SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN en RAPPORTAGE

Transcriptie

1 SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN en RAPPORTAGE Voorzieningen voor gespecialiseerd onderwijs. Mede op basis van het activiteitenplan van SWV VO 3101 en uw ondersteuningsplan heeft u een aantal activiteiten uitgevoerd. Conform de afgesproken kwaliteitscyclus dient u de resultaten en conclusies beknopt middels dit format samen te vatten. Bij de voorzieningen voor gespecialiseerd onderwijs is er extra aandacht voor de instroom en uitstroom van het leerlingenaantal (1 oktober). Wij vragen u dit te vergelijken met de streefcijfers van het SWV VO En ook uw conclusies en nieuwe acties aan te geven om die streefcijfers te bereiken. Voor 15 oktober 2016 indienen bij coördinator van het SWV: janraedts@bco-onderwijsadvies.nl Mede op basis van deze informatie wordt op het niveau van het swv een jaarverslag met conclusies en aanbevelingen opgesteld. De onderstaande vragen richten zich op schoolniveau. Op het gebied van het samenwerkingsverband geldt dat: 1. alle ingediende rapportages toegankelijk zijn voor alle betrokken scholen en instellingen; 2. de coördinatie of coördinator de bevoegdheid heeft om nadere informatie op te vragen; 3. mede op basis van uw informatie een jaarverslag voor het swvvo3101 opgesteld wordt.. Naam school: Bovenschoolse ZorgVoorziening Adres: Hendrik Consciencestraat 46 Postcode: 5921 AS Plaats: BLERICK - VENLO Telefoon: Contactpersoon: W. Franssen Verantwoordelijk lid schoolleiding: W. Franssen 1

2 2. Leerlingenstromen Voor de BZV is 1 oktober geen geschikte teldatum. Gezien de voortdurende tussentijdse in- en uitstroom wordt uitgegaan van leerlingenaantallen per schooljaar. Deze getallen zijn dan ook te vergelijken met de cijfers van vorig schooljaar en eventueel de schooljaren daarvoor. (tussen haakjes de cijfers van schooljaar ) Leerlingenaantal start schooljaar Leerlingenaantal einde schooljaar Streefcijfer samenwerkingsverband : 17 (21) 17 (18) Jaarlijks 60 tot 80 leerlingen (bij 40 gelijktijdige plaatsen) Gerealiseerd aantal plaatsingen: 69 (72) Instroom gedurende schooljaar gespecificeerd vanuit: Uitstroom BZV gedurende schooljaar naar: VO Pro Raayland ISK Gilde VO MBO (entree) VSO Pro anders nog op BZV 49 (48) 1 (1) 2 (0) 0 (1) 33 (36) 2 (3) 11 (7) 1 (3) 5 (4) (2x België, 2x Ardennentraject.,1x MBO niveau 2) 17 (18) 2

3 Graag ook de leerlingen afkomstig vanuit de scholen voor Voortgezet Onderwijs uit SWV VO 3101 specificeren en de leerlingen die de overstap maken naar het Voortgezet Onderwijs gedurende de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016 Aanmelding BZV: Afkomstig van: Raayland College (niet pro) 4 Raaylandcollege pro 1 Dendron College 6 Het Bouwens 4 Citaverde College 3 Blariacum College (niet 16 Maasland) College Den Hulster 11 Valuascollege 22 ISK 2 Wildveld 0 69 Afkomstig eigen school Terug naar: eigen school Van/naar andere school Nog op de BZV Raayland College (niet 2 2 pro) Raaylandcollege pro 1 1 Dendron College Het Bouwens Citaverde College Blariacum College (niet 8 8 (+ 2) van Valuas 2x 4 Maasland) College Den Hulster Valuascollege naar Blariacum 2x 5 ISK Wildveld Doorgestroomd: Entree mbo niv. Velddijk Wijnber Ardennen België Anders: 2 g Raayland College (niet 1 1 pro) Raaylandcollege pro Dendron College 1 Het Bouwens Citaverde College 1 Blariacum College (niet Maasland) College Den Hulster 2 1 Valuascollege ISK 1 1 Wildveld

4 3. Analyse van de leerlingstromen a. In vergelijk met de streefcijfers verklaren wij het volgende: Dit schooljaar is het totaal aantal leerlingen nagenoeg gelijk aan de aantallen van het jaar daarvoor. Opnieuw zitten we met ons aantal netjes tussen de minimale en maximale streefcijfers. Streefcijfers is in principe, voor de BZV althans, een verkeerde term. De BZV streeft zelf geen plaatsingen na, maar werkt vanuit het aanbod van leerlingen door de reguliere scholen voor VO. Uitgangspunt is om uiteindelijk zo weinig mogelijk leerlingen te plaatsen op de BZV. Daarbij is de BZV volledig afhankelijk van de vraag die de verschillende scholen neerleggen bij het ondersteuningsloket van het SWV. Het is wel zo dat wij op de BZV vinden, dat leerlingen eerder op de BZV in beeld zouden moeten zijn. Scholen moeten dus eerder aanmelden. Daarmee zal wellicht het aantal aanmeldingen toenemen, maar tegelijkertijd is de verwachting dat de doorstroming op de BZV dan sneller kan gaan. Meer leerlingen helpen binnen dezelfde tijd! Dit betekent voor ons: Wij zullen de scholen voortdurend moeten blijven attenderen op de mogelijkheden die er op de BZV wel zijn. Mogelijkheden om een beperkt aantal leerlingen intensief te begeleiden binnen een overzienbare periode. Mogelijkheden waarvoor het op de scholen aan middelen en aan expertise ontbreekt. b. In vergelijk met voorafgaande jaar concluderen wij het volgende: Schooljaar en schooljaar zijn getalsmatig ongeveer gelijk. Ook nu weer blijvende scholen uit de periferie van het samenwerkingsverband achter met de aanmeldingen, vergeleken met de Venlose scholen. De afstand tot de BZV is zeker een factor die hierin een rol speelt. Ook de instroom naar gemeente van herkomst laat dit beeld zien. De grootste groep leerlingen komt ook dit jaar weer uit de gemeente Venlo. Opvallend is het aantal aanmeldingen vanuit het Valuascollege. Bestaat hier misschien een verband met de grootte van de school? Aan de uitstroomkant zien we een stijging van de uitstroom naar het VSO, waarbij er dit schooljaar voor het eerst in de historie van de BZV leerlingen zijn verwezen naar de Wijnbergschool (3x) Hoewel het verschil in verwijzing naar het VSO dit schooljaar in absolute zin niet zoveel verschilt met het vorig jaar, zien we procentueel wel een toename. Logischerwijs is daarmee het percentage leerlingen dat terugkeert naar het reguliere VO ook kleiner. Dit betekent voor ons: De taak waarvoor de BZV staat is, om voor elke geplaatste leerling de best passende plaats te vinden. De BZV heeft niet nauwelijks invloed op de aangeleverde leerlingen. Wij denken dat we nog steeds de goede dingen doen. Dat neemt niet weg dat er vanuit de BZV voortdurend aandacht gevraagd moet blijven worden voor het eerder aanmelden van leerlingen. Tegelijkertijd zullen we kritisch onze werkwijze moeten blijven evalueren en bijstellen waar nodig. 4

5 4. Uitwerking van de onderwerpen uit het schoolondersteuningsplan a. Beoogde resultaten schooljaar Het is onze ambitie om voor elke leerling die aan ons wordt toevertrouwd, de best passende plaats te vinden. Het zou mooi zijn als er een score van 100% zou worden behaald, Dat is echter niet realistisch zolang er leerlingen met flinke, vaak multiproblemen worden geplaatst. b. Feitelijke resultaten schooljaar Ten opzichte van het schooljaar daarvoor een absolute, maar ook relatieve afname van het aantal leerlingen dat terugkeert naar het regulier VO. Tegelijkertijd een stijging van de doorstroom vanuit de BZV naar het VSO. De terugstroom naar het regulier VO was in schooljaar boven de 75%. In schooljaar , blijft dat percentage beneden de 70 %. In absolute zin hebben we het overigens over slechts 3 leerlingen minder. Het procentuele verschil wordt mede veroorzaakt door enkele leerlingen die vertrekken naar België en enkele leerlingen die in niet-schoolse hulpverleningstrajecten terechtkomen (Ardennentraject). c. Beoogde resultaten en ingezette acties schooljaar Wat dringend wenselijk is, is een vaste pion op de BZV vanuit het netwerk van de gezinscoaches. Er is reeds overleg met de gemeente Venlo opgestart en daarvan zijn binnen redelijke tijd antwoorden te verwachten. Met de gemeente Venray zijn al afspraken gemaakt en voor de gemeente Horst aan de Maas en Peel en Maas moet overleg nog geïnitieerd worden. Daarnaast is onze inzet er vooral op gericht om zoveel mogelijk leerlingen weer op een verantwoorde manier terug te laten stromen naar het reguliere onderwijs. Het streefgetal is om weer minimaal 75% van de leerlingen zover te krijgen. In hoeverre dit realistisch is, weten we pas achteraf als helder is met welke problematieken de leerlingen op de BZV zijn binnengekomen. d. Aanbevelingen voor het samenwerkingsverband * De noodzaak om vroegtijdig te signaleren wordt al jaren aangegeven vanuit de BZV. Effecten van mogelijke initiatieven op scholen, zijn voor ons echter niet merkbaar. Sterker nog, het lijkt alsof problematieken zich steeds verder blijven verdichten. Daarom opnieuw een pleidooi om nu eindelijk eens echt werk te maken van vroegtijdig signaleren. Scholen zullen daar mee aan de slag moeten. De BZV is te allen tijde bereid om hierover mee te denken. * Investeer in de uitvoering van de korte BZV-trajecten! Daarmee zit je vooral aan de preventieve kant van de problematieken van de meeste leerlingen. * Scholen die onderdeel uitmaken van ons SamenwerkingsVerband zouden moeten worden verplicht om bij de BZV, de studieplanners en toetsmateriaal volgens eenduidige afspraken aan te leveren. Het aanleveren van lesmateriaal en toetsen is in sommige gevallen te veel afhankelijk van de individuele bereidheid van de lesgevende docent. De overstap van de OGVO-scholen naar een ander digitaal platform (Google) maakt het aanleveren van werk voor leerlingen en de digitale communicatie naar andere scholen er niet eenvoudiger op. * Gezien de absolute aantallen van de aanmeldingen uit de gemeente Venlo is het wellicht te overwegen om voor de Venlose scholen een voorziening te realiseren die als vierde poot aan de OGVO-organisatie wordt toegevoegd. De andere scholen uit het SWV kunnen volgens nader af te spreken kaders, gebruik blijven maken van deze voorziening. 5

6 * Het gedragsbeïnvloedingsprogramma van de BZV moet een vaste plek krijgen binnen de mentoruren van ALLE VO-scholen. Alle mentoren zouden de basisprincipes moeten kennen en de BZV-taal kunnen herkennen en zelf toepassen. Elke mentor op elke school weet wat er bedoeld wordt met bijv. een denkfout! Specifieke uitvoering van het programma blijft de verantwoordelijkheid van de collega s van de BZV. * De BZV bestaat bijna 10 jaar. Tijd om de balans op te maken. Het SamenwerkingsVerband zou opdracht moeten geven om te onderzoeken hoe de BZV wordt gewaardeerd door de betrokken partners: Leerlingen, ouders, scholen, gemeenten, hulpverlenende instanties waarmee wordt samengewerkt. 5. Verantwoording van de middelen (waar van toepassing) De inzet van personeel wordt gepland op basis van 55,- per uur. Die van een leidinggevende op basis van 65,- per uur. Op grond van het activiteitenplan zijn dit middelen voor: Ondersteuningscoördinator Vanuit samenwerkingsverband Budget lichte ondersteuning euro Op welke wijze ingezet: Personeel en materiële kosten Gedragswetenschapper 3 Dagdelen p/w op BZV. Gesprekken met leerlingen. Ondersteuning en advisering van docenten. Schoolgebonden LGF middelen Inzet Ambulant begeleiders LWOO De financiële middelen voor de BZV zijn afkomstig van verschillende bronnen. De middelen die worden verkregen uit de middelen van het Samenwerkingsverband, de bijdrage van de scholen en de subsidies van de gemeenten zijn bedoeld om de reguliere BZV-trajecten te betalen. De toegevoegde VSV-middelen worden ingezet voor de projecten waarvoor die middelen zijn aangevraagd. Het is echter onontkoombaar dat er overlap ontstaat en dat er over en weer geprofiteerd kan worden van de gelijktijdig verlopende trajecten. Een voorbeeld is hiervan de inzet van het gedragsprogramma van de BZV voor de VSV-trajecten. VISITATIEGESPREK Datum: Aanwezigen: Wim Franssen, Henk Eickes, Marlies Willems, Jan Raedts Met name in de onderbouw vmbo klassen zou er een eenduidige aanpak moeten zijn op gebied van veiligheid en gedrag. Het gedragsbeïnvloedingsprogramma van de BZV kan daarin een rol spelen, mogelijk ook coaching en begeleiding vanuit de BZV. Geopperd wordt om middels pilots hiermee aan de slag te gaan. Momenteel is er vanuit VSV een preventief aanbod, waarbij leerlingen 2 dagen per week de BZV bezoeken. Het is nog te vroeg om aan te geven wat het resultaat is. Verantwoording van de middelen geschiedt middels accountantsverklaring. De coördinator gaat akkoord met de ingediende rapportage en plan. 6