Raad 2 juli 2002 Agendanr. : 9 Doc.nr : B200203081 Afdeling: : Bouwen en Wonen Onderwerp : verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan van de heer J.C.M. Oremans, Hongerenburgweg 7 te Vlijmen, voor het vergroten van het pand Hongerenburgweg 7 te Vlijmen en de aanbouw van een kantoor aldaar Inleiding Door de heer J.C. Oremans, Hongerenburgweg 7 te Vlijmen, is een bouwplan ingediend voor de vergroting van het pand Hongerenburgweg 7 te Vlijmen en de aanbouw van een kantoor e.d. aldaar. Het woonhuis zal in oostelijke richting worden uitgebreid in de vorm van vergroting van de woonkamer en de aanbouw van een bijkeuken. In het verlengde van de voorgenomen vergroting van de woning zal aansluitend aan de achter de woning aanwezige bedrijfsruimte een kantoor, kantine, toilet en doucheruimte worden gebouwd. Door de heer J. C. Oremans is tevens een aanvraagformulier zelfstandige projectprocedure (zpp) ingediend. Wettelijk kader voor het verlenen van vrijstelling. Op grond van artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan uw raad ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits: het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing; vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Voorbereidingsbesluit Een vrijstelling op grond van voornoemd artikel is niet mogelijk, indien het project wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor het bestemmingsplan niet tijdig is herzien, danwel geen vrijstelling van de actualiseringsplicht door Gedeputeerde Staten is verleend, tenzij: voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt, of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd. Het voor het perceel Hongerenburgweg 7 geldende bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 1991, is ouder dan 10 jaar en dus niet tijdig herzien. Voor het voeren van een zpp moet dus een voorbereidingsbesluit gelden. Het perceel Hongerenburgweg 7 maakt onderdeel uit van een gebied waarvoor uw raad op 19 februari 2002 heeft besloten een voorbereidingsbesluit te nemen. Aan de formele vereisten om tot het voeren van een zpp te kunnen komen, is dus voldaan. Planologische overwegingen Het bouwvoornemen van de heer Oremans past niet binnen de bepalingen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Buitengebied. Het perceel Hongerenburgweg 7 is hierin bestemd tot Agrarisch Toeleveringsbedrijf. Binnen de hierbij behorende voorschriften zijn de als zodanig bestemde gronden bestemd voor de uitoefening van een bedrijf dat zich overwegend richt op de levering van goederen aan agrarische bedrijven.
De bedrijfsactiviteit van de heer Oremans richt zich op de handel in groente en fruit en kan niet worden aangemerkt als een vorm van een agrarisch toeleveringsbedrijf. De heer Oremans exploiteerde tot voor kort zijn bedrijfsactiviteiten aan het adres t Hoog 3 te Nieuwkuijk. In verband met de ontwikkeling van het bedrijventerrein Het Hoog heeft hij omgezien naar een locatie om te komen tot hervestiging van zijn bedrijf. Handhaving van het bedrijf en integratie daarvan in het toekomstige bedrijventerrein Het Hoog behoorde niet tot de mogelijkheden aangezien het bedrijf van de heer Oremans, naast de handelsactiviteiten ook een aanzienlijk gedeelte teelt van tuinbouwproducten omvat. Tegen hervestiging van het bedrijf van de heer Oremans op de locatie Hongerenburgweg 7 te Vlijmen behoeven vanuit planologisch opzicht geen overwegende bezwaren te bestaan. Het perceel Hongerenburgweg 7 heeft zelf weliswaar de bestemming agrarisch toeleveringsbedrijf maar is gelegen in een gebied dat is bestemd tot agrarisch kernrandgebied. Blijkens de bij het bestemmingsplan Buitengebied behorende toelichting vervult dit gebied een functie als overgangsgebied tussen het woongebied en het open landschap waarin bepaalde activiteiten een plaats kunnen krijgen die noch in het woongebied, noch in een echt agrarisch gebied thuishoren. De bedrijfsvorm van de heer Oremans, waarbij sprake is van een gedeelte handelsactiviteit en een gedeelte teeltactiviteit is als zodanig aan te merken. Overigens betreffen de uitbreidingsplannen van de heer Oremans, zoals aangegeven, geen vergroting van de voor zijn bedrijf benodigde opstallen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een reeds op het perceel aanwezige bedrijfsruimte. De uitbreidingsplannen hebben enkel betrekking op een vergroting van de aanwezige woning en het realiseren van een kantoor en overige voorzieningen (kantine, toilet, douche). Realisering van laatstgenoemde voorzieningen houdt hoofdzakelijk verband met de Arbowetgeving. Gevoerde inspraakprocedure Op het door de heer Oremans ingediend aanvraagformulier zelfstandige projectprocedure hebben wij inmiddels de inspraakprocedure gevoerd. Het aanvraagformulier en het bouwplan hebben daartoe vanaf 28 januari 2002 tot 26 februari 2002 ter inzage gelegen. Er is één inspraakreactie ingediend te weten door de bewoners van de panden Marijnenlaan 43, 45, 47 en 49. Op de verkregen inspraakreactie heeft de heer Oremans schriftelijk gereageerd bij brief van 24 maart 2002. Beide reacties zijn voor u bij de stukken ter inzage gelegd. In de inspraakreactie wordt allereerst aangegeven dat de bouwaanvrage en de vestiging van het bedrijf in strijd is met de in het bestemmingsplan opgenomen agrarische bestemming. Daarnaast worden vraagtekens gesteld bij de wenselijkheid van vestiging van dit handelsbedrijf in een agrarisch kernrandgebied, mede vanwege het feit dat het perceel direct grenst aan een woongebied, hetgeen met zich meebrengt dat een plotselinge toename van bedrijvigheid niet gewenst is. Voor handelsvestigingen zijn er geschiktere locaties te bedenken. De door de indieners van de inspraakreactie geconstateerde strijdigheid van de plannen van de heer Oremans met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan is op zich correct. Dit is echter inherent aan de toepassing van een vrijstellingsprocedure. De essentie van een dergelijke procedure is immers om tot vrijstelling te komen van de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan. In tegenstelling echter tot hetgeen in de inspraakreactie is aangegeven, rust op het perceel Hongerenburgweg 7 geen agrarische bestemming maar de bestemming agrarisch 2/5
toeleveringsbedrijf. Deze bestemming is ter plaatse opgenomen in verband met de aanwezigheid van het bedrijf van de heer P. van Kuijk, dat zich richtte op de handel in kunstmest e.d. ten behoeve van de agrarische sector. Het bedrijf omvatte daarnaast het houden van en fokken met meststieren. Het bedrijf van de heer Oremans omvat daarentegen een weliswaar niet op de agrarische sector gericht handelsgedeelte alsook de teelt van tuinbouwproducten. Zoals eerder in dit voorstel is aangegeven kan het agrarisch kernrandgebied waarbinnen het perceel Hongerenburgweg 7 is gelegen, een functie vervullen om te komen tot vestiging van een bedrijf dat noch in een woongebied, noch in een agrarisch gebied thuishoort. Verder is van een plotselinge toename van bedrijvigheid waarover de indieners van de inspraakreactie spreken, geen sprake, omdat in een vergelijkbare bedrijvigheid reeds in het vigerende bestemmingsplan was voorzien. In de inspraakreactie wordt verder gesteld dat de bedrijfsactiviteiten van de heer Oremans dusdanig grootschaliger van aard zullen zijn dat deze gelet op de ligging pal grenzend aan een woongebied tot allerlei vormen van overlast zullen leiden. Voorts worden vraagtekens gesteld bij de omvang van het hobbymatig houden en fokken van paarden en de teelt van tuinbouwproducten. Uit de op de inspraakreactie van de heer Oremans verkregen reactie blijkt dat hij voor zijn handelsactiviteiten gebruikt maakt van een 5-tons vrachtwagen, die hij gedurende maximaal 10 maal per week gebruikt voor de aan- en afvoer van de te verhandelen producten. De verkeersbewegingen zullen plaatsvinden op maandag en dinsdag rond 10.00 uur, woensdag rond 8.00 uur, donderdag rond 6.00 uur, vrijdag rond 5.15 uur en zaterdag rond 7.00 uur. Betrokkene heeft geen personeel in dienst. Het laden en lossen van de producten kan via een nieuw aangelegde toegang geheel op eigen terrein geschieden aan de achterzijde van de bestaande bedrijfsbebouwing. Ook de teelt van tuinbouwproducten zal enkel geschieden op het perceelsgedeelte gelegen achter de bestaande bebouwing. De te telen producten worden vervolgens verhandeld. Het hobbymatig houden en fokken met paarden heeft betrekking op slechts één paard en is daarmee overduidelijk van hobbymatige omvang. Uit de van de heer Oremans verkregen reactie kan worden afgeleid dat diens bedrijfsactiviteiten niet dusdanig grootschalig van omvang zullen zijn dat deze zullen leiden tot overlastsituaties zoals de indieners van de inspraakreactie doen voorkomen. In de inspraakreactie wordt tot slot aangegeven dat het realiseren van de voorgenomen uitbreiding het uitzicht dat betrokkenen thans hebben op een agrarisch gebied aanzienlijk zal verminderen. Zoals de heer Oremans in diens reactie op de ingediende inspraakreactie heeft aangegeven, worden de percelen Marijnenlaan 43, 45, 47 en 49 aan de noordzijde thans begrens door erfafscheidingen, deels bestaande uit groenvoorzieningen. Verder worden de percelen aan de zijde van de Hongerenburgweg begrensd door een beplantingsstrook bestaande uit struiken en bomen. Op basis daarvan kunnen reeds vraagtekens worden gesteld bij de vraag in hoeverre thans nog uitzicht bestaat op het noordelijk van bedoelde percelen gelegen agrarisch gebied. 3/5
Mocht er desondanks sprake kunnen zijn van een beperking van het uitzicht voor de bewoners van de pand Marijnenlaan 43, 45, 47 en 49, dan wordt deze enkel veroorzaakt door het gedeelte van de plannen van de heer Oremans dat ziet op een vergroting van de bestaande woning. Immers, hierdoor zal de bouwmassa aan de straatzijde in breedte worden vergroot. In het vigerende bestemmingsplan is evenwel reeds voorzien in een dergelijke vergroting van de bestaande bouwmassa. Daarin is namelijk voorzien in een bouwmogelijkheid voor een bedrijfswoning van maximaal 750 m3. De uitbreidingsplannen van de heer Oremans blijven ruim binnen deze maatvoering. De inhoud van de woning zal na uitbreiding 600 m3 gaan bedragen. Dat de heer Oremans echter geen gebruik kan maken van de in het bestemmingsplan opgenomen mogelijkheid om te komen tot uitbreiding van de woning houdt verband met het feit dat de heer Oremans de woning uiteindelijk niet zal gaan benutten als een bedrijfswoning behorende bij een agrarisch toeleveringsbedrijf. Overigens is voor u bij de stukken een situatieschets gevoegd waarop de desbetreffende percelen nader zijn aangegeven. Reeds daaruit kan worden afgeleid dat, gelet op de ligging van de desbetreffende percelen ten opzichte van het perceel Hongerenburgweg 7, van een beperking van uitzicht in redelijkheid geen sprake kan zijn. Op basis van het vorenstaande zijn wij van oordeel dat zich ook uit de verkregen inspraakreactie geen omstandigheden voordoen welke zouden moeten leiden tot een afwijzing van het door de heer Oremans ingediend aanvraagformulier zelfstandige projectprocedure (zpp) ten behoeve van de vergroting van het pand Hongerenburgweg 7 te Vlijmen en de aanbouw van een kantoor aldaar. Voorstel Wij stellen u voor om bijgaand conceptbesluit vast te stellen Burgemeester en wethouders van Heusden, de secretaris, loco de burgemeester, drs. R.F.W. van Eijck drs. H.P.T.M. Willems BIJLAGEN: Conceptbesluit TER INZAGE: aanvrage ZPP ingekomen inspraakreactie geldend bestemmingsplan De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, gemeentehuis Vlijmen. Steller: Van Laarhoven 4/5
CONCEPTBESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 2 juli 2002; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van18 juni 2002, doc.nr. B200203081; b e s l u i t : - de procedure ter voorbereiding van het besluit tot vrijstelling op te starten betreffende de vergroting van het pand Hongerenburgweg 7 te Vlijmen end e aanbouw van een kantoor aldaar door de heer J.C.M. Oremans; - indien er tijdens de terinzagelegging geen zienswijzen worden ingediend, B & W de verklaring van geen bezwaar te laten aanvragen bij de provincie; - B & W, afhankelijk van het al dan niet door de provincie afgeven van een verklaring van geen bezwaar, de vrijstelling te laten verlenen danwel te weigeren Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 juli 2002; De raad voornoemd, de secretaris, loco, de voorzitter, drs. R.F.W. van Eijck drs. H.P.T.M. Willems 5/5