Prei. Overzicht van het onderzoek 2010 Wetenschappelijk verslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prei. Overzicht van het onderzoek 2010 Wetenschappelijk verslag"

Transcriptie

1 Prei Overzicht van het onderzoek 2010 Wetenschappelijk verslag

2 2 Verslag bloemkool, broccoli Afdeling Tuinbouw open lucht Inagro sluitkool, spruitkool 2012

3 1 O N D E R Z O E K S - E N V O O R L I C H T I N G S C E N T R U M V O O R L A N D - E N T U I N B O U W PREI D. CALLENS L. VANQUICKENBORNE S. DARWICH S. POLLET B. DECLERCQ F. COOPMAN T. VAN DE SANDE A. STOCK D. BOSSUYT J. VAN ISACKER H. DEHAENE H. DETAVERNIER F. BOUTON M. SEYNNAEVE M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Directeur: dr. ir. A. CALUS Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Overzicht van het onderzoek 2010

4 2 Wetenschappelijk verslag

5 3 INHOUD INHOUD... 3 WOORD VOORAF... 5 AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN... 6 GROEIOMSTANDIGHEDEN HOOFDSTUK I - CULTIVARONDERZOEK Zomerteelt - bestemming verse markt Vroege herfstteelt bestemming verse markt Late herfstteelt bestemming verse markt Winterteelt - bestemming verse markt Late winterteelt bestemming verse markt HOOFDSTUK II - BEMESTING Bemestingsproef: type meststoffen en toepassingswijzen Bladvoedingsproef Bodemverbeterende middelen Selectiviteit van bijbemesting in prei in het najaar van Groei, stikstofopname en stikstofvrijstelling bij groenbemesters HOOFDSTUK III - GEWASBESCHERMING Bestrijding van roest (Puccinia allii) in prei Roestbestrijding en rasgevoeligheid Invloed van de toegepaste hoeveelheid spuitoplossing en de vochttoestand van het gewas bij het bestrijden van trips in prei Bestrijding van trips in prei - vroege planting Bestrijding van trips in prei - late planting Bestrijding van Fusarium in prei Voorkomen en bestrijding van Pseudomonas in prei HOOFDSTUK IV TEELTTECHNIEK Plantafstandsproef bestemming industrie ADLO-demonstratieproject: Introductie van precisielandbouw in de openlucht groenteteelt Ploegloos boeren Mechanische onkruidbestrijding HOOFDSTUK V - ZIEKTEGEVOELIGHEID Ziektegevoeligheid rassen vroege herfstteelt Ziektegevoeligheid rassen late herfstteelt Ziektegevoeligheid rassen winterteelt HOOFDSTUK VI WAARNEMINGEN EN WAARSCHUWINGEN IN PREI Inleiding Waarnemingen van trips Waarnemingen van preimot

6 4 4 Andere ziekten en plagen Verspreiding van de gegevens HOOFDSTUK VII PAPIERVLEKKENZIEKTE (Phytophthora porri) Modelletjesproef SAMENVATTING Plantafstandsproef bestemming industrie ADLO-demonstratieproject: Introductie van precisielandbouw in de openlucht groenteteelt Ploegloos boeren Mechanische onkruidbestrijding Ziektegevoeligheid rassen vroege herfstteelt Ziektegevoeligheid rassen late herfstteelt Ziektegevoeligheid rassen winterteelt

7 5 WOORD VOORAF Dit verslag bundelt de resultaten van de proeven uitgevoerd in 2010 in prei, die plaats vonden op proefvelden bij diverse telers, uitgevoerd door het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw te Rumbeke-Beitem of op de terreinen van de West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten. Prei is in de loop der jaren uitgegroeid tot een heel belangrijke groente, vooral voor de verse markt maar ook voor de industrie. Volgens gegevens van het ADSEI zou het areaal in België in 2009 om en bij de 3120 ha bedragen. Ramingen van het VBT voor 2009 geven 3800 ha op voor de verse markt en 700 ha voor de industrie. Hiervan zou ongeveer 77,6 % geteeld worden in de provincie West-Vlaanderen. Op de REO veiling werd in de loop van 2010 ongeveer ton prei aangevoerd. In de preiteelt staan belangrijke evoluties voor de deur. Zo breidt het areaal hybriden verder uit, er is de belangrijke uitdaging van het Mestdecreet en de geïntegreerde teelt, in al zijn aspecten, wint hoe langer hoe meer aan belang. Bovendien krijgt tevens de biologische teelt meer en meer vorm. Het onderzoek poogt, in de mate van het mogelijke, hierop in te spelen. De realisatie van het programma verliep deels in samenwerking met andere onderzoeksstations of instellingen, met name - het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT) - het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG), Kruishoutem - het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW), Sint-Katelijne-Waver en zou onmogelijk zijn zonder de financiële steun van diverse overheden, in eerste plaats de Provinciale Overheid van West-Vlaanderen alsook het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Europese Unie en de telersverenigingen voor de verse markt, in het kader van het GMOonderzoekprogramma REO - LAVA. Onze oprechte dank gaat naar allen die het onderzoek mogelijk maakten. Een speciale dank aan het personeel van het Laboratorium en het secretariaat en aan onze proefveldhouders Marnick DEIGERS, Geert DEMYTTENAERE, Paul DEMYTTENAERE, Wim DEVOS Daniël en Marjan LANSEN, Chris VANDE MAELE, Jan VANDEVELDE, Frederik VERMEERSCH, Marc VANDERMEULEN, Bernard VERVENNE, Pierre VEYS. Beitem, oktober 2010

8 6 AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN De proefvelden waren gelegen op de terreinen van de West-Vlaamse Proeftuin of op praktijkvelden, op bedrijven waarvan de bedrijfsleider vertrouwd is met de teelttechniek. De teelttechniek, bij de proeven, sluit zo nauw mogelijk aan bij deze toegepast in het praktijkveld, behalve voor de proeffactor, die deel uitmaakt van het onderzoek. Een scheikundige grondontleding wordt voor ieder proefterrein uitgevoerd. Steeds wordt de reserve aan minerale stikstof in het bodemprofiel (0-30, 30-60, cm) bepaald, juist voor het uitplanten van de proef en bij de oogst. Voor de rassenproeven gebeurt het opkweken van het plantmateriaal op het proefbedrijf en het uitplanten op het praktijkbedrijf gebeurt manueel, op hetzelfde tijdstip als van het praktijkperceel. De grondbewerkingen, de bemesting en de onderhoudszorgen gebeuren zoals op het praktijkveld en worden normalerwijze door de proefveldhouder uitgevoerd, behalve specifiek aan de proef uit te voeren werkzaamheden zoals het planten bij rassenproeven, de bemesting bij bemestingsproeven, enz.. Voor de oogst geldt hetzelfde waarbij het tijdstip afhangt van de groeitoestand en de afzetmogelijkheden. Het zaaizaad bij rassenproeven of producten bij middelenproeven worden rechtstreeks betrokken bij de selectiehuizen of erkenninghouders. Slechts in uitzonderlijke gevallen worden zaken aangekocht in het normale handelskanaal. De proeven worden aangelegd volgens een blokkenschema met 3 tot 4 blokken. De effectieve proefoppervlakte staat aangegeven bij de proefbesprekingen. Op de proeven worden diverse waarnemingen uitgevoerd hetzij één of enkele malen op het veld zoals voor hergroei, gewasstand, groeiwijze, uniformiteit, bladkleur, de aanwezigheid van ziekten (papiervlekkenziekte, purpervlekkenziekte, roest, rozerot, witte bladvlekkenziekte), plagen (trips, preimot, preivlieg) of andere gebreken (vorstschade, sleet, bruine schachtstrepen, overrijpheid), hetzij bij de oogst zoals voor de plantkenmerken bladlengte, bladgeslotenheid, bladbreedte of na de oogst zoals voor de schachtkenmerken lengte stam, lengte aanloopkleur, lengte wit, vorm, vastheid, kleur, gladheid, pelbaarheid, alsook het percentage marktbare planten, schieters, de kgopbrengst en de sortering naar aantal en naar gewicht; bij de sortering wordt onderscheid gemaakt in volgende klassen: < 2 cm, 2-3 cm, 3-4 cm en > 4 cm. Bij de opbrengst voor de verse markt wordt de prei klaargemaakt zoals vereist voor levering op de verse markt, met wortel. In voorkomend geval wordt voor de beoordeling, van de geschiktheid voor levering aan industrie, onderscheid gemaakt in levering op volle lengte zonder wortel of levering zonder wortel aan een 50/50 of 70/30 verhouding. Bij het bepalen van de plant- en schachtkenmerken wordt het zuiver wit gedeelte genoteerd als de lengte wit en de overgangszone naar het groen gedeelte staat genoteerd onder de benaming lengte aanloopkleur. De lengte stam is de afstand tussen de wortelplaat en het eerste opengeplooid blad. Voor de beoordeling van de niet-fysisch meetbare parameters wordt gebruik gemaakt van een 1-9 schaal, die werd opgesteld in overleg met andere proeftuinen of -centra. Hiervoor wordt verwezen naar de diverse tabellen met resultaten waar de uitleg van de schaal telkens werd weergegeven.

9 7 GROEIOMSTANDIGHEDEN 2010 De wintermaanden januari en februari waren kouder dan normaal: zowel de maximum- als de minimumtemperaturen waren beduidend lager dan normaal. Er was sprake van behoorlijk hard winterweer, de eerste helft van januari. Februari had veel meer regendagen dan normaal en de hoeveelheid neerslag was hoger (zie Tabel 1) dan normaal. Maart en april waren iets warmer dan normaal. De neerslag in maart was normaal en in april was er 50 % minder neerslag dan normaal. In mei waren de gemiddelde maximum- en minimumtemperaturen lager dan normaal. De hoeveelheid neerslag was minder dan normaal, ook al waren er meer regendagen. De eerste helft van de zomer was zeer warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In juni viel zeer weinig neerslag, in juli was de hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel er iets meer neerslag dan normaal en november was extreem nat met 210 mm neerslag. Dit gaf problemen bij het rooien. December was kouder dan normaal. De hoeveelheid neerslag was minder dan normaal ook al waren er meer regendagen. Tabel 1: Klimatologisch overzicht 2010 (weerstation Beitem) Maand Temperatuur (gemiddeld) ( C) Neerslag maximum minimum aan de grond op het gras totaal (mm) aantal regendagen 2010 normaal 2010 normaal normaal 2010 normaal Januari 2,1 5,2-2,0-0,1-0, Februari 4,8 6,2-0,1 0,2 2, Maart 9,9 8,9 2,7 1,7 6, April 14,5 12,8 3,6 4,3 11, Mei 15,2 16,9 5,7 7,4 14, Juni 21,1 20,0 11,0 10,3 20, Juli 24,3 21,5 13,7 12,1 24, Augustus 20,7 21,7 11,9 12,0 19, September 18,0 19,2 9,9 9,6 15, Oktober 14,2 14,3 6,8 6,2 10, November 8,2 9,0 3,5 3,1 6, December 1,3 5,7-2,8 0,8 0, Gemiddelde 12,9 13,5 5,3 5,6 Totaal

10 8 HOOFDSTUK I - CULTIVARONDERZOEK Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode en eveneens op de bestemming van het geoogste product, zijnde de verse markt of de industriële verwerking. Deze proef beoogt de specifieke rassenkeuze te ondersteunen door de plant- en gewaskenmerken, de oogst- en opbrengstgegevens alsook de kwaliteitskenmerken van nieuwe rassen na te gaan. 1 Zomerteelt - bestemming verse markt Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO). Proefbedrijf: Frederik Vermeersch, Meulebeke 1.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem aardappelen + Phacaelia Scheikundige analyse POVLT ph (KCl) 5,9 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 69,0 kalium (*) 27,4 magnesium (*) 14,6 calcium (*) 140,5 natrium (*) 1,5 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. Tabel 2: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha) Stikstofanalyse Diepte (cm) Begin teelt 31/05/10 Tijdens de teelt 30/07/ Einde teelt 22/09/ Proefopzet Volgende 7 cultivars werden vergeleken: Baca (Plantico), Jumper F1 (Bejo), Levis F1 (Syngenta), Matjeko F1 (Rijk Zwaan), Megaton F1 (Nunhems), RS 9403 F1 (Seminis) en Striker F1 (Bejo). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 7,5 m² met daarin telkens 150 planten; er waren 4 parallellen. 1.3 Teeltverloop Plantenopkweek Zaaien: 1 maart, in plastiek serre Productieveld Bemesting: 3 maart: 18 ton/ha mestvarkensdrijfmest 5 april: 200 kg/ha Mg-arme kalk met 50 zbw 31 mei: 500 kg/ha patentkali 30 %

11 9 Ploegen: Rotoreggen: Planten: Oogsten: 31 mei: 300 kg/ha Entec 26 % 31 mei: aangieten met APP 50 l/ha 6 juli: 250 kg/ha Entec 26 % 30 mei 31 mei 31 mei op 50 cm x 10 cm 21 september Tabel 3: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 10 juni 16 juni pyridaat tepraloxydim 2 kg Lentagran 45 WP 1 l Aramo Insecten- en 31 mei thiofanaat-methyl 7,1 gr/l Topsin M aangieten ziektebestrijding 28 juni methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 6 juli methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 20 juli spinosad 0,2 l Tracer 6 augustus 17 augustus 21 augustus 30 augustus methiocarb abamectine azoxystrobin spinosad 1,5 l Mesurol 500 SC 0,5 l Vertimec 1 l Ortiva 0,2 l Tracer 1.4 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen. Tabel 4: Prei zomerteelt Pootgoedkenmerken Cultivar Gewasstand Stevigheid Kleur Plantdikte (mm) (1) Baca 7 6,5 7 6,2 Jumper F1 8 7,0 7 5,3 Levis F1 8 7,0 7 5,3 Matjeko F1 8 7,0 7 5,1 Megaton F1 8 7,0 7 5,1 RS 9403 F1 8 8,0 7 5,4 Striker F1 8 7,0 7 5,3 Gemiddelde 8 7,1 7 5,4 1= slecht los bleekgroen - 9= goed vast donkergroen (1) Gemeten op 5 cm boven de wortels.

12 10 Tabel 5: Prei zomerteelt Gewaskenmerken Cultivar Zaadhuis Stand van het gewas Bladkleur Uniformiteit Groeiwijze Baca Plantico 7,88 ab 6,6 d 6,8 b 6,62 c 5,6 e 6,6 b 6,1 b 6,4 d Jumper F1 Bejo 8,00 a 8,0 a 8,0 a 8,00 a 8,6 a 7,0 a 8,0 a 8,0 a Levis F1 S&G 7,88 ab 7,6 ab 7,3 ab 7,25 b 7,3 b 7,0 a 7,3 a 7,5 abc Matjeko F1 Rijk Zwaan 7,88 ab 7,5 bc 7,6 ab 7,00 b 6,5 cd 7,0 a 7,6 a 6,9 cd Megaton F1 Nunhems 7,75 abc 7,1 c 7,5 ab 7,00 b 6,8 bc 7,3 a 7,5 a 7,9 ab RS 9403 F1 Seminis 7,50 c 7,4 bc 8,0 a 7,00 b 6,8 bc 7,0 a 7,5 a 7,1 bcd Striker F1 Bejo 7,62 bc 7,4 bc 7,1 ab 7,00 b 6,1 de 7,0 a 7,6 a 6,4 d Gemiddelde 7,79 7,4 7,5 7,12 6,8 7,0 7,4 7,2 K.W.V. P 0,01 0,5 1,1 0,40 0,9 0,3 1,1 1,0 (1) K.W.V. P 0,05 0,4 0,8 0,29 0,6 0,2 0,8 0,7 V.C. (%) 1,25 3,5 7,3 2,76 2,9 2,2 7,2 6,8 P-waarde 0,022 S. 0,000 Z.S. 0,037 S. 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. 0,002 Z.S. 0,003 Z.S. 0,000 Z.S. Quotering 1= heterogeen weinig opgericht 9= uniform sterk opgericht (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 6: Prei zomerteelt Plantkenmerken Cultivar Lengte (cm) Geslotenheid Bladbreedte Snijvlak Vorm Vastheid Kleur Gladheid schacht overgang wit van het blad veld 14/09/2010 bak 22/09/2010 blad Baca 28,2 ab 7,7 ab 20,5 a 6,0 c 7,1 ab 7,1 ab 6,8 a 6,9 a 7,6 a 7,0 a 6,9 a Jumper F1 25,8 c 5,9 bcd 20,0 a 7,6 a 7,5 a 7,6 a 7,0 a 7,0 a 7,4 a 7,1 a 6,6 a Levis F1 25,6 c 5,4 cd 20,3 a 7,1 ab 6,3 b 6,8 b 6,6 a 7,0 a 7,4 a 6,6 a 7,1 a Matjeko F1 25,4 c 5,1 d 20,4 a 6,9 ab 7,6 a 7,3 ab 6,6 a 7,1 a 7,8 a 7,1 a 7,1 a Megaton F1 29,5 a 9,5 a 19,9 a 7,4 a 7,2 ab 7,4 ab 7,0 a 7,4 a 7,8 a 7,0 a 7,3 a RS 9403 F1 27,1 bc 7,4 bc 19,8 a 6,9 ab 7,5 a 7,3 ab 6,8 a 7,1 a 7,1 a 7,1 a 7,3 a Striker F1 27,5 abc 7,2 bcd 20,4 a 6,4 bc 7,1 ab 7,1 ab 6,5 a 7,4 a 7,3 a 7,1 a 7,1 a Gemiddelde 27,0 6,9 20,2 6,9 7,2 7,2 6,7 7,1 7,5 7,0 7,1 K.W.V. P 0,01 2,7 2,7 1,6 1,0 0,8 1,1 0,7 0,8 0,7 0,9 (1) K.W.V. P 0,05 1,9 1,9 1,2 0,7 0,6 0,8 0,5 0,6 0,5 0,7 V.C. (%) 4,8 19,0 3,9 7,0 4,4 5,5 7,7 4,8 5,4 4,6 6,6 P-waarde 0,003 Z.S. 0,002 Z.S. 0,825 N.S. 0,003 Z.S. 0,135 N.S. 0,156 N.S. 0,775 N.S. 0,335 N.S. 0,240 N.S. 0,302 N.S. 0,488 N.S. Quotering 1= open smal open, gekruld knobbelvorm los grijs/geel ruw - 9= gesloten breed gesloten cylindrisch vast glanzend wit effen (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

13 11 Cultivar Tabel 7: Prei zomerteelt Ziektegevoeligheid Roest 14/09/2010 Papiervlekken 14/09/2010 Purpervlekken 14/09/2010 Trips op het veld 14/09/2010 Trips in de bak Bladbreuk Sleetgevoeligheid 14/09/2010 Bruine schachtstrepen Pelbaarheid Bacterie 14/09/2010 Houdbaarheid 07/10/2010 frisheid gele kleur rot % Baca 9 9,0 9,0 a 6,6 ab 6,0 b 6,5 a 7,6 ab 1,3 b 7,75 b 8,5 ab 4,25 c 4,25 b 12,5 b Jumper F1 9 9,0 9,0 a 7,9 a 7,3 a 6,4 a 8,1 a 1,0 b 8,88 a 7,9 bc 4,50 bc 4,25 b 47,5 a Levis F1 9 9,0 9,0 a 6,9 ab 6,9 ab 6,6 a 8,0 ab 1,5 b 7,88 b 8,5 ab 6,50 a 6,00 a 10,0 b Matjeko F1 9 9,0 8,8 a 7,8 a 6,9 ab 6,4 a 7,6 ab 1,5 b 6,50 c 8,5 ab 6,00 a 5,50 ab 7,5 b Megaton F1 9 9,0 9,0 a 6,1 b 6,8 ab 6,3 a 8,3 a 4,0 a 8,00 b 9,0 a 5,75 ab 5,25 ab 2,5 b RS 9403 F1 9 9,0 9,0 a 6,0 b 6,1 b 6,5 a 7,9 ab 1,5 b 6,62 c 8,8 ab 5,50 abc 5,25 ab 2,5 b Striker F1 9 9,0 8,8 a 6,1 b 6,9 ab 6,6 a 7,4 b 2,5 b 7,75 b 7,0 c 5,25 abc 5,00 ab 5,0 b Gemiddelde 9 9,0 8,9 6,8 6,7 6,5 7,8 1,9 7,63 8,3 5,39 5,07 12,5 K.W.V. P 0,01 0,6 1,6 1,5 1,1 0,8 1,9 1,19 1,2 2,41 1,63 (1) K.W.V. P 0,05 0,4 1,2 1,1 0,8 0,6 1,4 0,87 0,9 1,76 1,19 V.C. (%) 3,1 11,6 4,8 8,3 5,2 49,9 3,64 7,3 8,86 15,81 45,1 P-waarde 0,590 N.S. 0,011 S. 0,108 N.S. 0,944 N.S. 0,072 N.S. 0,004 Z.S. 0,000 Z.S. 0,004 Z.S. 0,027 S. 0,057 N.S. 0,000 Z.S. Quotering 1= veel slecht 9= geen goed (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 8: Prei zomerteelt Opbrengstgegevens Cultivar Netto-opbrengst Marktbare Schot Afval Wegval (ton/ha) planten (%) (%) (%) (%) Baca 55,5 d 95,2 a 0,0 a 0,2 a 4,7 a Jumper F1 67,8 a 97,3 a 0,0 a 0,0 a 2,7 a Levis F1 61,4 bc 97,8 a 0,0 a 0,0 a 2,2 a Matjeko F1 64,2 ab 97,7 a 0,0 a 0,0 a 2,0 a Megaton F1 65,9 ab 96,0 a 0,0 a 0,2 a 3,8 a RS 9403 F1 65,5 ab 97,0 a 0,0 a 0,0 a 2,8 a Striker F1 57,7 cd 97,6 a 0,0 a 0,0 a 2,3 a Gemiddelde 62,6 97,0 0,0 0,0 2,9 K.W.V. P 0,01 6,0 K.W.V. P 0,05 4,4 (1) V.C. (%) 4,7 7,9 0,0 7,9 41,3 P-waarde 0,000 Z.S. 0,900 N.S. 0,000 N.S. 0,590 N.S. 0,921 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

14 12 Tabel 9: Prei zomerteelt Sortering per diameterklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Baca 2,1 a 4,7 a 37,3 a 50,3 b 5,6 a 1,7 a 1,8 a 29,2 ab 57,9 a 9,4 a Jumper F1 3,1 a 0,3 b 37,7 a 53,8 ab 5,1 ab 2,3 a 0,1 b 30,3 a 59,2 a 8,1 ab Levis F1 0,9 a 1,7 ab 25,8 ab 69,7 ab 1,9 ab 0,9 a 0,6 ab 18,5 abc 77,2 a 2,8 bc Matjeko F1 1,8 a 0,2 b 21,7 ab 75,4 a 0,9 b 1,5 a 0,1 b 15,5 abc 81,5 a 1,5 c Megaton F1 1,3 a 1,6 ab 19,9 b 70,9 ab 6,3 a 1,2 a 0,5 ab 13,6 bc 75,6 a 9,2 ab RS 9403 F1 3,8 a 0,4 b 15,0 b 75,7 a 5,2 ab 3,2 a 0,1 b 10,0 c 79,2 a 7,6 abc Striker F1 2,0 a 1,1 b 38,8 a 55,1 ab 3,1 ab 1,5 a 0,4 ab 31,6 a 61,6 a 4,9 abc Gemiddelde 2,2 1,4 28,0 64,4 4,0 1,7 0,5 21,2 70,3 6,2 K.W.V. P 0,01 K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 31,4 33,3 21,5 16,7 32,6 28,6 22,8 25,3 15,9 33,4 P-waarde 0,419 N.S. 0,031 S. 0,023 S. 0,100 N.S. 0,118 N.S. 0,503 N.S. 0,093 N.S. 0,027 S. 0,125 N.S. 0,068 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 10: Prei zomerteelt Sortering per kwaliteitsklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 Baca 2,1 a 52,4 c 45,5 a 1,7 a 54,3 c 44,0 a Jumper F1 3,1 a 71,1 b 25,8 b 2,3 a 75,2 b 22,5 b Levis F1 0,9 a 89,1 a 10,0 c 0,9 a 90,4 a 8,7 c Matjeko F1 1,8 a 82,5 ab 15,7 bc 1,5 a 84,9 ab 13,6 bc Megaton F1 1,3 a 82,9 ab 15,8 bc 1,2 a 84,3 ab 14,5 bc RS 9403 F1 3,8 a 78,1 ab 18,1 bc 3,2 a 80,0 ab 16,8 bc Striker F1 2,0 a 71,2 b 26,7 b 1,5 a 74,3 b 24,2 b Gemiddelde 2,2 75,3 22,5 1,7 77,6 20,6 K.W.V. P 0,01 K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 31,4 11,0 21,8 28,6 10,3 22,5 P-waarde 0,419 N.S. 0,002 Z.S. 0,001 Z.S. 0,503 N.S. 0,001 Z.S. 0,001 Z.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

15 Voornaamste bevindingen Deze rassenproef werd, in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO), aangelegd te Meulebeke, op een zandleembodem, na een voorteelt aardappelen gevolgd door Phacaelia, op het bedrijf van Frederik Vermeersch. Er werd gezaaid op 1 maart onder een plastiek serre en geplant op 31 mei op een afstand van 50 cm op 10 cm. De stikstofbemesting bestond uit 18 ton/ha mestvarkensdrijfmest, toegediend op 3 maart, aangevuld met 300 kg/ha Entec, toegediend juist voor planten. Later, op 6 juli, werd er nog een bijbemesting gegeven met 250 kg/ha Entec. De oogst vond plaats op 21 september. De opbrengst lag bij alle rassen hoog (gemiddeld 62,6 ton/ha) vooral door de dichte plantafstand. Bladziekten kwamen bij deze, tegen bladziekten, normaal behandelde prei niet voor, enkel was er bij 2 rassen een beetje purpervlekkenziekte vast te stellen Gewaskenmerken Bij de oogst waren er significante verschillen te zien in gewasstand; deze was het best bij Surfer en RS 9403 en het minst bij Baca. De bladkleur was heel significant het meest donkergroen bij Jumper en het meest bleekgroen bij Baca. De sterkst opgerichte groeiwijze werd heel significant aangetroffen bij Jumper terwijl Baca en Striker de minst opgerichte groeiwijze vertoonden. Ook naar uniformiteit toe waren er heel significante verschillen vast te stellen; Baca was het meest heterogeen Plant- en schachtkenmerken De gemiddelde stamlengte bedroeg 27,0 cm waarbij er heel significante verschillen konden vastgesteld worden tussen de rassen. Megaton had de langste stamlengte met 29,5 cm. Megaton had heel significant de langste overgang met 9,5 cm en Matjeko de kortste met 5,1 cm. De schachtsluiting was heel significant meest gesloten bij Jumper en Megaton en meest open bij Baca. De bladeren waren het breedst bij Jumper en het smalst bij Levis. De schachtvorm vertoonde het meest een knobbelvorm bij Baca en was het meest cylindrisch bij Megaton en Striker Teeltveiligheid Het gemiddeld percentage marktbare planten bedroeg 97,0 %. De manuele pelbaarheid was heel significant het best bij Jumper en het minst bij Matjeko en RS Megaton en Jumper waren het minst sleetgevoelig en Striker het meest. Matjeko en Striker waren de enige cultivars die een klein beetje last hadden van purpervlekken. Jumper had het minst last van trips en RS 9403 het meest. De cultivar Megaton vertoonde heel significant het meest bruine schachtstrepen Opbrengst en sortering De oogst vond plaats op 21 september, 15 weken na het planten. Er werd een gemiddelde nettoopbrengst, voor levering op de verse markt, behaald van 62,6 ton/ha. Jumper gaf de hoogste opbrengst met 67,8 ton/ha, de laagste opbrengst was waar te nemen bij Baca met 55,5 ton/ha. Levis gaf met 90,4 % het meest Flandriakwaliteit en Baca met 54,3 % het minst. 1.6 Besluit De cultivar Jumper gaf de hoogste opbrengst, het donkerste blad en de beste pelbaarheid. Individuele rasbespreking Baca (Plantico): Tamelijk goed ogend en heterogeen gewas met bleke bladeren en een weinig opgerichte groeiwijze. Schacht met open bladsluiting, meest tripsaantasting en beste pelbaarheid. Laagste percentage Flandriakwaliteit en laagste opbrengst. Jumper F1 (Bejo): Heel goed ogend en homogeen gewas met donkere bladeren en een sterk opgerichte groeiwijze. Schacht met een goede bladsluiting, minst tripsaantasting. Minder goed houdbaar. Hoogste opbrengst. Levis F1 (S&G): Goed ogend, homogeen en opgericht gewas. Hoogste percentage Flandriakwaliteit en gemiddelde opbrengst.

16 14 Matjeko F1 (Rijk Zwaan): Goed ogend en opgericht gewas met iets blekere bladeren. Schacht met kortste overgang. Gemiddelde opbrengst. Megaton F1 (Nunhems): Goed ogend en sterk opgericht gewas. Schacht met langste overgang en duidelijk het meest bruine schachtstrepen maar volledig vrij van bacterie. Gemiddelde opbrengst. RS 9403 F1 (Seminis): Heel goed ogend en opgericht gewas. Minst vlot pelbare. Gemiddelde opbrengst. Striker F1 (Bejo): Goed ogend en minder opgericht gewas iets blekere bladeren. Vertoonde het meest bacterieaantasting. Lage opbrengst. 2 Vroege herfstteelt bestemming verse markt Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO). Proefbedrijf: Frederik Vermeersch, Meulebeke. 2.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zand aardappelen + Phacaelia Scheikundige analyse POVLT ph (KCl) 5,9 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 69,0 kalium (*) 27,4 magnesium (*) 14,6 calcium (*) 140,5 natrium (*) 1,5 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. Tabel 11: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha) Stikstofanalyse Diepte (cm) Begin teelt 24/06/10 Tijdens de teelt 12/08/ Einde teelt 03/11/ Proefopzet Volgende 9 cultivars werden vergeleken: Belton F1 (Nunhems), Callahan F1 (Nickerson Zwaan), Celcius F1 (RS1273 F1) (Seminis), Delmas F1 (Syngenta), Galvani F1 (Seminis), Levis F1 (Syngenta), Poulton F1 (Nunhems), Surfer F1 (Bejo) en Walton F1 (Nunhems). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 7,5 m 2 waren 4 parallellen. met daarin telkens 150 planten; er

17 Teeltverloop Plantenopkweek Zaaien: 15 maart, in plastiek koepelserre Productieveld Bemesting: Ploegen: Rotoreggen: Planten: Oogsten: 17 mei: 2000 kg kalk met 50 zbw 31 mei: 500 kg/ha patentkali 30 % 10 mei: 16 ton/ha mestvarkensdrijfmest 15 juni: 300 kg/ha Entec 26 % 16 juni: aangieten met APP 50 l/ha 30 juli: 300 kg/ha ammoniumnitraat 27 % 15 juni 16 juni 16 juni op 50 cm x 10 cm 3 november Tabel 12: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 26 juni 5 juli pyridaat tepraloxydim 2 kg Lentagran 45 WP 1 l Aramo Insecten- en 16 juni thiofanaat-methyl 7,1 gr/l Topsin M aangieten ziektebestrijding 28 juni methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 6 juli methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 20 juli spinosad 0,2 l Tracer 6 augustus 17 augustus 21 augustus 30 augustus 13 september 28 september 10 oktober methiocarb abamectine azoxystrobin spinosad abamectine spinosad + boscalid+pyraclostrobin tebuconazool 1,5 l Mesurol 500 SC 0,5 l Vertimec 1 l Ortiva 0,2 l Tracer 0,5 l Vertimec 0,2 l Tracer + 1,5 kg Signum 1 l Horizon EW 2.4 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen.

18 16 Tabel 13: Prei vroege herfstteelt Gewaskenmerken Cultivar Zaadhuis Stand van het gewas Bladkleur Uniformiteit Groeiwijze Belton Nunhems 7,6 ab 8,0 7,9 a 7,9 abcd 7,0 bc 7,6 a 7,9 ab 8,4 a Callahan Nickerson Zw. 7,5 bc 8,0 7,9 a 7,1 d 5,3 d 7,8 a 8,0 a 8,5 a Celcius Seminis 7,4 bcd 8,0 7,3 b 7,3 cd 6,5 c 7,5 a 7,6 abc 7,1 d Delmas S&G 7,4 bcd 8,0 7,6 ab 8,1 ab 6,9 c 7,8 a 7,4 cd 7,6 c Galvani Seminis 7,4 bcd 8,0 7,8 ab 7,4 bcd 7,0 bc 7,8 a 7,5 bcd 7,6 c Levis S&G 7,1 de 8,0 7,5 ab 7,3 cd 6,8 c 7,8 a 7,5 bcd 7,3 d Poulton Nunhems 7,0 e 8,0 7,5 ab 8,0 abc 7,8 a 7,5 a 7,8 abc 7,1 d Surfer Bejo 7,9 a 8,0 7,9 a 7,5 bcd 7,0 bc 7,6 a 7,6 abc 8,0 b Walton Nunhems 7,3 cde 8,0 7,8 ab 8,5 a 7,5 ab 7,8 a 7,1 d 7,9 bc Gemiddelde 7,4 8,0 7,7 7,7 6,8 7,7 7,6 7,7 K.W.V. P0,05 0,3 0,5 0,7 0,5 0,7 0,4 0,3 V.C. (%) 2,6 4,1 6,4 5,3 6,4 3,9 2,9 P-waarde 0,000 Z.S. 0,110 N.S. 0,004 Z.S. 0,000 Z.S. 0,988 N.S. 0,013 S. 0,000 Z.S. Quotering 1 = slecht bleek heterogeen weinig opgericht 9 = goed donker uniform sterk opgericht Tabel 14: Prei vroege herfstteelt Plantkenmerken Cultivar Lengte (cm) Geslotenheid Bladbreedte Snijvlak Vorm Vastheid Kleur Gladheid schacht overgang wit van het blad Belton 28,6 a 10,7 ab 17,9 a 7,4 a 7,9 a 6,6 bcd 7,4 a 7,4 ab 7,0 b 7,5 a Callahan 27,9 ab 11,5 a 20,0 a 7,0 ab 7,8 a 6,4 d 6,6 b 7,0 b 7,0 b 7,4 a Celcius 27,9 ab 10,1 ab 17,9 a 6,9 ab 7,4 a 7,6 a 7,0 ab 7,9 a 7,0 b 7,3 a Delmas 26,4 b 9,2 ab 17,2 a 6,9 ab 7,5 a 6,5 cd 7,3 ab 7,3 ab 7,0 b 7,3 a Galvani 28,0 ab 10,7 ab 17,3 a 7,1 ab 7,6 a 7,3 ab 7,0 ab 7,5 ab 7,0 b 7,5 a Levis 26,7 ab 9,3 ab 17,3 a 6,6 b 7,8 a 6,8 bcd 6,9 ab 7,5 ab 7,0 b 7,6 a Poulton 26,4 b 9,1 ab 17,3 a 6,9 ab 7,4 a 6,9 bcd 7,4 a 7,8 a 7,3 a 7,6 a Surfer 26,8 ab 9,0 b 17,8 a 6,6 b 7,6 a 7,1 abc 7,3 ab 7,6 ab 6,9 b 7,6 a Walton 28,0 ab 10,0 ab 18,0 a 6,9 ab 7,3 a 6,9 bcd 7,5 a 7,4 ab 7,0 b 7,4 a Gemiddelde 27,4 9,9 17,8 6,9 7,6 6,9 7,1 7,5 7,0 7,5 K.W.V. P0,05 1,9 2,1 3,9 0,6 0,8 0,6 0,6 0,6 0,2 0,6 V.C. (%) 4,7 14,6 14,8 5,8 7,4 6,3 6,1 5,4 1,9 5,9 P-waarde 0,148 N.S. 0,242 N.S. 0,894 N.S. 0,271 N.S. 0,803 N.S. 0,012 S. 0,159 N.S. 0,146 N.S. 0,064 N.S. 0,854 N.S. Quotering 1 = - open smal open, gekruld knobbelvorm los grijs/geel ruw 9 = - gesloten breed gesloten cylindrisch vast glanzend wit effen

19 17 Tabel 15: Prei vroege herfstteelt Ziektegevoeligheid Cultivar Blad- Sleetge- Percentage planten Pelbaarbreuk voeligheid met bruine schacht- heid strepen Belton 6,8 a 6,9 abc 4,0 ab 7,9 ab Callahan 7,4 a 6,5 c 0,5 c 7,8 ab Celcius 7,0 a 6,6 bc 0,3 c 8,0 ab Delmas 7,3 a 7,1 ab 2,3 abc 7,8 ab Galvani 6,8 a 7,0 abc 1,7 bc 7,4 ab Levis 6,9 a 6,9 abc 4,7 a 8,0 ab Poulton 6,5 a 7,4 a 1,5 bc 8,1 a Surfer 6,6 a 6,9 abc 4,2 ab 7,0 b Walton 6,9 a 7,3 a 0,7 c 7,8 ab Gemiddelde 6,9 6,9 2,2 7,7 K.W.V. P0,05 1,0 0,5 0,9 V.C. (%) 9,8 4,8 24,9 8,3 P-waarde 0,688 N.S. 0,024 S. 0,001 Z.S. 0,341 N.S. Quotering 1 = slecht 9 = goed Tabel 16: Prei vroege herfstteelt Opbrengstgegevens Cultivar Netto-opbrengst Marktbare Wegval (ton/ha) planten (%) (%) Belton 71,5 abc 99,8 a 0,2 b Callahan 73,6 ab 99,5 a 0,5 b Celcius 71,4 abc 99,8 a 0,2 b Delmas 70,4 bc 95,4 b 4,5 a Galvani 68,1 c 97,7 ab 2,0 ab Levis 75,7 a 100,0 a 0,0 b Poulton 72,1 abc 100,0 a 0,0 b Surfer 70,1 bc 99,6 a 0,3 b Walton 72,4 abc 99,0 a 1,0 b Gemiddelde 71,7 99,0 1,0 K.W.V. P0,05 4,4 V.C. (%) 4,2 4,5 41,0 P-waarde 0,085 N.S. 0,047 S. 0,059 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

20 18 Tabel 17: Prei vroege herfstteelt Sortering per diameterklasse Cultivar Netto-opbrengst Marktbare Wegval (ton/ha) planten (%) (%) Belton 71,5 abc 99,8 a 0,2 b Callahan 73,6 ab 99,5 a 0,5 b Celcius 71,4 abc 99,8 a 0,2 b Delmas 70,4 bc 95,4 b 4,5 a Galvani 68,1 c 97,7 ab 2,0 ab Levis 75,7 a 100,0 a 0,0 b Poulton 72,1 abc 100,0 a 0,0 b Surfer 70,1 bc 99,6 a 0,3 b Walton 72,4 abc 99,0 a 1,0 b Gemiddelde 71,7 99,0 1,0 K.W.V. P0,01 6,0 (1) K.W.V. P0,05 4,4 V.C. (%) 4,2 4,5 41,0 P-waarde 0,085 N.S. 0,047 S. 0,059 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 18: Prei vroege herfstteelt Sortering per kwaliteitsklasse Cultivar Netto-opbrengst Marktbare Wegval (ton/ha) planten (%) (%) Belton 71,5 abc 99,8 a 0,2 b Callahan 73,6 ab 99,5 a 0,5 b Celcius 71,4 abc 99,8 a 0,2 b Delmas 70,4 bc 95,4 b 4,5 a Galvani 68,1 c 97,7 ab 2,0 ab Levis 75,7 a 100,0 a 0,0 b Poulton 72,1 abc 100,0 a 0,0 b Surfer 70,1 bc 99,6 a 0,3 b Walton 72,4 abc 99,0 a 1,0 b Gemiddelde 71,7 99,0 1,0 K.W.V. P0,01 6,0 (1) K.W.V. P0,05 4,4 V.C. (%) 4,2 4,5 41,0 P-waarde 0,085 N.S. 0,047 S. 0,059 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

21 Voornaamste bevindingen Deze rassenproef werd, in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO), aangelegd te Meulebeke op een zandleembodem. De voorteelt was aardappel met Phacaelia als groenbemester. Er werd gezaaid op 24 maart, onder een plastiek koepelserre en geplant op 16 juni, op een afstand van 50 cm op 10 cm. De stikstofbemesting bestond uit 16 ton/ha mestvarkensdrijfmest, toegediend op 10 mei, aangevuld met 300 kg/ha Entec, toegediend juist voor planten. Later, op 6 juli, werd er nog een bijbemesting gegeven met 300 kg/ha ammoniumnitraat. De opbrengst lag bij alle rassen heel hoog (gemiddeld 71,7 ton netto/ha) vooral door de dichte plantafstand en ook door de late oogst. Bladziekten kwamen bij deze tegen bladziekten normaal behandelde prei, niet voor Gewaskenmerken Bij de oogst waren er geen significante verschillen te zien naar gewasstand; deze was het best bij Belton, Callahan en Surfer en het minst bij Celcius. De bladkleur was heel significant het meest donkergroen bij Poulton en het meest bleekgroen bij Callahan. De sterkst opgerichte groeiwijze werd heel significant aangetroffen bij Callahan en Belton terwijl Poulton, Celcius en Levis de minst opgerichte groeiwijze vertoonden. Ook naar uniformiteit toe waren er significante verschillen vast te stellen. Callahan was het meest uniform en Walton het meest heterogeen Plant- en schachtkenmerken De gemiddelde stamlengte bedroeg 27,4 cm waarbij er geen significante verschillen konden vastgesteld worden tussen de rassen. Belton had met 28,6 cm de langste stamlengte. Delmas en Poulton hadden met 26,4 cm de kortste schacht. Callahan had met 11,5 cm de langste overgang en Surfer met 9,0 cm de kortste. De schachtsluiting was het meest gesloten bij Belton en meest open bij Levis en Surfer. De cultivar Celcius vertoonde significant het minst opengekrulde snijvlak en Callahan het meest opengekrulde snijvlak. De schachtvorm vertoonde het meest een knobbelvorm bij Callahan en ze was het meest cylindrisch bij Walton Teeltveiligheid Het gemiddelde percentage marktbare planten bedroeg 99,0 %. De manuele pelbaarheid was heel significant het best bij Poulton en het minst bij Surfer. Callahan was significant het meest sleetgevoelig en Poulton en Walton het minst. Poulton was het meest gevoelig voor bladbreuk en Callahan het minst. Levis vertoonde heel significant het hoogste percentage planten met bruine schachtstrepen en Celcius, Callahan en Walton het minst Opbrengst en sortering De oogst vond plaats op 3 november, 20 weken na het planten. Er werd een gemiddelde nettoopbrengst voor levering op de verse markt behaald van 71,7 ton/ha. Levis gaf met 75,7 ton/ha de hoogste opbrengst, Galvani de laagste (68,1 ton/ha). Poulton gaf met 95,8 % het meest Flandriakwaliteit en Belton met 58,7 % het minst. 2.6 Besluit De cultivar Levis gaf de hoogste opbrengst. De donkerste bladkleur en de beste pelbaarheid werden bekomen met Poulton. Individuele rasbespreking De bespreking gebeurt in alfabetische volgorde. Belton F1 (Nunhems): Heel goed ogend, heel uniform en heel sterk opgericht gewas met goed gesloten en brede bladeren. Gemiddelde opbrengst en laagste percentage Flandriakwaliteit. Callahan F1 (Nickerson Zwaan): Heel goed ogend, heel uniform en sterk opgericht gewas met heel bleke en brede bladeren. Schacht met wat knobbel en opengekruld snijvlak. Meest sleetgevoelig. Gemiddelde opbrengst.

22 20 Celcius (Seminis): Goed ogend, uniform en minst opgericht gewas met iets blekere bladeren met mooi gesloten snijvlak. Heel vaste schacht. Gemiddelde opbrengst. Delmas F1 (S&G): Goed ogend en uniform gewas. De bladeren vertonen een opengekruld snijvlak. Gemiddelde opbrengst. Galvani F1 (Seminis): Goed ogend en uniform gewas. Minst vlot te pellen schacht. Laagste opbrengst. Levis F1 (S&G): Goed ogend en uniform gewas met blekere en brede bladeren. Minder goed gesloten schacht. Hoogste opbrengst. Poulton F1 (Nunhems): Goed ogend, uniform en minder opgericht gewas met heel donkere bladeren met minst sleet. Mooi vaste, iets wittere en vlotst pelbare schacht. Gemiddelde opbrengst en hoogste percentage Flandriakwaliteit. Surfer F1 (Bejo): Goed ogend, uniform en opgericht gewas. Schacht met open bladsluiting. Gemiddelde opbrengst. Walton F1 (Nunhems): Heel goed ogend, meest heterogeen en opgericht gewas met donkere bladeren met weinig sleet. Mooi cilindrische schacht. Gemiddelde opbrengst. 3 Late herfstteelt bestemming verse markt Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Rumbeke. 3.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem wortelen Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,3 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 49,9 kalium (*) 12,3 magnesium (*) 14,1 calcium (*) 209,9 natrium (*) 1,7 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. Tabel 19: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha) Stikstofanalyse Diepte (cm) Vóór de teelt 08/07/10 Tijdens de teelt 17/09/ Na de teelt 13/12/ Proefopzet Volgende 13 cultivars werden vergeleken: Antiope F1 (Syngenta), Belton F1 (Nunhems), Callahan F1 (Nickerson Zwaan), Celcius F1 (RS 1273 F1) (Seminis), Conway F1 (Toozer), Cousteau F1 (Seminis), Delmas F1 (Syngenta), Fahrenheit F1 (Seminis), Galvani F1 (Seminis), Kenton F1 (Nunhems), Poulton F1 (Nunhems), Poulton F1 (Mundial gecoat) (Nunhems) en Walton F1 (Nunhems).

23 21 De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 9,75 m² met daarin telkens 150 planten; er waren 4 parallellen. 3.3 Teeltverloop Plantenopkweek Zaaien: 22 april, in openlucht Productieveld Bemesting: 7 juli: 900 kg/ha patentkali 30 % 7 juli: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % 29 september: 231 kg/ha Entec 26 % Ploegen: 7 juli Rotoreggen: 7 juli Planten: 8 juli op 65 cm x 10 cm Oogsten: 8 december Tabel 20: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 23 juli 2 augustus metazachloor + pendimethalin + ioxynil tepraloxydim Insecten- en 8 juli thiofanaat-methyl 1,8 l Topsin M dompelen ziektebestrijding 20 juli spinosad 0,2 l Tracer 6 augustus 23 augustus 1 september methiocarb abamectine methiocarb + tebuconazool + boscalid+pyraclostrobin 20 september azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva top 8 oktober methiocarb + tebuconazool+trifloxystrobine 16 november boscalid+pyraclostrobin 1,5 kg Signum 1,5 Butisan S + 2 l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril 1,5 l Aramo 1,5 l Mesurol 500 SC 0,5 l Vertimec 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,5 l Horizon EW + 1 kg Signum 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,4 kg Nativo 75 WG 3.4 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen. Tabel 21: Prei late herfstteelt Pootgoedkenmerken Cultivar Gewasstand Stevigheid Kleur Plantdikte (mm) (1) Antiope 6,0 7,0 8,0 5,1 Belton 8,0 8,0 8,0 5,3 Callahan 8,0 8,0 7,0 5,9 Celcius 6,0 7,0 7,0 5,2 Conway 8,0 7,0 6,5 5,8 Cousteau 7,5 8,0 8,0 4,6 Delmas 8,0 7,0 8,0 5,6 Fahrenheit 6,0 8,0 8,0 4,5 Galvani 4,0 7,0 6,5 4,2 Kenton 6,0 6,5 7,0 4,6 Poulton 6,5 7,5 7,5 6,3 Poulton gecoat 6,0 7,6 7,5 4,6 Walton 7,5 8,0 8,0 4,9 Gemiddelde 6,7 7,4 7,5 5,1 Quotering 1= slecht los bleekgroen - 9= goed vast donkergroen - (1) Gemeten op 5 cm boven de wortels.

24 22 Tabel 22: Prei late herfstteelt Gewaskenmerken Cultivar Zaadhuis Stand van het gewas Bladkleur Uniformiteit Sleetge voeligheid Antiope S&G 7,3 de 7,4 cd 7,0 a 7,9 ab 7,0 cd Belton Nunhems 8,0 a 8,0 a 7,0 a 7,5 ab 7,6 abc Callahan Nickerson Zwaan 7,8 abc 7,4 cd 6,5 b 7,4 ab 7,3 bc Celcius Seminis 7,8 abc 7,5 bcd 7,1 a 7,8 ab 7,4 bc Conway Toozer 7,4 bcde 7,8 abc 5,0 c 7,6 ab 6,5 d Cousteau Seminis 7,1 ef 7,1 d 7,4 a 7,3 b 7,8 ab Delmas S&G 8,0 a 7,4 cd 6,9 ab 7,6 ab 7,4 bc Fahrenheit Seminis 7,1 ef 7,4 cd 7,4 a 7,8 ab 8,1 a Galvani Seminis 6,8 f 7,3 d 7,0 a 7,4 ab 7,5 abc Kenton Nunhems 7,9 ab 7,9 ab 7,3 a 7,9 ab 7,8 ab Poulton Nunhems 7,6 abcd 7,8 abc 7,3 a 7,8 ab 7,8 ab Poulton gecoat Nunhems 7,9 ab 7,4 cd 7,0 a 8,0 a 7,4 bc Walton Nunhems 7,5 abcde 7,8 abc 7,4 a 7,9 ab 7,5 abc Gemiddelde 7,5 7,5 6,9 7,7 7,5 K.W.V. P 0,01 0,6 0,5 0,6 0,8 0,7 K.W.V. P 0,05 0,4 0,4 0,4 0,6 0,6 V.C. (%) 4,1 3,8 4,4 5,6 5,2 P-waarde 0,000 Z.S. 0,001 Z.S. 0,000 Z.S. 0,344 N.S. 0,000 Z.S. Quotering 1= slecht bleek heterogeen veel 9= goed donker uniform geen

25 23 Tabel 23: Prei late herfstteelt Plant- en schachtkenmerken Cultivar Lengte (cm) Geslotenheid Bladbreedte Snijvlak Vorm Vastheid Kleur Gladheid schacht overgang wit van het blad blad Antiope 26,0 bcd 9,6 bcde 16,4 a 7,1 bc 7,3 abc 7,8 ab 7,6 ab 7,6 ab 7,0 7,3 a Belton 27,9 ab 11,2 ab 16,7 a 7,8 a 7,6 a 7,1 abcd 7,9 a 7,5 abc 7,0 7,4 a Callahan 25,5 cd 8,6 def 16,9 a 7,3 abc 7,3 abc 7,3 abcd 7,5 abc 7,8 a 7,0 7,4 a Celcius 26,7 bcd 10,6 abc 16,1 a 7,3 abc 7,4 abc 6,5 d 7,8 ab 7,4 abcd 7,0 7,3 a Conway 28,9 a 11,6 a 17,3 a 7,6 ab 7,6 a 5,6 e 7,8 ab 7,6 ab 7,0 7,5 a Cousteau 25,3 cde 8,2 ef 17,1 a 7,0 c 7,1 abc 6,5 d 7,5 abc 7,5 abc 7,0 7,0 a Delmas 25,4 cd 8,9 de 16,6 a 7,4 abc 7,0 abc 7,0 bcd 7,8 ab 7,1 bcd 7,0 7,4 a Fahrenheit 23,3 e 7,1 f 16,2 a 7,1 bc 6,8 c 6,9 cd 7,1 c 7,6 ab 7,0 7,5 a Galvani 24,8 de 8,3 def 16,5 a 7,3 abc 7,3 abc 7,9 a 7,8 ab 7,0 d 7,0 7,5 a Kenton 27,0 abc 10,0 abcd 17,1 a 7,8 a 7,1 abc 7,6 abc 7,4 bc 7,6 ab 7,0 7,3 a Poulton 26,0 bcd 9,1 cde 17,0 a 7,5 abc 6,9 bc 7,0 bcd 7,6 ab 7,5 abc 7,0 7,4 a Poulton gecoat 24,9 cde 8,5 def 16,4 a 7,3 abc 6,9 bc 6,8 d 7,8 ab 7,9 a 7,0 7,3 a Walton 26,1 bcd 9,6 bcde 16,6 a 7,5 abc 7,5 ab 7,0 bcd 7,5 abc 7,6 ab 7,0 7,5 a Gemiddelde 26,0 9,3 16,7 7,4 7,2 7,0 7,6 7,5 7,0 7,3 K.W.V. P 0,01 2,5 2,0 1,4 0,6 0,7 1,0 0,5 0,6 0,8 K.W.V. P 0,05 1,8 1,5 1,0 0,5 0,5 0,8 0,4 0,4 0,6 V.C. (%) 5,0 11,5 4,3 4,5 5,2 7,5 3,3 4,0 5,5 P-waarde 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. 0,435 N.S. 0,036 S. 0,029 S. 0,000 Z.S. 0,013 S. 0,017 S. 0,886 N.S. Quotering 1= - open smal open, gekruld knobbelvorm los grijs/geel ruw 9= - gesloten breed gesloten cylindrisch vast glanzend wit effen

26 24 Tabel 24: Prei late herfstteelt Opbrengstgegevens en ziektegevoeligheid Cultivar Netto-opbrengst Marktbaar Schot Afval Wegval Pelbaar- Houd- Bruine schacht- Blad- Fusarium Trips (ton/ha) (%) (%) (%) (%) heid baarheid strepen breuk Antiope 41,3 bcde 91,8 a 0,0 0,3 cde 7,8 a 8,0 ab 8 8,6 abc 7,0 b 8,0 a 7,3 ab Belton 45,6 ab 88,7 a 0,0 1,2 abcd 10,2 a 7,5 bcd 8 7,6 d 6,9 b 7,9 ab 7,3 ab Callahan 44,3 abc 91,8 a 0,0 0,8 bcde 7,3 a 6,9 de 8 8,8 ab 7,1 b 7,5 ab 7,1 ab Celcius 47,8 a 91,5 a 0,0 1,3 abc 7,2 a 8,3 a 8 8,4 abc 6,9 b 7,9 ab 7,3 ab Conway 48,4 a 89,2 a 0,0 0,7 bcde 10,2 a 7,3 cde 8 8,9 ab 6,9 b 8,0 a 6,5 b Cousteau 39,2 de 91,2 a 0,0 0,2 de 8,7 a 7,4 bcd 8 9,0 a 7,9 a 7,8 ab 7,8 a Delmas 45,5 ab 91,8 a 0,0 2,0 a 6,2 a 7,6 abc 8 8,0 cd 7,9 a 8,0 a 7,8 a Fahrenheit 37,7 e 95,7 a 0,0 0,0 e 4,3 a 6,9 de 8 8,9 ab 7,9 a 8,0 a 7,4 a Galvani 39,7 cde 90,7 a 0,0 0,2 de 9,2 a 8,0 ab 8 8,6 abc 7,9 a 8,0 a 7,4 a Kenton 44,7 abc 93,5 a 0,0 0,2 de 6,3 a 6,6 e 8 8,6 abc 6,8 b 8,0 a 7,5 a Poulton 43,2 abcd 91,0 a 0,0 0,8 abcde 8,2 a 7,4 bcd 8 8,3 bcd 7,4 ab 8,0 a 7,8 a Poulton gecoat 45,6 ab 95,5 a 0,0 1,3 abc 3,2 a 7,5 bcd 8 8,4 abc 7,3 ab 8,0 a 7,8 a Walton 40,8 bcde 90,3 a 0,0 1,5 ab 8,2 a 7,3 cde 8 9,0 a 7,3 ab 7,4 b 7,6 a Gemiddelde 43,4 91,7 0,0 0,8 7,5 7,4 8 8,5 7,3 7,9 7,4 K.W.V. P 0,01 6,1 (1) 0,8 0,8 0,8 1,0 K.W.V. P 0,05 4,5 (1) 0,6 0,6 0,6 0,7 V.C. (%) 7,3 8,9 18,1 33,5 5,8 5,1 5,7 4,5 6,8 P-waarde 0,000 Z.S. 0,856 N.S. 0,001 Z.S. 0,803 N.S. 0,000 Z.S. 0,002 Z.S. 0,000 Z.S. 0,191 N.S. 0,059 N.S. Quotering 1= - slecht veel 9= - goed geen (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

27 25 Tabel 25: Prei late herfstteelt Sortering per diameterklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Antiope 2,4 a 2,2 ab 57,0 bc 36,1 d 2,3 abc 2,3 b 0,6 a 46,3 b 46,9 d 3,9 abcd Belton 3,7 a 0,6 ab 38,6 fg 53,0 ab 4,1 ab 2,1 b 0,1 a 30,2 ef 61,6 ab 6,0 abc Callahan 5,8 a 1,3 ab 43,7 def 45,6 bc 3,7 ab 6,5 a 0,4 a 32,3 ef 54,9 abcd 5,9 abc Celcius 4,6 a 1,5 ab 37,0 fg 51,1 ab 5,9 a 3,1 ab 0,3 a 28,1 fg 58,8 abc 9,8 a Conway 3,5 a 3,3 a 31,8 g 55,4 a 6,0 a 3,5 ab 0,8 a 23,2 g 63,4 a 9,2 a Cousteau 3,4 a 2,0 ab 50,0 cd 39,7 cd 4,8 ab 2,2 b 0,5 a 39,4 cd 50,0 cd 8,0 abc Delmas 1,3 a 2,2 ab 37,5 fg 52,4 ab 6,7 a 1,0 b 0,6 a 27,4 fg 61,6 ab 9,4 ab Fahrenheit 1,2 a 3,0 a 73,1 a 22,7 e 0,0 c 1,0 b 0,8 a 66,7 a 31,5 e 0,0 d Galvani 1,5 a 1,5 ab 58,7 b 37,2 cd 1,1 bc 1,6 b 0,4 a 44,9 bc 51,0 cd 2,1 cd Kenton 2,7 a 1,4 ab 56,0 bc 37,6 cd 2,3 abc 2,4 b 0,3 a 47,7 b 46,0 d 3,6 abcd Poulton 2,2 a 0,5 b 41,2 ef 51,0 ab 5,1 a 1,3 b 0,1 a 31,2 ef 58,8 abc 8,5 ab Poulton gecoat 1,2 a 1,7 ab 44,6 def 50,2 ab 2,3 abc 0,9 b 0,5 a 35,1 de 60,2 ab 3,3 abcd Walton 3,0 a 0,6 ab 46,6 de 45,0 bc 4,8 ab 1,8 b 0,3 a 36,4 de 53,9 bcd 7,6 abc Gemiddelde 2,8 1,7 47,4 44,4 3,2 2,3 0,4 37,6 53,7 6,0 K.W.V. P 0,01 (1) K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 35,0 29,1 10,2 12,0 28,8 32,0 15,2 11,5 10,6 30,9 P-waarde 0,441 N.S. 0,270 N.S. 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. 0,006 Z.S. 0,150 N.S. 0,539 N.S. 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. 0,003 Z.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

28 26 Tabel 26: Prei late herfstteelt Sortering per diameterklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 Antiope 2,4 a 88,3 abc 9,3 abcd 2,3 b 89,0 abc 8,8 abcd Belton 3,7 a 85,2 bc 11,1 abc 2,1 b 87,1 bc 10,8 abc Callahan 5,8 a 80,5 c 13,7 ab 6,5 a 79,9 c 13,6 ab Celcius 4,6 a 88,7 abc 6,8 bcd 3,1 ab 90,9 ab 6,0 cd Conway 3,5 a 80,0 c 16,5 a 3,5 ab 79,7 c 16,8 a Cousteau 3,4 a 89,3 abc 7,3 bcd 2,2 b 90,6 ab 7,2 bcd Delmas 1,3 a 94,9 a 3,8 d 1,0 b 95,3 a 3,7 d Fahrenheit 1,2 a 93,7 ab 5,1 cd 1,0 b 94,2 ab 4,8 cd Galvani 1,5 a 93,5 ab 5,0 cd 1,6 b 93,1 ab 5,3 cd Kenton 2,7 a 88,2 abc 9,1 abcd 2,4 b 89,2 abc 8,5 abcd Poulton 2,2 a 92,3 ab 5,6 cd 1,3 b 94,1 ab 4,6 cd Poulton gecoat 1,2 a 91,9 ab 6,8 bcd 0,9 b 92,8 ab 6,3 bcd Walton 3,0 a 86,6 bc 10,4 abc 1,8 b 87,8 bc 10,4 abc Gemiddelde 2,8 88,7 8,5 2,3 89,5 8,2 K.W.V. P 0,01 (1) K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 35,0 7,6 22,6 32,0 7,2 24,0 P-waarde 0,441 N.S. 0,016 S. 0,005 Z.S. 0,150 N.S. 0,005 Z.S. 0,005 Z.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

29 Voornaamste bevindingen Deze rassenproef werd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) aangelegd, op een zandleembodem, na een voorteelt wortelen, op de terreinen van het POVLT, te Beitem. Er werd gezaaid op 22 april in open lucht en geplant op 8 juli op een afstand van 65 cm op 10 cm. De stikstofbemesting bestond uit 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 %, toegediend direct voor planten. Eind september werd er nog een bijbemesting gegeven met 231 kg/ha Entec 26 %. De opbrengst was, bij alle rassen, goed (gemiddeld 43,4 ton netto/ha). Bladziekten kwamen bij deze, tegen bladziekten normaal behandelde, prei niet voor met uitzondering van de buitenste rijen die, bij bepaalde rassen, wat roest lieten zien. De late oogst was te wijten aan de winterse weersomstandigheden (vorst), de laatste 2 weken. De prei werd twee weken afgedekt met vliesdoek + flodderfolie. Er kwam geen vorstschade voor Gewaskenmerken Bij de oogst waren er heel significante verschillen te zien, naar gewasstand: deze was het best bij Belton en het minst bij Cousteau en Galvani. De bladkleur was heel significant het meest donkergroen bij Cousteau, Fahrenheit en Walton en het meest bleekgroen bij Conway. De sterkst opgerichte groeiwijze werd significant aangetroffen bij Belton. Poulton gecoat was het meest uniform, Cousteau bleek het meest heterogeen Plant- en schachtkenmerken De gemiddelde stamlengte bedroeg 26,0 cm waarbij er heel significante verschillen konden vastgesteld worden tussen de rassen. Conway had met 28,9 cm de langste stam met de langste overgang. Vooral Fahrenheit had de kortste schacht met 23,3 cm en 7,1 cm overgang. De schachtsluiting was significant het meest gesloten bij Belton en Kenton en het meest open bij Cousteau. De bladeren waren significant het breedst bij Belton en Conway en het smalst bij Fahrenheit. De schachtvorm vertoonde significant het meest knobbel bij Fahrenheit en het minst bij Belton. Ook de vastheid van de schacht was significant het meest vast bij Poulton met mundialcoating en Callahan en het meest los bij Galvani Teeltveiligheid Het gemiddeld percentage marktbare planten bedroeg 91,7 %. De manuele pelbaarheid was heel significant minder goed bij Kenton en heel goed bij Celcius. Cousteau, Delmas, Fahrenheit en Galvani vertoonden heel significant het minst bladbreuk en Kenton het meest. Conway vertoonde het meest tripsaantasting. De cultivars Cousteau en Walton waren de enige die geen bruine schachtstrepen vertoonden en Belton het meest Opbrengst en sortering Het gemiddeld percentage marktbare planten bedroeg 91,7 %. De manuele pelbaarheid was heel significant minder goed bij Kenton en heel goed bij Celcius. Cousteau, Delmas, Fahrenheit en Galvani vertoonden heel significant het minst bladbreuk en Kenton het meest. Conway vertoonde het meest tripsaantasting. De cultivars Cousteau en Walton waren de enige die geen bruine schachtstrepen vertoonden en Belton het meest. 3.6 Besluit De gekende rassen Belton, Kenton, Delmas en Poulton scoorden goed naar kwaliteit en opbrengst. De rassen Conway en Celcius gaven in deze proef wel een hogere opbrengst maar Conway was duidelijk al overrijp, in tegenstelling tot Celcius. De beste pelbaarheid werd aangetroffen bij Celcius, gevolgd door Antiope en Galvani. Het nieuwe ras, Callahan, sloot hierbij aan maar was wel beduidend bleker. Ook Cousteau scoorde kwalitatief heel goed maar net als bij Antiope, Galvani en Walton was de opbrengst wat lager. Fahrenheit gaf de laagste opbrengst, in deze proef. Onder de gegeven omstandigheden gaf de cultivar Celcius de beste resultaten. Individuele rasbespreking (In alfabetische volgorde; opbrengsten relatief ten aanzien van het proefgemiddelde)

30 28 Antiope F1 (S&G): Goed ogend en uniform gewas met iets meer sleet. Bladeren met een mooi gesloten snijvlak. Heel goede pelbaarheid. Gemiddelde opbrengst (95 %). Belton F1 (Nunhems): Heel goed ogend gewas met een goede bladsluiting en brede bladeren. Iets meer bladbreuk. Mooi cylindrische schacht met meer bruine schachtstrepen. Goede opbrengst (105 %). Callahan F1 (Nickerson Zwaan): Goed ogend gewas met bleke bladeren. Mooi vaste maar iets minder vlot pelbare schacht. Gemiddelde opbrengst (102 %). Celcius F1 (Seminis): Goed ogend en uniform gewas met een opengekruld snijvlak en iets meer bladbreuk. Heel vlot te pellen. Hoge opbrengst (110 %). Conway F1 (Toozer): Goed ogend gewas maar veel sleet en heel bleke bladeren met sterk openkrullend snijvlak. Veel tripsschade en bladbreuk. Lange schacht met lange overgang. Hoogste opbrengst (112 %) en laagste percentage Flandriakwaliteit. Cousteau F1 (Seminis): Goed ogend en iets heterogener gewas met donkere bladeren met iets openkrullend snijvlak. Weinig sleet, bladbreuk en trips en geen bruine schachtstrepen. Lagere opbrengst (90 %). Delmas F1 (S&G): Goed ogend gewas met iets blekere bladeren en weinig bladbreuk. Goed pelbaar. Weinig gevoelig voor trips soms wat roest. Goede opbrengst (105 %) en hoogste percentage Flandriakwaliteit. Fahrenheit F1 (Seminis): Goed ogend en uniform gewas met smalle bladeren en iets openkrullend snijvlak met weinig sleet maar wat roest. Weinig bladbreuk. Iets minder vlot pelbare schacht met korte overgang. Laagste opbrengst (87 %). Galvani F1 (Seminis): Goed ogend gewas met een mooi gesloten snijvlak en weinig bladbreuk. Soms wat roest en bacterieziekte. Iets lossere en heel goed pelbare schacht. Lagere opbrengst (91 %). Kenton F1 (Nunhems): Heel goed ogend en uniform gewas met weinig sleet en blad met mooi gesloten snijvlak. Minder vlot pelbaar en iets meer bladbreuk. Gemiddelde opbrengst (103 %). Poulton F1 (Nunhems): Heel goed ogend en uniform gewas met iets smallere bladeren met weinig sleet. Weinig gevoelig voor trips. Gemiddelde opbrengst (100 %). Poulton F1 met Mundialcoating (Nunhems): geen verschillen met voorgaande. Walton F1 (Nunhems): Goed ogend en uniform gewas met brede bladeren. Schacht zonder bruine schachtstrepen. Iets lagere opbrengst (94 %). 4 Winterteelt - bestemming verse markt Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO). Proefbedrijf: Daniël & Marjan Lansen, Esen. 4.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem vroege aardappelen & bleekselder Scheikundige analyse POVLT ph (KCl) 5,2 koolstof (%) 1,3 fosfor (*) 66,8 kalium (*) 17,9 magnesium (*) 12,8 calcium (*) 101,2

31 29 natrium (*) 0,0 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. Tabel 27: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha) Stikstofanalyse Diepte (cm) Voor de teelt 13/07/ Na de teelt 17/02/ Proefopzet Volgende 9 cultivars werden vergeleken: Bluebell (Graines Voltz), Cousteau (Seminis), Fahrenheit (Seminis), Harston (Nunhems), Kenton (Nunhems) en Lucretius (RS 9150) (Seminis). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 9,75 m² met daarin telkens 150 planten; er waren 4 parallellen. 4.3 Teeltverloop Plantenopkweek Zaaien: 10 april in openlucht Productieveld Bemesting: 15 mei: 250 kg/ha chloorpotas 60 % 1 juli: l/ha zeugendrijfmest 25 augustus: 300 kg/ha kalknitraat 15,5 % 20 oktober: 400 kg/ha Entec Ploegen: 12 juli Rotoreggen: 13 juli Planten: 13 juli op 65 cm x 10 cm Oogsten: 17 februari 2011 Tabel 28: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 2 augustus pyridaat + pendimethalin + dimethenamide-p 0,5 kg Lentagran 45 WP + 1,25 l Stomp 400 SC + 1 l Frontier Elite Insecten- en 23 augustus methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC ziektebestrijding 11 september abamectine + tebuconazool 0,5 l Vertimec + 1 l Horizon EW 24 september methiocarb + tebuconazool 1,5 l Mesurol 500 SC + 1 l Horizon EW 1 oktober mancozeb+benalaxyl-m 2,5 kg Fantic M 13 oktober cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 27 oktober cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 18 november azoxystrobin 1l Ortiva 12 december cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 20 januari boscalid+pyraclostrobin 1,5 kg Signum 4.4 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen.

32 30 Tabel 29: Prei winterteelt Gewaskenmerken Cultivar Zaadhuis Stand van het gewas Bladkleur Uniformiteit Groeiwijze Bluebell Graines Voltz 7,3 c 8,0 a 7,5 a 8,1 a 7,3 ab 7,9 a 7,4 ab 7,5 a Cousteau Seminis 8,0 a 7,9 a 7,0 b 7,8 bc 6,5 d 7,9 a 6,9 b 7,6 a Fahrenheit Seminis 7,6 abc 8,0 a 7,6 a 7,9 ab 7,4 ab 7,9 a 7,8 a 7,4 a Harston Nunhems 7,5 bc 7,5 b 7,4 ab 7,9 ab 7,6 a 7,9 a 7,1 ab 7,5 a Kenton Nunhems 8,0 a 8,0 a 7,4 ab 7,9 ab 7,0 bc 8,0 a 7,5 ab 7,8 a Lucretius Seminis 7,9 ab 8,0 a 7,0 b 7,5 c 6,8 cd 8,0 a 7,3 ab 6,9 b Gemiddelde 7,7 7,9 7,3 7,8 7,1 7,9 7,3 7,4 K.W.V. P0,01 0,5 0,2 0,5 0,5 0,5 0,4 0,8 0,5 K.W.V. P0,05 0,4 0,2 0,4 0,3 0,4 0,3 0,6 0,4 V.C. (%) 3,4 1,3 3,4 2,9 3,4 2,7 5,3 3,4 P-waarde 0,004 Z.S. 0,000 Z.S. 0,013 S. 0,031 S. 0,000 Z.S. 0,858 N.S. 0,084 N.S. 0,003 Z.S. Quotering 1= slecht bleek heterogeen weinig opgericht 9= goed donker uniform sterk opgericht Tabel 30: Prei winterteelt Plantkenmerken Cultivar Schachtlengte Lengte aanloopkleur Geslotenheid Bladbreedte Snijvlak (cm) (cm) van het blad blad Bluebell 27,9 abc 10,9 ab 7,0 a 7,3 abc 7,9 a Cousteau 28,9 ab 10,7 ab 7,0 a 7,3 abc 6,5 c Fahrenheit 27,0 cd 10,3 b 7,0 a 7,0 bc 6,9 bc Harston 27,2 bc 10,7 ab 7,0 a 6,6 c 6,8 bc Kenton 29,3 a 12,5 a 7,0 a 7,6 ab 6,8 bc Lucretius 25,2 d 9,0 b 7,1 a 7,8 a 7,3 ab Gemiddelde 27,6 10,7 7,0 7,2 7,0 K.W.V. P0,01 2,4 2,7 0,2 0,9 0,9 K.W.V. P0,05 1,7 1,9 0,2 0,6 0,7 V.C. (%) 4,2 12,0 1,5 5,9 6,4 P-waarde 0,002 Z.S. 0,043 S. 0,450 N.S. 0,021 S. 0,008 Z.S. Quotering 1= - open smal open, gekruld 9= - gesloten breed gesloten

33 31 Tabel 31: Prei winterteelt Schachtkenmerken Cultivar Lengte wit Vorm van Vastheid Kleur van Gladheid (cm) de schacht de schacht Bluebell 17,0 b 7,4 ab 7,5 ab 7,0 b 7,0 b Cousteau 18,2 a 7,3 abc 6,6 c 7,0 b 6,9 b Fahrenheit 16,7 bc 7,0 bc 7,1 bc 7,1 b 7,0 b Harston 16,5 bc 7,1 abc 7,8 a 7,8 a 8,0 a Kenton 16,8 b 7,6 a 7,5 ab 7,1 b 7,6 ab Lucretius 16,2 c 6,8 c 7,4 ab 7,0 b 6,8 b Gemiddelde 16,9 7,2 7,3 7,2 7,2 K.W.V. P0,01 0,7 0,7 0,8 0,4 1,1 K.W.V. P0,05 0,5 0,5 0,5 0,3 0,8 V.C. (%) 2,1 4,7 4,9 2,4 7,5 P-waarde 0,000 Z.S. 0,034 S. 0,008 Z.S. 0,000 Z.S. 0,033 S. Quotering 1= - knobbelvorm los grijs- of geelachtig ruw 9= - cylindrisch vast glanzend wit glad Tabel 32: Prei winterteel Pootgoedkenmerken Cultivar Gewasstand Stevigheid Kleur Plantdikte (1) Bluebell ,8 Cousteau ,4 Fahrenheit ,8 Harston ,7 Kenton ,7 Lucretius ,7 Gemiddelde ,2 1= slecht los bleekgroen - 9= goed vast donkergroen - (1) In mm gemeten op 5 cm boven de wortelplaat.

34 Tabel 33: Prei winterteelt Opbrengstgegevens en ziektegevoeligheid Cultivar Netto opbrengst Marktbare Schot Afval Wegval Bladbreuk Pelbaarheid (ton/ha) planten (%) (%) (%) (%) Bluebell 49,2 cd 97,2 a 0,7 a 0,7 a 1,5 a 6,9 a 7,6 a Cousteau 56,1 a 98,2 a 0,0 a 0,2 a 1,7 a 6,5 a 8,0 a Fahrenheit 47,0 d 96,8 a 0,0 a 0,0 a 3,2 a 6,9 a 7,1 a Harston 53,6 ab 97,8 a 0,0 a 0,2 a 2,0 a 6,9 a 8,0 a Kenton 52,0 bc 96,5 a 0,2 a 0,5 a 2,8 a 7,3 a 8,1 a Lucretius 49,2 cd 99,5 a 0,0 a 0,0 a 0,5 a 7,3 a 7,3 a Gemiddelde 51,2 97,7 0,1 0,3 1,9 6,9 7,7 K.W.V. P0,01 4,0 1,0 1,3 (1) K.W.V. P0,05 2,9 0,7 1,0 V.C. (%) 3,7 6,0 14,6 19,2 38,0 6,9 8,3 P-waarde 0,000 Z.S. 0,457 N.S. 0,170 N.S. 0,469 N.S. 0,593 N.S. 0,284 N.S. 0,176 N.S. Quotering 1= - veel slecht 9= - geen goed (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. 32 Tabel 34: Prei winterteelt Ziektegevoeligheid Cultivar Sleet- Bruine Vorstschade Houdbaarheid gevoeligheid schachtstrepen (1) Bluebell 7,0 a 7,0 b 7,3 ab 6,0 Cousteau 6,1 b 8,0 a 6,5 bc 5,5 Fahrenheit 7,0 a 7,8 ab 7,9 a 6,0 Harston 6,6 a 8,8 a 7,0 abc 7,0 Kenton 6,8 a 7,8 ab 6,9 bc 5,0 Lucretius 6,6 a 8,6 a 6,3 c 4,5 Gemiddelde 6,7 8,0 7,0 5,7 K.W.V. P0,01 0,5 1,3 1,2 K.W.V. P0,05 0,4 0,9 0,9 V.C. (%) 3,6 7,7 8,3 P-waarde 0,001 Z.S. 0,011 S. 0,017 S. Quotering 1= veel slecht 9= geen goed (1) 4 weken opengezet in koelcel.

35 33 Tabel 35: Prei winterteelt Sortering Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Bluebell 4,1 a 4,6 b 28,3 ab 59,7 ab 3,3 b 3,3 a 1,8 bc 22,0 ab 68,1 a 4,9 b Cousteau 3,6 a 1,9 c 17,5 c 66,0 a 11,1 a 2,2 a 0,7 d 11,4 c 70,1 a 15,6 a Fahrenheit 2,8 a 5,0 b 34,2 a 52,8 b 5,3 ab 2,5 a 2,0 b 25,4 a 62,0 a 8,1 ab Harston 2,0 a 3,6 bc 26,3 ab 60,4 ab 7,7 ab 1,3 a 1,1 cd 18,6 b 67,7 a 11,4 ab Kenton 4,1 a 10,7 a 23,1 bc 55,2 b 6,9 ab 3,7 a 4,1 a 17,1 b 63,9 a 11,2 ab Lucretius 2,7 a 4,9 b 29,5 ab 53,8 b 9,2 a 2,0 a 1,7 bc 21,3 ab 60,9 a 14,2 a Gemiddelde 3,2 5,1 26,5 58,0 7,3 2,5 1,9 19,3 65,5 10,9 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 24,0 18,6 11,3 10,5 24,6 22,4 10,1 11,0 8,9 21,9 P-waarde 0,625 N.S. 0,000 Z.S. 0,007 Z.S. 0,061 N.S. 0,051 N.S. 0,311 N.S. 0,000 Z.S. 0,003 Z.S. 0,217 N.S. 0,054 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 36: Prei winterteelt Sortering per kwaliteitsklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 Bluebell 4,1 a 90,9 b 5,0 a 3,3 a 92,7 b 4,0 a Cousteau 3,6 a 96,1 a 0,3 b 2,2 a 97,4 ab 0,4 b Fahrenheit 2,8 a 95,9 a 1,3 b 2,5 a 96,3 ab 1,3 ab Harston 2,0 a 97,8 a 0,2 b 1,3 a 98,6 a 0,1 b Kenton 4,1 a 94,3 ab 1,5 b 3,7 a 94,6 ab 1,7 ab Lucretius 2,7 a 95,3 ab 2,0 ab 2,0 a 96,2 ab 1,8 ab Gemiddelde 3,2 95,1 1,7 2,5 96,0 1,5 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 24,0 4,9 31,9 22,4 5,4 31,4 P-waarde 0,625 N.S. 0,048 S. 0,022 S. 0,311 N.S. 0,052 N.S. 0,049 S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

36 Voornaamste bevindingen Deze proef kende een vlotte weggroei. Na het planten viel er voldoende regen. De oogst vond plaats op 17 februari. De opbrengst was met een gemiddelde van 51,2 ton/ha, hoog. Er werden op dit veld geen problemen met bladziekten vastgesteld. Ondanks de aanhoudende vorst, vooral voor Nieuwjaar, vertoonden de meeste rassen toch niet al te veel vorstschade aan de bladeren. De vorstschade situeerde zich vooral aan de toppen van de bladeren; zilvergrijze strepen op de bladeren werden niet waargenomen Gewaskenmerken Bij de oogst waren er significante verschillen te zien naar gewasstand; deze was het best bij Fahrenheit en Bluebell en minder bij Cousteau en Lucretius. De bladkleur was heel significant het meest donkergroen bij Harston en het bleekst bij Lucretius en Cousteau. De sterkst opgerichte groeiwijze werd heel significant aangetroffen bij Kenton terwijl Lucretius de minst opgerichte groeiwijze had. Naar uniformiteit waren er geen significante verschillen waar te nemen: Fahrenheit was het meest uniform en Cousteau het meest heterogeen Plant- en schachtkenmerken De gemiddelde schachtlengte bedroeg 27,6 cm waarbij er heel significante verschillen konden vastgesteld worden tussen de rassen. Kenton had met 29,3 cm de langste stamlengte en Lucretius met 25,2 cm de kortste. Kenton had met 12,5 cm significant de langste overgang, Lucretius met 9,0 cm de kortste. De bladeren waren significant het breedst bij Lucretius en het smalst bij Harston. Het snijvlak van het blad was heel significant het meest gesloten bij Bluebell en het meest open bij Cousteau. De schachtvorm was significant het meest cylindrisch bij Kenton terwijl Lucretius het meest een knobbelvorm vertoonde. De meest vaste schacht werd heel significant bekomen bij Harston en de meest losse bij Cousteau. Naar gladheid scoorde Harston significant het meest effen. De schachtkleur was heel significant het meest wit bij Harston Teeltveiligheid Het gemiddelde percentage marktbare planten bedroeg 97,7 %. Het ras Fahrenheit vertoonde de minst goede pelbaarheid terwijl Kenton, gevolgd door Cousteau en Harston het best pelden. De cultivars Kenton en Lucretius waren minder gevoelig voor bladbreuk. Er was heel significant het meest sleet waar te nemen bij Cousteau. Ook naar vorstschade waren er significante verschillen waar te nemen: Lucretius vertoonde het meest schade en Fahrenheit het minst. Harston en Lucretius hadden significant het minst last van bruine schachtstrepen en Bluebell het meest Opbrengst en sortering De oogst vond plaats op 17 februari, 30 weken na het planten. Er werd een gemiddelde nettoopbrengst, voor levering op de verse markt, behaald van 51,2 ton/ha. Cousteau gaf met 56,1 ton/ha heel significant de hoogste opbrengst. De laagste opbrengst was waar te nemen bij Fahrenheit (47,0 ton/ha). 4.6 Besluit Onder de gegeven omstandigheden gaf Cousteau de hoogste opbrengst maar was iets overrijp. Harston haalde ook een heel goede opbrengst, oogde goed, had de donkerste bladkleur en gaf het hoogste percentage Flandriakwaliteit. Fahrenheit was het sterkst tegen vorstschade maar gaf een wat lagere opbrengst en pelde minder vlot. Individuele rasbespreking Bluebell (Graines Voltz): Goed ogend en uniform gewas met donkere en opgerichte bladeren. Mooi gesloten snijvlak. Schacht met iets meer bruine schachtstrepen. Gemiddelde opbrengst en laagste percentage Flandriakwaliteit. Cousteau (Seminis): Goed ogend en matig uniform gewas met iets blekere en opgerichte bladeren. Iets meer sleet en vorstschade en iets gevoeliger voor bladbreuk. Iets meer opengekruld snijvlak. Iets lossere en ook iets ruwere schacht maar heel goed pelbaar. Hoogste opbrengst.

37 35 Fahrenheit (Seminis): Heel goed ogend en heel uniform gewas met donkere en opgerichte bladeren. Weinig sleet en bijna geen vorstschade. Schacht met iets meer knobbel en minst vlot pelbaar. Laagste opbrengst. Harston (Nunhems): Goed ogend en uniform gewas met donkere, opgerichte en iets smallere bladeren. Mooi witte, heel vaste, gladde en heel goed pelbare schacht met praktisch geen bruine schachtstrepen. Gemiddelde opbrengst en hoogste percentage Flandriakwaliteit. Kenton (Nunhems): Goed ogend en uniform gewas met donkere, sterk opgerichte en brede bladeren. Weinig bladbreuk. Mooi cilindrische en goed pelbare schacht met wel langste overgang. Gemiddelde opbrengst. Lucretius (Seminis): Goed ogend en uniform gewas met iets blekere, minder opgerichte en brede bladeren. Weinig bladbreuk maar wel meest vorstschade. Iets ruwere schacht met wat knobbel en korte overgang met praktisch geen bruine schachtstrepen. Gemiddelde opbrengst. 5 Late winterteelt bestemming verse markt Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem. 5.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem wortelen Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,3 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 49,9 kalium (*) 12,3 magnesium (*) 14,1 calcium (*) 209,9 natrium (*) 1,7 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. Tabel 37: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha) Stikstofanalyse Voor de teelt 08/07/10 Na de teelt 01/04/11 Diepte (cm) Proefopzet Volgende 4 cultivars werden vergeleken: Harston (Nunhems), Lucretius (RS 9150) (Seminis), Natan (Nickerson Zwaan) en Triton (Syngenta). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 9,75 m² met daarin telkens 150 planten; er waren 4 parallellen. 5.3 Teeltverloop Plantenopkweek Zaaien: 6 mei in openlucht

38 36 Productieveld Bemesting: 7 juli: 900 kg/ha patentkali 30 % 7 juli: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % 29 september: 231 kg/ha Entec 26 % 16 februari: 484 kg/ha kalknitraat 15,5 % Ploegen: 7 juli Rotoreggen: 26 juli Planten: 28 juli op 65 cm x 10 cm Oogsten: 14 april 2011 Tabel 38: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9 augustus metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp ,5 l Totril Insecten- en 28 juli thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l ziektebestrijding water 6 augustus 23 augustus 1 september 20 september methiocarb abamectine boscalid+pyraclostrobin + methiocarb + tebuconazool azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva top 8 oktober tebuconazool+trifloxystrobine + methiocarb 16 november boscalid+pyraclostrobin 1,5 kg Signum 5 januari 27 januari 18 februari cymoxanil+famoxadone boscalid+pyraclostrobin azoxystrobin+difenoconazool 1,5 l Mesurol 500 SC 0,5 l Vertimec 1 kg Signum + 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,5 l Horizon EW 0,4 kg Nativo 75 WG + 1,5 l Mesurol 500 SC 0,6 kg Tanos 1,5 kg Signum 1 l Ortiva top 5.4 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen. Tabel 39: Prei late winterteelt Pootgoedkenmerken Cultivar Gewasstand Stevigheid Kleur Plantdikte (mm) Harston F ,7 Lucretius ,5 Natan F ,8 Triton F ,4 Gemiddelde ,9 Quotering 1 = slecht los bleekgroen 9 = goed vast donkergroen (1) Gemeten op 5 cm boven de wortels.

39 37 Tabel 40: Prei late winterteelt Gewaskenmerken Cultivar Zaadhuis Gewasstand Bladkleur Uniformiteit Groeiwijze Harston F1 Nunhems 8,0 a 7,9 a 8,0 a 7,6 a 7,9 a 8,0 a 8,8 a 8,8 a Lucretius Seminis 7,6 a 7,6 a 8,0 a 7,0 b 7,6 ab 7,9 a 8,6 a 8,3 b Natan F1 Nickerson Zw. 7,6 a 7,1 b 8,0 a 7,1 b 8,0 a 8,0 a 8,9 a 8,6 a Triton F1 S&G 7,6 a 7,0 b 7,9 a 7,0 b 7,1 b 7,3 b 7,6 b 7,4 c Gemiddelde 7,7 7,4 8,0 7,2 7,7 7,8 8,5 8,3 K.W.V. P0,01 0,8 0,4 0,3 0,3 0,7 0,7 0,9 0,4 K.W.V. P0,05 0,5 0,3 0,2 0,2 0,5 0,5 0,6 0,3 V.C. (%) 4,4 2,3 1,6 2,0 4,1 4,0 4,6 2,0 P-waarde 0,349 N.S. 0,000 Z.S. 0,436 N.S. 0,000 Z.S. 0,015 S. 0,023 S. 0,005 Z.S. 0,000 Z.S. Quotering 1 = slecht bleek heterogeen weinig opgericht 9 = goed donker uniform sterk opgericht Tabel 41: Prei late winterteelt Plantkenmerken Cultivar Stamlengte Lengte aanloopkleur Geslotenheid Bladbreedte Snijvlak (cm) (cm) van het blad Harston F1 24,3 a 9,5 a 6,8 a 7,5 a 7,0 a Lucretius 23,1 ab 9,2 a 5,8 b 7,5 a 6,6 a Natan F1 22,2 b 7,6 b 6,0 ab 7,4 a 7,0 a Triton F1 23,2 ab 9,3 a 6,5 ab 7,9 a 6,9 a Gemiddelde 23,2 8,9 6,3 7,6 6,9 K.W.V. P0,01 2,4 1,9 1,3 1,0 0,7 K.W.V. P0,05 1,7 1,3 0,9 0,7 0,5 V.C. (%) 4,5 9,4 9,2 5,5 4,2 P-waarde 0,117 N.S. 0,038 S. 0,125 N.S. 0,405 N.S. 0,279 N.S. Quotering 1 = - open smal open, gekruld 9 = - gesloten breed gesloten

40 38 Tabel 42: Prei late winterteelt Schachtkenmerken Cultivar Lengte wit Schotlengte Vorm van Vastheid Kleur van Gladheid (cm) (cm) de schacht de schacht Harston F1 14,8 a 5,4 a 7,0 a 7,4 a 7,1 a 6,9 a Lucretius 14,0 a 3,4 a 7,3 a 6,5 b 7,1 a 7,3 a Natan F1 14,6 a 2,9 a 7,0 a 7,4 a 6,9 a 7,1 a Triton F1 14,0 a 2,5 a 7,3 a 6,3 b 7,0 a 7,0 a Gemiddelde 14,3 3,6 7,1 6,9 7,0 7,1 K.W.V. P0,01 1,4 4,1 0,4 1,0 0,6 0,7 K.W.V. P0,05 1,0 2,8 0,3 0,7 0,4 0,5 V.C. (%) 4,4 49,9 2,3 6,4 3,4 4,3 P-waarde 0,182 N.S. 0,175 N.S. 0,087 N.S. 0,009 Z.S. 0,436 N.S. 0,379 N.S. Quotering 1 = - knobbelvorm los grijs- of geelachtig ruw 9 = - cylindrisch vast glanzend wit glad Tabel 43: Prei late winterteelt Opbrengstgegevens en ziektegevoeligheid Cultivar Netto- Marktbare Schot Afval Wegval Pelbaarheid Bladbreuk Bruine schacht- Sleetopbrengst planten (%) (%) (%) strepen gevoeligheid (ton/ha) (%) Harston F1 67,7 ab 98,0 a 0,2 a 0,5 a 1,3 a 7,4 a 7,3 a 8,9 a 7,4 a Lucretius 69,5 a 98,8 a 0,0 a 0,2 a 1,0 a 7,1 a 5,3 b 8,8 a 7,6 a Natan F1 66,3 ab 97,8 a 0,2 a 0,0 a 2,0 a 7,0 a 7,3 a 8,8 a 7,9 a Triton F1 61,5 b 96,5 a 0,0 a 0,5 a 3,0 a 6,6 a 4,6 c 8,6 a 7,8 a Gemiddelde 66,2 97,8 0,1 0,3 1,8 7,0 6,1 8,8 7,7 K.W.V. P0,01 8,9 1,1 0,8 0,9 0,8 (1) K.W.V. P0,05 6,2 0,8 0,5 0,6 0,5 V.C. (%) 5,8 6,8 10,5 23,0 42,0 6,9 5,5 4,3 4,4 P-waarde 0,078 N.S. 0,578 N.S. 0,631 N.S. 0,650 N.S. 0,583 N.S. 0,274 N.S. 0,000 Z.S. 0,824 N.S. 0,253 N.S. Quotering 1 = - slecht veel sleet 9 = - goed geen geen sleet (1) Gegevenstransformatie arcsin x.

41 39 Tabel 44: Prei late winterteelt Sortering Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Harston F1 0,5 b 1,9 b 23,7 b 55,7 a 18,2 a 0,3 b 0,6 b 17,3 a 57,5 a 24,4 ab Lucretius 0,9 b 5,5 a 31,2 ab 44,7 b 17,7 a 0,8 b 1,8 a 21,6 a 46,6 b 29,2 a Natan F1 4,1 a 2,4 ab 34,2 a 44,8 b 14,5 a 4,5 a 0,6 b 23,9 a 49,4 b 21,7 b Triton F1 1,2 b 5,6 a 32,3 ab 41,2 b 19,7 a 1,2 b 1,6 a 22,1 a 45,8 b 29,4 a Gemiddelde 1,7 3,9 30,4 46,6 17,5 1,7 1,1 21,2 49,8 26,2 K.W.V. P0,01 (1) K.W.V. P0,05 V.C. (%) 26,6 29,6 19,6 12,0 11,3 29,8 12,3 23,8 9,2 6,6 P-waarde 0,030 S. 0,058 N.S. 0,134 N.S. 0,024 S. 0,285 N.S. 0,029 S. 0,014 S. 0,352 N.S. 0,021 S. 0,019 S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 45: Prei late winterteelt Sortering per kwaliteitsklasse Cultivar Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Harston F1 0,5 b 1,9 b 23,7 b 55,7 a 18,2 a 0,3 b 0,6 b 17,3 a 57,5 a 24,4 ab Lucretius 0,9 b 5,5 a 31,2 ab 44,7 b 17,7 a 0,8 b 1,8 a 21,6 a 46,6 b 29,2 a Natan F1 4,1 a 2,4 ab 34,2 a 44,8 b 14,5 a 4,5 a 0,6 b 23,9 a 49,4 b 21,7 b Triton F1 1,2 b 5,6 a 32,3 ab 41,2 b 19,7 a 1,2 b 1,6 a 22,1 a 45,8 b 29,4 a Gemiddelde 1,7 3,9 30,4 46,6 17,5 1,7 1,1 21,2 49,8 26,2 K.W.V. P0,01 (1) K.W.V. P0,05 V.C. (%) 26,6 29,6 19,6 12,0 11,3 29,8 12,3 23,8 9,2 6,6 P-waarde 0,030 S. 0,058 N.S. 0,134 N.S. 0,024 S. 0,285 N.S. 0,029 S. 0,014 S. 0,352 N.S. 0,021 S. 0,019 S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

42 Voornaamste bevindingen Deze proef kende een vlotte weggroei. De winter was met enkele langere vorstperiodes, vrij hard. Toch was de vorstschade minder zwaar dan in de winter Er werden heel goede opbrengsten behaald, mede dankzij een vlotte hergroei in het voorjaar. Op het oogsttijdstip werd er geen vorstschade meer vastgesteld. De productie was met gemiddeld 66,2 ton/ha heel goed. Er werden geen problemen vastgesteld met bladziekten of trips Gewaskenmerken Bij de oogst waren er geen significante verschillen te zien naar gewasstand; deze was bij praktisch alle rassen even goed. De bladkleur was significant het meest donkergroen bij Natan en Harston en het meest bleekgroen bij Triton. De sterkst opgerichte groeiwijze werd heel significant aangetroffen bij Harston en Natan en de minst opgerichte bij Triton. Naar uniformiteit waren er ook heel significante verschillen: Triton was toch wel heterogener dan de rest Plant- en schachtkenmerken De gemiddelde schachtlengte bedroeg 23,2 cm: Harston had met 9,5 cm de langste overgang; Natan met 7,6 cm de kortste. De bladeren waren het breedst bij Triton en het smalst bij Natan. De bladsluiting was het best bij Harston en het meest open bij Lucretius. Harston en Natan vertoonden heel significant de meest vaste schacht. De schacht was het meest glad bij Lucretius en het meest ruw bij Harston Teeltveiligheid Het gemiddeld percentage marktbare planten bedroeg 97,8 %. De manuele pelbaarheid was het best bij Harston en het minst bij Triton. De cultivars Lucretius en vooral Triton hadden heel significant het meest last van bladbreuk. Harston vertoonde het meest sleet en Natan het minst. Harston had met 5,4 cm de grootste inwendige schotlengte en Triton met 2,5 cm de kortste Opbrengst en sortering De oogst vond plaats op 14 april, 37 weken na het planten. Er werd een gemiddelde nettoopbrengst, voor levering op de verse markt, behaald van 66,2 ton/ha. Lucretius gaf met 69,5 ton/ha de hoogste opbrengst. De laagste opbrengst was waar te nemen bij Triton (61,5 ton/ha). Harston gaf significant het meest Flandriakwaliteit en Triton het minst. 5.6 Besluit Onder de gegeven omstandigheden voldeden feitelijk alle rassen maar de allerbeste resultaten werden bekomen met Lucretius, voor wat betreft opbrengst. Harston gaf ook een heel goede opbrengst met de beste pelbaarheid, de beste weerstand tegen bladbreuk alsook het hoogste percentage Flandriakwaliteit. Individuele rasbespreking De hiernavolgende bespreking gebeurt alfabetisch. Harston (Nunhems): Heel goed ogend, heel uniform en heel sterk opgericht gewas met heel donkere bladeren. Vertoonde al meest sleet. Vaste schacht met de langste overgang. Heel hoge opbrengst en hoogste percentage Flandriakwaliteit. Lucretius (Seminis): Heel goed ogend, heel uniform en sterk opgericht gewas. Gevoeliger voor bladbreuk. Iets minder goed gesloten en lossere schacht en bladeren met openkrullend snijvlak. Hoogste opbrengst. Natan (Nickerson Zwaan): Heel goed ogend, heel uniform en sterk opgericht gewas met heel donkere bladeren. Vaste schacht met kortste overgang. Heel hoge opbrengst.

43 41 Triton (S&G): Heel goed ogend, matig uniform en vrij opgericht gewas met tamelijk donkere bladeren. Heel gevoelig voor bladbreuk. Iets lossere en minder vlot pelbare schacht. Laagste opbrengst en laagste percentage Flandriakwaliteit.

44 42 HOOFDSTUK II - BEMESTING 1 Bemestingsproef: type meststoffen en toepassingswijzen 1.1 Doel Met eenzelfde hoeveelheid stikstof onder verschillende toedieningswijzen en -vormen werd een minimale hoeveelheid reststikstof nagestreefd in de preiteelt. Hierbij werd tevens getracht opbrengst- of kwaliteitsverliezen in de teelt van winterprei te vermijden. Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 1.2 Bodemkarakteristieken Objecten 1 t.e.m. 12 Bouwvoor Voorvrucht zandleem wintertarwe + haver Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,1 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 39 kalium (*) 20,2 magnesium (*) 13,3 calcium (*) 108,9 natrium (*) 0,8 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. normaal laag hoog normaal normaal normaal laag Objecten 13 t.e.m. 15 Bouwvoor Voorvrucht zandleem wintertarwe + haver Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,5 koolstof (%) 1 fosfor (*) 26,1 kalium (*) 19,7 magnesium (*) 25,3 calcium (*) 371,2 natrium (*) 3 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. hoog normaal gemiddeld tot hoog normaal hoog gemiddeld tot hoog laag 1.3 Proefopzet De bemestingsproef winterprei 2010 vergeleek 14 verschillende bemestingsregimes met elkaar en met een 15 de object dat niet bemest werd. Elk object werd uitgevoerd in 4 herhalingen. De verschillende objecten worden weergegeven in hiernavolgende tabel. Van elk object werd voor, tijdens en na de teelt het stikstofgehalte in de bodem bepaald aan de hand van een mengstaal, over de 4 herhalingen.

45 43 In de objecten 1 tot en met 12 van deze proef werden verschillende objecten bemest met een aantal verschillende soorten kunstmest onder verschillende bemestingswijzen. Object 1 werd ter referentie onbemest gelaten. De objecten 13 t.e.m. 15 werden bemest met organische mest, in combinatie met kunstmest, onder verschillende toedieningswijzen. Deze objecten bevonden zich op een ander veld en ondergingen dus andere omstandigheden dan de objecten 1 t.e.m. 12. Ook de bodemeigenschappen van beide percelen vertonen opvallende verschillen. Het is daarom niet statistisch correct om de objecten 1 t.e.m. 12 te vergelijken met de objecten 13 t.e.m. 15. Onderling kunnen deze objecten wel vergeleken worden. Van elk object werden ook de opbrengst bepaald en de gewaskenmerken beoordeeld. De oppervlakte per proefveldje bedroeg 15,4 m². Een deel van de proef werd behandeld met mengmest, een ander deel met verschillende kunstmeststoffen. De startbemesting werd bepaald aan de hand van een staalname voor de teelt. De aanwezige stikstofhoeveelheid in de bodemlaag van 0 tot 30 cm werd afgetrokken van de gewasbehoefte. Vóór de aanvang van de teelt, op 06/06/2010, bedroeg de aanwezige stikstofvoorraad in de bodemlaag tussen 0 en 60 cm 80 EN. Bij een gewasbehoefte van 250 EN werd dus een startbemesting van 170 EN uitgevoerd. Tabel 46: Verschillende stikstoftoedieningsvormen en -methoden Nr. Dosis start Meststof Toediening 1 N onbemest advies AN 27 % breed 3 advies AN 27 % band 4 advies Entec 26 % band 5 advies Urean rijen 6 advies Urean band spuiten + afregenen 7 advies Flex Fertilizer rijen 8 50 E + rest AN 27 % + band + (som = advies) Flex Fertilizer rijen 9 advies Entec Solub rijen E + rest AN 27 % band + (som = advies) Entec Solub rijen 11 advies AN 27 % + band APP aangieten in plantgat: 50 l/ha 12 advies AN 27 % + band Humifirst aangieten in plantgat: 25 l/ha 13 VMM 18 ton voor ploegen 35 E AN 27 % band 14 VMM 18 ton voor ploegen 100 E AN 27 % breed 15 VMM 18 ton voor ploegen

46 Teeltverloop Planten: 2/07/2010 Ras: Poulton (Nunhems) Plantafstand: 70 cm x 10 cm = pl/ha Oogst: 24 en 25/02/2011 Productieveld Bemesting: startbemesting 16/07/ Resultaten In onderstaande tabellen worden de bekomen resultaten van objecten 1 t.e.m. 12 weergegeven. Tabel 47: Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden stikstof per bodemlaag en per object en de bijhorende bemestingsadviezen Object Meststof Toediening Dosis start Advies NO 3-N (kg/ha) (kg/ha) 0-30 cm cm cm 0-60 cm 1 onbemest AN 27 % breed AN 27 % band Entec 26 % band Urean rijen Urean band spuiten + afregenen Flex Fertilizer rijen AN 27 % + band Flex Fertilizer rijen Entec Solub rijen AN 27 % band Entec Solub rijen AN 27 % + band APP aangieten in plantgat: 50 l/ha 12 AN 27 % + band Humifirst aangieten in plantgat: 25 l/ha

47 45 Tabel 48: : Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden nitritische stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NO 3-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 onbemest AN 27 % breed 16/jul AN 27 % band 16/jul Entec 26 % band 16/jul Urean rijen 16/jul Urean band (1) 16/jul Flex Fertilizer rijen 16/jul AN 27 % + band + 16/jul 50 Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % band + 16/jul 50 Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 APP (2) 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 Humifirst (3) 16/jul (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha.

48 46 Tabel 49: Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden ammoniakale stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NH 4-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 onbemest AN 27 % breed 16/jul AN 27 % band 16/jul Entec 26 % band 16/jul Urean rijen 16/jul Urean band (1) 16/jul Flex Fertilizer rijen 16/jul AN 27 % + band + 16/jul 50 Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % band + 16/jul 50 Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 APP (2) 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 Humifirst (3) 16/jul (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha.

49 47 Tabel 50: Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden nitritische stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NO 3-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 onbemest AN 27 % breed 16/jul AN 27 % band 16/jul Entec 26 % band 16/jul Urean rijen 16/jul Urean band (1) 16/jul Flex Fertilizer rijen 16/jul AN 27 % + band + 16/jul 50 0 Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % band + 16/jul 50 0 Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul APP (2) 16/jul AN 27 % + band 16/jul Humifirst (3) 16/jul (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha.

50 48 Tabel 51: Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden ammoniakale stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NH 4-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 onbemest AN 27 % breed 16/jul AN 27 % band 16/jul Entec 26 % band 16/jul Urean rijen 16/jul Urean band (1) 16/jul Flex Fertilizer rijen 16/jul AN 27 % + band + 16/jul 50 Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % band + 16/jul 50 Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 APP (2) 16/jul AN 27 % + band 16/jul Humifirst (3) 16/jul (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha.

51 49 Tabel 52: Prei bemesting Gewaskenmerken Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Bladkleur EN (4) 1 onbemest - 0 5,0 b 2 AN 27 % breed 16/jul 170 5,8 ab 3 AN 27 % band 16/jul 170 5,9 a 4 Entec 26 % band 16/jul 170 5,9 a 5 Urean rijen 16/jul 176 5,3 ab 6 Urean band (1) 16/jul 170 5,4 ab 7 Flex Fertilizer rijen 16/jul 179 5,8 ab 8 AN 27 % + band + 16/jul 50 5,6 ab Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul 172 5,6 ab 10 AN 27 % band + 16/jul 50 5,8 ab Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 5,6 ab APP (2) 16/jul 12 AN 27 % + band 16/jul 170 5,6 ab Humifirst (3) 16/jul Gemiddelde 5,6 K.W.V. P0,01 0,9 K.W.V. P0,05 0,7 V.C. (%) 8,4 P-waarde 0,301 N.S. Quotering 1 = bleek 9 = donker (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha. (4) Waarden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend.

52 50 Tabel 53: Prei bemesting Opbrengstgegevens Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Netto-opbrengst Marktbare Afval EN (ton/ha) (4) planten (%) (4) (%) (4) 1 onbemest ,9 b 100,0 a 0,0 a 2 AN 27 % breed 16/jul ,8 a 98,8 a 1,2 a 3 AN 27 % band 16/jul ,9 ab 99,4 a 0,6 a 4 Entec 26 % band 16/jul ,5 ab 100,0 a 0,0 a 5 Urean rijen 16/jul ,9 ab 100,0 a 0,0 a 6 Urean band (1) 16/jul ,9 b 100,0 a 0,0 a 7 Flex Fertilizer rijen 16/jul ,6 ab 99,4 a 0,6 a 8 AN 27 % + band + 16/jul 50 27,2 ab 100,0 a 0,0 a Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul ,0 ab 100,0 a 0,0 a 10 AN 27 % band + 16/jul 50 30,1 ab 100,0 a 0,0 a Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul ,3 ab 100,0 a 0,0 a APP (2) 16/jul 12 AN 27 % + band 16/jul ,7 ab 99,4 a 0,6 a Humifirst (3) 16/jul Gemiddelde 29,5 99,7 0,3 K.W.V. P0,01 13,6 K.W.V. P0,05 10,1 (1) V.C. (%) 23,8 2,7 28,4 P-waarde 0,296 N.S. 0,716 N.S. 0,715 N.S. (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha. (3) Na gegevenstransformatie arcsin x.

53 51 Tabel 54: Prei bemesting Sortering in aantal per diameterklasse Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Sortering in aantal (%) EN Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 1 onbemest - 0 3,8 a 20,9 a 56,1 a 19,2 ab 0,0 b 2 AN 27 % breed 16/jul 170 3,1 a 9,5 a 47,0 a 40,4 a 0,0 b 3 AN 27 % band 16/jul 170 2,0 a 14,3 a 47,7 a 36,0 ab 0,0 b 4 Entec 26 % band 16/jul 170 0,6 a 13,8 a 52,7 a 32,9 ab 0,0 b 5 Urean rijen 16/jul 176 0,6 a 15,1 a 52,2 a 32,0 ab 0,0 b 6 Urean band (1) 16/jul 170 0,6 a 17,0 a 67,5 a 14,9 b 0,0 b 7 Flex Fertilizer rijen 16/jul 179 2,5 a 6,9 a 55,1 a 35,5 ab 0,0 b 8 AN 27 % + band + 16/jul 50 0,0 a 12,7 a 51,8 a 35,5 ab 0,0 b Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul 172 1,8 a 16,8 a 60,2 a 21,2 ab 0,0 b 10 AN 27 % band + 16/jul 50 1,3 a 19,2 a 56,7 a 19,7 ab 3,2 a Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 0,6 a 14,6 a 50,0 a 34,8 ab 0,0 b APP (2) 16/jul 12 AN 27 % + band 16/jul 170 0,0 a 9,2 a 57,7 a 33,1 ab 0,0 b Humifirst (3) 16/jul Gemiddelde 1,4 14,2 54,6 29,6 0,3 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (4) V.C. (%) 51,7 33,6 22,7 28,1 38,2 P-waarde 0,818 N.S. 0,600 N.S. 0,591 N.S. 0,103 N.S. 0,467 N.S. (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha. (4) Na gegevenstransformatie arcsin x.

54 52 Tabel 55: Prei bemesting Sortering in aantal per gewichtsklasse Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Sortering in gewicht (%) EN Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 1 onbemest - 0 2,9 a 13,6 a 54,4 ab 29,2 ab 0,0 b 2 AN 27 % breed 16/jul 170 2,5 a 4,6 ab 40,4 b 52,6 a 0,0 b 3 AN 27 % band 16/jul 170 1,9 a 7,1 ab 42,6 ab 48,4 ab 0,0 b 4 Entec 26 % band 16/jul 170 0,4 a 7,3 ab 48,0 ab 44,3 ab 0,0 b 5 Urean rijen 16/jul 176 0,6 a 9,1 ab 48,6 ab 41,7 ab 0,0 b 6 Urean band (1) 16/jul 170 1,5 a 10,0 ab 64,6 a 23,8 b 0,0 b 7 Flex Fertilizer rijen 16/jul 179 2,8 a 3,7 b 46,1 ab 47,4 ab 0,0 b 8 AN 27 % + band + 16/jul 50 0,0 a 7,0 ab 44,3 ab 48,7 ab 0,0 b Flex Fertilizer rijen 16/jul Entec Solub rijen 16/jul 172 0,9 a 9,3 ab 59,5 ab 30,4 ab 0,0 b 10 AN 27 % band + 16/jul 50 1,5 a 13,2 ab 55,6 ab 24,8 b 5,0 a Entec Solub rijen 16/jul AN 27 % + band 16/jul 170 0,7 a 8,2 ab 44,4 ab 46,6 ab 0,0 b APP (2) 16/jul 12 AN 27 % + band 16/jul 170 0,0 a 5,2 ab 50,4 ab 44,4 ab 0,0 b Humifirst (3) 16/jul Gemiddelde 1,3 8,2 49,9 40,2 0,4 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (4) V.C. (%) 47,4 30,3 26,2 37,8 50,1 P-waarde 0,782 N.S. 0,282 N.S. 0,297 N.S. 0,091 N.S. 0,467 N.S. (1) Bandbespuiting en daarna afregenen. (2) Aangieten in plantgat 50 l/ha. (3) Aangieten in plantgat 25 l/ha. (4) Na gegevenstransformatie arcsin x. In onderstaande tabellen worden de bekomen resultaten van objecten 13 t.e.m. 15 weergegeven.

55 53 Tabel 56: Prei bemesting Overzicht van de hoeveelheden stikstof per bodemlaag en per object en de bijhorende bemestingsadviezen Object Meststof Toediening Dosis start Advies NO 3-N (kg/ha) (kg/ha) 0-30 cm cm cm 0-60 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen AN 27 % band mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen AN 27 % breed mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen Tabel 57: Prei Bemesting Overzicht van de hoeveelheden nitritische stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NO 3-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun Tabel 58: Prei Bemesting Overzicht van de hoeveelheden ammoniakale stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende ? NH 4-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun

56 54 Tabel 59: Prei Bemesting Overzicht van de hoeveelheden nitritische stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NO 3-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun Tabel 60: Prei Bemesting Overzicht van de hoeveelheden ammoniakale stikstof per bodemlaag en per object Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende EN NH 4-N (kg/ha) in de rij tussen de rij gemiddeld 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-30 cm cm cm 0-90 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun

57 55 Tabel 61: Prei Bemesting Gewaskenmerken Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Bladkleur EN mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 6,9 a AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 6,9 a AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 6,6 a Gemiddelde 6,8 K.W.V. P0,01 0,4 K.W.V. P0,05 0,3 V.C. (%) 2,5 P-waarde 0,125 N.S. Quotering 1 = bleek 9 = donker Tabel 62: Prei bemesting Opbrengstgegevens Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Netto-opbrengst Marktbare Afval EN (kg/are) planten (%) (%) 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun ,2 b 100,0 0,0 AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun ,4 a 100,0 0,0 AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun ,8 b 100,0 0,0 Gemiddelde 43,5 100,0 0,0 K.W.V. P0,01 3,3 K.W.V. P0,05 2,2 V.C. (%) 2,9 P-waarde 0,017 S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. (1)

58 56 Tabel 63: Prei bemesting Sortering in aantal per diameterklasse Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Sortering in aantal (%) EN Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 0,9 a 3,5 a 48,6 a 47,0 b 0,0 a AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 1,3 a 3,8 a 38,2 b 56,4 a 0,3 a AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 2,5 a 1,9 a 56,0 a 39,7 b 0,0 a Gemiddelde 1,6 3,0 47,6 47,7 0,1 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 29,7 35,1 9,9 10,0 13,9 P-waarde 0,376 N.S. 0,612 N.S. 0,005 Z.S. 0,007 Z.S. 0,421 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 64: Prei bemesting Sortering in gewicht per diameterklasse Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Sortering in gewicht (%) EN Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 0,9 a 1,4 a 38,6 b 59,2 b 0,0 a AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 0,9 a 1,5 a 29,3 c 67,7 a 0,6 a AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 1,9 a 1,0 a 46,7 a 50,3 c 0,0 a Gemiddelde 1,2 1,3 38,2 59,1 0,2 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 29,0 19,8 12,4 7,9 22,2 P-waarde 0,431 N.S. 0,747 N.S. 0,005 Z.S. 0,005 Z.S. 0,421 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

59 57 Tabel 65: Prei bemesting Sortering per kwaliteitsklasse Object Meststof Toediening Tijdstip Toegediende Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) EN Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 13 mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 0,9 a 43,3 a 55,8 a 0,9 a 42,0 a 57,1 a AN 27 % band 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 1,3 a 49,5 a 49,2 a 0,9 a 49,7 a 49,4 a AN 27 % breed 24/jun mestvarkensdrijfmest injecteren voor ploegen 14/jun 121 2,5 a 41,1 a 56,4 a 1,9 a 41,5 a 56,6 a Gemiddelde 1,6 44,6 53,8 1,2 44,4 54,4 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 29,7 17,0 14,5 29,0 18,5 15,6 P-waarde 0,376 N.S. 0,334 N.S. 0,411 N.S. 0,431 N.S. 0,348 N.S. 0,409 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

60 Voornaamste bevindingen Juli 2010 was een uitzonderlijk warme en droge maand. Vanaf augustus en het daaropvolgende najaar viel er echter uitzonderlijk veel neerslag. Dit leidde tot heel vochtige omstandigheden op de proefvelden. December was bovendien een heel koude maand waarin uitzonderlijk veel sneeuw viel. Vanaf januari tot aan de oogst in februari waren de omstandigheden qua temperatuur en neerslag niet extreem te noemen Stikstofbeschikbaarheid Bodemstaalname tijdens de teelt op 19/10/2010 gaf een overzicht van de teeltbeschikbare stikstof. Wat hierbij onmiddellijk opviel, was de plantbeschikbare nitraatstikstof bij object 6. Het object bemest met Urean in bandbemesting waarna achteraf afgeregend werd, vertoonde heel weinig plantbeschikbare nitraatstikstof zelfs minder dan het eerste object, dat niet bemest werd. Ook de objecten 11 en 12, bemest met ammoniumnitraat 27 % en respectievelijk APP en Humifirst, vertoonden weinig plantbeschikbare nitraatstikstof. Zij het dat de beschikbare nitraatstikstof hier hoger was dan deze op het onbemeste object. Deze objecten werden bij aanplant aangegoten met water in het plantgat. Object 5, bemest met Urean in rijbemesting, vertoonde heel veel nitraatstikstof tijdens de teelt. Vooral tussen de rijen is de aanwezige nitraathoeveelheid heel hoog. Ook de objecten 2, 7 en 8, respectievelijk bemest met ammoniumnitraat 27 % breedwerpig toegediend, Entec in rijen toegediend en ammoniumnitraat 27 % in band toegediend gecombineerd met Entec in de rijen toegediend, vertoonden grote hoeveelheden plantbeschikbaar nitraat. De hoeveelheden beschikbaar NH 4 + -N waren bij alle objecten relatief hoog. Dit was waarschijnlijk het gevolg van de heel vochtige omstandigheden op het perceel in het najaar. De aanwezige ammoniakale stikstof bevond zich bovendien hoofdzakelijk in de diepste bodemlagen. De objecten 3, 4 en 5, respectievelijk bemest met ammoniumnitraat 27 % bandbemesting, Entec 26 % bandbemesting en Urean in rijenbemesting, vertoonden, in vergelijking met de andere objecten, relatief lage hoeveelheden beschikbaar ammonium in de rijen. Bemonstering op het oogsttijdstip op 17/02/2011, toonde de achtergebleven hoeveelheden stikstof na de teelt. Onmiddellijk viel op dat bij alle objecten relatief weinig nitraatstikstof overbleef na de teelt. Vooral in de rijen was de hoeveelheid nitraatstikstof heel laag. Hier werd de stikstof door het gewas opgenomen; ook tussen de rijen was maar weinig nitraatstikstof meer terug te vinden. Dit was waarschijnlijk te wijten aan uitspoeling gedurende het najaar. Enkel object 7, bemest met Flex-Fertiliser in de rijen, vertoonde een aanzienlijke hoeveelheid restnitraat op het einde van de teelt. Zowel in als tussen de rijen was hier meer nitraat terug te vinden dan bij de andere objecten. De resterende hoeveelheden ammoniakale stikstof bij het einde van de teelt, waren bij alle objecten relatief hoog. Vooral de diepste bodemlagen bevatten relatief veel stikstof. De aanwezige ammoniakale stikstof was vooral te wijten aan de heel vochtige bodemomstandigheden gedurende de maanden voor de oogst. De objecten 13 t.e.m. 15 werden op een ander veld aangelegd dan de objecten 1 t.e.m. 12. Ze ondergingen andere omstandigheden en kunnen dus niet met elkaar vergeleken worden. De tijdens de teelt beschikbare nitraatstikstof lag bij object 15 (mestvarkensdrijfmest, geïnjecteerd voor het ploegen) gevoelig lager dan bij de andere objecten. De aanwezige hoeveelheden ammoniakale stikstof tijdens de teelt lagen bij alle drie de objecten redelijk laag. Deze drie objecten werden geteeld in drogere omstandigheden dan de objecten 1 tot 12. Na de teelt bleef bij alle drie de objecten weinig nitritische en ammoniakale stikstof over in de bodem. Waarschijnlijk door opname door de teelt in combinatie met grote neerslaghoeveelheden Opbrengst en kwaliteit Qua netto-opbrengst valt onmiddellijk op dat object 6, bemest met een bandbespuiting met Urean in banden en daarna afgeregend, een heel lage opbrengst vertoonde. Dit object werd behandeld met een bandbespuiting van 50 EN Urean waarna dan onmiddellijk na bespuiting, de jonge planten terug afgeregend werden met een gieter. Dit om het effect van een regenbui te simuleren. Ze was zelfs lager dan de netto-opbrengst van het onbemeste perceel en statistisch verschilde de opbrengst van alle andere objecten behalve van het onbemeste object. Ook bij de sortering in aantal en gewicht per diameterklasse viel op dat hier minder preistengels met een grote diameter (3 cm <) voorkwamen.

61 59 Een vergelijking van de objecten 12 t.e.m. 15, bemest met varkensdrijfmest, geïnjecteerd voor het ploegen, toonde een hogere opbrengst bij object 14. Hier werd naast de varkensdrijfmest de hoogste hoeveelheid mineraal ammoniumnitraat bijbemest. Een beoordeling van de gewaskenmerken toonde geen verschillen tussen objecten 2 t.e.m. 11. Deze objecten scoorden wel significant beter dan object 1, het onbemeste object. Ook tussen de objecten 13 t.e.m. 15 waren geen significante verschillen naar gewaskenmerken waar te nemen. De objecten 13 t.e.m. 15 scoorden wel beter dan de objecten 1 t.e.m. 12 maar dit was een gevolg van de verschillende teeltomstandigheden. Object 3 werd bemest met ammoniumnitraat 27% in bandbemesting. De objecten 11 en 12 ondergingen hetzelfde bemestingsregime maar aan de bemesting met ammoniumnitraat werden respectievelijk APP en Humifirst toegediend. Na toedienen van APP werd aangegoten in het plantgat met 50 l water. Na toedienen van Humifirst werd aangegoten in het plantgat met 25 l water. Een vergelijking van de opbrengsten van deze 3 objecten vertoonde echter bijzonder weinig verschillen. Ook de verdeling van de geoogste preiplanten in aantal en gewicht over de verschillende diameterklassen vertoonde geen significante verschillen. Een vergelijking tussen deze objecten van de stikstofhoeveelheden aanwezig in de bodem tijdens en na de teelt vertoonde eveneens weinig verschillen. 1.7 Besluit Het object 7 behandeld met Flex Fertilizer vertoonde weinig verschillen met de meeste andere objecten op vlak van opbrengst en kwaliteit. Wat wel opviel was de beduidend grotere hoeveelheid nitraat die in de bodem achterbleef na de teelt. Een vergelijking van de objecten behandeld met APP en Humifirst met het object dat deze behandelingen niet onderging, vertoonde heel weinig verschillen in opbrengst, kwaliteit en reststikstof na de teelt. Bij gebruik van varkensdrijfmest leidde een bijbemesting met ammoniumnitraat bij de aanplant tot een hogere opbrengst. 2 Bladvoedingsproef 2.1 Doel In deze proef werden verschillende meststoffen in verschillende dosissen en met verschillende samenstelling, toegediend als bladvoeding in prei. Het effect van de toediening van deze meststoffen op de opbrengst en de kwaliteit van de geoogste prei werden nagegaan. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem. 2.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem groenbedekkers Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6.2 koolstof (%) 0.7 fosfor (*) 37.4 kalium (*) 18.9 magnesium (*) 13.7 calcium (*) natrium (*) 1.3 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. normaal laag hoog normaal normaal normaal laag 2.3 Proefopzet De proef bestond uit 11 objecten die uitgevoerd werden in 4 herhalingen. Het eerste object bleef onbehandeld als referentie. De 10 andere objecten werden telkens met een verschillend product behandeld. De objecten werden 2 maal behandeld, een eerste maal eind december 2010, een tweede maal twee weken laten, begin januari Behandelingen werden telkens uitgevoerd

62 60 wanneer het niet vroor. Elk veldje was 4.5 m lang en 5 rijen breed. Dit levert een oppervlakte per veldje op van m². Tabel 66: Toegediende producten nr Middel Dosis/ha 1 onbemest 0 EN 2 Ureum 46% 2 x 65 kg 2 x 30 EN 3 Liquidamon x 50 L 2 x 10 EN 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 2 x 20 kg EN 5 Dema groei 20% (Disaghor) 2 x 6 kg EN 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 2 x 50 kg EN 7 DCM Olega fert 2 x 4 L EN 8 Urean 30% 2 x 77 L 2 x 30 EN 9 Ammoniumnitraat 27% 2 x 111 kg 2 x 30 EN 10 Entec 26 2 x 115 kg 2 x 30 EN 11 Coron 2 x 40 L 2.4 Teeltverloop Plantopkweek: Planten: 05/07/2010 Ras: Harston Plantafstand: 65 x 10 = pl/ha Oogst: 9/03/2011 Productieveld: Bemesting: 15/06/ kg/ha Patentkali 05/07/ kg/ha Ammoniumnitraat 2.5 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen.

63 61 Tabel 67: Prei bladvoeding Gewaskenmerken Object meststof dosis/ha EN tijdstip Bladkleur onbemest 0-6,0 c 2 Ureum 46% 2 x 65 kg 2 x 30 11/01/ /02/11 7,6 a 3 Liquidamon x 50 l 2 x 10 11/01/ /02/11 7,0 ab 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 2 x 20 kg - 11/01/ /02/11 7,3 ab 5 Dema groei 20% (Disaghor) 2 x 6 kg - 11/01/ /02/11 6,9 abc 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 2 x 50 kg - 11/01/ /02/11 6,6 bc 7 DCM Olegafert 6 x 4 l - 11/01/ /02/11 7,1 ab 8 Urean 30% 2 x 77 l 2 x 30 11/01/ /02/11 7,5 ab 9 Ammoniumnitraat 27% 2 x 111 kg 2 x 30 11/01/ /02/11 7,4 ab 10 Entec 26 2 x 115 kg 2 x 30 11/01/ /02/11 7,1 ab 11 Coron 2 x 40 l - 11/01/ /02/11 7,3 ab Gemiddelde 7,1 K.W.V. P 0,01 1,1 K.W.V. P 0,05 0,8 V.C. (%) 8,3 P-waarde 0,032 S. Quotering 1= zeer bleek 9= zeer donker

64 62 Tabel 68: Prei bladvoeding 2010 Opbrengstgegevens Object meststof Netto-opbrengst Marktbare (kg/are) planten (%) 1 onbemest 34,8 ab 100,0 2 Ureum 46% 32,7 b 100,0 3 Liquidamon ,6 ab 100,0 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 37,3 ab 100,0 5 Dema groei 20% (Disaghor) 33,7 ab 100,0 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 36,2 ab 100,0 7 DCM Olegafert 36,7 ab 100,0 8 Urean 30% 39,0 a 100,0 9 Ammoniumnitraat 27% 37,3 ab 100,0 10 Entec 26 37,0 ab 100,0 11 Coron 37,5 ab 100,0 Gemiddelde 36,2 100,0 K.W.V. P 0,01 6,4 (1) K.W.V. P 0,05 4,8 (1) V.C. (%) 9,2 P-waarde 0,314 N.S.

65 63 Tabel 69: Prei bladvoeding 2010 Sortering in aantal per diameterklasse Object meststof Sortering in aantal (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 1 onbemest 1,3 a 8,0 a 50,0 a 40,8 a 0,0 b 2 Ureum 46% 1,0 a 12,5 a 50,6 a 35,6 a 0,3 ab 3 Liquidamon ,7 a 12,9 a 43,9 a 42,5 a 0,0 b 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 0,3 a 6,8 a 44,6 a 48,4 a 0,0 b 5 Dema groei 20% (Disaghor) 1,8 a 14,2 a 49,8 a 34,2 a 0,0 b 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 0,5 a 12,6 a 48,4 a 38,3 a 0,3 ab 7 DCM Olegafert 1,0 a 10,1 a 51,0 a 37,7 a 0,3 ab 8 Urean 30% 0,0 a 5,6 a 46,1 a 47,4 a 1,0 a 9 Ammoniumnitraat 27% 2,0 a 7,3 a 49,3 a 41,4 a 0,0 b 10 Entec 26 0,3 a 10,6 a 48,3 a 40,8 a 0,0 b 11 Coron 1,0 a 5,6 a 47,2 a 46,2 a 0,0 b Gemiddelde 0,9 9,6 48,1 41,2 0,2 K.W.V. P 0,01 (1) K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 31,8 29,9 13,6 24,3 17,1 P-waarde 0,483 N.S. 0,273 N.S. 0,853 N.S. 0,577 N.S. 0,200 N.S.

66 64 Tabel 70: Prei bladvoeding 2010 Sortering in gewicht per diameterklasse Object meststof Sortering in aantal (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 1 onbemest 1,3 a 8,0 a 50,0 a 40,8 a 0,0 b 2 Ureum 46% 1,0 a 12,5 a 50,6 a 35,6 a 0,3 ab 3 Liquidamon ,7 a 12,9 a 43,9 a 42,5 a 0,0 b 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 0,3 a 6,8 a 44,6 a 48,4 a 0,0 b 5 Dema groei 20% (Disaghor) 1,8 a 14,2 a 49,8 a 34,2 a 0,0 b 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 0,5 a 12,6 a 48,4 a 38,3 a 0,3 ab 7 DCM Olegafert 1,0 a 10,1 a 51,0 a 37,7 a 0,3 ab 8 Urean 30% 0,0 a 5,6 a 46,1 a 47,4 a 1,0 a 9 Ammoniumnitraat 27% 2,0 a 7,3 a 49,3 a 41,4 a 0,0 b 10 Entec 26 0,3 a 10,6 a 48,3 a 40,8 a 0,0 b 11 Coron 1,0 a 5,6 a 47,2 a 46,2 a 0,0 b Gemiddelde 0,9 9,6 48,1 41,2 0,2 K.W.V. P 0,01 (1) K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 31,8 29,9 13,6 24,3 17,1 P-waarde 0,483 N.S. 0,273 N.S. 0,853 N.S. 0,577 N.S. 0,200 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin (sqr(x))

67 65 Tabel 71: Prei bladvoeding Sortering per kwaliteitsklasse Object meststof Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 1 onbemest 1,3 a 88,8 b 10,0 a 0,6 ab 89,1 b 10,3 ab 2 Ureum 46% 1,0 a 88,3 b 10,7 a 0,8 ab 89,6 b 9,6 ab 3 Liquidamon ,7 a 90,8 b 8,4 ab 0,4 ab 90,5 ab 9,1 ab 4 Micro-top 15% MgO, 31% SO3, 1% B en 1% Mn 0,3 a 89,5 b 10,3 a 0,1 ab 90,0 ab 9,9 ab 5 Dema groei 20% (Disaghor) 1,8 a 90,9 b 7,3 ab 1,1 ab 90,9 ab 8,0 ab 6 Granusol WSF 10% (Mivena) 0,5 a 96,0 a 3,5 b 0,6 ab 95,6 a 3,8 b 7 DCM Olegafert 1,0 a 85,9 b 13,1 a 0,8 ab 85,7 b 13,5 a 8 Urean 30% 0,0 a 89,7 b 10,3 a 0,0 b 90,8 ab 9,2 ab 9 Ammoniumnitraat 27% 2,0 a 87,3 b 10,7 a 2,0 a 87,3 b 10,8 a 10 Entec 26 0,3 a 86,1 b 13,7 a 0,2 ab 85,8 b 14,1 a 11 Coron 1,0 a 86,2 b 12,8 a 0,5 ab 86,8 b 12,7 a Gemiddelde 0,9 89,0 10,1 0,6 89,3 10,1 K.W.V. P 0,01 (1) K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 31,8 5,4 20,2 27,9 6,0 21,6 P-waarde 0,483 N.S. 0,016 S. 0,046 S. 0,452 N.S. 0,069 N.S. 0,114 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin (sqr(x))

68 Voornaamste bevindingen De veldjes werden op 9/3/2011 geëvalueerd op hun bladkleur. Alle objecten vertoonden een significant betere gewaskleur dan het onbehandelde object. Opvallend was de goede gewaskleur van object 2, Ureum 46%. Ook objecten 8 en 9, respectievelijk Urean 30% en ammoniumnitraat 27% vertoonden een goede gewaskleur, hoewel deze beoordeling niet statistisch verschilde van de andere objecten. Opbrengstbepaling van de verschillende objecten toonde weinig verschillen in opbrengst tussen de verschillende objecten. Geen enkel object vertoonde een opbrengst die statistisch verschillend was van die van het onbehandelde object. Enkel object 2, Ureum 46% en object 8, Urean 30% vertoonden een statistisch verschillende opbrengst. Hierbij vertoonde Urean 30% de hoogste opbrengst. Bij sortering van de geoogste prei per diameterklasse werden geen verschillen waargenomen in aantal geoogste stengels tussen de verschillende objecten. Enkel in de hoogste diameterklasse (>4cm) waren er statistische verschillen tussen de objecten waar te nemen. Het geringe aantal stengels in deze diameterklassen maakte die verschillen echter irrelevant. Ook de opbrengst per diameterklasse vertoonde opvallend weinig verschillen tussen de objecten. Enkel in de diameterklasse groter dan 4 cm en bij de industrieprei waren er significante verschillen tussen de objecten. Die twee klassen vertegenwoordigen echter een zeer marginaal aandeel van de totale opbrengst. De sortering per kwaliteitsklasse vertoonde wel een aantal verschillen. Sortering naar aantal toonde een significant hoger aantal preistengels in de Flandria klasse, bij object 6, Granusol WSF 10% in vergelijking met alle andere objecten. Ook bij de sortering in gewicht vertoonde object 6 de hoogste massa in de Flandria klasse, zij het niet meer significant verschillend van alle andere objecten. 2.7 Besluit De verdeling van de oogst, volgens aantal of gewicht, over de verschillende diameterklassen vertoonde zeer weinig verschillen tussen de objecten. Bij de beoordeling van de gewaskwaliteit waren er wel significante verschillen merkbaar. Object 6 scoorde beduidend beter dan de andere objecten bij de sortering volgens aantal in verschillende kwaliteitsklassen. Ook qua opbrengst waren er een aantal verschillen waar te nemen. Hier scoorde object 8 beter dan de rest, terwijl object 2 het significant slechter deed dan alle andere objecten.

69 67 3 Bodemverbeterende middelen Doel In deze proef werden verschillende bodemverbeterende middelen toegediend en werd het effect ervan op de opbrengst nagegaan. Zowel de totale opbrengst als de kwaliteit werden geëvalueerd. Ook de invloed van de bodemverbeterende middelen op de aanwezige hoeveelheid restnitraat werd onderzocht. Deze proef werd uitgevoerd door de West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten met financiële steun van Interreg IV Prosensols. Proefbedrijf: Geert Demyttenaere, Dadizele 3.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem wintertarwe Tabel 72: Resultaten uitgebreide bouwvooranalyse labo POVLT Parameter Resultaat 9/04/2010 object 1 object 2 object 3 object 4 object 5 object 6 AfvoerOrgStof (kg/ha) 1796,0 1714,6 1786,9 1813,9 1770,2 1720,9 AluminiumOx (mmol/kg) 18,7 18,7 19,4 19,5 19,9 20,2 Arseen (mg/kg DS) 2,4 2,6 4,0 3,5 3,9 3,4 Boor (mg/100 g droge grond) 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 Cadmium (mg/kg DS) 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Calcium (mg/100 g droge grond) 217,6 207,4 218,8 207,5 218,5 212,2 Chroom (mg/100 g droge grond) 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 FBV (mmol P/kg bodem) 27,3 26,8 29,1 28,6 28,3 28,3 Fosfor (mg/100 g droge grond) 86,7 79,2 89,2 75,0 81,8 82,0 Fosfor (mg/kg droge grond CaCl 2) 8,7 9,3 9,0 8,8 9,1 8,9 FosforOx (mmol/kg) 31,3 29,5 32,3 31,5 32,1 31,8 FVG (% DS) 114,7 110,3 111,0 110,2 113,4 112,4 Geleidbaarheid (µs/cm) 53,7 46,0 50,6 43,5 46,8 43,8 Ijzer (mg/100 g droge grond) 83,3 76,8 86,4 83,3 81,4 78,4 IjzerOx (mmol/kg) 36,0 34,8 38,8 37,7 36,8 36,4 Kalium (mg/100 g droge grond) 32,7 29,3 31,5 28,7 30,3 28,5 Kalium (mg/kg droge grond CaCl 2) 162,7 140,0 140,3 137,9 140,5 129,3 Kjeldahl Stikstof (% DS) 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Kobalt (mg/100 g droge grond) 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Koper (mg/100 g droge grond) 0,6 0,6 0,7 0,6 0,6 0,6 Lood (mg/kg DS) 20,9 19,2 20,6 20,0 20,9 18,6 Magnesium (mg/100 g droge grond) 28,5 27,1 27,5 27,1 28,5 27,8 Magnesium (mg/kg droge grond CaCl 2) 150,4 151,7 150,0 153,8 154,6 151,6 Mangaan (mg/100 g droge grond) 8,7 8,3 8,2 8,2 8,0 7,9 Molybdeen (mg/100 g droge grond) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Natrium (mg/100 g droge grond) 4,1 3,2 3,7 2,7 3,3 4,9 Natrium (mg/kg droge grond CaCl 2) 12,7 11,4 11,1 11,2 11,4 10,6 Organische koolstof (% C op droge grond) 1,2 1,2 1,2 1,3 1,2 1,2 ph 6,0 5,8 5,8 5,8 5,8 5,7 Zink (mg/100 g droge grond) 2,6 2,5 2,8 2,6 2,5 2,5 Zoutgehalte (mg zout/100 g) 41,3 39,5 40,6 39,0 39,7 39,0

70 Proefopzet De proef was een blokkenproef met 6 objecten die elk vier keer herhaald werden. Vijf verschillende bodemverbeterende middelen werden toegevoegd en een eerste object werd onbehandeld gelaten als referentie. De toegediende bodemverbeterende middelen worden weergegeven in Tabel 73. De oppervlakte van elk proefveldje bedroeg 108 m² en tussen de veldjes werd een bufferzone vrijgelaten. Deze zone was 10 m lang in de plantrichting en 1 m breed loodrecht op de plantrichting. Tabel 73: De toegevoegde bodemverbeterende middelen Object Middel Dosis (kg/ha) Zbw/kg Dosis (kg/veldje) 1 blanco PRP zbw 5,0 3 kalk zbw 4,3 4 groencompost zbw 114,8 Vlaco 5 zeewierkalk zbw 4,8 6 zeeschelpenkalk zbw 4,3 EM Agriton 3.4 Teeltverloop Plantopkweek Planten: begin mei Ras: Striker (Bejo): object Levis (Syngenta): object Plantafstand: 70 x 10 cm Oogst: 27 augustus / 10 september / 14 september Productieveld Voorvrucht: Bemesting: wintertarwe + gele mosterd zie proefopzet 3.5 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen Tabel 74: Totale opbrengst in gewicht en aantal stengels Object Behandeling Totale opbrengst aantal gewicht (kg) 1 blanco 98,3 a 41,2 a 2 PRP 97,0 ab 41,4 a 3 kalk 98,8 a 41,9 a 4 groencompost 99,8 a 43,4 a 5 zeewierkalk 93,0 b 38,7 a 6 zeeschelpenkalk 99,3 a 40,4 a Gemiddelde 97,7 41,2 K.W.V. P0,01 0,0 6,5 K.W.V. P0,05 0,0 4,7 V.C. (%) 3,0 7,5 P-waarde 0,000 0,007 Waarden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (ANOVA, Duncantoets bij P0,05).

71 69 Tabel 75: Opbrengst in gewicht en aantal per klasse Object Behandeling Sortering in gewicht (kg) Sortering in aantal (%) 2-3 cm 3-5 cm 2-3 cm 3-5 cm 1 blanco 3,0 a 19,0 a 11,0 a 114,9 ab 2 PRP 2,7 a 16,3 ab 11,0 a 108,1 ab 3 kalk 2,8 a 17,9 ab 11,5 a 114,6 ab 4 groencompost 2,3 a 18,2 ab 8,5 a 115,7 a 5 zeewierkalk 3,1 a 14,3 b 11,5 a 101,0 b 6 zeeschelpenkalk 3,6 a 16,4 ab 14,3 a 106,7 ab Gemiddelde 2,9 17,0 11,3 110,2 K.W.V. P0,01 2,2 5,4 8,4 18,3 K.W.V. P0,05 1,6 3,9 6,1 13,2 V.C. (%) 35,9 15,3 35,7 8,0 P-waarde 0,002 0,000 0,008 0,000 Waarden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet significant verschillend (ANOVA, Duncantoets bij P0,05). Tabel 76: Overzicht van de hoeveelheden stikstof per bodemlaag en per object Object Behandeling 20/07/ /10/2010 NO 3-N (kg/ha) NH 4-N (kg/ha) NO 3-N (kg/ha) NH 4-N (kg/ha) cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm cm 1 blanco PRP kalk groencompost zeewierkalk zeeschelpenkalk

72 Voornaamste bevindingen De totaal geproduceerde massa vertoonde geen significante verschillen tussen de verschillende objecten. Het totaal aantal preistengels lag bij object 5 (de zeewierkalk) wel significant lager dan bij de andere objecten. Ook in de diameterklasse 2-3 cm waren er weinig tot geen verschillen te zien tussen de objecten. Deze klasse maakte dan ook maar een klein deel uit van de totale productie. In de diameterklasse 3 tot 5 cm was er een significante minderopbrengst zowel in aantal als in gewicht bij object 5: de zeewierkalk. De opbrengst was zelfs significant minder dan het blanco object waar niets werd toegediend. Opvallend was ook dat de maximale gewichtsopbrengst in de grootste klasse voorkwam bij het blanco object, zij het enkel significant verschillend van object 5. De bodemstaalname tijdens de teelt vertoonde weinig verschillen in stikstofbeschikbaarheid tussen de objecten. Overal werd een goede stikstofbeschikbaarheid geconstateerd. Ook in de sperperiode werden weinig verschillen in restnitraat geconstateerd tussen de objecten. De hoeveelheden aan restnitraat bleven overal onder de limietwaarde. Dit was waarschijnlijk te wijten aan het feit dat een groot deel van de bodemstikstof omgezet werd naar ammonium onder invloed van de heel vochtige omstandigheden tijdens de oogst en in de sperperiode. 3.7 Besluit Aangezien de proef dit jaar opgestart werd en de meeste effecten van het toedienen van bodemverbeterende middelen slechts op lange termijn verwacht kunnen worden, viel in de resultaten van dit jaar, geheel volgens de verwachtingen, nog niet veel op te merken. Wat wel opviel was dat object 5 waarop zeewierkalk toegediend werd, een mindere opbrengst en kwaliteit vertoonde dan de andere objecten. Het onbehandelde object vertoonde dan weer resultaten die even goed waren als die van de andere objecten en zelfs significant beter dan object 5 qua gewichtsopbrengst. 4 Selectiviteit van bijbemesting in prei in het najaar van Doel In deze proef werden de effecten van een bijbemesting in het najaar op prei onderzocht. Dit gebeurde onder verschillende weersomstandigheden (droog, nat gewas en bij regen). Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 4.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem groenbedekkers + wintertarwe Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,1 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 39 kalium (*) 20,2 magnesium (*) 13,3 calcium (*) 108,9 natrium (*) 0,8 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. normaal laag hoog normaal normaal normaal laag

73 Proefopzet De proef bestond uit 15 objecten. Vijf verschillende meststoffen werden toegediend onder drie verschillende omstandigheden. 60 eenheden stikstof werden toegediend de 13 de, 14 de en 20 ste januari 2011 in respectievelijk droge omstandigheden, bij een nat gewas en bij regen. Elk object werd uitgevoerd in 4 herhalingen. Bij toediening van de meststof werden telkens korrels toegediend in de schacht van de prei om mogelijke effecten van verbranding te kunnen waarnemen. Elk veldje was 2,6 meter breed en 2,75 meter lang en had dus een oppervlakte van 7,15 m². Tabel 77: Overzicht van de toegediende bijbemestingen Object Behandeling Toestand gewas Toegediend (kg) 1 kalknitraat 15,5 % droog gewas 0,3 2 kalisalpeter 13 % droog gewas 0,3 3 ammoniumnitraat 27 % droog gewas 0,2 4 Entec 26 % droog gewas 0,2 5 Ureum 46 % droog gewas 0,1 6 kalknitraat 15,5 % nat gewas 0,3 7 kalisalpeter 13 % nat gewas 0,3 8 ammoniumnitraat 27 % nat gewas 0,2 9 Entec 26 % nat gewas 0,2 10 Ureum 46 % nat gewas 0,1 11 kalknitraat 15,5 % bij regen 0,3 12 kalisalpeter 13 % bij regen 0,3 13 ammoniumnitraat 27 % bij regen 0,2 14 Entec 26 % bij regen 0,2 15 Ureum 46 % bij regen 0,1 4.4 Teeltverloop Plantopkweek Planten: 08/07/2010 Ras: Harston (Nunhems) Plantafstand: cm Productieveld Ploegen: 07/07/2010 Bemesting: 555 kg AmmoniumNitraat 27 % 07/07/ kg Patentkali 15/06/2010 Toegediende gewasbemestingsmiddelen 20/07/2010 0,2 l tracer 23/07/2010 0,5 l tahil / 1,5 l butison / 2 l stamp 09/08/2010 1,5 l mesurol 23/08/2010 0,5 l vertimex 01/09/ kg signum / 0,5 l floricon / 1,5 l mesurol 20/09/ l ortiva top 08/10/2010 1,5 l mesurol / 0,4 kg nativo 16/11/2010 0,6 l tamos 05/01/2010 0,5 l tomos 27/01/ kg signum 01/02/ l ortiva top 4.5 Resultaten Op 21/01/2011 werd een gewasbeoordeling uitgevoerd waarbij vooral gelet werd op sporen van verbranding, door meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen. De resultaten worden hieronder weergegeven.

74 72 Tabel 78: Gewasbeoordeling op 21/01/2011 Object Score Object Score Object Score Object verbranding 1= veel schade; 9= geen schade 4.6 Besluit Op geen enkel object werden sporen van verbranding waargenomen. 5 Groei, stikstofopname en stikstofvrijstelling bij groenbemesters 5.1 Doel Proef die nagaat wat de evolutie is van de stikstofvoorraad in de bodem tijdens de groei en na het inwerken van verschillende groenbedekkers. Deze proef werd uitgevoerd door de West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten in het kader van het Interregproject Prosensols. 5.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem tarwe Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37,4 kalium (*) 18,9 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145,4 natrium (*) 1,3 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. normaal laag hoog normaal normaal normaal laag 5.3 Proefopzet Eind augustus 2009 werden 8 verschillende groenbedekkers met verschillende hoeveelheden aan zaaizaad uitgezaaid. Elk object werd slechts met 1 herhaling uitgevoerd. Voor de inzaai van de groenbedekkers werd een bodemstaal genomen om de aanwezige stikstofvoorraad te bepalen. Ook tijdens de groei en na het doodspuiten van de groenbedekkers op 26 april 2010 werden op regelmatige tijdstippen bodemstalen genomen per object om de evolutie van de stikstofvoorraad in de bodem op te volgen.

75 73 Bij elk object werd de helft van het perceel ingefreesd op 15 mei De andere helft werd onaangeroerd gelaten. Na inwerken werden beide helften van elk object bemonsterd en werd van beide helften de stikstofvoorraad bepaald. Op 15/11/2009 werden eveneens gewasstalen genomen van de verschillende objecten. Deze gewasstalen werden gebruikt ter bepaling van de totale biomassa, het drogestof- en stikstofgehalte van elk object. Figuur 1: Een overzicht van het proefveld 5.4 Teeltverloop Inzaai: 5/08/ /08/2009 Doodsproeien: 26/04/2010 Infrezen middenste helft: 14/05/ Resultaten

76 74 Tabel 79: De resultaten van de uitgevoerde bodemstaalnames en stikstofanalyses Gele mosterd 10 kg/ha (1) 30/ / / / / / / / (2) 27, Gele mosterd 20 kg/ha (1) - - (2) 27, Italiaans raaigras 25 kg/ha (1) (2) 27, Italiaans raaigras 40 kg/ha (1) (2) 27, Bladrammenas 12 kg/ha (1) (2) 27, Bladrammenas 20 kg/ha (1) (2) 27, Phacelia 8 kg/ha (1) (2) 27, Phacelia 12 kg/ha (1) (2) 27, Snijrogge 75 kg/ha (1) (2) 27, Snijrogge 100 kg/ha (1) (2) 27, Japanse haver 50 kg/ha (1) (2) 27, Japanse haver 80 kg/ha (1) (2) 27, Zomerhaver 50 kg/ha (1) (2) 27, Zomerhaver 80 kg/ha (1) (2) 27, Niger 8 kg/ha (1) (2) 27, Zomerhaver - phacelia (1) (2) 27, Gele mosterd - bladrammenas (1) (2) 27, Braak (1) (1) Ingewerkt. (2) Niet ingewerkt. (2) 27,

77 75 Tabel 80: De resultaten van de verschillende gewasanalyses Kg VM/m² DS (%) Totale stikstof g/kg VM g/m² g/ha kg/ha Gele mosterd 10 kg/ha 2, Gele mosterd 20 kg/ha Gele mosterd 30 kg/ha Gele mosterd 60 kg/ha Italiaans raaigras 25 kg/ha 1,7 13,9 4,9 8, ,0 Italiaans raaigras 40 kg/ha 1,6 13,9 4,9 7, ,1 Bladrammenas 12 kg/ha 5,1 8,3 2,5 12, ,5 Bladrammenas 20 kg/ha 4,8 8,3 2,5 12, ,5 Phacelia 8 kg/ha 5,7 8,5 2,6 15, ,0 Phacelia 12 kg/ha 4,0 8,5 2,6 10, ,1 Snijrogge 75 kg/ha 4,0 10,1 3,4 13, ,9 Snijrogge 100 kg/ha 2,6 10,1 3,4 8, ,9 Japanse haver 50 kg/ha 2,6 13,4 4,9 12, ,5 Japanse haver 80 kg/ha 2,5 13,4 4,9 12, ,5 Zomerhaver 50 kg/ha 3,0 10,5 3,4 10, ,8 Zomerhaver 80 kg/ha 2,4 10,5 3,4 8, ,9 Niger 8 kg/ha Zomerhaver - phacelia/ha 3,3 10,2 2,9 9, ,8 Gele mosterd - bladrammenas 6,3 9,2 2,6 16, ,7 Braak Voornaamste bevindingen Bodemstikstof De opeenvolgende maandelijkse stikstofanalyses vertoonden voor elk object een duidelijke trend. Logischerwijs nam de hoeveelheid bodemstikstof af in het najaar en nam ze terug toe in het voorjaar. De hoogste waarde voor de reststikstof in het najaar werd gevonden op het object dat braak gelaten werd. Ook het object ingezaaid met niger waarvan de opkomst heel sterk tegenviel, vertoonde een verhoogd nitraatresidu. Wat eveneens opviel, is de afwezigheid van een omgekeerd evenredig verband tussen de zaaidichtheid en het nitraatresidu. Bij een aantal heel hoge zaaidichtheden werd een hoger nitraatresidu bekomen dan bij lagere zaaidichtheden voor dezelfde groenbedekker. Na inwerken werd bij de meeste objecten een hoger stikstofgehalte vastgesteld op het deel dat niet ingewerkt werd. De verschillen tussen de ingewerkte en niet-ingewerkte stukken van elk object waren in juli eerder miniem maar kunnen oplopen tegen half augustus, drie maanden na inwerken Gewasanalyses Voor elke ingezaaide groenbedekker lag het stikstofgehalte in het gewas hoger bij de laagste zaaidichtheid. Ook voor de totale gewasopbrengst kon dit geconstateerd worden. Het drogestofgehalte vertoonde geen verschillen afhankelijk van de zaaidichtheid. In het algemeen kon gesteld worden dat een goed opgekomen groenbedekker in het najaar ongeveer 100 EN opnam. 5.7 Besluit De inzaai van een groenbedekker in het najaar kan ongeveer 100 EN vastleggen bij goede opkomst. Een deel hiervan wordt het jaar erop terug vrijgesteld. Alle ingezaaide groenbedekkers vertoonden een hogere gewasopbrengst en hoger totaal opgenomen stikstofgehalte bij een lagere zaaidichtheid. Boven een bepaalde zaaidichtheid hinderde de onderlinge concurrentie tussen de planten, de opkomst van het gewas. Bij inwerken van de groenbedekker waren de nageleverde hoeveelheden stikstof tijdens de zomer lager dan wanneer de groenbedekker niet ingewerkt werd.

78

79 77 HOOFDSTUK III - GEWASBESCHERMING 1 Bestrijding van roest (Puccinia allii) in prei 1.1 Doel Er zijn diverse middelen, met een werking tegen roest in prei, op de markt. Doel van deze proef was in de eerste plaats het uittesten van de efficiëntie van verschillende middelen of middelencombinaties, met een werking tegen roest. Uitgangspunt hierbij was dat de niet-optimale werking van Signum WG tegen roest in prei gekend is. Signum WG heeft echter wel een uitstekende werking tegen papiervlekkenziekte en purpervlekkenziekte. Gezien in de praktijk vaak middelencombinaties worden toegepast, werd nagegaan of de toevoeging van een middel of uitvloeier de werking van Signum tegen roest kan verbeteren. De curatieve werking van Horizon EW werd getest door pas te starten met behandelen als er al heel veel infectie aanwezig was in het veld. Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interregproject JADE: Vlaanderen en Nord Pas-de- Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem. 1.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor licht zandleem Voorvrucht wintertarwe + groenbemester Scheikundige analyse POVLT ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37 kalium (*) 19 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145 natrium (*) 1,29 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 1.3 Proefopzet Volgende 10 objecten werden vergeleken. Tabel 81: Overzicht van de aangelegde objecten Object Dosis(/ha) 1. onbehandeld - Preventief 2. Signum 1 l + Corbel 0,5 l 1 l + 0,5 l 3. Signum 1 l + Horizon EW 0,5 l 1 l + 0,5 l 4. Signum 1,5 l 1,5 l 5. Signum 1,5 l + Trend 90 0,5 l 1,5 l + 0,5 l 6. Horizon EW 1 l 1 l 7. Ortiva Top / Horizon / Signum + Horizon / Nativo 75 WG (2) 1 l / 1 l / 1 kg + 0,5 l / 0,4 kg Curatief 8. Horizon EW 1 l 9. Horizon EW + Corbel 1 l + 1 l 10. Horizon EW + Trend 90 1 l + 0,5 l (1) Signum (WG) = 26,7 % boscalid + 6,7 % pyraclostrobin Corbel (EC) = 750 g/l fenpropimorf Horizon EW = 250 g/l tebuconazool

80 78 Ortiva Top (SC) = 200 g/l azoxystrobin g/l difenoconazool Nativo 75 WG = 50 % tebuconazool + 25 % trifloxystrobin Trend 90 (SL) = 900 g/l isodecyl alcohol ethoxylaat. (2) Productkeuze is afhankelijk van de weersomstandigheden. De oppervlakte per veldje bedroeg 14,3 m² (netto 10 m²); in elk veldje stonden er 220 planten; er waren 4 parallellen. Objecten 2 t.e.m. 7 werden behandeld zodra het eerste roestspatje te zien was en daarna om de 2 à 3 weken afhankelijk van de weersomstandigheden. vochtig + warm: 2 weken vochtig + koud: 3 weken droog + koud / warm: 3 weken Bij object 7 werden verschillende middelen afwisselend ingezet. Er werd nadien niet meer behandeld om een mogelijke nawerking van deze middelen te detecteren. Objecten 8, 9 en 10 werden pas behandeld wanneer alle planten in het onbehandeld object aangetast waren, dit om de curatieve werking van Horizon EW alleen of met toevoeging na te gaan. Er werd telkens gespoten met een spuitoplossing van 500 l/ha. 1.4 Teeltverloop Productieveld: Voorvrucht: wintertarwe + groenbemester Bemesting: 15 juni: 800 kg/ha patentkali 30 % 29 juni: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % N Ploegen: 29 juni Ponsen: 29 juni Planten: 30 juni op 65 cm x 10 cm Ras: Harston (Nunhems) Tabel 82: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Onkruidbestrijding 06/07 Datum Werkzame stof metazachloor + pendimethalin + ioxynil Handelsproduct per ha Insectenbestrijding 20/07 spinosad 0,2 l Tracer 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 01/09 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 08/10 spinosad 0,2 l Tracer 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril De objecten 2 t.e.m. 7 werden vanaf het eerste roestspatje behandeld, op 18/8, 9/9, 24/9 en 14/10. Hierna werd niet meer behandeld om een mogelijke nawerking van deze middelen te detecteren. De objecten 8, 9 en 10 werden heel laat behandeld, op 8, 14 en 28/10. Er werd telkens gespoten met een spuitoplossing van 500 l/ha. Op 11 oktober en 22 november werd de roestaantasting gequoteerd op een schaal van 1 tot 6 waarbij 1 staat voor geen roestaantasting en 6 voor heel ernstige roestaantasting. Ook het aantal purpervlekken werd geteld. Op 11 oktober werd ook het % planten aangetast door roest en purpervlekkenziekte bepaald. 1.5 Klimatologische omstandigheden De eerste helft van de zomer van 2010 was heel warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In de maand juni viel heel weinig neerslag, in juli was deze hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In de maand augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel iets meer neerslag dan normaal maar november was uitzonderlijk nat met 210 mm neerslag.

81 Resultaten Tabel 83: Beoordeling planten aangetast door roest Behandelingstijdstip + middel (1) + dosis l of kg/ha Roestaantasting 18/08/10 9/09/10 24/09/10 8/10/10 14/10/10 28/10/10 11/10/10 22/11/10 1. onbehandeld ,0 a 6,0 a 2. Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 1,5 de 2,5 d 3. Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 1,0 e 1,8 g 4. Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 4,3 c 5,5 b 5. Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 2,3 d 3,5 c 6. Ho 1 Ho 1 Ho 1 Ho 1 1,0 e 1,8 gh 7. Or T 1 Ho 1 Si 1 + Ho 0,5 Na 0,4 1,3 e 2,3 e 8. Ho 1 Ho 1 Ho 1 5,3 ab 2,0 f 9. Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 5,0 bc 1,0 j 10. Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 5,3 ab 1,5 i Gemiddelde 3,3 2,8 K.W.V. P0,05 0,8 0,0 V.C. (%) 16,7 26,8 P-waarde tussen behandelingen 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. P-waarde tussen blokken 0,049 S. 0,143 N.S. Quotering 1 = geen sporenhoopjes 2 = 1 tot 3 sporenhoopjes 3 = 4 tot 10 sporenhoopjes 4 = 11 tot 25 sporenhoopjes 5 = 26 tot 50 sporenhoopjes 6 = > 50 sporenhoopjes (1) Si = Signum, Co = Corbel, Ho = Horizon EW, Tr 90 = Trend 90, Or = Ortiva Top SC, Na = Nativo 75 WG.

82 80 Tabel 84: Beoordeling planten aangetast door purpervlekkenziekte Behandelingstijdstip + middel (1) + dosis l of kg/ha Purpervlekkenaantasting 18/08/10 9/09/10 24/09/10 8 en 9/10/ /10/10 28/10/10 11/10/10 22/11/10 1. onbehandeld ,5 a 7,0 a 2. Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 1,0 c 1,3 i 3. Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 1,0 c 2,0 g 4. Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 1,3 c 3,3 f 5. Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 1,0 c 2,0 gh 6. Ho 1 Ho 1 Ho 1 Ho 1 1,3 c 3,5 e 7. Or T 1 Ho 1 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 1,0 c 1,3 i 8. Ho 1 Ho 1 Ho 1 2,5 ab 4,8 c 9. Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 1,8 bc 4,0 d 10. Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 3,5 a 5,3 b Gemiddelde 1,8 3,4 K.W.V. P0,05 1,0 0,0 V.C. (%) 39,4 52,0 P-waarde tussen behandelingen 0,000 0,001 Z.S. P-waarde tussen blokken 0,259 0,523 N.S. Quotering 0 = geen vlekken 1 = 1 vlek 2 = 2 vlekken 3 = 3 vlekken 4 = 4 vlekken 5 = 5 vlekken 6 = 6 tot 9 vlekken 7 = 10 tot 15 vlekken 8 = 16 tot 20 vlekken 9 = > 20 vlekken (1) Si = Signum, Co = Corbel, Ho = Horizon EW, Tr 90 = Trend 90, Or = Ortiva Top SC, Na = Nativo 75 WG.

83 81 Tabel 85: % planten aangetast door roest en purpervlekkenziekte Behandelingstijdstip + middel (1) + dosis l of kg/ha % aangetaste planten op 11/10/10 18/08/10 9/09/10 24/09/10 8/10/10 14/10/10 28/10/10 roest purpervlekkenziekte 1. onbehandeld a 100 a 2. Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 Si 1 + Co 0,5 25 bc 40 d 3. Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 Si 1 + Ho 0,5 0 d 55 cd 4. Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 Si 1,5 90 a 78 bc 5. Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 Si 1,5 + Tr 90 0,5 35 b 58 cd 6. Ho 1 Ho 1 Ho 1 Ho 1 0 d 60 cd 7. Or T 1 Ho 1 Si 1 + Ho 0,5 Na 0,4 8 cd 65 cd 8. Ho 1 Ho 1 Ho a 90 ab 9. Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 Ho 1 + Co 1 93 a 93 ab 10. Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 Ho 1 + Tr 90 0,5 100 a 95 a Gemiddelde K.W.V. P0,05 16 (2) V.C. (%) P-waarde tussen behandelingen 0,000 Z.S. 0,000 Z.S. P-waarde tussen blokken 0,020 S. 0,043 S. (1) Si = Signum, Co = Corbel, Ho = Horizon EW, Tr 90 = Trend 90, Or = Ortiva Top SC, Na = Nativo 75 WG. (2) Na gegevenstransformatie arcsin x.

84 Bespreking Roestaantasting Op 11 oktober was er al een heel zware roestaantasting aanwezig in het veld. Zoals verwacht scoorde een behandeling met enkel Signum onvoldoende. De werking tegen roest werd verbeterd door toevoeging van Trend 90 of Corbel maar het beste resultaat werd verkregen na behandeling met Signum + Horizon EW (geen aantasting op dat moment). Hetzelfde resultaat werd echter ook bereikt met enkel Horizon EW aan 1 l/ha. Ook een afwisseling van verschillende middelen scoorde heel goed. Hetzelfde patroon was ook te zien bij de nawerking van deze middelen op 22 november, wel is de aantasting overal wat toegenomen in de behandelde objecten aangezien de laatste behandeling hier een maand geleden was. Objecten 8 t.e.m. 10 werden pas enkele dagen voor de eerste waarneming behandeld. Hoewel de aantasting nog vrij zwaar is, zien we al een duidelijke afname t.o.v. de onbehandelde. Horizon EW + Corbel scoorde het best. Een maand later is praktisch alle roest bestreden, bij deze objecten maar de aangerichte schade blijft duidelijk zichtbaar. Door de combinatie van normale temperaturen en uitzonderlijke neerslaghoeveelheden deze nazomer was roest eenvoudiger te bestrijden dan in andere jaren. De dikte van de waslaag van de preiplanten was dunner dan tijdens droge en warme maanden waardoor een bespuiting veel effectiever was. Dit jaar was er ook vrij veel aantasting van purpervlekkenziekte in dit perceel. Alle preventief ingezette middelen scoorden heel goed maar de objecten waar Signum of Horizon EW alleen werden toegepast, vertoonden een minder goede werking. De combinatie van Signum + Corbel scoorde het best ook voor de nawerking tot eind november. Bij de laat-behandelde objecten was ook hier slechts drie dagen na een eerste behandeling al een verbetering te zien t.o.v. de onbehandelde. Wel was er onvoldoende werking bij de combinatie Horizon EW + Trend 90. Hoewel er behandeld werd tot 28 oktober was er opnieuw een grote toename in het aantal purpervlekken bij deze objecten. Waarschijnlijk werd hier te laat begonnen met behandelen om de aantasting nog onder controle te houden Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 1.8 Besluit Indien vroeg werd behandeld, scoorde een doordachte afwisseling van verschillende middelen zoals in de voorgaande jaren heel goed. Dit jaar echter was roest eenvoudiger te bestrijden door de weersomstandigheden (niet te warm, aanhoudend vochtig) waardoor ook de overige objecten vrij goed scoorden. De beste resultaten werden gehaald met een behandeling van Signum+Horizon EW of enkel Horizon EW. Deze middelen vertoonden ook de beste nawerking in deze proef. Zelfs indien heel laat werd behandeld met Horizon EW zonder / met toevoeging kon een zware roestaantasting toch nog onder controle gebracht worden hoewel de aangerichte schade duidelijk zichtbaar bleef. Alle preventief ingezette middelen scoorden heel goed tegen purpervlekkenziekte. De middelen die curatief en alleen werden ingezet, scoorden iets minder. 2 Roestbestrijding en rasgevoeligheid 2.1 Doel De afgelopen jaren is gebleken, uit verschillende proeven dat een doordachte afwisseling van middelen (afhankelijk van het behandelingstijdstip, weersomstandigheden, ) het efficiëntst was tegen roest (Puccinia porri). De opzet van deze proef was om, vertrekkend van het vorige gegeven, te proberen het aantal behandelingen te beperken. Verschillende behandelingsintervallen werden hier vergeleken zowel vaste intervallen als intervallen afhankelijk van de weersomstandigheden. Ook werd de mogelijkheid bekeken om de duur van het interval te laten afhangen van de gekozen

85 83 cultivar. Hiervoor werden drie rassen in deze proef opgenomen, een gevoelig ras, een minder gevoelig ras en een ras resistent tegen roest. Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interregproject JADE: Vlaanderen en Nord Pas-de- Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 2.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor licht zandleem Voorvrucht wintertarwe + groenbemester Scheikundige analyse provinciaal labo ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37 kalium (*) 19 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145 natrium (*) 1,29 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 2.3 Proefopzet Volgende 5 objecten werden vergeleken, telkens voor 3 verschillende rassen. Tabel 86: Overzicht van de aangelegde objecten Object Interval Ras 1. Model 1 preventief vanaf 20 juni, interval 4 weken Delmas 2. Model 1 preventief vanaf 20 juni, interval 4 weken Harston 3. Model 1 preventief vanaf 20 juni, interval 4 weken Poulton 4. Model 2 vanaf het 1 ste roestspatje, interval afhankelijk van de temperatuur en het %-bladnat (1) Delmas 5. Model 2 vanaf het 1 ste roestspatje, interval afhankelijk van de temperatuur en het %-bladnat (1) Harston 6. Model 2 vanaf het 1 ste roestspatje, interval afhankelijk van de temperatuur en het %-bladnat (1) Poulton 7. Model 3 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 3 weken Delmas 8. Model 3 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 3 weken Harston 9. Model 3 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 3 weken Poulton 10. Model 4 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 4 weken Delmas 11. Model 4 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 4 weken Harston 12. Model 4 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 4 weken Poulton 13. Model 5 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 5 weken Delmas 14. Model 5 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 5 weken Harston 15. Model 5 vanaf het 1 ste roestspatje, interval 5 weken Poulton (1) 2 weken (warm + vochtig) OF 4 weken (droog). De oppervlakte per veldje bedroeg 13 m² (netto 9 m²); in elk veldje stonden er 200 planten; er waren 4 parallellen. 2.4 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 15 juni: 800 kg/ha patentkali 30 % 29 juni: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % N Ploegen: 29 juni Ponsen: 29 juni Planten: 30 juni op 65 cm x 10 cm Rassen: Delmas (gevoelig voor roest)

86 84 Harston (matig tot gevoelig voor roest) Poulton (tolerant voor roest) Tabel 87: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Onkruidbestrijding 06/07 Datum Werkzame stof metazachloor + pendimethalin + ioxynil Handelsproduct per ha Insectenbestrijding 20/07 spinosad 0,2 l Tracer 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 01/09 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 08/10 spinosad 0,2 l Tracer 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril De middelenkeuze was afhankelijk van het toepassingstijdstip: Juli en augustus: 0,4 kg/ha Nativo 75 WG + 0,025 % Trend 90 September: 0,1 l/ha Horizon EW Oktober: 0,1 l/ha Corbel November en december: 0,1 l/ha Ortiva Nativo 75 WG = 50 % tebuconazool + 25 % trifloxystrobin Trend 90 (SL) = 900 g/l isodecyl alcohol ethoxylaat Horizon EW = 250 g/l tebuconazool Corbel (EC) = 750 g/l fenpropimorf Ortiva (SC) = 250 g/l azoxystrobin Tabel 88: Behandelingsdata per model Model Interval Behandelingsdata 1 preventief, interval 4 weken 20 juni, 17 augustus, 17 september en 14 oktober 2 vanaf 1 ste roestspatje, interval 2 of 4 weken 19 augustus, 3, 17 & 30 september en 14 oktober 3 vanaf 1 ste roestspatje, interval 3 weken 19 augustus, 10 en 30 september 4 vanaf 1 ste roestspatje, interval 4 weken 19 augustus, 17 september en 14 oktober 5 vanaf 1 ste roestspatje, interval 5 weken 19 augustus en 24 september Er werd telkens gespoten met een spuitoplossing van 500 l/ha. Op 11 oktober werd de roestaantasting gequoteerd op een schaal van 1 tot 6 waarbij 1 staat voor geen roestaantasting en 6 voor heel ernstige roestaantasting. Ook het aantal purpervlekken (Alternaria porri) werd geteld. Er werden geen tussentijdse beoordelingen gedaan aangezien de roestaantasting in dit perceel heel laag was. 2.5 Klimatologische omstandigheden De eerste helft van de zomer van 2010 was heel warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In de maand juni viel heel weinig neerslag, in juli was deze hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In de maand augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel iets meer neerslag dan normaal maar november was uitzonderlijk nat met 210 mm neerslag.

87 1/06 15/06 29/06 13/07 27/07 10/08 24/08 7/09 21/09 5/10 19/10 2/11 16/11 30/11 Neerslaghoeveelheid (mm) Gemiddelde temperatuur C 1/06 15/06 29/06 13/07 27/07 10/08 24/08 7/09 21/09 5/10 19/10 2/11 16/11 30/ Datum Figuur 2: Verloop van de gemiddelde dagtemperatuur in Beitem (periode: 01/06-30/11/2010) Datum Figuur 3: Verloop van de dagelijkse neerslaghoeveelheden in Beitem (periode: 01/06-30/11/2010)

88 Resultaten Tabel 89: Beoordeling planten aangetast door roest en purpervlekkenziekte op 11 oktober Nr. Interval Ras Aantal Aantasting (score) % aangetaste planten behandelingen roest purpervlekkenziekte roest purpervlekkenziekte Onbehandeld Harston - 6,0 (1) 3,9 (1) preventief, interval 4 weken Delmas 4 0,0 b 0,0 a 0,0 b 0,0 a 2 preventief, interval 4 weken Harston 4 0,0 b 0,1 a 0,0 b 7,5 a 3 preventief, interval 4 weken Poulton 4 0,0 b 0,2 a 2,5 ab 10,0 a 4 vanaf 1 ste roestspatje, interval 2 of 4 weken Delmas 5 0,0 b 0,0 a 0,0 b 0,0 a 5 vanaf 1 ste roestspatje, interval 2 of 4 weken Harston 5 0,0 b 0,0 a 0,0 b 0,0 a 6 vanaf 1 ste roestspatje, interval 2 of 4 weken Poulton 5 0,0 b 0,1 a 0,0 b 7,5 a 7 vanaf 1 ste roestspatje, interval 3 weken Delmas 3 0,0 b 0,1 a 0,0 b 7,5 a 8 vanaf 1 ste roestspatje, interval 3 weken Harston 3 0,0 b 0,1 a 0,0 b 5,0 a 9 vanaf 1 ste roestspatje, interval 3 weken Poulton 3 0,0 b 0,0 a 0,0 b 2,5 a 10 vanaf 1 ste roestspatje, interval 4 weken Delmas 3 0,0 b 0,0 a 0,0 b 2,5 a 11 vanaf 1 ste roestspatje, interval 4 weken Harston 3 0,0 b 0,2 a 0,0 b 10,0 a 12 vanaf 1 ste roestspatje, interval 4 weken Poulton 3 0,0 b 0,1 a 0,0 b 5,0 a 13 vanaf 1 ste roestspatje, interval 5 weken Delmas 2 0,0 b 0,0 a 0,0 b 2,5 a 14 vanaf 1 ste roestspatje, interval 5 weken Harston 2 0,0 b 0,4 a 0,0 b 12,5 a 15 vanaf 1 ste roestspatje, interval 5 weken Poulton 2 0,2 a 0,3 a 7,5 a 12,5 a Quotering 1 = geen aantasting 0 = 0 vlekken 2 = 1-3 roestspatjes 1 = 1 vlek 3 = 4-10 roestspatjes 2 = 2 vlekken 4 = roestspatjes 3 = 3 vlekken 5 = roestspatjes 4 = 4 vlekken 6 = > 50 roestspatjes 5 = 5 vlekken 6 = 6-9 vlekken 7 = vlekken 8 = vlekken 9 = > 20 vlekken (1) Beoordeeld op 18/10/10 op een naburig veld.

89 Bespreking Roestaantasting De roest- en purpervlekkenaantasting bij het onbehandeld object werd hier enkel als indicatie meegegeven (gegevens uit voorgaande proef); deze waarden werden niet meegenomen in de statistische verwerking. Men kan zien dat de roest- en purpervlekkenaantasting, bij het onbehandeld object, hoog is in dit perceel. Tijdens de beoordeling op 11 oktober werden amper roest- en purpervlekkenaantasting waargenomen in dit perceel. De ziektedruk in dit perceel was duidelijk een stuk lager dan in de naburige percelen. Door de lage aantasting werden geen verschillen waargenomen tussen de verschillende behandelingen. Alle modellen scoorden even goed zowel tegen roest als tegen purpervlekkenziekte. Er werden tevens geen verschillen waargenomen tussen de rassen. Door de combinatie van normale temperaturen en uitzonderlijke neerslaghoeveelheden deze nazomer was roest eenvoudiger te bestrijden dan in andere jaren. De dikte van de waslaag van de preiplanten was dunner dan tijdens droge en warme maanden waardoor een bespuiting veel effectiever was Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 2.8 Besluit Door de lage aantasting werden geen verschillen waargenomen tussen de verschillende behandelingen dit jaar. Alle modellen scoorden even goed zowel tegen roest als tegen purpervlekkenziekte. Er werden tevens geen verschillen waargenomen tussen de rassen. 3 Invloed van de toegepaste hoeveelheid spuitoplossing en de vochttoestand van het gewas bij het bestrijden van trips in prei 3.1 Doel Er zijn diverse middelen met een werking tegen trips in prei op de markt. De goede werking van Mesurol SC en Tracer SC is gekend. Uitgangspunt van deze proef was de vraag of de werking van erkende middelen tegen trips in prei wordt beïnvloed door de toegepaste hoeveelheid spuitoplossing per hectare en de vochttoestand van het gewas. Er werd behandeld volgens de Waarschuwingsberichten (LAVA). Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem.

90 Bodemkarakteristieken Bouwvoor licht zandleem Voorvrucht wintertarwe + groenbemester Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37 kalium (*) 19 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145 natrium (*) 1,29 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 3.3 Proefopzet Volgende 10 objecten werden vergeleken: Tabel 90: Overzicht van de objecten Nr. Object Dosis (l/ha) Vochttoestand gewas Dosis water (l/ha) 1 Mesurol 500 SC 1,5 droog Mesurol 500 SC 1,5 nat Tracer SC 0,2 droog Tracer SC 0,2 nat Mesurol 500 SC 1,5 droog Mesurol 500 SC 1,5 nat Tracer SC 0,2 droog Tracer SC 0,2 nat Vertimec 0,5 droog Vertimec 0,5 nat 600 Mesurol SC 500 = 500 g/l methiocarb Tracer (SC) = 480 g/l spinosad Vertimec (EC) = 18 g/l abamectine De oppervlakte per veldje bedroeg 13 m² (netto 9 m²); in elk veldje stonden er 200 planten; er waren 4 parallellen. Een nat gewas werd verkregen door het vooraf nat te zetten indien nodig. 3.4 Teeltverloop Productieveld: Voorvrucht: wintertarwe + groenbemester Bemesting: 15 juni: 800 kg/ha patentkali 30 % 5 juli: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % N Ploegen: 5 juli Ponsen: 6 juli Planten: 6 juli op 65 cm x 10 cm Ras: Levis

91 89 Tabel 91: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 23/07 metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril Insecten- en 06/07 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water ziektebestrijding 20/09 azoxystrobine+difenoconazol 1 l Ortiva Top 01/09 boscalid+pyraclostrobin + tebuconazool 08/10 tebuconazool+trifloxystrobine + isodecyl alcohol ethoxylaat 1 kg Signum + 0,5 l Horizon 0,4 kg Nativo 75 WG + 0,4 l/ha Trend 90 16/11 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos Deze proef werd behandeld op 19 juli, 5 augustus, 25 augustus, 6 en 24 september volgens proefschema. Er werd enkel behandeld volgens de waarschuwingsberichten (LAVA). Op 27 september werd de tripsaantasting gequoteerd op een schaal van 1 tot 9 waarbij 1 staat voor geen tripsaantasting en 9 voor heel ernstige tripsaantasting. Er werd geen tussentijdse beoordeling gedaan aangezien de tripsschade in dit perceel heel laag was. 3.5 Klimatologische omstandigheden De eerste helft van de zomer van 2010 was heel warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In de maand juni viel heel weinig neerslag, in juli was deze hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In de maand augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel iets meer neerslag dan normaal maar november was uitzonderlijk nat met 210 mm neerslag. Voor de grafieken met klimatologisch verloop wordt verwezen naar voorgaande proef. 3.6 Resultaten Tabel 92: Prei trips volume/vochttoestand gewas 2010 Beoordeling tripsschade Object Gewas Dosis Beoordeling tripsschade toestand water (l/ha) Onbehandeld 4,4 (1) 1. Mesurol 500 SC droog 600 1,4 a 2. Mesurol 500 SC nat 600 1,3 a 3. Tracer SC droog 600 1,5 a 4. Tracer SC nat 600 1,4 a 5. Mesurol 500 SC droog 300 1,3 a 6. Mesurol 500 SC nat 300 1,2 a 7. Tracer SC droog 300 1,4 a 8. Tracer SC nat 300 1,2 a 9. Vertimec droog 600 1,3 a 10. Vertimec nat 600 1,3 a Gemiddelde 1,3 K.W.V. P0,05 (2) V.C. (%) 14,2 P-waarde 0,764 N.S. Quotering (1) Beoordeeld op 17/09/10 op een naburig perceel. (2 Duncantoets na transformatie 1/x. 1 = geen tripsschade 9 = veel tripsschade

92 Bespreking Tripsaantasting De tripsschade bij het onbehandeld object werd hier enkel als indicatie meegegeven; deze waarden werden niet meegenomen in de statistische verwerking. Men kan zien dat de tripsschade bij het onbehandeld object een stuk hoger ligt dan bij de behandelde objecten. Tijdens de beoordeling op 27 september werd er amper tripsschade waargenomen in dit perceel. Door de lage aantasting werden ook geen verschillen waargenomen tussen de verschillende behandelingen Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 3.8 Besluit Door de lage druk van trips werden geen verschillen waargenomen tussen de verschillende behandelingen dit jaar. 4 Bestrijding van trips in prei - vroege planting 4.1 Doel In deze proef wordt nagegaan of de waarnemingen en waarschuwingen voor trips kunnen verfijnd worden door rekening te houden met de rasgevoeligheid, de tripsdruk op het perceel, het oogsttijdstip en de sterkte van het gespoten middel. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 4.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor licht zandleem Voorvrucht wintertarwe + groenbemester Scheikundige analyse provinciaal labo ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37 kalium (*) 19 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145 natrium (*) 1,29 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 4.3 Proefopzet Variabele: ras en oogsttijdstip: voor objecten zie hiernavolgende tabel.

93 91 Tabel 93: Overzicht van de objecten Nr. Object Behandeld volgens 1 gevoelig ras: Levis onbehandeld 2 gevoelig ras: Levis W&W zonder tussenbespuiting 3 gevoelig ras: Levis W&W met tussenbespuiting 4 gevoelig ras: Levis tripsmodel 5 weinig gevoelig ras: Poulton onbehandeld 6 weinig gevoelig ras: Poulton W&W zonder tussenbespuiting 7 weinig gevoelig ras: Poulton W&W met tussenbespuiting 8 weinig gevoelig ras: Poulton tripsmodel Tabel 94: Tripsbespuitingen van de objecten Datum Object 2 Object 3 Object 4 Object 6 Object 7 Object 8 5/07/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol 15/07/2010 Tracer 20/07/2010 Tracer Tracer Tracer Tracer Tracer 28/07/2010 Vertimec 5/08/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol 20/08/2010 Vertimec 23/08/2010 Vertimec Vertimec Vertimec 7/09/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol 24/09/2010 Tracer Tracer Tracer Tracer Tracer 13/10/2010 Tracer Tracer Tracer Tracer Tracer De oppervlakte per veldje bedroeg 15,60 m² (netto 6,5 m²). 4.4 Teeltverloop Productieveld Voorvrucht: groenbedekker + wintertarwe Bemesting: 15 juni: 800 kg/ha patentkali 30 % 22 juni: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 21 juni Ponsen: 22 juni Planten: 23 juni op 65 cm x 10 cm Ras: Levis en Poulton Oogsten: eind februari Tabel 95: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 6/07 22/07 metazachloor + pendimethalin + ioxynil tepraloxydim 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril 1,5 l Aramo Ziektebestrijding 23/06 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 01/09 boscalid+pyraclostrobin + tebuconazool 1 kg Signum + 0,5 l Horizon 17/09 azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva Top 08/10 tebuconazool + trifloxystrobine 0,4 kg Nativo 75 WG + 0,4 l/ha Trend 90 16/11 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 5/01 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 27/01 boscalid+pyraclostrobin 1 kg Signum

94 92 Op verschillende tijdstippen werd de tripsaantasting gequoteerd, op een schaal van 1 tot 9 waarbij 1 staat voor geen tripsaantasting en 9 voor heel ernstige tripsaantasting. 4.5 Klimatologische omstandigheden De eerste helft van de zomer van 2010 was heel warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In de maand juni viel heel weinig neerslag, in juli was deze hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In de maand augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel iets meer neerslag dan normaal maar november was uitzonderlijk nat met 210 mm neerslag. 4.6 Resultaten Tabel 96: Beoordeling tripsschade Object 17/09/ /10/ /11/2010 Levis onbehandeld 4,4 d 5,6 5,1 d e Levis W&W zonder tussenbespuiting 2,1 bc 2,9 2,4 bc d Levis W&W met tussenbespuiting 2,4 c 3,0 2,3 bc d Levis tripsmodel 1,8 bc 2,8 2,2 b c Poulton onbehandeld 2,7 3,4 3,1 c cd d Poulton W&W zonder tussenbespuiting 1,3 ab 1,7 a 1,4 a b Poulton W&W met tussenbespuiting 1,2 a 1,6 a 1,5 a Poulton tripsmodel 1,4 b 2,0 1,6 a b Gemiddelde 2,2 2,9 2,5 K.W.V. P0,05 (1) (1) (1) V.C. (%) 4,4 4,8 4,6 P-waarde 0,000 0,000 0,000 Quotering 1 = geen tripsschade 9 = veel tripsschade (1) Niet-parametrische testen. 4.7 Bespreking Tripsaantasting De tripsschade bij het onbehandeld object was altijd veel hoger dan de behandelde objecten van hetzelfde ras. Bijna altijd was Poulton statistisch minder gevoelig voor trips dan Levis. Tussen de verschillende behandelingen op hetzelfde ras konden er geen statistische verschillen gevonden worden op het einde van de proef Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 4.8 Besluit Het valt op dat vooral de gevoeligheid van het ras een heel grote invloed heeft op de hoeveelheid schade door trips. Poulton behandeld volgens het tripsmodel heeft ongeveer evenveel tripsschade dan de objecten die twee of drie keer extra behandeld werden en veel minder dan alle objecten van Levis.

95 93 5 Bestrijding van trips in prei - late planting 5.1 Doel In deze proef wordt nagegaan of de waarnemingen en waarschuwingen voor trips kunnen verfijnd worden door rekening te houden met de rasgevoeligheid, de tripsdruk op het perceel, het oogsttijdstip en de sterkte van het gespoten middel. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 5.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor licht zandleem Voorvrucht prei Scheikundige analyse provinciaal labo ph (KCl) 6,2 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 37 kalium (*) 19 magnesium (*) 13,7 calcium (*) 145 natrium (*) 1,29 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 5.3 Proefopzet Variabele: ras en oogsttijdstip Tabel 97: Overzicht van de objecten Nr. Object Behandeld volgens 1 gevoelig ras: Harston onbehandeld 2 gevoelig ras: Harston W&W zonder tussenbespuiting 3 gevoelig ras: Harston W&W met tussenbespuiting 4 gevoelig ras: Harston tripsmodel 5 weinig gevoelig ras: Cousteau onbehandeld 6 weinig gevoelig ras: Cousteau W&W zonder tussenbespuiting 7 weinig gevoelig ras: Cousteau W&W met tussenbespuiting 8 weinig gevoelig ras: Cousteau tripsmodel Tabel 98: Tripsbespuitingen van de objecten Datum Object 2 Object 3 Object 4 Object 6 Object 7 Object 8 31/08/2010 Vertimec Vertimec Vertimec Vertimec Vertimec 7/09/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol 24/09/2010 Tracer Tracer Tracer Tracer Tracer 13/10/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol 31/08/2010 Vertimec Vertimec Vertimec Vertimec Vertimec 7/09/2010 Mesurol Mesurol Mesurol Mesurol De oppervlakte per veldje bedroeg 15,60 m² (netto 6,5 m²). 5.4 Teeltverloop Productieveld Voorvrucht: prei Bemesting: 15 juli: 500 kg/ha patentkali 30 % 29 september 425 kg/ha Entec Ploegen: 2 augustus

96 94 Ponsen: Planten: Ras: Oogsten: 2 augustus 3 augustus op 65 cm x 10 cm Harston en Cousteau eind februari Tabel 99: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9/08 metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril Ziektebestrijding 03/08 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 01/09 boscalid+pyraclostrobin + tebuconazool 1 kg Signum + 0,5 l Horizon 20/09 azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva Top 08/10 tebuconazool + trifloxystrobine 0,4 kg Nativo 75 WG + 0,4 l/ha Trend 90 16/11 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 5/01 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 27/01 boscalid+pyraclostrobin 1 kg Signum Op verschillende tijdstippen werd de tripsaantasting gequoteerd op een schaal van 1 tot 9 waarbij 1 staat voor geen tripsaantasting en 9 voor heel ernstige tripsaantasting. 5.5 Klimatologische omstandigheden De eerste helft van de zomer van 2010 was heel warm en droog. In de zomermaanden juni en juli werden iets hogere temperaturen dan normaal genoteerd. In de maand juni viel heel weinig neerslag, in juli was deze hoeveelheid normaal. Het tweede deel van de zomer (en de nazomer) was iets frisser dan normaal en uitzonderlijk nat. In de maand augustus viel bijna 2,5 keer meer neerslag dan normaal (172 mm) en ook in september viel er 20 % meer neerslag dan normaal. Oktober en november waren normale maanden op vlak van temperatuur. In oktober viel iets meer neerslag dan normaal maar november was uitzonderlijk nat met 210 mm neerslag. 5.6 Resultaten Tabel 100: Beoordeling tripsschade Object 17/09/ /10/ /11/2010 Harston onbehandeld 1,8 b 3,4 b 2,0 a Harston W&W zonder tussenbespuiting 1,2 ab 2,1 a 1,3 a Harston W&W met tussenbespuiting 1,3 ab 2,3 a 1,4 a Harston tripsmodel 1,5 b 2,5 ab 1,3 a Cousteau onbehandeld 1,2 ab 2,7 ab 1,7 a Cousteau W&W zonder tussenbespuiting 1,1 a 1,9 a 1,3 a Cousteau W&W met tussenbespuiting 1,1 a 2,0 a 1,4 a Cousteau tripsmodel 1,1 a 2,1 a 1,6 a Gemiddelde 1,4 2,4 1,5 K.W.V. P0,05 (1) (1) (1) V.C. (%) 2,6 3,3 2,5 P-waarde 0,020 0,010 0,090 Quotering 1 = geen tripsschade 9 = veel tripsschade (1) Niet-parametrische testen. 5.7 Bespreking Tripsaantasting

97 95 Later in het jaar was er weinig verschil tussen de verschillende objecten wat betreft tripsschade. De meeste objecten waren statistisch gelijk. Het zou natuurlijk ook kunnen dat de tripsdruk in het najaar niet zo heel erg hoog meer was. De grootste piek van tripsen werd waargenomen eind juli, wat dus nog vóór het planten van deze proef was Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 5.8 Besluit Het valt op dat vooral de gevoeligheid van het ras een heel grote invloed heeft op de hoeveelheid schade door trips. Toch is dit bij late planting veel minder dan bij vroege planting. 6 Bestrijding van Fusarium in prei 6.1 Doel Onderzoek naar nieuwe (biologische) bestrijdingsmiddelen voor de bestrijding van Fusarium in prei door middel van aangieten en zaadcoating. Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem. 6.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht lichte leem prei Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,0 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 45,0 kalium (*) 14,7 magnesium (*) 12,7 calcium (*) 152 natrium (*) 1,9 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond.

98 Proefopzet Volgende tien objecten werden vergeleken: Tabel 101: Overzicht van de aangelegde objecten Objecten 1 onbehandeld 2 coating Prestop (Harston zonder ontsmetting) (200 g/kg zaad) 3 aangieten Prestop (10 g/m² plantgoedproductie) 4 dompelen Prestop (1kg/200 l H 2O) 5 dompelen Prestop + APP 50 l/ha aangieten in plantgat (1) 6 Topsin M 8 l/ha aangieten 7 Proefmiddel A aangieten 8 Proefmiddel B aangieten 9 plantbed té nat (20 à 30 l water / ha) + Topsin M 8 l/ha aangieten 10 APP 50 l/ha aangieten in plantgat (1) 11 APP 50 l/ha aangieten in plantgat + Topsin M 8 l/ha aangieten (1) 12 Cyanamide 300 kg/ha na ploegen vóór ponsen + aangieten APP 50 l/ha + Topsin M 8 l/ha (1) 13 MYC 800 aangieten 900 g/ha (4000 l water per ha) 14 Cyanamide 300 kg/ha inwerken na ploegen voor planten + Topsin M 8 l/ha aangieten 15 Mundial zaadcoating (+thiram) + Topsin M 8 l/ha aangieten (1) APP = ammoniumpolyfosfaat Daarnaast werd bij sommige middelen ook structuurbederf van de bodem geïnduceerd door, net voor het planten, de bodem te beregenen of vers organisch materiaal in te werken. 6.4 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 7 juli: 900 ton/ha patentkali 30 % 19 juli: 555 kg/ha AN 27 % 29 september: 60 E Entec Ploegen: 19 juli Planten: 20 juli (65 cm x 10 cm) Ras: Harston F1 winter Tabel 102: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 23/07 metazachloor + pendimethalin + 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC ioxynil + 0,5 l Totril 2/09 tepraloxydim 1,5 l Aramo Insecten- en 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC ziektebestrijding 01/09 methiocarb + tebuconazool + 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,5 l Horizon EW boscalid+pyraclostrobin + 1 kg Signum 20/09 azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva top 08/10 methiocarb + tebuconazool+trifloxystrobin + isodecyl-alcohol ethoxylaat 16/11 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 05/01 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 1,5 l Mesurol + 0,4 kg Nativo 75 WG + 1 % Trend 90 De planten werden behandeld op 20 en 21 juli. Op 21 oktober, 22 februari en 31 maart werd de aantasting door Fusarium gescoord op een schaal van 1 tot 5 waarbij 1 staat voor volledig gezond en 5 voor schacht volledig aangetast.

99 Resultaten Zie hiernavolgende tabel. Op 31 maart was de aantasting al dermate erg gevorderd dat er geen verschillen tussen de objecten meer konden vastgesteld worden. Deze data worden dan ook niet meer verder behandeld in de bespreking. Tabel 103: Beoordeling Fusariumaantasting Objecten Aantasting 21/10/2010 Aantasting 22/02/2011 aantastingsgraad % aangetaste planten aantastingsgraad % aangetaste planten 1 1,11 bc 6,3 bc 1,46 ab 37,5 a 2 1,05 c 3,8 bc 1,30 ab 25,0 abc 3 1,09 c 6,3 bc 1,09 b 2,5 c 4 1,09 c 7,5 abc 1,20 ab 10,0 abc 5 1,27 ab 18,8 ab 1,16 b 8,8 abc 6 1,11 bc 7,5 bc 1,27 ab 11,3 abc 7 1,02 c 1,3 c 1,16 b 11,3 abc 8 1,01 c 1,3 c 1,12 b 5,0 c 9 1,06 c 6,3 bc 1,52 ab 25,0 abc 10 1,07 c 4,8 bc 1,37 ab 21,2 abc 11 1,12 bc 10,0 abc 1,21 ab 10,0 abc 12 1,18 abc 12,5 abc 1,10 b 6,3 bc 13 1,31 a 22,5 a 1,08 b 5,0 c 14 1,18 abc 11,3 abc 1,35 ab 18,8 abc 15 1,01 c 1,3 c 1,11 b 6,3 c 16 1,05 c 5,0 bc 1,45 ab 17,5 abc 17 1,09 c 7,5 abc 1,39 ab 20,0 abc 18 1,09 c 7,5 bc 1,34 ab 16,3 abc 19 1,11 bc 8,8 abc 1,62 a 31,3 ab Gemiddelde 1,11 7,9 1,28 15,2 K.W.V. P0,05 0,1 (2) 0,4 (2) V.C. (%) 8,7 46,4 19,4 49,4 P waarde 0,002 Z.S. 0,010 S. 0,070 N.S. 0,024 S. Quotering 1 = volledig gezond 1 = volledig gezond 5 = schacht voll. aangetast (1) Onderwerken van extra organisch materiaal zoals normale snede (2) Na gegevenstransformatie arcsin 5 = schacht voll. aangetast

100 Voornaamste bevindingen Effectiviteit Op 21 oktober vertoonden op sommige objecten meer dan 10% van de planten symptomen van Fusariumrot tegenover 6% aangetaste planten bij het controleobject. Aangieten met proefmiddelen A en B (objecten 7 en 8) en Mundial zaadcoating in combinatie met aangieten van Topsin M op het productieveld (object 15) gaf toen significant de beste resultaten. Coating met Prestop (object 2) was ook effectief tegen Fusarium en gaf minder dan 4% aantasting. Eind februari was de aantasting algemeen veel erger geworden. Bij het controleobject was al 38% van de planten aangetast. Het effect van de zaadcoating met Prestop was duidelijk uitgewerkt gezien de hoge aantastingsgraad (25%). Fusarium werd het best bestreden door aangieten met Prestop (object 3), aangieten met proefmiddel B (object 8), aangieten met MYC 800 (object 13) en door zaadcoating met Mundial (object 15). Een slechte bodemstructuur bevorderde duidelijk de aantasting Opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 6.7 Besluit Zaadcoating met Prestop bood onvoldoende lang bescherming tegen aantasting door Fusarium. Aangieten met proefmiddel B en met de biologische middelen Prestop en MYC 800 en zaadcoating met Mundial leverde in deze proef de beste bestrijding op van Fusarium. 7 Voorkomen en bestrijding van Pseudomonas in prei 7.1 Doel Voorkomen van Pseudomonas in prei door het ontsmetten en inoculeren/koloniseren van de prei planten met verschillende producten/preparaten. Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 7.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht lichte leem wintertarwe + haver Scheikundige analyse BDB ph (KCl) 6,1 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 30,9 kalium (*) 20,2 magnesium (*) 13,3 calcium (*) 109,9 natrium (*) 0,8 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 7.3 Proefopzet Bedoeling was om na te gaan of na een infectie met Pseudomonas porri kon bestreden worden door ontsmette planten eerst te inoculeren met microbiële preparaten die bescherming op het blad zouden kunnen bieden. De proefopzet van dit experiment was een splitplot met drie factoren. Er werden drie verschillende ontsmettingmethoden en vier verschillende inoculatiemiddelen getest. De helft van de proef werd tevens kunstmatig geïnfecteerd met Pseudomonas porri.

101 99 Tabel 104: Overzicht van de verschillende factoren en objecten Factor Object Werkzame stof Dosis Volume spuitwater Ontsmetting onbehandeld Jet g peroxide/l 20 ppm actief H 2O l/ha Chloorstabiel chloorstabiel 150 g NaOCl/l 20 ppm actief chloor 400 l/ha Inoculatie onbehandeld Microferm voor en na microbieel preparaat 20 l/ha 1000 l/ha infecteren EM-5 microbieel preparaat 3 l/ha 300 l/ha Vacciplant laminarine 0,75 l/ha 1000 l/ha Infectie onbehandeld infectie met Pseudomonas syringae 5 x 10 8 /l celsuspensie 1000 l/ha Pseudomonas porri pv. porri 7.4 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 15 juni: 800 ton/ha patentkali 30 % 16 juni: 555 kg/ha AN 27 % Ploegen: 15 juni Planten: 17 juni (65 cm x 10 cm) Ras: Durina (S&G) De oppervlakte per veldje bedroeg 10,4 m² bruto (netto 4,8 m²); er waren 4 parallellen. Tabel 105: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 06/07 metazachloor + pendimethalin + 1,5 l Butisan S l Stomp ioxynil 400 SC + 0,5 l Totril 22/07 tepraloxydim 1,5 l Aramo Insecten- en 17/07 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water ziektebestrijding 06/07 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 20/07 spinosad 0,2 l Tracer 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23/08 abamectine 0,5 l Vertimec 01/09 methiocarb + tebuconazool + boscalid+pyraclostrobin 20/09 azoxystrobin+difenoconazool 1 l Ortiva Top 08/10 spinosad + tebuconazool+trifloxystrobin + isodecyl-alcohol ethoxylaat 05/01/11 cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,5 l Horizon EW + 1 kg Signum 0,2 l Tracer + 0,4 kg Nativo 75 WG + 1 % Trend 90 Door de zware regenval net voor de start van de proef (70 l/m²) was het niet meer nodig om te beregenen. De planten werden ontsmet volgens het proefschema op 28 september in de voormiddag. In de namiddag, drie uur later, werden de planten geïnoculeerd met de verschillende proefmiddelen. Op 29 september werden de planten in de voormiddag kunstmatig geïnfecteerd volgens het proefschema. Deze kunstmatige infectie gebeurde met een celsuspensie van Pseudomonas syringae pv. porri, er werd een spuitvolume van 1000 l/ha aangehouden en een druk van 5 bar (normaal was een druk gewenst van 6-8 bar maar dit kon het spuittoestel niet aan). Dezelfde dag werd dan in de namiddag een laatste inoculatie met Microferm geplaatst volgens het proefschema. Op 11 oktober werd een eerste beoordeling uitgevoerd van het % Pseudomonas aangetaste planten. Op 25 oktober en 13 december gebeurde een tweede en derde beoordeling.

102 Resultaten Tabel 106: Beoordeling Pseudomonasaantasting na verschillende ontsmettingsmethoden Ontsmetting % aangetaste planten door Pseudomonas porri 11/10/ /10/ /12/2010 Onbehandeld 0,1 a 0,1 b 0,0 a Jet 5 0,5 a 0,5 a 0,0 a Chloorstabiel 0,3 a 0,2 ab 0,8 a Gemiddelde 0,3 0,2 0,3 K.W.V. P0,05 (1) (1) (1) V.C. (%) 20,8 16,8 7,2 P-waarde 0,178 N.S. 0,072 N.S. 0,383 N.S. Tabel 107: Beoordeling Pseudomonasaantasting na verschillende inoculatiemiddelen Inoculatie % aangetaste planten door Pseudomonas porri 11/10/ /10/ /12/2010 Onbehandeld 0,3 a 0,2 a 0,1 a Microferm 0,5 a 0,3 a 0,0 a EM-5 0,2 a 0,1 a 0,0 a Vacciplant 0,1 a 0,3 a 0,0 a Gemiddelde 0,3 0,2 0,0 K.W.V. P0,05 (1) (1) (1) V.C. (%) 20,8 16,8 7,2 P-waarde 0,354 N.S. 0,682 N.S. 0,410 N.S. Tabel 108: Beoordeling Pseudomonasaantasting na kunstmatige infectie Infectie % aangetaste planten door Pseudomonas porri 11/10/ /10/ /12/2010 Onbehandeld 0,2 a 0,3 a 0,0 a Infectie met P. porri 0,4 a 0,2 a 0,1 a Gemiddelde 0,3 0,2 0,0 K.W.V. P0,05 (1) (1) (1) V.C. (%) 20,8 16,8 7,2 P-waarde 0,150 N.S. 0,288 N.S. 0,327 N.S. 7.6 Voornaamste bevindingen Effectiviteit Ondanks het vroege planttijdstip was de Pseudomonasaantasting overal heel laag zelfs na kunstmatige infectie. Het % door Pseudomonas aangetaste planten werd midden en eind oktober en midden december beoordeeld. Zowel tussen ontsmetting-, inoculatie- als infectiemethode werden geen significante verschillen waargenomen. Het percentage aangetaste planten was even groot bij de niet-kunstmatig geïnfecteerde als bij de geïnfecteerde planten. Dit kan het gevolg zijn van de (snelle) verspreiding van Pseudomonas via de lucht tijdens de kunstmatige infectie Opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd.

103 Besluit Er werden geen significante verschillen waargenomen tussen de verschillende objecten. De aantastingsgraad was, over de hele proef eerder laag zonder verschil tussen de behandelingen.

104

105 103 HOOFDSTUK IV TEELTTECHNIEK 1 Plantafstandsproef bestemming industrie 1.1 Doel Nagaan van de invloed van de afstand in de rij op de plant- en gewaskenmerken, op de oogst en opbrengstgegevens en op de kwaliteitskenmerken van industrieprei. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 1.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem prei Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,0 koolstof (%) 0,7 fosfor (*) 45,0 kalium (*) 14,7 magnesium (*) 12,7 calcium (*) 151,1 natrium (*) 1,9 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 1.3 Proefopzet Tabel 109: Overzicht van de aangelegde objecten 1 70 x 8 cm Longton F x 9 cm Longton F x 10 cm Longton F x 11 cm Longton F x 8 cm Volta F x 9 cm Volta F x 10 cm Volta F x 11 cm Volta F x 8 cm Poulton F x 9 cm Poulton F x 10 cm Poulton F x 11 cm Poulton F x 8 cm Robique F x 9 cm Robique F x 10 cm Robique F x 11 cm Robique F1 De oppervlakte per parallel bedroeg 14,00 m 2 ; er waren 4 parallellen. 1.4 Teeltverloop Productieveld Voorvrucht: prei

106 104 Cultivar: Longton (Nunhems), Volta (Seminis), Poulton (Nunhems), Robique (Nunhems) Ploegen: 13 juli Rotoreggen: 14 juli Planten: 14 juli Bemesting: 7 juli: 900 kg/ha patentkali 30 % 14 juli: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % 29 september: 231 kg/ha Entec 26 % Oogst: 4 januari Tabel 110: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 23 juli pendimethalin + metazachloor + ioxynil 2 l Stomp + 1,5 l Butisan S + 0,5 l Totril 2 september tepraloxydim 2 l Aramo Insecten- en 20 juli spinosad 0,2 l Tracer ziektebestrijding 6 augustus methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23 augustus abamectine 0,5 l Vertimec 1 september methiocarb +boscalid+ 1,5 l Mesurol 500 SC + 1 kg Signum pyraclostrobin + tebuconazool + 0,5 l Horizon EW 20 september difenoconazool+azoxystrobin 1 l Ortiva Top 8 oktober methiocarb + tebuconazool+trifloxystrobin 16 november cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,4 kg Nativo 75 WG 1.5 Resultaten Zie hiernavolgende tabellen.

107 105 Tabel 111: Prei plantafstand Gewaskenmerken Object Zaadhuis Planten/ha Gewasstand Bladkleur Uniformiteit Sleetgevoeligheid 70 x 8 cm Longton F1 Nunhems ,5 a 6,8 ab 7,8 a 6,3 abc 70 x 9 cm Longton F1 Nunhems ,3 a 6,8 ab 7,5 a 5,8 bcd 70 x 10 cm Longton F1 Nunhems ,8 a 6,8 ab 7,8 a 6,5 ab 70 x 11 cm Longton F1 Nunhems ,0 a 6,3 bc 7,8 a 6,0 abcd 70 x 8 cm Volta F1 Seminis ,5 a 6,0 cd 7,8 a 5,0 de 70 x 9 cm Volta F1 Seminis ,3 a 6,0 cd 7,8 a 4,5 e 70 x 10 cm Volta F1 Seminis ,5 a 6,0 cd 7,3 a 5,0 de 70 x 11 cm Volta F1 Seminis ,3 a 6,0 cd 7,8 a 4,5 e 70 x 8 cm Poulton F1 Nunhems ,5 a 7,0 a 7,8 a 6,5 ab 70 x 9 cm Poulton F1 Nunhems ,5 a 7,3 a 7,5 a 7,0 a 70 x 10 cm Poulton F1 Nunhems ,3 a 7,0 a 7,8 a 6,5 ab 70 x 11 cm Poulton F1 Nunhems ,3 a 7,3 a 8,0 a 7,0 a 70 x 8 cm Robique F1 Nunhems ,5 a 5,5 d 8,0 a 4,5 e 70 x 9 cm Robique F1 Nunhems ,5 a 6,0 cd 8,0 a 4,5 e 70 x 10 cm Robique F1 Nunhems ,3 a 6,0 cd 7,5 a 4,5 e 70 x 11 cm Robique F1 Nunhems ,3 a 6,3 bc 7,8 a 5,3 cde Gemiddelde 7,3 6,4 7,7 5,6 K.W.V. P0,01 1,1 0,9 1,1 1,5 K.W.V. P0,05 0,8 0,6 0,8 1,1 V.C. (%) 5,0 4,6 4,9 9,0 P-waarde 0,761 N.S. 0,000 Z.S. 0,853 N.S. 0,000 Z.S. Quotering 1 = slecht bleek heterogeen sleet 9 = goed donker uniform geen sleet

108 106 Tabel 112: Prei plantafstand Opbrengst Object Planten/ha Netto-opbrengst Gemiddelde Witlengte Schachtlengte Aanloopkleur (ton/ha) diameter (mm) (cm) (cm) (cm) 70 x 8 cm Longton F ,1 defgh 31,8 b 16,2 de 27,2 ab 11,0 a 70 x 9 cm Longton F ,8 gh 32,7 ab 19,0 abcd 27,5 ab 8,5 abc 70 x 10 cm Longton F ,9 defg 38,0 ab 17,5 bcde 24,4 abc 7,0 abcd 70 x 11 cm Longton F ,3 h 37,5 ab 18,4 abcde 28,6 a 10,2 a 70 x 8 cm Volta F ,4 a 36,5 ab 16,2 de 27,4 ab 11,1 a 70 x 9 cm Volta F ,9 cdef 36,5 ab 20,6 abc 29,1 a 8,5 abc 70 x 10 cm Volta F ,6 bcde 38,3 a 20,5 abc 28,4 a 7,8 abc 70 x 11 cm Volta F ,0 defgh 37,7 ab 19,5 abcd 27,3 ab 7,8 abc 70 x 8 cm Poulton F ,5 defgh 35,3 ab 15,3 e 19,5 c 4,2 cd 70 x 9 cm Poulton F ,0 defgh 36,1 ab 18,6 abcde 21,1 bc 2,5 d 70 x 10 cm Poulton F ,7 efgh 37,3 ab 21,0 ab 26,1 abc 5,2 bcd 70 x 11 cm Poulton F ,5 gh 34,7 ab 17,1 cde 21,4 bc 4,3 cd 70 x 8 cm Robique F ,1 ab 38,1 ab 18,6 abcde 28,6 a 10,0 ab 70 x 9 cm Robique F ,9 abc 34,3 ab 18,3 abcde 29,9 a 11,7 a 70 x 10 cm Robique F ,6 bcd 37,5 ab 21,3 a 30,8 a 9,5 ab 70 x 11 cm Robique F ,0 fgh 38,9 a 19,0 abcd 26,3 ab 7,3 abcd Gemiddelde 44,3 36,3 18,6 26,5 7,9 K.W.V. P0,01 9,9 7,8 4,3 8,3 6,0 K.W.V. P0,05 7,2 5,6 3,1 6,0 4,4 V.C. (%) 7,6 7,2 7,8 10,6 26,0 P-waarde 0,000 Z.S. 0,341 Z.S. 0,020 S. 0,031 S. 0,009 Z.S.

109 107 Tabel 113: Prei plantafstand Sortering per diameterklasse Cultivar Sortering in aantal (%) < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm 70 x 8 cm Longton F1 1,3 a 36,3 a 61,3 a 1,3 a 70 x 9 cm Longton F1 3,7 a 33,2 ab 53,1 a 10,0 a 70 x 10 cm Longton F1 0,0 a 17,5 abc 50,0 a 32,5 a 70 x 11 cm Longton F1 0,0 a 8,8 bc 65,0 a 26,3 a 70 x 8 cm Volta F1 2,5 a 8,8 c 66,3 a 22,5 a 70 x 9 cm Volta F1 0,0 a 16,3 abc 56,3 a 27,5 a 70 x 10 cm Volta F1 0,0 a 12,5 abc 58,8 a 28,8 a 70 x 11 cm Volta F1 1,3 a 11,5 abc 57,2 a 30,1 a 70 x 8 cm Poulton F1 2,5 a 20,0 abc 52,5 a 25,0 a 70 x 9 cm Poulton F1 1,3 a 18,7 abc 53,2 a 26,9 a 70 x 10 cm Poulton F1 0,0 a 11,3 abc 53,8 a 35,0 a 70 x 11 cm Poulton F1 2,4 a 20,7 abc 64,6 a 12,3 a 70 x 8 cm Robique F1 0,0 a 17,6 abc 44,3 a 38,1 a 70 x 9 cm Robique F1 1,3 a 26,3 abc 63,8 a 8,8 a 70 x 10 cm Robique F1 1,3 a 12,7 abc 54,4 a 31,6 a 70 x 11 cm Robique F1 2,5 a 5,0 c 52,5 a 40,0 a Gemiddelde 1,2 17,3 56,7 24,8 K.W.V. P0,01 K.W.V. P0,05 (1) V.C. (%) 36,9 31,7 26,5 48,1 P-waarde 0,464 N.S. 0,223 N.S. 0,978 N.S. 0,669 Z.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

110 Voornaamste bevindingen Naar gewaskenmerken waren er geen grote verschillen die te wijten zouden zijn aan de plantafstand waar te nemen; wel waren er verschillen tussen de vier rassen. De laagste opbrengst was voor alle vier de rassen bij de ruimere plantafstanden en de hoogste opbrengst was voor alle vier de rassen bij de dichtste plantafstand. Tussen de rassen onderling gaf Volta bijna telkens een hogere opbrengst. Er was een mooi veband te zien tussen plantafstand en gemiddelde plantdiameter: hoe dichter geplant werd, hoe fijner de prei was. 1.7 Besluit Hoe dichter geplant werd, hoe fijner de prei werd alsook hoe hoger de opbrengst was. 2 ADLO-demonstratieproject: Introductie van precisielandbouw in de openlucht groenteteelt 2.1 Inleiding Gps is een hot item in de landbouw. Een aantal groentetelers zijn pionier en rijden al één of twee seizoenen op gps door het Vlaamse land. Veel van die telers hebben nog vragen over (extra) mogelijkheden en gebruik. Voor anderen is het helemaal nieuw. Het doel van het project was de groenteteler informeren over de mogelijkheden met (rtk-)gps. Dit gebeurde via een groots opgezette studie- en demodag op vrijdag 26 augustus 2011 op de terreinen van de Internationale Werktuigendagen, te Oudenaarde (Heurne). Naast de aanvrager, het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG), werkten nog vier andere partners mee aan dit demonstratieproject: Inagro, Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW), Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW), Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw (PCLT). 2.2 Info- en overlegvergadering met pioniers uit de Vlaamse groenteteelt Op 6 januari 2010 vond op het PCG een overlegvergadering plaats. Hierop waren Vlaamse groentetelers uitgenodigd, die al teelden met behulp van gps of onlangs een systeem aangeschaft hadden. Het opzet om een demonstratiedag over het gebruik van rtk-gps in de Vlaamse landbouw te organiseren, werd hen voorgelegd en de manier waarop dit best zou uitgevoerd worden, werd besproken. Het merendeel van de aanwezige telers verleende zijn medewerking aan het project. Opname en montage van filmpjes, die het gebruik van rtk-gps in de groenteteelt demonstreren en de verschillende mogelijkheden ervan belichten werden uitgevoerd: bij een aantal van de telers, aanwezig op de overlegvergadering en die al vertrouwd waren met hun gps-systeem, werden in het voorjaar demonstratievideo s opgenomen. Dit was met de bedoeling om het gebruik en de voor- en nadelen van gps-gebruik weer te geven op verschillende bedrijfstypes en op verschillende manieren gebruikt. Concreet werden de volgende video s opgenomen: o Rijenfrezen en aanaarden op het Proefstation voor de Groenteteelt te Sint-Katelijne-Waver (PSKW). o Schoffelen in spruitkool op het bedrijf van Marijn Delanote te Dikkebus (Inagro). o Planten van bloemkool in vierkantverband op het bedrijf van Koen Tersago te Puurs (PSKW). o Ruggen trekken en zaaien van wortelen op het bedrijf van Jan De Coninck (Iinagro). o Ruggen trekken in de witloofteelt op het bedrijf van Dirk van Caester (NPW). o Ruggen trekken en plastiek leggen voor de teelt van courgette op het bedrijf van Luc Popelier te Passendale (Inagro). 2.3 Geslaagde demodag op de terreinen van de internationale werktuigdagen: Eind augustus vond op de terreinen van de Internationale Werktuigendagen te Oudenaarde de studie- en demodag Gps in de groenteteelt plaats. Deze dag kaderde in het ADLO-project Introductie precisielandbouw in de openlucht groenteteelt en vijf proefcentra (Inagro, PSKW,

111 109 NPW, PCLT en PCG) werkten hieraan mee. Ondanks de vele regen, die in de voormiddag uit de wolken viel, was de opkomst hoog. Zo n 200 geïnteresseerden woonden de dag bij. Dat de interesse in gps-toepassingen toeneemt, is aldus duidelijk. Via deze demodag wilden we telers dan ook meer informatie verschaffen over de mogelijkheden en het gebruik. De studiedag begon met een theoriegedeelte dat plaatsvond in de grote hangaar van de schoolhoeve Axelwalle. In een eerste gedeelte werden de werking en gebruiksmogelijkheden van rtk-gps, met correctiesignalen, kort toegelicht door Steven De Meyere (PCLT). Daarna werden de videofragmenten, opgenomen bij de verschillende telers, getoond aan het publiek. Hierbij werd de nodige uitleg verschaft over de werking / gebruiksmogelijkheden van de systemen. Na het studiegedeelte werd een praktische demonstratie uitgevoerd. Op een nabijgelegen veld werden vijf demonstraties van gps-technieken gegeven. Medewerkers van de deelnemende proefcentra gaven toelichting: witloofwortelteelt en gps-techniek (Wim Hubrechts, NPW), schoffelen met dubbele gps-sturing (Onno Bes, PSKW), bloemkool planten in vierkantsverband (Joris De Nies, PSKW), aanplanten en aanaarden van preiplanten met behulp van gps-sturing (Lieven Delanote, Inagro) en spuiten met gps (Steven De Meyer, PCLT). Na afloop van de demonstraties vond - gecombineerd met een bargedeelte - nog een beurs plaats. Hier konden de constructeurs / verdelers contacten leggen met de landbouwers en konden de landbouwers terecht met technische vragen. De deelnemende constructeurs waren Flepos, Agrometius, AVS Agri, Beyne, Case, Cofabel, Delvano, New Holland en SBG met de firma Hillaire van der Haeghe. De filmpjes die getoond werden in het studiegedeelte zijn terug te vinden op (doorklikken op Vollegrondsgroenten en Actueel ). Ook de bezoekersgids - met meer uitgebreide informatie over de werking van gps, de filmfragmenten, toekomstperspectieven en de demonstraties - kan hier gedownload worden. 3 Ploegloos boeren 3.1 Doel Opbrengstverliezen door het wegspoelen van zaaigoed, plantgoed en meststoffen en door het onderspoelen van kiemplanten, zijn voor de meeste landbouwers een gekend fenomeen. Ook het verlies aan bodemvruchtbaarheid ten gevolge van erosie, vormt een niet te verwaarlozen gegeven. Onderzoek toont aan dat niet-kerende bodembewerking één van de efficiëntste maatregelen is om bodemerosie te beperken. Door het niet keren van de bodem blijft het organisch materiaal in de bovenste bodemlagen aanwezig. Dit is voordelig voor de bodemstructuur en -vruchtbaarheid en op die manier wordt de afspoeling geremd. Tot op heden zijn er slechts weinig gegevens beschikbaar over het effect van niet-kerende grondbewerkingen op het rendement van prei. Vanuit deze opinie legde de West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten (WPIG) in samenwerking met het Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu (PROCLAM) een proefperceel aan rond geploegde en ploegloze teelt van prei. Dit om de haalbaarheid van ploegloos boeren in de teelt van prei te achterhalen. Proefbedrijf: POVLT, Ieperseweg 87, 8880 Beitem 3.2 Bodemkarakteristieken Bouwvoor zandleem Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 6,8 koolstof (%) 1,0 fosfor (*) 34,8 kalium (*) 16,2 magnesium (*) 17,4 calcium (*) 211,0 natrium (*) 1,9 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond.

112 Proefopzet Tabel 114: Overzicht van de aangelegde objecten 1: ganzevoetcultivator met verkruimelrol type Lemken 2: diepwoeler Dents Michel met rotoreg type Agram 3: ploegen Per object werden 4 herhalingen aangelegd. Elke herhaling had een oppervlakte van 135 m². Bij elk object werd een opbrengstbepaling en kwaliteitsbeoordeling uitgevoerd van zowel de gewasals schachtkenmerken. De objecten werden op dezelfde objecten in stroken aangelegd als het jaar voordien. Het jaar van aanleg van deze stroken, was Teeltverloop Productieveld Voorvrucht: stamslabonen en haver Cultivar: Harston (Nunhems) Rotoreggen: 14 juli Grondbewerking: 2 augustus: object 2 en 3 3 augustus: object 1 Ponsen: 3 augustus Planten: 4 augustus Bemesting: 3 augustus: 900 kg/ha patentkali 30 % 2 augustus: 500 kg/ha ammoniumnitraat 27 % 29 september: 231 kg/ha Entec 26 % 16 februari: 484 kg/ha kalknitraat 15,5 % Oogst: 7 maart Tabel 115: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9 augustus pendimethalin + metazachloor + ioxynil 2 l Stomp + 1,5 l Butisan S + 0,5 l Totril 2 september tepraloxydim 2 l Aramo Insecten- en 20 juli spinosad 0,2 l Tracer ziektebestrijding 6 augustus methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23 augustus abamectine 0,5 l Vertimec 1 september methiocarb + boscalid+pyraclostrobin + tebuconazool 1,5 l Mesurol 500 SC + 1 kg Signum + 0,5 l Horizon EW 20 september difenoconazool+azoxystrobin 1 l Ortiva Top 8 oktober methiocarb + tebuconazool+trifloxystrobin 16 november cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 5 januari cymoxanil+famoxadone 0,6 kg Tanos 27 januari boscalid+pyraclostrobin 1 kg Signum 1,5 l Mesurol 500 SC + 0,4 kg Nativo 75 WG

113 3/08/ /08/ /08/2010 2/09/ /09/ /09/2010 2/10/ /10/ /10/2010 1/11/ /11/ /11/2010 1/12/ /12/ /12/ /12/ /01/ /01/ /01/2011 9/02/ /02/2011 1/03/2011 Dagelijkse neerslag (mm) Cumulatieve neerslag (mm) 4/08/2010 4/09/2010 4/10/2010 4/11/2010 4/12/2010 4/01/2011 4/02/2011 4/03/2011 Temperatuur ( C) 111 Figuur 4: Gemiddelde dagtemperaturen tijdens de proef Temperatuur Gemiddelde dagtemperatuur Datum Figuur 5: Dagelijkse neerslaghoeveelheden en cumulatieve neerslag tijdens de proef Neerslag Dagelijkse neerslag Cumulatieve neerslag Datum Het aanplanten gebeurde in droge en heel warme omstandigheden. De prei werd aangeplant op ruggen in geponste gaten en aangegoten met water waardoor geen problemen met uitval voorkwamen. Door de voorafgaande bodembewerkingen en het uitblijven van neerslag was het perceel wel heel droog. Vanaf het eind van augustus werden de omstandigheden vochtiger en minder extreem qua temperatuur. Het najaar van 2010 was uitzonderlijk nat. December 2010 telde uitzonderlijk veel sneeuwdagen en lage temperaturen.

114 Resultaten Tabel 116: Prei ploegloos boeren Gewaskenmerken Object Gewasstand Bladkleur Sleet Ganzevoetcultivator met verkruimelrol - type Lemken 8 7,5 8 Diepwoeler Dents Michel met rotoreg - type Agram 8 7,5 8 Ploegen 7 7,5 7 Gemiddelde 8 7,5 8 Quotering 1 = goed bleek veel 9 = slecht donker geen Tabel 117: Prei ploegloos boeren Schachtkenmerken Object Witlengte Schachtlengte Aanloopkleur Rughoogte Ganzevoetcultivator met verkruimelrol - type Lemken 11,4 b 16,8 a 5,4 a 17,6 a Diepwoeler Dents Michel met rotoreg - type Agram 13,2 ab 18,6 a 5,4 a 17,0 a Ploegen 14,9 a 19,8 a 4,9 a 14,7 b Gemiddelde 13,2 18,4 5,2 16,4 K.W.V. P 0,01 3,5 4,3 2,7 2,7 K.W.V. P 0,05 2,3 2,8 1,8 1,7 V.C. (%) 10,2 8,9 20,3 6,3 P-waarde 0,029 S. 0,111 N.S. 0,736 N.S. 0,017 S. Tabel 118: Prei ploegloos boeren Opbrengstgegevens Object Netto-opbrengst Marktbare (ton/ha) planten (%) Ganzevoetcultivator met verkruimelrol - type Lemken 3,0 a 100,0 Diepwoeler Dents Michel met rotoreg - type Agram 2,7 a 100,0 Ploegen 2,7 a 100,0 Gemiddelde 2,8 100,0 K.W.V. P 0,01 6,6 K.W.V. P 0,05 4,4 (1) V.C. (%) 9,0 P-waarde 0,173 N.S. Tabel 119: Prei ploegloos boeren Sortering in aantal per diameterklasse Object Sortering in aantal (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Ganzevoetcultivator 1,8 a 10,2 b 57,4 a 30,7 a 0,0 a Diepwoeler Dents Michel 0,8 a 19,1 a 48,4 a 31,8 a 0,0 a Ploegen 0,0 a 12,3 b 59,6 a 28,1 a 0,0 a Gemiddelde 0,8 13,9 55,1 30,2 0,0 K.W.V. P 0,01 K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 35,9 12,9 14,4 35,8 0,0 P-waarde 0,287 N.S. 0,023 S. 0,189 N.S. 0,887 N.S. 1,000 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x.

115 113 Tabel 120: Prei ploegloos boeren Sortering in gewicht per diameterklasse Object Sortering in gewicht (%) Industrie < 2 cm 2-3 cm 3-4 cm > 4 cm Ganzevoetcultivator 1,2 a 6,0 a 53,2 a 39,6 a 0,0 a Diepwoeler Dents Michel 0,5 a 10,7 a 47,2 a 41,5 a 0,0 a Ploegen 0,0 a 7,5 a 55,3 a 37,1 a 0,0 a Gemiddelde 0,6 8,1 51,9 39,4 0,0 K.W.V. P 0,01 K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 28,1 17,6 17,1 30,4 0,0 P-waarde 0,288 N.S. 0,162 N.S. 0,457 N.S. 0,876 N.S. 1,000 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 121: Prei ploegloos boeren Sortering per kwaliteitsklasse Object Sortering in aantal (%) Sortering in gewicht (%) Industrie Flandria Klasse 1 Industrie Flandria Klasse 1 Ganzevoetcultivator 1,3 a 88,8 a 10,0 a 0,6 a 89,1 a 10,3 a Diepwoeler Dents Michel 1,0 a 88,3 a 10,7 a 0,8 a 89,6 a 9,6 a Ploegen 0,7 a 90,8 a 8,4 a 0,4 a 90,5 a 9,1 a Gemiddelde 1,0 89,3 9,7 0,6 89,8 9,7 K.W.V. P 0,01 K.W.V. P 0,05 (1) V.C. (%) 32,2 5,3 19,9 24,9 5,3 19,7 P-waarde 0,887 N.S. 0,688 N.S. 0,746 N.S. 0,840 N.S. 0,936 N.S. 0,963 N.S. (1) Na gegevenstransformatie arcsin x. Tabel 122: Prei ploegloos boeren Resultaten bodemstaalname Object 17/09/2010 NO3--N NH4+-N 0-30 cm cm 0-30 cm cm Ganzevoetcultivator Diepwoeler Dents Michel Ploegen

116 114 Figuur 6: Overzicht van de penetrometingen op de verschillende veldjes Ploeg Diepwoeler Ganzevoetcultivator m m 10 m 10 m 3.6 Voornaamste bevindingen Bodembewerkingen Het trekken van de ruggen en vooral het kwaliteitsvol ponsen van de gaten was niet evident onder de heel droge bodemomstandigheden in juni Het ponsen verliep heel vlot in het geploegde deel omdat voldoende vochtige grond naar boven werd geploegd en dit was ideaal voor het trekken van de ruggen en het ponsen van de gaten direct daarna. Het deel bewerkt met de diepwoeler in combinatie met rotoreg werd, na de bewerking met de diepwoeler, nog een keer bewerkt met de rotoreg. Hierdoor werd de bodem aan de oppervlakte nog iets vochtiger waardoor ook hier het trekken van de ruggen en vooral het ponsen van de gaten nog goed meevielen. Het deel bewerkt met de ganzevoetcultivator kreeg slechts één bijkomende bodembewerking met de rotoreg waardoor de bodem aan de oppervlakte heel droog was. Het trekken van de ruggen verliep niet zo goed en na het ponsen viel behoorlijk veel droge aarde in het ponsgat. Daardoor kon de prei minder diep worden geplant wat bij de oogst tot uiting kwam in prei met korter wit- en

117 115 schachtlengte. In deze strook hadden bijkomende bewerkingen moeten plaatsvinden om meer vochtige grond naar boven te halen of had voorafgaand moeten worden beregend Gewaskenmerken en opbrengst De beoordeling van de gewaskenmerken vertoonde geen grote verschillen tussen de drie objecten. Het geploegde object scoorde iets minder goed op het vlak van gewasstand en sleet op het moment van de beoordeling na de winter. Ook de kwaliteitskenmerken vertoonden heel weinig verschillen tussen de objecten. Enkel de gemiddelde witlengte van de prei vertoonde statistische verschillen tussen de objecten. Het geploegde object gaf de langste witlengte terwijl het object behandeld met de ganzevoetcultivator de kleinste witlengte gaf. Dit was zoals al werd vermeld, te wijten aan de moeilijkere vorming van ruggen en het ponsen van de gaten door de heel droge omstandigheden in juni. De totale schachtlengte was het langst in het geploegde stuk en het kortst in het stuk met de ganzevoetcultivator. Naar opbrengst, aantal en gewicht per diameterklasse waren er geen statistisch relevante verschillen tussen de objecten waar te nemen. Ook de verdeling over de verschillende kwaliteitsklassen vertoonde geen verschillen tussen de objecten Penetrometingen Alle geploegde veldjes vertoonden een duidelijke ploegzool (die uiteraard al aanwezig was vanuit het verleden) op een diepte van ongeveer 30 cm waarna de druk terug afnam met toenemende diepte. Op beide andere objecten was eveneens een duidelijk hardere zone zichtbaar, op een diepte van ongeveer 30 cm, maar hier waren die veel minder uitgesproken. Vooral het diepgewoelde object vertoonde slechts een heel geringe verdichting in deze zone. In vergelijking met de andere objecten vertoonde het object dat met de diepwoeler behandeld werd, een geleidelijke toename van de druk in functie van de diepte, om een maximum te bereiken op een diepte van ongeveer 30 cm. Beide andere objecten vertoonden een druk die slechts weinig toenam met de diepte in de zone tussen 0 en 30 cm, om dan plots heel sterk te stijgen op een diepte van 30 cm. De stroken behandeld met ganzevoetcultivator of diepwoeler gaven een beduidend betere drainage na de aanhoudende regen vanaf september. Dit kwam op twee manieren tot uiting. Enerzijds tijdens de bespuiting op 1 september werd vastgesteld dat de trekker boven bleef rijden in de stroken met diepwoeler en ganzevoetcultivator; in de strook bewerkt met de ploeg (zonder voorafgaand diepwielen) schoot de trekker door de bouwvoor door de opgehoopte neerslag die door de ploegzool onvoldoende snel kon draineren. Anderzijds werden in het late najaar in het geploegde stuk diverse waterzieke plaatsen vastgesteld. Deze kwamen niet voor in de stroken bewerkt met diepwoeler of ganzevoetcultivator. 3.7 Besluit Beoordeling van opbrengst en kwaliteit vertoonden weinig verschillen tussen de verschillende objecten. Uit de penetrometingen kon wel een sterk verschillend verloop van de druk in de bodem in functie van de diepte afgeleid worden. De objecten behandeld met de ploeg en in mindere mate de ganzevoetcultivator vertoonde een duidelijke ploegzool op ongeveer 30 cm diepte. Het object dat bewerkt werd met de diepwoeler vertoonde een geleidelijke toename van de druk in de bodem met de diepte en de afwezigheid van een uitgesproken ploegzool. 4 Mechanische onkruidbestrijding 4.1 Doel Introduceren van mechanische onkruidbestrijding in de teelt van prei ter reductie van chemische gewasbeschermingsmiddelen.

118 116 Deze begeleidende proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pas-de-Calais: de groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen) en was een samenwerking tussen de West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten (WPIG) en het Provinciaal Centrum voor de Biologische Teelt (PCBT). Proefbedrijf: Bernard Vervenne, Zandweg 25, 8930 Menen (pilootbedrijf JADE II) 4.2 Proefopzet De prei werd geplant op 6 juli (10 cm in rij, 60 cm tussen rij) en kort na planten werd vlak geschoffeld zodat aarde in de rij geduwd werd en onkruid bedolven werd. Op 20 juli, 29 juli, 30 juli en 12 augustus werd advies gegeven rond mechanische onkruidbestrijding. Indien 1 maand na planten zou blijken dat het onkruid niet te onderdrukken was, dan mocht er een chemische bespuiting uitgevoerd worden. 4.3 Resultaten Advies 20 juli: Werking schoffelmachine matig goed: er staat hanepoot in het 4-blad stadium en 5 cm hoog en veel witte draad = net gekiemd onkruid zoals perzikkruid, melganzevoet, knopkruid en zwarte nachtschade, dat zeer gevoelig is voor onkruidbestrijding. De torsie wieder zou betere resultaten opleveren: heeft 80-90% efficiëntie tegen kiemend onkruid. Advies 29 juli: Nog steeds perzikkruid, hanepoot en melganzevoet op het veld. Advies om te schoffelen met vingerwieders. Advies 30 juli: Na het schoffelen met vingerwieders lag de bodem er goed bij. Er stond wel nog wat kiemend onkruid. De vingerwieders hadden wel de buitenste rijen wat schuin geduwd. Voor het verdere proefverloop werden de vingerwieders ondieper ingesteld. Advies 12 augustus: Tussen 30 juli en 12 augustus werd door de vele neerslag reeds 3 maal handmatig geschoffeld. Er stond nog steeds klein kiemend onkruid zoals paarse dovenetel en vogelmuur, maximum in het eerste echte bladstadium. Na derde mechanische schoffelbeurt in combinatie met vingerwieder was het resultaat matig goed. Het onkruid was niet steeds voldoende los. Het resultaat zou verbeterd kunnen worden door toepassing van de wiedeg. Bij mechanische onkruidbestrijding is het juiste tijdstip van toepassen van groot belang. Dit betekent dat het onkruid bestreden moet worden: - in het kiemlob stadium (1 blad), - op bekwame grond (niet te vochtig) en - rekening houden met de weersvoorspelling (bij voorspelling regen schoffelbeurt niet uitstellen) 4.4 Besluit Uitzonderlijk veel neerslag in augustus zorgde in deze proef voor ongunstige omstandigheden voor de mechanische onkruidbestrijding. In droge perioden heeft deze milieuvriendelijke teelttechniek meer kans op slagen. Een brochure rond mechanische onkruidbestrijding opgesteld in het kader van het TIS IWT project Stimuleren van geïntegreerde teelt in de vollegrondsgroenten ( ) kan opgevraagd worden bij Inagro.

119 117 HOOFDSTUK V - ZIEKTEGEVOELIGHEID 1 Ziektegevoeligheid rassen vroege herfstteelt Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de Groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). In deze proef worden de rassen niet behandeld tegen ziekten en de ziektedruk wordt opgevolgd. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 1.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht lichte zandleem prei Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,3 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 49,9 kalium (*) 12,3 magnesium (*) 14,1 calcium (*) 209,9 natrium (*) 1,7 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 1.2 Proefopzet Volgende 9 cultivars werden vergeleken: Belton (Nunhems), Callahan (Nickerson-Zwaan), Delmas1 (S&G), Galvani (Seminis), Levis (S&G), Poulton (Nunhems), Celcius (Seminis), Surfer (Bejo), Walton (Nunhems). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 1,3 m 2 waren 3 parallellen. met daarin telkens 20 planten; er 1.3 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 22 juni: 500 kg/ha patentkali 30 % 22 juni: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 21 juni Ponsen: 22 juni Planten: 22 juni op 65 cm x 10 cm

120 118 Tabel 123: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 06/07 metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril Insecten- en ziektebestrijding 22/06 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M/l water 06/07 methiocarb 1,5 l Mesurol 20/07 spinosad 0,2 l Tracer 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 23/08 abamectine 0,5 l Vertimec 01/09 methiocarb 1,5 l Mesurol 08/10 methiocarb 1,5 l Mesurol Er werd beoordeeld op 22 september 2010 en 4 november Klimatologische omstandigheden Voor de tekst en grafieken met klimatologisch verloop wordt verwezen naar 1.5 Klimatologische omstandigheden (prei roest). 1.5 Resultaten Tabel 124: Prei vroege herfstteelt ziekten 2010 Beoordeling ziektegevoeligheid en tripsaantasting Cultivar Roest Purpervlekkenziekte Papiervlekkenziekte Trips 22/09/2010 4/11/ /09/2010 4/11/ /09/2010 4/11/ /09/2010 Levis 9,0 fg 8,7 g 9,0 a 9,0 a 24,0 g 33,3 f 3,7 d Belton 9,0 fg 8,7 h 9,0 a 9,0 a 56,0 d 78,7 c 3,6 c Callahan 8,6 a 5,3 a 9,0 a 9,0 a 61,3 a 73,3 e 5,6 h Delmas 8,9 d 8,0 b 9,0 a 9,0 a 53,3 e 77,3 d 3,2 a Poulton 9,0 e 8,1 d 9,0 a 9,0 a 9,3 i 16,0 h 5,4 g Surfer 9,0 h 8,9 i 9,0 a 9,0 a 30,7 f 29,3 g 5,9 i Walton 8,9 c 8,1 c 9,0 a 9,0 a 20,0 h 14,7 i 4,4 f Galvani 8,8 b 8,2 e 9,0 a 9,0 a 57,3 c 82,7 a 4,3 e Celcius 9,0 h 8,6 f 9,0 a 9,0 a 58,7 b 80,0 b 3,4 b Gemiddelde 8,9 8,1 9,0 9,0 41,2 53,9 4,4 K.W.V. aan P0,05 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 V.C. (%) 13,5 29,2 32,3 30,1 6,8 P-waarde 0,041 0,000 0,001 0,000 0,000 Quotering 1 = slecht 1 = slecht % ziekte planten 1 = slecht 9 =goed 9 =goed 9 =goed 1.6 Bespreking Ziekteaantasting De roestaantasting in de vroege herfstteelt was erg laag bij de beoordeling op 22 september Op 4 november bleek het ras Callahan erg gevoelig voor roest. Surfer, Levis en Belton bleken het minst gevoelig voor roest. Door het natte najaar werd er zeer veel papiervlekkenziekte waargenomen. De gevoeligste rassen waren Galvani, Delmas, Callahan, Belton. De betere rassen waren Levis, Poulton, Walton en Surfer. Er werden geen statistische verschillen genoteerd in purpervlekkenziekte doordat er geen aantasting was van purpervlekkenziekte Tripsaantasting

121 119 Op 22 september werd de tripsaantasting gescoord. Het ras Surfer had significant de minste aantasting, ook de cultivars Poulton en Callahan hadden weinig tripsschade. De rassen met de meeste tripsaantasting waren Belton, Levis, Delmas en Celcius Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 1.7 Besluit Er waren significante verschillen in ziektegevoeligheid tussen de verschillende cultivars. In deze proef waren de cultivars Surfer, Belton, Levis het best bestand tegen roest, terwijl Callahan het gevoeligste was. Voor papiervlekkenziekte werden de beste resultaten bekomen bij de cultivars Walton en Poulton; het ras Galvani was significant het meest aangetast. Ook naar tripsgevoeligheid waren er verschillen tussen de rassen. Het ras Surfer had significant de minste aantasting, Delmas vertoonde de meeste tripsschade. 2 Ziektegevoeligheid rassen late herfstteelt Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de Groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 2.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht lichte zandleem prei Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,3 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 49,9 kalium (*) 12,3 magnesium (*) 14,1 calcium (*) 209,9 natrium (*) 1,7 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 2.2 Proefopzet Volgende 13 cultivars werden vergeleken: Antiope (S&G), Belton (Nunhems), Callahan (Nickerson- Zwaan), Conway (Uniseeds), Cousteau (Seminis), Delmas (S&G), Fahrenheit (S&G), Galvani (Seminis), Kenton (Nunhems), Poulton (Nunhems), Poulton fipronil gecoat (Nunhems), Celcius (Seminis), Walton (Nunhems). De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 1,3 m 2 waren 3 parallellen. met daarin telkens 25 planten; er 2.3 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 15 juli: 500 kg/ha patentkali 30 % 19 juli: 555 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 19 juli Ponsen: 19 juli Planten: 23 juli op 65 cm x 10 cm

122 120 Tabel 125: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 02/08 metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril Insecten- en ziektebestrijding 23/07 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 06/08 methiocarb 1,5 l Mesurol 23/08 abamectine 0,5 l Vertimec 01/09 methiocarb 1,5 l Mesurol 08/10 methiocarb 1,5 l Mesurol Er werd beoordeeld op 22 september 2010 en 4 november Klimatologische omstandigheden Voor de tekst en grafieken met klimatologisch verloop wordt verwezen naar 1.5 Klimatologische omstandigheden (prei roest). 2.5 Resultaten Tabel 126: Prei late herfstteelt 2010 Beoordeling ziektegevoeligheid Cultivar Roest Purpervlekkenziekte Papiervlekkenziekte Trips 22/09/2010 3/11/ /09/2010 3/11/ /09/2010 3/11/ /09/2010 3/11/2010 Antiope 9,0 a 8,9 i 9,0 a 9,0 a 23,3 g 33,3 i 8,0 k 8,2 j Belton 9,0 a 8,9 j 9,0 a 9,0 a 13,3 j 20,0 k 6,3 a 6,4 a Callahan 8,9 a 7,9 a 9,0 a 9,0 a 48,3 b 66,7 f 8,0 k 8,4 l Conway 8,9 a 8,7 e 9,0 a 9,0 a 83,3 a 95,0 a 8,1 l 8,2 k Cousteau 8,9 a 8,6 d 9,0 a 9,0 a 25,0 f 48,3 g 7,8 j 7,9 i Delmas 9,0 a 8,8 g 9,0 a 9,0 a 28,3 e 70,0 e 7,1 g 7,4 g Fahrenheit 8,9 a 8,5 b 9,0 a 9,0 a 38,3 c 86,7 b 7,6 i 7,7 h Galvani 9,0 a 8,8 h 9,0 a 9,0 a 28,3 e 83,3 d 6,9 e 6,8 c Kenton 9,0 a 8,9 i 9,0 a 9,0 a 13,3 j 38,3 h 6,5 b 7,0 d Poulton 9,0 a 8,6 c 9,0 a 9,0 a 15,0 i 15,0 l 6,8 c 6,6 b Poulton gecoat 9,0 a 9,0 k 9,0 a 9,0 a 20,0 h 20,0 k 7,0 f 7,3 e Celcius 9,0 a 8,9 i 9,0 a 9,0 a 36,7 d 85,0 c 6,9 d 7,4 f Walton 9,0 a 8,7 f 9,0 a 9,0 a 25,0 f 27,5 j 7,6 h 7,7 h Gemiddelde 9,0 8,9 9,0 9,0 30,6 53,0 7,3 7,5 K.W.V. aan P0,05-0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 V.C. (%) - 17,3 42,8 22,4 6,8 28,5 P-waarde 0,494 0,000 0,000 0,000 0,000 0,015 Quotering 1 = slecht 1 = slecht % ziekte planten 1 = slecht 9 =goed 9 =goed 9 =goed 2.6 Bespreking Ziekteaantasting Op 22 september waren de meeste planten nog weinig aangetast door roest en kon men geen significante verschillen waarnemen tussen de cultivars. Bij de beoordeling op 3 november was er

123 121 iets meer roest in de proef waar te nemen. De cultivars Poulton, Celcius, Kenton, Antiope, Belton hadden de laagste aantasting. Callahan, Fahrenheit vertoonden iets meer aantasting. Door het natte najaar waren er op 22 september al heel grote verschillen in gevoeligheid voor papiervlekkenziekte. Conway, Callahan en Fahrenheit bleken heel gevoelig voor papiervlekkenziekte. Kenton, Poulton, Belton bleken het minst gevoelig voor papiervlekkenziekte. Op 3 november werden deze resultaten bevestigd. Ook hier was Conway, Fahrenheit, Celcius, Galvani en Callahan erg gevoelig en Poulton, Antiope, Belton, Walton en Kenton weinig gevoelig Tripsaantasting Op 22 september werd de tripsaantasting gescoord. De rassen Conway, Callahan en Antiope hadden significant de minste aantasting. De rassen met de meeste tripsaantasting waren Belton, Kenton, Poulton en Celcius. Op 3 november 2010 waren Belton, Poulton en Galvani erg aangetast door trips en Callahan, Conway en Antiope nog steeds weinig aangetast Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 2.7 Besluit Dit jaar was het zeer moeilijk om een goede rangschikking te krijgen van de rassen op basis van hun roestgevoeligheid. Er was namelijk maar een zeer lichte roestaantasting. Er was ook geen aantasting van purpervlekkenziekte. Er was voornamelijk zeer veel papiervlekkenziekte. Vooral Poulton, Belton, Walton, Antiope en Kenton waren het minst gevoelig. Conway, Fahrenheit, Callahan, Celcius en Galvani waren erg gevoelig voor papiervlekkenziekte. De rassen Belton, Poulton en Galvani waren erg aangetast door trips. Callahan, Conway en Antiope waren het minst aangetast door trips. 3 Ziektegevoeligheid rassen winterteelt Deze proef werd aangelegd in het kader van het Interreg project JADE II: Vlaanderen en Nord Pasde-Calais: de Groentetuin van Europa (Project met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en met steun van de Provincie West-Vlaanderen). Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 3.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht lichte zandleem prei Scheikundige analyse labo POVLT ph (KCl) 7,3 koolstof (%) 0,8 fosfor (*) 49,9 kalium (*) 12,3 magnesium (*) 14,1 calcium (*) 209,9 natrium (*) 1,7 (*) In mg per 100 gram luchtdroge grond. 3.2 Proefopzet Volgende 6 cultivars werden vergeleken: Bluebell (Graines Voltz), Cousteau (Seminis), Fahrenheit (Seminis), Harston (Nunhems), Kenton (Nunhems), Lucretius (Seminis).

124 122 De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 1,3 m 2 waren 3 parallellen. met daarin telkens 25 planten; er 3.3 Teeltverloop Productieveld Bemesting: 15 juli: 500 kg/ha patentkali 30 % 19 juli: 555 kg/ha AN Ploegen: 19 juli Ponsen: 19 juli Planten: 23 juli op 65 cm x 10 cm Tabel 127: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 02/08 metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S l Stomp 400 SC + 0,5 l Totril Insecten- en ziektebestrijding 23/07 thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 23/08 abamectine 0,5 l Vertimec 01/09 methiocarb 1,5 l Mesurol 08/10 methiocarb 1,5 l Mesurol Er werd beoordeeld op 22 september 2010 en 4 november Klimatologische omstandigheden Voor de tekst en grafieken met klimatologisch verloop wordt verwezen naar 1.5 Klimatologische omstandigheden (prei roest). 3.5 Resultaten Tabel 128:Prei winterteelt ziekten 2012 Beoordeling ziektegevoeligheid en tripsaantasting Cultivar Roest Purpervlekkenziekte Papiervlekkenziekte Trips 22/09/2010 4/11/ /09/2010 4/11/ /09/2010 4/11/ /09/2010 Bluebell 9,0 a 8,5 e 9,0 a 9,0 a 42,7 b 70,7 b 7,3 e Cousteau 9,0 a 8,0 c 9,0 a 9,0 a 20,0 f 44,0 f 7,5 f Fahrenheit 9,0 a 8,1 d 9,0 a 9,0 a 29,3 e 65,3 c 7,2 d Harston 9,0 a 6,9 a 9,0 a 9,0 a 37,3 c 46,7 e 6,6 a Kenton 9,0 a 8,8 f 9,0 a 9,0 a 34,7 d 49,3 d 7,2 c Lucretius 8,9 a 7,7 b 9,0 a 9,0 a 52,0 a 73,3 a 7,1 b Gemiddelde 9,0 8,0 9,0 9,0 36,0 58,2 7,2 K.W.V. aan P0,05 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 V.C. (%) 5,2 21,9 24,8 22,7 7,7 P-waarde 0,250 0,020 0,269 0,487 0,255 Quotering 1 = slecht 1 = slecht % ziekte planten 1 = slecht 9 =goed 9 =goed 9 =goed 3.6 Bespreking Ziekteaantasting Op 22 september was er nog maar zeer weinig aantasting van roest. Er konden dan ook geen significante verschillen tussen de rassen aangetoond worden. Op 4 november was er iets meer roest waar te nemen. De gevoeligste rassen voor roest waren Harston en Lucretius. Cousteau, Kenton en Fahrenheit waren minder gevoelig voor roest. Er was geen aantasting van

125 123 purpervlekkenziekte. Door het natte najaar was er al erg vroeg een aantasting van papiervlekkenziekte. Op 22 september waren Bluebell en Lucretius het ergst aangetast. Cousteau was toen het beste ras. Op 4 november was Cousteau nog steeds het minst aangetast door papiervlekkenziekte. Fahrenheit, Bluebell en RS 9150 waren erg aangetast Tripsaantasting Cousteau had op 22 september de minste aantasting van trips. Harston bleek het gevoeligste ras voor trips Commerciële kwaliteit en opbrengst Gezien het kwalitatieve karakter van de proef, werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 3.7 Besluit Er waren significante verschillen in ziektegevoeligheid tussen de verschillende cultivars. In deze proef was de cultivar Kenton het best bestand tegen roest, terwijl Harston het gevoeligst was. Voor papiervlekkenziekte werd het beste resultaat bekomen bij Cousteau, terwijl Lucretius het meest was aangetast. Cousteau was ook het minst gevoelige ras voor trips en Harston was het gevoeligste ras voor trips.

126

127 125 HOOFDSTUK VI WAARNEMINGEN EN WAARSCHUWINGEN IN PREI 1 Inleiding De waarnemingen gebeurden in het kader van het operationeel programma GMO van LAVA. De activiteiten verliepen in nauwe samenwerking met het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt te Kruishoutem (PCG) en het proefstation voor de Groenteteelt te St-Katelijne-Waver (PSKW). In dit verslag worden enkel de resultaten weergegeven van de waarnemingsvelden opgevolgd door het POVLT en gelegen in West-Vlaanderen. Voor de uitgebreide resultaten wordt verwezen naar het verslag van het PCG te Kruishoutem (coördinerend centrum voor waarnemingen en waarschuwingen in prei). In 2010 werden er op 7 percelen in West-Vlaanderen waarnemingen van ziekten en plagen in de preiteelt verricht (Figuur 7). Het POVLT voerde waarnemingen uit op de velden Meulebeke, Menen, Zedelgem, Beitem, Vlamertinge, Moorslede en Handzame (enkel preimot). Figuur 7: Ligging waarnemingsvelden prei Waarnemingen van trips 2.1 Opzet van de waarnemingen De adviezen om te behandelen tegen trips worden gegeven op basis van : Het berekenen van een temperatuursom Het aantal tripsen op de blauwe plakvallen De waarnemingen van trips gebeurden te Menen, Meulebeke, Zedelgem, Zonnebeke, Vlamertinge en Rumbeke-Beitem. Temperatuursom Trips doorloopt in zijn levenscyclus zes stadia, nl. eistadium, 2 larvale stadia, een voorpop- en een popstadium en uiteindelijk het adulte stadium. In de winter komen bij tripsen twee generaties naast elkaar voor. Er zijn namelijk tripsen die overwinteren als volwassen tripsen en tripsen die overwinteren als poppen. Trips hebben een basistemperatuur van 11,5 C nodig om zich te ontwikkelen. Om van larve tot volwassen trips te komen is er een temperatuursom nodig van

128 ,6 tot 141,0 (rekening houdend met de fout). Een volledige levenscyclus is doorlopen bij het bereiken van de temperatuursom 210,9 tot 245,5 (rekening houdend met de fout). Deze waarden kunnen ook telkens opgeteld worden. Bovendien kan men ook bepalen wanneer een bepaalde generatie ontwikkeld is tot larve (86,3 tot 104,5). Deze gegevens zijn belangrijk om te bepalen wanneer men zal behandelen. (Edelson, J.V. en Magaro, J.J. (1988). Development of onion trips, Thrips tabaci Lindeman, as a function of temperature. The southwestern entomologist, 13, ) Blauwe plakval Trips wordt aangetrokken door de kleur blauw. Daarom wordt gebruik gemaakt van kleine tweezijdige blauwe plakvallen. Per waarnemingsveld worden twee plakvallen opgesteld. De aanwezige tripsen op deze plakvallen worden wekelijks onder de microscoop geteld. 2.2 Resultaten temperatuursom Tabel 129 geeft de data van het bereiken van de temperatuursom voor elke generatie. Tabel 129: Data bereikte temperatuursommen Beginstadium Temperatuursom Eindstadium Datum (2010) Overwinterde larven 124,6 141,0 adult 21 juni 25 juni Adult 210,9 245,5 larve 2 juli 7 juli Larve 335,5 386,5 adult 17 juli 24 juli Adult 421,8 491,0 larve 30 juli 12 augustus Larve 546,4 632,0 adult 22 augustus 14 september Adult 632,7 736,5 Larve 15 september Overwinterde adult 86,3 104,5 larve 9 juni 14 juni Larve 210,9 245,5 adult 2 juli 7 juli Adult 297,2 350,0 larve 11 juli 19 juli Larve 421,8 491,0 adult 30 juli 12 augustus Adult 508,1 595,5 larve 16 augustus 6 september Larve 632,7 736,5 Adult 15 september

129 aantal trips per plaat Resultaten plakval De waarnemingen met de blauwe plakval worden weergegeven in Figuur Meulebeke 500 Zedelgem Rumbeke Menen 400 Zonnebeke Vlamertinge gemiddelde /apr 12/mei 1/jun 21/jun 11/jul 31/jul 20/aug 9/sep 29/sep 19/okt Figuur 8: Gemiddeld aantal gevangen tripsen, met blauwe plakval, in West-Vlaanderen De pieken met de plakval kwamen op de verschillende velden redelijk goed overeen. De eerste tripsen werden rond begin juni 2010 gevangen. Pieken zijn waar te nemen rond halverwege juli, eind juli - begin augustus, rond halverwege augustus, rond 10 september en eind september. Het voordeel van het tellen van tripsen op een lijmval is dat het geen destructieve methode is. Er moet immers geen prei van het veld genomen worden. De tellingen met de plakval zijn vooral belangrijk om het tijdstip van migratie van tripsen in het veld te bepalen. In Figuur 9, Figuur 10, Figuur 11, Figuur 12, Figuur 13 en Figuur 14 worden de waarnemingen met de plakval uitgezet tegenover de temperatuursom.

130 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 9: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Meulebeke 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet) aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 10: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Zedelgem 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet)

131 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 11: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Menen 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet) aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 12: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Beitem 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet)

132 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval 1/jan 9/jan 17/jan 25/jan 2/feb 10/feb 18/feb 26/feb 6/mrt 14/mrt 22/mrt 30/mrt 7/apr 15/apr 23/apr 1/mei 9/mei 17/mei 25/mei 2/jun 10/jun 18/jun 26/jun 4/jul 12/jul 20/jul 28/jul 5/aug 13/aug 21/aug 29/aug 6/sep 14/sep 22/sep 30/sep 8/okt 16/okt 24/okt T-som aantal tripsen/plakval aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 13: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Zonnebeke 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet) aantal tripsen/plakval overwinterde adulten overwinterde larven datum Figuur 14: Vergelijking temperatuursom en vangsten blauwe plakval te Vlamertinge 2010 (bij het bereiken van de T-som voor overwinterde adulten of larven wordt de T-som terug op 0 gezet) Grote aantallen tripsen op de blauwe plakvallen komen vaak overeen met het bereiken van een temperatuursom, behalve tijdens de zomermaanden juli en augustus. Tripsen op de plakvallen geven de migratie weer en trips migreert vooral van veld naar veld en in het veld wanneer de

133 131 maximum temperatuur boven de 20 C is. Daarom is het op die tijdstippen moeilijker om het aantal tripsen te linken met het bereiken van een temperatuursom. 2.4 Adviezen West-Vlaanderen In Figuur 15 wordt op een tijdsas weergegeven op welke data advies werd gegeven om te behandelen tegen trips en preimot, met vermelding van de geadviseerde middelen. Preimot 4 mei 8 juni 27 juli 24 aug 6 juli Regio Handzame en Zonnebeke Regio Zedelgem Trips 10 juni Tracer 28 juni Mesurol 6 juli 20 juli Mesurol Tracer 6 aug 22 aug Mesurol Vertimec 4 sep Mesurol 24 sep Tracer 8 okt Mesurol Figuur 15: Data met advisering om te behandelen tegen trips en preimot 2.5 Uitgevoerde behandelingen De behandelingen (tegen trips) uitgevoerd op de waarnemingsvelden worden weergegeven in Tabel 130. Tabel 130: Behandelingen tegen tabakstrips uitgevoerd op de waarnemingsvelden Meulebeke Zedelgem Menen Plantdatum : 16/06 Plantdatum : 10/04 tot 28/04 Plantdatum : 14-20/05 28/06 Mesurol 6/07 Mesurol 20/07 Tracer 6/08 Mesurol 17/08 Vertimec 30/08 Tracer 13/09 Vertimec 28/09 Tracer 13/06 Tracer 26/06 Mesurol 7/07 Mesurol 19/07 Tracer 30/06 Tracer 8/07 Mesurol 20/7 Tracer 30/07 Tracer 9/08 Mesurol 21/08 Mesurol

134 132 Rumbeke-Beitem Zonnebeke Vlamertinge Handzame Plantdatum : 30/06 Plantdatum : 3/07 tot 6/07 Plantdatum : eind juni Plantdatum : begin mei 6/07 Mesurol 20/07 Tracer 6/08 Mesurol 1/09 Mesurol 8/10 Tracer 20/07 Tracer 6/08 Mesurol 22/08 Tracer 3/09 Vertimec 24/09 Mesurol 11/10 Mesurol 29/07 Mesurol 10/08 Mesurol 25/08 Tracer 30/09 Mesurol 24/05 Mesurol 20/06 Tracer 10/07 Mesurol 28/07 Tracer 29/08 Mesurol De behandelingen werden meestal, maar niet altijd, op het geadviseerde tijdstip uitgevoerd. 2.6 Beoordeling op tripsschade Op drie tijdstippen werden, op verschillende waarnemingsvelden, 25 stalen prei beoordeeld op tripsschade volgens een schaal van 1 tot 9 (1 = geen schade, 9 = heel veel schade). Alle tripsschade van 3 of lager voldoet aan de Flandrianormen. In hiernavolgende tabellen wordt de tripsschade weergegeven alsook het % Flandriaprei qua tripsschade. Tabel 131: Beoordeling op tripsschade op 9/08/10 Meulebeke Zedelgem Menen Beitem Vlamertinge Zonnebeke Tripsschade (1 9) 1,72 1,0 1,0 1,4 1,2 1,6 % Flandria qua tripsschade Tabel 132: Beoordeling op tripsschade op 20/09/10 Meulebeke Zedelgem Menen Beitem Vlamertinge Zonnebeke Tripsschade (1 9) 1,3 1,0 1,6 1,5 1,0 1,2 % Flandria qua tripsschade Tabel 133: Beoordeling op tripsschade op 25/10/10 Meulebeke Zedelgem Menen Beitem Vlamertinge Zonnebeke Tripsschade (1 9) 1,2 1,0 1,2 1,6 1,1 1,3 % Flandria qua tripsschade Waarnemingen van preimot 3.1 Opzet van de waarnemingen Om de vluchten van preimot te bepalen, wordt gebruik gemaakt van een feromoonval die een specifiek feromoon bevat voor de preimot (zie ook waarnemingen koolmot). Per veld worden twee vallen geplaatst op een afstand van 25 m. De waarnemingen van preimot gebeurden op de waarnemingsvelden in Meulebeke, Zedelgem, Beitem, Menen, Zonnebeke, Vlamertinge en Handzame. 3.2 Resultaten van de vangsten De waargenomen vluchten worden voorgesteld in Figuur 16.

135 Gemiddeld aantal preimotjes per val Meulebeke 35 Zedelgem Rumbeke Menen Zonnebeke Vlamertinge Handzame gemiddelde drempel /apr 2/mei 22/mei 11/jun 1/jul 21/jul 10/aug 30/aug 19/sep 9/okt 29/okt Figuur 16: Gemiddeld aantal waargenomen preimotmannetjes in West-Vlaanderen 2010 Dit jaar werd de drempel verschillende keren overschreden. In Handzame werd er op 26 april en 3 mei een heel hoog aantal preimotjes geteld. In Zedelgem werd de drempel overschreden op 7 juni en 5 juli Op 19 juli werd de drempel van het aantal gevangen preimotjes overschreden in Zonnebeke. Er werd een laatste behandeling geadviseerd op 24 augustus 2010 in de regio Zedelgem omdat de drempel bijna bereikt werd op 23 augustus Daarna werden er maar weinig preimotjes meer waargenomen 4 Andere ziekten en plagen Naast de waarnemingen van trips en preimot werden ook andere plagen en ziekten geregistreerd. Sporadisch werden velden met roest en purpervlekkenziekte (Alternaria porri) waargenomen. Tijdens de maanden november en december werd ook gericht advies gegeven voor Phytophthora porri in prei (papiervlekkenziekte). Door het natte najaar was er een erg hoge druk van papiervlekkenziekte. Daarnaast werden in verschillende velden ook aantastingen door bacteriën (Pseudomonas fluorescens, ) waargenomen. Op 23 november 2010 werd er ook een overzicht van de verschillende rassen en rasgevoeligheden ten opzichte van ziekten en plagen gegeven aan de telers. Op die manier kunnen telers al voor de start van het seizoen hun rassenkeuze afstemmen. 5 Verspreiding van de gegevens Alle waarnemingen van West-Vlaanderen werden doorgezonden naar het Proefcentrum Kruishoutem. Daar werd dan een bericht opgemaakt dat werd overgemaakt aan de veilingen.

136

137 135 HOOFDSTUK VII PAPIERVLEKKENZIEKTE (Phytophthora porri) Deze proeven werden aangelegd in het kader van het IWT project Perceelsgerichte aanpak van Phytophthora porri in prei gebaseerd op nieuwe inzichten in de epidemiologie van papiervlekkenziekte. Dit project verloopt in samenwerking met de Faculteit Bio- Ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent (Vakgroep Gewasbescherming, Laboratorium voor Fytopathologie - M. Höfte en J. Devlamynck), het PCG (Kruishoutem Nathalie Cap) en het PSKW (Sint-Katelijne-Waver Dominiek Goossens). In dit verslag worden enkel de resultaten van het POVLT weergegeven. Voor alle resultaten wordt verwezen naar de specifieke voortgangsverslagen van dit project. De proeven binnen dit project hadden het doel om kennis te verwerven met betrekking tot het primair inoculum (oösporen) in de bodem. De oösporen (= overlevingsstructuren) spelen een heel grote rol in het ziekteverloop van Phytophthora porri. In dit tweejarig project ( ) zal de verspreiding van de oösporen in de bodem worden nagegaan. Daarbij zal dieper ingegaan worden op de rol van het plantmateriaal en de oogstresten. Met genetische technieken zal het aantal oösporen in de bodem bepaald worden zodat een teler een betere inschatting kan maken van het risico op besmetting van de bodem. Uit onderzoek is gebleken dat sommige biosurfactants een positieve invloed hebben op de afbraak van zoösporen en oösporen. Daarom zullen verschillende biosurfactants gescreend worden of ze in staat zijn om oösporen van Phytophthora porri te lyseren. Het bestaande adviesmodel, dat ontwikkeld werd in een vorig project, zal verder gevalideerd en verfijnd worden op een 30 tal praktijkvelden. In de webapplicatie worden belangrijke factoren die mee de ontwikkeling van de ziekte bepalen opgenomen in het berekenen van de infectiekans. Advies naar bestrijding en resistentiestrategie wordt eveneens opgenomen in de applicatie. 1 Modelletjesproef Deze proef werd aangelegd in het kader van het IWT project Perceelsgerichte aanpak van Phytophthora porri gebaseerd op op nieuwe inzichten in de epidemiologie van papiervlekkenziekte. Het doel van de proef bestond erin om het waarschuwingsmodel voor papiervlekkenziekte te testen in de praktijk. Op 3 percelen met een verschillende historiek voor papiervlekkenziekte (lage druk, matige druk, hoge druk) werd bij 3 rassen (Harston, Poulton en Apollo) op regelmatige tijdstippen het percentage aangetaste planten bepaald. Proefbedrijf: West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten, Beitem 1.1 Bodemkarakteristieken Bouwvoor Voorvrucht zandleem prei 1.2 Teeltverloop Veld met lage druk Bemesting: 15 juni 700 kg/ha patentkali 30% 26 juli: 500 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 26 juli Rotoreggen: 26 juli Ponsen: 26 juli Planten: 27 juli op 65 cm x 10 cm Oppervlakte experimentele eenheid bruto: 2,60 m x 5,00 m = 13,00 m² Oppervlakte experimentele eenheid netto: 1,30 m x 5,00 m = 6,50 m²

138 136 Tabel 134: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof per ha Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9 augustus metazachloor + pendimethalin + ioxynil Insecten- en ziektebestrijding 1,5 l Butisan S ,0 l Stomp ,5 l Totril 27 juli thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 6 augustus Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23 augustus abamectine 0,5 l Vertimec 1 september Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 8 oktober Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC Veld met matige druk Bemesting: 15 juli 900 kg/ha patentkali 30% 26 juli: 500 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 26 juli Rotoreggen: 26 juli Ponsen: 26 juli Planten: 27 juli op 65 cm x 10 cm Oppervlakte experimentele eenheid bruto: 2,60 m x 5,00 m = 13,00 m² Oppervlakte experimentele eenheid netto: 1,30 m x 5,00 m = 6,50 m² Tabel 135: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof per ha Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9 augustus metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S ,0 l Stomp ,5 l Totril Insecten- en ziektebestrijding 27 juli thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water 6 augustus Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23 augustus abamectine 0,5 l Vertimec 1 september Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 8 oktober Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC Veld met hoge druk Bemesting: 15 juli 500 kg/ha patentkali 30% 26 juli: 500 kg/ha ammoniumnitraat 27 % Ploegen: 26 juli Rotoreggen: 26 juli Ponsen: 26 juli Planten: 27 juli op 65 cm x 10 cm Oppervlakte experimentele eenheid bruto: 2,60 m x 5,00 m = 13,00 m² Oppervlakte experimentele eenheid netto: 1,30 m x 5,00 m = 6,50 m² Tabel 136: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct) Datum Werkzame stof per ha Handelsproduct per ha Onkruidbestrijding 9 augustus metazachloor + pendimethalin + ioxynil 1,5 l Butisan S ,0 l Stomp ,5 l Totril Insecten- en 27 juli thiofanaat-methyl planten dompelen in 10 cc Topsin M per l water ziektebestrijding 6 augustus Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 23 augustus abamectine 0,5 l Vertimec 1 september Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC 8 oktober Methiocarb 1,5 l Mesurol 500 SC

139 Proefopzet Op drie locaties met verschillende druk van papiervlekkenziekte werden 3 rassen gescoord op hun aantasting voor papiervlekkenziekte. Per ras waren er dan ook nog 3 objecten namelijk niet behandeld tegen papiervlekkenziekte, behandeld volgens het prei-info model ( en behandeld volgens kalenderbespuitingen om de 3 weken. De bespuitingen werden altijd gestart met Nativo omdat er in augustus meestal een lage druk is van papiervlekkenziekte, maar wel een hogere druk van roest. Nativo is een middel wat beide ziektes kan behandelen. Telkens werden er 4 parallellen per object aangelegd. In elke parallel werden 20 planten beoordeeld op papiervlekkenziekte. 1.4 Resultaten De resultaten per ras en per perceel worden weergegeven in de onderstaande tabellen.

140 138 Ras Appollo Tabel 137: Percentage zieke planten van Apollo op de verschillende percelen met verschillende bespuitingen (onbehandeld, 3 wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papier-vlekkenziekte 3/09/ /10/ /10/ /11/2010 5/01/ /01/2011 2/02/2011 Onbehandeld Laag 3 wekelijks Model Onbehandeld Middel 3 wekelijks Model Onbehandeld Hoog 3 wekelijks Model Tabel 138: De behandelingen op Apollo van de verschillende percelen (onbehandeld, 3-wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papier-vlekkenziekte 17/08 9/09 30/09 6/10 13/10 22/10 3/11 10/11 5/1 3/02 Aantal behandelingen Onbehandeld - Laag 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Tanos Tanos Tanos 5 Onbehandeld - Middel 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 6 Onbehandeld - Hoog 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Signum Tanos Tanos Tanos 6

141 139 Ras Harston Tabel 139: Percentage zieke planten van Harston op de verschillende percelen met verschillende bespuitingen (onbehandeld, 3 wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papier-vlekkenziekte 3/09/ /10/ /10/ /11/2010 5/01/ /01/2011 2/02/2011 Onbehandeld Laag 3 wekelijks Model Onbehandeld Middel 3 wekelijks Model Onbehandeld Hoog 3 wekelijks Model Tabel 140: De behandelingen op Harston van de verschillende percelen (onbehandeld, 3 wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papiervlekkenziekte 17/08 9/09 30/09 6/10 13/10 22/10 25/10 10/11 5/1 3/02 Aantal behandelingen Onbehandeld - Laag 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Tanos Tanos Tanos 5 Onbehandeld - Middel 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 6 Onbehandeld - Hoog 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Signum Ortiva Top Tanos Tanos 6

142 140 Ras Poulton Tabel 141: Percentage zieke planten van Poulton op de verschillende percelen met verschillende bespuitingen (onbehandeld, 3 wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papier-vlekkenziekte 3/09/ /10/ /10/ /11/2010 5/01/ /01/2011 2/02/2011 Onbehandeld Laag 3 wekelijks Model Onbehandeld Middel 3 wekelijks Model Onbehandeld Hoog 3 wekelijks Model Tabel 142: De behandelingen op Poulton van de verschillende percelen (onbehandeld, 3 wekelijks, modelmatig gespoten) Druk van papiervlekkenziekte behandelingen 17/08 9/09 30/09 6/10 13/10 22/10 3/11 10/11 5/1 3/02 Aantal Onbehandeld - Laag 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Signum Tanos Tanos 4 Onbehandeld - Middel 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Tanos Tanos Tanos 5 Onbehandeld - Hoog 3 wekelijks Nativo Ortiva Top Signum Tanos Ortiva Top Tanos Tanos 7 Model Nativo Ortiva Top Signum Ortiva Top Tanos Tanos 6

143 Voornaamste bevindingen Uit deze proef blijkt vooral dat een zeer goede vruchtwisseling een efficiënte maatregel is om papiervlekkenziekte te onderdrukken. Er is zelfs weinig aantasting in de onbehandelde percelen waar meer dan 4 jaar geen prei meer gestaan heeft. Een tolerant ras voor papiervlekkenziekte kan ook nog geteeld worden op een bodem waarin er zich papiervlekkenziekte bevindt. Apollo en Harston kunnen op deze percelen, ondanks de vele bespuitingen, toch nog behoorlijk wat ziekte vertonen. Het modelmatig behandeld object (volgens de waarschuwingen van scoorden altijd even goed of bijna even goed als de 3 wekelijks behandelde objecten. Het modelmatig behandeld object werd altijd 1 tot 3 keer minder gespoten dan het 3 wekelijks behandeld object. Op een perceel met zware druk van papiervlekkenziekte kon er maar 1 behandeling minder uitgevoerd worden ten opzicht van het 3-wekelijks behandeld object. 1.6 Besluit Prei-info is een goedwerkend waarschuwingsmodel voor het behandelen van prei tegen papiervlekkenziekte. Toch dienen er enkele aanbevelingen gevolgd te worden bij het planten van prei zoals het respecteren van een teeltrotatie. Daarnaast moet er bij de rassenkeuze ook rekening gehouden worden met de historiek van het perceel. Model ter bestrijding van papiervlekkenziekte in prei online. Vanaf heden kunnen preitelers beroep doen op een webapplicatie ( als hulpmiddel ter bestrijding van papiervlekkenziekte in prei. Met deze tool wordt het mogelijk om de timing van de behandelingen af te stellen op de werkelijke druk van papiervlekkenziekte in het veld. Op deze manier wordt een zo efficient mogelijk spuitschema te bekomen. Hiervoor worden automatisch adviezen doorgestuurd naar de gebruiker die op maat gemaakt zijn voor zijn percelen. Werking Om perceelsafhankelijke adviezen te genereren zijn de keuze van het ras en de historiek van het perceel twee belangrijke parameters. De invloeden van het ras en de perceelshistoriek op het voorkomen van papiervlekkenziekte werden proefondervindelijk bepaald en verrekend in het bestrijdingsmodel. Daarnaast hebben neerslag en temperatuur ook een zeer groot effect op de ziektecyclus van papiervlekkenziekte. Lokale weerdata wordt gebruikt om de applicatie aan te sturen. Hiervoor werd het afgelopen jaar een netwerk van meetstations uitgebouwd in de belangrijkste preiteeltregio s in Vlaanderen (Figuur 1).

144 142 Figuur 17: Spreiding van weerstations gekoppeld aan de webapplicatie. Gebruik Om gebruik te maken van het systeem dient men zich eerst online te registreren via Eenmaal men beschikt over een persoonlijke account kan men naar keuze percelen invoeren waarvoor de applicatie vervolgens adviezen zal aanmaken en versturen. Voor elk perceel worden een aantal parameters opgevraagd (figuur 2) en kan men het dichtstbijzijnde weerstation selecteren. Het systeem houdt ook rekening met de timing en middelenkeuze van reeds uitgevoerde bespuitingen. Adviezen worden automatisch per verstuurd en kunnen eveneens geraadpleegd worden via de website zelf. Per perceel wordt er ook een overzicht gegeven van de reeds uitgevoerde behandelingen en wordt de timing van de eerstvolgende bespuiting geschat (figuur 3). De registratie en het gebruik van het systeem zijn volledig kosteloos.

1 Zeer vroege zomerteelt - bestemming verse markt

1 Zeer vroege zomerteelt - bestemming verse markt PREI 2014 Proef cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1 Zeer vroege zomerteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch

Nadere informatie

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant)

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1.1 Doel Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode

Nadere informatie

Begin teelt 14/04/ Tijdens de teelt 02/06/ Einde teelt 23/07/

Begin teelt 14/04/ Tijdens de teelt 02/06/ Einde teelt 23/07/ PREI 2015 1 Proef cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1.1 Doel Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden

Nadere informatie

Zomerteelt - bestemming verse markt

Zomerteelt - bestemming verse markt PREI 2017 Proef cultivaronderzoek zomerprei Zomerteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode

Nadere informatie

Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Tijdens de teelt 07/08/

Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Tijdens de teelt 07/08/ PREI 2017 Proef cultivaronderzoek vroege herfstprei 1 Vroege herfstteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te

Nadere informatie

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. PREI 2017 Proef cultivaronderzoek late winterprei 2017 1 Late winterteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te

Nadere informatie

Prei. Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag

Prei. Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag Prei Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag 2 Verslag bloemkool, broccoli Afdeling Tuinbouw open lucht Inagro sluitkool, spruitkool 2012 ONDERZOEKS- EN VOORLICHTINGSCENTRUM VOOR LAND-

Nadere informatie

Herfstteelt - bestemming industrie

Herfstteelt - bestemming industrie PREI 2018 Herfstteelt - bestemming industrie Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode en eveneens op de bestemming

Nadere informatie

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. PREI 2017 Proef cultivaronderzoek winterprei 1 Winterteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de

Nadere informatie

Proef cultivaronderzoek late herfstprei 2018 verse markt

Proef cultivaronderzoek late herfstprei 2018 verse markt PREI 2018 Proef cultivaronderzoek late herfstprei 2018 verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode en eveneens

Nadere informatie

Na de teelt 18/11/

Na de teelt 18/11/ HERFSTSAVOOIKOOL 2015 met bestemming industrie 1 Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1.1 Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering

Nadere informatie

Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Late Herfstprei 2017 1 Late herfstteelt - bestemming verse markt Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode en eveneens

Nadere informatie

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1. Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering aan de verwerkende industrie. Belangrijke parameters

Nadere informatie

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen. Proef cultivaronderzoek broccoli vroege teelt voor de verse markt 216 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen

Nadere informatie

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /5

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /5 1 Zomerbroccoli 2015 Proef cultivaronderzoek broccoli zomerteelt voor de verse markt 11 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse

Nadere informatie

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen. Zomerbroccoli 2014 Proef cultivaronderzoek broccoli zomerteelt voor de verse markt 1 Zomerteelt 1.1 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet

Nadere informatie

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /8

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /8 Proef cultivaronderzoek broccoli vroege teelt voor de verse markt 1 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen

Nadere informatie

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt. BLOEMKOOL 2017 Proef cultivaronderzoek bloemkool herfstrassen voor de verse markt Late herfstteelt - bestemming verse markt 1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen

Nadere informatie

Proef cultivaronderzoek witte kool 2014

Proef cultivaronderzoek witte kool 2014 Proef cultivaronderzoek witte kool 2014 Bewaarteelt - bestemming verse markt 1.1 Doel In deze rassenproef werd de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor aanvoer op de verse markt, direct

Nadere informatie

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /8

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /8 Proef cultivaronderzoek broccoli vroege teelt voor de verse markt 1 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

Nadere informatie

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt 1.1 Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor een vroege teelt van bloemkool, voor aanvoer op de verse markt.

Nadere informatie

Bewaarteelt - bestemming verse markt

Bewaarteelt - bestemming verse markt Proef cultivaronderzoek rode kool 2017 Bewaarteelt - bestemming verse markt 1 Doel In deze rassenproef werd de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor aanvoer op de verse markt, direct

Nadere informatie

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt 1.1 Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor een vroege teelt van bloemkool, voor aanvoer op de verse markt.

Nadere informatie

De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 11,34 m²; in elke experimentele eenheid stonden er 36 planten; er waren 3 parallellen.

De oppervlakte per experimentele eenheid bedroeg 11,34 m²; in elke experimentele eenheid stonden er 36 planten; er waren 3 parallellen. Proef cultivaronderzoek witte kool 2015 1 Bewaarteelt - bestemming verse markt 1.1 Doel In deze rassenproef werd de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor aanvoer op de verse markt, direct

Nadere informatie

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /9

Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Roeselare, /9 Proef cultivaronderzoek broccoli vroege teelt voor de verse markt 1 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie Bloemkool 2015 Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie 1.1 Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor een zomerteelt van bloemkool,

Nadere informatie

ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER

ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER Proefcode: OL12 PRZILH Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770

Nadere informatie

INDUSTRIEWORTELEN 2014

INDUSTRIEWORTELEN 2014 INDUSTRIEWORTELEN 2014 Proef cultivaronderzoek Flakkeese voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met

Nadere informatie

Bloemkool vroege teelt - bestemming verse markt

Bloemkool vroege teelt - bestemming verse markt Bloemkool vroege teelt - bestemming verse markt 1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor een vroege teelt van bloemkool, voor aanvoer op de verse markt.

Nadere informatie

RASSENPROEF SPRUITKOOL 2015

RASSENPROEF SPRUITKOOL 2015 RASSENPROEF SPRUITKOOL 2015 Middellate tot late rassen, eenmalige machinale oogst 1 Doel In deze rassenproef werd de gebruikswaarde nagegaan voor aanvoer aan de verse markt en/of industriële verwerking.

Nadere informatie

PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST

PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST Proefcode: OL12 PRRSVH Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32

Nadere informatie

1 Koolrabi voor industriële verwerking 2015

1 Koolrabi voor industriële verwerking 2015 1 Koolrabi voor industriële verwerking 2015 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen koolrabi voor wat betreft plant- en gewaskenmerken alsook oogsten opbrengstgegevens bij koolrabi die werd uitgeplant.

Nadere informatie

BUSSELWORTEL 2015 ZOMERTEELT

BUSSELWORTEL 2015 ZOMERTEELT BUSSELWORTEL 2015 ZOMERTEELT Proef cultivaronderzoek busselwortel voor de verse markt 1 Doel Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met

Nadere informatie

28Z.00452, te vergelijken met de vertrouwde industrierassen: Suprmeo en Precioza.

28Z.00452, te vergelijken met de vertrouwde industrierassen: Suprmeo en Precioza. COURGETTE VOOR INDUSTRIËLE VERWERKING 2014 4. Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 4.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst

Nadere informatie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie Bloemkool 2017 Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie 1.1 Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van verschillende cultivars voor een zomerteelt van bloemkool,

Nadere informatie

Rodekool bewaarteelt 2018 Rassenproef

Rodekool bewaarteelt 2018 Rassenproef Proefverslag Rodekool bewaarteelt 2018 Rassenproef Proefnummer: Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: TOLALG18ROK_RA01 Pollet Sabien Inagro POLLET Sabien Ieperseweg 87, Rumbeke

Nadere informatie

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid in de normale teelt

Nadere informatie

1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen koolrabi voor wat betreft plant- en gewaskenmerken alsook oogsten opbrengstgegevens.

1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen koolrabi voor wat betreft plant- en gewaskenmerken alsook oogsten opbrengstgegevens. 1 Koolrabi voor industriële verwerking 2014 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen koolrabi voor wat betreft plant- en gewaskenmerken alsook oogsten opbrengstgegevens. Deze proef werd aangelegd in samenspraak

Nadere informatie

Proefverslag. Rassenproef wittekool bewaar Protocol identificatie opdrachtgever: POLLET Sabien. Ieperseweg 87, Rumbeke.

Proefverslag. Rassenproef wittekool bewaar Protocol identificatie opdrachtgever: POLLET Sabien. Ieperseweg 87, Rumbeke. Proefverslag Rassenproef wittekool bewaar 2018 Proefnummer: Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: TOLALG18WIK_RA02 POLLET Sabien INAGRO POLLET Sabien Ieperseweg 87, Rumbeke

Nadere informatie

RASGEVOELIGHEID IN PREI VOOR PAPIERVLEKKEN IN LATE HERFST-, WINTER- EN LATE WINTERRASSEN

RASGEVOELIGHEID IN PREI VOOR PAPIERVLEKKEN IN LATE HERFST-, WINTER- EN LATE WINTERRASSEN RASGEVOELIGHEID IN PREI VOOR PAPIERVLEKKEN IN LATE HERFST-, WINTER- EN LATE WINTERRASSEN Proefcode: OL12 PRPAWI Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2014

KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2014 KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2014 Proef cultivaronderzoek knolselderij met bestemming verse 2 Vroege teelt - bestemming verse markt 2.1 Doel De landbouwkundige- en handelswaarde van nieuwe cultivars vergelijken

Nadere informatie

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid in de normale teelt

Nadere informatie

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Joran Barbry, Philippe France, Karel Dewaele, Lieven Delanote

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Joran Barbry, Philippe France, Karel Dewaele, Lieven Delanote Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2018 Joran Barbry, Philippe France, Karel Dewaele, Lieven Delanote Rassenkeuze blijft het belangrijkste instrument in de biologische preiteelt om ziekten

Nadere informatie

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017 Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017 Karel Dewaele, Philippe France, Lieven Delanote In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het voornaamste instrument ter beheersing van ziekten en

Nadere informatie

PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT

PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT PREI RASSENVERGELIJKING VROEGE TEELT Proefcode: OL12 PRRSVR Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2016

KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2016 KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2016 Proef cultivaronderzoek knolselderij met bestemming verse markt en industrie 2 Normale teelt - bestemming verse markt en industrie 2.1 Doel De landbouwkundige- en handelswaarde

Nadere informatie

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars.

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars. BUSSELWORTEL 2014 Proef cultivaronderzoek busselwortel voor de verse markt 1 Doel Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende

Nadere informatie

1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt

1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt 1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid

Nadere informatie

PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN)

PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN) PREI RASSENPROEF VROEGE TEELT MET ZUIDERS PLANTMATERIAAL (LOSSE PLANTEN) Proefcode: OL14 PRRSVR In opdracht van: Technisch comité Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

/08 19,6 7,8 8,3 35,7 Spinazie 1 Voorjaar vroeg 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid, groeisnelheid, schot alsook oogst-

Nadere informatie

KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2013

KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2013 KNOLSELDERIJ VROEGE TEELT 2013 Proef cultivaronderzoek knolselderij met bestemming verse markt en industrie 2 Vroege teelt - bestemming verse markt 2.1 Doel De landbouwkundige- en handelswaarde van nieuwe

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Bloemkool industrie herfst 2018 Rassenproef

Bloemkool industrie herfst 2018 Rassenproef Proefverslag Bloemkool industrie herfst 2018 Rassenproef Proefnummer: Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: TOLALG18BLK_RA04 Pollet Sabien Inagro POLLET Sabien Ieperseweg 87,

Nadere informatie

DOPERWT LATE TEELT 2014

DOPERWT LATE TEELT 2014 DOPERWT LATE TEELT 2014 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 1 Bestrijding van de wortelvlieg in wortel opstellen van drempels 1.1 Doel De economische schadedrempels voor de behandeling van wortelvlieg zijn gedurende enige tijd

Nadere informatie

KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2015

KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2015 KNOLSELDERIJ NORMALE TEELT 2015 Proef cultivaronderzoek knolselderij met bestemming verse markt en industrie 2 Normale teelt - bestemming verse markt en industrie 2.1 Doel De landbouwkundige- en handelswaarde

Nadere informatie

PASTINAAK rassenproef 2014

PASTINAAK rassenproef 2014 PASTINAAK rassenproef 2014 1 Pastinaak voor industriële verwerking 1.1 Doel De proef had tot doel verschillende cultivars te vergelijken in functie van verwerking voor de groenteverwerkende nijverheid.

Nadere informatie

ALTERNATIEVE BLOEMKOOL: RUIME KEUZE AAN TYPES EN RASSEN

ALTERNATIEVE BLOEMKOOL: RUIME KEUZE AAN TYPES EN RASSEN Provinicaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw te Rumbeke-Beitem (POVLT) Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem (België) T: 051/27.32.00 F: 051/24.00.20 M: povlt@west-vlaanderen.be ALTERNATIEVE

Nadere informatie

3. Rassenproef knolvenkel voorjaarsteelt

3. Rassenproef knolvenkel voorjaarsteelt 3. Rassenproef knolvenkel voorjaarsteelt 3.1 Doel In deze proef werden diverse rassen vergeleken in de vroege teelt voor wat betreft, plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid, alsook oogst- en opbrengstgegevens.

Nadere informatie

rassenproef busselwortel

rassenproef busselwortel PROEFVERSLAG rassenproef busselwortel Proefnummer: TOLALG17WOR_RA01 Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: Inagro Ieperseweg 87 8800 Rumbeke uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg

Nadere informatie

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Planttype en plantkwaliteit late herfstprei Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Lieven Delanote, Karel Dewaele, Philippe France Een aantal biologische telers kweekt zelf zijn preiplanten

Nadere informatie

Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - Beitem Tel. 051 / Fax 051 / Ten Geleide PREI

Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - Beitem Tel. 051 / Fax 051 / Ten Geleide PREI Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - Beitem Tel. 051 / 27 32 00 Fax 051 / 24 00 20 Ten Geleide PREI Proeven prei Inagro Vrijdag 11 december 2015 om 14u30 uur 1 Inhoudstafel PREI RASSENONDERZOEK VROEGE HERFST

Nadere informatie

RASGEVOELIGHEID LATE HERFSTPREI VOOR PSEUDOMONAS SYRINGAE PV. PORRI

RASGEVOELIGHEID LATE HERFSTPREI VOOR PSEUDOMONAS SYRINGAE PV. PORRI RASGEVOELIGHEID LATE HERFSTPREI VOOR PSEUDOMONAS SYRINGAE PV. PORRI Proefcode: OL12 PRPS01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

/

/ Spinazie 3 Najaar 3.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid alsook oogst- en opbrengstgegevens in het najaar.

Nadere informatie

PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST

PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST PREI RASSENPROEF VROEGE HERFST Proefcode: OL14 PRRSVH In opdracht van: Door: Technisch comité Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9

Nadere informatie

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Biologische hybrides weerstaan moeilijk groeiseizoen

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Biologische hybrides weerstaan moeilijk groeiseizoen Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2016 Biologische hybrides weerstaan moeilijk groeiseizoen Karel Dewaele, Philippe France, Lieven Delanote In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het

Nadere informatie

PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING OPKWEEKMETHODES

PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING OPKWEEKMETHODES PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING OPKWEEKMETHODES Proefcode: OL12 PRRSVR Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKENZIEKTE IN PREI Proefcode: OL14 PRIPM In opdracht van: ADLO 4-2012: Integratie van IPM in de vollegrondsgroenteteelt in Vlaanderen Vlaamse

Nadere informatie

PCG, uw partner in de groenteteelt

PCG, uw partner in de groenteteelt Inhoud PCG, uw partner in de groenteteelt...2 Prei rassenproef winter...4 Vorstbescherming prei door bemesting...5 Beheersing van pseudomonas bladrot in prei...6 Vorstbescherming prei door afdekking...7

Nadere informatie

OPTIMALISATIE WAARSCHUWINGEN TEGEN TRIPS: MODEL VS. W&W

OPTIMALISATIE WAARSCHUWINGEN TEGEN TRIPS: MODEL VS. W&W OPTIMALISATIE WAARSCHUWINGEN TEGEN TRIPS: MODEL VS. W&W Proefcode: OL12 PRTR01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6

Nadere informatie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie

Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie Bloemkool 2018 Proef cultivaronderzoek bloemkool zomerteelt voor de industrie 1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van verschillende cultivars voor een zomerteelt van bloemkool,

Nadere informatie

2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt

2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt 2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt 2.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid

Nadere informatie

Selders. Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag

Selders. Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag Selders Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag Selders Overzicht van het onderzoek 2011 Wetenschappelijk verslag D. CALLENS M. VANHEULE S. DARWICH D. BOSSUYT J. VAN ISACKER W. CANDAELE

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2015

DOPERWT VROEGE TEELT 2015 DOPERWT VROEGE TEELT 2015 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

3 Groene courgette zomerteelt - bestemming verse markt

3 Groene courgette zomerteelt - bestemming verse markt 3 Groene courgette zomerteelt - bestemming verse markt 3.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid in de normale teelt.

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2014

DOPERWT VROEGE TEELT 2014 DOPERWT VROEGE TEELT 2014 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars.

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars. SCHIJFWORTELEN 2014 Proef cultivaronderzoek schijfwortel voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met

Nadere informatie

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKEN IN PREI

OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKEN IN PREI OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKEN IN PREI Proefcode : OL13 PRTR01 Uitgevoerd in opdracht van: ADLO 4-2012: Integratie van IPM in de vollegrondsgroenteteelt in Vlaanderen Vlaamse

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI

BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI Proefcode : OL09 PRGBST Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt

2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt 2. Groene courgette vroege teelt onder minitunnel cultivars bestemming verse markt 2.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid

Nadere informatie

1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt

1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt 1 Groene courgette vroege teelt in grote plastiekserre - bestemming verse markt 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid

Nadere informatie

Cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek prei Winterteelt

Cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek prei Winterteelt Cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek prei Winterteelt 2002-2003 ing. J.H.M. Visser Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 1166903 winter 02-03 Mei 2003 Vertrouwelijk 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars.

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met reeds gekende cultivars. GROTE WORTELEN 2016 Proef cultivaronderzoek Flakkeese voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden in vergelijking met

Nadere informatie

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 1 Doel Mogelijkheid nagaan om een ploegloze teelt uit te voeren bij uitzaai van fijne zaden na inwerken van een groenbedekker. Nagaan wat de impact is

Nadere informatie

1.RASSENLIJST ZOMER 2017

1.RASSENLIJST ZOMER 2017 16 december 2016 N 6 U ontvangt enkele keren per jaar een Prei Actueel waarin aandachtspunten en kwaliteitsaspecten worden aangehaald ter ondersteuning van de kwaliteit van de prei op de REO Veiling. 1.RASSENLIJST

Nadere informatie

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM Proefcode: OL13 PRBMVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING ZUIDERS PLANTMATERIAAL

PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING ZUIDERS PLANTMATERIAAL PREI VROEGE TEELT VERGELIJKING ZUIDERS PLANTMATERIAAL Proefcode: OL14 PRRSVR In opdracht van: Technisch comité Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017

Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017 Proefnummer: TOAGLA17KSL_RA02 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Proefverantwoordelijke: : Robrecht Winnepeninckx en Anneleen Volckaert Studieverantwoordelijke: Nico Vergote Directeur: Bruno Gobin

Proefverantwoordelijke: : Robrecht Winnepeninckx en Anneleen Volckaert Studieverantwoordelijke: Nico Vergote Directeur: Bruno Gobin BLADVOEDING IN PREI Proefcode: OL10 PRBM02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381

Nadere informatie

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol Het zeer droge seizoen 2017 werd een echte stresstest voor de rassen in deze

Nadere informatie

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol Het zeer droge seizoen 2017 werd een echte stresstest voor de rassen in deze

Nadere informatie

CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT

CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT CHINESE KOOL RASSENPROEF NAJAARSTEELT Proefcode: OL11 CKRSNJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel

Nadere informatie

Rassenproef prei, zaadvaste rassen

Rassenproef prei, zaadvaste rassen Afdeling biologische productie Rassenproef prei, zaadvaste rassen Proefnummer: BT12PRE_RAS04 Periode: maart december 2012 Inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem T 051 27 32 00 E info@inagro.be www.inagro.be

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2016

DOPERWT VROEGE TEELT 2016 DOPERWT VROEGE TEELT 2016 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

Rassenkeuze knolselder op basis van gevoeligheid voor ziekten

Rassenkeuze knolselder op basis van gevoeligheid voor ziekten PROEFVERSLAG Rassenkeuze knolselder op basis van gevoeligheid voor ziekten Proefnummer: Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: TOLALG17SEK_RA02 INAGRO CALLENS Danny Ieperseweg

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie