Visitatie/audit gesprek Samenwerkingsverband Voortgezet Passend Onderwijs Noord-Limburg. Reguliere VO-scholen.

Transcriptie

1 Visitatie/audit gesprek Samenwerkingsverband Voortgezet Passend Onderwijs Noord-Limburg. Reguliere VO-scholen. Januari t/m april Voor verslag: Marlies Willems/Jan Raedts Jaarlijks vindt er vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs een audit/visitatiegesprek op elke reguliere VO-school plaats met directie en ondersteuningscoördinator(en) over de resultaten en ervaringen van de activiteiten van het lopende schooljaar. Tevens wordt gekeken naar de inzet van de middelen van het samenwerkingsverband en een vooruitblik naar komend schooljaar. Ditzelfde gesprek vindt ook plaats op de GSO voorzieningen. Vanuit het samenwerkingsverband hebben Marlies Willems (projectleider diverse projecten), Jan Raedts (coördinator) en meestal een of meerdere ondersteuningscoördinator(en) van collegascholen de audit/visitatie uitgevoerd. In dit gesprek is tevens stilgestaan bij de ontwikkelingen en ervaringen op schoolniveau, alsmede bij de (uitvoering van) activiteiten en plannen m.b.t. VSV RMC 38. Het ondersteuningsverbeterplan van de school geldt als leidraad voor het gesprek. Dit verslag is een samenvatting van de gesprekken op de regulier VO-scholen. De gespreksonderwerpen waren als volgt: 1. Uitvoering van het (school)ondersteuningsverbeterplan Ervaringen tot op heden (zie ingediende ondersteuningsverbeterplan en verslag visitatiegesprek vorig schooljaar) 2. In- en uitstroom 3. Ervaringen met ambulante begeleiding (SO) en de inzet/vragen voor schooljaar (par 1.2 programma-activiteitenplan 15-16). Ook in relatie tot visie-document. 4. Functioneren ondersteuningsteam incl. taken en omvang ondersteuning coördinator en SPOP. 5. Aantal leerlingen met extra ondersteuning en ontwikkelingsperspectiefplan in (zie ook instroom vanuit Gespecialiseerde Onderwijs Voorzieningen; aanvragen bij Ondersteuningsloket. (inclusief ervaringen met het loket) En vooruitblik doorstroom PO-VO. Maar ook de uitstroom van het aantal leerlingen naar VSO en GSO. Welke bevindingen en welke aanbevelingen. Eventueel speciaal aandacht voor de lwoo leerlingen. 6. Uitvoering plan LOB (loopbaanbegeleiding) en VSV makelaar. 7. Thuiszitters: aantal, ervaringen met LPA en Jeugdzorg. 8. Inzet maatwerktrajecten VSV. Ervaringen en voorlopige resultaten. 9. Onderwerpen vanuit de school. 10. Onderwerpen en indrukken vanuit aangesloten ondersteuningscoördinatoren van collega-scholen: wat levert dit gesprek jou op? 11. Voortgangsafspraken.

2 Onderwerp 1. Ondersteuningsverbeterplan Afspraken/conclusies Bij alle scholen zien we dat er voortdurend ingestoken wordt op verbetering van de ondersteuningsstructuur. Uit de gesprekken komen o.a. de volgende speerpunten voor schooljaar in de gesprekken naar voren: - Ondersteuning richt zicht op versterking vaardigheden van mentoren en docenten. De hulpvraag wordt meer neergelegd bij de docent/mentor. Bij Blariacum wordt ingezet op groepsplannen bij vmbo onderbouw, en komend schooljaar havo/vwo onderbouw. - Versterking didactische vaardigheden van de docent, zodat meer maatwerk/differentiatie geleverd kan worden. Den Hulster richt zich op het gepersonaliseerd leren. Ook bij het Valuas richt het onderwijs zich steeds meer op maatwerk. - Bij Raayland is het onderwijsconcept in ontwikkeling op grond van een vastgestelde visie waarin de leerling moet kunnen kiezen (60 % vast aanbod en 40 % keuze). Er zijn afgesproken concepten (Bouwensles, VLVD bij Citaverde en Wildveld). Er wordt gewerkt met leerpleinen/ leerhuizen/ docentenwerkplaatsen/projectonderwijs (Blariacum, Bouwens bovenbouw H/V, Citaverde vmbo en mbo, Valuas). Versterkt mentoraat (Bouwens, Raayland), werken met leercoaches (Den Hulster). Dendron richt zich op het meer samenwerkend onderwijs geven (pilots). - Ouderparticipatie en korte lijnen met ouders (Blariacum, Citaverde, Dendron, Den Hulster, Wildveld) Scholen hebben veelal transparant gemaakt hoe de faciliteiten van het samenwerkingsverband zijn ingezet. Zodoende is er een rechtstreekse relatie tussen het programma-activiteitenplan van het SWV en het ondersteuningsverbeterplan van de (reguliere) scholen. Bij de meeste onderdelen is er sprake van cofinanciering vanuit het samenwerkingsverband waarbij de school zelf minimaal net zoveel inzet als de faciliteiten vanuit het samenwerkingsverband. Bij diverse scholen worden zorgen uitgesproken over behoud van de zorg in samenhang met de benodigde middelen. En bij de OGVO scholen wordt kritisch gekeken naar de zorgstructuur. 2. In- en uitstroom De OGVO scholen hebben in schooljaar naar verhouding het onderdersteuningsloket meer ingezet dan de andere scholen. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de problematiek in een stad als Venlo groter is, maar ook dat de ondersteuningsmogelijkheden, mn. BZV dichter bij de woonplaats van de leerling liggen, waardoor ouders sneller akkoord gaan met plaatsing. Blariacum kent een groot aantal aanmeldingen. De meeste leerlingen van Maasland stromen door binnen Blariacum en een gedeelte van deze leerlingen hebben grotere ondersteuningsbehoeften dan het reguliere onderwijs kan bieden. De vraag wordt gesteld of hierin nog een betere afstemming kan plaatsvinden, ook bij andere scholen wordt opgemerkt dat een leerling van Maasland vaker tegen

3 problemen aanloopt. Verder wordt aangegeven dat voor een aantal leerlingen de overgang van vmbo onderbouw naar bovenbouw lastig is waardoor leerlingen dan aangemeld worden bij het ondersteuningsloket. Dendron heeft een aantal leerlingen preventief aangemeld voor BZV begeleiding, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de meeste van deze leerlingen succesvol zijn teruggekeerd. Bij Den Hulster is de afstroom naar praktijkonderwijs opvallend. Nadere analyse dient plaats te vinden. 3. Ambulante begeleiding Over het algemeen zijn de scholen positief over de kwaliteit en inzet van de ambulant begeleiders. Bij de meeste scholen is de opdracht om zich meer te richten op de versterking van de vaardigheden van docenten en mentoren en SPOPmedewerkers. Bij Citaverde ook bij stagebegeleiding. En steeds minder zelf met de leerling aan de slag. Dit vraagt een andere rol. Tevens wordt bij de meeste scholen gestuurd op het resultaatgericht werken. Bij Dendron wordt aangegeven dat gezien de historie zij naar verhouding minder inzet ambulante begeleiding hebben, dan andere scholen. Zij zien graag een andere verdeling. Scholen hopen dat ze de vaste begeleider(s) kunnen houden. In sommige gevallen (mn Valuas) hebben nog wisselingen plaatsgevonden, waardoor de continuïteit in gevaar komt. Daardoor is er bij het Valuas nog meer leerlinggerichtheid dan docent/mentorgerichtheid. Bij Wildveld wordt de ambulant begeleider zoveel mogelijk ingezet in de dagelijkse lespraktijk om de docent te ondersteunen in de klas. 4. Ondersteuningsteam Op veel scholen wordt gewerkt met ondersteuningspleinen (bijv. Blariacum, Bouwens, Raayland), waarin het ondersteuningsteam en SPOP een specifieke plek heeft. Bij besprekingen in het ondersteuningsteam wordt steeds meer gekeken naar wie nodig is om het gesprek te voeren. Ouders en/of leerling zijn ook vaker uitgenodigd. Zo heeft ook de BZV enkele keren aangesloten bij Blariacum, Raayland, Valuas en bij Bouwens. Op diverse scholen worden zorgen uitgesproken over de tijd die nodig is om leerlingen, ouders, docenten en mentoren goed te begeleiden. De contacten met de gezinscoaches/wijkteams zijn divers. Het lijkt alsof zij ook niet altijd kunnen beschikken over de informatie die nodig is. Met name als zij namens collega s uit andere gemeentes deelnemen aan het ondersteuningsteam. In Horst is men tevreden over de samenwerking. Bij Bouwens sluit de gezinscoach niet aan bij het ondersteuningsteam. Op gemeentelijk niveau vindt casusoverleg plaats waarbij Bouwens aansluit. Bij den Hulster wordt aangegeven dat er veel wisselingen plaatsvinden. Ervaringen met het ondersteuningsloket zijn over het algemeen positief. Mogelijk dat de grootte van het ondersteuningsloket ouders en leerling kan

4 afschrikken. 5. Leerlingen met extra ondersteuning en ontwikkelingsperspecti efplan Een aantal leerlingen wordt op de scholen opgevangen in de SPOP begeleiding. Deze is divers vormgegeven. SPOP richt zich op leerlingen met sociaal-emotionele problematiek en vaak plannings- en organisatie problematiek. Gedragsproblemen worden veelal op een andere manier begeleid. Bij diverse scholen wordt opgemerkt dat de problematiek met name in de vmbo-basisklassen op groepsniveau lastig is. Daarnaast is er op scholen vaak groepsgewijs aanbod voor faalangstreductie, rouw/verlies, RT, etc. Wildveld kijkt naar de populatie en stemt het aanbod daar op af. Ondersteuning richt zich op talentontwikkeling van de leerlingen en wordt met name binnen de klas vormgegeven. Vanuit de BZV worden leerlingen die terugstromen begeleid. Vaak keren de leerlingen terug naar de school van herkomst. Bij uitstroom naar MBO is nog verbetering te behalen. Mogelijk dat de pilot doorstroomcoach vmbo-mbo (bij OGVO) hier mogelijkheden biedt. Ook vanuit Velddijk wordt ingestoken op de samenwerking met MBO (Entree). Voor begeleiding van ISK-leerlingen zal nog expertise in de scholen verder moeten ontwikkeld. Het netwerk dat opgezet wordt, wordt toegejuicht. Overstap van Maasland naar andere scholen verloopt niet altijd goed. Afstemming hierin kan in bepaalde casussen versterkt worden. Ook de begeleiding vanuit Maasland zou eigenlijk conform de BZV vormgegeven moeten krijgen. 6. LOB plan LOB wordt bij alle reguliere scholen verder geïmplementeerd. De mentor fungeert als loopbaanbegeleider en wordt daarbij ondersteund door decaan of loopbaancoach. Mentoren worden getraind in het voeren van de gesprekken. Leerlingen gaan buiten school kijken (samenwerking met bedrijfsleven of vervolgscholen) of er worden externen uitgenodigd. LOB draagt bij aan een goede begeleiding van de leerling omdat mentoren leerlingen beter leren kennen en getraind worden in het voeren van gesprekken. 7. Thuiszitters De leerlingen worden op alle scholen goed gevolgd. Er zijn enkele thuiszitters met multi-complexe problematiek waarbij op allerlei manieren ondersteuning wordt geboden. Leerplicht is in alle gevallen betrokken.. De scholen werken samen in het project met GGD en leerplicht. 8. Inzet maatwerktrajecten VSV Blariacum zet in op de Pleinklas, waarbij leerlingen die dreigen uit te vallen begeleiding krijgen buiten de klas met het doel (gefaseerde) terugkeer in de klas. Bouwens zet in op individuele maatwerktrajecten. Citaverde werkt samen met praktijkonderwijs en vso in een pilot Entree, waardoor leerlingen van de drie scholen ofwel uitstromen naar arbeid of naar mbo niveau 2. Citaverde, Den Hulster en Raayland hebben symbiosetrajecten waarin leerlingen van vso en leerlingen van school participeren. Bij Den Hulster is ingezet op verbetering van de ondersteuningsstructuur.

5 Daarnaast is er een doorstroomcoach benoemd voor de begeleiding van leerlingen van vmbo naar mbo. Deze werkt OGVO-breed. Dendron zet in op begeleiding van angstige leerlingen middels het creëren van een persoonlijke leerplek en aanbod via een specifieke training. Bij de ISK, Valuas en praktijkonderwijs Raayland werken maatschappelijk werkers die ofwel Pools ofwel Arabisch spreken en op deze wijze ondersteuning bieden aan het onderwijs en de zorg. Bij Valuas wordt een groep leerlingen begeleid op het gebied van de effectieve leerstrategieën. Ook Wildveld is bij een project betrokken, daarnaast nemen zij deel aan Baanwijs, hetgeen zich richt op toeleiding tot de arbeidsmarkt. 9. Onderwerpen vanuit school Bouwens geeft aan dat er samenwerking wordt gezocht met de BZV. Bij Den Hulster, Dendron, ISK, Raayland en Valuas wordt vermeld dat door de toename van nieuwkomers de NT2 problematiek zal toenemen. De opstart van het netwerk wordt toegejuicht. Vanuit Wildveld wordt aangegeven dat er voor de leerlingen van 16/17 jaar wellicht een specifiek traject zou moeten worden opgezet richting arbeidstoeleiding of mbo. Ook wordt bij Den Hulster in samenwerking met scholen uit het samenwerkingsverband gezocht naar de juiste ondersteuning voor de begaafde leerlingen. Den Hulster is vanuit het Regionale Talennetwerk uitgekozen om als voorbeeld te dienen voor andere scholen. Mogelijk dat er vanuit de provincie meer trajecten kunnen worden uitgezet om de ondersteuningsstructuur te versterken. 10. Onderwerpen en indrukken vanuit ondersteuningscoördinatoren andere school De ondersteuningscoördinatoren van de andere scholen geven aan de gesprekken leerzaam, informatief en verruimend te ervaren. Het geeft ideeën over zaken die ze kunnen gaan toepassen op hun eigen school. Soms worden ze ook versterkt doordat er herkenning optreedt. Ook de bezoeken bij de GSO voorzieningen dragen ertoe bij dat de kennis wordt verruimd. Opmerkingen die worden gemaakt zijn o.a. - Waardering hoe wordt ingezet op de rolverandering van ondersteuningscoördinator en ambulant begeleider, en hoe de focus steeds meer op de docent komt te liggen (bij Bouwens en Raayland) - Equip van BZV kan mogelijk helpen in aanpak moeilijke groep - Waardering voor vormgeving maatwerk (bij Citaverde) - Mogelijk dat het meetsysteem van de ondersteuning van Valuas voor meer scholen bruikbaar is 11. Aanbevelingen - Herverdeling van de capaciteit ambulante begeleiding gezien de verschillen die er zijn tussen de scholen op grond van historie. - In het netwerk zoco de samenwerking met de gezinscoaches volgen en met de gezinscoaches gezamenlijk bespreken - Belangrijk om de in- en uitstroom van de leerlingen te blijven volgen en

6 verklaringen te zoeken, met name als er verschillen optreden tussen de scholen en er trends zichtbaar zijn. Een analyse waarbij o.a. gekeken wordt naar schoolloopbaan, leerjaar en niveau is wenselijk. - Samenwerking tussen BZV, Velddijk en reguliere scholen kan nog meer worden toegespitst op preventie en door/terugstroom naar regulier. Analyse van de leerlingstromen moet specifieker gericht zijn op wat is nodig om binnen het reguliere onderwijs zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen en de grens tussen regulier en gso nog duidelijker te kunnen stellen. - Scholen moeten flexibeler leren omgaan bij leerlingen met complexe ondersteuningsbehoeften Zowel voor bepaalde eigen leerlingen als voor leerlingen afkomstig van BZV, ISK, Velddijk, Wijnberg of Maasland). Er zijn meer individuele maatwerktrajecten nodig. En ook de samenwerking kan verder worden uitgewerkt op leerling niveau. - Bij de evaluatie betreffende de synthese trajecten de BZV en de coördinator van het samenwerkingsverband betrekken - Scholen moeten veel vroeger concrete actieplannen opzetten op gebied van deskundigheidsbevordering, gekoppeld aan flexibele trajecten met ondersteuningsvragen. - Iedere school levert per onderdeel van het activiteitenplan een overzicht aan van de ingezette regulier middelen en de toegevoegde middelen van het samenwerkingsverband. Dit kan beter worden gestroomlijnd. - Scholen hebben behoefte aan begeleiding in het omgaan met moeilijke klassen, mogelijk door een eensluidend lesmodel (bijv. VLVD) of ondersteuning Equip vanuit BZV. - In samenwerking met Wijnberg de in- en uitstroom en volgen van leerlingen om leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden - Samenwerking om hoe om te gaan met meer- en hoogbegaafde leerlingen verder vormgeven - De visitatie gesprekken op deze manier voortzetten (met ondersteuningscoördinatoren andere scholen). - Mogelijkheden opstroom van Praktijkonderwijs naar VMBO onderzoeken. - De maatwerkregelingen blijven volgen

7 Bijlage aantallen leerlingen per school met ondersteuningsbehoeften OOL BZV 1415 schoolverlaters 1415 (tussentijds) instroom Maasland pro Velddijk Wijnberg anders Maasland ISK BZV Velddijk Wijnberg overig VSO pro Dendron Valuas Blariacum ? Raayland Den Hulster Bouwens Citaverde? ? Wildveld instroom uitstroom instroom uitstroom BZV po Maasland po 45 streef 15: sbo sbo 11 so so 14 dendron 10 --> 36 regulier vo dendron 2 valuas 18 valuas 4 blariacum 16 blariacum 60 maasland maasland raayland 6 raayland den hulster 12 den hulster 3

8 bouwens 3 bouwens citaverde 5 citaverde wildveld 3 wildveld vso 7 vso mbo 3 mbo arbeid/anders 1 4 anders 2 2 totaal totaal instroom uitstroom instroom uitstroom instroom uitstroom Velddijk po 4 Impuls po 2 Wijnberg po sbo 0 sbo 2 sbo 1 so 44 so 28 so 10 dendron 2 dendron dendron 2 2 valuas 8 1 valuas valuas 5 blariacum 6 blariacum blariacum 5 maasland maasland maasland 1 raayland 1 raayland raayland 6 4 den den hulster 5 2 den hulster hulster 1 1 bouwens bouwens bouwens 1 0 citaverde 2 1 citaverde citaverde 3 wildveld wildveld wildveld 1

9 vso 19 vso 5 vso 17 mbo 25 mbo mbo 4 arbeid/anders 53 arbeid/anders 17 anders 4 12 totaal totaal totaal 35 45

10 Bijlage inzet middelen samenwerkingsverband 1.1. Programma : Basis- en tijdelijke individuele ondersteuning binnen regulier onderwijs. school Ondersteuning coördinator Dagdelen gedragswetenschapp er SPOP programma Schoolgebonden LGF middelen Raayland College u 3 coördinatoren 247 dd, 2 gedragswetens chappers 32 u pw inzet (incl. PRO) Raayland College PRO Dendron College ku pj 2 coördinatoren 4 dd pw Binnen leerlingbegeleidi ng Leerlingbegeleiders: 5x200 ku p. jaar Onderwijsassistenten: ±700 ku p. jaar RT: 850 ku FRT: 80 ku Rouw/verlies:40 ku Het Bouwens Ondersteuningste am dd? Inzet ABers 12 u pw Inzet ondersteuningscoord Citaverdecollege uur: dd Inzet interne expert: Extra inzet mentoren, leerlingbegeleiders 136x 55= uur: Blariacumcollege Senior 32 u pwk junior 40 u pw dd Inzet 2 gedragswetens chappers Dagelijks aanbod Juniorcollege, 3x per week Seniorcollege Ondersteuningsteam, mentoren, leerlingondersteuners

11 Maasland Den Hulster uur pw 106 dd Taakuren leerlingbegeleid ers Taakuren voor leerlingbegeleiders en trainingen Valuascollege u verdeeld over 4 ondersteuningsco ördinatoren en een zorgmanager 16 uur per week, 2 gedragswetens chappers Inzet bij leerlingcoaches Inzet bij leerlingcoaches, RT, trainingen, vertrouwenspersoon, rouwverwerking Wildveld Tijd? Inzet 2 gedragwetensc happers: tijd? Extra mentortijd: totaal x385=

12 1.2. programma: Inzet ambulante begeleiding Inzet ambulante begeleiding voor Scholen VO budget uren Citaverde dd pw Bouwens vd Boije dd pw? Dendron College ,3 dd pw PRO Raayland Raayland ,9 dd pw Blariacum dd pw 2 ABers CDHulster dd pw 2 ABers Maasland ? Valuas dd pw 2 ABers Wildveld ,1 dd pw 2 ABers 10335* (afronding)

13 1.3. programma: Verbetering loopbaanbegeleiding VMBO-MBO school Raayland College Dendron College Inzet per school Inzet decanen, lob docenten en scholing Decanen Havo/vwo: 700ku Vmbo: 480ku Totaal: 1180ku VSV-makelaar: 4ku Inzet VSV-gelden bij: Mentorlessen LVC als 1-uursvak bij BK zorg SBC als 2-uursvak Stages en praktijkopdrachten buiten de school. Het Bouwens Intern inzet 2640 Scholing Vsv makelaar, ondersteuningscoördinator 100u Versterkt mentoraat 5 u per mentor Citaverdecollege 272 uur vmbo (coaches, mentoren) en 272 uur mbo, totaal Blariacumcollege Den Hulster Valuascollege Uitvoering via LOB beleidsplan Personele inzet en scholing Inzet bij docenten en decanen totaal

14 Bijlage formats schoolondersteuningsplan en rapportages SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN Reguliere scholen. Als uitwerking van het activiteitenplan 15-16, inclusief de toegekende middelen voor de versterking voor het aanbod voor de leerlingen op schoolniveau is bijgesloten schoolondersteuningsplan opgesteld. Voor 1 oktober 2015 indienen bij coördinator van het SWV: janraedts@bco-onderwijsadvies.nl De onderstaande vragen richten zich op schoolniveau. Op het gebied van het samenwerkingsverband geldt dat: - alle ingediende plannen toegankelijk zijn voor alle betrokken scholen en instellingen; - de coördinatie of coördinator de bevoegdheid heeft om ter plekke een indruk te krijgen van de opzet en de voortgang van het project; - schriftelijke/ digitale rapportage aan SWV conform het activiteitenplan Naam school Naam school: Plaats: Contactpersoon: Verantwoordelijk lid schoolleiding:

15 2. Uitwerking van de onderwerpen uit het schoolondersteuningsplan 1. Doelen: Wat wil de school in schooljaar bereiken, waar gaat de school aan werken? 2. Acties: Hoe gaat de school dit doen en wie is hierbij betrokken? 3. Inzet: wat is hiervoor nodig (personeel, materieel, financieel)? De inzet van personeel wordt gepland op basis van 55,- per uur. Die van een leidinggevende op basis van 65,- per uur. Dit is in overeenstemming met de normen, die bij de projecten VSV RMC 38 gehanteerd worden. In de kolom faciliteiten swvvo3101 de bedragen uit het activiteitenplan overnemen. * waar van toepassing ONDERWERP DOELEN ACTIES INZET * FACILITEITEN SWV VO * A: boeiend en bindend onderwijs B. loopbaanbegeleiding (evt. verwijzen naar afzonderlijk plan) C: algemene pedagogischdidactische vaardigheden D: communicatie E: omgaan met leerlingen met

16 leerproblemen en/of lichamelijke beperkingen F: omgaan met leerlingen met gedragsproblemen G: onderwijsteam H: interne ondersteuningsstructuur I. ondersteuning coördinatoren (namen en uren per week) J. inzet schoolgebonden LGFmiddelen K. inzet gedragswetenschapper (namen en uren per week) (naam en uren per week) L. inzet ambulante begeleiding (namen en uren per week)

17 M: ondersteuningsaanbod buiten de klas in groepsverband N: ondersteuningsaanbod buiten de klas individueel O: SPOP (namen en uren per week) P: ondersteuningsteam Q. samenwerking buiten school R. samenwerking met ouders S. Plan Maatwerktrajecten VSV RMC 38 (namen en uren per week)

18 RAPPORTAGE SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN SWV 3101 NOORD-LIMBURG Reguliere scholen. Mede op basis van het activiteitenplan van swvvo3101 en uw schoolondersteuningsplan heeft u een aantal activiteiten in het kader van passend onderwijs uitgevoerd. Tussentijds is op basis van een schoolvisitatie door ons een tussentijds verslag opgesteld. Conform de afgesproken kwaliteitscyclus dient u de resultaten beknopt middels dit format samen te vatten. Voor 1 oktober 2015 indienen bij coördinator van het SWV: janraedts@bco-onderwijsadvies.nl Mede op basis van deze informatie wordt op het niveau van het swv een jaarverslag met conclusies en aanbevelingen opgesteld. De onderstaande vragen richten zich op schoolniveau. Op het gebied van het samenwerkingsverband geldt dat: - alle ingediende rapportages toegankelijk zijn voor alle betrokken scholen en instellingen; - de coördinatie of coördinator de bevoegdheid heeft om nadere informatie op te vragen; - mede op basis van uw informatie een jaarverslag voor het swvvo3101 opgesteld wordt.. 3. Naam school Naam school: Plaats: Contactpersoon: Verantwoordelijk lid schoolleiding: 4. Leerlingenstromen Uitgegaan wordt van de periode 1 oktober 2014 tot 1 oktober De exacte leerlingenaantallen per 1 oktober 2015 worden afzonderlijk opgevraagd. - aantal SPOP leerlingen in schooljaar : - aantal leerlingen met een OOP (ontwikkelingsplanperspectief ) : - aantal leerlingen aangemeld bij het ondersteuningsloket: - aantal leerlingen verwezen naar BZV: - aantal tussentijdse schoolverlaters vanwege onderwijsproblematiek : waarvan: - Maasland: - pro: - velddijk: - de wijnberg: - anders, nl: - instroom aantal leerlingen Maasland: - instroom aantal leerlingen ISK: - instroom aantal leerlingen BZV:

19 - instroom aantal leerlingen Velddijk - instroom aantal leerlingen De Wijnberg: - instroom aantal leerlingen overig Voortgezet Speciaal Onderwijs, nl:

20 5. Rapportage van de onderwerpen uit het schoolondersteuningverbeterplan 1. Resultaten: Korte beschrijving resultaten/opbrengsten: wat werkt goed? Welke beoogde doelen zijn niet gehaald? 2. Conclusies: Tot welke conclusies leiden de behaalde resultaten? 3. Gerealiseerde inzet en faciliteiten swvvo3101 : wat heeft school hiervoor ingezet (personeel, materieel, financieel)? In de kolom faciliteiten swvvo3101 de ingezette bedragen uit het activiteitenplan vermelden. Waar van toepassing 4. Algemene conclusies en aanbevelingen mbt passend onderwijs op schoolniveau en niveau samenwerkingsverband. ONDERWERP RESULTATEN CONCLUSIES GEREALISEERDE INZET * A: boeiend en bindend onderwijs B. loopbaanbegeleiding (evt. verwijzen naar afzonderlijk plan) FACILITEITEN SWV VO * C: algemene pedagogischdidactische vaardigheden D: communicatie E: omgaan met leerlingen met leerproblemen en/of

21 lichamelijke beperkingen F: omgaan met leerlingen met gedragsproblemen G: onderwijsteam H: interne ondersteuningsstructuur I. ondersteuning coördinatoren (namen en uren per week) J. inzet schoolgebonden LGF-middelen K. inzet gedragswetenschapp er L. inzet ambulante begeleiding (namen en uren per week) (namen en uren per week) (namen en uren per week) M: ondersteuningsaanbod buiten de

22 klas in groepsverband N: ondersteuningsaanbod buiten de klas individueel O: SPOP (namen en uren per week) P: ondersteuningstea m Q. samenwerking buiten school R. samenwerking met ouders S. plan deskundigheidsbevor dering VSV RMC 38 (evt verwijzen naar afzonderlijk plan)

23 6. Algemene conclusies en aanbevelingen op schoolniveau en niveau samenwerkingsverband