Telproblemen. K. P. Hart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Telproblemen. K. P. Hart"

Transcriptie

1 Telproblemen K. P. Hart 1. Theorie en opgaven voor zelfstudie Inleiding Iedereen weet wat tellen is. Hoeveel studenten zijn er in de collegezaal? Even tellen: één, twee, drie,..., éénenvijftig,... Wat hier wisundig gebeurt is het construeren van een bijectie tussen twee verzamelingen, namelij de verzameling die we willen tellen en een standaard verzameling: eentje van de vorm {1, 2, 3,..., n}. Nu is gewoon tellen een nogal saaie bezigheid en, zeer als de verzameling te tellen dingen groot is, de ans op fouten is niet nul. Als de verzameling een beetje gestructureerd is an het tellen soms efficiënter door slim in groepjes te verdelen, die te tellen en de resultaten op te tellen. In een collegezaal bijvoorbeeld un je vaa beter rij voor rij tellen en dan optellen. In dit hoofdstu zullen we aantal telmethoden behandelen; deze zullen ons in staat stellen allerlei pratische zaen aan te paen. Zo zullen we formules maen voor de volgende aantallen: 1. het aantal afbeeldingen van {1, 2,..., } naar {1, 2,..., n} 2. het aantal injectieve afbeeldingen van {1, 2,..., } naar {1, 2,..., n} 3. het aantal surjectieve afbeeldingen van {1, 2,..., n} naar {1, 2,..., } 4. het aantal bijectieve afbeeldingen van {1, 2,..., } naar {1, 2,..., n} 5. het aantal deelverzamelingen van {1, 2,..., n} met elementen Heel veel pratische problemen zijn tot de bovenstaande terug te voeren: Hoeveel mogelijheden zijn er om een lottoformulier in te vullen? Hoeveel verschillende speelhanden un je tegenomen bij een aartspel? Op hoeveel manieren unnen we een mentorgroep in twee (of drie groepjes verdelen voor het maen van het huiswer? Hoeveel tafelschiingen zijn er waarbij partners niet naast elaar zitten? Aan een ronde tafel, aan een rechthoeige tafel. Notatie Voor we verder gaan: we hebben wat notatie nodig om onze formuleringen wat ort te houden. De verzameling {1, 2,..., n} noteren we met n. Als X een verzameling is dan is P(X de familie van alle deelverzamelingen van X en met [X] geven we de familie deelverzamelingen die el elementen hebben aan. Het aantal elementen van een verzameling X noteren we met X. Opgave 1. Schrijf alle elementen van respectievelij [5] 0, [5] 1 en [5] 2 op. 1

2 2 K. P. Hart Afbeeldingen: machten Een afbeelding van naar n is, per definitie, een deelverzameling f van het product n met de eigenschap dat voor ele i er precies één j n is zó dat i, j f, en die j noteren we f(i. Hoeveel afbeeldingen van naar n zij er? Het tellen van deze deelverzamelingen is niet moeilij; je unt bij ele i de waarde f(i onafhanelij van de andere waarden nemen. Op die manier un je n afbeeldingen maen. Opgave 2. Hoeveel verschillende ettingen met honderd ralen un je rijgen als je voldoende ralen van vier leuren hebt. De telling wert oo als voor ele i een andere hoeveelheid waarden voorhanden is. Opgave 3. Kies een rijtje natuurlije getallen n 1, n 2,..., n. Toon aan: het aantal afbeeldingen van naar N met de eigenschap dat f(i n i voor alle i is gelij aan n 1 n 2 n. Opgave 4. Hoeveel verschillende nummerborden nieuwe stijl (cijfer - drie letters - twee cijfers zijn er mogelij? Opgave 5. Hoeveel deelverzamelingen heeft de verzameling? Aanwijzing: Ele deelverzameling bepaalt een functie van naar 2. Dit soort telproblemen omt veel in de ansreening voor: series worpen met munten en dobbelstenen unnen als functies naar respectievelij 2 en 6 opgevat worden. Opgave 6. Gooi twintig eer een zuivere munt; hoeveel uitomsten zijn er mogelij? Hoeveel bij twintig worpen met een zuivere dobbelsteen? Injecties en bijecties, faculteiten Een afbeelding f is injectief als uit i j altijd f(i f(j volgt. Hoeveel injectieve afbeeeldingen van naar n zijn er? We beijen een concreet voorbeeld: bij een aartspel als laverjassen of bridge rijgt ele speler dertien aarten. Als we even aannemen dat de aarten één voor één gedeeld worden dan ziet een speler een rijtje van dertien verschillende aarten voorbij omen. Dit omt overeen met een injectieve afbeelding van 13 naar 52. Voor de eerste aart hebben we 52 mogelijheden, voor de tweede nog 51,..., voor de dertiende nog 40. In totaal unnen we rijtjes langs zien omen. De algemene formule ziet er net zo uit: er zijn injectieve afbeeldingen van naar n. n (n 1 (n + 1 Opgave 7. Ga dit zorgvuldig na; waarom eindigt het product bij n + 1? (

3 Telproblemen 3 In het geval = n rijgen we het aantal bijectieve afbeeldingen van n naar zichzelf (de permutaties van n; dat aantal is dus n (n 1 1 dat product orten we af met n! (spree uit: n-faculteit. Mer op dat het product in formule ( geschreven an worden als n! (n! Oo deze formules hebben hun toepassing in de ansreening. Opgave 8. Wat is de ans dat een speler alleen rode aarten rijgt? Wat is de ans dat zij alle aarten van één van de vier leuren rijgt? Opgave 9. Wat is de ans op alle zes goed bij een lottotreing? Opgave 10. Op een (traditioneel feest zijn tien jongens en tien meisjes; er wordt een groepsdans gehouden waarbij ele seconde ele jongen één meisje de hand reit. De bedoeling is dat alle mogelije oppelingen een eer gerealiseerd worden. Hoe lang duurt de dans? Deelverzamelingen, binomiaalcoëfficiënten Onze bridge-speler is niet geïnteresseerd in de volgorde waarin de aarten binnenomen; zij sorteert ze zelf wel op een handige manier. Het gaat haar om de verzameling aarten in haar hand en we hebben net gezien dat die verzameling op 13! verschillende manieren gedeeld an worden. Het aantal speelhanden dat mogelij is is dus niet 52! 39! maar 52! 13! 39! Opgave 11. Wat is het aantal manieren om een lottoformulier in te vullen? De algemene formule voor het aantal deelverzamelingen van n met elementen is het product (, gedeeld door!: n! (!(n! dat laatste quotiënt omt in heel veel formules voor en heeft zijn eigen notatie geregen: ( n Dit wordt meestal als n-ies- of n-boven- uitgesproen en een binomiaalcoëfficiënt genoemd. Binomiaalcoëfficiënten Omdat de binomiaalcoëfficiënten op veel plaatsen vooromen gaan we ze wat beter beijen. Er zijn heel veel formules waar ze een rol spelen en formules die relaties tussen de coëfficiënten onderling geven. We beginnen eenvoudig, voor een paar waarden van is ( n eenvoudig te bepalen. ( Opgave 12. Toon aan: n ( 0 = n ( n = 1 en n ( 1 = n n 1 = n. Doe dit op twee manieren, algebraïsch en door naar de families deelverzamelingen te ijen die geteld worden.

4 4 K. P. Hart 1. Stelling. Als 0 n dan ( ( n n = n Opgave 13. Ga dit zelf op twee manieren na: door naar de formule te ijen en door een bijectie te maen tussen de families [n] en [n] n. Als n oneven is levert deze opgave oo een oplossing voor de volgende. Opgave 14. Toon aan dat n even veel deelverzamelingen met een even aantal elementen heeft als deelverzamelingen met een oneven aantal elementen. Aanwijzing: Definieer, voor A n een verzameling A als volgt: A = A \ {1} als 1 A en A = A {1} als 1 / A. Een belangrije gelijheid is de volgende 2. Stelling. Als n > > 0 dan geldt ( n + 1 = ( n + 1 Opgave 15. Bewijs deze stelling op twee manieren (a (b Door de breuen bij elaar op te tellen. n! ( 1!(n + 1! en ( n n!!(n! Door de familie [n + 1] twee groepen te verdelen: de verzamelingen waar n + 1 in zit en die waar n + 1 niet in zit. Deze stelling stelt ons in staat de binomiaalcoëfficiënten in een tabel weer te geven die beend staat als de Driehoe van Pascal, zie Figuur 1. El getal in de tabel is de som van de twee getallen die er lins- en rechtsboven staan. ( 0 0 ( 1 ( ( 2 ( 2 ( ( n+1 0 ( n ( n ( n 0 1 n ( n+1 1 ( n+1 2 ( n+1 n ( n+1 n+1 Figuur 1. De driehoe van Pascal Opgave 16. Bewijs op twee manieren: ( n+1 3 = n ( =0 2.

5 Telproblemen 5 We unnen Opgave 12 en Stelling 2 oo gebruien om de juistheid van de formule ( op een alternatieve manier te bewijzen. Als we, tijdelij, met B(n, het quotiënt in ( aanduiden en met C(n, het aantal elementen van [n] dan un je de opgave en het bewijs van de stelling oo opvatten als bewijzen van B(n, 0 = B(n, n = 1 en B(n + 1, = B(n, 1 + B(n,, en C(n, 0 = C(n, n = 1 en C(n + 1, = C(n, 1 + C(n,. Opgave 17. Bewijs, uitgaande van het bovenstaande, dat B(n, = C(n, voor alle n en. De binomiaalcoëfficiënten omen oo voor in een formule voor machten van a + b. 3. Stelling. Voor ele n geldt (a + b n = =0 ( n a n b Deze stelling un je op diverse manieren aantonen. je unt (a+b n geheel uitvermenigvuldigen, zonder te vereenvoudigen, en dan op te meren dat je, voor ele, precies evenveel producten met factoren b rijgt als deelverzamelingen van n met elementen. We ijen even naar (a + b 2 en (a + b 3 : en (a + b(a + b = a(a + b + b(a + b = aa + ab + ba + bb (a + b 3 = a(a + b 2 + b(a + b 2 = aaa + aab + aba + abb + baa + bab + bba + bbb In deze speciale gevallen un je eenvoudig nagaan dat ele deelverzameling van 2 en 3 precies één eer met b-en gevuld aanwezig is en dat we na vereenvoudiging de formule uit de stelling rijgen. We baseren ons bewijs op Opgave 12 en Stelling 2; we schrijven (a + b n = N(n, a n b =0 en we bewijzen dat de getallen N(n, dezelfde eigenschappen als B(n, en C(n, hebben. Begin met (a + b n+1 te schrijven als (a + b(a + b n : (a + b N(n, a n b =0 wer de haajes weg, er omt N(n, a n+1 b + =0 N(n, a n b +1. We herschrijven de tweede som: N(n, a n b +1 = N(n, 0a n b + N(n, 1a n 1 b N(n, na 0 b n+1 =0 =0 n+1 = N(n, 1a n+1 b =1

6 6 K. P. Hart Nu unnen we de beide sommen bij elaar optellen: N(n, 0a n + ( N(n, + N(n, 1 a n+1 b + N(n, nb n =1 Hieruit lezen we de volgende dingen af: N(n + 1, 0 = N(n, 0; N(n + 1, = N(n, + N(n, 1; en N(n + 1, n + 1 = N(n, n. Mer op dat N(1, 0 = N(1, 1 = 1 en dus volgt successievelij dat N(n, 0 = N(n, n = 1 voor alle n. Danzij de middelste formule volgt nu dat N(n, = ( n voor alle n en. Met behulp van deze stelling unnen we, door a en b slim te iezen, nieuwe formules afleiden. Opgave 18. Toon aan: n =0 ( n = 2 n. (NB dit wisten we al, zie Opgave 5. Opgave 19. Toon aan: n =0 ( 1( n = 0. (NB dit wisten we oo al, zie Opgave 14. Opgave 20. Toon aan: n ( n 2 =0 = ( 2n n. Opgave 21. Toon aan: ( n+m = ( n m i=0 i( i. Opgave 22. Bewijs: als l < n 2 dan ( n l < ( n. Opgave 23. Bewijs: ( 2n ( n,..., 2n? ( 2n n > 4 n. Aanwijzing: Wat is het gemiddelde van ( ( 2n 2n+1 0, 2n 1,..., Surjecties en verdelingen: het principe van inclusie-exclusie We gaan nu het aantal surjectieve afbeeldingen van n naar tellen. De algemene formule is wat lastiger te ontdeen dan die voor de injectieve en bijectieve afbeeldingen. Herinner dat een afbeelding f : n surjectief is als voor ele j een i n bestaat met f(i = j. We noteren het gewenste aantal als n. In een paar gevallen unnen we de waarde van n snel opschrijven. Om te beginnen: als = 0 of > n dan n = 0. Opgave 24. Ga na: n 1 = 1 en n n = n! Opgave 25. Toon aan dat n = 2 n 2. 2 Opgave 26. Bepaal n en n voor een aantal waarden van n. 3 4

7 Telproblemen 7 De methode waarmee we n gaan bepalen is als volgt. We beginnen met alle afbeeldingen van n to, dat zijn er n. Vervolgens bepalen we het aantal niet-surjectieve afbeeldingen en treen dat van n af. Hiertoe verdelen we de niet-surjectieve afbeeldingen in groepen: voor ele j schrijven we E(j = {f : j / f[n]}. Het enige dat we nu nog moeten doen is de vereniging j=1 E(j tellen. We doen, om te beginnen, het geval = 2 uit Opgave 25 nog eens, wellicht niet op de manier waarop je die opgave hebt gedaan. In dit geval bestaan E(1 en E(2 el uit één afbeelding, respectievelij die met constante waarde 2 en 1; we vinden dat E(1 E(2 precies twee elementen heeft en dus, inderdaad, n 2 = 2 n 2. Nu het geval = 3. We hebben drie verzamelingen E(1, E(2 en E(3 en we willen weten hoeveel elementen hun vereniging heeft. Om dat aantal te bepalen beginnen we met de individuele aantallen op te tellen: E(1 + E(2 + E(3 Dit getal is te groot omdat we de elementen van de doorsneden E(1 E(2, E(1 E(3 en E(2 E(3 dubbel geteld hebben. Dan treen we die aantallen er weer af: E(1 + E(2 + E(3 E(1 E(2 E(1 E(3 E(2 E(3 Echter, nu hebben we de elementen van E(1 E(2 E(3 drie eer meegeteld en oo weer drie eer weggelaten; om het juiste aantal te maen moeten we dat aantal er dus nog een eer bij optellen: E(1 + E(2 + E(3 E(1 E(2 E(1 E(3 E(2 E(3 + E(1 E(2 E(3 Teen een plaatje van drie verzamelingen om te zien hoe deze reenpartij in zijn wer gaat. Voor de verdere uitwering is het mooi dat alle E(i even groot zijn, namelij E(i = 2 n ; oo alle doorsneden E(i E(j zijn even groot: el heeft 1 n = 1 element en de totale doorsnede E(1 E(2 E(3 is leeg. We zien dat E(1 E(2 E(3 = 3 2 n 3 1 n + 0 n en dus n 3 = 3n 3 2 n n 0 n We hebben de factoren 1 n en 0 n even meegenomen omdat deze de structuur van de algemene formule al helpen laten zien. We unnen namelij oo schrijven n 3 ( 3 3 = ( 1 i (3 i n i Deze formule geldt oo algemeen i=0 4. Stelling. Als 0 < n dan geldt n ( = ( 1 i ( i n i i=0 Voor we het algemene bewijs geven ijen we nog even naar de afleiding van de formule voor n 3. We laten zien dat el element van E(1 E(2 E(3 inderdaad

8 8 K. P. Hart precies één eer geteld wordt. Neem een niet-surjectieve f : n 3 en ij naar het complement van f[n]. Als dat complement uit één punt bestaat, zeg 2, dan wordt f alleen bij E(2 geteld, zijn bijdrage aan alle andere termen is nul. Als het complement uit twee punten bestaat, bijvoorbeeld 1 en 2, dan is zijn bijdrage gelij aan = 1: de positieve 1-en omen van E(1 en E(2 en de 1 omt van E(1 E(2. Bewijs van Stelling 4. We tellen weer het aantal niet-surjectieve afbeeldingen, dat wil zeggen E(1 E(2 E( We beginnen weer met E(1 + E(2 + + E( ; de E(j hebben allemaal ( 1 n elementen; dus de som is gelij aan ( 1 n. Wegens dubbel tellen moeten we daar E(j1 E(j 2 van aftreen voor el tweetal {j1, j 2 }. Ele doorsnede heeft ( 2 n elementen en er zijn ( ( 2 doorsneden dus we rijgen 1 ( 1 n ( 2 ( 2 n. Maar nu tellen we de afbeeldingen in de doorsneden E(j 1 E(j 2 E(j 3 niet mee, dus we tellen hun aantallen bij ons totaal op; er zijn ( 3 van die doorsneden en die hebben el ( 3 n elementen. We zijn nu bij ( 1 ( 1 n ( 2 ( 2 n + ( 3 ( 3 n. Op stap i hebben we te maen met afbeeldingen die ten minste i waarden missen; die zitten in een doorsnede van de vorm E(j 1 E(j i. Daar zijn er ( i van en el heeft ( i n elementen. Als i oneven is treen we af, als i even is tellen we op; de bijdrage is dus ( ( 1 i 1 ( i n i Alles bij elaar omen we uit op ( ( 1 i 1 ( i n i i=1 i=1 niet-surjectieve afbeeldingen en dus op ( ( n ( 1 i 1 ( i n = ( 1 i ( i n i i surjectieve afbeeldingen. i=0 Stirling-getallen. Mer op: een surjectieve afbeelding f : n bepaalt een verdeling van n in niet-lege deelverzamelingen: voor i nemen we A i = {j : f(j = i}. De verdeling verandert niet als we de getallen in permuteren. Dus ele verdeling correspondeert met! surjectieve afbeeldingen. Conclusie het aantal manieren om n in niet-lege deelverzamelingen te verdelen is 1 n! en dat aantal wordt met { n } aangeduid; de getallen { n } worden Stirling-getallen van de tweede soort genoemd. Opgave 27. Op hoeveel manieren an een mentorgroep van tien studenten in drie groepjes worden verdeeld.

9 Telproblemen 9 Opgave 28. Op hoeveel manieren an een mentorgroep van tien studenten op min-of-meer eerlije manier in drie groepjes worden verdeeld. Met min-of-meer eerlij bedoelen we een dier-drie-vier-verdeling. Het principe van Inclusie-Exclusie In het bovenstaande bewijs zit een formule verstopt die we nu expliciet gaan maen. Neem een n-tal verzamelingen A 1, A 2,..., A n. We gaan A 1 A 2 A n bepalen en we volgen de methode uit het bovenstaande bewijs. Om dat wat netjes op te unnen schrijven voeren we wat afortingen in: 1. voor een deelverzameling I van n schrijven we A(I = i A A i; 2. voor n schrijven we T ( = { A(I : I [n] } Bijvoorbeeld: T (1 = n i=1 A i en T (2 = 1 i<j n A i A j. 5. Stelling. De volgende formule geldt A 1 A 2 A n = ( 1 1 T ( ( Deze stelling heet wel het Principe van Inclusie-Exclusie of oo de Zeefformule. Het is vaa gebruielij af te spreen dat A( = A 1 A 2 A n en dan unnen we formule ( oo als volgt opschrijven: =1 ( 1 T ( = 0 ( =0 Het bewijs gaat als in het geval van E(1 E(2 E(3. El punt van de vereniging draagt 1 bij aan het aantal elementen van die vereniging. We ijen wat de bijdrage van een punt x aan de rechterant van ( is. Hiertoe nemen we aan dat x tot l van de verzamelingen A i behoort, zeg A i1,..., A il. We beijen hoeveel x bijdraagt aan ele T (. De bijdrage aan T (1 is l: voor ele i j draagt hij 1 bij. De bijdrage aan T (2 is ( l 2 : er is een bijdrage van 1 aan A(i A(j precies dan als x A i en x A j. Evenzo is de bijdrage aan T (3 gelij aan ( l 3 en in het algemeen is de bijdrage aan T ( gelij aan ( l ; voor > l is die bijdrage dus gelij aan 0. De bijdrage van x aan de som n =1 ( 1 1 T ( is dus gelij aan l =1 ( 1 1( l. Pas nu Opgave 19 toe: l =0 ( 1( l = 0; breng alle termen op de eerste na naar rechts, er omt l ( l 1 = ( 1 1 =1 Dus het element x wordt aan de rechterant van ( oo precies één eer geteld. Deze formule un je gebruien om gegevens te controleren.

10 10 K. P. Hart Opgave 29. Er zijn 35 wisundestudenten die hun vooreur hebben uitgesproen voor bepaalde euzevaen: 18 studenten willen Logica (L doen, 23 willen Numeriee Wisunde (N volgen, 21 iezen voor Verzamelingenleer (V en 17 voor Reële Analyse (R. Verder willen er 9 L en N doen, 7 L en V, 6 iezen voor L en R, 12 doen N en V, 9 doen N en R, en 12 gaan voor V en R. Er zijn oo studenten die drie vaen iezen: 4 doen LNV, 3 doen LNR, 5 doen LVR en 7 doen NVR; er zijn 3 studenten die alles willen volgen. Is de administratie op orde? Opgave 30. Hoeveel getallen uit zijn deelbaar door 3, door 5, maar niet deelbaar door 7 en oo niet deelbaar door 11? Ballen in dozen Telproblemen zijn er in vele soorten maar vaa un je iets tot een standaardprobleem terugbrengen. Een veelgebruite standaardvorm is ballen in dozen stoppen. De uitgangssituatie is: we hebben n dozen, genummerd 1 tot en met n, en we hebben ballen. Op hoeveel manieren unnen we die ballen over de dozen verdelen? Die vraag is eigenlij een groot aantal vragen in één. We unnen namelij al meteen twee gevallen onderscheiden: 1. de ballen zijn allemaal verschillend (bijvoorbeeld genummerd 1 tot en met 2. de ballen zijn allemaal gelij Verder unnen we eisen aan de verdeling opleggen: 1. in ele doos ten hoogste één bal 2. het maat niet uit hoeveel ballen ele doos rijgt 3. in ele doos ten minste één bal We lopen de zes vragen die we zo rijgen langs. Verschillende ballen, ten hoogste één per doos Ele verdeling codeert een injectieve afbeelding van naar n; dit an dus op n!! manieren. Pratische situatie: een loterij met verschillende prijzen en waarbij iedereen één lot oopt/rijgt. Verschillende ballen, aantal per doos maat niet uit Nu codeert een verdeling een afbeelding f van naar n, gedefinieerd door: f(i = j als bal i in doos j omt. Het aantal verdelingen is dus gelij aan n. Pratische situaties: telefoonnummers tellen; een verloting met verschillende prijzen waar iedereen willeeurig veel lootjes an open. Verschillende ballen, ten minste één per doos Oo nu coderen we afbeeldingen naar n maar dan wel surjectieve afbeeldingen. Het aantal verdelingen is dus gelij aan n. Pratische situaties: een verloting evenveel loten als (verschillende prijzen en waarbij iedereen een lot heeft geocht.

11 Gelije ballen, ten hoogste één per doos Telproblemen 11 Nu ( omt een verdeling overeen met het iezen van een element van [n] ; dit an dus op n manieren. Pratische situatie: aanondigingen van een feestje uitdelen. De aanondigingen zijn identie en je wilt geen blaadje verspillen. Gelije ballen, aantal per doos maat niet uit Deze situatie hebben we, lijt het, nog niet gehad. Een pratisch voorbeeld: oejes uitdelen, waarbij het er heel oneerlij toe an gaan want de mogelijheid bestaat dat één persoon alle oejes rijgt. Hoeveel niet-negatieve geheeltallige oplossingen heeft de vergelijing x + y + z = 10? Bijvoorbeeld, x = 0 y = 0 en z = 10, of: x = 10, y = 0 en z = 0 (deze telt als een andere oplossing. De dozen zijn hier x, y en z, en de identiee ballen zijn tien 1-en. We unnen dit tot een deelverzamelingenprobleem terugbrengen. Dat gaat als volgt: leg alle dozen aan elaar in een rij, lijm ze eventueel aan elaar. Als we de ballen binnen ele doos op een rijtje leggen ontstaat een rij dingen die uit ballen en aan elaar gelijmde zijanten bestaat. In Figuur 2 is een situatie met negen ballen en vijf dozen te zien: de Figuur 2. Negen ballen in vijf dozen vier lijntjes geven de vastgelijmde zijanten weer tussen de dozen. De stippen geven de ballen weer: één in doos 1, twee in doos 2, nul in doos 3, de drie in zowel doos 4 als doos 5. Er staat dus een rij van dertien symbolen en zodra we de vier lijntjes op vier van de dertien pleen hebben geplaatst ligt de verdeling van de ballen oo vast. Dat beteent dat we ( ( 13 4 = 13 9 mogelije verdelingen van de negen ballen over de vijf dozen hebben. De algemen formule is nu niet moeilij meer: we moeten ballen en n 1 tussenschotten op een rij zetten. Dus: n 1 posities uit + n 1 iezen en daar de lijntjes zetten, in totaal ( + n 1 mogelij verdelingen. n 1 Opgave 31. Hoeveel oplossingen heeft de bovenstaande vergelijing x + y + z = 10? Gelije ballen, ten minste één bal per doos Deze situatie lijt oo nieuw maar is eigenlij bijna dezelfde als de vorige. Het is hier natuurlij nodig dat n. Als we eerst n ballen paen en er één in ele doos leggen unnen we daarna de rest, n ballen, weer willeeurig over de dozen verdelen. Het antwoord is dus ( n + n = 1 n 1 = ( 1 n 1 Opgave 32. Hoe un je direct zien dat het antwoord ( 1 n 1 moet zijn?

12 12 K. P. Hart Opgave 33. Hoeveel positieve geheeltallige oplossingen heeft de vergelijing x + y + z = 10? Meer Opgaven Opgave 34. Los het probleem van de identiee ballen die willeeurig over de n dozen verdeeld worden op. Aanwijzing: Zet de dozen tegen elaar aan, op een rij, en geef de wanden tussen de dozen aan met streepjes. Leg binnen ele doos de aanwezige ballen oo op een rij. Uit hoeveel symbolen bestaat de resulterende rij? Wanneer ligt zo n rij vast? Opgave 35. Los het probleem van de identiee ballen die over de n dozen verdeeld worden met in ele doos ten minste één bal op. Aanwijzing: Breng het probleem terug tot het voorgaande. Opgave 36. Nog meer ballen en dozen. We hebben nog steeds n dozen en ballen. Schrijf = n, met ele i geheel en niet negatief. (a Op hoeveel manieren unnen we identiee ballen over de dozen verdelen, zó dat er i ballen in doos i omen? (b Op hoeveel manieren unnen we verschillende ballen over de dozen verdelen, zó dat er i ballen in doos i omen? Opgave 37. Neem n N, zet X = {0, 1,..., n 1} en definieer een afbeelding f : P(X N door f(a = i A 2 i. (a Toon aan dat f injectief is. (b Wat is het beeld van f? Aanwijzing: beij eerst wat eenvoudige gevallen: n = 1, n = 2, n = 3,... Opgave 38. Een beend probleem vraagt naar het aantal permutaties van n zonder depunten (den aan lootjes treen voor een Sinterlaasviering; we noemen dat aantal D n. We noteren de verzameling permutaties van n met S n en voor ele i schrijven we A i = {f S n : f(i = i} (dus n i=1 Ai bestaat uit de permutaties met een depunt. We definiëren A(I en T ( als boven. (a Bepaal A(I / Toon aan A(I = (n I!. (b Bepaal T ( / Toon aan T ( = ( n (n! (c Toon aan D n = n! n =0 ( 1 1.! (d Is de ans dat bij een groep van tien personen het lootjes treen in één eer lut groter of leiner dan 1? 2 Opgave 39. Een password van een TU Delft netid moet tenminste acht araters lang zijn en ten minste één cijfer, één leine letter, één hoofdletter en één symbool (niet-cijfer, niet-letter bevatten. Bepaal, uitgaande van een standaard QWERTY-toetsenbord (Figuur 3 het aantal geldige passwords van respectievelij zeven, acht, negen en tien araters. (Onderzoe of de spatie oo een geldig symbool is! Opgave 40. (a Voor ele n: hoeveel getallen van n cijfers zijn er waarvan de cijfers in niet-stijgende volgorde staan? (b Voor n 10: hoeveel getallen van n cijfers hebben hun cijfers in strit dalende volgorde?

13 Telproblemen 13 Figuur 3. QWERTY

Tellen. K. P. Hart. Delft, Faculty EEMCS TU Delft. K. P. Hart Tellen

Tellen. K. P. Hart. Delft, Faculty EEMCS TU Delft. K. P. Hart Tellen Tellen Tá scéiĺın agam K. P. Hart Faculty EEMCS TU Delft Delft, 16-9-2015 Dingen om te tellen afbeeldingen injecties surjecties bijecties deelverzamelingen van diverse pluimage Wat notatie Afkorting: n

Nadere informatie

NATUURLIJKE, GEHELE EN RATIONALE GETALLEN

NATUURLIJKE, GEHELE EN RATIONALE GETALLEN II NATUURLIJKE, GEHELE EN RATIONALE GETALLEN Iedereen ent getallen: de natuurlije getallen, N = {0,1,2,3,...}, gebruien we om te tellen, om getallen van elaar af te unnen treen hebben we de gehele getallen,

Nadere informatie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, 2010-2011 bachelor in de Wisunde, bachelor in de Fysica, bachelor in de Economische Wetenschappen en bachelor in de Wijsbegeerte Vrijdag 4 februari 2011, 8u30 Naam:

Nadere informatie

Differentiequotiënten en Getallenrijen

Differentiequotiënten en Getallenrijen Lesbrief 4 Binomiaalcoëfficiënten, Differentiequotiënten en Getallenrijen Binomiaalcoëfficiënten Het is beend dat (a + b 2 = a 2 + 2ab + b 2 en dat (a + b 3 = a 3 + 3a 2 b + 3ab 2 + b 3. In het algemeen

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Uitweringen Tentamen Wat is Wisunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Docenten: Barbara van den Berg & Carel Faber & Arjen Baarsma & Ralph Klaasse & Vitor Blåsjö & Guido Terra-Bleeer Opgave

Nadere informatie

Opgaven Bewijzen en Inductie 1 mei 2019, Datastructuren, Werkcollege.

Opgaven Bewijzen en Inductie 1 mei 2019, Datastructuren, Werkcollege. Opgaven Bewijzen en Inductie mei 09, Datastructuren, Wercollege. Gebrui deze opgaven, naast die uit het boe, om de stof te oefenen op het wercollege. Cijfer: Op een toets rijg je meestal zes tot acht opgaven..

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Universiteit Leiden, 2015 Wiskundewedstrijdtraining, week 14

Universiteit Leiden, 2015 Wiskundewedstrijdtraining, week 14 Universiteit Leiden, 0 Wisundewedstrijdtraining, wee Wee : reesen Een rees is een speciaal soort rij, dus: den altijd eerst na over convergentie! bijzonder: monotone, begrensde rijen convergeren In het

Nadere informatie

102 < 11. Je kunt ook snel na 102 < 10, 5 ( = 110, 25).

102 < 11. Je kunt ook snel na 102 < 10, 5 ( = 110, 25). DE FORMULE VAN MACLAURIN. Inleiding: de wortel uit 0. Als je nou eens geen reenmachine had, hoe bereen je dan de wortel uit 0? Met proberen om je een heel eind. 0 > 0 omdat 0 > 0 en 0 < omdat reenen dat

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Genererende Functies K. P. Hart

Genererende Functies K. P. Hart genererende_functies.te 27--205 Z Hoe kun je een rij getallen zo efficiënt mogelijk coderen? Met behulp van functies. Genererende Functies K. P. Hart Je kunt rijen getallen op diverse manieren weergeven

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Opgaven Kansrekening Datastructuren, 29 mei 2019, Werkgroep.

Opgaven Kansrekening Datastructuren, 29 mei 2019, Werkgroep. Opgaven Kansreening Datastructuren, 9 mei 019, Wergroep. Gebrui deze opgaven, naast die uit het boe, om de stof te oefenen op het wercollege. Cijfer: Op een toets rijg je meestal zes tot acht opgaven.

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

4.1 Rijen. Inhoud. Convergentie van een reeks. Reeksen. a k. a k = lim. a k = s. s n = a 1 + a 2 + + a n = k=1

4.1 Rijen. Inhoud. Convergentie van een reeks. Reeksen. a k. a k = lim. a k = s. s n = a 1 + a 2 + + a n = k=1 Reesen en Machtreesen Reesen en Machtreesen 4-0 Reesen en Machtreesen Inhoud. Rijen 2. Reesen Definities en enmeren Reesen met niet-negatieve termen Reesen met positieve en negatieve termen 3. Machtreesen

Nadere informatie

Introductie Coach-modelleren

Introductie Coach-modelleren Inhoud Introductie Coach-modelleren... Coach-modelleren versus Excel...4 Opgave: Kennismaing met Coach-Modelleren...4 Satellietbanen in COACH-Modelleren...5 Opgave: GPS-satelliet...5 Alleen voor de geïnteresseerden...7

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie Discrete Structuren Piter Dystra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 12 februari 2008 INLEIDING Discrete Structuren Wee1: Inleiding Onderwerpen

Nadere informatie

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema Automaten Informatica, UvA Yde Venema i Inhoud Inleiding 1 1 Formele talen en reguliere expressies 2 1.1 Formele talen.................................... 2 1.2 Reguliere expressies................................

Nadere informatie

Oplossen van lineaire differentiaalvergelijkingen met behulp van de methode van Leibniz-MacLaurin

Oplossen van lineaire differentiaalvergelijkingen met behulp van de methode van Leibniz-MacLaurin Oplossen van lineaire differentiaalvergelijingen met behulp van de methode van Leibniz-MacLaurin Calculus II voor S, F, MNW 7 november 2005 1 De n-de afgeleide van het product van twee functies Voor we

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Meetkundige berekeningen

Meetkundige berekeningen Meetundige bereeningen 0. voorennis Sinus, cosinus en tangens De sinusregel In ele driehoe ABC geldt de sinusregel: sin cos B = c b B = c a tan B = a b Afspraa Bij het bereenen van een hoe geef je het

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

is, dat de zijde met cijfer boven te liggen komt, evenzo als de kans voor de koningin 1 2

is, dat de zijde met cijfer boven te liggen komt, evenzo als de kans voor de koningin 1 2 Hoofdstuk III Kansrekening Les 1 Combinatoriek Als we het over de kans hebben dat iets gebeurt, hebben we daar wel intuïtief een idee over, wat we hiermee bedoelen. Bijvoorbeeld zeggen we, dat bij het

Nadere informatie

Examen Discrete Wiskunde donderdag 8 maart, 2018

Examen Discrete Wiskunde donderdag 8 maart, 2018 Examen Discrete Wiskunde 2017-2018 donderdag 8 maart, 2018 De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Gebruik hiervoor de ruimte onder de vraag; er is in principe genoeg

Nadere informatie

Kansrekening en statistiek WI2105IN deel I 4 november 2011, uur

Kansrekening en statistiek WI2105IN deel I 4 november 2011, uur Kansrekening en statistiek WI05IN deel I 4 november 0, 4.00 7.00 uur Bij dit examen is het gebruik van een (evt. grafische) rekenmachine toegestaan. Een formuleblad wordt uitgereikt. Meerkeuzevragen Toelichting:

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Examen Discrete Wiskunde donderdag 7 maart, 2019

Examen Discrete Wiskunde donderdag 7 maart, 2019 Examen Discrete Wiskunde 2018-2019 donderdag 7 maart, 2019 De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Gebruik hiervoor de ruimte onder de vraag; er is in principe genoeg

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

1 Rekenen in eindige precisie

1 Rekenen in eindige precisie Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Getallenverzameling = Verzameling van getallen met een bepaalde eigenschap

1.0 Voorkennis. Getallenverzameling = Verzameling van getallen met een bepaalde eigenschap 1.0 Voorkennis Getallenverzameling = Verzameling van getallen met een bepaalde eigenschap Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. = {0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,...} De getallen 0,

Nadere informatie

wiskundeleraar.nl

wiskundeleraar.nl 2015-2016 wiskundeleraar.nl 1. voorkennis Volgorde bij bewerkingen 1. haakjes 2. machtsverheffen. vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 4. optellen en aftrekken van links naar rechts Voorbeeld

Nadere informatie

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen

Nadere informatie

Verzamelingen deel 2. Tweede college

Verzamelingen deel 2. Tweede college 1 Verzamelingen deel 2 Tweede college herhaling Deelverzameling: AB wil zeggen dat elk element van A ook in B te vinden is: als x A dan x B Er geldt: A=B AB en BA De lege verzameling {} heeft geen elementen.

Nadere informatie

Uitwerking Opgaven Formele talen, grammaticas en automaten Week 1

Uitwerking Opgaven Formele talen, grammaticas en automaten Week 1 Uitwerking Opgaven Formele talen, grammaticas en automaten Week 1 Bas Westerbaan bas@westerbaan.name 24 april 2012 1 Opgave 1.1 Een goed en voldoende antwoord is: L 1 = L 2, want L 1 en L 2 zijn alle woorden

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 februari 2009 INLEIDING

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie   9 februari 2009 INLEIDING Discrete Structuren Piter Dystra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 9 februari 2009 INLEIDING Discrete Structuren Wee1: Inleiding Onderwerpen Elementaire

Nadere informatie

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j FLIPIT JAAP TOP Een netwerk bestaat uit een eindig aantal punten, waarbij voor elk tweetal ervan gegeven is of er wel of niet een verbinding is tussen deze twee. De punten waarmee een gegeven punt van

Nadere informatie

Convexe functies op R (niet in het boek)

Convexe functies op R (niet in het boek) Convee uncties op R (niet in het boe Een unctie : R R heet conve, als voor alle, R en ele λ [0,] geldt dat (λ + (-λ λ( + (-λ(. Voor een unctie op R beteent dit dat als je twee willeeurige punten op de

Nadere informatie

This item is the archived peer-reviewed author-version of:

This item is the archived peer-reviewed author-version of: This item is the archived peer-reviewed author-version of: Kettingbreuen, weefpatronen en de erststelling van Fermat Reference: Levrie Paul, Penne Rudi.- Kettingbreuen, weefpatronen en de erststelling

Nadere informatie

_., i _._ Lo-. -J EEN ANALYSE VAN EEN SPELLETJE MET DOMINOSTENEN. door. Jacob Wijngaard.

_., i _._ Lo-. -J EEN ANALYSE VAN EEN SPELLETJE MET DOMINOSTENEN. door. Jacob Wijngaard. _.,.....-..-...------.---i 7703520 -_._------ Lo-. -J EEN ANALYSE VAN EEN SPELLETJE MET DOMINOSTENEN door Jacob Wijngaard Bd/OR/75-06 Een veel beoefend spelletje met dominostenen is het volgende: Zet aile

Nadere informatie

In het vervolg gaan we steeds uit van een verzameling A bestaande uit n verschillende objecten. We geven de elementen van A een naam door ze te

In het vervolg gaan we steeds uit van een verzameling A bestaande uit n verschillende objecten. We geven de elementen van A een naam door ze te Tellen 1. Telproblemen Tussen sommige objecten maken we onderscheid (die beschouwen we dus allemaal als verschillend), bijvoorbeeld tussen de 26 letters van het alfabet, tussen een peer, een appel en een

Nadere informatie

Verwachtingswaarde en spreiding

Verwachtingswaarde en spreiding Les 13 Verwachtingswaarde en spreiding 13.1 Stochasten In een paar voorbeelden hebben we al gezien dat we bij een experiment vaa niet zo zeer in een enele uitomst geïneteresseerd zijn, maar bijvoorbeeld

Nadere informatie

Tentamen Numerieke Wiskunde (WISB251)

Tentamen Numerieke Wiskunde (WISB251) 1 Tentamen Numeriee Wisunde WISB51 Maa één opgave per vel en schrijf op ieder vel duidelij je naam en studentnummer. Laat duidelij zien hoe je aan de antwoorden omt. Onderstaande formules mag je zonder

Nadere informatie

Verwachtingswaarde en spreiding

Verwachtingswaarde en spreiding Les 3 Verwachtingswaarde en spreiding 3.1 Stochasten In een paar voorbeelden hebben we al gezien dat we bij een experiment vaa niet zo zeer in een enele uitomst geïneteresseerd zijn, maar bijvoorbeeld

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

De partitieformule van Euler

De partitieformule van Euler De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde

Tentamen Discrete Wiskunde Discrete Wiskunde (WB011C) 22 januari 2016 Tentamen Discrete Wiskunde Schrijf op ieder ingeleverd blad duidelijk leesbaar je naam en studentnummer. De opgaven 1 t/m 6 tellen alle even zwaar. Je hoeft slechts

Nadere informatie

Faculteit, Binomium van Newton en Driehoek van Pascal

Faculteit, Binomium van Newton en Driehoek van Pascal Faculteit, Binomium van Newton en Driehoek van Pascal 1 Faculteit Definitie van de faculteit Wisnet-hbo update aug. 2007 (spreek uit k-faculteit) is: k Dit geldt voor elk geheel getal k groter dan 0 en

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking oefenopgaven 4 VWO blok 3 les 1

Wiskunde D Online uitwerking oefenopgaven 4 VWO blok 3 les 1 Paragraaf De kansdefinitie Opgave a) Als de kikker verspringt, gaat hij van zwart naar wit, of andersom Hij zit dus afwisselend op een zwart en een wit veld Op een willekeurig moment is de kans even groot

Nadere informatie

Zin en onzin van de normale benadering van de binomiale verdeling

Zin en onzin van de normale benadering van de binomiale verdeling Zin en onzin van de normale benadering van de binomiale verdeling Jef Hendricx 1, 18 november 26 In lassiee handboeen van statistie worden ansen van de binomiale verdeling bereend met tabellen. Voor grotere

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Getallen, 2e druk, extra opgaven Getallen, 2e druk, extra opgaven Frans Keune november 2010 De tweede druk bevat 74 nieuwe opgaven. De nummering van de opgaven van de eerste druk is in de tweede druk dezelfde: nieuwe opgaven staan in

Nadere informatie

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4: Katern 4 Bewijsmethoden Inhoudsopgave 1 Bewijs uit het ongerijmde 1 2 Extremenprincipe 4 3 Ladenprincipe 8 1 Bewijs uit het ongerijmde In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel

Nadere informatie

Discrete Wiskunde, College 7. Han Hoogeveen, Utrecht University

Discrete Wiskunde, College 7. Han Hoogeveen, Utrecht University Discrete Wiskunde, College 7 Han Hoogeveen, Utrecht University Sommatiefactor methode (niet in boek) Doel: oplossen van RBs als Basisidee: f n a n = g n a n 1 + c n ; 1 Vermenigvuldig de RB met een factor

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college 6 van een vectorveld collegejaar college build slides Vandaag : : : : 14-15 6 22 september 214 51 1 2 3 4 5 Gradiënt van een vectorveld 1 VA vandaag Section 16.2 Hoofdstu 4 Definitie Een vectorveld

Nadere informatie

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven

Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven (1) Gegeven het 4 4 grid bestaande uit de 16 punten (i, j) met i, j = 0,..., 3. Bepaal het aantal driehoeken dat je kunt vinden zodanig dat ieder hoekpunt samenvalt

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

Uitwerkingen toets 9 juni 2012 Uitwerkingen toets 9 juni 0 Opgave. Voor positieve gehele getallen a en b definiëren we a b = a b ggd(a, b). Bewijs dat voor elk geheel getal n > geldt: n is een priemmacht (d.w.z. dat n te schrijven is

Nadere informatie

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Aanbevolen opgaven. Wat is oneindigheid? College 5

Vorig college. IN2505-II Berekenbaarheidstheorie. Aanbevolen opgaven. Wat is oneindigheid? College 5 Vorig college College 5 Algoritmiekgroep Faculteit EWI TU Delft Opsommers vs. Herkenners Church-Turing These Codering van problemen 23 april 2009 1 2 Aanbevolen opgaven Wat is oneindigheid? Sipser p. 163

Nadere informatie

Wiskundige Structuren

Wiskundige Structuren wi1607 Wiskundige Structuren Cursus 2009/2010 Eva Coplakova en Bas Edixhoven i Inhoudsopgave I Verzamelingen en afbeeldingen..... 2 I.1 Notatie........3 I.2 Operaties op verzamelingen...7 I.3 Functies.......10

Nadere informatie

Verzamelingenleer. Inhoud leereenheid 5. Introductie 9

Verzamelingenleer. Inhoud leereenheid 5. Introductie 9 Inhoud leereenheid 5 Introductie 9 1 Verzamelingen 10 2 Deelverzamelingen 15 3 Operaties op verzamelingen 20 3.1 Doorsnede en lege verzameling 20 3.2 Vereniging en verschil 24 3.3 Complement en universum

Nadere informatie

Tentamenset A. 2. Welke van de volgende beweringen is waar? c. N R N d. R Z R

Tentamenset A. 2. Welke van de volgende beweringen is waar? c. N R N d. R Z R Tentamenset A. Gegeven de volgende verzamelingen A en B. A is de verzameling van alle gehele getallen tussen de 0 en 0 die deelbaar zijn door, en B is de verzameling gehele positieve getallen deelbaar

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1

Combinatoriek groep 1 Combinatoriek groep 1 Recursie Trainingsweek, juni 009 Stappenplan homogene lineaire recurrente betrekkingen Even herhalen: het stappenplan om een recurrente betrekking van orde op te lossen: Stap 1. Bepaal

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1

Combinatoriek groep 1 Combinatoriek groep 1 Recursie Trainingsdag 3, 2 april 2009 Getallenrijen We kunnen een rij getallen a 0, a 1, a 2,... op twee manieren definiëren: direct of recursief. Een directe formule geeft a n in

Nadere informatie

Combinatoriek groep 2

Combinatoriek groep 2 Combinatoriek groep 2 Recursie Trainingsdag 3, 2 april 2009 Homogene lineaire recurrente betrekkingen We kunnen een rij getallen a 0, a 1, a 2,... op twee manieren definiëren: direct of recursief. Een

Nadere informatie

Inhoud leereenheid 13. Combinatoriek. Introductie 23. Leerkern 24. Samenvatting 45. Zelftoets 46

Inhoud leereenheid 13. Combinatoriek. Introductie 23. Leerkern 24. Samenvatting 45. Zelftoets 46 Inhoud leereenheid 13 Combinatoriek Introductie 23 Leerkern 24 13.1 Tellen, maar wat? 24 13.2 De ene verzameling is de andere niet, of toch wel? 27 13.3 Waar alle tellen mee begint 28 13.4 Herhalingsrangschikkingen

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen 8 december 2015, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

Verwachtingswaarde en spreiding

Verwachtingswaarde en spreiding Les 3 Verwachtingswaarde en spreiding 3.1 Stochasten In een aantal voorbeelden hebben we gezien dat we bij een experiment vaa niet zo zeer in een enele uitomst geïneteresseerd zijn, maar bijvoorbeeld wel

Nadere informatie

Discrete Wiskunde, College 2. Han Hoogeveen, Utrecht University

Discrete Wiskunde, College 2. Han Hoogeveen, Utrecht University Discrete Wiskunde, College 2 Han Hoogeveen, Utrecht University Productregel Als gebeurtenis Z bestaat uit de combinatie van delen X en Y, waarbij iedere mogelijkheid voor X kan worden gecombineerd met

Nadere informatie

Met passer en liniaal

Met passer en liniaal Met passer en liniaal Deze opdracht gaan over het teenen met passer en liniaal, oo wel construeren genoemd. Een liniaal gebrui je om rechte lijnen te teenen, dat an dus een recht latje zijn. Je mag daarvoor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Dus n n (a + b) n = a n + a n 1 b + heet een binomiaalcoëfficiënt (uitspraak n boven k ). Newton vond de

Dus n n (a + b) n = a n + a n 1 b + heet een binomiaalcoëfficiënt (uitspraak n boven k ). Newton vond de CONTINUE WISKUNDE: BINOMIUM VAN NEWTON EN RECURRENTE BETREKKINGEN Het Biomium va Newto Het Biomium va Newto is ee uitdruig voor a + b), waarbij a e b willeeurige getalle zij, e ee atuurlij getal I deze

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Je mag de syllabus en aantekeningen gebruiken, maar geen rekenmachine. Je mag opgaven 2.46, 2.49 en 8.13

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Met passer en liniaal

Met passer en liniaal Met passer en liniaal De opgaven in deze opdracht gaan over het teenen met passer en liniaal. Een liniaal gebrui je om rechte lijnen te teenen, dat an dus een recht latje zijn. Je mag daarvoor oo je geodriehoe

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016 IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij n een natuurlijk getal. In een dorp wonen n jongens en n meisjes. Voor het jaarlijkse bal moeten

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Het binomiaalgetal ( n

Hoofdstuk 1. Inleiding. Het binomiaalgetal ( n Hoofdstuk 1 Inleiding Het binomiaalgetal ( n berekent het aantal -combinaties van n elementen; dit is het aantal mogelijkheden om elementen te nemen uit n beschikbare elementen Hierbij is herhaling niet

Nadere informatie

handleiding formules

handleiding formules handleiding formules inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de grote lijn 3 bespreking per paragraaf 4 applets 4 1 rekenen en formules 4 2 formules maken 4 3 de distributiewet 5 4 onderzoek 5 tijdpad 6 materialen

Nadere informatie

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs! jij rekentrainer Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Groep blad 1 Hoe komt de hond bij het bot? Teken. Kleur de tegels. Kleur

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN 1.1 Waarschijnlijkheidsrekening 1 Beschouw een toevallig experiment (de resultaten zijn aan het toeval te danken) Noem V de verzameling van alle mogelijke uitkomsten

Nadere informatie

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen. Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als

Nadere informatie

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Getallensystemen, verzamelingen en relaties Hoofdstuk 1 Getallensystemen, verzamelingen en relaties 1.1 Getallensystemen 1.1.1 De natuurlijke getallen N = {0, 1, 2, 3,...} N 0 = {1, 2, 3,...} 1.1.2 De gehele getallen Z = {..., 4, 3, 2, 1, 0, 1,

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie

Rode Jas, Blauwe Jas. Afklokken. De Ladder van een Cruiseschip

Rode Jas, Blauwe Jas. Afklokken. De Ladder van een Cruiseschip Inleiding We hebben altijd gedacht dat onze hersencellen eindig waren, zoals spliterwten in een pot: als je ze eruit haalt, ben je ze voor altijd wijt. Daardoor zouden onze mentale vermogens steeds verder

Nadere informatie