Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

Vergelijkbare documenten
Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD GEEN BELANGENVERSTRENGELING

Instructie geeft lucht

Medicamenteuze therapie bij COPD

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Casusschetsen astma/copd

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016

De nieuwe standaarden astma en COPD. Wat is nieuw

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts

Transmurale werkafspraken

Disclosure belangen spreker

Van ziektelast naar gezondheidswinst Ans Nicolasen, POH Robbert Behr, kaderhuisarts astma-copd

Astma. Chronos, 14 juni Regien Kievits, kaderarts astma/copd

dubbeldiagnose Workshop deel 1 Dhr. R Indeling workshop POH - HA overleg

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Interline januari Astma/COPD versie 2009 casusschetsen

COPD, Emfyseem, spiroflow. 16 oktober 2018 Chantal Kroese - Bovée

Afbakening. Casus A Wim van Wanten. Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie

Afbakening. Casus Wim van Wanten Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:

Nieuwe medicatie voor astma / COPD

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen

Workshop ACQ en CCQ Het gebruik in de dagelijkse praktijk. Adembenemend 2015 Hetty Cox, kaderarts astma/copd

SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni Scharnierconsult. Uitgangspunt

Indeling workshop. De Machinist oktober 2014 Chantal Kroese Karin Aulbers DUBBELDIAGNOSE ASTMA & COPD

Zorgroep Kennemer lucht

Zorgstandaard COPD: de patiënt centraal? Hans Berg Mireille Ballieux

De RTA COPD juni De RTA de achtergrond Uitgangspunt: de integrale gezondheidstoestand

Acetylcysteïne wordt niet aanbevolen bij de behandeling van COPD, omdat geen voordeel is aangetoond ten opzichte van placebo. fenoterol/ipratropium

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Methacholine-provocatietest. bij overgevoelige luchtwegen

Bijsluiter gebruik COPD-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Diagnostiek van COPD: van spirometrie tot ziektelastmeter. Hanneke de Jong Meriam van der Zon Guus van der Meijden

Voorbeeld consultatieaanvraag: expertteam COPD/Astma

Stichting Gezond Monnickendam Protocol COPD Diseasemanagement HA/POH/PA

Indeling presentatie

Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016

ASTMA PROTOCOL CELLO. Leiden

Indeling presentatie

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Wie staat er nu eigenlijk centraal? Oefenen met ziektelast. Van protocol naar persoonsgerichte zorg. Huis van de persoonsgerichte zorg

Disclosure belangen spreker

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts

COPD PROTOCOL. CELLO Leiden. Auteur: Mw. M. v. Mierlo, praktijkondersteuner

copd-behandeling breder dan alleen medicatie

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

OBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien. Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze

Stichting Gezond Monnickendam. Protocol COPD Diseasemanagement HA/POH/PA

NHG-standaard COPD Anno 2015

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA.

MEDICATIE BIJ ASTMA EN COPD: DE BOMEN EN HET BOS...

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Inhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist

DUODAGEN NWU november. Roel Wennekes Jelmer Haanstra Jouke Hanje

NHG-Standaard COPD (derde herziening)

Ziektelastmeter: adviezen eerstelijn

COPD anno 2018/(2019) Eef Vanderhelst Universitair Ziekenhuis Brussel

Versie augustus Zorgprotocol COPD

Inhalatiemedicatie en techniek Netwerkavond Fynon

Astma bij Kinderen. Adembenemend 2015 Hans Berg, Regien Kievits

Introductie Boehringer Ingelheim

Astma; moeilijk of ernstig?! Marianne van Nieuwamerongen Physician Assistant longziekten

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018

Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet.

Longfunctie HISTAMINEDREMPEL BEPALING

Huisarts en longarts ernstig astma

De toekomst van COPD zorg in de huisartspraktijk

Doelstelling: Inhoud workshop. Spirometrie voor experts. Discussie. Na de workshop is de cursist in staat

klacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een

VRAGEN OVER GESTELDE VEEL COPD

COPD en Comorbiditeit

Disclosure belangen spreker

KNMP-richtlijn COPD Geautoriseerd 20 maart 2014

Palliatieve zorg bij COPD

Protocol COPD. Opgesteld door zorggroep RCH Midden-Brabant. Versienummer: Datum: februari COPD zorgprogramma, februari /21

LAN zorgstandaarden en NHG standaarden astma 2013 implementeren? Inkopen?

Piepjes en Pufjes. 8 september 2014

Histamine provocatietest

Longfunctieonderzoek bij kinderen

NHG-standaarden Astma bij volwassenen en COPD

Histamineprovocatietest

Uitgebreide Longfunctietest

Minutenschema zorgprogramma COPD (excl. Astma)

Wat is astma eigenlijk? 5 stellingen

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Conflict van belangen

Hoesten, en dan...? Huisartsensymposium Jon van Harten, longarts

PRAKTIJKMAP ZORGGROEP HAARLEMMERMEERKETENZORG. Samenvatting Zorgprogramma COPD

Datum afspraak: LONGFUNCTIE- ONDERZOEK Inspanningstesten. Tijd en onderzoeksduur: Stoppen met uw longmedicatie. Ja (zie blz. 1) Nee.

Minutenschema zorgprogramma COPD

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei Annejet Plaisier. kinderarts

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

RICHTLIJN COPD BELEID IN DE HUISARTSPRAKTIJK Geactualiseerde versie, juli 2014 Netwerkzorg COPD Waterland, Stichting Gezond Monnickendam

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan.

Versie maart Zorgprotocol COPD

Handleiding Periodieke Controles

Transcriptie:

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD DISCLOSURE IN DE BELANGEN HUISARTSENPRAKTIJK SPREKERS: IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK GEEN BELANGENVERSTRENGELING 29 januari + 30 januari 2015 16 februari en 17 februari 2017 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Medicatie bij COPD: Therapie op maat? RICCARDO FORNARO EN ROBBERT BEHR, KADERHUISARTSEN ASTMA/COPD Programma Inleiding De last van COPD Behandeldoelen Farmacotherapie volgens NHG-standaard Plaats van luchtwegverwijders Plaats van inhalatiecorticosteroïden Dubbeldiagnose astma én COPD COPD bij niet-rokers Exacerbaties 3 4 Begrip COPD COPD is een aandoening die wordt gekarakteriseerd door een niet volledig reversibele luchtwegobstructie die in het algemeen progressief is en wordt veroorzaakt door een abnormale ontstekings- reactie van de longen op schadelijk deeltjes of gassen Pathofysiologie COPD Als gevolg van het chronisch inflammatoir proces ontstaat bronchusobstructie, hypersecretie van mucus, airtrapping en hyperinflatie, en uiteindelijk gaswisselingstoornissen, pulmonale hypertensie en cor pulmonale NHG standaard COPD 2015 5 NHG-standaard COPD 2015 6 1

Vervolg pathofysiologie GOLD indeling van COPD INDELING FEV1/FVC Z-score FEV1 % voorspeld prevalentie Bij een deel van de COPD-patiënten ontstaan metabole en systemische veranderingen (een gestoorde eiwitbalans en afname van spiermassa) die leiden tot een verminderde voedingstoestand. GOLD 1 Licht < 70% < -1,64 80 28% GOLD 2 Matig ernstig < 70% < -1,64 50 FEV1 < 80 GOLD 3 Ernstig < 70 % < -1,64 30 FEV1 < 50 GOLD 4 Zeer ernstig < 70% < -1,64 < 30, of < 50 met chronisch longfalen 54% 15% 3% 7 8 Health Status and Airways Obstruction worst 100 80 60 Health status 40 20 r = 0.23 p < 0.0001 Behandeldoelen bij COPD Vermindering van klachten Verbeteren inspanningsvermogen Normalisering achteruitgang FEV1 Voorkómen van exacerbaties Uitstellen of voorkómen van invaliditeit of arbeidsongeschiktheid Verbeteren van kwaliteit van leven best 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 FEV 1 (% predicted) NHG-standaard COPD 2015 9 10 Interventies Medicamenteuze interventies alleen, hebben een beperkt effect op klachten, inspanningsvermogen, kwaliteit van leven en exacerbaties en dienen altijd gecombineerd te worden met niet-medicamenteuze maatregelen. Integrale gezondheidstoestand Een patiënt met COPD heeft niet alleen een fysiologische stoornis, maar ervaart ook klachten, beperkingen in het dagelijkse functioneren en problemen met kwaliteit van leven NHG standaard COPD 2015 11 12 2

Integrale gezondheidstoestand 4 domeinen Stoornis Klachten Beperkingen Kwaliteit van leven Assessment methoden Anamnese gericht op alle aspecten van de integrale gezondheidstoestand (incl. comorbiditeit) en de mate van adaptatie op alle relevante domeinen. Kwantitatief assessment CCQ MRC dyspnoe score Voedingstoestand (gewichtsverlies, BMI) longfuctiebeperking 13 14 Casus COPD De heer B., 61 jaar, rijschoolhouder van beroep, komt voor zijn COPD controle. De klachten zijn eigenlijk onveranderd en zoals altijd hoesten en slijm m.n. s ochtends en lichte kortademigheid bij inspanning (maar hij spant zich niet in, MRC score 1) Hij rookt al 45 jaar een pakje per dag. Een vorig jaar gemaakte X-thorax laat geen bijzonderheden zien. Vervolg Casus COPD Zijn voorgeschiedenis vermeldt geen allergie. Zijn klachten zijn begonnen toen hij 40 jaar oud was. Hij krijgt meer hoestklachten bij inspanning en rook. Hr. gebruikt ipratropiumbromide cyclocaps 40 mcg zonodig. Hij gebruikt geen andere medicatie. De longfunctie van het diagnostisch centrum is weer iets minder dan vorig jaar, elk jaar gaat hij ongeveer 75 ml gemiddeld achteruit. De meest recente longfunctie: Casus Hr. B. Hoesten en slijm m.n s ochtends Kortademig met inspanning MRC 1 Rookt, 45 pj (X th gb) Niet allergisch Meer klachten bij inspanning en rook Medicatie: ipratropiumbromide cyclocaps 4dd 40 mcg Longfunctie elk jaar ongeveer 75 ml achteruit Longfunctie typisch passend bij COPD Vraag 1. Wat ziet u als de beste behandeling voor de heer B.? 3

Vraag 3. Vraag 2. Helaas is de patient nog niet gemotiveerd om te stoppen met roken. Wat zou uw medicamenteuze beleid nu zijn? U ziet Hr. terug voor controle na 2 weken zoals afgesproken en Hr.B. vertelt, dat hij bij inspanning nog steeds benauwd is en dat het trouwe medicatiegebruik niet geholpen heeft. Wat gaat u nu doen met de medicatie? Vraag 4. Helaas heeft de aanpassing in de medicatie niet geholpen. Als Hr. nu ook meer kortademigheid zou zijn (MRC score naar 3, CCQ score 2,1 naar 2.7), wat zou dan uw beleid zijn? Vraag 5. Als Hr. allergisch zou zijn voor stof en katten, en als kind hij vaker bronchitis gehad zou hebben,wat zou dan uw medicamenteuze beleid zijn? Luchtwegverwijders Beta-agonisten = Beta-2mimetica SABA = Short Acting Beta Agonists LABA = Long Acting Beta agonists Salbutamol Terbutaline Formoterol Salmeterol Indacaterol Olodaterol Vilanterol Parasympaticolytica = Anticholinergica SAMA=Short Acting Musc Agon LAMA=Long Acting Musc Agon Ipratropium Tiotropium Glycopyronium Aclidinium Umeclidinium 23 24 4

Bijwerkingen SABA/LABA: tremor van handen en vingers hoofdpijn vaatverwijding hartkloppingen SAMA/LAMA: droge mond o Zelden: glaucoom, urineretentie Advies NHG standaard Lokale bijwerkingen kunnen verminderd worden door na het nemen van de medicatie de tanden te poetsen en/of de mond te spoelen. ICS: Candidiasis Heesheid 25 26 Nieuwe patiënten met COPD Begin met kortwerkende luchtwegverwijder Kies bij onvoldoende verbetering een andere kortwerkende luchtwegverwijder, óf Voeg een ander soort kortwerkende luchtweg- verwijder toe. NHG-standaard COPD 2015: Bij patiënten met COPD en weinig klachten (bijvoorbeeld MRC < 2 of CCQ < 1) kan inhalatiemedicatie achterwege blijven. 27 28 Nieuwe patiënten met COPD Bij niet behalen van behandeldoelen met kort- werkende luchtwegverwijders bij patiënten met matige tot ernstige COPD wordt overgegaan op onderhoudsbehandeling met langwerkende luchtwegverwijders LAMA LABA Zo nodig kunnen beide langwerkende luchtweg- verwijders worden gecombineerd Nieuwe patiënten met COPD Controle vindt telkens plaats na verandering van medicamenteuze behandeling en hierbij evalueert HA/POH of de patiënt voldoende verbetering ervaart Parameters zijn: Ernst van klacht Inspanningsvermogen (MRC) Kwaliteit van leven (CCQ) Ervaren beperkingen Nachtelijke klachten 29 30 5

Algoritme voor keuze device 34 Casus Hr. Pieterse De heer Pieterse, 61 jaar, dakdekker van beroep, komt van een andere huisarts en voor het eerst bij u voor zijn COPD controle. Aan zijn eerder gemaakte longfunctie ziet u dat hij matig ernstig COPD heeft met een FEV1 van 52 % van voorspeld, zonder reversibiliteit. De klachten zijn eigenlijk onveranderd en zoals altijd hoesten en slijm m.n. s ochtends en lichte kortademigheid bij inspanning. Vervolg casus dhr Pieterse Hr. rookt al 40 jaar een pakje per dag. Zijn voorgeschiedenis vermeldt geen allergie of bronchitis als kind. Zijn klachten zijn pas begonnen toen hij 39 was. Hij krijgt meer hoestklachten bij inspanning en rook. Hr. heeft van de vorige huisarts een combinatiepreparaat met 400 mcgr inhalatiesteroïden en een langwerkend B-mimeticum, dat hij 2 x maal daags gebruikt. Hr. ervaart hier baat bij. 6

Vervolg Casus hr Pieterse Nieuwe patiënt in de praktijk: Matig ernstig COPD, GOLD II, FEV1 52%vv Geen sprake van reversibiliteit COPD Klachten: hoesten en slijm en lichte dyspnoe bij inspanning klachten toename in rokerige omgeving Rookt, 40 pakjaren opgebouwd, X thorax gb Beroep: dakbedekker Geen atopie als kind Medicatie vorige huisarts: combinatiepreparaat ICS/LABA 2dd Vraag 6. Wat is uw verdere medicamenteuze beleid bij deze patiënt? Wat zijn uw overwegingen daarbij? Vraag 7. Vervolg casus dhr Pieterse Ziet u plaats voor de steroïden in het medicamenteus beleid bij deze patiënt? Wat zijn uw overwegingen hierbij? Casus Mevr. Dubbelsteen, 61 jr Zij is de laatste tijd niet alleen kortademig waardoor zij andere mensen van haar leeftijd niet bij kan houden, maar haar benen zijn dan loodzwaar (MRC-score 3). VG; allergie+ Hooikoorts+ Roken-, nooit Haar CCQ score is 2.3 (symptoom 3.7, mentaal 0 en functioneel 2.2). Nu blijkt de spirometrie van patiente als volgt te zijn: 42 43 Spirometrie diagnose? U stelt de diagnose Astma of dubbeldiagnose Index Base z-score %Pred Post 1 z-score %Pred Change FEV1 1.15 46 1.54 62 34 FVC 1.92-3,82 65 2.43-2,73 82 27 FEV1/FVC -2,74 60-2,34 63 Wat zou uw medicamenteuze beleid zijn? Motiveer uw antwoord 44 45 7

Na 4 weken komt Mevrouw terug: zij heeft het gevoel iets meer lucht te hebben, maar blijft last houden van teveel hoesten. -MRC score van 3 naar 2 -CCQ score van 2.3 naar 2 sympt van 3.7 naar 3.0; mentaal bleef 0; functioneel van 2.2 naar 2 Dubbeldiagnose astma én COPD Door roken of door onvoldoende behandeling van de inflammatie kunnen structurele veranderingen ontstaan waardoor luchtweg- vernauwing in die gevallen naast reversibele, ook een irreversibele component krijgt Past u uw medicamenteuze beleid aan? 46 NHG-standaard astma bij volwassenen 2015 47 Dubbeldiagnose astma én COPD Bij een deel van (ernstige) patiënten met astma is, ook met een maximale behandeling, een irreversibele verandering van de luchtwegen soms niet te voorkómen Dubbeldiagnose astma én COPD Ouder dan 40 jaar met anamnestisch vermoeden van astma én anamnestisch vermoeden van COPD, én met reversibiliteit herhaaldelijk in combinatie met FEV1/FVC ratio < 0.7 (na bronchusverwijding) 48 NHG-standaard astma bij volwassenen 2007 49 Inhalatiecorticosteroïden (bij COPD) Overweeg bij frequente exacerbaties Overweeg bij stabiel COPD GOLD 1 en GOLD 2 ICS gebruik te staken Huisarts begint niet met combinatie van ICS én LABA omdat indicatie alleen bestaat voor COPD GOLD 3 en GOLD 4 Exacerbaties bij COPD Heeft invloed op kwaliteit van leven Zorgt voor versnelde achteruitgang longfunctie Patiënt met een recente exacerbatie heeft op korte termijn een verhoogde kans op een recidief Dagen voorafgaand aan exacerbatie wordt verminderde inspanningstolerantie gezien; herstel duurt 5 weken Bij een exacerbatie worden veel fouten gemaakt bij het inhaleren van medicatie NHG-standaard COPD 2007 50 51 51 8

Indeling exacerbaties COPD Niet ernstig Toename van klachten, maar geen nieuwe zorgvraag omdat behandeling met eigen medicatie mogelijk is. Zelf dagdosis verhogen. Toename van klachten, en wel een nieuwe zorgvraag met noodzaak van extra medicatie. Prednison en antibiotica GOLD 3 en 4. Ernstig toename van dyspneu in rust, ademhalingsfrequentie > 30/min, hartslag > 120/min en gebruik van hulpademhalingsspieren. SEH 52 53 54 55 Bij frequente COPD exacerbaties gaat de longfunctie versneld achteruit Frequentie van ernstige acute exacerbaties voorspelt mortaliteit Kans op overleven 1.0 0.8 0.6 0.4 p<0.0002 p=0.069 geen exacerbaties 1 2 exacerbaties/jaar* ³3 exacerbaties/jaar* p<0.0001 0.2 0 0 10 20 30 40 50 60 Time (months) Soler-Cataluña et al. Thorax 2005;60:925 31 *Acute COPD exacerbaties voorafgaande aan de studie waarvoor hospitalisatie vereist was Hansel et al. Lancet 2009 56 57 9

Gevolgen van exacerbatie Ziekenhuis opnames per GOLD classificatie.. 7% exacerbatie in GOLD II 18 % exacerbatie in GOLD III 33% exacerbatie in GOLD IV Therapie bij exacerbatie COPD (opnieuw) starten van bronchusverwijders, het tijdelijk verdubbelen van de dosis, of het combineren van twee soorten bronchusverwijders Bij onvoldoende effect Prednisolon 1 dd 30mg gedurende 7 dagen,of Hoge dosis ICS per inhalatie gedurende 14 dagen Antibiotica Klinische verschijnselen van infectie Zeer slechte longfunctie Onvoldoende verbetering na 3 dagen 58 58 59 Controle bij exacerbatie De volgende dag: Evaluatie van klachten en ervaren beperkingen Onderzoek van de longen Nagaan reden van exacerbatie Therapietrouw Inhaltietechniek Luxerende momenten Eventueel bijstellen van beleid Nieuwe Middelen Indacaterol (Onbrez ) Olodaterol (Striverdi ) Glyccopyronium (Seebri ) Aclidinium (Eklira ) Indacaterol/Glycopyrronium (Ultibro ) Umeclidinium/Vilanterol (Anoro) Umeclidinium (incruse) Thiotropium/Olodaterol(Spiolto) Aclidinium/Formoterol (Duaklir) 60 61 Indacaterol Langwerkend selectief B2 mimeticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Caps van 150-300 mcg in Breezhaler Olodaterol Langwerkend selectief B2 mimeticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Inhalatie-nevel van 2,5 mcg/dosis 62 63 10

Glycopyrronium Langwerkend parasympaticolyticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Caps 44 mcg voor Breezhaler Aclidinium Langwerkend parasympaticolyticum Werkt na 30 min en tot 12 uur lang Caps 322 mcg voor Genuair 64 65 Indacaterol/glycopyrronium Combinatie van langwerkend B-mimeticum en langwerkend parasympaticolyticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Caps 85 mcg/ 43 mcg Umeclidinium/Vilanterol Combinatie van langwerkend B2-mimeticum en langwerkend parasympaticolyticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Inhalatiepoeder 55 mcg/ 22 mcg 66 67 Umeclidinium Langwerkend parasympaticolyticum Werkt na 30 min en tot 24 uur lang Inhalatiepoeder 55 mcg Tiotropium/olodaterol Combinatie van een Langwerkend parasympaticolyticum en een b- mimeticum Werkt na 30 min en tot 24 uur lang Respimat 2,5 mcg/2,5 mcg 68 69 11

Aclidinium/formoterol Combinatie van een Langwerkend parasympaticolyticum en een b- mimeticum Werkt na 5 min en tot 24 uur lang Genuair 340 mcg/12 mcg NHG standaard 2015 De laatste jaren is een aantal nieuwe middelen op de markt verschenen (bijvoorbeeld roflumilast-tabletten) en inhalatiemiddelen zoals indacaterol, olodaterol, glycopyrronium, aclidinium en een combinatiemiddel indacaterol/glycopyrronium). Van deze nieuwe middelen is geen klinisch relevante meerwaarde ten opzichte van de bestaande langwerkende middelen aangetoond, ten aanzien van longfunctie, kwaliteit van leven, exacerbaties en mortaliteit. Vanwege de onbekendheid van de effectiviteit en bijwerkingen op de lange termijn worden deze middelen niet aanbevolen. 70 71 12