Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep"

Transcriptie

1 Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Leonie van de Beek Masterscriptie Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam Juni 2009

2 Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Leonie van de Beek ( ) Masterscriptie Communicatiewetenschap Scriptiebegeleider: Dr. A.S. Velthuijsen Universiteit van Amsterdam Juni

3 Voorwoord Ineens is het dan zover; de scriptie is afgerond en dan ben je afgestudeerd. De afgelopen vier studiejaren zijn voorbij gevlogen. Voordat ik het wist was mijn laatste studiejaar aangebroken. Hoewel je een scriptie alleen schrijft, betekent dit niet dat andere mensen geen bijdrage hebben geleverd aan het eindresultaat. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleider Aart Velthuijsen hartelijk bedanken voor zijn tijd en geduld. Tijdens de begeleidingsuren heeft hij mij altijd met verassende praktijkvoorbeelden weten te inspireren voor mijn onderzoek. Daarnaast wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor een luisterend oor tijdens mijn scriptieperiode. Het schrijven van een scriptie gaat namelijk makkelijker als je ideeën kunt spuien bij anderen. Ten slotte wil ik de studenten bedanken die proefpersoon zijn geweest in mijn experiment. Leonie van de Beek Amsterdam, juni 2009

4 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 Sociale beïnvloeding 4 Theory of reasoned action 4 Referentiegroepen 6 Uniformiteit 8 Betrokkenheid 9 Methode 12 Onderzoeksontwerp 12 Stimulusmateriaal 12 Procedure 16 Vragenlijst 16 Resultaten 19 Proefpersonen 19 Toetsing van hypothesen 19 Overige resultaten 23 Discussie 28 Onderzoeksvraag en hypothesen 28 Sterkte- en verbeterpunten 30 Literatuur 32 Bijlage 34 Vragenlijst 34 1

5 Samenvatting De afgelopen jaren zijn er veel onderzoeken uitgevoerd naar de werking van sociale beïnvloeding. In deze studie is het fenomeen van sociale beïnvloeding bij studenten onderzocht in relatie met de uniformiteit van de mening van de referentiegroep. Het onderzoek is opgezet aan de hand van de Theory of reasoned action (Ajzen & Fishbein, 1980). Door middel van een experiment is de gedragsattitude en -intentie van de proefpersonen onderzocht. Proefpersonen kregen een rubriek van een blad te lezen waarin een aantal Communicatiewetenschapstudenten de Apple iphone 3G bespreken, deze studenten vormden de referentiegroep in het onderzoek. Na het lezen van deze tekst, moesten de proefpersonen zelf de iphone evalueren. Verwacht werd dat Communicatiewetenschapstudenten de mening van de referentiegroep meer zouden volgen dan de niet-communicatiewetenschap studenten. Deze verwachting is niet uitgekomen. Het onderzoek heeft wel uitgewezen dat de uniformiteit van de mening van de referentiegroep significant de productevaluatie van de iphone, de waardering en de aankoopintentie, van het individu beïnvloedt. Tevens is getoetst of productbetrokkenheid een indirecte invloed heeft op dit effect, dit bleek niet het geval te zijn. In het verslag worden de sterke punten en de beperkingen van het onderzoek behandeld en worden suggesties gegeven voor vervolgonderzoek. 2

6 Inleiding Uren surfen op het web op zoek naar voorbeelden van reclames voor de iphone heeft weinig opgeleverd. Voorbeelden van massamediale affiches, billboards of reclameslogans ter promotie van de iphone zijn niet gemakkelijk te vinden. Hoe is het mogelijk dat dit product dan toch een groot succes is bij de consument? Opvallend is dat reclame voor de iphone schaars is, maar dat de iphone op veel internetfora wel uitvoerig besproken wordt. Mensen delen hun ervaringen met het toestel en voor- en tegenstanders proberen elkaar te overtuigen met standpunten als De enige iphone killer is de volgende iphone of Voor mij nóóit meer een iphone. Op internet zijn zelfs speciale gespreksgroepen ontstaan onder iphone fans. Samen tellen de iphone fanaten af naar de opvolger van de Apple iphone 3G die eind van deze maand in de winkel verschijnt. De klassieke reclamestrategie waarin één reclameboodschap bestemd is voor miljoenen mensen wordt duidelijk niet toegepast om de verkoop van de iphone te stimuleren. Consumenten beïnvloeden elkaar in hun mening over de iphone en maken op deze manier het product tot een commercieel succes. Hoewel massamedia de potentie hebben om reclamecampagnes aan een groot publiek te tonen, staan deze media niet garant voor het feit dat de boodschap het publiek ook daadwerkelijk bereikt. Eén centrale boodschap kan te algemeen zijn om een hele doelgroep te bereiken. Uiteraard is het onmogelijk om voor iedereen een aparte reclameboodschap te ontwikkelen. Een andere manier om reclameboodschappen aan te passen aan de ontvanger is door gebruik te maken van referentiegroepen. Marketeers proberen vaak consumenten over te halen tot het aanschaffen van bepaalde producten, door referentiegroepen waarmee de consument zich kan identificeren in reclames te gebruiken (Bearden & Etzel, 1982). Leden van een bepaalde groep worden bijvoorbeeld ingezet als spreekpersonen in advertenties om de consument te beïnvloeden. Op deze manier wordt de boodschap wel persoonlijker gemaakt, maar is de boodschap nog steeds bestemd voor een grote groep mensen. Marketeers proberen door de referentiegroepen druk uit te oefenen op individuen om te conformeren aan geldende groepsnormen en waarden. In dit onderzoek wordt de effectiviteit van dergelijke reclame-uitingen onderzocht aan de hand van een productevaluatie van de iphone. De onderzoeksvraag van deze studie luidt als volgt: In hoeverre speelt de uniformiteit van de mening van de referentiegroep een rol in sociale beïnvloeding bij de productevaluatie van een high involvement product? 3

7 In de vraagstelling komt een aantal belangrijke concepten naar voren. Deze zullen aan de hand van bestaande theorieën geoperationaliseerd worden. Het high involvement product dat centraal in dit onderzoek is de iphone. Verschillende theorieën zullen verduidelijkt worden aan de hand van de iphone. Sociale beïnvloeding Eén van de meest overtuigende determinanten van het gedrag van een individu, is de invloed die anderen mensen op het individu uitoefenen (Burnkrant & Cousineau, 1975). Dit proces wordt sociale beïnvloeding genoemd. Deutsch en Gerard (1955) onderscheiden twee vormen van sociale beïnvloeding; informationele en normatieve beïnvloeding. Informationele sociale beïnvloeding is de invloed om informatie te accepteren die verkregen wordt van anderen als bewijs over de werkelijkheid. Volgens Aronson, Wilkert en Akert (2005) accepteren mensen deze informatie, omdat anderen worden beschouwd als een informatiebron om ons gedrag te laten leiden. Individuen gaan er vanuit dat de interpretatie van anderen van een ambigue situatie meer correct is dan die van henzelf en dat ze juist zullen handelen wanneer ze het voorbeeld van anderen volgen. Onder normatieve sociale beïnvloeding wordt de invloed verstaan om te conformeren aan positieve verwachtingen van een andere persoon of groep (Deutsch & Gerard, 1955). Het concept conformeren wordt door Aronson et al. (2005) gedefinieerd als een verandering in gedrag dat veroorzaakt wordt door de daadwerkelijke of denkbeeldige invloed van anderen. Theory of reasoned action Dit onderzoek is opgezet aan de hand van de Theory of reasoned action (de theorie van beredeneerd gedrag) van Ajzen en Fishbein (1980). Deze theorie omschrijft het proces van sociale beïnvloeding en is gebaseerd op de veronderstelling dat mensen rationeel zijn en systematisch gebruik maken van de informatie die voor hen beschikbaar is. Ajzen en Fishbein (1980) gaan er vanuit dat mensen de consequenties van hun acties overdenken voordat ze besluiten om bepaald gedrag wel of niet te vertonen. Het doel van de theorie is om individueel gedrag te voorspellen en te begrijpen. De gedragsintentie van een persoon wordt gezien als de directe determinant van het daadwerkelijke gedrag. Gedragsintentie is dus een voorspeller van gedrag. Voor het begrijpen van het gedrag hebben Ajzen en Fishbein (1980) onderzocht wat de 4

8 determinanten van gedragsintentie zijn. In Figuur 1 wordt de theorie met de bijbehorende gedragsdeterminanten schematisch weergegeven. Attitude ten aanzien van het gedrag Intentie Gedrag Subjectieve norm Figuur 1 Theory of reasoned action (Ajzen & Fishbein, 1980). De intentie van een persoon is een functie van twee determinanten; een persoonlijke determinant en een determinant die de sociale invloed reflecteert. De persoonlijke determinant is de positieve of negatieve evaluatie van het te vertonen gedrag; de attitude ten aanzien van het gedrag. Zo kan de consument het kopen van een iphone positief of negatief evalueren. Om consumentengedrag te voorspellen en te begrijpen moeten volgens Ajzen en Fishbein (1980) de attitudes ten aanzien van het kopen van een product onderzocht worden, in plaats van de attitude ten aanzien van het product zelf. Hoewel in de praktijk vaak geldt dat naarmate de attitude van een persoon ten aanzien van een bepaald merk positiever wordt, de attitude om het merk te kopen ook positiever wordt, kunnen deze twee attitudes ook van elkaar verschillen. Een individu kan bijvoorbeeld een positieve attitude hebben ten aanzien van de iphone als merk, maar tegelijkertijd een negatieve attitude hebben ten aanzien van het kopen van de iphone door financiële redenen. De tweede determinant is de perceptie van het individu van de sociale druk die op hem ligt om het gedrag in kwestie wel of niet te vertonen. Deze determinant wordt de subjectieve norm genoemd. Mensen kunnen ervan overtuigd zijn dat voor hen belangrijke personen denken dat zij een iphone moeten kopen. Individuen hebben dus de intentie om bepaald gedrag te vertonen, wanneer ze het gedrag positief evalueren en wanneer ze ervan overtuigd zijn dat belangrijke anderen vinden dat zij het gedrag moeten vertonen. Ajzen en Fishbein (1980) onderscheiden vier elementen die in beschouwing moeten worden genomen bij het bestuderen van consumentengedrag. Variaties in deze elementen hebben invloed op de gedragsintentie en op de normatieve overtuigingen van 5

9 de consument. Het eerste element is het doel. Attitudes en gedragingen kunnen verschillen wanneer er gefocust wordt op een productcategorie in het algemeen (mobiele telefoons) of een specifiek product uit een categorie (de iphone). Het tweede element is de actie zelf. Mensen schaffen eerder een iphone aan wanneer deze betaald wordt door het bedrijf waarvoor ze werken, dan wanneer ze de telefoon zelf moeten betalen. Het derde element is de context van attitudes en gedragingen. Wanneer mensen individueel een telefoon gaan kopen kunnen ze zich anders gedragen, dan wanneer anderen bij de aankoop aanwezig zijn. Het laatste element is tijd. De attitude en gedragingen van mensen kunnen verschillen door de tijdsspan die wordt aangegeven bij intentievragen over de iphone. Het kan verschil maken wanneer het gaat om het kopen van een iphone binnen een week of over een jaar. Bij het opstellen van de vragenlijst zal rekening worden gehouden met deze vier elementen. Referentiegroepen De Theory of reasoned action (Ajzen & Fishbein, 1980) voorspelt dat individuen de mening van belangrijke anderen in beschouwing nemen wanneer ze moeten beslissen om zelf bepaald gedrag wel of niet te vertonen. Deze groep belangrijke anderen kan gedefinieerd worden als de referentiegroep waaraan individuen zich spiegelen (Bearden & Etzel, 1982). Volgens Childers en Rao (1992) zijn er twee soorten referentiegroepen. Ten eerste bestaan er normatieve referenten, zoals ouders, leraren en leeftijdsgenoten. Zij voorzien het individu van normen, attitudes en waarden door directe interactie. De tweede groep bestaat uit comparatieve referenten, bijvoorbeeld sporters en entertainmentfiguren. Deze personen staan sociaal gezien verder van het individu af. In deze studie wordt onderzoek gedaan naar normatieve referenten, namelijk leeftijdsgenoten. Kelley (1952) onderscheidt twee manieren waarop de referentiegroep de attitude van individuen kan beïnvloeden, die overeenkomen met de normatieve en informationele sociale beïnvloedingsprocessen van Deutsch en Gerard (1955). De normatieve functie van de referentiegroep is het voorzien van groepsnormen waarnaar het individu zich moet gedragen om beloningen te verkrijgen en straffen te vermijden. Een referentiegroep kan alleen deze functie vervullen wanneer de leden in een positie zijn om daadwerkelijk een persoon te kunnen belonen of straffen. De tweede functie is de informationele functie waarin een persoon de overtuigingen en attitudes van de groepsleden gebruikt om de juistheid van zijn eigen overtuigingen en attitudes te 6

10 beoordelen. Bij informationele referentie wordt de referentiegroep gebruikt om vast te stellen of de eigen overtuiging overeenkomt met die van de groep. Deze vorm van sociale beïnvloeding kan beschouwd worden als de algemene sociale invloed van de referentiegroep op het gedrag van het individu. Bij normatieve referentie spiegelt het individu zich aan de groep vanwege normatieve druk. Wanneer iemand moet besluiten om bepaald gedrag wel of niet te vertonen, kan hij de druk van referentiegroep voelen zonder dat deze fysiek aanwezig is. De normatieve en informationele functie van een referentiegroep zijn in veel gevallen met elkaar verweven en kunnen gelijktijdig in dezelfde groepsomgeving plaatsvinden. De grootte van de invloed die de referentiegroep uitoefent op de productkeuzes is afhankelijk van een aantal factoren. Ten eerste is de mate waarin het desbetreffende product bediscussieerd wordt met de referentiegroep van invloed (Bearden & Etzel, 1982). Ten tweede is de invloed van de referentiegroep afhankelijk van de mate waarin het product in het openbaar geconsumeerd wordt. Wanneer een product publiekelijk gebruikt wordt kunnen anderen controleren of een individu zich aanpast aan het gedrag van de (referentie)groep waartoe het behoort. Ten slotte is uit onderzoek van Childers en Rao (1992) gebleken dat leeftijdsgenoten een grote invloed uitoefenen op de aanschaf van luxeproducten. Childers en Rao (1992) geven hiervoor als verklaring dat de relatieve hoge prijs en het geassocieerde waargenomen risico het individu dwingen om te vertrouwen op de referentiegroep. Om de invloed van de referentiegroep te toetsen staat in dit experiment de iphone centraal. Voor dit product is gekozen, omdat de iphone de bovengenoemde producteigenschappen bezit. Leden van een groep gedragen zich eerder in overeenstemming met de rest van de groep, dan personen die niet tot deze groep behoren (Burnkrant & Cousineau, 1975). De groep waarmee een individu zich identificeert als een lid, wordt de ingroup genoemd (Aronson et al., 2005). De outgroup is elke groep waarmee een individu zich niet identificeert. Een lid van een groep met een sterkere cohesie ervaart meer druk om zich te conformeren aan het groepsgedrag, dan een lid van een groep met minder cohesie (Bearden & Etzel, 1982). Een hechte groep zal daarom meer invloed hebben op het gedrag van haar leden, dan een minder hechte groep. Benadrukt moet worden dat in dit onderzoek geen echte (fysiek aanwezige) groepen worden gebruikt, maar referentiegroepen. Dit zijn meer denkbeeldige groepen waarmee individuen zich identificeren. 7

11 Naar aanleiding van de theorie betreffende referentiegroepen is de volgende hypothese opgesteld: H1: Mensen die behoren tot de ingroup zijn eerder geneigd de mening van de referentiegroep te volgen, dan mensen die behoren tot de outgroup. Uniformiteit De uniformiteit die binnen een groep kan bestaan, kan een grote druk uitoefenen bij het communiceren binnen een groep (Festinger, 1950). Onder uniformiteit wordt de mate verstaan waarin de groep het met elkaar eens is; de groepsleden dragen dezelfde positieve of negatieve mening uit. Individuen blijken zich eerder te conformeren aan de groep wanneer de groep een uniforme mening uitstraalt (Festinger, 1950; Burnkrant & Cousineau, 1975; Cialdini & Goldstein, 2004; Kelley, 1967). Volgens Festinger (1950) zijn er twee omstandigheden waarin de invloed van uniformiteit op het gedrag van individuen groot is. De eerste situatie is wanneer uniformiteit ten goede komt aan het groepsbelang. De uniformiteit van de mening van de groepsleden zal invloed hebben op het individu, wanneer benadrukt wordt dat overeenstemming van de groepsleden nodig is om met de groep een bepaald doel te bereiken. Deze functie van uniformiteit is in dit onderzoek minder van belang, omdat het in het onderzoek niet gaat om het nemen van groepsbesluiten. Van groter belang is de tweede omstandigheid waarin de invloed van uniformiteit groot is. Meningen, attitudes en overtuigingen die mensen hebben moeten een basis hebben waaraan validiteit ontleend kan worden. Aan de ene kant kunnen mensen hun oordelen baseren op eigen ervaring, men is dan afhankelijkheid van fysieke realiteit. Om te beoordelen of de iphone een goede telefoon is kan iemand de telefoon uittesten door het zelf te gebruiken. Wanneer deze persoon ondervindt dat de iphone een goede telefoon is en iemand anders beweert dat de telefoon slecht is, zal de mening van het individu niet veel veranderen. Wanneer de validiteit van een oordeel gebaseerd is op eigen ervaring, is de afhankelijkheid van de mening van anderen namelijk laag. Aan de andere kant kunnen mensen, die niet in staat zijn de iphone fysiek te beoordelen, hun beoordeling volledig afstemmen op de mening van anderen. In dat geval is men afhankelijk van de sociale realiteit die door anderen gecreëerd wordt en heeft de uniformiteit van de mening van anderen een grote overtuigingskracht. 8

12 Venkatesan (1966) en Burnkrant en Cousineau (1975) hebben onderzoek gedaan naar de invloed van uniformiteit op de productevaluatie van individuen. In beide onderzoeken werden de proefpersonen blootgesteld aan de productevaluatie van een aantal medewerkers van het onderzoek die zich als proefpersoon voordeden. Daarna moesten de proefpersonen het product evalueren. Venkatesan (1966) benadrukt dat de productevaluaties van anderen de groepsnorm vaststellen waaraan de proefpersonen moeten voldoen. Burnkrant en Cousineau (1975) geven echter aan dat de productevaluaties van anderen niet per definitie de norm hoeven vast te stellen. Wanneer een individu een product wil aanschaffen dat andere leden uit de groep ook gekocht hebben, hoeft dit niet zo te zijn omdat het individu beloningen wil krijgen of straffen wil vermijden. De productevaluaties kunnen ook dienen om de waarde van het product vast te stellen en dus een informatieve functie hebben. Uit de bovenstaande tekst blijkt dat de mate van uniformiteit van de mening van anderen van invloed is op de productevaluaties van individuen en dat dit proces zowel een normatieve als een informatieve aard kan hebben. Bovendien geldt dat de invloed van uniformiteit het grootst is als mensen niet in staat zijn om een object fysiek te beoordelen (Festinger, 1950). In dit onderzoek zal deze veronderstelling getoetst worden aan de hand van de volgende hypothese: H2: Mensen die een uniforme boodschap gepresenteerd krijgen, zijn eerder geneigd om de mening van de referentiegroep te volgen, dan mensen die een niet-uniforme boodschap gepresenteerd krijgen. Betrokkenheid Volgens het Elaboration Likelihood Model (ELM) van Petty en Cacioppo (1981) kan attitudeverandering op twee manieren tot stand komen; door de centrale en de perifere route. De basis van het ELM is dat verschillende overredingstechnieken effectief kunnen werken, afhankelijk van de kans waarin een communicatieboodschap verwerkt wordt door het individu. Via de centrale route komt attitudeverandering tot stand door onder andere de sterkte van argumenten die gebruikt worden om iemand te overtuigen. Wanneer de neiging tot informatieverwerking groot is, zal de centrale route van het ELM in werking treden. Wanneer overreding volgens de centrale route plaatsvindt, is de mate van attitudeverandering afhankelijk van een aantal factoren; het aantal gedachten dat wordt gegenereerd door de boodschap, de waarde die men hecht aan deze gedachten 9

13 en het vertrouwen dat men heeft in die gedachten (Petty, Cacioppo, Strathman & Priester, 2005). Wanneer de neiging tot informatieverwerking laag is, vindt overreding plaats via de perifere route. In dit proces vindt minder cognitieve inspanning plaats; de perifere route treedt in werking wanneer een persoon berust op relatief simpele beslissingsstrategieën. Voorbeelden van deze oppervlakkige strategieën zijn het aantal argumenten waardoor men beïnvloed wordt of de aantrekkelijkheid van de spreekpersoon. De centrale en de perifere route tot attitudeverandering representeren de uiteinden van een continuüm waarin mensen aan de ene kant informatie volledig analyseren voordat ze een mening vormen en aan de andere kant een oppervlakkige evaluatie maken van de beschikbare informatie. Wanneer de persoonlijke relevantie van een product toeneemt, wordt het volgens het ELM belangrijker om een beredeneerde en een waarheidsgetrouwe mening te vormen (Petty, Cacioppo & Schumann, 1983). Dus wanneer mensen meer betrokken zijn bij een product, zijn mensen meer gemotiveerd om de cognitieve inspanning te leveren die nodig is om de ware aard van een product te achterhalen. De centrale route van het ELM treedt in dit geval in werking. Dit is gunstig ten aanzien van de gedragsattitude die op basis van deze intensieve informatieverwerking gevormd wordt, omdat attitudes via de centrale route relatief stabiel zijn en weerstand kunnen bieden aan tegenstrijdige communicatieboodschappen. Bovendien zijn deze gedragsattitudes goede voorspellers van het daadwerkelijke gedrag. De betrokkenheid van individuen bij een product varieert per persoon en versterkt de attitudevorming in het beïnvloedingsproces. Het proces van attitudeverandering dat door het ELM omschreven wordt, kan geïllustreerd worden aan de hand van de iphone. Een persoon die van plan is om een nieuwe iphone te kopen en een hoge betrokkenheid heeft bij het product, zal de productrelevante informatie die gepresenteerd wordt in een advertentie onderzoeken. Als de advertentie inhoudelijk overtuigend overkomt, zal deze persoon positieve attitudes vormen ten aan zien van de iphone. Echter als de informatie in de advertentie zwak is, zullen er geen positieve attitudes gevormd worden. Dit proces is volgens de principes van de centrale route. Iemand die niet van plan is om een nieuwe mobiele telefoon aan te schaffen en een lage betrokkenheid heeft, zal niet geneigd zijn de inspanning te leveren die vereist is om over de productrelevante argumenten in de advertentie na te denken. Personen met een lage betrokkenheid zullen zich eerder 10

14 focussen op de aantrekkelijkheid, de geloofwaardigheid of de prestige van de productaanbieder. Dit proces is volgens het principe van de perifere route van het ELM. Om het effect van betrokkenheid te onderzoeken is de volgende hypothese opgesteld: H3: Mensen met een hoge productbetrokkenheid worden minder beïnvloed door de mening van anderen en zijn daardoor minder gevoelig voor sociale beïnvloeding dan mensen met een lage productbetrokkenheid. De drie hypothesen die zijn opgesteld worden getoetst door middel van een experiment. In het experiment moeten proefpersonen de iphone evalueren. Voorafgaand aan deze evaluatie worden de proefpersonen blootgesteld aan een rubriek uit een blad waarin de iphone besproken wordt door anderen. Om de invloed van uniformiteit te toetsen zijn twee versies van de rubriek gemaakt; één waarin iedereen positief is over de iphone en één waarin zowel positieve als negatieve meningen weergegeven zijn. De proefpersonen krijgen één van deze versies te lezen. De invloed van de referentiegroep is getoetst door de proefpersonen in te delen in een ingroup en outgroup en door vervolgens de attitude van de proefpersonen te meten. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de inhoud van het experiment. 11

15 Methode Onderzoeksontwerp Het onderzoek heeft een twee-factor tussen personen design met uniformiteit (laag versus hoog) en referentiegroep (ingroup versus outgroup) als onafhankelijke variabelen. De uniformiteit heeft betrekking op de inhoud van de boodschap; de mening van studenten over de iphone. Een boodschap is niet-uniform wanneer de meningen verdeeld zijn en uniform wanneer iedereen dezelfde positieve mening uitdraagt. De tweede factor slaat op de studierichting van de proefpersonen. Studenten die Communicatiewetenschap studeren behoren tot de ingroup en studenten die een andere studie dan Communicatiewetenschap volgen behoren tot de outgroup. Op deze manier ontstaat er een experimenteel design met vier onderzoekscondities, zoals is weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 Experimenteel design. Ingroup Outgroup Totaal N Uniform Niet-uniform N= 133 Stimulusmateriaal Het stimulusmateriaal is een nabootsing van een rubriek uit Medium, een blad dat maandelijks gepubliceerd wordt door de studievereniging van Communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Dit blad is ontworpen met behulp van een professioneel computerprogramma. Het stimulusmateriaal bestaat uit drie pagina s; de eerste pagina is het voorblad van Medium en de daaropvolgende twee bladzijden vormen een vaste rubriek die in elke editie van het blad te lezen is. Het onderwerp dat centraal staat in de uitgave van het blad is de Apple iphone 3G. Op de tweede pagina komen vier (denkbeeldige) Communicatiewetenschapstudenten aan het woord, waarin zij hun mening over de iphone weergeven. Om te voorkomen dat de proefpersonen de personen op de foto s (her)kennen, zijn er op internet afbeeldingen gezocht van niet-nederlandse studenten. De derde pagina bestaat uit het verslag van een onderzoek naar de iphone dat is uitgevoerd door een testpanel. Aan de bovenkant van de pagina staat het testpanel afgebeeld en daaronder zijn de citaten van het panel 12

16 zichtbaar. Ten slotte is onderaan de pagina het oordeel van het testpanel uitgedrukt in een rapportcijfer tussen de één en de tien. Het volledige stimulusmateriaal is weergegeven in Figuur 1 tot en met 3. In de uniforme conditie zijn zowel de studenten op de tweede pagina als het testpanel op de derde pagina het met elkaar eens en wordt de iphone unaniem positief beoordeeld. De meningen van de studenten in de niet-uniforme conditie zijn echter verdeeld; de studenten lieten zich zowel positief als negatief uit over de iphone. Dit resulteert in een meer gematigd rapportcijfer dan het cijfer in de uniforme conditie. De verdeling tussen Communicatiewetenschap studenten en nietcommunicatiewetenschap studenten is gemaakt om een ingroup en een outgroup te creëren. Om deze variabele te manipuleren is ervoor gekozen om het blad Medium in het onderzoek te betrekken. Dit blad is gemaakt door en voor Communicatiewetenschapstudenten. De verwachting is dat de Communicatiewetenschapstudenten zich beter kunnen identificeren met de personen in het blad dan de niet-communicatiewetenschap studenten. Bovendien is het lidmaatschap van de groep benadrukt door in de vragenlijst zowel door middel van een open als een meerkeuzevraag, de studenten te vragen welke studie ze volgen. Figuur 1 Voorpagina stimulusmateriaal. 13

17 Figuur 2 Uniforme conditie. 14

18 Figuur 3 Niet-uniforme conditie. 15

19 Procedure De periode van dataverzameling liep van 3 april 2009 tot en met 15 april De proefpersonen zijn benaderd via een waarin gevraagd werd of ze mee wilden werken aan het onderzoek. De Communicatiewetenschapstudenten zijn geworven door deelnemers van verschillende Communicatiewetenschapwerkgroepen te benaderen. De andere helft van de proefpersonen, de niet-communicatiewetenschap studenten, zijn via vriendennetwerken verworven. Voor de start van het onderzoek werd aan de proefpersonen gevraagd of ze aandachtig een rubriek uit het blad Medium wilden lezen, dat maandelijks wordt uitgegeven door Mercurius, de studievereniging van Communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Om de authenticiteit van het nagebootste blad te vergroten werd vermeld dat de rubriek afkomstig is uit het komende nummer van de maand mei. Na het lezen van deze rubriek werd de proefpersonen vriendelijk verzocht om de bijbehorende vragenlijst in te vullen. Aan het eind van de vragenlijst werden de proefpersonen bedankt voor hun deelname aan het onderzoek. Na de afloop van het onderzoek vond een debriefing plaats en werden de proefpersonen op de hoogte gesteld van het werkelijke doel van het onderzoek. Vragenlijst De vragenlijst van het onderzoek is verspreid met behulp van een online applicatie van de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR), van de Universiteit van Amsterdam. Alle proefpersonen hebben dezelfde vragenlijst in moeten vullen aan de hand van de uniforme of de niet-uniforme versie van de rubriek van Medium. De proefpersonen zijn willekeurig aan één van de twee experimentele condities toegewezen. De vragenlijst bestaat in totaal uit twintig vragen, waarvan één open vraag, een aantal meerkeuzevragen en een aantal vragen met een 7-puntsschaal. Om ervoor te zorgen dat de proefpersonen zo eerlijk mogelijk antwoord gaven op de vragen zijn de proefpersonen vooraf aan het invullen van de vragenlijst ervan verzekerd dat hun antwoorden anoniem blijven. De items uit de vragenlijst zullen besproken worden. De eerste twee vragen hebben betrekking op de studie van de proefpersonen en zijn gesteld om te benadrukken of de proefpersonen behoren tot de ingroup of de outgroup. De eerste vraag is een open vraag en deze luidt als volgt: Wat studeer je?. De daaropvolgende vraag is een meerkeuzevraag waarin werd gevraagd Aan welke universiteit studeer je?. Op deze vraag zijn tien antwoorden mogelijk: Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam, Communicatiewetenschap, 16

20 Vrije Universiteit, Communicatiewetenschap, Universiteit Utrecht, Rechten, Universiteit van Amsterdam, Rechten, Vrije Universiteit, Rechten, Universiteit Utrecht, Politicologie, Universiteit van Amsterdam, Politicologie, Vrije Universiteit, Politicologie, Universiteit Utrecht en Anders, namelijk. De volgende vragen hebben, tenzij anders is aangegeven, een 7-puntsschaal antwoordcategorie die varieert van helemaal niet belangrijk tot heel erg belangrijk. In de vragenlijst is de productbetrokkenheid van de proefpersonen gemeten. Hierbij is naar het voorbeeld van Ajzen en Fishbein (1980) een onderscheid gemaakt tussen de betrokkenheid bij de productcategorie in het algemeen en bij het merk iphone. De betrokkenheid die de proefpersonen hebben bij mobiele telefoons in het algemeen wordt gemeten door item drie tot en met zes, deze luiden als volgt: Een mobiele telefoon is voor mij belangrijk, Ik zou makkelijk een week zonder mobiele telefoon kunnen leven, Voor mij is het belangrijk om een mobiele telefoon te hebben die er trendy uitziet en Ik vind het belangrijk om een mobiele telefoon te hebben met veel verschillende functies. Vervolgens is de betrokkenheid bij de iphone gemeten door item zeven ( Ik vind het belangrijk om een iphone te hebben ) en door item acht ( De iphone vind ik een betere telefoon dan andere telefoons ). Item veertien en vijftien meten de betrokkenheid van de iphone op een andere manier. Aan de hand van een meerkeuzevraag meet item veertien hoeveel geld de proefpersonen maximaal overhebben om een iphone aan te schaffen. De antwoordcategorieën zijn ingedeeld in prijzen vanaf dertien euro tot en met zesenzestig euro en zijn onderverdeeld in stappen van zeven. Het volgende item, item vijftien, is een maat om de waardering van de iphone te meten. De proefpersonen moeten de iphone beoordelen op een schaal één tot tien. De volgende vijf items zijn ontwikkeld om de normatieve gevoeligheid van de proefpersonen te meten. In item negen wordt gevraagd of de proefpersonen het belangrijk vinden om met anderen te praten over de eventuele aanschaf van een iphone ( Ik vind het belangrijk om met anderen te praten over de eventuele aanschaf van een iphone ). Het tiende item is een meerkeuzevraag waarbij de proefpersonen aangeven met wie ze zouden praten over de eventuele aankoop van een iphone. Bij deze vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk, te weten; Nee, met niemand, Ja, met familie, Ja, met vrienden, Ja, met winkelpersoneel of Anders, namelijk. De volgende drie items gaan in op hoe de proefpersonen zich gedragen ten opzichte van anderen met betrekking tot de iphone ( Wanneer ik aan anderen zou laten zien dat ik 17

21 een iphone heb, krijg ik een goed gevoel, Als ik iets koop vind ik het belangrijk om te weten of mijn vrienden het ook een interessant product vinden en Ik voel me zekerder wanneer ik dezelfde producten bezit als mijn vrienden ). Nu volgen de meer algemene items waarin gevraagd wordt naar het geslacht en de leeftijd van de proefpersonen. De laatste drie items zijn controle variabelen. In item achttien wordt gevraagd of de proefpersonen in het bezit zijn van een iphone. Wanneer dit het geval is, worden ze doorverwezen naar de eindpagina van het onderzoek. Als de proefpersonen geen iphone bezitten, moeten er nog twee vragen beantwoord worden, namelijk of ze een iphone zouden willen hebben en of ze van plan zijn om in de nabije toekomst een iphone aan te schaffen, de aankoopintentie. Een aantal items is van speciaal belang in het onderzoek. De hypothesen toetsen of de proefpersonen onder bepaalde condities de mening van de referentiegroep volgen. Dit wordt gemeten aan de hand van de waardering van de iphone (item vijftien) en de aankoopintentie (item twintig). 18

22 Resultaten Proefpersonen Aan het onderzoek hebben in totaal 133 studenten deelgenomen, waarvan 16,5 procent man en 83,5 procent vrouw is. De leeftijd van de proefpersonen varieert van achttien tot en met 32 jaar en de gemiddelde leeftijd is 22,3 jaar. Van de proefpersonen studeert 43,6 procent Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. De overige proefpersonen volgen een andere studie aan een hogeschool of universiteit in Nederland. De proefpersonen zijn willekeurig toegewezen aan één van de onderzoekscondities; de uniforme of de niet-uniforme conditie. Om de invloed van de referentiegroep te meten, zijn de proefpersonen opgesplitst in twee groepen. De eerste groep bestaat uit Communicatiewetenschapstudenten van de Universiteit van Amsterdam (de ingroup) en de tweede groep wordt gevormd door studenten die een andere studie dan Communicatiewetenschap volgen (de outgroup). Toetsing van hypothesen Om de hypothesen te toetsen is een aantal vragen samengevoegd om een schaal te maken waarmee de berekeningen uitgevoerd kunnen worden. Aan de hand van een vijftal vragen in de vragenlijst is gemeten in welke mate de studenten gevoelig zijn voor normatieve sociale beïnvloeding (item negen tot en met dertien). Eén van deze items, item tien, komt inhoudelijk niet overeen met de andere items en is in het verdere onderzoek buiten beschouwing gelaten. Een betrouwbaarheidsanalyse heeft uitgewezen dat de overgebleven vier items een betrouwbare schaal vormen (Cronbach s α =.74). Deze schaal heeft de naam normatieve gevoeligheid gekregen. Vervolgens zijn de proefpersonen ingedeeld in drie groepen aan de hand van hun normatieve gevoeligheid; mensen met een laag, gemiddeld en hoog niveau van normatieve gevoeligheid. De tweede schaal die is opgesteld is een schaal die de betrokkenheid meet van de proefpersonen bij de iphone. Verwacht werd dat item drie tot en met zes deze schaal zouden vormen. Voordat de vragen bij elkaar gevoegd konden worden, was het noodzakelijk om de antwoordschaal van item vier te hercoderen. In tegenstelling tot de andere antwoordschalen, was deze antwoordschaal negatief geformuleerd ten opzichte van betrokkenheid. Uit een betrouwbaarheidsanalyse bleek dat de schaal een acceptabele betrouwbaarheid zou krijgen wanneer item vier niet tot de schaal behoren (Cronbach s α =.65). Daarom bestaat deze schaal alleen uit item, drie, vijf en zes. 19

23 In het onderzoek worden drie hypothesen getoetst. Allereerst wordt verwacht dat mensen die behoren tot de ingroup (Communicatiewetenschapstudenten) eerder geneigd zijn de mening van de referentiegroep te volgen, dan mensen die behoren tot de outroup (niet-communicatiewetenschap studenten). De tweede hypothese voorspelt dat mensen die een uniforme boodschap gepresenteerd krijgen eerder geneigd zijn om de mening van de referentiegroep te volgen, dan mensen die een niet-uniforme boodschap gepresenteerd krijgen. De derde hypothese voorspelt dat mensen met een hoge productbetrokkenheid minder worden beïnvloed door de mening van anderen en daardoor minder gevoelig zijn voor sociale beïnvloeding, dan mensen met een lage productbetrokkenheid. Om de eerste hypothese (H1) te toetsen is een univariate variantieanalyse uitgevoerd met de waardering voor de iphone als afhankelijke variabele en de referentiegroepconditie als onafhankelijke variabele. Uit Tabel 2 blijkt dat de Communicatiewetenschapstudenten (de ingroup) en de niet-communicatiewetenschap studenten (de outgroup) de iphone op vrijwel met hetzelfde cijfer waarderen. Tabel 2 De invloed van de referentiegroep op de waardering van de iphone. Conditie Gemiddelde Standaarddeviatie N Ingroup 7,0 1,16 58 Outgroup 6,99 1,72 75 N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met 10. De toets wijst uit dat er geen significant verschil is tussen de in- en de outgroup in de waardering van de iphone (F(1, 132) = 0.02, ns). Dit houdt in dat de proefpersonen in de ingroup, de Communicatiewetenschapstudenten, niet eerder geneigd zijn om de mening van de referentiegroep te volgen dan de proefpersonen uit de outgroup. Het eerste deel van de tweede hypothese wordt hiermee niet ondersteund. Het tweede deel van de hypothese is ook getoetst door middel van een univariate variantieanalyse, met de aankoopintentie als afhankelijke variabele. In Tabel 3 is te zien dat de aankoopintentie van de Communicatiewetenschapstudenten lager is dan die van de nietcommunicatiewetenschap studenten, dit verschil is echter niet significant (F(1, 121) = 0.039, ns). Uit deze onderzoeksresultaten is dus gebleken dat Hypothese 1 niet ondersteund wordt. 20

24 Tabel 3 De invloed van de referentiegroep op de aankoopintentie. Conditie Gemiddelde Standaarddeviatie N Ingroup 2,36 1,38 56 Outgroup 2,41 1,52 66 N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met 7. De tweede hypothese (H2) is ook getoetst door middel van een univariate variantieanalyse, met het cijfer waarmee de proefpersonen de iphone waarderen als afhankelijke variabele en de onderzoeksconditie als onafhankelijke variabele. De resultaten laten zien dat de proefpersonen in de uniforme conditie gemiddeld een hoger cijfer geven aan de iphone (M= 7.30, SD= 1.36) dan de proefpersonen in de nietuniforme conditie (M= 6.67, SD= 1.59). Tabel 4 De invloed van uniformiteitconditie op de waardering van de iphone. Conditie Gemiddelde Standaarddeviatie N Uniform 7,30 1,36 63 Niet-uniform 6,67 1,59 70 N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met 10. De resultaten die zijn weergegeven in Tabel 4 zijn significant (F(1, 132) = 6.16, p <.05). Dit betekent dat de conditie waarin de proefpersonen zich bevinden, uniform dan wel niet-uniform, een voorspeller is van de mate waarin de proefpersonen de iphone waarderen. Volgens hypothese één zou de uniformiteitconditie naast de waardering voor de iphone, ook invloed hebben op de aankoopintentie. Ook dit is getest door middel van een univariate variantieanalyse, met de aankoopintentie als afhankelijke variabele en de uniformiteitconditie als onafhankelijke variabele. Tabel 5 De invloed van uniformiteitconditie op de aankoopintentie van de iphone. Conditie Gemiddelde Standaarddeviatie N Uniform 2,63 1,44 65 Niet-uniform 2,11 1,42 57 N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met 7.¹ ¹Noot: Het totaal aantal proefpersonen dat meegenomen is in deze meting wijkt af van het totaal aantal proefpersonen van het onderzoek, omdat het item over de aankoopintentie niet beantwoord is door mensen die al een iphone in hun bezit hebben. 21

25 Het verschil tussen de uniforme conditie en de niet-uniforme conditie in de aankoopintentie uit Tabel 5 blijkt significant te zijn (F(1, 121) = 8.39, p <.05). Dit houdt in dat de uniformiteitconditie naast de voorspeller van de waardering voor de iphone, ook de aankoopintentie voorspelt. De resultaten uit Tabel 4 en 5 ondersteunen Hypothese 2. De derde hypothese (H3) toetst het mediërende effect van de betrokkenheid van de proefpersonen bij het product, bij de relatie tussen de uniformiteitconditie en de waardering voor de iphone. Verwacht wordt dat hoe hoger de betrokkenheid is, hoe minder de proefpersonen beïnvloed worden door de mening van anderen. In de vragenlijst zijn twee soorten betrokkenheid opgenomen; de betrokkenheid bij mobiele telefoons in het algemeen en de specifieke betrokkenheid bij de iphone. Beide soorten betrokkenheid zullen getoetst worden. Om deze hypothese te testen is een meditatieanalyse uitgevoerd. Allereerst is er een univariate variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd, met het cijfer ter waardering voor de iphone als afhankelijke variabele en de uniformiteitconditie en de betrokkenheid bij de iphone als onafhankelijke variabele. Naast het significante effect van uniformiteitconditie op het cijfer (F(1, 131) = 4.17, p <.05), bleek ook de betrokkenheid bij de iphone een significant effect te hebben (F(1, 131) = 39.17, p <.05). Bovendien is uit deze analyse gebleken dat er geen interactieeffect bestaat tussen de uniformiteitconditie en de betrokkenheid bij de iphone (F(1, 131) = 0.78, ns). Vervolgens is de relatie tussen de uniformiteitconditie en het cijfer voor de iphone onderzocht door de Pearson productmoment correlatiecoëfficiënt te berekenen. Er bleek een zwakke, positieve correlatie te bestaan tussen de twee variabelen (r=.21, n= 133, p < 0.05). Hierbij geldt dat hoe uniformer de conditie, hoe hoger de waardering voor de iphone. Wanneer er een mediërend effect zou bestaan van betrokkenheid zou deze significante relatie wegvallen, als de variabele betrokkenheid in de meting wordt meegenomen. Dit is onderzocht door een multipele regressieanalyse uit te voeren met de uniformiteitconditie, het cijfer voor de iphone en betrokkenheid. De verklaarde variantie is R² =.61. De multipele regressie bleek significant te zijn (2,131) = , p < 05). Het effect van uniformiteitconditie en waardering voor de iphone is niet meer significant (bèta =.10, ns), zoals verwacht. Het aandeel van betrokkenheid in de verklaarde variantie het cijfer voor de iphone is wel significant en de bèta is bovendien hoger dan.60 (bèta =.76, p <.05). Vervolgens is de correlatie tussen uniformiteit en betrokkenheid berekend. De Pearson productmoment 22

26 correlatiecoëfficiënt bleek een zwakke, positieve maar niet-significante samenhang te hebben (r=.15, n= 133, ns). De betrokkenheid bij de iphone kan dus niet beschouwd worden als een mediërende variabele in de relatie tussen uniformiteitconditie en de waardering van de iphone. Dezelfde analyse is uitgevoerd met het cijfer voor de iphone als afhankelijke variabele, maar dan met uniformiteitconditie en de betrokkenheid van de proefpersonen bij mobiele telefoons in het algemeen. Uit de univariate variantieanalyse (ANOVA) is gebleken dat zowel uniformiteitconditie (F(1, 131) = 11.62, p <.05), als de betrokkenheid bij mobiele telefoons (F(15, 131) = 2.54, p <.05) een significant effect heeft om het cijfer dat gegeven wordt voor de iphone. Ook blijkt er een significant interactie-effect te bestaan tussen uniformiteitconditie en de betrokkenheid bij mobiele telefoons in het algemeen (F(13, 131) = 1.92, p <.05). De Pearson productmoment correlatiecoëfficiënt tussen uniformiteitconditie en het cijfer voor de iphone is hetzelfde als in de meting met de betrokkenheid bij de iphone (r=.21, n= 133, p < 0.05). Vervolgens is wederom door middel van een multipele regressieanalyse het mediërende effect van de betrokkenheid bepaald. De verklaarde variantie is R² =.10 en de multipele regressie bleek significant te zijn (R(2,131) = 7.37, p < 05). De samenhang tussen de uniformiteitconditie en het cijfer blijft bestaan (bèta =.18, p < 05), terwijl deze weg zou moeten vallen. Dit betekent dus dat de betrokkenheid bij mobiele telefoons in het algemeen geen mediërend effect heeft. Bovendien is er geen significante correlatie tussen de uniformiteitconditie en betrokkenheid bij mobiele telefoons. Ook is er door middel van een univariatie variantieanalyse getoetst of betrokkenheid een mediërend effect heeft op de relatie tussen uniformiteitconditie en aankoopintentie. Uit deze meting bleek er geen significante relatie te bestaan tussen uniformiteitconditie en aankoopintentie, waardoor er verder niet gekeken is naar de rol van betrokkenheid. Hypothese 3 wordt dus niet ondersteund door de onderzoeksresultaten. Overige resultaten De onderzoeksresultaten hebben uitgewezen dat een aantal verwachtingen niet zijn uitgekomen. In dit deel van de resultaten wordt geprobeerd om hiervoor een verklaring te zoeken. Tevens zal een aantal andere opvallende resultaten gepresenteerd worden. De eerste hypothese verwacht dat mensen die behoren tot de ingroup eerder geneigd zijn om de mening van de referentiegroep te volgen, dan mensen in de 23

27 outgroup. Deze hypothese is getest door de waardering van de iphone en de aankoopintentie van de ingroup en de outgroup te vergelijken. Dit leverde geen significante effecten op. Een andere manier om deze hypothese te testen is door de normatieve gevoeligheid van de leden van de ingroup te vergelijken met die van de leden van de outgroup. Volgens de verwachting zou de normatieve gevoeligheid van de ingroup hoger moeten zijn dan die van de outgroup. De resultaten van een univariate variantieanalyse met normatieve gevoeligheid als afhankelijke variabele en referentiegroep als onafhankelijke variabele suggereert dat de ingroup een hoger niveau van normatieve gevoeligheid heeft (M= 2.09, SD= 0.78) dan de outgroup (M=1.87, SD=.83). Dit verschil is echter niet significant (F(1, 132) = 2.42, ns). Een mogelijk verklaring voor het niet-significante effect van de referentiegroep op de waardering en de aankoopintentie van de iphone kan zijn dat de manipulatie van de referentiegroep niet toereikend was. Het criterium voor de referentiegroep, studenten van dezelfde studie, kan te specifiek zijn geweest waardoor ook leden van de outgroup (niet-communicatiewetenschap studenten) zich konden identificeerden met de referentiegroep (Communicatiewetenschapstudenten). De meerderheid van de proefpersonen (66.2%) studeert immers aan dezelfde faculteit van de Universiteit van Amsterdam; de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Deze studenten zouden zich ook verbonden kunnen voelen met de leden uit de referentiegroep en daardoor door hen beïnvloed kunnen worden. Om deze mogelijke verklaring te onderzoeken zijn de proefpersonen op een andere manier gegroepeerd. De proefpersonen die behoren tot de ingroup moeten nu een studie volgen aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Een multivariate variantieanalyse is uitgevoerd met de waardering van de iphone en de aankoopintentie als afhankelijke variabelen en de indeling van de referentiegroep per faculteit en de uniformiteitconditie als onafhankelijke variabelen. Tabel 6 De ingroup gegroepeerd per faculteit en de waardering iphone. Ingroup Outgroup Totaal N M SD M SD Uniform 7,29 1,10 7, Niet-uniform 6,53 1,39 6,42 1,84 57 Totaal N N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met

28 Zoals verwacht blijkt uit Tabel 6 dat de ingroup de iphone hoger waardeert dan de outgroup. Dit geldt zowel in de uniforme als in de niet-uniforme onderzoeksconditie. Het hoofdeffect van uniformiteit is wel significant (F(1, 121) = 6.46, p <.05), maar de invloed van de ingroup en outgroup verdeling is niet-significant (F(1, 121) = 0.27, ns). Tevens is de invloed gemeten van de referentiegroep per faculteit op de aankoopintentie van de iphone. De verschillen in de ingroup en outgroup zijn niet volgens de verwachtingen. De aankoopintentie van de outgroup is groter dan die van de ingroup in beide uniformiteitcondities. Bovendien is gebleken dat het effect van uniformiteit (F(1, 121) = 3.43, ns) en van de referentiegroep (F(1, 121) = 0.53, ns) nietsignificant is. Ook deze indeling van de ingroup bleek geen significant effect op te leveren. Het versoepelen van de voorwaarden van de ingroup bleek dus geen verschil te maken in het effect van de referentiegroep. Tabel 7 De ingroup gegroepeerd per faculteit en de aankoopintentie. Ingroup Outgroup Totaal N M SD M SD Uniform 2,58 1,37 2,75 1,62 65 Niet-uniform 2,03 1,37 2,26 1,56 57 Totaal N N= het aantal proefpersonen, het gemiddelde loopt van 1 tot en met 7. De mediatieanalyse waarmee de derde hypothese is getoetst heeft uitgewezen dat zowel de betrokkenheid bij de iphone als de betrokkenheid bij mobiele telefoons in het algemeen geen mediërende invloed heeft op het effect van uniformiteit op de waardering en de aankoopintentie van de iphone. Dit houdt in dat er geen indirect effect van betrokkenheid bestaat. Een multivariate variantieanalyse kan aantonen of betrokkenheid wel kan covariëren en dus een direct effect heeft op de waardering en de aankoopintentie. Deze analyse is uitgevoerd met waardering en aankoopintentie van de iphone als afhankelijke variabelen en uniformiteit en normatieve gevoeligheid als onafhankelijke variabelen. Item drie tot en met zes meten de betrokkenheid bij mobiele telefoons in het algemeen en zijn in de meting meegenomen als covariaten. Voorafgaand aan het uitvoeren van deze test is er gecontroleerd of er sprake is van een normale verdeling en dit bleek het geval te zijn. Uit de meting is gebleken dat twee items significant covariëren in de invloed die uniformiteitconditie en normatieve 25

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012 Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012 Leren en betrokkenheid H8 Leren? Leren? Marketeers willen de consument iets leren over hun producten/ diensten: hoe te gebruiken, waar te kopen etc. Leren? Marketeers willen de consument iets leren over

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Communicatie, discriminatie en conflict

Communicatie, discriminatie en conflict Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Accare Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk juli 2013 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CT (cliëntenthermometer)

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Cliëntenthermometer begeleiding kind

Cliëntenthermometer begeleiding kind Cliëntenthermometer begeleiding kind Accare Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk juli 2013 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CT (cliëntenthermometer)

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Accare Totaal Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2014 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CT

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

5701082 S. van den Putte

5701082 S. van den Putte Natascha Overbeek Voorstel 5701082 S. van den Putte 21-04-2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 6 2.1 Communicatiestrategieën 6 2.2 Koopintentie 8 3. Methode 12 3.1 Respondenten 12 3.2

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

To believe or not to believe?

To believe or not to believe? To believe or not to believe? Een onderzoek naar de geloofwaardigheid van online gezondheidsinformatie over chlamydia. Michelle van der Wolf 28 juni 2013 Masterscriptie Communicatiewetenschap Universiteit

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon MONKEY SEE, MONKEY DO? Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon Rôchelle Renfurm 5601525 Persuasive Communication Scriptiebegeleider: Dhr Aart Velthuijsen

Nadere informatie

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun 5 Discussie De theorievorming over meerderheids- en minderheidsinvloed is door de jaren heen gekenmerkt geweest door een aantal controverses. De eerste controverse betreft de verwerking van boodschappen

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES Een onderzoek naar het effect van leverings- en vraagschaarste in advertenties voor nieuwe en bestaande producten. Masterscriptie Jony van den Mosselaar s4057791 jony.mosselaar@gmail.com

Nadere informatie

Doelgroepen beschrijven

Doelgroepen beschrijven Consumentengedrag * H5 onderzoek naar consument, product en concurrentie (Floor en van Raaij) * Concept gekozen doelgroep (zowel algemene- als domeinspecifieke variabelen) bespreken * Aan de slag met moodboard

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Bachelorthesis. Rianne Meijers ANR: Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media

Bachelorthesis. Rianne Meijers ANR: Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media De invloed van gepersonifieerde reclamecampagnes op verantwoord eetgedrag Een onderzoek naar verandering van de intentie van gedrag na blootstelling aan een gepersonifieerde non-profit reclamecampagne

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Het gebruik van de Ooievaarspas door allochtonen en autochtonen

Het gebruik van de Ooievaarspas door allochtonen en autochtonen Dienst Communicatie Wetenschapswinkel Het gebruik van de Ooievaarspas door allochtonen en autochtonen Een onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op het gebruik van de kortingspas voor inwoners

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Effect toiletreclame Ziggo. Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778

Effect toiletreclame Ziggo. Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778 Effect toiletreclame Ziggo Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778 Achtergrond, doel- en probleemstelling In opdracht van Altermedia, in naam van Oskar van

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Samenvatting. BS Benjamin/ Brunssum. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Benjamin. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS Benjamin/ Brunssum. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Benjamin. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst BS Benjamin/ Brunssum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Benjamin Enige tijd geleden heeft onze school BS Benjamin deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Het is maar hoe je het bekijkt

Het is maar hoe je het bekijkt Het is maar hoe je het bekijkt Het onderzoek naar de invloed van betrokkenheid en soorten affect op de effectiviteit van framing Naam: Femmy Rosanne Hesseling Studentnummer: 6167810 Begeleider: Dr. S.

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Inleiding. Deel 2 De context

Inhoud. Deel 1 Inleiding. Deel 2 De context Inhoud Deel 1 Inleiding 1 en scenario s 1.1 Wat is consumentengedrag? 1.1.1 Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag 1.1.2 Waarop heet consumentengedrag betrekking? 1.1.3 Veranderend

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting. VS De Lans/ Brummen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans. Ouders vinden 'Sfeer' op school het belangrijkst

Samenvatting. VS De Lans/ Brummen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans. Ouders vinden 'Sfeer' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans Enige tijd geleden heeft onze school VS De Lans deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 223080 ouders en verzorgers

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking.

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. Tessa te Kaat Enschede, augustus 2008 Abstract Dit onderzoek

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Ömer is van Turkse afkomst en woont nu een jaar of tien in Nederland. Toen hij hier kwam vroeg hij zich

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen Lesbrief: Correlatie en Regressie Leerlingmateriaal Je leert nu: -een correlatiecoëfficient gebruiken als maat voor het statistische verband tussen beide variabelen -een regressielijn te tekenen die een

Nadere informatie

Samenvatting 2014/2015

Samenvatting 2014/2015 Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Til Enige tijd geleden heeft onze school BS De Til deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 214903 ouders en verzorgers

Nadere informatie

De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie

De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie Zou je door een andere focus en een andere manier van denken de kans op succes kunnen verhogen? In het praktijkonderzoek verschil

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) A.J. Schreuderschool Enige tijd geleden heeft onze school A.J. Schreuderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Energiedrankjes: een blikje overgewicht!

Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Bachelorscriptie Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Een experiment over de invloed van message framing en stemming op de attitude ten opzichte van het drinken van energiedrank en de intentie van

Nadere informatie

Road2Reality: Een nieuw middel in de campagne voor ontwikkelingswerk?

Road2Reality: Een nieuw middel in de campagne voor ontwikkelingswerk? Road2Reality: Een nieuw middel in de campagne voor ontwikkelingswerk? Stijn Loeber Wetenschappelijk begeleider: Dr. Saskia A. Schwinghammer Wetenschapswinkel Universiteit van Tilburg September 2007 Universiteit

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Social shopping: het nieuwe online winkelen Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Door: Margriet de Kroon (5673941) Masterscriptie Afdeling: Communicatiewetenschap;

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS De Ridderslag/ Gouda Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag Enige tijd geleden heeft onze school BS De Ridderslag deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Consumentengedrag. H5 onderzoek naar consument, product en concurrentie (Floor en van Raaij)

Consumentengedrag. H5 onderzoek naar consument, product en concurrentie (Floor en van Raaij) Consumentengedrag H5 onderzoek naar consument, product en concurrentie (Floor en van Raaij) In dit hoofdstuk: werking van marketingcommunicatie (onder hoge en lage betrokkenheid) betekenisstructuur van

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie