IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Transcriptie

1 IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 en 30 januari 2015 te Papendal KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

2 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk Geen / Zie hieronder Bedrijfsnamen

3 De patiënt weet het beter Adembenemend, 29 en 30 januari 2015 Hans Berg Judith Vermeulen S

4 Leerdoelen S Na deze workshop zijn huisarts en praktijkondersteuner zich beter bewust van S S S S S Welke valkuilen we hebben in de beeldvorming over COPD patiënten Waarom de diagnose COPD voor hulpverleners vaak lastig is Hoe COPD patiënten zelf over hun ziekte denken Hoe COPD patiënten over de hulpverlening en de hulpverleners denken Wat COPD patiënten graag zouden willen van hun hulpverleners

5 Indeling workshop S Inleiding S Welk beeld hebben wij van onze COPD patiënten? S Wat maakt zorgverlening anders (moeilijker?) dan bij diabeten? S Wat verwacht de patiënt van ons volgens de hulpverleners? S Wat verwacht de patiënt van ons volgens de patiënten? S Wat gaan we er morgen in onze praktijk mee doen?

6 Dus niet S Vragenlijsten (MRC, CCQ) S Ziektelast/Zorgstandaard S Hier zeer aan gerelateerd, maar in een andere workshop!

7 Stelling 1 S Patiënten met COPD zijn moeilijke patiënten, bijvoorbeeld in vergelijking met patiënten met DM

8 Mensen met COPD Moeilijke patiënten Roken stug door Komen niet op controleafspraken Willen alleen een kuurtje als ze weer eens benauwd zijn

9 Stelling 2 S De zorg rondom de patiënt met DM is makkelijker te realiseren dan de zorg rond de patiënt met COPD A. Dit ligt aan het ziektebeeld COPD B. Dit ligt aan onze kennis van COPD C. Dit ligt aan onze kennis over de COPD patiënt D. Dit ligt aan de organisatie in de praktijk

10 Waarom worden patienten met COPD als moeilijk ervaren? S

11 Vergelijk met mensen met DM S Gebrek aan goede indicatoren? S Zoals HbA1c S Nierfunktie S RR

12 Pathofysiologie S DE COPD-patient bestaat niet: S Vaak dubbeldiagnose met astma S Overlap tussen astma, chronische bronchitis, emfyseem S Abnormale ontstekingsreactie; S Maar ook een immuunstoornis? S Of een vaatstoornis?

13 Comorbiditeit S COPD is een systeemziekte 6% heeft geen co-morbiditeit 50% heeft 1-2 co-morbiditeiten 15,8% heeft 3-4 co-morbiditeiten 6,8% heeft > 5 co-morbiditeiten

14 Comorbiditeit en heterogeniteit kleuren S Diagnostiek en therapie hulpverlener S Herkennen ziektebeelden S Verhaal van de patiënt S Therapietrouw patiënt S Formuleren behandeldoelen patiënt

15 Hulpvraag S COPD patiënten vragen geen hulp omdat Zij zich schuldig voelen zelf gerookt.. Zij hun beperkingen niet als abnormaal beschouwen Zij niet weten dat er WEL mogelijkheden zijn om hun proces positief te beïnvloeden

16 Variatie in klachten 1 S Goede en slechte dagen S Partner/familie S Angst Om in te spannen Voor dyspnoe Voor opnames Voor exacerbaties Voor achteruitgang

17 Variatie in klachten 2 S Balans moeizaam belasting belastbaarheid S Acceptatie ziekte S We kunnen er mee leven, maar we gaan er niet naar leven

18 Klachten S ADL S Relatie S Ambitie S Sociale contacten S Arbeid S Psyche

19 De COPD patiënt zelf aan het woord

20 Wat zeiden we vroeger? S Er is niets aan te doen S Uw longen worden slechter S U moet hiermee leren leven S U moet stoppen met roken S U moet meer gaan bewegen S Gebruikt u uw pufjes wel goed?

21 Wat verlangt de COPD patiënt van de hulpverlener - 1? S Wat houdt u bezig? (angst, benauwdheid etc) S Wat kunt u wel? S Wat wilt u graag kunnen? Wat wilt u bereiken? S Uitleg over beloop ziekte S Patiënt wijzen op mogelijkheden bewegen/smr/ademhaling verbeteren

22 Wat verlangt de COPD patiënt van de hulpverlener 2? S Verdeling energie S Duidelijkheid over medicatie S Wat te doen bij een exacerbatie? S Aandacht voor de partner

23 Wat betekent dit voor de hulpverlener? - 1 S Dyspnoe: b.v. s morgens; niet te vroeg op het spreekuur S Voldoende tijd uittrekken S Luisteren! Zo nodig doorvragen S Oog hebben voor de partner/de relatie S Gestructureerd in kaart brengen klachten en beperkingen (CCQ bv)

24 Wat betekent dit voor de hulpverlener? - 2 S Hoofdbehandelaar? S Duidelijke afspraken S Zelfmanagement S Therapietrouw S Nazorg/revalidatie S Lotgenoten

25 Vraag: Tevredenheid S Bent u tevreden over het huidige beleid met betrekking tot de zorg voor de COPD patiënten? S Waarom wel? S Waarom niet?

26 Vraag: Afstemming S Hoe stemt u, als koppel huisarts POH/PVK de zorg voor de COPD patiënt af? (de huisarts is eindverantwoordelijk, de POH/PVK weet vaak meer) S Heeft u nog vragen?

27 Bronnen/ aanvullende informatie S Zorgstandaard COPD; juni 2010 S Protocollaire COPD-zorg; editie 2011, NHG/CAHAG S COPD: Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief: 2008 S Picasso voor COPD: Kwaliteitsindicatoren (zeer uitgebreid) S Concept NHG standaard COPD, 2014/2015