepaald zien we het als onze taak om aan jongeren die omwille van diverse redenen (sociaal, psychologisch, ) de schoolse boot dreigen te missen, extra kansen te geven om hun kwalificatie te behalen om zo de kloof te dichten. Vanuit een brede samenwerking met CDO, CLB, welzijnspartners het netwerk rond de jongere en vooral vanuit ons geloof in de competenties van de jongere zelf, willen we nagaan of het P.O.T. een geschikt traject voor de jongere kan zijn. Belangrijke uitgangspunten Arktos werkt vanuit 4 basispijlers: Projectmatig werken Arktos werkt planmatig en doelgericht. De projecten worden uitgewerkt aan de hand van het Arktos projectmodel. Actieve vorming Arktos vertrekt in haar methodiek Actieve Vorming vanuit de leefwereld van het kind of de jongere, zowel in begeleidershouding als in werkvormen, met een ervaringsgerichte aanpak die kinderen en jongeren in beweging brengt. Individuele aandacht Arktos is een toegankelijke haven voor verhalen, bekommernissen of problemen van elk kind en elke jongere. Dat varieert van een individueel luisterend oor over goede doorverwijzing tot meer intensieve, persoonlijke begeleiding. Hecht partnerschap Arktos ontwikkelt projecten op maat vanuit een actief, hecht partnerschap waar kinderen, jongeren en partners nauw bij betrokken worden. 3 Hirtt, Nicaise en De Zutter; De school van de ongelijkheid, epo, 2007, 171p. 4 Vanderheyden en Van Trier; Sociale afkomst, onderwijs en maatschappelijke positie van Vlaamse jongeren bij begin van de loopbaan, in: Armoede en Sociale Uitsluiting, jaarboek 2008, Acco, 2008, p

3 Doelstelling(en) Een persoonlijk ontwikkelingtraject is er op gericht om de band met het onderwijs te vrijwaren en is, op maat van de jongere, gericht op het nemen van stappen naar arbeidsmarktparticipatie. Hiertoe is het nodig om zowel de jongere als diens netwerk te activeren. Het gaat over een samen op zoek gaan naar antwoorden en oplossingen voor zijn/ haar gegeven situatie. Daarnaast is een persoonlijk ontwikkelingstraject gericht op het versterken van persoonlijke en sociale vaardigheden. Samen met de jongere worden de voor hem/ haar specifieke leerpunten vastgelegd. Deze werkdoelen worden verankerd in een individueel trajectplan. Hieronder vindt u onze algemene doelstellingen. Algemene doelstellingen het contact met de jongere herstellen het versterken van de jongere als persoon, samen met de eigen context de band met de samenleving, meer specifiek met leren en werken, herstellen Persoonlijke doelen de jongere heeft inzicht in zijn/ haar handelen en vaardigheden (zelfkennis) de jongere kan zelfstandig en veilig een taak uitvoeren (zelfstandigheid en veiligheid) de jongere is geïnteresseerd en gemotiveerd om actief deel te nemen aan de vorming (motivatie en inzet) de jongere kan een aangevatte taak volhouden en volbrengen (doorzetting) de jongere kan zijn verantwoordelijkheid opnemen (verantwoordelijkheid) de jongere kan eigen keuzes maken en beslissingen nemen, los van druk van buiten uit (zelfvertrouwen) de jongere kan opkomen voor zichzelf (assertiviteit) de jongere kan respect opbrengen voor gewoonten en culturen die niet de zijne zijn (wederzijds respect en verdraagzaamheid) Sociale doelen de jongeren kunnen in groep samen werken (samenwerking) de jongeren kunnen in groep conflicten hanteren en oplossen (conflicthantering) de jongeren kunnen naar elkaar luisteren en een discussie voeren (communicatie) de jongeren zijn zich bewust van groepsdruk en kunnen hiermee omgaan (assertiviteit) de jongeren kunnen taken verdelen en afspraken nakomen (verantwoordelijkheid)

4 a. Doelbepaling gekoppeld aan fasering Op projectniveau Op projectniveau is het persoonlijk ontwikkelingstraject opgebouwd rond drie algemene doelstellingen. Op basis hiervan kunnen we een aantal fasen onderscheiden. Het is belangrijk om weten dat deze fasen geen lineair maar een circulair verloop kennen. Doelstelling 1: Herstellen van contact met de jongere. Fase 1: Ontladings- en kennismakingsfase In deze fase staan onthaal, ontlading, veiligheid, vertrouwen en verbondenheid centraal. Fase 2: Trajectbepalingsfase Samen met de jongere worden, voortbouwend op de doelstellingen geformuleerd tijdens de ronde tafel, haalbare en concrete doelstellingen en leerpunten geformuleerd. Deze worden uitgeschreven in een handelingsplan, respectievelijk het persoonlijk onwtikkelingsplan (POP) en het trajectplan perspectief. Deze plannen bevatten concrete stappen die de jongere dient te nemen om zijn doelstellingen te kunnen bereiken. Het is voor ons van wezenlijk belang dat de jongere mede-eigenaar is van zijn/ haar POP. Dit POP wordt op een case-overleg teruggekoppeld aan de trajectbegeleiding van het CDO en het CLB alsook naar het netwerk rond de jongere. Het doet dienst als basis voor evaluatiemomenten en als start voor een volgende fase. Doelstelling 2: Versterken van de jongere. Fase 3: Uitvoeringsfase In deze fase worden POP s en trajectplannen perspectief, in uitvoering gebracht. Centraal staat het activeren, motiveren en versterken van de jongere. Doelstelling 3: Herstellen van de band met de samenleving, in casu met het centrum voor leren en werken of andere (onderwijs)trajecten. Fase 4: oriëntatie en afrondingsfase Bij een gunstig verloop van de uitvoeringsfase wordt opnieuw een ronde tafel belegd. Tijdens dit overleg worden de bereikte leerpunten/doelstellingen besproken, verder worden

5 er afspraken gemaakt in functie van mogelijke doorstroming, nazorg en opvolging. Op trajectniveau Wanneer er over doelstelingen op trajectniveau wordt gesproken, gaat het over verwachtingen geconcretiseerd in leer- en werkpunten op niveau van de jongere. Deze worden opgenomen in een persoonlijk ontwikkelingsplan en worden op regelmatige basis geëvalueerd. Het POP vormt als het ware de rode draad doorheen elk persoonlijk ontwikkelingstraject en is een dankbaar instrument tijdens individuele gesprekken, evaluatiemomenten, perspectiefgesprekken, case-overleggen en ronde tafels. Doelgroep(en) 5 Duur van het traject 6 Actieradius 7 Gemiddeld aantal trajecten (expliciteer per kalenderjaar of per schooljaar en maak eventueel onderscheid tussen minimaal te behalen en effectief gerealiseerd) De doelgroep van een persoonlijk ontwikkelingstraject bestaat uit jongeren die ingeschreven zijn in een centrum deeltijds onderwijs; meisjes en jongens tussen 15 en 18 jaar. Het betreft jongeren die een multi complexe problematiek met zich meedragen. Het kan gaan over jongeren die nog geen arbeidsattitudes en motivatie hebben ontwikkeld en die moeilijk te integreren zijn in een leer- of vormingsomgeving. Vaak kunnen deze jongeren niet meedraaien in een schools- en/ of arbeidsgericht traject, omwille van allerlei redenen. Daarnaast kan het ook gaan over jongeren die wel zouden kunnen instappen in een arbeidsgericht traject maar momenteel hun voltijds engagement niet invullen omwille van een andere redenen (vb. taalproblematiek of gedragsproblematiek die maakt dat de jongere niet in het schoolse milieu kan functioneren). De duur van het traject is onbepaald, het wordt minstens om de twee maanden herbekeken. Dit is afhankelijk van de woonplaats van de jongere en zijn of haar actieradius. We bieden POT aan in Aarschot, Wezemaal (Rizsas) en Leuven. Te behalen uren per schooljaar: of 34.4 trajecten Effectief gerealiseerde uren (op 20/03/2012): We haalden de afgelopen jaren minimaal ongeveer 85 % en maximaal 122% van de vooropgezette uren. 5 Omschrijf je doelgroep zo concreet mogelijk, ook bijv. brede toegang of (eerder) beperkt tot bepaalde sector(en),? Expliciete insluitings- en/of uitsluitingscriteria? 6 Van aanmelding tot afsluiting van het dossier 7 Hiermee wordt het werkterrein bedoeld. Werk je bijvoorbeeld voor een ganse provincie of een deel ervan? Welk deel dan exact? Etc?

6 Concrete invulling: Hoe wordt het traject met de jongere concreet ingevuld? 8 Welke methodiek(en) gebruik je hierbij? 9 Welke ingezette methodiek(en) zouden kunnen inspirerend zijn voor het onderwijs? Waarom? Wordt er tijdens het traject samengewerkt met de context? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? 10 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? 11 Atelierwerking, portfolio (werken rond de leerdoelen van de jongere), sport, groepsdynamica Onze actieve en ervaringsgerichte aanpak is een breuk met het eerder schoolse leren. Waar het deeltijds onderwijs zich voornamelijk richt tot het aanleren van een beroep, richten wij ons met de persoonlijke ontwikkelingstrajecten op zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfwaarde om bewuste keuzen te kunnen maken. Een specifieke begeleiderhouding is erop gericht jongeren te stimuleren tot betrokkenheid en mede-eigenaarschap van de activiteiten, de werking en finaal, hun eigen traject. - Rots en water, een fysieke weerbaarheidstraining voor jongeren. - actieve vorming - herstelgericht denken en werken - Ronde tafels: overleg tussen de individuele begeleider van de jongere, de leerlingenbegeleiding van de betrokken school, het CLB, de ouders (of opvoedingsverantwoordelijke) van de jongere en de jongere zelf. - Huisbezoeken - Telefonisch contact met ouders (of opvoedingsverantwoordelijke) van de jongere - Auxilia: een organisatie bestaande uit gepensioneerde leerkrachten die bijles geven op maat. Dit kan tijdens de vormingsuren. Les vindt plaats op Arktos zelf. Enkel op vraag van de jongere. - Het Veerhuis: wanneer de jongere aangeeft dat hij wil werken aan zijn drugsproblematiek. - Rizsas (samenwerkingsverband Arktos-De Wissel-Jeugddorp) 8 Bijvoorbeeld: Welke activiteit(en) bied je tijdens het traject aan? Atelierwerking?, werkplekleren?, coaching? 9 Bijvoorbeeld methodiek van ronde tafel, van actieve vorming, van ervaringsleren,? 10 Wordt er tijdens het traject van de jongere samengewerkt met de context? Zo ja, wie uit de context? Bijv. de ouders? Het gezin van de jongere? Ruimere context,?. Zo ja, wanneer en hoe? 11 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Dit kan zowel intern zijn, bijv. een aanbod dat binnen je organisatie aanwezig is, of extern, dit is dan buiten je eigen organisatie. Met leerplekken bijvoorbeeld? Met vrijwilligers? Etc. En/of werk je ook samen met interventies binnen onderwijs? Welke eventueel?

7 2. Proces vd schoolexterne interventie Proces van aanmelding tot afsluiting Meet je op een bepaalde manier het resultaat van je traject? 12 Zo ja, wat precies? En hoe doe je dit concreet? Wie kan er aanmelden bij jouw schoolexterne interventie? Op het einde van hun traject/schooljaar krijgen de jongeren een EVC. We kennen het aantal jongeren dat hun onderwijsloopbaan toch afmaakt en het aantal jongeren dat terug gaat naar een CDO. De doelgroep van een persoonlijk ontwikkelingstraject bestaat uit jongeren die ingeschreven zijn in een centrum deeltijds onderwijs; meisjes en jongens tussen 15 en 18 jaar. Meer bepaald gaat het om jongeren komende van het CDO Damiaaninstituut uit Aarschot en CDO Redingenhof uit Leuven. Het is ook mogelijk om jongeren rechtstreeks aan te melden bij Arktos. Ze zullen dan wel moeten ingeschreven worden in een CDO om deel te kunnen nemen aan het POT. Wat gaat vooraf aan de aanmelding bij jouw schoolexterne interventie? 13 Hoe kan een aanmelding plaatsvinden? 14 Er zijn twee mogelijke aanmeldingen, onrechtstreekse en rechtstreekse. Onrechtstreekse aanmeldingen gebeuren door de leerlingenbegeleiding van een betrokken school. Het CLB screent de jongere. Hierna vindt er een startrondetafel plaats. Rechtstreekse aanmeldingen zijn aanmeldingen bij P.O.T. zelf. Dit kan gebeuren door een organisatie die betrokken is bij de jongere, maar ook door de jongere (en ouders/opvoedingsverantwoordelijke) zelf. Aanmelding via CDO (onrechtstreekse aanmelding) Indien een jongere zich aanmeldt in een CDO vindt het intakegesprek daar plaats. Tijdens dit intakegesprek gaat het CDO na of de jongere voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden. Indien zo, kan de jongere zich inschrijven en wordt de jongere ook ingeschreven bij de VDAB. Om een traject op maat te kunnen realiseren is het belangrijk over voldoende en relevante informatie te beschikken over de jongere. Daarom wordt elke jongere 12 Maak je bijvoorbeeld gebruik van bepaalde vormen van kwalificering tijdens het traject met de jongere zoals EVC (Elders Verworven Competenties)? 13 Wat gebeurt er meestal concreet voor dat er een aanmelding wordt gedaan. Wie heeft bijv. welke stappen gezet? Of heb je er geen zicht op.? 14 Via meldpunt, schriftelijk (hoe dan concreet), telefonisch,?

8 binnen de 14 dagen na inschrijving gescreend aan de hand van een computeropdracht en een criteriumgericht interview. De computeropdracht 15 bevat een vragenlijst waarbij de jongere zichzelf moet scoren aan de hand van 10 verschillende criteria (werkbereidheid, stiptheid, aanvaarden van gezag, inzet/volhouden, aandacht/concentratie, omgaan met kritiek, samenwerken, flexibiliteit, initiatief nemen en sociale vaardigheden). Daarnaast omvat de screening een gesprek waarbij samen met de jongere de resultaten van deze computeropdracht overlopen worden en bijkomende vragen kunnen gesteld worden aan de hand van een knipperlichtenlijst 16. Deze aandachtslijst voor potentiële P.O.T.-kenmerken bevraagt de schoolloopbaan, de sociale situatie, leer- en ontwikkelingsproblemen, medische antecedenten, hulpverleningshistoriek,. Indien nodig vraagt de trajectbegeleider via de CLBmedewerker bijkomende informatie op uit het CLB-dossier. Arktos pleit voor een flexibel gebruik van het screeningsinstrument. De focus moet liggen op het verzamelen van de juiste informatie voor het bepalen van een traject op maat. Als de screening uitwijst dat een jongere in aanmerking komt voor een persoonlijk ontwikkelingstraject, neemt de trajectbegeleider van het CDO of de CLBmedewerker contact op met Arktos in functie van de mogelijkheden binnen het persoonlijk ontwikkelingstraject en voor het vastleggen van een startrondetafel. Indien een jongere reeds ingeschreven was in het CDO wordt de beslissing genomen vanuit de klassenraad. Vervolgens neemt de trajectbegeleider contact op met het CDV in functie van de mogelijkheden binnen het P.O.T. De CLBmedewerker stelt het gemotiveerd verslag op en legt een startrondetafel vast in overleg met het CDO en Arktos. Rechtstreekse aanmelding Doorheen de opgebouwde expertise in de samenwerkingsverbanden met centra 15 Zie bijlage 3.: via kan je deze computeropdracht via Excell downloaden. 16 Zie bijlage 3. punt 2.4. p90

9 voor deeltijds onderwijs, en onze eigen CDV s Het Treffen, maar ook door onze andere onderwijsprojecten, bouwde Arktos een uitgebreid netwerk en nauw partnerschap met Bijzondere Jeugdzorg, sociale dienst bij jeugdrechtbank,. Arktos wil een actief beleid voeren m.b.t. de rechtstreekse aanmelding. Dit doen we door onze P.O.T.-projecten en de mogelijkheid tot rechtstreekse aanmelding binnen ons netwerk kenbaar te maken. Indien een jongere zich rechtstreeks aanmeldt bij Arktos, neemt Arktos de regiefunctie voor intake en screening op zich. Tijdens het intakegesprek gaan we na of de jongere voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor inschrijving in een CDO en maakt de jongere kennis met het persoonlijk ontwikkelingstraject. Bij rechtstreekse aanmelding dient een jongere zich administratief in te schrijven in een CDO naar keuze. Samen met de jongere, zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken, stellen we de verschillende CDO s uit de regio voor. Vervolgens neemt Arktos contact op met het CDO van keuze om een afspraak voor inschrijving te maken. In overleg met de partners bepalen we wie de jongere inschrijft bij de VDAB. De jongere wordt door de vormingswerker gescreend via de computeropdracht en een interview op basis van de knipperlichtenlijst. Arktos pleit voor een flexibel hanteren van het screeningsinstrument waarbij de focus steeds moet liggen op het doel ervan, namelijk zinvolle informatie verwerven om een traject op maat voor de jongere te kunnen uittekenen. Deze screening kan leiden tot de opstart van een persoonlijk ontwikkelingstraject. Indien zo wordt met jongere, ouders, trajectbegeleider van het CDO, de CLBmedewerker, Arktos en betrokkenen een startrondetafel belegd. Indien de screening aangeeft dat de jongere niet in aanmerking komt voor een persoonlijk ontwikkelingstraject, wordt hij door Arktos doorverwezen naar het CDO of naar het CLB, een andere onderwijsvorm of school. Aanmelding, intake en screening is plaatselijk maatwerk. In functie van een geëngageerd partnerschap en in het belang van de jongere legt Arktos hiervoor samen met CDO en CLB duidelijke afspraken vast. Lokale afspraken kunnen op

10 Hoe verloopt de besluitvorming tot opstart van het traject? 18 voorhand worden doorgelezen door de coördinatiedienst. Deze afspraken worden opgenomen als bijlage bij het samenwerkingsakkoord 17. Hoewel het decreet geen startrondetafel oplegt, kiest Arktos hier resoluut wel voor. In belang van de jongere en het welslagen van zijn/haar traject streven we naar aanwezigheid van alle betrokkenen bij de start van het traject. Hiermee bedoelen we alle partners (CDO, CLB, CDV), de jongere, zijn ouders en/of opvoedingsverantwoordelijken en evt. belangrijke derden. Een rondetafel gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid en engagement van alle betrokkenen voor de situatie van de jongere. Het doel van een rondetafel is dat iedereen de kans krijgt zijn verhaal en verwachtingen kenbaar te maken. Zo komen we samen tot een gedeelde probleemanalyse. Door duidelijke doelstellingen te formuleren werken we samen aan een gedeelde oplossingsstrategie. Op die manier creëren we een breder draagvlak met medeverantwoordelijkheid van alle partners en personen rond de tafel. Bij voorkeur worden de doelstellingen en concrete engagementen opgenomen in een engagementsverklaring die tijdens de rondetafel opgesteld en ondertekend wordt. De CLB-medewerker is bij voorkeur verantwoordelijk voor het voorzitten van de rondetafel. De trajectbegeleider vertegenwoordigt het CDO, de vormingswerker vertegenwoordigt Arktos. Hoe wordt de effectieve start genomen? 19 Elke jongere krijgt een individuele begeleider toegewezen (IB). Voordat een jongere start met de groepsvorming heeft hij eerst een actieve instap met zijn IB. Tijdens deze instap wordt er een vragenlijst ingevuld samen met de jongere en krijgt de jongere meer informatie over de werking van een P.O.T. Zijn er bepaalde noodzakelijke administratieve formaliteiten? 20 Een gemotiveerd verslag van het CLB dat bij de betrokken school hoort. 17 Zie bijlage 1.: decreet leren en werken, art , art. 18. en art Welke stappen worden allemaal genomen? Hoe loopt het besluitvormingsproces van aanmelding tot effectieve opstart? 19 Met effectieve start bedoelen we: de eerste dag dat de jongere effectief deelneemt aan de schoolexterne interventie. 20 Of nog, moeten bepaalde administratieve formaliteiten zijn vervuld opdat de jongere effectief kan starten? Zo ja, welke dan precies?

11 Is er regelmatige opvolging tijdens het traject. Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? Het persoonlijk ontwikkelingsplan is het instrument waarin het persoonlijk ontwikkelingstraject van de jongere opgevolgd wordt. Het is een verdere concretisering van de doelstellingen van de startrondetafel. Samen met de jongere concretiseren we de verschillende doelstellingen in competenties. Het persoonlijk ontwikkelingsplan omvat de contactgegevens van alle betrokkenen, een overzicht van de vooropgestelde doelstellingen zoals geformuleerd tijdens de startrondetafel, de concretisering van deze doelstelling in competenties en de verslaggeving m.b.t. de opvolging van de ondernomen acties, opvolging en evaluatieverslagen. Vanuit het competentiegericht denken bouwen we evaluatiemomenten in tijdens de groepsvorming (portfolio) of tijdens individuele momenten. Aan de hand van active reviewing-werkvormen, creatieve opdrachten, evaluatieformulieren, peerfeedback, het enneagram, individueel of in groep, staan we stil bij de competenties. De jongere kan steeds zijn persoonlijk ontwikkelingsplan inkijken. Daarnaast wordt er minstens alle twee maanden een ronde tafel georganiseerd met alle betrokken actoren. Hierbij worden dus de jongere, de ouders, school, CLB, een P.O.T.-mederwerker en soms andere zinvolle parters zoals een leefgroepbegeleider uitgenodigd voor een ronde tafel. Tijdens de ronde tafel wordt de jongere zijn traject bekeken en indien nodig aangepast. Een ronde tafel kan sneller samengeroepen worden op vraag van één van de betrokken partijen. Wanneer exact? Hoe gebeurt de afsluiting van het traject? Met wie? Is er een evaluatie 21? Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? In welke fase van de probleemontwikkeling tav het Een traject wordt afgesloten tijdens een eindrondetafel, waarbij dezelfde partijen betrokken zijn als tijdens alle andere ronde tafels. Rondetafels, opvolging en evaluatie(evc). Samen met de school en met de betrokkenen. Een P.O.T wordt opgestart wanneer het moeilijk verloopt op school. Dit kan zeer uiteenlopend zijn, de jongere is opstandig, maar evengoed wanneer hij te stil is op 21 Met evaluatie bedoelen we: wordt er op een gegeven moment teruggeblikt op het traject van de jongere? Stilgestaan bij de vraag hoe één en ander is gelopen? Edm.

12 Na afsluiting? schooltraject wordt je schoolexterne interventie ingezet? 22 Vinden er nog acties plaats na afsluiting van het traject van de jongere? Bijv. Nazorg? 23 school of als hij helemaal niet naar school gaat. De school contacteert ons wanneer ze overtuigd zijn dat de jongere er meer baat bij heeft om een P.O.T. te volgen. Wanneer de vormingswerker en de jongere samen beslissen dat enkele uren nazorg zinvol kunnen zijn voor de jongere, dan vinden deze plaats. Dit gebeurt vaak met het oog op een warme overdracht naar school of VDAB. Jongeren kunnen ook na hun traject nog terecht bij Arktos. We hebben ook een werking voor Structurele inbedding Andere? Zijn er nog andere activiteiten die je tijdens of na het traject doet? 24 Zo ja, wat? Wat is je organisatievorm? 25 Het POT wordt georganiseerd door Arktos. Arktos Vlaams-Brabant is een vormingscentrum van Arktos VZW. Hoe ziet de personeelsequipe eruit qua -statuut (professioneel/vrijwilligers)? -diploma( s)? -tewerkstellingsvolume? Welke middelen worden ingezet? 26 Het POT van Arktos Vlaams-Brabant beschikt over een equipe van 5.3 FTE. Probleem is dat de instroom erg ongelijk is terwijl de personeelsequipe min of meer constant blijft. De diploma s en ervaring zijn zeer uiteenlopend (maatsch. Werker, criminoloog, psycholoog, mensen met technische bagage ) Arktos Vlaams Brabant heeft een toekenning van een maximaal subsidiebedrag van ,25 euro, nl ,50 POT uren aan 12,5 euro/uur. Welke financieringslogica wordt gehanteerd, Dit is een toekenning. Het uiteindelijk subsidiebedrag is afhankelijk van het 22 Dit kan gaan van jongeren die niet meer op school zitten tot zij die er nog dagdagelijks zijn. Of nog: binnen welke radius tussen het loopt prima op school en de jongere heeft geen school/is uitgesloten van de school situeert jouw schoolexterne interventie zich? 23 Hoe wordt dit dan ingevuld? Intern? Extern?? Hoe verloopt dit? 24 Bijvoorbeeld informatie/advies? Toeleiden naar hulpverlening tijdens het traject van schoolexterne interventie? Nog andere? 25 Staat bijv. je interventie op zich of maakt het deel uit van een groter geheel (organogram toevoegen)? of nog anders? 26 Denk hierbij zowel aan personele, werkings- als eventuele andere middelen. Is dit eigen financiering vanuit de organisatie? Externe financiering? Vrijwilligers? Combinatie? Vergeet zeker ook niet eventuele indirecte financiering te vermelden.

13 bijv. per dossier, voor de algemene werking,? Wat is/zijn je financieringsbron(nen)? 27 Over welke periode(n) loopt de financiering? Reguliere financiering: sinds wanneer? Projectfinanciering: duur vd financiering? Welk(e) bedrag(en)? Wie stuurt de ontwikkeling van je aanbod concreet inhoudelijk aan? 28 Aan welke overlegorganen in het kader van je schoolexterne interventie participeer je? 4. Knelpunten? Ervaar je bepaalde belangrijke knelpunten in verband met je schoolexterne interventie? Zo ja, beschrijf ze kort. 5. Administratieve Contactperso(o)n(en)? gegevens vd schoolexterne Contactgegevens? interventie aantal gerealiseerde uren, nl. aantal gerealiseerde POT uren maal 12,5 euro. Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO Koning Albert II laan Brussel. De financiering wordt per schooljaar bepaald ,25 euro indien alle uren P.O.T behaald worden. Het inhoudelijk aanbod wordt in samenspraak met de coördinator en teamverantwoordelijke door de vormingswerkers zelf aangestuurd. Daarnaast wordt er tweemaandelijks een stuurgroep georganiseerd die over bepaalde thema s mee kritisch bekijken en uitdiepen, zodat de kwaliteiten van het aanbod stijgt. Arktos volgt voor POT een conceptnota die werd aangemaakt door de Coördinatiedienst in samenspraak met de regionale werkingen. Adviesgroep Rizsas/Reisburo Adviesgroep Leerrecht AV en DB LOP SO Leuven Regionaal overlegplatform Stuurgroep POT met de CDO s Vrijwilligerswerk is niet toegelaten binnen het decreet. Dit is voor een aantal jongeren een zeer spijtige misser. De financiering en omkadering zijn ontoereikend tov wat er aan begeleiding wordt verwacht. Coördinator Arktos Vlaams Brabant: Dirk De Rijdt Glasblazerijstraat Leuven 016/ Specifieer voldoende naar bijv. welke overheid precies levert welke middelen aan. 28 Of nog anders gezegd: wie beslist hoe je schoolexterne interventie concreet wordt ingevuld? Zich verder ontwikkelt? Is dit je eigen organisatie? Een samenwerking tussen organisaties? Een stuurgroep? Nog andere? Combinatie?.

14