STATISTIEK I Samenvatting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STATISTIEK I Samenvatting"

Transcriptie

1 STATISTIEK I Samenvatting Academiejaar Prof. T. MARCHANT Juno KOEKELKOREN 1BA PSYCH Statistiek 1:

2 1BA PSYCH Statistiek 1:

3 DEEL 0 INTODUCTIE INHOUD H 1: INLEIDING 1.1 DE GRAFISCHE VOORSTELLING VAN DATA D.M.V. EEN HISTOGRAM 1.2 DE VERALGEMENING VAN OBSERVATIES VAN EEN STEEKPROEF NAAR EEN POPULATIE 1.3 IS MELK GEVAARLIJK VOOR DE GEZONDHEID? 1.4 CONCLUSIE 1BA PSYCH Statistiek 1:

4 HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 DE GRAFISCHE VOORSTELING VAN DATA D.M.V. EEN HISTOGRAM Grafische voorstellingen goed overzicht Histogram: " Werkelijkheidsgetrouw gelijke categorieën: " willekeur "#$ "# "#"# = "#$%#&'(# "##$%# "#$##%&'()*+# "#$%&'($ "#$$%&'%%()% DEF.: Beschrijvende statistiek is een verzameling van technieken om data synthetisch voor te stellen of samen te vatten. Vb.: gemiddelden, percentielen, variantie, cirkeldiagram (pie charts) 1.2 DE VERALGEMENING VAN OBSERVATIES VAN EEN STEEKPROEF NAAR EEN POPULATIE DEF.: Inductieve (verlagemenende) statistiek wordt gebruikt om observaties van een steekproef te veralgemenen naar de populatie met een bekend risico. Inductieve statistiek bevat ook technieken om dit risico te verkleinen. Indien men in één of meerdere experimenten de steekproef observeert en op basis hiervan conclusies trekt op het niveau van de populatie, zonder hierbij gebruik te maken van de inductieve statistiek, kent men het risico om een fout te maken niet en kan men dit risico ook niet verkleinen. Voorbeeld: Een nieuwe leermethode zorgt voor betere resultaten in een klas, op een school Kan je op basis hiervan deze leermethode verplicht maken in heel Vlaanderen? 1.3 IS MELK GEVAARLIJK VOOR DE GEZONDHEID? DEF.: Kansrekening is een gebied van de wiskunde dat het redeneren met kansen bestudeert. Kansrekening zorgt voor het vermijden of ontdekken van foutieve redeneringen en is noodzakelijk om de inductieve statistiek te begrijpen. Voorbeeld: (melk # softdrugs) 90% van de heroïneverslaafden hebben eerst melk gedronken. de proportie van melkdrinkers die later heroïneverslaafden worden de proportie van niet- melkdrinkers die later heroïneverslaafden worden 1.4 CONCLUSIE Statistiek is moeilijk te vermijden. Zonder statistiek kunt u niet veel doen of is het risico op zware fouten groot. 1BA PSYCH Statistiek 1:

5 DEEL 1 BESCHRIJVENDE STATISTIEK INHOUD H 2: BASISBEGRIPPEN 2.1 POPULATIE EN STEEKPROEF 2.2 VARIABELE H 3: BUDGET VOOR BOEKEN 3.1 ORDENINGSTECHNIEKEN Frequentieverdeling Gegroepeerde frequentieverdeling Relatieve frequentieverdeling 3.2 REDUCTIETECHNIEKEN Modus Modale klasse Mediaan (Rekenkundig) gemiddelde Variatiebreedte Gemiddelde (absolute) afwijking Variantie 3.3 CONCLUSIE H 4: PAS OP VOOR WIELRENNERS - MEETTHEORIE 4.1 SCHAALFAMILIES 4.2 VERSCHILLENDE MEETNIVEAUS Absolute schaal Ratioschaal Intervalschaal Ordinale schaal Nominale schaal 4.3 CONCLUSIE 1BA PSYCH Statistiek 1:

6 H 5: ORDENINGSTECHNIEKEN 5.1 INTERMEZZO: AFRONDING 5.2 FREQUENTIEVERDELING Gegroepeerde frequentieverdeling Cumulatieve frequentieverdeling Cumulatieve gegroepeerde frequentiverdeling Relatieve frequentieverdeling 5.3 GRAFISCHE VOORSTELLING Niet- cummulatieve frequenties Cummulatieve frequenties H 6: REDUCTIETECHNIEKEN 6.1 INTERMEZZO: VECTOREN 6.2 MATEN VAN CENTRALE TENDENTIE Het rekenkundig gemiddelde De mediaan De modus Welke maat van centrale tendentie gebruiken? 6.3 MATEN VAN SPREIDING De variantie De interkwartiel afstand De variatiebreedte De spreidingsmaat d H 7: BIVARIATE STATISTIEK 7.1 INLEIDING 7.2 BIVARIATE STATISTIEK IN BEELD De bivariate frequentieverdeling Het spreidingsdiagram (scatter plot) Marginale versus bivariate frequentieverdeling 7.3 ASSOCIATIETECHNIEKEN De eerste stappen De covariantie De correlatiecoëfficiënt van Pearson De regressielijn Kendall s τ associatiemaat De rangcorrelatiecoëfficiënt van Spearman: r 7.4 CONCLUSIE 1BA PSYCH Statistiek 1:

7 HOOFDSTUK 2: BASISBEGRIPPEN 2.1 POPULATIE EN STEEKPROEF DEF.: De populatie is de gehele groep objecten of personen waarover informatie wordt gewenst. Elementen of individuen zijn de individuele leden van de populatie. Een steekproef is een gedeelte van de populatie dat feitelijk wordt onderzocht om informatie te vergaren. 2.2 DE VERALGEMENING VAN OBSERVATIES VAN EEN STEEKPROEF NAAR EEN POPULATIE DEF.: Een variabele is een eigenschap die bij de elemeneten van de populatie of van de steekproef varieërt. EIGN.: NUMERIEK / NIET- NUMERIEK De mogelijke waarden van een numerieke variabele zijn getallen. Vb.: IQ, loon ( ), geslacht (0/1) De mogelijke waarden van een niet- numerieke variabele zijn verschillend van getallen. Vb.: haarkleur, sociabiliteit, geslacht (man/vrouw), loon (hoog/laag) EIGN.: KWANTITATIEF / KWALITATIEF Intrensieke eigenschap Kwantitatieve variabelen zijn variabelen die een kwantiteit of een hoeveelheid voorstellen. Vb.: loon, reactietijd, polsslag Kwalitatieve variabelen zijn variabelen die een kwaliteit of eigenschap voorstellen. Vb.: haarkleur, sociabiliteit, geslacht EIGN.: CONTINU / DISCREET Continue variabelen zijn variabelen die continu variëren. Dit betekent dat tussen elke twee willekeurige waarden van deze variabelen een derde waarde ligt. Vb.: leeftijd (11 jaar, 4 maanden, 5 dagen, 13 uren ), IQ Discrete variabelen zijn variabelen die niet continu zijn. Vb.: aantal broers of zussen, opleidingsniveau, loon (slechts tot 100 ste van centen) 1BA PSYCH Statistiek 1:

8 HOOFDSTUK 3: BUDGET VOOR BOEKEN 3.1 ORDENINGSTECHNIEKEN 1. FREQUENTIEVERDELING DEF.: Een frequentieverdeling is een tabel met de verschillende geobserveerde waarden van de variabele en, voor elke waarde, het aantal keer dat de waarde geobserveerd werd ((absolute) frequentie). Grafische voorstelling: LIJNDIAGRAM EIGN.: In een lijndiagram is er een lijn voor elke geobserveerde waarde en de hoogte van de lijn geeft de frequentie weer voor die waarde. 2. GEGROEPEERDE FREQUENTIEVERDELING DEF.: Een gegroepeerde frequentieverdeling is een tabel met de verschillende geobserveerde waarden van de variabele gegroepeerd in klassen van gelijke breedte en, voor elke klasse, het aantal keer dat de waarden in de klasse geobserveerd werden ((absolute) frequentie). Grafische voorstelling: HISTOGRAM EIGN.: - De breedte van de rechthoek is gelijk aan de breedte van de klasse. - De oppervlakte van de rechthoek is gelijk aan de frequentie van de klasse. - De hoogte (lengte) van de rechthoek is gelijk aan het quotiënt van de frequentie van de klasse en breedte van de klasse of de oppervlakte van de rechthoek en de breedte van de rechthoek ( ""#$%& ). "#$$%&'%%()% 3. RELATIEVE FREQUENTIEVERDELING DEF.: De relatieve frequentie van een geobserveerde waarde van de variabele of van een klasse van de variabele is de proportie. Deze wordt berekend door het quotiënt van de absolute frequentie (het aantal waarnemingen van de geobserveerde waarde/de klasse van de variabele) en het totaal aantal waarnemingen: "#. "#$. ". # ""#$%&'$(%$. DEF.: Een relatieve frequentieverdeling is een tabel met de verschillende geobserveerde waarden van de variabele en, voor elke waarde, de proportie (relatieve frequentie). DEF.: Een gegroepeerde relatieve frequentieverdeling is een tabel met de verschillende geobserveerde waarden van de variabele gegroepeerd in klassen van gelijke breedte en, voor elke klasse, de proportie (relatieve frequentie). Grafische voorstelling: HISTOGRAM VAN DE RELATIEVE FREQUENTIE 1BA PSYCH Statistiek 1:

9 3.2 REDUCTIETECHNIEKEN DEF.: Een reductietechniek is een techniek die een verdeling tot één getal reduceert. MATEN VAN CENTRALE TENDENTIE 1. MODUS DEF.: De modus is de onafhankelijke variabele met de grootste frequentie (grootste afhankelijke variabele). EIGN.: De modus is zeer gevoelig aan kleine frequentie veranderingen. $ de modus is gebaseerd op de frequentste waarde en houdt geen rekening met de rest van de verdeling. 2. MODALE KLASSE DEF.: De modale klasse is de klasse met de grootste frequentie (grootste afhankelijke variabele). EIGN.: De modale klasse is minder gevoelig aan kleine frequentie veranderingen dan de modus, doordat de klassen verscheidene waarden bevatten. $ de modale klasse is gebaseerd op de verschillende waarden, maar niet op de hele verdeling. EIGN.: De modale klasse is een goede maat van centrale tendentie bij min of meer symmetrische verdelingen, maar niet bij sterk asymmetrische verdelingen. 3. MEDIAAN DEF.: De mediaan (md) is de waarde van de variabele waarvoor geldt dat het aantal observaties kleiner dan md gelijk is aan het aantal observaties groter dan md. 1BA PSYCH Statistiek 1:

10 4. (REKENKUNDIG) GEMIDDELDE BEGRIPPEN X, Y Variabelen x, y Waarde van de variabele X of Y bij het i- de element van de steekproef n (), n () Steekproefgrootte x, y Steekproef DEF.: Het rekenkundig gemiddelde (x) van de variabele X in de steekproef x is gelijk aan het quotiënt van de som van alle waarde van de variabele X en de steekproefgrootte n. x = 1 n n i1 x i = x 1 + x x n n EIGN.: Het gemiddelde is een maat die altijd min of meer in het centrum van de verdeling ligt. SPREIDINGSMATEN 5. VARIATIEBREEDTE DEF.: De variatiebreedte (v) of range van de variabele X is het verschil (of afstand) tussen de grootste geobserveerde waarde en de kleinste geobserveerde waarde. M.a.w. de variatiebreedte is gelijk aan de totale spreiding van de verdeling. v X = max n i1 x i min n i1 x i EIGN.: De variatiebreedte is gevoelig voor outliners. 6. GEMIDDELDE (ABSOLUTE) AFWIJKING DEF.: De afwijking is het verschil tussen degeobserveerde waarde en het gemiddelde: x x. GEMIDDELDE VAN DE AFWIJKINGEN: x x $ EIGN.: Het gemiddelde afwijking tussen de observaties en het rekenkundig gemiddelde is altijd nul. (compensatie- effect) $ de negatieve waarden compenserend de positieve waarden * Oplossing: negative waarden positief $ absolute waarden: gemiddelde absolute afwijking $ kwadrateren: variantie 1BA PSYCH Statistiek 1:

11 BEWIJS 1 n = 1 n = 1 n x x x x = x 1 n 1 n x x x Getallen distributiviteit x = n = x 1 n (x + x + + x ) = x 1 (n. x) n = x x = 0 DEF.: De gemiddelde absolute afwijking (ga ) is het gemiddelde van de absolute waarde van het verschil tussen degeobserveerde waarde en het gemiddelde. ga X = 1 n n i1 x i x EIGN.: - Hoe groter de gemiddelde absolute afwijking, hoe groter de spreiding. - De gemiddelde absolute afwijking is nul, als alle elementen dezelfde waarde hebben. 7. VARIANTIE DEF.: De variantie (s ) is het gemiddelde van het kwadraat van het verschil tussen de geobserveerde waarde en het gemiddelde. s = 1 n x x EIGN.: - De variantie is moeilijk interpreteerbaar. - De variantie is (momenteel) enkel nuttig om de spreiding van twee frequentieverdelingen te vergelijken. $ één enkele variantie is dus (momenteel) niet bruikbaar. 1BA PSYCH Statistiek 1:

12 3.3 CONCLUSIE Op basis van bovenstaande ordeningstechnieken en reductietechnieken kunnen we eigenschappen van ferquentieverdelingen observeren zonder interpretaties te doen. Deze eigenschappen zijn objectief voor zover iedereen dezelfde observaties kan herhalen en niemand kan bewijzen dat ze verkeerd zijn. Op basis van deze vaststellingen kunnen we de data proberen te interpreteren. Deze interpretatis zijn subjectief. Interpretaties tonen ons nieuwe onderzoeksrichtingen en helpen ons verder te gaan. 1BA PSYCH Statistiek 1:

13 Juno KOEKELKOREN HOOFDSTUK 4: PAS OP DE WIELRENNERS - MEETTHEORIE DEF.: Meten is het toekennen van getallen aan een object om een empirische eigenschap te representeren. 4.1 SCHAALFAMILIES EIGN.: Voor elke karakteristiek die we willen weten is er een familie van mogelijke schalen. (Enkel vanaf ratio schaal) Vb.: lengte: mm, cm, m, km, foot, yard, mile, zeemijl DEF.: Een zinvolle bewering is een bewering waarvan de waarheidswaarde dezelfde blijft met alle schalen uit de geassocieerde familie. EIGN.: Als we kunnen bewijzen dat een bewering zinvol is voor iedereen, met onverschillig welke schaal uit de schaalfamilie, dan is de bewering zinvol. Voorbeeld bewijs 1 Bewering: π‘₯ π‘₯ = π‘₯ π‘₯ Gegeven: ratioschaal metingen persoon 1 = π‘₯, π‘₯, π‘₯, π‘₯ Stel: metingen persoon 2 = π‘₯, π‘₯, π‘₯, π‘₯ Verband: π‘₯ = π‘Žπ‘₯ cte a = wijziging van meeteenheid binnen de ratioschaal Bewijs: π‘Žπ‘₯ π‘Žπ‘₯ = π‘Žπ‘₯ π‘Žπ‘₯ π‘Ž π‘₯ π‘₯ = π‘Ž(π‘₯ π‘₯ ) π‘₯ π‘₯ = π‘₯ π‘₯ Besluit: De waarheidswaarde v/d bewering is onafhankelijk v/d meetschaal. De bewering is zinvol. Voorbeeld bewijs 2 Bewering: π‘₯ π‘₯ = π‘₯ π‘₯ Gegeven: intervalschaal metingen persoon 1 = π‘₯, π‘₯, π‘₯, π‘₯ Stel: metingen persoon 2 = π‘₯, π‘₯, π‘₯, π‘₯ Verband: π‘₯ = π‘Žπ‘₯ + 𝑏 cte a = wijziging van meeteenheid binnen de intervalschaal cte b = wijziging van oorsprong binnen de intervalschaal Bewijs: (π‘Žπ‘₯ + 𝑏) (π‘Žπ‘₯ + 𝑏) = (π‘Žπ‘₯ + 𝑏) (π‘Žπ‘₯ + 𝑏) π‘Žπ‘₯ + 𝑏 π‘Žπ‘₯ 𝑏 = π‘Žπ‘₯ + 𝑏 π‘Žπ‘₯ 𝑏 π‘Žπ‘₯ π‘Žπ‘₯ = π‘Žπ‘₯ π‘Žπ‘₯ π‘Ž π‘₯ π‘₯ = π‘Ž(π‘₯ π‘₯ ) π‘₯ π‘₯ = π‘₯ π‘₯ Besluit: De waarheidswaarde v/d bewering is onafhankelijk v/d meetschaal. De bewering is zinvol. 1BA PSYCH Statistiek 1:

14 4.2 VERSCHILLENDE MEETNIVEAUS 1. ABSOLUTE SCHAAL (HOOGSTE MEETNIVEAU) DEF.: Variabelen worden op een absolute schaal gemeten wanneer: - er geen andere schaal mogelijk is ( hoogste meetniveau) - de meenteenheid en de oorsprong schaal vast zijn Getallen die we bekomen door te tellen zijn op een absolute schaal. EIGN.: Zinvolle/zinloze beweringen: Vb. Zinvolle beweringen: alle Vb. Zinloze beweringen: / 2. RATIOSCHAAL (TWEEDE HOOGSTE MEETNIVEAU) DEF.: Variabelen worden op een ratio schaal gemeten wanneer: - de enige mogelijke wijziging een meeteeinheidverandering is - de oorsprong schaal- vast zijn - alle schalen van de familie verbonden zijn d.m.v. een vermenigvuldiging met een constante EIGN.: Zinvolle/zinloze beweringen: Vb. Zinvolle beweringen: x = 2y; x y; x = 1,5y Vb. Zinloze beweringen: x = 2; x y 1; x = y INTERVALSCHAAL (DERDE HOOGSTE MEETNIVEAU) DEF.: Variabelen worden op een intervalschaal gemeten wanneer: - de enige mogelijke wijzigingen een meeteeinheid- en een oorsprongsverandering zijn - alle schalen van de familie verbonden zijn d.m.v. een vermenigvuldiging met een constante en een toevoeging van een constante EIGN.: Zinvolle/zinloze beweringen: Vb. Zinvolle beweringen: Vb. Zinloze beweringen: x y = 2 z w ; x y z w; x < y x = 2y; md = 3md ; x = 0,5y + alle zinloze beweringen met ratioschalen 1BA PSYCH Statistiek 1:

15 4. ORDINALE SCHAAL DEF.: Variabelen worden op een ordinale schaal gemeten wanneer: - alle wijzigingen, die de volgorde behoeden, mogelijk zijn. EIGN.: Zinvolle/zinloze beweringen: Vb. Zinvolle beweringen: x > y; md md ; mo < mo ; min (x, x ) min (y, y ) Vb. Zinloze beweringen: x y = 2 z w ; x < y; s s + alle zinloze beweringen met intervalschalen " Riskante wiskundige bewering: Het optellen en vermenigvuldigen van ordinale getallen leidt meestal tot zinloze beweringen. 5. NOMINALE SCHAAL DEF.: Variabelen worden op een nominale schaal gemeten wanneer: - alle wijzigingen, die de identiteit behoeden, mogelijk zijn. EIGN.: - De waarden van de variabelen hebben nu geen numerieke betekenis meer. - De volgorde van de getallen heeft nu geen betekenis meer. EIGN.: Zinvolle/zinloze beweringen: Vb. Zinvolle beweringen: f = 5f ; f + f = f + f ; mo = mo $ o.b.v. frequenties Vb. Zinloze beweringen: x > y; md < md ; min (x, x ) min(y, y ) + alle zinloze beweringen met ordinale schalen 4.3 CONCLUSIE Een bewering is zinloos als ze afhankelijk is van willekeurige keuzes. Dit is het geval wanneer een andere persoon, die andere keuzes maakt, het tegenovergestelde kan beweren. Om te weten of een bewering zinvol is, moeten we nakijken of de bewering correct is met elke willekeurige schaal uit de familie van de mogelijke schalen. 1BA PSYCH Statistiek 1:

16 Juno KOEKELKOREN ABSOLUUT MEETNIVEAU RATIO MEETNIVEAU Variabelen Kwantitatief Meeteenheid Vast Oorsprong Vast Vast Alle π‘₯ = 2𝑦 π‘₯ 𝑦 π‘₯ = 1,5𝑦 Zinvolle beweringen Zinloze beweringen Voorbeelden / Aantal INTERVAL MEETNIVEAU Kwantiatief Kwantitatief Veranderlijk Veranderlijk d.m.v. vermenigvuldiging π‘₯ = 2 π‘₯ 𝑦 1 π‘₯ = 𝑦 + 3 Lengte Massa Tijd " interval ORDINAAL MEETNIVEAU NOMINAAL MEETNIVEAU Kwalitatief Kwalitatief Volgorde Identiteit numerieke betekenis volgorde d.m.v. vermenigvuldiging Veranderlijk d.m.v. optelling π‘₯ 𝑦 = 2 𝑧 𝑀 π‘₯ 𝑦 𝑧 𝑀 π‘₯ < 𝑦 π‘₯ = 2𝑦 π‘šπ‘‘ = 3π‘šπ‘‘ π‘₯ = 0,5𝑦 + alle zinloze beweringen op ratioschaal Temperatuur Tijd " tijdzones " alle wijzigingen zolang volgorde niet wijzigt π‘₯ > 𝑦 π‘šπ‘‘ π‘šπ‘‘ π‘šπ‘œ < π‘šπ‘œ min (π‘₯, π‘₯ ) min (𝑦, 𝑦 ) π‘₯ 𝑦 = 2 𝑧 𝑀 π‘₯ < 𝑦 𝑠 𝑠 + alle zinloze beweringen op intervalschaal Het optellen en vermenigvuldigen van ordinale getallen leidt m eestal tot zinloze beweringen Likertschaal Wedstrijduitslagen e e e (1, 2, 3 ) " Frequenties: - vergelijken - toevoegen 𝑓 = 5𝑓 𝑓 + 𝑓 = 𝑓 + 𝑓 π‘šπ‘œ = π‘šπ‘œ " o.b.v. frequenties π‘₯ > 𝑦 π‘šπ‘‘ < π‘šπ‘‘ min (π‘₯, π‘₯ ) π‘šπ‘–π‘›(𝑦, 𝑦 ) + alle zinloze beweringen op ordinale schaal Haarkleur Geslacht 1BA PSYCH Statistiek 1:

17 HOOFDSTUK 5: ORDENINGSTECHNIEKEN 5.1 INTERMEZZO: AFRONDING Afronding is relevant voor onderzoek, voor zover er te meten valt. Eindresultaat met een REDELIJKE nauwkeurigheid: IQ: geen cijfer na de komma geen exact meetinstrument kan variëren o.i.v. de situatie Reactietijden (met elektronisch geactiveerde chronometer) - in seconden: 3 cijfers na de komma - in miliseconden: geen cijfers na de komma Duur v/e taak - in seconden: geen cijfers na de komma Leeftijd in jaren - van volwassenen: geen cijfers na de komma - van baby: 1 tot 2 cijfers na de komma Maandelijks loon in - Westerse landen: 1 cijfer vòòr de komma ( ) - Ontwikkelingslanden: 1 cijfer na de komma Berekeningen met één of twee aanvullende cijfers: 1 = (0,71 + 0,29) = 0, ,71. 0,29 + 0,29 = 1 0,50 + 0,41 + 0,08 = 0,99" 1BA PSYCH Statistiek 1:

18 5.2 FREQUENTIEVERDELINGEN DEF.: De frequentieverdeling van X is een tabel met twee kolommen (of twee rijen). In de eerste kolom vind je de waarden van X in een steekproef en, in de tweede kolom, de overeenkomende frequenties. 1. GEGROEPEERDE FREQUENTIEVERDELING DEF.: De gegroepeerde frequentieverdeling van X is een tabel met twee kolommen (of twee rijen). In de eerste kolom vind je de klassen van X en, in de tweede kolom de overeenkomende frequenties. DEF.: De frequentie f is het aantal elementen in de steekproef met een waarde in de klasse i. DEF.: Klassen zijn verzamelingen (groepen) van waarden van de variabele. p is het totaal aantal klassen. k, k, k,, k zullen de klassen 1, 2, 3,, p voorstellen. EIGN.: In geval van minstens ordinaal niveau zullen de klassen intervallen zijn. EIGN.: Elke waarde mag slechts tot één klasse behoren. EIGN.: Elke klasse wordt gedefinieerd door een boven- en benedengrens. - Bovengrens van de klasse k : u ( upper ) - Benedengrens van de klasse k : l ( lower ) Vuistregel voor het indelen van klassen: o Indien mogelijk: - tussen de 8 en de 20 klassen - klassen met gelijke breedt - klassen met makkelijk behandelbare grenzen o Indien nodig: - uiterste klasse voor outlines breedte breedte andere klassen 2. CUMULATIEVE FREQUENTIEVERDELING DEF.: De cumulatieve frequentie van x (F(x)) is het aantal elementen in een steekproef die de waarde x of een kleinere waarden hebben. DEF.: De cumulatieve frequentieverdeling van X is een tabel met twee kolommen (of twee rijen). In de eerste kolom vind je de waarden van de variabele X en, in de tweede kolom de overeenkomstige cumulatieve frequenties. 1BA PSYCH Statistiek 1:

19 3. CUMULATIEVE GEGROEPEERDE FREQUENTIEVERDELING DEF.: De cumulatieve gegroepeerde frequentieverdeling van X is een tabel met twee kolommen (of twee rijen). In de eerste kolom vind je de klassen van X en, in de tweede kolom de overeenkomende cumulatieve frequenties van de bovengrenzen. EIGN.: De cumulatieve frequentie van de klasse k is de cummulatieve frequentie van de bovengrens van die klasse: F(u ). CHOCOPASTA- HYPOTHESE Indien we de cumulatieve frequentie moeten berekenen van een punt in een klasse, veronderstellen we dat de bijbehorende frequentie gelijkmatig verdeeld zijn over de hele klasse. Voorbeeld: F 5,5 = = 4,5 F 6 = = 5,75 F 5 = = 3,25 F 7 = = 8 4. RELATIEVE FREQUENTIEVERDELING DEF.: Een frequentie is een natuurlijk getal. Het representeert het aantal elementen in een steekproef die een bepaalde eigenschap bezitten. DEF.: Een relatieve frequentie is een rationaal getal tussen 0 en 1. Het is de proportie van de elementen in een steekproef die een bepaalde eigenschap bezitten. EIGN.: De relatieve frequenties worden ook vaak in procenten uitgedrukt. EIGN.: Er zijn verschillende soorten relatieve frequenties: Gewone relatieve frequentie de frequentie v/e waarde van X gedeeld door n. Gegroepeerde relatieve frequentie waar f de frequentie v/d klasse k is. Cumulatieve relatieve frequentie () waar F(x) de cumulatieve frequentie van x is. DEF.: Een relatieve frequentieverdeling is een tabel met twee kolommen (of twee rijen). In de eerste kolom vind je de waarden van de variabele of de klasse. In de tweede kolom vind je de overeenkomende relatieve frequenties, al dan niet gegroepeerd en al dan niet cumulatief. 1BA PSYCH Statistiek 1:

20 5.3 GRAFISCHE VOORSTELLINGEN 1. NIET CUMULATIEVE FREQUENTIES LIJNDIAGRAM # Gebruik: niet- gegroepeerde frequentieverdelingen (absoluut/relatief) # Voorbeeld: STAAFDIAGRAM OF KOLOMDIAGRAM (BARCHART) # Gebruik: frequentieverdelingen (gegroepeerd/niet- gegroepeerd) # Meetniveau: ordinaal, nominaal of absoluut # X- as: verschillende waarden of klassen van de variabele afstand tussen elke opeenvolgende waarde/klasse is gelijk afstand tussen de waarde: geen betekenis (nominaal/ordinaal) breedte van rechthoeken is gelijk # Y- as: rechthoek hoogte rechthoek = overeenkomstige frequentie # Voorbeeld: CIRKELDIAGRAM (PIECHART) # Gebruik: relatieve frequentieverdeling (gegroepeerd/niet- gegroepeerd) # Meetniveau: nominaal # Voorbeeld: HISTOGRAM # Gebruik: gegroepeerde frequentieverdeling (absoluut/relatief) # X- as: waarde van de variabele # continu (rechthoeken raken elkaar) # Y- as: rechthoek als alle klasse dezelfde breedte # hoogte rechthoek = ab./rel. freq. als niet alle klasse dezelfde breedte # hoogte = "./"#."#$. "#$$%&'%%()% # Voorbeeld: 1BA PSYCH Statistiek 1:

21 Juno KOEKELKOREN 2. CUMULATIEVE FREQUENTIES HISTOGRAM # Gebruik: gegroepeerde data # X- as: klassen # (bijna) continu # Y- as: rechthoek hoogte rechthoek = cumulatieve (rel.) frequentie # Voorbeeld: CUMULATIEVE FREQUENTIECURVE 𝐹(π‘₯) is een functie # voor elke π‘₯ tussen + en is 𝐹 (π‘₯) een getal tussen 0 en 𝑛. # cum. freq. kan voorgesteld worden door een curve # data gegroepeerd / niet- gegroepeerd # grafiek verschillend uiterlijk NIET- GEGROEPEERDE DATA # 𝐹 π‘₯ = 0, π‘₯ 0 # de grafiek 𝐹 π‘₯ linkse kant v 0 = horizontale lijn # 𝐹 π‘₯ = 3, π‘₯: 4 π‘₯ < 5 Vb.: 𝐹 4,1 = 3; 𝐹 4,5 = 3; 𝐹 4, = 3; 𝐹 4, = 3 # Voor elk punt π‘₯ is 𝐹 (π‘₯) gelijk aan het aantal elementen kleiner dan of gelijk aan π‘₯. De waarde π‘₯ moet niet noodzakelijk een mogelijke waarde zijn. # Verloop: trapsgewijs # Voorbeeld: GEGROEPEERDE DATA # Binnen de klasse is de cumulatieve frequentiecurve een lijn die door de punten (𝑙, 𝐹 𝑙 ) en (𝑒, 𝐹 𝑒 ) gaat. # Verloop: lijn door punten # polygoon of veelhoek # Voorbeeld: 1BA PSYCH LIJNDIAGRAM EN KOLOMDIAGRAM # NIET met 𝐹 π‘₯ # " Lijndiagram: tussen de mogelijke waarden, functie = 0 𝐹 π‘₯ # " Staaf- /kolomdiagram: tussen kolommen: hoogte = 0 𝐹 π‘₯ Statistiek 1:

22 HOOFDSTUK 6: REDUCTIETECHNIEKEN 6.1 INTERMEZZO: VECTOREN ALGEMEEN - Observatie van variabele X in een steekproef met grootte n # data, waarden v/d variabele - Data: eerste waarde = x, tweede waarde = x laatste waarde = x - Vector x duidt de data aan. - Vector x is n- dimensioneel, omdat hij n coördinaten bezit. - Vectoren worden steeds aangeduidt door vetgedrukte symbolen. - Kolomvector (x): x x x - Rijvector (x ): (x, x,, x ) - Transponeren = kolomvector # rijvector - Getransponeerde vector van x is x # x = x - x = (x, x,, x ) - Een scalair is (in tegenstelling tot een vector) een gewoon getal en geen reeks van getallen. SCALAIR PRODUCT VAN TWEE VECTOREN - DEF.: Als a en b twee k- dimensionele vectoren zijn, dan wordt het scalair product a b gedefiniëerd door: b a b b = (a, a a ) b = a b + a b + + a b = a b " Het scalaire product a b wordt alleen gedefinieerd in het geval dat a en b kolomvectoren zijn en dat ze dezelfde dimensie hebben - EIGN.: Het scalaire product is een getal en geen vector. 1BA PSYCH Statistiek 1:

23 Juno KOEKELKOREN SOM VAN TWEE VECTOREN - DEF.: Als 𝒂 en 𝒃 twee π‘˜ - dimensionele vectoren zijn, dan wordt de sommen 𝒂 + 𝒃 en 𝒂 + 𝒃 gedefiniëerd door: π‘Ž + 𝑏 π‘Ž + 𝑏 𝒂 + 𝒃 = π‘Ž + 𝑏 𝒂 + 𝒃 = (𝒂 + 𝒃) = (π‘Ž + 𝑏, π‘Ž + 𝑏 π‘Ž + 𝑏 ) - EIGN.: EIGN.: De som van twee vectoren is nog steeds een vector. 𝒂 𝒃 = 𝒂 + 𝒃 = 𝒂 + 1 𝒃 SCALAIRE VERMENIGVULDIGING - DEF.: Laat 𝒂 een kolomvector zijn. Laat 𝑏 een scalair (een getal) zijn. De scalaire vermenigvuldiging 𝑏𝒂 wordt als volgt gedefinieerd: π‘π‘Ž π‘π‘Ž 𝑏𝒂 = π‘π‘Ž De scalaire vermenigvuldiging 𝑏 𝒂 wordt als volgt gedefinieerd: 𝑏𝒂 = (π‘π‘Ž, π‘π‘Ž π‘π‘Ž ) EIGN.: Het resultaat van een scalaire vermenigvuldiging is nog steeds een vector. DE VECTOR 1 - DEF.: Het symbool 𝟏 of 𝟏 representeert een vector waarvan allecomponenten 1 zijn. - EIGN.: De dimentie van de vector 𝟏 of 𝟏 is altijd in functie van de context. - EIGN.: πŸπ‘»π’Œ πŸπ’Œ = 1, 1,, = = π‘˜ π‘˜ - maal 1BA PSYCH Statistiek 1:

24 6.2 MATEN VAN CENTRALE TENDENTIE 1. HET REKENKUNDIG GEMIDDELDE x = x = 1 x = f MEETNIVEAU # interval-, ratio- en absolute schalen GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # gevoelig 2. DE MEDIAAN DEF.: De mediaan (md) is de waarde van de variabele waarvoor geldt dat het aantal observaties kleiner dan md gelijk is aan het aantal observaties groter dan md. De mediaan van een frequentieverdeling van de variabele X is de waarde md waarvoor geldt dat: - niet meer dan de helft v/d elementen kleiner dan md zijn EN - niet meer dan de helft v/d elementen groter dan md zijn. Indien verschillende waarden aan deze voorwaarden voldoen dan is: - de mediaan gelijk aan het gemiddelde v/d verschilldende waarden. interval-, ratio en absolute schaal - de mediaan niet gedefinieerd. ordinale- en nominale schaal De mediaan (md) is de getal waarvoor geldt dat de relatieve cumulatieve frequentie gelijk is aan ½: F md = of " =. MEETNIVEAU # ordinale-, interval-, ratio- en absolute schalen # md is gebaseerd op volgorde en er wordt geen optelling van waarden v/d variabele uitgevoerd GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # niet gevoelig # md houdt rekening met het aantal waarden, niet met de grootte ervan 1BA PSYCH Statistiek 1:

25 3. DE MODUS DEF.: De modus (mo) of modale klasse is de waarde of de klasse met de grootste frequentie. EIGN.: Als twee niet opeenvolgende waarden of klassen (bijna) dezelfde frequentie hebben en die frequenties groter zijn dan de andere, dan zal men spreken van verschillende modi. Een frequentieverdeling met één modi is unimodaal. Een frequentieverdeling met twee modi is bimodaal. MEETNIVEAU # nominale-, ordinale-, interval-, ratio- en absolute schalen # alle schalen # mo is onafhankelijk van x, x,, x ; enkel afhankelijk v/d frequenties GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # niet gevoelig # mo houdt enkel rekening met de frequenties outliners # zeer lage frequenties 4. WELKE MAAT VAN CENTRALE TENDENTIE MOET IK GEBRUIKEN? Bepaal het meetniveau v/d variabele. Gevoeligheid aan outliners: problematisch of niet? Maat van centrale tendentie afhankelijk van: data of frequentie? 1BA PSYCH Statistiek 1:

26 6.3 MATEN VAN SPREIDING 1. DE VARIANTIE Variantie, voor een variabele X s = x x = x x1 (x x1) Standaarddeviantie s = s = x x MEETNIVEAU # interval-, ratio- en absolute schalen GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # gevoelig # outliner: gemiddelde = groot verschil # kwadraat = zeer groot 2. DE INTERKWARTIELE AFSTAND PERCENTIELEN ( spreidingsmaat) DEF.: Voor gegroepeerde data en voor alle gehele getallen k tussen 0 en 100, is het percentiel k het getal P waarvoor geldt dat: ( ) =. "" M.a.w. het percentiel k is de waarde P van de variabele waarvoor geldt dat k procenten van de observaties kleiner zijn dan P. EIGN.: Eerste kwartiel = P " (Tweede) kwartiel = P " = md Derde kwartiel = P " EIGN.: Percentielen zijn geen spreidingsmaten, maar worden gebruikt bij de definitie v/d interkwartielafstand. DE INTERKWARTIELE AFSTAND (= spreidingsmaat) DEF.: De interkwartiele afstand Q is gelijk aan P " P " MEETNIVEAU # interval-, ratio- en absolute schalen # ordinale schaal: interkwartiel interval P ", P " GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # niet gevoelig enkel afhankelijk v/h centrale deel v/d cumulatieve frequentie ( outliners) 1BA PSYCH Statistiek 1:

27 3. DE VARIATIEBREEDTE DEF.: De variatiebreedte (v) is gelijk aan max x min x voor niet- gegeroepeerde data u l voor gegroepeerde data. M.a.w. de varatiebreedte is de afstand tussen de grootste en de kleinste waarden. MEETNIVEAU # interval-, ratio- en absolute schalen GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # zeer gevoelig 4. DE SPREIDINGSMAAT d DEF.: De spreidingsmaat d wordt gedefinieerd door d = 1 f " n 1 1 p EIGN.: Indien f " = n dan zijn alle observaties gelijk aan elkaar of vallen ze in dezelfde klasse. De spreiding is dus minimaal, en d = 0. d = 1 f " n 1 1 p = 1 n n 1 1 = = 0 p p Indien f " = dan zijn alle observaties verschillend van elkaar of vallen ze allemaal in verschillende klassen. De spreiding is dus maximaal, en d = 1. d = 1 f n " p n 1 1 = n p 1 1 = 1 1 = 1 p p p MEETNIVEAU # nominale-, ordinale-, interval-, ratio- en absolute schalen # alle schalen # nooit gebruik van waarden, enkel van frequenties # frequenties = absolute schaal GEVOELIGHEID AAN OUTLINERS # niet gevoelig 1BA PSYCH Statistiek 1:

28 HOOFDSTUK 7: BIVARIATE STATISTIEK 7.1 INLEIDING Onderzoek naar verscheidene variabelen: twee variabelen # bi- variate statistiek 7.2 BIVARIATE STATISTIEK IN BEELD 5. DE BIVARIATE FREQUENTIEVERDELING DEF.: Een marginale frequentieverdelig is de frequentieverdeling van één variabele. analyse: grafische voorstellingen + reductietechnieken DEF.: Een bivariate frequentieverdeling is een reeks waarden van een variabele X, een reeks waarden van d evariabele Y samen met de overeenkomende frequenties. * De frequenties vormen nu niet meer een vector maar een tabel (of een matrix). EIGN.: De som op een rij is gelijk aan de marginale frequentie van de X- waarde x. De som op een kolom is gelijk aan de marginale frequentie van de Y- waarde y. 6. HET SPREIDINGSDIAGRAM (SCATTER PLOT) DEF.: Een spreidingsdiagram is een grafische voorstelling van een bivariate frequentieverdeling. De horizontale as komt overeen met de variabele X en de verticale as met de variabele Y. Voor elke cel van de bivariate frequentieverdeling die niet nul is (dat is voor elk paar (x, y) dat geobserveerd werd), tekenen we een put met coördinaten (x, y). De grootte van het punt is in verhouding tot de frequentie van het paar (x, y). EIGN.: De punten op een spreidingsdiagram zijn niet willekeurig. Er is een trend, een tendentie. De twee variabelen zijn dus gecorreleerd. Indien er geen trend of tendentie bestaat in een spreidingsdiagram, dan zijn de twee variabelen niet- gecorreleerd. 7. MARGINALE VERSUS BIVARIATE FREQUENTIEVERDELING Elke marginale frequentieverdeling beschrijft de steekproef langs één en enkel één dimensie. Om twee dimensies te analyseren moeten we de bivariate frequentieverdeling gebruiken. 1BA PSYCH Statistiek 1:

29 7.3 ASSOCIATIETECHNIEKEN 1. DE EERSTE STAPPEN DEF.: Associatietechnieken zijn technieken om het verband tussen twee variabelen te meten. Verband tussen variabelen meten o.b.v. de gemiddelden: - (x x)(y y) > 0 en groot positieve correlatie - (x x)(y y) < 0 en groot negatieve correlatie - (x x)(y y) 0 geen correlatie " Verbanden zijn afhankelijk van de steekproefgrootte. 2. DE COVARIANTIE DEF.: De covariantie (cov " ) wordt gedefinieerd door cov " = 1 n (x x)(y y) EIGN.: - De covariantie is onafhankelijk van de steekproefgrootte omdat de formule gedeeld wordt door n. - De covariantie is afhankelijk van de varianties van beide variabelen. - De covariantie is afhankelijk van de meeteenheid van de variabelen. - De covariantie is een maat voor lineaire verbanden. EIGN.: - Meetniveau: ten minste van interval niveau (niet met ordinale en nominale variabelen) - Outliners: gevoelig - Vectornotatie: cov " = (x x1) (y y1) 3. DE CORRELATIECOËFFICIËNT VAN PEARSON DEF.: De correlatiecoëfficiënt (r " ) wordt gedefinieerd door het getal r " = cor " s s Interpretatie - Richting van de correlatie: r > 0 positieve (stijgende) correlatie r < 0 negatieve (dalende) correlatie - Sterkte van de correlatie: r = +1 grootst mogelijke positieve correlatie r = 1 grootst mogelijke negatieve correlatie - r = 0 ongecorreleerde data EIGN.: - De correlatie is onafhankelijk van de meeteenheid. - De correlatiecoëfficiënt is een maat voor lineaire verbanden. - Meetniveau: ten minste van interval niveau (niet met ordinale en nominale variabelen) 1BA PSYCH Statistiek 1:

30 Juno KOEKELKOREN 4. DE REGRESSIELIJN DEF.: - De regressielijn meet de helling van de trend. De vergelijking van de regressielijn is de vergelijking van de rechte die de som van de kwadraten van de afwijkingen minimaliseert. - De regressiecoëfficiënt van de regressielijn van Y op X is gelijk aan 𝑏 = π‘Ÿ". - De regressiecoëfficiënt van de regressielijn van X op Y is gelijk aan 𝑏 =. " De regressielijn van Y op X GEG.: π‘Œ = 𝑏 + 𝑏 𝑋 (π‘₯, 𝑦 ) - - OPL.: 𝑦 𝑏 + 𝑏 π‘₯ 𝑏 = π‘Ÿ" Om de best passende rechte te vinden gaan we de som v/d kwadraten v/d afwijkingen minimaliseren. - 𝑏 = 𝑦 π‘Ÿ" π‘Œ = 𝑏 + 𝑏 𝑋 π‘Œ = 𝑦 π‘Ÿ" π‘₯ = 𝑦 𝑏 π‘₯ π‘₯ + π‘Ÿ" 𝑋 ANTW.: Regressielijn van Y op X 𝒀 = π’š 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝒀 𝑺𝑿 Vergelijking v/e rechte Geobserveerde waarde in het assenstelsel 𝒙 + 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝒀 𝑺𝑿 𝑿 Regressiecoëfficiënt van Y op X π’ƒπŸ = 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝒀 𝑺𝑿 De regressielijn van X op Y ANTW.: Regressielijn van X op Y 𝒀 = π’š 𝟏 𝑺𝒀 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝑿 𝒙 + 𝟏 𝑺𝒀 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝑿 𝑿 Regressiecoëfficiënt van Y op X π’ƒπŸ = 1BA PSYCH EIGN.: 𝟏 𝑺𝒀 𝒓𝑿𝒀 𝑺𝑿 - Het toestandsteken van 𝑏 is gelijk aan het toestandsteken van π‘Ÿ" 𝑏 > 0 stijgende rechte 𝑏 < 0 dalende rechte - Wanneer π‘Ÿ" = 1, dan zijn de regressielijn van Y op X en van X op Y identiek. - Meetniveau: ten minste van interval niveau (niet met ordinale en nominale variabelen) Statistiek 1:

31 5. KENDALL S τ ASSOCIATIEMAAT DEF.: - Kendall s τ associatiemaat geeft de maten van monotoon verband tussen twee variabelen weer. - Een verband is monotoon als de richting (stijgend of dalend) van het verband nooit verandert. De kromme die de tendentie van de puntenwolk representeert is dus een monotone kromme. Berekening - Paargewijze vergelijking: Score paar 1 < score paar 2 +1 Score paar 1 > score paar Producten: Positief product of 1 1 variabelen evolueren in dezelfde richting stijgend verband Negatief product +1 1 of 1 +1 variabelen evolueren in tegenovergestelde richting dalend verband - Kendall s τ: het gemiddelde van de producten Kendall s τ = Interpretatie - Kendall s τ = +1 perfect stijgend monotoon verband - Kendall s τ = 1 perfect dalend monotoon verband - Kendall s τ 0 geen monotoon verband ( geen verband) EIGN.: - Meetniveau: ten minste van ordinaal niveau (niet met nominale variabelen) "# "#$%&'() # "#$% 6. DE RANGCORRELATIECOËFFICIËNT VAN SPEARMAN: r DEF.: - Rangcorrelatiecoëfficiënt van Spearman r meet eveneens het monotoon verband tussen variabelen. Hij gaat na in welke mate de rangordeningen van de elementen van een steekproef naar twee variabelen overeenstemmen. Interpretatie - r = +1 perfect stijgend monotoon verband - r = 1 perfect dalend monotoon verband - r 0 geen monotoon verband ( geen verband) 1BA PSYCH Statistiek 1:

32 7.4 CONCLUSIE Verschillende soorten verbanden tussen variabelen: - Lineair Correlatiecoëfficiënt " niet met ordinale en nominale variabelen Regressielijn - Curvilineair: monotoon of niet monotoon Kendall s τ Rangcorrelatiecoëfficiënt van Spearman r " niet met nominale variabelen Het gebruik van een spreidingsdiagram is steeds wenselijk. Zo kan bv. de correlatiecoëfficiënt van 4 verschillende diagrammen gelijk zijn, toch zijn de spreidingsdiagrammen verschillend Het feit dat twee variabelen gecorreleerd zijn, betekent niet dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen beide variabelen. 1BA PSYCH Statistiek 1:

Inleiding tot de meettheorie

Inleiding tot de meettheorie Inleiding tot de meettheorie Meten is het toekennen van cijfers aan voorwerpen. Koeien Koeien in een kudde, studenten in een auditorium, mensen met een bepaalde stoornis, leerlingen met meer dan 15 in

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 2 1

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 2 1 D..2. OEFENINGENREEKS 2 OEFENING Gegevens over de regenval (in cm) in South Bend (Indiana) over een periode van 30 jaar. Klasse K K f F f. 00 F. 00 n n 2,3 2, 3,7 3,7 3,4 3, 4 4,29 7,8 4, 4, 4 9 4,29 32,4,,

Nadere informatie

Onderzoeksmethodiek LE: 2

Onderzoeksmethodiek LE: 2 Onderzoeksmethodiek LE: 2 3 Parameters en grootheden 3.1 Parameters Wat is een parameter? Een karakteristieke grootheid van een populatie Gem. gewicht van een 34-jarige man 3.2 Steekproefgrootheden Wat

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

DEEL 3 INDUCTIEVE STATISTIEK INLEIDING TOT DE INDUCTIEVE STATISTIEK 11.2 DE GROOTSTE AANNEMELIJKHEID - METHODE

DEEL 3 INDUCTIEVE STATISTIEK INLEIDING TOT DE INDUCTIEVE STATISTIEK 11.2 DE GROOTSTE AANNEMELIJKHEID - METHODE DEEL 3 INDUCTIEVE STATISTIEK INHOUD H 10: INLEIDING TOT DE INDUCTIEVE STATISTIEK H 11: PUNTSCHATTING 11.1 ALGEMEEN 11.1.1 Definities 11.1.2 Eigenschappen 11.2 DE GROOTSTE AANNEMELIJKHEID - METHODE 11.3

Nadere informatie

Grafische voorstellingen

Grafische voorstellingen Grafische voorstellingen Onderzoek omtrent de lonen. Wat is uw huidige loon. Streep het gepaste hokje aan. q 40 000-45 000 q 45 000-50 000 q 50 000-55 000 q 55 000-60 000 q 60 000-80 000 q 80 000-100 000

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

Statistiek I. Thierry Marchant Vakgroep Data analyse Universiteit Gent

Statistiek I. Thierry Marchant Vakgroep Data analyse Universiteit Gent Statistiek I Thierry Marchant Vakgroep Data analyse Universiteit Gent Academiejaar 211 212 Voorwoord Deze cursus is een inleiding tot de statistiek. Veel aandacht wordt aan de interpretaties van de formules

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Doel Beheersen van elementaire statistische technieken Toepassen van deze technieken op aardwetenschappelijke data 2 1 Leerstof Boek: : Introductory Statistics, door

Nadere informatie

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen College Inspecteren van Data: Verdelingen Inleiding M&T 01 013 Hemmo Smit Overzicht van deze cursus 1. Grondprincipes van de wetenschap. Observeren en meten 3. Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek.

Nadere informatie

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 3 1

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 3 1 Juno KOEKELKOREN D.1.3. OEFENINGENREEKS 3 OEFENING 1 In onderstaande tabel vind je zes waarnemingen van twee variabelen (ratio meetniveau). EΓ©n van de waarden van y is onbekend. Waarde x y 1 1 2 2 9 2

Nadere informatie

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette Statistiek I Samenvatting Prof. dr. Carette Opleiding: bachelor of science in de Handelswetenschappen Academiejaar 2016 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Statistiek, gegevens en statistisch denken... 3 De

Nadere informatie

College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Dus volgende week Geen college en werkgroepen Maar Oefententamen on-line (BB) Data invoeren voor

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken de rekenregel breuk Ik kan

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Numerieke beschrijving van data. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent

Hoofdstuk 3 : Numerieke beschrijving van data. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent Hoofdstuk 3 : Numerieke beschrijving van data Marnix Van Daele MarnixVanDaele@UGentbe Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent Numerieke beschrijving van data p 1/31 Beschrijvende

Nadere informatie

A. Week 1: Introductie in de statistiek.

A. Week 1: Introductie in de statistiek. A. Week 1: Introductie in de statistiek. Populatie en steekproef. In dit vak leren we de basis van de statistiek. In de statistiek probeert men erachter te komen hoe we de populatie het beste kunnen observeren.

Nadere informatie

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Hoofdstuk 1 1. Wat is het verschil tussen populatie en sample? De populatie is de complete set van items waar de onderzoeker in geΓ―nteresseerd

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 : Grafische beschrijving van data. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent

Hoofdstuk 2 : Grafische beschrijving van data. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent Hoofdstuk 2 : Grafische beschrijving van data Marnix Van Daele Marnix.VanDaele@UGent.be Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent Grafische beschrijving van data p. 1/35 Soorten meetwaarden

Nadere informatie

Statistiek. Beschrijvend statistiek

Statistiek. Beschrijvend statistiek Statistiek Beschrijvend statistiek Verzameling van gegevens en beschrijvingen Populatie, steekproef Populatie = o de gehele groep ondervragen o parameter is een kerngetal Steekproef = o een onderdeel van

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek /k 1/35 OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een

Nadere informatie

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS TOETSTIP 10 oktober 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouw- baarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS Wie les geeft, botst automatisch

Nadere informatie

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen Hoofdstuk 5 Beschrijvende statistiek (V4 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 5.1 : verdelingen Les 1 Allerlei diagrammen = { Hoe vaak iets voorkomt } Relatief = { In procenten } Absoluut = { Echte getallen

Nadere informatie

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren Stappen datavisualisatie hoorcollege 4 visualisatie HVA CMD V2 12 december 2012 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren representeren in context plaatsen 1 "Ultimately, the key to a successful

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een klein kapitaaltje

Nadere informatie

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2 Onderzoek B-cluster BBB-OND2B.2 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen voor jou

Nadere informatie

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO Leerlingmateriaal 1. Doel van de praktische opdracht Het doel van deze praktische opdracht is om de theorie uit je boek te verbinden met de data

Nadere informatie

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2 INHOUDSOPGAVE Leswijzer...3 Beschrijvende Statistiek...3 Kansberekening...3 Inductieve statistiek, inferentiele statistiek...3 Hoofdstuk...3. Drie deelgebieden...3. Frequentieverdeling....3. Frequentieverdeling....4.5

Nadere informatie

Statistiek: Herhaling en aanvulling

Statistiek: Herhaling en aanvulling Statistiek: Herhaling en aanvulling 11 mei 2009 1 Algemeen Statistiek is de wetenschap die beschrijft hoe we gegevens kunnen verzamelen, verwerken en analyseren om een beter inzicht te krijgen in de aard,

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen

Nadere informatie

Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquΓͺte met LimeSurvey

Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquΓͺte met LimeSurvey Inleiding tot het opstellen van een elektronische enquΓͺte met LimeSurvey Cursus Wetenschappelijk denken en Informatica voor leidinggevenden in het UZ Brussel (voorjaar 2011) 4-3-2011 Herhaling titel van

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor 4 juni 2012 Het voorkomen van ziekte kan op drie manieren worden weergegeven: - Prevalentie - Cumulatieve incidentie - Incidentiedichtheid In de

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

lengte aantal sportende broers/zussen

lengte aantal sportende broers/zussen Oefening 1 Alvorens opgenomen te worden in een speciaal begeleidingsprogramma s voor jonge talentvolle lopers, worden jonge atleten eerst onderworpen aan een aantal vragenlijsten en onderzoeken. Uit het

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Overzicht statistiek 5N4p

Overzicht statistiek 5N4p Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...

Nadere informatie

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 1 Onderwerpen van de lessenserie: De Normale Verdeling Nul- en Alternatieve-hypothese ( - en -fout) Steekproeven Statistisch toetsen Grafisch

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

In de praktijk gaat men eerder werken met numerieke codes. Aan de hand van een codeboek wordt per variabele een nummer aan een waarde toegekend.

In de praktijk gaat men eerder werken met numerieke codes. Aan de hand van een codeboek wordt per variabele een nummer aan een waarde toegekend. Basisconcepten De statistiek heeft de studie van gegevens, die kenmerken van een bevolking beschrijven, tot object. Als je zelf onderzoek wil verrichten of de resultaten van het werk van een ander wil

Nadere informatie

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t Welk verband zie ik tussen de gegeven informatie en wat er gevraagd wordt? Wat heb ik nodig? Heb ik de gegevens uit de tekst gehaald? Welke

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Hoofdstuk 18 Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Analyse van verbanden Analyse van verbanden: bij de analyse van verbanden stel je vast of er een stabiel verband bestaat tussen twee

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 9 Woensdag 7 Oktober 1 / 51 Kansrekening en Statistiek? Bevordert luieren de fantasie? Psychologie 2 / 51 Kansrekening en Statistiek? Bevordert luieren de fantasie? Psychologie

Nadere informatie

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A Docentenhandleiding 1. Voorwoord Doel van de praktische opdracht bij het hoofdstuk over statistiek 1 : Het doel van de praktische opdracht (PO)

Nadere informatie

Examen Statistiek I Januari 2010 Feedback

Examen Statistiek I Januari 2010 Feedback Examen Statistiek I Januari 2010 Feedback Correcte alternatieven worden door een sterretje aangeduid. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Twee derden van de mannen

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.

Nadere informatie

SPSS. Statistiek : SPSS

SPSS. Statistiek : SPSS SPSS - hoofdstuk 1 : 1.4. fase 4 : verrichten van metingen en / of verzamelen van gegevens Gegevens gevonden bij een onderzoek worden systematisch weergegeven in een datamatrix bij SPSS De datamatrix Gebruik

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 3 Frequentieverdelingen typeren 3.6 GeΓ―ntegreerd oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 3 Frequentieverdelingen

Nadere informatie

Niveauproef wiskunde voor AAV

Niveauproef wiskunde voor AAV Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 16 Donderdag 4 November 1 / 25 2 Statistiek Indeling: Schatten Correlatie 2 / 25 Schatten 3 / 25 Schatters: maximum likelihood schatters Def. Zij Ξ© de verzameling van

Nadere informatie

Deel I : beschrijvende statistiek

Deel I : beschrijvende statistiek HOOFDSTUK 1 TYPISCHE FOUTEN BIJ STATISTIEK Foute gegevens Fouten in berekening kans Foute interpretatie resultaten Statistiek : de wetenschap van het leren uit data & van het meten, controleren en communiceren

Nadere informatie

Vaardigheden IV Delphine De smet 3 theorielessen 2 practica in groepen per 40, oefenen in SPSS

Vaardigheden IV Delphine De smet 3 theorielessen 2 practica in groepen per 40, oefenen in SPSS Vaardigheden IV Delphine De smet 3 theorielessen 2 practica in groepen per 40, oefenen in SPSS Examen: week 20-24 april: schriftelijk examen met toepassing SPSS, geen open boek, wel sterk toepassingsgericht,

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit Kwaliteit Les 1 Kwaliteitsbeheersing Introductie & Begrippen Monstername Les 2 Kwaliteitsgegevens Gegevens Verzamelen Gegevens Weergeven Les 3 Introductie Statistiek Statistische begrippen Statistische

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

DEEL 1 Probleemstelling 1

DEEL 1 Probleemstelling 1 DEEL 1 Probleemstelling 1 Hoofdstuk 1 Van Probleem naar Analyse 1.1 Notatie 4 1.1.1 Types variabelen 4 1.1.2 Types samenhang 5 1.2 Sociaalwetenschappelijke probleemstellingen en hun basisformat 6 1.2.1

Nadere informatie

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoΓ«fficiΓ«nt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoΓ«fficiΓ«nt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b) Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek

Nadere informatie

Statistiek II. Sessie 1. Verzamelde vragen en feedback Deel 1

Statistiek II. Sessie 1. Verzamelde vragen en feedback Deel 1 Statistiek II Sessie 1 Verzamelde vragen en feedback Deel 1 VPPK Universiteit Gent 2017-2018 Feedback Oefensessie 1 1 Staafdiagram 1. Wat is de steekproefgrootte? Op de horizontale as vinden we de respectievelijke

Nadere informatie

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] 8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] Gegeven zijn de volgende 10 waarnemingsgetallen: 1, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 8, 8, 9 Het gemiddelde is: De mediaan is het middelste waarnemingsgetal als de getallen naar grootte

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 3 oktober 006 Deel I Toevallige veranderlijken Steekproef Beschrijving van gegevens Histogram Gemiddelde en standaarddeviatie

Nadere informatie

Formules Excel Bedrijfsstatistiek

Formules Excel Bedrijfsstatistiek Formules Excel Bedrijfsstatistiek Hoofdstuk 2 Data en hun voorstelling AANTAL.ALS vb: AANTAL.ALS(A1 :B6,H1) Telt hoeveel keer (frequentie) de waarde die in H1 zit in A1:B6 voorkomt. Vooral bedoeld voor

Nadere informatie

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c Hoofdstuk 8, Statistische maten 1 Hoofdstuk 8 Statistische maten Kern 1 Centrum- en spreidingsmaten 1 a Partij is een kwalitatieve variaele, kindertal een kwantitatieve, discrete variaele.,c d kindertal

Nadere informatie

Onderzoeksmethoden: Statistiek 1

Onderzoeksmethoden: Statistiek 1 0 123458898391081904749010998490849 074907079`794793784908`094389983.. Onderzoeksmethoden: Statistiek 1 Joepie, ons computerprogramma levert output Wat doen we hiermee? Marjan van den Akker 1 2 Output

Nadere informatie

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14 Statistiek met Excel Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Schoolexamen Wiskunde VWO: Statistiek met grote datasets... 5 Uibreidingsopdrachten vwo 5... 6 Schoolexamen

Nadere informatie

Cursus Statistiek Hoofdstuk 4. Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 4: Verwachtingen. Definitie (Verwachting van discrete stochast) Voorbeeld (1)

Cursus Statistiek Hoofdstuk 4. Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 4: Verwachtingen. Definitie (Verwachting van discrete stochast) Voorbeeld (1) Cursus Statistiek Hoofdstuk 4 Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 4: Verwachtingen Cursusjaar 29 Peter de Waal Departement Informatica Inhoud Verwachtingen Variantie Momenten en Momentengenererende functie

Nadere informatie

Populatie: De gehele groep elementen waarover informatie wordt gewenst.

Populatie: De gehele groep elementen waarover informatie wordt gewenst. Statistiek I Werkcollege 1 Populatie: De gehele groep elementen waarover informatie wordt gewenst. Steekproef: Gedeelte van de populatie dat feitelijk wordt onderzocht om informatie te vergaren. Eenheden:

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding tot de beschrijvende statistiek Maatstaven voor ligging en spreiding Kansrekening 99

Inhoud. 1 Inleiding tot de beschrijvende statistiek Maatstaven voor ligging en spreiding Kansrekening 99 Inhoud 1 Inleiding tot de beschrijvende statistiek 13 1.1 Een eerste verkenning 14 1.2 Frequentieverdelingen 22 1.3 Grafische voorstellingen 30 1.4 Diverse diagrammen 35 1.5 Stamdiagram, histogram en frequentiepolygoon

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische-opdracht door R. 3948 woorden 5 december 2016 2,8 3 keer beoordeeld Vak Wiskunde Scoreformulier: Statistisch onderzoek havo 4 wiskunde A Namen groepsleden:

Nadere informatie

2.3 Frequentieverdelingen typeren

2.3 Frequentieverdelingen typeren 2.3 Frequentieverdelingen typeren 2.3.1 Introductie Kijkend naar een datarepresentatie valt meestal al snel op hoe de verdeling van de tellingen/frequenties over de verschillende waarden eruitziet. Zitten

Nadere informatie

9.1 Centrummaten en verdelingen[1]

9.1 Centrummaten en verdelingen[1] 9.1 Centrummaten en verdelingen[1] De onderstaande frequentietabel geeft aan hoeveel auto s er in een bepaald uur in een straat geteld zijn. Aantal auto s per uur 15 16 17 18 19 20 21 frequentie 2 7 9

Nadere informatie

Occasions bij Ben de Beun

Occasions bij Ben de Beun 8 Noordhoff Uitgevers bv Occasions bij Ben de Beun Een medewerker van een autotijdschrift doet een onderzoek naar de prijzen en eigenschappen van gebruikte auto s. Voor acht bekende modellen werd het aanbod

Nadere informatie

Statistiek voor A.I. College 1. Dinsdag 11 September 2012

Statistiek voor A.I. College 1. Dinsdag 11 September 2012 Statistiek voor A.I. College 1 Dinsdag 11 September 2012 1 / 39 Literatuur Website: http://phil.uu.nl/statistiek/ Applied Statistics for the Behavioral Sciences - 5th edition, Dennis E. Hinkle, William

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 2. Basisbegrippen. Theoretische kansverdelingen

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 2. Basisbegrippen. Theoretische kansverdelingen Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 2 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Theoretische kansverdelingen

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding S1 STATISTIEK Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding TABELLEN & DIAGRAMMEN WELKE AUTO VIND JIJ HET MOOISTE? Kies 1,2,3,4 of 5 NUMMER 1 NUMMER 2 NUMMER 3 NUMMER 4 NUMMER 5 VERWERKING Tabel Cirkeldiagram

Nadere informatie

4 Domein STATISTIEK - versie 1.2

4 Domein STATISTIEK - versie 1.2 USolv-IT - Boomstructuur DOMEIN STATISTIEK - versie 1.2 - c Copyrighted 42 4 Domein STATISTIEK - versie 1.2 (Op initiatief van USolv-IT werd deze boomstructuur mede in overleg met het Universitair Centrum

Nadere informatie

Niet de hoogte, wel de oppervlakte. Aandachtspunten bij. - statistische technieken voor een continue veranderlijke

Niet de hoogte, wel de oppervlakte. Aandachtspunten bij. - statistische technieken voor een continue veranderlijke Niet de hoogte, wel de oppervlakte Prof. dr. Herman Callaert Aandachtspunten bij - statistische technieken voor een continue veranderlijke - de interpretatie van een histogram - de normale dichtheidsfunctie

Nadere informatie

Inleiding statistiek

Inleiding statistiek Inleiding Statistiek Pagina 1 uit 8 Inleiding statistiek 1. Inleiding In deze oefeningensessie is het de bedoeling jullie vertrouwd te maken met een aantal basisbegrippen van de statistiek, meer bepaald

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Beschrijvend statistiek

Beschrijvend statistiek 1 Beschrijvend statistiek 1. In een school werd het intelligentiequotiΓ«nt gemeten van de leerlingen van het zesde jaar (zie tabel). De getallen werden afgerond tot op de eenheid. De berekeningen mogen

Nadere informatie

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 1: 1 miljoen = 1.000.000 4.1 Cijfermateriaal In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 2: 1 miljard = 1.000.000.000 In dit getal komen negen nullen voor.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1: Hoofdstuk 8: De normale verdeling 8. Centrum- en spreidingsmaten Opgave : 00000 4 4000 5 3000 a. 300 dollar 0 b. 9 van de atleten verdienen minder dan de helft van het gemiddelde. Het gemiddelde is zo

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel I Beschrijvende statistiek 17

Inhoud. Inleiding 15. Deel I Beschrijvende statistiek 17 Inhoud Inleiding 15 Deel I Beschrijvende statistiek 17 1 Tabellen, grafieken en kengetallen 19 1.1 Case Game 16 20 1.2 Populatie en steekproef 22 1.3 Meetniveaus 23 1.4 De frequentieverdeling 25 1.5 Grafieken

Nadere informatie

Statistiek voor A.I. College 2. Donderdag 13 September 2012

Statistiek voor A.I. College 2. Donderdag 13 September 2012 Statistiek voor A.I. College 2 Donderdag 13 September 2012 1 / 42 1 Beschrijvende statistiek 2 / 42 Extrapolatie 3 / 42 Verkiezingen 2012 4 / 42 Verkiezingen 2012 5 / 42 1 Beschrijvende statistiek Vandaag:

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.3 Representaties In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1 Data presenteren 1.1 Introductie In

Nadere informatie

(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn.

(Voorlopige omschrijving.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. pen analyseren verkoopcijfers UITWERKING begrip nettowinst brutowinstpercentage brutowinst brutowinst (Voorlopige.) Bedrag dat resteert nadat de exploitatiekosten betaald zijn. Percentage waarmee de inkoopprijs

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen Lesbrief: Correlatie en Regressie Leerlingmateriaal Je leert nu: -een correlatiecoΓ«fficient gebruiken als maat voor het statistische verband tussen beide variabelen -een regressielijn te tekenen die een

Nadere informatie