Betrokken Brabanders. Resultaten van de vierde monitor sociale participatie Noord-Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Betrokken Brabanders. Resultaten van de vierde monitor sociale participatie Noord-Brabant"

Transcriptie

1

2

3 Betrokken Brabanders Resultaten van de vierde monitor sociale participatie Noord-Brabant Mevrouw drs. J. den Hartog Mevrouw ir. J. Smets Mevrouw dr. C. Mes 1

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Als alles beweegt Actieve burgers versus loslatende overheden Informatie over het onderzoek Leeswijzer 7 2 Sociale contacten Beter een goede buur Telefonisch en digitaal contact geen vervanging voor ontmoeting Tevredenheid over sociaal netwerk neemt af 10 3 De buurt Binding met de buurt blijft groot Contact met bijzondere groepen blijft gelijk De vele vormen van actieve betrokkenheid 17 4 Lidmaatschappen Lidmaatschap van verenigingen blijft stabiel Minder donaties, meer inzet van tijd 23 5 Informele groepen Niet georganiseerd, wel actief Informele activiteit geen vervanging voor formele betrokkenheid Flexibel maar niet vrijblijvend 29 6 Vrijwilligerswerk Het gaat goed met het vrijwilligerswerk Commitment aan vrijwilligerswerk blijft groot De vrijwilliger anno Meer vrijwilligers in de zorg dan in de sport Verbondenheid als motivatie Er is nog potentieel! 37 7 Informele hulp Brabanders zijn zorgzaam De belasting neemt toe 41 2 Betrokken Brabanders

5 8 Inspraak en beleidsparticipatie Brabanders vinden meedenken belangrijk Laag vertrouwen in de overheid, veel vertrouwen in elkaar 46 9 Maatschappelijk initiatief Van eenmalige actie tot sociaal ondernemerschap Veel potentieel voor zelforganisatie Een andere kijk op betrokkenheid Betrokkenheid brengt de raderen in beweging Allesdoeners versus nietsdoeners Conclusies en beschouwing Betrokkenheid in een vernetwerkte samenleving Betrokkenheid in veranderende tijden 58 3

6 1 Inleiding Voor u ligt het resultaat van de monitor sociale participatie die het PON uitvoerde in opdracht van de Provincie Noord-Brabant. Het is inmiddels de vierde monitor op rij en geeft zodoende vanaf 1999 een beeld van hoe Brabantse burgers participeren in de samenleving. In verschillende opzichten is deze informatie vandaag de dag relevant: allereerst is er veel te doen over de zogenaamde participatiesamenleving, een begrip geïntroduceerd in de Troonrede van Dit begrip is inmiddels symbool gaan staan voor de verschuiving in de verhouding tussen overheid en burgers; een verschuiving die zichtbaar met horten en stoten gepaard gaat. Ten tweede is de provincie al decennia betrokken bij het leefklimaat in Brabant. Zij investeert daarin op verschillende manieren. Niet alleen om te zorgen voor een beter woon- en leefklimaat voor de Brabander, maar ook om meer mensen van buiten de provincie te trekken en een aantrekkelijk vestigingsklimaat te blijven: voor bedrijven en voor werknemers van elders. De wijze waarop we als Brabanders samenleven, het sociale, is in toenemende mate een voorwaarde voor een succesvolle en toekomstbestendige provincie. 1.1 Als alles beweegt... Vijftien jaar monitoronderzoek naar sociale participatie levert een mooie inkijk in de veranderende maatschappelijke en beleidscontext. Daarbij vallen verschillen op, maar vooral een opmerkelijke continuïteit. Al in 1999 schreven we over de hoge verwachtingen van vrijwilligerswerk...als middel tegen de tanende sociale cohesie, het overbruggen van de kloof tussen burgers en politiek en het dichten van de mazen die door bezuinigingen zijn ontstaan in het vangnet van de verzorgingsstaat. Deze verwachtingen zijn vandaag de dag alleen maar hoger geworden. Met de introductie van de Wmo in 2007 kreeg de participatie van burgers een sterkere beleidsmatige invulling. Sociale contacten worden niet alleen belangrijk om daarmee het welbevinden van mensen te versterken en om mee te doen in de maatschappij. Sociale contacten worden onontbeerlijk om, als het erop aankomt, te voorzien in een mogelijk toenemende hulpbehoefte en als vervanging van professionele hulp, zo schreven we in 2004 over de aankondiging van de nieuwe wet. In 2009 was er veel beleidsmatige aandacht voor de wijken, als 4 Betrokken Brabanders

7 schaal waarop professionals en bewoners elkaar weer zouden vinden en waar burgerbetrokkenheid kon worden gestimuleerd. Het decor van de participatiesamenleving In het licht van deze geschiedenis zou de introductie van de participatiesamenleving geen verrassing moeten zijn. Toch is er nu veel over te doen. Misschien wel doordat het beroep op burgers een keerzijde heeft die de afgelopen jaren voelbaar is geworden. De financiële crisis en de bezuinigingen van de overheid hebben gecombineerd met de snelgaande maatschappelijke ontwikkelingen veel mensen in onzekerheid gebracht. Krijg ik in de toekomst nog wel de zorg die ik nodig heb? De overheid verwacht veel van mij, maar neemt ze mij wel echt serieus? De combinatie van deze onzekerheden met de demografische ontwikkelingen in de provincie (vergrijzing, ontgroening) zetten in sommige dorpen en wijken de leefbaarheid al onder druk. Er wordt veel verwacht van het zelforganiserende vermogen van bewoners van deze plekken. En er blijkt ook veel mogelijk: burgers houden met vereende krachten voorzieningen overeind en regelen de zorg onderling. De verwachtingen zijn hooggespannen. Brabanders staan immers bekend om hun onderlinge betrokkenheid en saamhorigheid. Of rekenen we ons te rijk? Met dit monitoronderzoek doen we een poging om een degelijke empirische basis te leggen onder alle verwachtingen en denkbeelden. Om op basis daarvan de bestaande denkbeelden te bevestigen - of wellicht wat bij te stellen - en realistische perspectieven te ontwikkelen. Om signalen te geven van waar potentieel zit of waar de grenzen van de participatiesamenleving juist zijn bereikt. 1.2 Actieve burgers versus loslatende overheden Waar de afgelopen periode zich kenmerkte door een continuïteit in het (hernieuwde) beroep op burgers, is er de laatste jaren meer aandacht voor de rol van overheden en organisaties bijgekomen. Het is een tijd van kantelende verhoudingen, aldus Commissaris van de Koning Wim van de Donk. Systemen vragen om veranderingen. De overheid moet er hard aan werken een plaats te krijgen in het denken en doen, wat in de samenleving al in volle gang is. 1 Voor overheden en organisaties is het soms behoorlijk lastig: wanneer heb je de regie en wanneer geef je mensen vooral de ruimte? De participatie van burgers kan vele vormen aannemen. 1 Inleiding 5

8 beleidsparticipatie beleidsparticipatie Drie raderen van betrokkenheid Mensen zijn actief voor de carnavalsvereniging, voeren actie voor verkeersdrempels in de wijk, zorgen voor een ziek familielid of denken mee over de precieze locatie van een nieuwe weg. Voor mensen zelf lopen deze participatievormen door elkaar en in elkaar over, maar voor bestuurders en beleidsmakers gaat het om wezenlijk verschillende vraagstukken en verantwoordelijkheden. Om hier meer duidelijkheid in te scheppen, bekijken we in hoofdstuk 10 de verschillende participatievormen uit de monitor vanuit het perspectief van de drie raderen van betrokkenheid. Een model dat het PON in haar jaarboek van 2013 introduceerde en dat al menig ambtenaar, professional en bestuurder heeft geholpen om de juiste rol en houding te kunnen bepalen ten opzichte van burgers. De raderen zijn gebaseerd op een model uit de WRR-studie Vertrouwen in burgers 2. De drie raderen van betrokkenheid omvatten meedoen, meedenken en zelfdoen. Maatschappelijke participatie/ meedoen: alle activiteiten en contacten van mensen in het maatschappelijk verkeer, zoals vrijwilligerswerk, verenigingsleven, buurtcontacten et cetera. Beleidsparticipatie / meedenken: de overheid of een organisatie nodigt burgers uit om mee te praten en mee te denken. Maatschappelijk initiatief/ zelfdoen: (samenwerkingsverbanden van) burgers nemen zelf het heft in handen om een plan te maken of een initiatief te realiseren met een maatschappelijk doel. beleidsparticipatie Beleidsparticipatie beleidsparticipatie beleidsparticipatie maatschappeijk initiatief maatschappeijk initiatief maatschappeijk initiatief Maatschappelijk initiatief maatschappeijk initiatief maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie maatschappelijke participatie maatschappelijke participatie 1.3 Informatie over het onderzoek De onderzoeksgegevens zijn het resultaat van een gecombineerd online en schriftelijk onderzoek dat in het voorjaar van 2014 is gehouden onder een aselecte steekproef van inwoners van Brabant. De methode van dataverzameling is mixed mode; een combinatie van een online en een schriftelijke vragenlijst. In totaal hebben particulieren een brief ontvangen met hierin een link naar de online vragenlijst en een persoonlijk wachtwoord. Indien men niet in de gelegenheid was om de 6 Betrokken Brabanders

9 vragenlijst online in te vullen of deze liever op papier invulde, dan kon een schriftelijke vragenlijst worden opgevraagd. Van schriftelijke deelname is beperkt gebruikgemaakt. In totaal zijn er 76 schriftelijke vragenlijsten aangevraagd, waarvan er 59 daadwerkelijk zijn ingevuld en geretourneerd. Ruim respondenten personen hebben aan het onderzoek meegedaan. Dat aantal is vergelijkbaar met het aantal respondenten in Van de respondenten heeft 96,3% de vragenlijst online ingevuld; 3,7% vulde de vragenlijst schriftelijk in. De uiteindelijke respons is op basis van de meest recente CBS-gegevens herwogen op de variabelen geslacht, leeftijd en stedelijkheid 3. De respons is hiermee op deze kenmerken representatief voor Brabant. 1.4 Leeswijzer In deze publicatie nemen we u mee in de resultaten van het monitoronderzoek en vergelijken we de uitkomsten met die van 2009, en waar mogelijk en relevant met eerdere jaren, en met recent landelijk onderzoek. In de monitor komen thema s als sociale contacten, de buurt, inspraak, lidmaatschappen, vrijwilligerswerk en informele zorg aan bod. Nieuw dit jaar is de aandacht voor eigen initiatieven van burgers en voor deelname aan informele groepen. Per thema beschrijven we de resultaten en plaatsen we deze in het perspectief van de maatschappelijke ontwikkelingen. Naast de gebruikelijke beschrijving van de ontwikkelingen op elk van de thema s, geven we in hoofdstuk 10 een andere kijk op de betrokkenheid van Brabanders. Daarbij zijn de diverse vormen van sociale participatie gegroepeerd naar de drie raderen van betrokkenheid. Nadat alle onderwerpen zijn beschreven, duiden we in het laatste hoofdstuk de resultaten in het licht van alle ontwikkelingen in de (Brabantse) samenleving. 1 Inleiding 7

10 2 Sociale contacten Contacten met anderen maken ons gelukkig, zo blijkt uit vele studies. Sociale contacten vormen ook een bron van hulp en ondersteuning die in het licht van de verschuivingen in de verzorgingsstaat steeds belangrijker wordt. In dit hoofdstuk bekijken we de ontwikkelingen in de sociale contacten van Brabanders. 2.1 Beter een goede buur Veel Brabanders, namelijk 78%, vinden sociale contacten belangrijk. Dat aandeel is niet veranderd ten opzichte van Wel ontmoeten mensen hun familie, buren, vrienden en kennissen minder frequent. Het aandeel mensen dat wekelijks contact heeft met familie is gedaald van 56% in 2009 tot 50% in De leeftijdsgroep jaar heeft het meest frequent contact met familie. Van de mensen boven de 50 jaar heeft bijna een kwart slechts enkele keren per jaar of (bijna) nooit contact met familie. 8 Betrokken Brabanders

11 Frequentie van sociale contacten 14 50% 33% 17% 14 59% 22% 19% 09 56% 31% 13% 09 59% 20% 21% 0% 40% 20% 60% 80% 100% Familie 0% 40% 20% 60% 80% 100% Buren 14 39% 44% 17% 14 17% 38% 45% 09 40% 43% 17% 09 18% 38% 44% 0% 40% 20% 60% 80% 100% 0% 40% 20% 60% 80% 100% Vrienden 1x per week 1-3x per maand Minder vaak Kennissen Het wekelijks contact met buren liet in 2009 een stijgende lijn zien ten opzichte van In 2014 blijkt dat deze trend stabiliseert; 59% heeft wekelijks contact met buren. Het frequente contact met vrienden was in 2009 gedaald tot 40% en blijft in 2014 redelijk stabiel (39%). Jongeren hebben het meest frequent contact met goede vrienden. Het contact met kennissen blijft redelijk constant. We zien onze familie en vrienden dus steeds minder vaak, terwijl het contact met buren op peil blijft. Het gezegde beter een goede buur dan een verre vriend lijkt hiermee steeds meer op te gaan. Het contact met hulpverleners is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van % ziet ten minste één keer per week een hulpverlener. Mensen van 75 jaar en ouder hebben het meest frequent contact met hulpverleners. 2 Sociale contacten 9

12 2.2 Telefonisch en digitaal contact geen vervanging voor ontmoeting Bijna driekwart van de mensen heeft wekelijks contact met familie via telefoon of internet. Bijna 20% heeft dat één tot drie keer per maand. Meer dan de helft van de mensen heeft wekelijks telefonisch of online contact met vrienden. Met buren, kennissen en hulpverleners hebben respondenten veel minder vaak wekelijks contact via telefoon of internet. Ook hier zien we dat de leeftijdsgroep van jaar het meest frequent contact heeft met familie via telefoon of digitaal. Jongeren hebben het vaakst contact met vrienden op deze manier. Naarmate de leeftijd toeneemt, stijgt het telefonisch of digitaal contact met buurtbewoners. Het is de vraag in hoeverre de contacten via telefoon en internet het fysieke contact vervangen. De meeste mensen zijn van mening dat het internetcontact de frequentie van de echte ontmoetingen met familie, vrienden, kennissen en buren niet beïnvloedt. Een kleine groep (rond de 10%) is wel van mening dat het contact afneemt, maar daar staat een evenzo grote groep tegenover die juist stelt dat de fysieke ontmoetingen toenemen als gevolg van het telefonische of digitale contact. De contacten via telefoon en internet vormen dus eerder een aanvulling óp, dan een vervanging ván de persoonlijke ontmoetingen. 2.3 Tevredenheid over sociaal netwerk neemt af Eerder zagen we dat de ontmoetingen met familie en vrienden al jaren een dalende trend vertonen. We hebben Brabanders gevraagd hoe zij tegen deze ontwikkeling aankijken. Zijn ze tevreden over de frequentie van het contact of zouden ze vaker/minder vaak contact willen hebben met hun sociale netwerk? Uit de antwoorden blijkt dat de meeste mensen tevreden zijn over de mate waarin ze contact hebben met hun netwerk. Zo is 90% tevreden over de mate van contact met de buren, 87% is tevreden over het contact met kennissen en 81% is tevreden over de mate van contact met familie. Hoewel de tevredenheid over de mate van contact groot is, is deze over de hele lijn gedaald ten opzichte van De grootste daling zien we bij het contact met familie: in 2009 vond nog 86% het contact precies goed, in 2014 is dit 81%. Vrijwel niemand wil minder contact, wel zijn er Brabanders die meer contact willen hebben met buren, kennissen of familie; 17% wil meer contact met familie, een kwart wil zijn vrienden vaker zien. 10 Betrokken Brabanders

13 figuur 1 percentage Brabanders dat meer contact zou willen hebben, familie buren 17% 13% 12% 7% 7% 8% goede vrienden 26% 22% 21% kennissen 10% 7% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Hoe ouder, hoe tevredener Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt de behoefte aan meer contact met familie, buren, vrienden en kennissen af. Blijkbaar zijn mensen in hogere leeftijdscategorieën vaker tevreden met het contact zoals het is. Vooral jongeren willen graag meer contact met familie en vrienden. Eenoudergezinnen zouden vaker contact met buren en vrienden willen hebben: door tijdgebrek komen zij hier niet aan toe. Tijdgebrek Tijdgebrek is sowieso de belangrijkste reden waarom mensen minder contact met elkaar hebben dan ze zouden willen. Ook een te grote afstand of onvoldoende vervoersmogelijkheden zijn belemmeringen voor meer ontmoetingen. Dit speelt vooral een rol in de contacten met familie, vrienden en kennissen. In het contact met buren is sprake van een andere reden: in die gevallen lukt het niet om vaker contact te hebben doordat men niet goed weet hoe men dat moet aanpakken. Kwaliteit van de sociale contacten Naast de vraag naar de wens om meer of minder contacten, hebben we een aantal vragen gesteld over de kwaliteit van de sociale contacten. De meeste mensen (57%) zijn positief over de sociale contacten die ze hebben. Zij geven aan dat er mensen zijn met wie ze goed kunnen praten, dat er mensen zijn bij wie ze terechtkunnen én dat er mensen zijn die hen echt begrijpen. 2 Sociale contacten 11

14 Ten opzichte van 2009 is men wel gematigder positief; toen reageerde 62% positief op deze drie stellingen. Per stelling zien we kleine verschillen. Gaf in % van de Brabanders aan dat er mensen zijn met wie ze goed kunnen praten, in 2014 is dat aandeel gedaald naar 71%. Het aandeel mensen dat aangeeft bij iemand terecht te kunnen (78%) en het aandeel mensen dat aangeeft dat er mensen zijn die hen echt begrijpen (64%) zijn een paar procentpunten gedaald ten opzichte van Mensen in de leeftijdsgroep jaar zijn het meest positief over de kwaliteit van de contacten. Mensen met een hoger inkomen zijn positiever over de contacten dan mensen met een laag inkomen. Niet iedereen tevreden over de contacten Hoewel de meerderheid tevreden is over de contacten met anderen, geeft 15% aan minder tevreden te zijn over contacten met anderen. Mensen die aangeven regelmatig eenzaam te zijn, zijn over het algemeen iets minder positief. Zij hebben geen mensen met wie ze goed kunnen praten, bij wie ze terechtkunnen of die hen echt begrijpen. Zo n 6% van de Brabanders geeft aan zich vaak of regelmatig eenzaam te voelen. Dit percentage is al vanaf 2004 stabiel. Het aandeel mensen dat zich af en toe eenzaam voelt is wel gestegen; van 18% in 2009 naar 23% in In onderzoek van de GGD 4 uit 2012 geeft 8% van de mensen aan vaak eenzaam te zijn; nog eens 30% is af en toe eenzaam. Mensen die regelmatig eenzaam zijn, zijn vaker vrouw dan man, hebben een lager opleidingsniveau, een lager inkomen en zijn veelal ouder (vaker 75+) dan niet eenzame mensen. Zij zien hun familie, vrienden, kennissen en buren ook daadwerkelijk minder vaak dan niet eenzame mensen. Tegen het decor van de veranderingen in het sociaal beleid - waarin een toenemend beroep op het sociale netwerk van mensen wordt gedaan - kunnen we dit met recht een kwetsbare groep noemen. figuur 2 percentage Brabanders dat eenzaam is, Vaak of regelmatig eenzaam 6% 6% 6% Af en toe eenzaam 23% 18% 20% % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 12 Betrokken Brabanders

15 2 Sociale contacten 13

16 3 De buurt In het hoofdstuk over sociale contacten zagen we al dat een behoorlijk deel van de Brabanders zijn buren regelmatig ziet. De cijfers zijn ten opzichte van 2009 gelijk gebleven. In relatie tot een afnemend contact met familie en vrienden kunnen we stellen dat buurtcontacten in verhouding belangrijker zijn geworden. In dit hoofdstuk gaan we na welke rol de buurt speelt in de beleving van mensen. 3.1 Binding met de buurt blijft groot 59% van de mensen heeft wekelijks contact met buren. Ruim 40% heeft ook regelmatig contact met andere buurtbewoners. Ongeveer een derde van de mensen geeft aan juist weinig contact te hebben met mensen in de buurt. De mate van contact is stabiel gebleven ten opzichte van Ruim de helft van de mensen is van mening dat men elkaar kent in de buurt waar zij wonen. Mensen uit de stad hebben wat minder contact met mensen uit de 14 Betrokken Brabanders

17 buurt dan mensen die op het platteland wonen: 36% van de stadsbewoners heeft weinig contact met buurtbewoners tegenover 30% van de plattelandsbewoners. Wat speelt er in de buurt? Zo n 86% van de buurtbewoners houdt zich bezig met zaken die in de buurt of wijk spelen. Dit percentage is al tien jaar stabiel. Wel zijn mensen minder goed op de hoogte van wat er in de buurt speelt dan in Vooral in de dorpen is dit cijfer snel gedaald (van 58% naar 48%); in de steden is de afname geringer (van 49% naar 46%). Gezinnen met kinderen zijn beter op de hoogte van wat er in de buurt speelt dan mensen uit andere huishoudens. Ook leeftijd speelt een rol: naarmate mensen ouder zijn, zijn ze beter op de hoogte van gebeurtenissen in de buurt. figuur 3 houden zaken in de buurt u bezig? % 14% % 15% % 18% 2% ja, in sterke mate/enigszins nee, helemaal niet weet ik niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Thuis zijn en jezelf veilig voelen in de buurt Net als in 2009 voelt 86% zich thuis in de buurt en vindt 75% dat buurtgenoten goed met elkaar omgaan. Een ruime meerderheid van de mensen, 89%, voelt zich ook veilig in de buurt waar zij wonen. Het gevoel van veiligheid is licht gestegen ten opzichte van De plattelandsbewoners voelen zich wat veiliger dan de mensen in de stad. Ondanks het verschil in veiligheidsbeleving voelen stedelingen zich even vaak thuis in de buurt als mensen op het platteland. Wel vinden plattelandsbewoners vaker dat mensen op een prettige manier met elkaar omgaan dan mensen die in de stad wonen. 3 De buurt 15

18 Gezinnen met kinderen voelen zich iets veiliger en meer thuis in hun buurt dan andere huishoudsamenstellingen. Dat komt misschien omdat zij beter op de hoogte zijn van wat er in de buurt speelt. Jongeren van onder de 30 jaar voelen zich veiliger dan mensen van 75 jaar en ouder. Opmerkelijk is dat in 2009 ouderen zich juist veiliger voelden dan jongeren. De meeste mensen kunnen bij iemand in de buurt terecht als zij hulp nodig hebben. Dat aandeel is licht gedaald ten opzichte van 2009: van 81% naar 79%. Ouderen boven de 75 jaar hebben wel vaker het gevoel bij iemand in de buurt terecht te kunnen voor hulp dan mensen jonger dan 75. Eenoudergezinnen zijn juist vaker van mening dat zij niet bij anderen in de buurt terechtkunnen. 3.2 Contact met bijzondere groepen blijft gelijk Het overheidsbeleid is er op gericht dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Het resultaat van dat beleid is dat er in wijken en buurten meer ouderen en mensen met een beperking (gaan of blijven) wonen. Het is de bedoeling dat het sociale netwerk wordt ingeschakeld om dat te bewerkstellingen. Buren behoren vanzelfsprekend ook tot dat sociale netwerk. Het is de vraag in hoeverre buurtbewoners contact hebben met mensen met een beperking. Mensen met een beperking in de buurt We hebben gevraagd of er in de buurt mensen wonen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking en of men daar contact mee heeft. In 2009 concludeerden we dat mensen beter op de hoogte waren van de aanwezigheid van mensen met een beperking in hun buurt dan in voorgaande jaren. In 2014 is deze stijging weer tenietgedaan; het aandeel mensen dat geen idee heeft of er mensen met een beperking in de buurt wonen, is weer toegenomen. Een deel van de buurtbewoners is echter wel op de hoogte. Zo weet 43% van de mensen dat er buurtbewoners zijn met een lichamelijke beperking; meer dan de helft van deze groep heeft ook contact met hen. 28% geeft aan dat er mensen met een verstandelijke beperking in hun buurt wonen; bijna de helft van deze groep heeft ook daadwerkelijk contact met hen. Zintuiglijk beperkten zijn minder zichtbaar; slechts 12% van de respondenten geeft aan dat zij weten dat er mensen met een zintuiglijke beperking in de buurt wonen; 46% van hen heeft contact met deze groep. 16 Betrokken Brabanders

19 In de afgelopen jaren is het aantal mensen met een beperking in de wijk gegroeid. Desondanks kunnen we constateren dat de bekendheid met mensen met een beperking in de buurt niet groter is geworden. Ook het contact met deze groep is niet toegenomen. 3.3 De vele vormen van actieve betrokkenheid Naast de ontmoetingen met buurtgenoten zijn er verschillende manieren waarop mensen zich inzetten voor hun buurt. De verbetering van de leefomgeving in sociaal of fysiek opzicht is daarbij vaak het uitgangspunt. 7% van de respondenten is lid van een wijk- of buurtraad, 10% is actief als vrijwilliger via een wijk- of buurtraad. 13% van de mensen is lid van een informele buurtgroep. In het onderzoek is niet gevraagd naar het doel van die informele groepen, maar er valt te denken aan regelmatige ontmoetingen of aan (tijdelijke) samenwerkingen om een plan of actie uit te werken. Zorg in de buurt Buurtgenoten verlenen ook zorg aan elkaar. Ruim een vijfde verleent een vorm van informele zorg aan buren, vrienden of bekenden. Er valt helaas niet verder na te gaan hoeveel van die hulp direct bij buren terechtkomt. Wel zien we ten opzichte van 2009 een stijging van hulp aan buren, vrienden of bekenden; van 19% naar 23%. Actief in de buurt In totaal is 39% van de respondenten op enige wijze actief in de buurt. Dit gemiddelde ligt op het platteland (45%) iets hoger dan in de stad (35%). Mensen met thuiswonende kinderen zijn het actiefst. Verder zijn mannen actiever dan vrouwen. Van de mensen met een hoog inkomen is 47% actief in de buurt: van de mensen met een middeninkomen is dat 37%. Mensen met lage inkomens zijn het minst actief (19%). 3 De buurt 17

20 De resultaten van de monitor van 2009 lieten een positieve ontwikkeling zien in buurtbetrokkenheid ten opzichte van Geconstateerd werd dat de buurt meer is gaan leven voor mensen. De resultaten van 2014 laten een continuering zien van de mate van binding met de buurt en de betrokkenheid van buurtbewoners. De buurt is een plek die er nog steeds toe doet, zo blijkt. 35% in de stad ligt het gemiddelde iets lager 45% op het platteland ligt het gemiddelde iets hoger 46% 43% Gezinnen met thuiswonende kinderen Mannen van de respondenten is op enige wijze actief in de buurt Vrouwen 36% Van de mensen met 19% een laag inkomen Van de mensen met 37% een middeninkomen Van de mensen met 47% een hoog inkomen 18 Betrokken Brabanders

21 3 De buurt 19

22 4 Lidmaatschappen Mensen komen onder meer in contact met anderen via verenigingen en organisaties. Op die manier kunnen ze hun netwerk vergroten. Het lidmaatschap van een vereniging of organisatie is dan ook een belangrijke indicator voor sociale samenhang. In deze monitor maken we onderscheid tussen hobby- en vrijetijdsverenigingen aan de ene kant, en maatschappelijke organisaties aan de andere kant. 4.1 Lidmaatschap van verenigingen blijft stabiel Een ruime meerderheid, 70%, is lid van een hobby- of vrijetijdsvereniging. Dat percentage is vanaf 2004 stabiel. Het idee dat de belangstelling voor het lidmaatschap van een vereniging af zou nemen wordt dan ook niet bevestigd. 20 Betrokken Brabanders

23 100% figuur 4 percentage Brabanders lid van hobby- of vrijetijdsvereniging 90% 80% 70% 68% 72% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Sport heeft sinds jaar en dag een belangrijke plaats in het leven van Nederlanders. Ook in Brabant is dit het geval. Het lidmaatschap van een sportvereniging staat bovenaan de lijst met hobby- en vrijetijdsverenigingen. Het aandeel Brabanders dat lid is van een sportvereniging is even hoog als in 2009, namelijk 30%. Het lidmaatschap van een sportschool of fitnesscentrum, dat in 2009 aan een opmars bezig was, is weer enigszins gedaald. Toch zit het percentage nog steeds boven het niveau van Bij de andere verenigingen zien we geen verschuivingen. Wel zien we een afname van het lidmaatschap van gezelligheidsverenigingen en een toename in het aantal lidmaatschappen van buurtverenigingen of straatcomités. 4 Lidmaatschappen 21

24 tabel 1 percentage Brabanders dat lid is van een vereniging of organisatie, Vereniging/organisatie Sportvereniging Sportschool/fitnesscentrum Muziekvereniging (muziekgroep, band, fanfare) Zangvereniging, koor Toneelvereniging, cabaretgroep Jeugdvereniging (bijvoorbeeld scouting) Gezelligheidsvereniging of -club (kaartclub, carnavalsvereniging) Hobbyclub (computers, fotografie, schilderen) Buurtvereniging of straatcomité Totaal percentage mensen dat lid is van 1 of meer verenigingen Veel mensen zijn lid van meer dan één club of vereniging. Het gemiddelde ligt, net als in de vorige monitor, op 1,6. Jongeren en mensen in de leeftijdsgroep jaar zitten boven het gemiddelde; zij zijn het vaakst lid van meer dan één vereniging. Ook kenmerken als inkomen en opleiding spelen een rol: hoe hoger het inkomen en/of de opleiding, hoe vaker men lid is van verschillende verenigingen. Respondenten zonder betaald werk zijn vaker lid van meer dan één vereniging dan mensen die (parttime of fulltime) werken. Op het platteland zijn mensen vaker lid van meerdere verenigingen dan in de stad. Er zijn diverse redenen te noemen waarom mensen geen lid zijn van een vereniging. De belangrijkste redenen zijn gebrek aan belangstelling (38%) tijd (34%) of geld (19%). 22 Betrokken Brabanders

25 4.2 Minder donaties, meer inzet van tijd Het lidmaatschap van een maatschappelijke organisatie is een indicator van de maatschappelijke belangstelling van Brabanders. Maatschappelijke organisaties kennen zowel leden als donateurs. Actief lidmaatschap houdt in dat leden vergaderingen bijwonen of andere leden ontmoeten. Het donateurschap is meer passief; men leest de nieuwsbrief of maakt geld over. tabel 2 percentage Brabanders dat actief lid of donateur is van een maatschappelijke organisatie, Actief lid Lid/donateur Patiënten- of cliëntenvereniging Belangenvereniging (ouderen of allochtonenorganisatie, Wmo-raad) Vakbond, bedrijfsorganisatie Organisatie voor ideële doeleinden (natuur en milieu, mensenrechten) Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie Vereniging voor zorg- en hulpverlening (Rode Kruis, Hartstichting) Wijkraad, buurtraad Politieke partij Totaal % Brabanders lid van 1 of meer maatschappelijke organisatie(s) In 2014 is 56% van de Brabanders lid van een maatschappelijke organisatie. Het aandeel mensen dat lid is van een organisatie voor ideële doeleinden, zoals natuur en milieu of mensenrechten, is gedaald van 31% in 2009 tot 24% in Landelijk onderzoek van het SCP 5 laat eveneens een negatieve ontwikkeling zien van het aantal leden of donateurs van dergelijke maatschappelijke organisaties. Het lijkt een gevolg te zijn van de economische crisis. Mensen hebben vanwege de crisis minder te besteden. Ook bij kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties en bij verenigingen voor zorg- en hulpverlening constateren we een daling van het aantal leden. 4 Lidmaatschappen 23

26 Actief lidmaatschap terug op niveau van 2004 Het percentage mensen dat actief lid is van een maatschappelijke organisatie is toegenomen van 15% naar 21%. Daarmee zit het actieve lidmaatschap weer op het niveau van De wijk- en buurtraden hebben de meeste actieve leden. Dat percentage is het meest gestegen ten opzichte van De toegenomen betrokkenheid bij de buurt zagen we ook terug in paragraaf 4.1 die een stijgende lijn liet zien in het aantal lidmaatschappen van buurtverenigingen en straatcomités. Mannen zijn vaker actief lid van een maatschappelijke organisatie dan vrouwen. De meeste actieve leden zijn te vinden in de groep jarigen. Ook hoger opgeleiden en mensen die op het platteland wonen zijn vaker actief lid. Jongeren zijn het minst vaak actief lid. In totaal is 74% van de Brabanders actief lid van een hobby- of vrijetijdsvereniging en/of een maatschappelijke organisatie. Ook in 2009 was dit 74%. Het aandeel mensen dat lid is van een vereniging of organisatie blijft dus stabiel. 24 Betrokken Brabanders

27 4 Lidmaatschappen 25

28 5 Informele groepen Samen hardlopen met een groepje vrienden of buurtgenoten in plaats van lid te worden van een sportvereniging. Het is misschien wel het meest herkenbare voorbeeld van een informele groep. Maar ook buurtinitiatieven, zelfhulpgroepen en hobbyclubs zijn vaak op een dergelijke, informele manier georganiseerd. Voor het eerst in deze monitorreeks zijn deze informele vormen van sociale activiteit in beeld gebracht. De definitie die we hanteren voor informele groepen komt van het SCP: Informele groepen zijn kleine groepen mensen die regelmatig samenkomen om een bepaald doel te beijveren of een liefhebberij uit te oefenen. Ze hebben vaak geen institutioneel kader en onderscheiden zich van verenigingen, stichtingen en instellingen door hun kleinschaligheid, persoonlijke contacten en het ontbreken van een formele organisatiestructuur Betrokken Brabanders

29 5.1 Niet georganiseerd, wel actief We hebben mensen gevraagd of ze deel uitmaken van een groep die op eigen initiatief - buiten organisaties om - activiteiten organiseert of onderwerpen bespreekt. Bijna de helft (46%) van de respondenten neemt deel aan één of meer informele groepen. De sportgroep is het meest populair: 19% van de respondenten neemt daar aan deel. 13% van de Brabanders is lid van een informele buurtgroep. van de Brabanders neemt deel aan een 46%informele groep Ruim de helft van de mensen die deelnemen aan een informele groep (55%) doet dit in één groep. De overige 45% neemt deel aan meer dan één informele groep: ruim een kwart zit in twee groepen, 11% zit in drie groepen. tabel 3 deelname aan informele groepen, in procenten Deelname informele groepen % Leesgroep 3 Zelfhulpgroep 2 Kookgroep 5 Buurtgroep 13 Sportgroep 19 Actiegroep 2 Cultuurgroep 8 Hobbygroep 12 Ander soort informele groep 18 Uit landelijk onderzoek van het SCP 7 komt naar voren dat 37% van de mensen deel uitmaakt van ten minste één informele groep. Ook landelijk zijn sportgroepen het meest populair. Het SCP stelt dat voorzichtigheid bij de interpretatie van cijfers op zijn plaats is omdat het moeilijk duidelijk is te maken wat precies onder een informele groep valt. Om die reden is ook voorzichtigheid geboden met een vergelijking tussen de landelijke en de Brabantse cijfers. We kunnen dus niet op voorhand concluderen dat Brabanders vaker deelnemen aan informele groepen. Wel blijkt uit beide onderzoeken dat het lidmaatschap van informele groepen een tamelijk omvangrijk verschijnsel is. 5 Informele groepen 27

30 5.2 Informele activiteit geen vervanging voor formele betrokkenheid Is er sprake van een verschuiving van deelname aan verenigingen en organisaties naar deelname aan informele groepen? Nadere analyse laat zien dat deelnemers aan informele groepen tot het actieve deel van de bevolking horen. 57% van de vrijwilligers is ook lid van een informele groep. In het SCP-onderzoek ligt dat op 50%. Deelnemers aan informele groepen doen vaak ook vrijwilligerswerk. Wat oorzaak is en wat gevolg, is niet af te leiden uit het onderzoek. Wel is duidelijk dat wie actief is in georganiseerd verband, dat ook vaker in informeel verband is. Deelnemers aan informele groepen vertonen geen specifiek profiel. Er is geen verschil in deelname tussen mannen en vrouwen en tussen mensen die in de stad of op het platteland wonen. Wel zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen waarneembaar: hoe hoger de leeftijd, hoe vaker men deelneemt aan informele groepen. Ook inkomen en opleiding zijn onderscheidende factoren: mensen met een hoger inkomen en hoger opgeleiden nemen vaker deel aan informele groepen. 28 Betrokken Brabanders

31 5.3 Flexibel maar niet vrijblijvend De frequentie waarmee informele groepen bij elkaar komen varieert sterk. 45% van de groepen komt minimaal één maal per week bij elkaar. 13% komt zelfs meer dan eens per week bij elkaar. Een kwart van de groepen komt minder dan één keer per maand bijeen en ruim een vijfde deel van de groepen ontmoet elkaar maandelijks. De informele sportgroepen komen het meest intensief bij elkaar; een kwart van hen spreekt meer dan één keer per week af. figuur 5 frequentie ontmoeting in informele groepen, 2014 meer dan 1 x per week 25% 13% 1 x per week 1 x per 2 weken ongeveer eens per maand 31% minder dan 1 x per maand 22% 8% Ook uit het landelijke SCP-onderzoek komt naar voren dat de helft van de groepen minimaal wekelijks bijeenkomt. Bovendien blijkt uit dat onderzoek dat de groepen gemiddeld bijna vijftien jaar bestaan. Het SCP concludeert daaruit dat het niet om een vluchtig of marginaal verschijnsel gaat. 5 Informele groepen 29

32 6 Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is misschien wel de meest veelzeggende indicator als het gaat om de betrokkenheid van mensen bij de samenleving. In 2009 constateerden we een gestage daling van het aantal vrijwilligers dat zich inzet via een organisatie of vereniging. Dit zou niet zozeer een afname in betrokkenheid betekenen, maar eerder een verschuiving illustreren naar meer flexibele en informele participatievormen, zoals het actieve buurtbewonerschap. Of deze trend zich verder doorzet, leest u in dit hoofdstuk 6.1 Het gaat goed met het vrijwilligerswerk Waar we de afgelopen jaren constateerden dat het aantal vrijwilligers daalde, is er nu sprake van een trendbreuk: het aantal vrijwilligers is gestegen. In 2009 gaf 31% van de Brabanders aan vrijwilligerswerk te doen voor een organisatie of vereniging; in 2014 is dit percentage gestegen tot maar liefst 45%. 30 Betrokken Brabanders

33 figuur 6 percentage Brabanders dat vrijwilligers werk doet, % 90% 80% 70% 60% 50% 45% 40% 39% 36% 31% 30% 20% 10% 0% Op het eerste gezicht zijn de cijfers opmerkelijk omdat we al vanaf 1999 een daling constateren in het aandeel vrijwilligers. In 2009 concludeerden we dat de betrokkenheid niet zozeer afnam, maar dat de inzet zich leek te verplaatsen naar meer informele participatievormen, zoals inzet in de buurt. We zien nu dat de inzet in de buurt op hetzelfde niveau is gebleven terwijl het vrijwilligerswerk een stijgende lijn vertoont. De toename in vrijwilligerswerk verklaard Hoe verklaren we deze stijging? Een eerste duiding ligt in de toegenomen werkloosheid als gevolg van de economische situatie de afgelopen jaren. Er blijkt een daadwerkelijk verband te zijn tussen de toename van het aantal vrijwilligers en de toename van het aantal mensen zonder baan. Verder zien 6 Vrijwilligerswerk 31

34 we dat het aandeel vrijwilligers dat korter dan een jaar vrijwilligerswerk doet, is gestegen van 7% (2009) naar 13% (2014). Het zijn vooral jongeren die korter dan een jaar vrijwilligerswerk doen. Mogelijk verrichten zij het vrij willigerswerk als alternatief voor een betaalde baan. Daarnaast denken we dat het maatschappelijk debat over de participatiesamenleving, dat in 2013 na de Troonrede echt losbarstte, bijdraagt aan de toename van het aantal vrijwilligers. Het zou kunnen dat dit onderzoek een al latent aanwezig vrijwilligerswerk zichtbaar maakt. Anderzijds lijkt het er op of de tijd waarin we nu leven mensen ervan doordringt dat betrokkenheid weer nodig is. Vergelijking met landelijk onderzoek op de ontwikkeling van het aandeel vrijwilligers levert een dubbelzinnig beeld op. Het SCP (2014) 8 constateert een toename in het aandeel vrijwilligers, van 35% in 2006 naar 40% in In het SCP-onderzoek Culturele veranderingen in Nederland 9 ligt het percentage met 45% zelfs nog iets hoger. Ook de POLS-onderzoeken van CBS laten een percentage zien van rond de 40%. Het wetenschappelijke onderzoek Geven in Nederland 10 laat over de periode nog een daling zien in het aandeel vrijwilligers, van 46% naar 38%. Recentere cijfers zijn nog niet bekend. Zoals eerder vermeld kan het maatschappelijk debat over de participatiesamenleving vanaf 2013 ook landelijk een trendbreuk veroorzaken. 6.2 Commitment aan vrijwilligerswerk blijft groot Deze monitor laat een duidelijke toename van het aantal vrijwilligers zien. De vraag is of er ook verschuivingen zijn te zien in de hoeveelheid tijd die respondenten aan vrijwilligerswerk besteden. Uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. In 2014 besteden Brabanders gemiddeld 4,6 uur per week aan vrijwilligerswerk. In 2009 was dat 4,5 uur per week. Wel zijn er opmerkelijke verschillen waarneembaar tussen de verschillende leeftijdscategorieën. Mensen in de leeftijdscategorie jaar besteden gemiddeld bijna zes uur per week aan vrijwilligerswerk; jongeren onder de 30 gemiddeld drie uur. 32 Betrokken Brabanders

35 De meest actieve vrijwilligers Bijna 60% van de vrijwilligers is ten minste één keer per week actief; 36% zelfs meer dan één keer per week. Verder blijkt uit de cijfers dat mannen vaker vrijwilligerswerk verrichten dan vrouwen. Ook blijken gezinnen zonder kinderen frequenter minimaal één keer per week vrijwilligerswerk te doen dan (eenouder)gezinnen met kinderen. Tot slot zijn mensen zonder betaald werk meer actief in het vrijwilligerswerk dan mensen die parttime of fulltime werken. Meer mensen in het afgelopen jaar begonnen met vrijwilligerswerk Het commitment aan vrijwilligerswerk blijft onverminderd groot, ondanks het feit dat het aandeel mensen dat al meer dan vijf jaar vrijwilligerswerk doet behoorlijk is gedaald (van 62% naar 53%). Zoals we al eerder constateerden, is het aandeel respondenten dat korter dan een jaar vrijwilligerswerk doet (vooral jongeren) gestegen van 7% naar 13%. 6.3 De vrijwilliger anno 2014 De Brabantse vrijwilliger laat zich niet eenduidig typeren. Aan de hand van een aantal achtergrondkenmerken proberen we een duiding te geven. Ouderen in de leeftijdsgroep jaar doen het vaakst vrijwilligerswerk. We zagen eerder dat zij er ook de meeste tijd aan besteden. Daarnaast is er een sterke stijging van het aandeel vrijwilligers van 75 jaar en ouder. Ouderen blijven kennelijk tot op steeds hogere leeftijd actief in het vrijwilligerswerk. Opvallend is dat de groep mensen van 30 tot 49 jaar ook behoorlijk actief is; in 2009 was er juist nog sprake van een flinke daling binnen deze leeftijdsgroep. Kijkend naar de samenstelling van het huishouden, dan zien we dat gezinnen met kinderen vaker actief zijn in het vrijwilligerswerk dan eenoudergezinnen of gezinnen zonder kinderen. De inzet van deze groep is geconcentreerd rond sportverenigingen, verenigingen voor muziek, toneel en andere culturele activiteiten, en de school van de kinderen. 6 Vrijwilligerswerk 33

36 figuur 7 percentage Brabanders dat vrijwilligerswerk doet naar leeftijd, % jonger dan 30 jaar 90% 80% 70% 30 tot en met 49 jaar 50 tot en met 64 jaar 65 tot en met 74 jaar 75 jaar en ouder 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal 39% totaal 36% totaal 31% totaal 45% Een verdere typering van de vrijwilligers Vrijwilligers zijn ook naar andere kenmerken te typeren. Zo zien we dat Brabanders vaker vrijwilligerswerk verrichten naarmate het inkomen hoger is: van de mensen met een laag inkomen verricht 34% vrijwilligerswerk, van de mensen met een hoog inkomen is dat 51%. Verder stellen we vast dat mensen zonder betaald werk of met een parttime baan van minder dan 24 uur per week, vaker actief zijn als vrijwilliger (respectievelijk 53% en 43%) dan mensen die fulltime werken (40%). Platteland versus stad Mensen die op het platteland wonen verrichten vaker vrijwilligerswerk dan mensen in de middelgrote en grote steden. Dat is door de jaren heen niet veranderd. Wel zien we dat de steden met een inhaalslag bezig zijn: over de periode is de stijging van het aandeel vrijwilligers in steden groter dan de stijging van het aandeel vrijwilligers op het platteland. 34 Betrokken Brabanders

37 figuur 8 percentage Brabanders dat vrijwilligerswerk doet naar leefomgeving, % platteland 90% 80% middelgrote steden steden 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal 39% totaal 36% totaal 31% totaal 45% Vrijwilligerswerk kent verschillende typen activiteiten. Mensen kunnen in het bestuur van een organisatie zitten, organisatorisch werk doen, lid zijn van een commissie of uitvoerende taken verrichten. Bijna de helft (49%) van de vrijwilligers houdt zich vooral bezig met uitvoerende activiteiten. Dit percentage is fors gestegen ten opzichte van 2009 (32%). Het aandeel vrijwilligers dat vooral bestuurswerk doet is gedaald van 33% (2009) naar 20% (2014). Verder blijkt uit de cijfers dat mannen vaker bestuurlijk werk doen dan vrouwen. Ook zien we dat vrijwilligers met een hoger inkomen of een hogere opleiding vaker in een bestuur zitten dan mensen met een lagere opleiding of een lager inkomen. De verschuiving van bestuurlijk naar uitvoerend vrijwilligerswerk bevestigt de veelgehoorde klacht dat het steeds moeilijker wordt om mensen voor bestuursfuncties te vinden. Het huidige verenigingsmodel lijkt daarmee steeds minder toekomstbestendig. 6 Vrijwilligerswerk 35

38 figuur 9 soort vrijwilligerswerk in Brabant, % 22% 49% 9% % 20% 32% 16% bestuurlijk werk organisatorisch werk uitvoerende activiteiten anders 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 6.4 Meer vrijwilligers in de zorg dan in de sport Lange tijd stond de sportvereniging boven aan de lijst met organisaties waarvoor mensen vrijwilligerswerk verrichten. In 2014 is de sport ingehaald door de zorg. Meer dan 33% van de Brabanders die vrijwilligerswerk verrichten, doet dat voor een zorginstelling, een zorgorganisatie of een patiëntenvereniging. 31% is voor sportorganisaties actief. De meeste organisaties laten een stijging zien van het aantal vrijwilligers ten opzichte van Enkele organisaties laten een daling zien. Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties, hobbyclubs, buurtwerk en jeugdverenigingen kunnen op minder vrijwilligers rekenen dan vijf jaar geleden. tabel 4 organisaties/sectoren waar vrijwilligers actief zijn, in procenten Zorginstelling of zorgorganisatie Sportvereniging Andere organisatie Hulp op school, oudercommissie, schoolbestuur Vereniging of club voor muziek, toneel of andere culturele activiteiten Organisatie voor ideële doeleinden 8 12 Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie Wijkraad of buurtraad 5 10 Vereniging voor ouderen, vrouwen, allochtonen of mensen met een beperking 8 9 Hobbyclub of gezelligheidsvereniging- of club 9 9 Buurt- of clubhuiswerk, straatcomité 9 8 Jeugdvereniging, jeugd- en jongerenwerk 8 5 Vakbond, bedrijfsorganisatie 4 4 Kinderopvang, crèche peuterspeelzaal 4 4 Politieke partij Betrokken Brabanders

39 Bijna de helft (48%) van de vrijwilligers is actief voor één organisatie. 31% is voor twee organisaties actief. De overige vrijwilligers zetten zich voor drie of meer organisaties in. Een enkeling is zelfs actief voor acht (!) organisaties. 6.5 Verbondenheid als motivatie Ongeveer de helft van de mensen heeft zelf hun diensten aangeboden aan de organisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk verrichten, 44% is daarvoor gevraagd. Jongeren onder de 30 jaar en mensen met een hoger inkomen zijn vaker gevraagd; anderen hebben vaker hun diensten aangeboden. De meeste mensen verrichten vrijwilligerswerk omdat zij zich verbonden voelen met de doelstelling van de organisatie. Dat was ook in 2009 de belangrijkste reden; het aandeel vrijwilligers dat actief is omdat ze zich verbonden voelt met de doelstelling van de organisatie is overigens wel gedaald: van 44% (2009) naar 38% (2014). Vrijwilligers zijn ook actief omdat ze het werk leuk of interessant vinden, of omdat ze graag andere mensen willen helpen. Mannen doen vaker vrijwilligerswerk omdat zij zich verbonden voelen met de organisatie of omdat ze het werk interessant vinden. Voor vrouwen is het motief om anderen te helpen vaker doorslaggevend. De groep respondenten van 75 jaar en ouder voelt het iets vaker als een plicht om vrijwilligerswerk te doen dan mensen uit de andere leeftijdsgroepen. Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet omdat het een zinvolle tijdsbesteding is, is een paar procentpunten toegenomen. Dit motief neemt in belang toe naarmate men ouder wordt. Het opdoen van ervaring die nuttig is voor een beroep, of het opdoen van specifieke vaardigheden is nauwelijks een reden om vrijwilligerswerk te gaan doen. Alleen bij de groep onder de 30 jaar speelt dat een iets grotere rol. De keuze om vrijwilligerswerk te gaan doen, wordt blijkbaar meer vanuit sociaal perspectief dan vanuit arbeidsperspectief gemaakt. 6 Vrijwilligerswerk 37

40 6.6 Er is nog potentieel! Respondenten geven een gebrek aan tijd als belangrijkste reden om geen vrijwilligerswerk te doen. Een andere belangrijke reden is dat mensen zich niet willen vastleggen. Zo n 40% van de mensen die nu niet als vrijwilliger actief is, is dat in het verleden wel geweest. Maar liefst 63% van de mensen die nu geen vrijwilligerswerk doen, is wel bereid te overwegen als vrijwilliger aan de slag te gaan als ze daarvoor worden gevraagd. 5% weet zelfs zeker dat ze vrijwilligerswerk zullen gaan doen als ze ervoor worden gevraagd. Hieruit blijkt dat het potentieel aan vrijwilligers behoorlijk groot is. Mensen actief benaderen en hen daadwerkelijk vragen om vrijwilligerswerk te doen, is de beste manier van werven. figuur 10 percentage Brabanders dat bereid is vrijwilliger te zijn, % 5% is bereid is niet bereid 24% hangt ervan af weet het niet 63% Het grootste potentieel (de groep die bereid is te overwegen om vrijwilligers werk te doen) zit bij mensen onder de 50 jaar. Mensen van 75 jaar en ouder zijn het minst bereid (of in staat) om vrijwilligerswerk te doen. Naarmate de opleiding hoger is, is men meer bereid om te overwegen vrijwilligerswerk te doen. Mensen die geen betaald werk hebben zijn vaker bereid om vrijwilligerswerk te gaan doen als ze ervoor worden gevraagd. 38 Betrokken Brabanders

41 6 Vrijwilligerswerk 39

42 7 Informele hulp Informele zorg of hulp betreft hulp aan buren, het oppassen op kinderen van een ander gezin, het verlenen van fysieke zorg, het geven van advies, de begeleiding bij een doktersbezoek, het verrichten van reparaties of het helpen met boodschappen doen. Binnen de brede groep van informele hulpverleners onderscheiden we de mantelzorgers: mensen die gedurende langere tijd zorg verlenen aan een ziek of gehandicapt persoon, bijvoorbeeld een familielid, buur of kennis. Het overheidsbeleid zet stevig in op een grotere rol van mensen in de zorg voor elkaar. Mensen die ondersteuning nodig hebben moeten daarnaar eerst op zoek in hun eigen netwerk. Pas daarna kunnen ze een beroep doen op de overheid, instellingen en professionals. De overheid veronderstelt de beschikbaarheid van een groot potentieel mensen die mantelzorg willen geven of vrijwilligerswerk willen doen. Zien we dit ook terug in de cijfers? 40 Betrokken Brabanders

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren Sociaal contact en ondersteuning Sociale contacten in de eigen omgeving zijn voor een ieder in de samenleving vaak een basis voor deelname aan de samenleving. Sociale contacten kunnen mensen ondersteunen

Nadere informatie

Samen leven. Resultaten van de derde monitor sociale participatie in Noord-Brabant. mevrouw drs. J. den Hartog mevrouw dr. L.

Samen leven. Resultaten van de derde monitor sociale participatie in Noord-Brabant. mevrouw drs. J. den Hartog mevrouw dr. L. Samen leven Resultaten van de derde monitor sociale participatie in Noord-Brabant mevrouw drs. J. den Hartog mevrouw dr. L. Sontag i Inhoudsopgave Samenvatting v 1 Inleiding 1 1.1 De derde monitor sociale

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Actief en betrokken. Maatschappelijke participatie van 50-plussers in Brabant

Actief en betrokken. Maatschappelijke participatie van 50-plussers in Brabant Actief en betrokken Maatschappelijke participatie van 50-plussers in Brabant Actief en betrokken Maatschappelijke participatie van 50-plussers in Brabant mevrouw drs. A. Bosch mevrouw ir. J. Smets PON

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel De afgelopen jaren verschuiven steeds meer taken en verantwoordelijkheden in de samenleving van de overheid naar inwoners. Het idee achter deze participatiesamenleving

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014 Vrijwilligerswerk Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014 Een op de drie Amersfoorters was in de afgelopen 12 maanden actief als vrijwilliger. Hoe vaak zij vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Vervoer in het dagelijks leven

Vervoer in het dagelijks leven Vervoer in het dagelijks leven Doordat de afstanden tot voorzieningen vandaag de dag steeds groter worden neemt het belang van vervoer in het dagelijks leven toe. In april 2014 zijn de leden van het Groninger

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015 Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014 Burgerpanel Gorinchem 1 e peiling: Sociale monitor Juli 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Villawal 19 3432 NX Nieuwegein Tel. (030) 23 34 342 www.ioresearch.nl Rapportnummer : abpgork14a-def Datum

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016 AA EN HUNZE PANEL Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar Januari 2016 1.1 Inleiding De vijfde peiling van het Aa en Hunze panel had als onderwerp zorgen voor elkaar en burenhulp. De gemeente Aa en Hunze

Nadere informatie

Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl

Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl LE S LY TA D SP A N H ul p aa n an de re n en vr ijw ill ig er w er k EL Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch Enquête over het vrijwilligerswerk in de gemeente s-hertogenbosch en de behoefte aan ondersteuning Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: de gemeente s-hertogenbosch

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2010

Stadsenquête Leiden 2010 Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 42. Vrijwilligerswerk Samenvatting Bijna vier op de tien Leidenaren verricht op dit moment vrijwilligerswerk. Sinds 2001 is het percentage vrijwilligers dat in de Stadsenquête

Nadere informatie

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn: Welzijnsbezoek 2014 Inhoud 1. Conclusies 2. Figuren en tabellen MEE Drechtsteden voerde in 2014 welzijnsbezoeken uit onder ouderen van 75, 80 en. Aan de hand van een vragenlijst komen zes onderwerpen aan

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 bijlage Factsheet Haulerwijk Deze bijlage bevat cijfers op zowel buurtniveau als gemeentelijk- en provinciaal niveau. De cijfers geven inzicht in trends op het gebied

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden Enquête Mantelzorg en dementie 2014 Vooraf In juli 2014 vroegen wij onze leden naar hun ervaringen met mantelzorg in het algemeen, en mantelzorg

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk?

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk? Sociale steun Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk? Inhoud: 1. Conclusies 2. Kracht van het netwerk 3. Belemmeringen bij vragen om hulp 4. Bereidheid om hulp te bieden Via deze factsheet informeren

Nadere informatie

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar Burgerpanel Zeewolde Resultaten peiling 3: Wmo-nota juli 2012 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 3 e peiling met het burgerpanel van Zeewolde. De peiling ging over de sociale netwerken

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers

Nadere informatie

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Bladel

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Bladel Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor 2016-2017 Bladel Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de Volwassenen- en Ouderenmonitor voor de gemeente Bladel. In deze rapportage kunt u de belangrijkste

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 9 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de mate waarin mensen met elkaar omgaan en elkaar hulp verlenen binnen familie, vriendengroepen

Nadere informatie

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk Samenvatting Drie op de tien Leidenaren verrichten op dit moment vrijwilligerswerk. Het aandeel vrijwilligers is de laatste jaren redelijk stabiel. Vorig jaar was sprake

Nadere informatie

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen en Uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de betrokkenheid in de dorpen niet altijd even vanzelfsprekend

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek burgerparticipatie

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek burgerparticipatie Burgerpanel gemeente Oisterwijk Resultaten onderzoek burgerparticipatie Colofon Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van Gemeente Oisterwijk Auteurs Susanne Agterbosch, Koen Vinckx en Mariëlle

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg) Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg) Samenvatting Ruim een kwart van de Leidenaren verricht op dit moment vrijwilligerswerk. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. De meeste vrijwilligers zijn

Nadere informatie

Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Rotterdam

Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Rotterdam Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Rotterdam Rapport Belevingsonderzoek onder burgers, prestatievelden 1 t/m 4 Gemeente Rotterdam juni 2009 COLOFON Samenstelling

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Valkenswaard

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Valkenswaard Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor 2016-2017 Valkenswaard Voorwoord Een goede gezondheid zowel lichamelijk als psychisch vergroot de mogelijkheden van mensen om (langer) mee te doen in het maatschappelijke

Nadere informatie

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren Onderzoek naar omvang, knelpunten en ondersteuningsbehoefte Februari 2017 drs. W. Jeeninga, onderzoeker GGD Hart voor Brabant drs. M. Scholtens, functionaris gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Samenvatting Eén op de vijf respondenten zegt op dit moment vrijwilligerswerk te doen. Ouderen, vrouwen en inwoners van de stadsdelen Zuid en West doen dit relatief iets

Nadere informatie

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010 Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Geven van tijd: vrijwilligerswerk

Geven van tijd: vrijwilligerswerk Arjen de Wit MSc en Prof. Dr. René Bekkers Geven van tijd: vrijwilligerswerk Samenvatting Het aandeel vrijwilligers onder de Nederlandse bevolking neemt langzaam maar gestaag af. In 2016 is 36% van de

Nadere informatie

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans In maart 2014 heeft PGGM haar leden gevraagd naar hun persoonlijke balans: wat betekent persoonlijke balans voor

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

19 december 2014. Onderzoek: Armoede en de Voedselbank

19 december 2014. Onderzoek: Armoede en de Voedselbank 19 december 2014 Onderzoek: Armoede en de Voedselbank Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit 40.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Welzijn en (gezondheids)zorg

Welzijn en (gezondheids)zorg Hoofdstuk 14 Welzijn en (gezondheids)zorg 14.1 Inleiding Een belangrijke doelgroep voor het welzijns- en zorgbeleid zijn de ouderen. Dit hoofdstuk begint daarom met het in kaart brengen van deze groep

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Meedoen in Kinderdijk

Meedoen in Kinderdijk Meedoen in Kinderdijk Belangstelling voor activiteiten en diensten Inhoud: 1. Conclusies 2. Belangstelling in beeld Sinds 2011 heeft Kinderdijk een eigen wijkcentrum, het Multifunctioneel Centrum (MFC)

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Meting september 2014

Meting september 2014 Meting september 2014 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door onderzoeksbureau Kien Onderzoek. VERTROUWEN IN GOEDE DOELEN STIJGT OOK IN 3E

Nadere informatie

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Eersel

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Eersel Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor 2016-2017 Eersel Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de Volwassenen- en Ouderenmonitor voor de gemeente Eersel. In deze rapportage kunt u de belangrijkste

Nadere informatie

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede Doel Armoede is geen eenduidig begrip. Armoede wordt vaak gemeten via een inkomensgrens: iedereen met een inkomen beneden die grens is arm, iedereen er boven is

Nadere informatie

Vrijwilligers maken het verschil!

Vrijwilligers maken het verschil! Vrijwilligers maken het verschil! Het Oranje Fonds organiseert op 21 en 22 maart 2014 samen met duizenden organisaties in het land, NLdoet, de grootste vrijwilligersactie van Nederland. NLdoet stimuleert

Nadere informatie

2014, peiling 4b november 2014

2014, peiling 4b november 2014 resultaten 2014, peiling 4b november 2014 Van 4 tot en met 16 februari is de eerste peiling van 2014 onder het HengeloPanel gehouden. Hieraan deden 1.744 panelleden mee (een respons van 65%). Zij hebben

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) In het voorjaar van 2015 is een tevredenheidsonderzoek onder de particuliere klanten van Warmtenet Hengelo gehouden. Aan alle particuliere klanten van Warmtenet

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk onder laagopgeleiden. Analyse van de afname van het aantal Brabantse vrijwilligers met een lage opleiding

Vrijwilligerswerk onder laagopgeleiden. Analyse van de afname van het aantal Brabantse vrijwilligers met een lage opleiding Vrijwilligerswerk onder laagopgeleiden Analyse van de afname van het aantal Brabantse vrijwilligers met een lage opleiding Vrijwilligerswerk onder laagopgeleiden Analyse van de afname van het aantal Brabantse

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Someren

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Someren Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor 16-17 Someren Voorwoord Een goede gezondheid van lichaam én geest vergroot de mogelijkheden van mensen om (langer) mee te doen in het maatschappelijke leven. De

Nadere informatie

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Verenigingen, stichtingen en instellingen barsten doorgaans van de ambities en toekomstplannen. Maar om ze te realiseren heb je financiële middelen

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Werken in startende bedrijven

Werken in startende bedrijven M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,

Nadere informatie

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Toelichting op project Waarom Doelstellingen: Daadwerkelijke

Nadere informatie

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012 Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Rapportnummer : 2012-1888

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek

Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? De leefbaarheid waar het

Nadere informatie

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen die door het gemeentebestuur

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Laarbeek

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Laarbeek Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor 2016-2017 Laarbeek Voorwoord Een goede gezondheid van lichaam én geest vergroot de mogelijkheden van mensen om (langer) mee te doen in het maatschappelijke leven.

Nadere informatie

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Juni 2008 COLOFON Samenstelling Michelle Rijken Mark Gremmen Vormgeving binnenwerk Roelfien Pranger Druk HEGA

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland Het oorspronkelijke landbouwdorp Nuland ligt ten zuiden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Tot 1993 was Nuland een zelfstandige gemeente. Hierna werd het

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Werk en Mantelzorg. mei 17

Feiten en cijfers. Werk en Mantelzorg. mei 17 Feiten en cijfers Werk en Mantelzorg mei 17 1 Maatschappelijke ontwikkelingen Door de vergrijzing neemt de vraag naar zorg toe. Door de toename van de vraag nemen ook de zorgkosten toe. Door de verschuiving

Nadere informatie

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen Wmo-kanteling Raadpleging Inwonerpanel Dongen Even voorstellen 2 Stephan Dijcks GfK onderzoekt gedrag consumenten en burgers Beheer en onderzoek Inwonerpanel Dongen Uitvoerder landelijke Wmo-evaluatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie