Samenvatting Psychopathologie (academiejaar 2010-2011)



Vergelijkbare documenten
Licht traumatisch hersenletsel (kinderen t/m 5 jaar)

Metacognitieve Therapie

Differentiaal-diagnostiek en comorbiditeit van ADHD bij volwassenen

Hoogbegaafdheid & dubbele of misdiagnose

Licht traumatisch hersenletsel (volwassenen)

2 Leerstoornissen, ontwikkelings- en gedragsstoornissen: achtergrondinformatie

Heeft u de afgelopen maand een periode meegemaakt van minstens 2 weken waarin u zich bijna voortdurend somber voelde?

Kenniscentrum en ASS. Achtergrond

Een natuurlijk proces

DGT ACTIE AANTEKENINGEN BIJ INSCHATTEN EN BEHANDELEN VAN ACUUT SUÏCIDE RISICO

VOEL OOK DE MAGIE VAN KINDEROPVANG EN NATUUR!

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs

De aandachtspuntenlijst

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling voor scheidingsbegeleiders [versie ]

Informatie over Bipolaire Stoornis

Samenvatting kinder- & jeugdpsychiatrie

Informatie over de gevolgen van een niet-aangeboren hersenletsel (NAH)

Hoofdstuk 1: Ontwikkelingsstoornissen

depressie wat kun je doen als iemand in je omgeving een depressie heeft?

DIABETES BIJ DE HOND EN DE KAT

Agressie bij dementie, hoe hier mee om te gaan

Professional Coaching. Franck Struyf

GEDRAGINGEN DIE GEASSOCIEERD WORDEN MET (HOOG)BEGAAFDHEID

Pedagogisch klimaat en autisme. Pedagogisch klimaat en de Klimaatschaal. Groepsprocessen bij jongeren: rol van de leerkracht.

Pijncentrum. Behandeling van het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)

STAGE PSYCHOLOGIE GERIATRIE. SETTING: Dienst geriatrie in een algemeen ziekenhuis. De mentor maakt tevens deel uit van het geheugencentrum.

Eenzaamheid bij kinderen en jongeren

KINDERPSYCHIATRIE HOOFDSTUK 2: ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN

De volgende kenmerken die betrekking hebben op de algemene ontwikkeling kunnen wijzen op een ontwikkelingsvoorsprong.

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Anamneseformulier Gezondheidstest

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met longkanker

Cliëntprofielen sector visueel 2015

Chic, zo n gedragspatroongrafiek!

Opdracht van CLBSchool

Huiswerk Informatie voor alle ouders

De cursist heeft inzicht en praktische handvatten om weerbaar te zijn bij conflicten, agressie, stress

Passend Onderwijs. Tot wanneer is het nog passend?

HOOFDSTUK 1: PSYCHOPATHOLOGIE: VAN DIAGNOSTIEK TOT THERAPIE

Kenmerken en uitkomsten van professionele echtscheidingsbemiddeling in Vlaanderen

Eenzaamheid. 1. Ter inleiding Wat is eenzaamheid? 2

TEST INHOUD: HEEFT MIJN KIND EEN EETSTOORNIS? 1. Onderzoek het eetgedrag van uw kind. 2. In welke fase zit mijn kind nu?

Type vergoeding SEL-overleg GDT-overleg Overleg psychiatrische patiënt Welzijns-overleg (proefproject vanaf 2014) Enkel indien voldaan aan SELcriteria

Dossier : drugs in het verkeer

Mindfulness bij eetstoornissen Dorea Ketelaars, 22 april

Visie ggz-maatwerk. (Bijlage)

Competentieprofiel van de hulpverlenerambulancier

BETER IN BEDRIJF. Voel je Beter in Bedrijf! Uw organisatie Beter in Bedrijf. Verzuimbegeleiding & Arboadvies

Controlelijst 1: Controlelijst voor gebruik vóór opstart van de behandeling met guanfacine

Obesitas Een onderschatte bedreiging: Publieke perceptie van obesitas in Europa

Advies keuring gezichtsvermogen voor verkeersdeelnemers

Biontica Workshop Zelfredzaamheid & Zelfsturing

Kinderen uit de lagere school opvangen na een overlijden

Cliëntprofielen- en productenboek auditief en/of communicatief Extramurale zorg

Genderloopbaankloof: enkele voorzetten vanuit Persephone vzw, organisatie van vrouwen met een handicap of invaliderende chronische ziekte

Goede relatie met collega s, maakt leraren gelukkig

PEST PROTOCOL. Prins Willem-Alexanderschool

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Winterswijk

KSK OOSTHOVEN. SPORTIEF CHARTER VOOR OUDERS en SPELERS. Onze jeugd, de toekomst van onze club!

PREVENTIEVE BASISZORG (fase 0)

Begaafdheidskenmerken

draaiboek suïcidepreventie

Checklist Veranderaanpak Inhoud en Proces

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking. Verzorgende/zorgkundige

Welkom. Migraine. Patrick De Wit. donderdag 30 mei 13

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis

VZ-B-K1-W2-A Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied

Klinische evaluatie van wils(on)bekwaamheid. Joris Vandenberghe, UZ Leuven / UPC KU Leuven

De denkstijltest. CompetenZa

HOW TO REVIEW THE LITERATURE AND CONDUCT ETHICAL STUDIES

Beslissingsondersteunende instrumenten. Criteria September 2015 Stichting Kwaliteit in Basis GGZ

Stap 1. Wat wil jij?

Voorbehouden en risicovolle handelingen binnen het primair onderwijs. Protocol Medisch Handelen

Spreken Aandacht voor een goede spreekhouding d.m.v. actieve deelname aan klasgesprekken.

LOGBOEK van: klas: 1

Presentatie Geheugenverlies/ dementie. Maandag 18 juni Meentkerk Huizen

Verlenging of verkorting schooltijd. Concept protocol

VZ-B-K1-W2-C Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied

Beleidsplan directe instructie : 1. Verantwoording 2. Doelstellingen 3. Model 4. Kijkwijzer 5. -Werkwijze en tijdsplanning.

Het sensorisch profiel brengt de sensorische prikkels van de cliënt in kaart. Coach of persoon uit het netwerk van de cliënt

Controleprotocol Sociaal Domein

De groepsleerkrachten bereiden zich samen voor op het gesprek met hun groep.

Kwaliteitscriteria CVA-zorg, geformuleerd vanuit patiëntperspectief Versie 1.0, augustus 2018 Harteraad

1 Uit: Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar

Alle secundaire scholen, binnen de regio MidLim, met een klasgroep in de 2de of 3de graad waarin: o o o o o

Hooggevoeligheid/prikkelgevoeligheid/OverExcitability

Helpt de GGZ? Kort verslag van de 2de informatiebijeenkomst over ROM ggz 12 oktober 2010, Amersfoort

Pestprotocol. 1 Achtergrond. 1.1 Uitgangspunt. 1.2 Pesten in het cluster-4-onderwijs. Onderwijs. Pestprotocol Versie: 1.0 Datum: 20 mei 2014

Kwaliteit van de arbeid van kamermeisjes

Intervisiemethodes. In andermans schoenen methode. Incidentenmethode. Kernmodel intervisiemethode. Roddelmethode. Leren van elkaars succes methode

Pedagogisch beleidsplan Christelijke Peuterspeelzaal Lotje

MET ONTSLAG! Ontslaginformatie voor neurologie/neurochirurgie patiënten

Huisbereiding in de kijker

Vragenlijst: Ouderenagressie, een verschijnsel in Thuiszorg Bilzen?

Pestprotocol basisschool Pieter Wijten

Jaarplan Zorgprogramma Persoonlijkheidspathlogie & Traumagerelateerde Stoornissen

Openbare basisschool Westerkim Daltonschool Hoofdluisprotocol

Visietekst BuO Type 3 Onderwijs en begeleiding aan kinderen met ernstige emotionele- en /of gedragsproblemen

Gedragsprotocol Samenwerkingsschool Balans. Wat is het gedragsprotocol? Uitgangspunt. Pesten of plagen?

Transcriptie:

Samenvatting Psychpathlgie (academiejaar 2010-2011) H2: Delirium, dementie en andere cgnitieve strnissen 2.1. Inleiding Geheugen = vermgen m infrmatie p te slaan, te bewaren en weer te gebruiken dr het herkennen van infrmatie (recgnitie) f het actief uit het geheugen pdiepen van infrmatie (reprductie) Onderscheid expliciet impliciet geheugen Expliciet: Wel tegankelijk vr bewuste reflectie Werkgeheugen, episdisch geheugen en semantisch geheugen Tabel 2.1, p.64 Impliciet: mvat prceduraal geheugen Niet-bewust tegankelijke aangeleerde kennis van cgnitieve en mtrische vaardigheden Strnissen van uitverende functies: Hebben te maken met initiatie, planning en mnitring van dagelijks handelen Crrecte uitvering van tallze activiteiten vereist samenwerking tussen episdisch geheugen en uitverende functies Mini Mental State Examinatin (MMSE) = veelgebruikte test vr pspren v. cgnitieve functiestrnissen Verudering: Afname: episdisch geheugen, uitverende functies en snelheid van infrmatieverwerking Tename: betere patrnherkenning, vermgen m drdacht beslissingen te nemen 2.2. Delirium 2.2.1. Kenmerken en vrkmen (kader p.67) Kernsymptm = binnen enkele uren tt dagen ptredende strnis v/h bewustzijn Verminderde helderheid en afgenmen besef van mgeving Strnis v/d aandachtsfuncties: verminderd vermgen m aandacht te richten, vast te huden f te verplaatsen naar een andere taak f nderwerp Glbale verandering v/d cgnitieve functies Geheugen: Verminderd vermgen m recente infrmatie p te nemen en te interpreteren Oriëntatie: Desriëntatie in tijd f plaats Misidentificatie van vertruwde persnen Denken: Meite m helder en lgisch te denken Gedachteprces verlpt assciatief en drmachtig Waanachtige ideeën (meestal vluchtig en weinig gestructureerd) Waarneming: Illusire vervalsingen en hallucinaties

Andere (niet-kern)symptmen: Verandering in slaappatrn Angstige, radelze stemming met geprikkelde, vijandige ndertn Veranderingen in psychmtrische activiteit Teruggetrkken en apathisch Hyp- f hyperactieve perides Lichamelijke verschijnselen Verhgde activiteit van autnme zenuwstelsel Versnelde hartslag, verhgde bleddruk, vermeerderde transpiratie, pupilverwijding Neurlgische verschijnselen Tremr, myclnus, ataxie, chreatifrme bewegingen, dysartrie (zie p.104) Drie subtypen van delier: Hyperactieve-hyperalerte subtype (geagiteerde delirium) Mtrische nrust en agitatie Bvb. bij alchlnthudingsdelier Hypactieve-hypalerte subtype (stille delirium) Apathisch en teruggetrkken gedrag Bvb. bij delier t.g.v. hersenbeschadiging dr leveraandening Vaak bij uderen Gemengde subtype Psychmtrische activiteit en alertheid alterneren tussen apathie en agitatie Belp: Delier ntwikkelt zich in krte tijd (enkele uren tt dagen) Ernst van symptmen fluctueert ver 24 uur s avnds en in begin v/d nacht meest uitgesprken, ntbreken verdag enkele uren Prdrmaal stadium: als beeld zich geleidelijk ntwikkelt Onrustig slapen, levendige drmen f nachtmerries, suf en slaperig verdag Meite met denken en cncentratie Geïrriteerde, angstige en gespannen stemming Rustels en teruggetrkken gedrag Illusire vervalsingen met krte, crrigeerbare mmenten van desriëntatie Orzaak wrdt aangegeven bij anamnese, lichamelijk nderzek f labratriumnderzek: Meest vrkmende rzaken: Medicatie Luchtweg- en urineweginfecties Strnissen i/d zuthuishuding en vchtbalans Cardivasculaire aandeningen Cerebrvasculaire aandeningen Metable strnissen Urineretentie en indikking en verharding van de faeces (faecale impactie) Gebruik van middelen Intxicatiedelier Vral bij udere patiënten met leeftijd samenhangende veranderingen in farmackinetiek en metablisme tegenmen geveligheid vr bijwerkingen van bepaalde farmaca Gebruik van meerdere medicijnen tegelijk (plyfarmacie)

Onthudingsdelier Wanneer patiënt gedurende eerste dagen v/e ziekenhuispname een delirium ntwikkelt misschien nthudingsdelier t.g.v. pltseling staken van vermatig alchlgebruik 2.2.2. Differentiële diagnse (Tabel 2.3, p.71) Verschil met dementie Delier: Bewustzijnsveranderingen met ernstige aandachtsstrnissen Min f meer acute begin Symptmen fluctueren ver 24 uur Dementie: Helder bewustzijn en gede aandacht Geleidelijk begin Symptmen hele dag cnstant aanwezig Delirant beeld bij reeds demente patiënt: Acute verergering van cgnitieve strnissen en gedragsstrnissen Pltseling ntstaan van visuele hallucinaties en ernstige strnissen in slaapwaakritme Verschil met depressie Belangrijk criterium: discrepantie tussen ernst van cgnitieve en affectieve symptmen Depressieve patiënt heeft vaak meite met cncentreren en phalen van herinneringen terwijl geheugen vr recente infrmatie en riëntatie intact is Depressie ntstaat geleidelijk (itt delier) Verschil met acute psychse Bij acute psychse is bewustzijn ngestrd en geheugenstrnissen afwezig Syndrm van Charles Bnnet: levendige hallucinaties, maar realiteitsbesef is intact en bewustzijn is helder ( psychse f delier!) 2.3. Dementie Dementie = dr verwrven hersenziekte meer dan één cgnitief dmein aangedaan belangrijke beperkingen bij verrichten van dagelijkse bezigheden Prgressief belp Geheugenstrnissen, strnissen in aangeleerde vaardigheden, strnissen in uitverende functies, verminderd abstractie- en rdeelsvermgen Lkalisatie en uitgebreidheid van cerebrale beschadiging = bepalend vr symptmenprfiel Crticaal: prblemen met pslaan van infrmatie Subcrticaal: prblemen met prepen van infrmatie Nadruk bij diagnstiek ligt p cgnitieve symptmen: van grt belang m dementie van andere aandeningen te nderscheiden Bijna altijd gepaard met gedragsveranderingen en psychiatrische verschijnselen Kunnen gevlg zijn van psychlgische reactie van patiënt p ziekte Kunnen gevlg zijn van beschadiging van cerebrale hersengebieden die betrkken zijn bij regulatie van stemming en gedrag

2.3.1. Ziekte van Alzheimer Kenmerken (kader p.79) Meest vrkmende type dementie DSM-IV: dementie van het Alzheimertype (DAT) Sluipend begin en langzaam prgressief belp Strnissen van episdisch geheugen Eerst: enkel antergrade geheugenstrnissen Later: k retrgrade geheugenstrnissen Taalstrnissen, prblemen bij uitveren van cmplexe handelingen, strnissen in visueel cnstructieve vaardigheden en uitverende functies Vreg ptredende (preseniele) variant: Strnissen in taal en praxis Ng geen duidelijke geheugenstrnissen Late (seniele) variant: Strnissen in taal en praxis minder uitgesprken Vral geheugenstrnis, verlies van uitverende functies en verwardheid Gedragsveranderingen en psychiatrische symptmen Waanachtige ideeën en visuele hallucinaties Depressieve symptmen en apathie Lichte hypkinetisch-rigide verschijnselen In ver gevrderd stadium: incntinentie + niet meer herkennen van familieleden Prdrmale gedragsveranderingen: Verlies van interesse in mgeving, eigen werkzaamheden f hbby s Subjectieve geheugenklachten (geen invled p dagelijks functineren) Patiënten met mild cgnitive impairement (MCI) = preklinisch stadium van DAT Differentiële diagnse Vral (heter)anamnese van grt belang In vreg stadium: antergrade geheugenstrnissen in episdisch geheugen Onderscheid met delirium: Cgnitieve strnissen ntstaan in enkele dagen Bewustzijnsveranderingen met pvallende aandachtsstrnissen Diagnse dementie kan niet gesteld wrden bij patiënt met delirium tenzij duidelijk is dat patiënt reeds vrheen dement was! Onderscheid met depressie: Ok cgnitieve symptmen, maar klachten betreffen vral cncentratie en meite m feiten van vreger te herinneren 2.3.6. Diagnstisch prces bij dementie Ziektediagnstiek: = Onderzek naar verschillende hersenziekten die dementie kunnen verrzaken Anamnese, heteranamnese, algemeen lichamelijk/psychiatrisch/neurlgisch nderzek Labratriumnderzek: belangrijk vr vaststellen van evt. cmrbiditeit Neurpsychlgisch nderzek: Diagnstiek in vrege ziektestadia Differentieel diagnstische nzekerheid ver de aard van de dementie

Bij patiënten die klagen ver vergeetachtigheid dementie uit sluiten Beeldvrmend nderzek: Patiënten nder 65 jaar Patiënten met klinische verdenking p neurchirurgische behandelbare aandening Zrgdiagnstiek: = Vaststelling van zrgbehefte van patiënt en zrgbelasting en draagkracht van mantelzrgsysteem Inventarisatie van hulp die nmiddellijk ndzakelijk is, ngeacht de uiteindelijke diagnse ver rzaak v/d dementie Onderzek verrichten naar: Ernst en aard v/d cgnitieve strnissen Aanwezigheid van psychiatrische symptmen en prbleemgedrag Mate van zelfredzaamheid Ervaren belasting dr mantelzrger 2.4. Amnestische strnissen Kenmerken Kunnen verrzaakt wrden dr hersenziekten, middelengebruik en traumatische belevingen verschillen in etilgie en belp Onvermgen m infrmatie vr langere tijd p te slaan i/h geheugen antergrade geheugenstrnissen Desriëntatie in tijd en plaats Bij lichte amnestische strnissen: patiënt kan zich vrvallen wel herinneren, maar niet meer juist p tijdslijn plaatsen (temprisatiedefecten) Hiaten in geheugen wrden sms pgevuld met cnfabulaties Geheugenstrnissen zijn gevlg van nvermgen m nieuwe infrmatie te leren (antergrade amnesie) f m eerder geleerde infrmatie te herinneren (retrgrade amnesie) Vb. van retrgrade amnesie: psychgene/dissciatieve amnesie (zie H8: Dissciatieve strnissen) Patiënt weet niet meer waar hij is f vandaan kmt Vergeten van eigen identiteit kmt bij rganische amnesieën niet vr, behalve bij ntwaken uit een cma en in laatste stadium van ernstige dementie Vaak amnesie ver emtineel beladen gebeurtenissen, die p 1 thema betrekking hebben Vb. van antergrade amnesie: bij aut-intxicatie met benzdiazepinen (na suïcidepging) Bij hersenziekten: Amnestische strnis verrzaakt dr beschadiging van hersengebieden die betrkken zijn bij vastleggen van nieuwe infrmatie Vitamine B1-tekrt als gevlg van alchlmisbruik (syndrm van Krsakff) Geheugenstrnissen Sms vlledig afwezig ziektebesef Grte prblemen m gebeurtenissen in chrnlgische vlgrde te plaatsen Cnfabulaties Vitamine B1-tekrt als gevlg van andere rzaken: Langdurig braken tijdens zwangerschap, tumren, encefalitis, afsluiting van bledvaten die hersenen van bled vrzien, hersentrauma s en bledingen Transient glbal amnesia = acute amnestische strnis waarbij verwardheid en geheugenstrnissen enkele uren tt hguit 2 dagen duren

Patiënt is vaak angstig Vral bij patiënten van middelbare f udere leeftijd + meer bij mannen dan bij vruwen Meeste patiënten hebben nrmale persnlijkheid en geen psychiatrische vrgeschiedenis Orzaak is nbekend Gunstige prgnse (zelden recidief) Differentiële diagnse Verschil met dementie: Bij amnestische strnis zijn behalve geheugenstrnis verige cgnitieve functies nrmaal Geheugenstrnissen kmen k vr bij niet-rganische psychiatrische strnissen Bvb. psychsen en depressie Transient epileptic amnesia Epileptische aanvallen kunnen leiden tt strnis van episdisch geheugen met antergrade en retrgrade geheugenstrnissen

H3: Psychiatrische strnissen bij patiënten met een smatische aandening Psychiatrische strnissen wrden in smatische setting vaak niet herkend Verschillende rzaken: Overlap van symptmen v/d psychiatrische en smatische aandening Psychiatrische symptmen vaak gezien als invelbare reactie p ernstige ziekte, terwijl klachten in feite vlden aan criteria van psychiatrische strnis Bij smatische behandelaars vaak weinig kennis van en ervaring met psychiatrische beelden Verschillende relaties: Tevallige cmrbiditeit (gelijktijdig 2 verschillende niet gerelateerde aandeningen) Lichamelijke ziekte f haar behandeling kan (mede) rzaak zijn v/e psychiatrische strnis Psychiatrische strnis kan leiden tt lichamelijke klachten f ziekten Gemeenschappelijk nderliggend lijden dat zwel tt lichamelijke als psychische klachten leidt 3.1. Lichamelijke ziekte als rzaak van psychiatrische strnis Smatische rzaak psychische klachten/symptmen Kans p smatische rzaak is grter: wanneer psychiatrisch testandsbeeld later i/h leven ptreedt bij iemand znder psychiatrische vrgeschiedenis indien symptmen niet geleidelijk, maar binnen krte tijd ntstaan, f snel wisselen, vral wanneer er geen duidelijke aanleiding f belastende mgevingsfactren geïdentificeerd kunnen wrden wanneer er sprake is van cgnitieve strnissen, hgere crticale functiestrnissen en zelfverwaarlzing Vrijwel alle psychiatrische strnissen kunnen verrzaakt wrden dr smatische aandening f haar behandeling 3.2. Psychiatrische strnis als rzaak van lichamelijke klachten f ziekte Als gevlg van psychiatrische strnis, znder pathfysilgisch verband tussen beiden Bij suïcidepging f zelfverwnding Anrexia nervsa en andere eetstrnissen Misbruik van alchl en drugs Als gevlg van psychische, sciale f persnlijkheidsfactren, met nvldende smatische rzaak vr lichamelijke klachten Smatfrme strnis (zie hfdstuk 9) Lichamelijke klachten als gevlg van psychiatrische strnis f haar behandeling, met duidelijk fysilgische relatie tussen beiden Klachten uitgelkt dr medicatie 3.3. Gemeenschappelijke rzaak van psychiatrische en lichamelijke aandening Neurdegeneratieve aandeningen Ziekte van Alzheimer, ziekte van Parkinsn Vasculaire aandeningen Depressies bij hartinfarct Zie extra tabel in nta s!

H4: Strnissen in en dr het gebruik van psychactieve stffen 4.1. Algemene begrippen Psychactieve stffen kunnen lust prepen, nlust tegengaan en bewustzijnsinhuden beïnvleden Onderscheid tussen strnissen in het gebruik en strnissen dr (ten gevlge van) het gebruik Strnissen in het gebruik: Afhankelijkheid Ten minste 3 symptmen die in een jaar regelmatig zijn vrgekmen f ten minste een maand hebben geduurd Ontwenningsverschijnselen Misbruik Herhaald gebruik met verhgde kans p fysiek gevaar, verwaarlzing van maatschappelijke verplichtingen, prblemen met plitie/justitie en interpersnlijke prblemen Tlerantie: Vermeerdering v/d heveelheid v/e stf die ndig is m een bepaald effect te bereiken Vermindering v/h effect v/e bepaalde heveelheid v/d stf bij herhaald gebruik Sterk verlangen naar het middel Verantwrdelijk vr zwel cntinuering van ngecntrleerd gebruik als vr terugval na abstinentie Intxicatie: ernstige vrmen van nder invled zijn die medische behandeling beheven Detxificatie (ntgifting) en abstinentie (nthuding) 4.2. Kenmerken en strnissen dr het gebruik van psychactieve stffen Psychactieve stffen = alle middelen die een bewustzijnsverandering teweegbrengen Indeling: figuur 4.1, p.127 4.2.1. Psychleptica (stffen met dempende werking) Alchl = pwekkend bij kleinere en verdvend bij grtere heveelheden Bij relatief lage dses wrdt beleefde effect sterk bepaald dr wat men daarver heeft geleerd Bledalchlgehalte (BAG), gemeten in gram per liter (prmillage) = mate waarin iemand nder invled is Duidelijke effecten vanaf 0,5 prmille Ontremming vanaf 1,5 prmille Tenemende vermindering f uitschakeling van centrale functies Cma en dd bij prmille van 5-7 Opm: Chrnisch excessieve drinkers buwen tlerantie p Alchlintxicatie: Onaangepast gedrag Psychlgische veranderingen in: Eufrie, veranderd sciaal gedrag, interpersnlijke geveligheid, angst, spanning f bsheid, steretiep gedrag, verminderde aandacht en verminderd berdelingsvermgen Lichamelijke verschijnselen Hartritmestrnissen, veranderde bleddruk, misselijkheid, gewichtsverlies, agitatie, spierslapte f verwarring Schade wrdt verergerd bij nvldende f nevenwichtige veding Aan alchl gerelateerde aandeningen:

Ziekte v/h spijsverteringsstelsel, aandeningen v/h hart en vaatstelsel, bledafwijkingen, spierafwijkingen, aandeningen van het zenuwstelsel, cerebrale degeneratieverschijnselen Fetaal alchlsyndrm (FAS): schade aan ngebren vrucht Regelmatig excessieve drinkers hebben hgere sterftekans Ontwenningsverschijnselen Trillende handen, misselijkheid, ziek gevel, hyperactiviteit, geïrriteerdheid, slapelsheid Bij ntwenning kan een kater f delirium ntstaan Delirium: Strnissen in bewustzijn, aandacht, denken en riëntatie Angstwekkende visuele, akestische en tactiele hallucinatire verschijnselen Daarna vaak lange diepe slaap Alchlhallucinse: Vrij zeldzaam, enkel na jaren excessief drinken Verschijnselen duren weken f maanden Kunnen chrnisch karakter krijgen Syndrm van Wernicke-Krsakff Acute fase (syndrm van Wernicke) Bledinkjes in hersenen die leiden tt nystagnus, ataxie, bewustzijns- en cncentratiestrnissen Chrnische fase (syndrm van Krsakff) Geheugenstrnissen (vral vr recente gebeurtenissen), tijdzinstrnissen, cnfabulaties Verrzaakt dr vitamine B1-tekrt 4.3. Strnissen in het gebruik van psychactieve stffen 4.3.1. Verschijningsvrmen en diagnstiek Verschijningsvrm Vr misbruik en afhankelijkheid ptreden, is er meestal sprake van excessief gebruik Grte individuele verschillen, afhankelijk van lichaamsgewicht, geslacht, leeftijd en gebruiksgeschiedenis (tlerantie) Gemiddelde heveelheid alchl per dag VS veel drinken p één gelegenheid (binge drinken) Prbleemdrinken Ten minste eenmaal per week 6 glazen per keer f ten minste 21 maal per maand ten minste 4 glazen per dag drinken Tegelijkertijd psychische, sciale f materiële prblemen in verband met dat gebruik Diagnstiek Vrege behandeling beste prgnse Five-Sht-test als screener 1. He vaak drinkt u alchlische dranken? 2. Heveel alchlische dranken gebruikt u p een typische dag waarp u alchl drinkt? 3. Ergert u zich wel eens aan mensen die pmerkingen maakten ver uw drinkgewnten? 4. Velt u zich wel eens schuldig ver uw drinkgewnten? 5. Drinkt u wel eens s chtends alchl m de kater te verdrijven? Cmpsite Internatinal Diagnstic Interview (CIDI): Vragen die rechtstreeks zijn afgeleid uit diagnstische criteria

Labratriumnderzek: niet erg nuttig bij pspren van chrnisch vermatig alchlgebruik f vr stellen v/d diagnse alchlafhankelijk Gamma-GT: gebruikt vr in kaart brengen van belp v/d strnis i/h gebruik van alchl 60-80% van mensen met alchlprbleem herstelt spntaan binnen 1-3 jaar 20-70% van mensen met alchl- en drugprblemen die in hulpverlening terechtkmen, lijdt k aan een andere psychische strnis Vral stemmings-, angst- en persnlijkheidsstrnissen Vaker suïcidaal gedrag Bij symptmen van angst, depressiviteit, schuldgevelens, negatief zelfbeeld en verwardheid: Onderscheid maken tussen nthudingsverschijnselen, intxicaties, nrmale reacties p sciale en lichamelijke situatie en tekenen van een nderliggende pathlgie

H5: Schizfrenie en andere psychtische strnissen 5.1. Indeling v/d psychtische strnissen Psychsen = meest ernstige psychiatrische strnissen Ervaringen en vertuigingen die vr andere mensen meilijk te begrijpen zijn Leven in een eigen wereld Veranderd gedrag, taalgebruik en mgang met medemensen Gebrek aan ziekte-inzicht en ziektebesef Opm: kan k bij andere psychiatrische ziekten vrkmen Maar: k patiënten die dit wel beseffen! Ok bij geznde mensen sms ervaringen die p die van psychtische patiënten lijken slecht criterium m diagnse te stellen DSM-IV: psychtische symptmen Wanen en hallucinaties Incherentie en andere strnissen v/d lgische gedachtegang Katatne bewegingsstrnissen Ernstig ntregeld gedrag Indeling: (figuur 5.1, p.157) Functinele psychtische strnissen Schizfrenie Schizfrenifrme strnis Schizaffectieve strnis Waanstrnis Krtdurende psychtische strnis Gedeelde psychtische strnis Niet nader gespecificeerde f atypische psychse Dr strnissen in hersenfuncties Psychtische strnis als gevlg van een algemene lichamelijke aandening Psychtische strnis als gevlg van middelengebruik Kunnen k vrkmen bij ernstige stemmingsstrnissen 5.2. Schizfrenie Meest ernstige psychtische strnis Kmt zwel bij mannen als vruwen vr Gekenmerkt dr psychtische periden, afgewisseld dr rustiger fasen waarin patiënt p een veel beperkter niveau functineert dan vrafgaand aan het uitbreken v/d ziekte Altijd risic van recidief Hetergene strnis: Variërende klinische beelden Variabel verlp Veelheid aan bilgische afwijkingen die geen van allen specifiek zijn vr de ziekte Niet een ziekte-eenheid, maar een syndrm Grensprblemen in mschrijving: Psychtische strnis van krte duur met gunstig verlp Schizfrenifrme strnis f krtdurende psychtische strnis Psychsen die algemeen niveau van functineren niet ernstig aantasten Waanstrnis

Psychtische strnissen die gepaard gaan met aanzienlijke stemmingsstrnis Schizaffectieve strnis en stemmingsstrnis met psychtische kenmerken Persnlijkheidsstrnissen die in symptmatlgie verwant zijn aan schizfrenie, maar die niet de prprties aannemen die bij deze diagnse passen Schiztypische persnlijkheidsstrnis f schizïde en paranïde persnlijkheidsstrnis 5.2.1. Kenmerken en vrkmen Ontstaan en belp Ontstaat meestal in de adlescentie f vrege vlwassenheid Begin kan vrij acuut zijn, maar meestal geleidelijk Beginkenmerken meilijk te nderscheiden van gedragingen die in puberteit nrmaal kunnen zijn Meer duidelijke kenmerken: Onbegrepen agressief gedrag, waanachtige uitingen f verwarde gedachtegang Chatisch, bizar, geagiteerd f teruggetrkken gedrag Lachen znder reden Prikkelbaar en nvrspelbaar OF passief en apathisch Ontregelde beweging: extreme bewegingsarmede, katatne verschijnselen Slechte zelfverzrging Meilijk sciaal cntact leggen Diagnse: Vral gebaseerd p inhud v/d belevingswereld v/d patiënt Afgeleid uit wat hij/zij daarver wil meedelen Patiënt met niet alle f meeste kenmerken vertnen Klinisch beeld is zeer gevarieerd Symptmen keren heel makkelijk terug Schizfrenie gaat niet echt ver! Later in het leven: wel enige stabilisering Psitieve en negatieve symptmen Negatieve en psitieve syndrmen (symptmenclusters) Psitieve symptmen: Verschijnselen die er niet zuden meten zijn Strnissen in waarneming en denken Gestrd realiteitsbesef (wanen en hallucinaties) Cgnitieve desrganisatie (incherentie) Trekken de aandacht en zijn vereist vr de diagnse Negatieve symptmen: Ontbreken van gedragingen f belevingen die er nrmaal wel zijn Strnissen in gedrag Emtinele vervlakking Sciaal terugtrekgedrag Initiatiefverlies Spraakarmede Sms lastig te nderscheiden van depressieve symptmen f van bijwerkingen van medicatie

Denkstrnissen Frmele denkstrnissen: Incherentie Ongewne assciaties en nlgische verbanden Abstracte begrippen wrden sms cncreet uitgelegd Sms: nelgismen, echlalie, perseveratie Vertraagd denken f gedachteblkkades Inhudelijke denkstrnissen: Waan = vaste en heel persnlijke vertuiging die niet met anderen wrdt gedeeld en waaraan wrdt vastgehuden znder vldende grnd en ndanks bewijzen van de njuistheid ervan Waanachtige pvatting: als patiënt enige twijfel telaat Waanstemming: peride van gespannen nzekerheid ver betekenis van wat er gaande is, vrafgaand aan waan Primaire waan: ntstaat znder enige aanleiding Secundaire wanen: kmen vrt uit nbegrepen ervaringen Waansysteem: cmplex van samenhangende wanen Waanwaarneming: p zichzelf crrecte waarneming die wrdt vrzien van ngewne en heel persnlijke betekenis Bepaalde thema s van wanen zijn erg typerend vr schizfrenie: Integriteit v/d eigen persn en denkwereld wrdt bedreigd Eggrenzen wrden aangetast Cntrle ver de eigen gedachten is verdwenen Beïnvledingswaan: idee dat eigen gedachten, gevelens f handelingen bestuurd wrden dr een kracht van buitenaf idee dat men zelf gebeurtenissen elders kan beïnvleden Wanen bij schizfreniepatiënten hebben vaak een heel bizar karakter Zeer nwaarschijnlijk dat ze waar kunnen zijn Paranïde waan: Overtuigingen waarbij patiënt zich bedreigd, achtervlgd f afgeluisterd velt Kan in werkelijkheid wel vrkmen Wanen met een religieus, ertisch, jalersheids- f grtheidskarakter Betrekkingswaan: als patiënt denkt dat triviale gebeurtenissen p hem slaan Betrekkingsidee: als het alleen maar m een gevel gaat, niet een abslute zekerheid He wanen begrijpen? Kunnen p verschillende manieren ntstaan Gevlg van ntregelde stemming Gevlg van cgnitieve ntregeling Gebruik van privé-therieën m betekenis aan te brengen in de mringende f intern ervaren werkelijkheid Centraal: subjectieve belevingswereld v. patiënt die vr hem algemene geldigheid krijgt

Waarnemingsstrnissen Hallucinaties = zintuiglijke waarnemingservaringen znder externe brn vr die waarneming, terwijl de patiënt daar tch absluut van vertuigd is Meestal gaat hem m gehrshallucinaties Lichtere varianten: Illusie Waarneming van iets wat er k werkelijk is, maar verkeerd wrdt geïnterpreteerd psychtisch verschijnsel Pseudhallucinaties Hallucinatire ervaringen hebben een alsf -karakter (er is twijfel, geen zekerheid) Vr schizfrenie meest kenmerkende hallucinaties = hren van stemmen Hren van eigen gedachten hardp uitgesprken in je hfd ( hallucinatie, patiënt weet dat het zijn eigen gedachten zijn) Ingebrachte gedachten: patiënt denkt dat anderen gedachten in zijn hfd gestpt hebben Hallucinaties: patiënt hrt pmerkingen f cmmentaar en weet niet waar de stemmen vandaan kmen Imperatieve hallucinaties: stemmen kunnen pdrachten geven He hallucinaties begrijpen? In het bewustzijn drdringen van nbewuste mentale activiteit Gehrshallucinaties gaan gepaard met subvcalisaties Spieractiviteit in lippen en kin blijft verhgd tijdens hallucineren Hersenen zijn dus actief en prduceren taal, maar patiënt heeft dat zelf niet dr en is niet in staat m zijn ervaringen te herkennen als iets wat hij zelf prduceert Strnissen in het gevelsleven Stemming en emtinele reacties zijn bij schizfrene patiënten vaak ntregeld Angstig en geprikkeld Explsief reageren Lachen f huilen znder dat duidelijk wrdt wat hen bezighudt Inadequaat affect: emtinele reacties lijken sms niet te passen bij de situatie Pstpsychtische depressie: vaak depressieve periden na een psychtische episde Affectieve vervlakking en emtinele afstmping Cgnitieve strnissen Prblemen met verwerken van indrukken uit de mgeving Verstrde aandacht Inprenting kan dr cncentratieprblemen k tekrtschieten geheugenprblemen Patiënten hebben in acute fase veel last van cgnitieve strnissen Velen zich vaak het best bij een gedseerd en gecntrleerd niveau van stimulatie Gedrags- en bewegingsstrnissen Acute en verwarde periden: erg nrustig Latere verlp: steeds minder actief apathie Katatne symptmen: Kmen k vr bij ernstige depressies en rganisch-cerebrale aandeningen Stupr, mutisme, negativisme, katalepsie, maniërisme, grimasseren, echpraxie, echlalie Ambitendentie: niet kunnen besluiten f je bepaalde beweging wel f niet zal maken, en alterneren tussen beide mgelijkheden znder ze af te maken

Inzicht en ziektebesef Patiënt is de cntrle kwijt ver zijn: Gedachtegang (incherentie) Denkwereld (wanen) Waarneming (hallucinaties) Bewegingen (katatne kenmerken) Sciale gedrag (negatieve syndrm) Beperkt tt geen ziekte-inzicht Hebben vaak niet dr he slecht ze functineren Velen zich drgaans niet ziek en missen behefte aan behandeling f begeleiding Diagnstiek DSM-IV-criteria: zie kader p.166 ICD-10-criteria: vldende dat symptmen minstens een maand bestaan ( 6 mnd bij DSM) Subtypen van schizfrenie: Katatne type: Vral katatne symptmen Vrij zeldzaam Gedesrganiseerde f hebefrene type: Incherentie f ernstig ntregeld gedrag Vervlakt f inadequaat affect Paranïde type: Preccupatie met één f meer wanen f met frequente gehrshallucinaties Geen pvallende incherentie, affectstrnissen en katatne gedragsntregelingen Meest vrkmende type Ongedifferentieerde type: Klinisch beeld past niet ged binnen een van de andere categrieën Resttestandtype: Afwezigheid van pvallende wanen, hallucinaties, incherentie f ernstig ntregeld gedrag Negatieve symptmen p de vrgrnd Extra typen bij ICD-10: Pstschizfrene depressie: Depressieve episde in aansluiting p een schizfreen-psychtische peride Schizphrenia simplex: Vrij zeldzaam beeld, waarbij zich geleidelijk en sluipend een negatief syndrm ntwikkelt, znder duidelijke psitieve psychtische verschijnselen Schiztypische strnis: Indeling: ICD-10: psychtische strnis DSM-IV: persnlijkheidsstrnis Patiënten gedragen zich znderling, neigen erte zich aan cntact te nttrekken, reageren vaak vlak en vertnen milde denkstrnissen Genetisch verwantschap met schizfrenie

Differentiële diagnstiek Organische afwijkingen geen diagnse schizfrenie stellen! Neurlgische aandeningen Smatische ziektebeelden die cerebrale functies ntregelen (zie hfdstuk 3) Psychactieve stffen (zie hfdstuk 4) Daarna: duur en aard van symptmen en aan- f afwezigheid van ntregelde stemming berdelen Zie beslisbm p. 169 5.3. Niet-schizfrene psychsen 5.3.1. Schizfrenifrme strnis (kader p.180) Psychsen die in symptmen lijken p schizfrenie, maar een gunstiger verlp hebben DSM-IV: Als tijdscriterium van 6 maanden niet wrdt gehaald Niet vereist dat sciaal functineren verslechterd is ICD-10: Geen 6-maandencriterium, dus vaak indeling van schizfrenifrme strnis nder schizfrenie Sms tijdelijke diagnse, die vervangen wrdt dr schizfrenie als verlp tch ngunstig is Kmt minder vaak vr dan schizfrenie 5.3.2. Schizaffectieve strnis (kader p.182) Mengbeelden van schizfrene kenmerken en symptmen van stemmingsstrnis Ernstige stemmingsstrnissen met sterke stemmingsincngruente psychtische belevingen Relatief gunstig verlpende schizfrene strnissen met aanzienlijke stemmingsntregeling Kleine grep patiënten die beide syndrmen in zich verenigt Kan manische (schizmanie) f depressieve (schizdepressie) cmpnenten mvatten Verwantschap met krtdurende psychse en schizfrenifrme psychse Grenzen tussen verschillende psychtische syndrmen zijn vrij arbitrair Pstpsychtische depressie in het kader van een schizfrene psychse schizaffectieve strnis! 5.3.3. Waanstrnis (kader p.185) Hardnekkige niet-bizarre waan Waan is in culturele cntext van patiënt niet nmgelijk, maar er zijn geen aanwijzingen vr en crrectie is niet mgelijk Algemeen niveau van functineren redelijk intact Hallucinaties kmen niet veel vr Onderscheid met schizfrenie: Inhudelijke kenmerken v/d waan Ontbreken van andere psychtische verschijnselen Geen ernstig sciaal disfunctineren Varianten van waanstrnis: Ertische betrekkingswaan f ertmanie zekerheid dat iemand van hge status verliefd is p betrkkene Grtheidswaan vertuiging v/d patiënt dat hij buitengewn belangrijk is, extreem intelligent, een uitvinder, van kninklijken blede, Jalersheidswaan zekerheid dat de partner ntruw is

ICD-10: gedragingen v/d partner wrden uitgelegd als bewijs van ntruw Achtervlgingswaan: vertuiging dat men wrdt benadeeld, achtervlgd f bespineerd meest vrkmende variant k wel paranïde waanstrnis genemd Smatische waan: Zekerheid v/d patiënt dat hij een ziekte f gebrek heeft, veelal van ernstige aard Hypchndrische wanen Ppulaire thema s: kanker en aids Duur van ten minste 3 maanden Krtere duur = acute, verwegend waanachtige psychtische strnis Differentiële diagnse: Eerst rganische rzaak uitsluiten Deel van schizfrenie Kan k vrkmen bij stemmingsstrnis Beginleeftijd ligt later dan bij schizfrenie en is gemiddeld 40 jaar Geleidelijk f acuut begin is allebei mgelijk Verschillende vrmen van waanstrnis kmen niet erg vaak vr 5.3.4. Krtdurende psychtische strnis (kader p.189) = krtdurende, dus gedaardig verlpende, psychse met f znder aanwijsbare ernstig belastende ervaring (stressr) als aanleidinggevend mment Minst ernstige psychtische strnis Min. 1 dag, max. 1 maand Minstens 1 psychtisch symptm (waan, hallucinatie, frmele denkstrnis f ernstig ntregeld gedrag) Symptmen zijn niet zdanig dat ze passen bij diagnse schizfrenie Onderscheid met schizfrenifrme en schizaffectieve strnis: Ged functineren tt het mment van decmpensatie Sms aanwezigheid van heftige en wisselende emties Spedig ptredende verbetering In niet-westerse culturen: vaak krtdurende psychsen znder vrafgaande stressr 5.3.5. Gedeelde psychtische strnis (kader p.190) Gedeelde psychse f inductiepsychse = waan die ntstaat bij iemand die in een nauwe relatie staat met een andere persn die al eerder dezelfde waan heeft ntwikkeld Oudere term: flie à deux Vrij zeldzaam Wanen met paranïde inhud en met zekere systematisering Sms kan de kring k grter zijn dan 2 mensen Mensen die vaak en intensief met elkaar mgaan (vaak gezinsleden) 5.3.6. Atypische psychsen Restcategrie DSM-IV: niet nader gespecificeerde f atypische psychse Geïsleerd vrkmen van hardnekkige hallucinaties znder bijkmende strnissen

Pstpartumpsychsen (psychsen na een bevalling) Maar meestal betreft het dan een stemmingsstrnis, evt. met psychtische kenmerken Sms wrden bepaalde cultuurgebnden syndrmen ten nrechte in deze categrie geplaatst Kr: hevige angst die samengaat met vertuiging dat de penis zich terugtrekt i/h lichaam Het gaat hier m lkaal aanvaarde pvattingen, geen strikt persnlijk waanachtig idee!

H6: Stemmingsstrnissen 6.1. Kenmerken en vrkmen 2 brede categrieën: Uniplaire depressieve strnissen Biplaire strnissen Graduele vergang van nrmale emtinele reacties naar depressieve stemming Depressieve f manische episde: Verandering van stemming Aantal andere symptmen Verslechterd functineren Criteria met betrekking tt de duur v/d episde Uitsluitingscriteria DSM-IV: depressieve f manische episde = symptmcluster, maar ng geen diagnstische categrie Symptmcriteria: Cgnitieve en lichamelijke symptmen Ok veelvrkmende symptmen die niet tt frmele diagnstische criteria behren (bvb. angst) Stemmingsstrnissen + angststrnissen = affectieve strnissen 6.1.1. Depressieve, manische en gemengde episde Depressieve episde 3 clusters van symptmen: affectief, lichamelijk en cgnitief (kader, p.196-197) 5 f meer van deze symptmen meten gedurende 2 weken bestaan, waarnder één f beide affectieve symptmen (kernsymptmen) Symptmen meten p alle f bijna alle dagen aanwezig zijn, waarbij de ernst ver de dag kan variëren Presentatie van symptmen kan sterk uiteenlpen Culturele verschillen beïnvleden presentatie en rapprtage Andere veelvrkmende symptmen: Angst en paniek, irritatie, piekeren en depersnalisatie Dagschmmeling: dagelijks terugkerend patrn i/h verlp v/d symptmen ( s chtends het ergst) Manische episde Symptmen: kader p.198 DSM-IV: Duidelijke beperkingen in functineren Symptmen ten minste een week aanwezig f z ernstig dat eerder al een pname ndzakelijk is Hypmane episde: minder duidelijke beperkingen in functineren + min. 4 dagen Vaak vrafgaand aan manische episde Gemengde episde Symptmen van depressieve en manische episde Vrij zeldzaam Wel vaak dat testandsbeelden elkaar snel afwisselen

Geagiteerde depressie: patiënt erg nrustig in denken en handelen Geremde depressie: psychmtrische remming, vertraagd denken en verminderde activiteit Dysfre manie: smbere stemming tijdens manische episde, met zelfverwijten en schuldgevelens f suïcidale gedachten 6.1.2. Diagnstiek van stemmingsstrnissen Indeling: figuur 6.1, p.200 Uniplaire strnissen: eenmalig f herhaald sprake van depressieve episden f dysthymie Biplaire strnissen: eenmalig f herhaald sprake van manische, hypmane f gemengde episde Uniplair manische strnissen kmen niet vr! Validiteit van subtypes bij differentiële diagnse is beperkt 6.1.3. Diagnstiek van uniplaire strnissen Depressieve strnissen Aparte categrieën: eenmalige en recidiverende depressies Chrnisch belp f niet? Geheel f gedeeltelijk in remissie? Pstpartum ntstaan? Seizenspatrn? Subtypes: Melanchlische depressie (depressie met vitale kenmerken) Anhednie Ontbreken van reactiviteit v/d stemming (klaart niet p in reactie p psitieve gebeurtenissen) Mtrische remming Gewichtsverlies Vreg wakker wrden Dagschmmeling Buitensprige schuldgevelens Atypische depressie Reactiviteit van stemming Tegenmen slaap, eetlust en gewicht Ldzwaar gevel in armen en benen Langdurig patrn van vergeveligheid vr afwijzing Psychtische depressie Onderscheid: stemmingscngruente en incngruente wanen en hallucinaties Stemmingscngruentie = inhud v/d wanen f hallucinaties bevat depressieve thema s Indien de psychse niet f niet alleen stemmingscngruent is, meten andere diagnses wrden verwgen Katatne depressie Onbeweeglijkheid (katalepsie f stupr) Overmatige en dellze activiteit Extreem negativisme f mutisme Eigenaardige psychmtriek Echlalie f echpraxie Vaak wijzen katatne verschijnselen p psychse, maar niet altijd

Dysthymie en depressieve strnis NAO Dysthyme strnis Minder ernstige maar wel chrnische vrm van depressie Smbere stemming en ten minste 2 andere symptmen (kader p.203) Symptmen kmen gedurende min. 2 jaar vaker wel dan niet vr Geen symptmvrije peride van 2 maanden f langer Langdurige restverschijnselen van depressie dysthymie Dysthymie kan wel vrafgaan aan depressie f ze kunnen samen vrkmen (duble depressin) Beperkte depressieve strnis (minr depressin): wel vldaan aan symptmcriteria, maar niet aan tijdscriterium van 2 jaar Depressieve strnis NAO Belangrijke depressieve symptmen Niet vldaan aan alle vereiste diagnstische criteria van depressieve episde f dysthymie Bvb. minr depressin, pstpsychtische depressie en premenstruele dysfre strnis 6.1.4. Diagnstiek van biplaire strnissen Eén f meer manische, hypmane f gemengde episden, afgewisseld dr één f meer episden van depressie DSM-IV: Biplaire-I-strnis Meer ernstige manische episdes Biplaire-II-strnis Alleen hypmane episdes (geen psychse) Leidt niet tt pname Cyclthyme strnis Biplaire variant van dysthymie Afwisselend erg smber en hypmaan, maar vlden niet aan criteria vr depressieve f manische episde Episden zijn niet te te schrijven aan primaire psychtische strnis (Hyp)mane episden zijn niet ntstaan tijdens het gebruik van alchl, middelen f medicijnen = depressieve strnis dr een middel Biplaire strnis NAO Indeling biplaire strnissen: vlgens symptmprfiel met psychtische f katatne kenmerken met melanchlische f atypische symptmen (van depressieve episden) vlgens belpkenmerken Idem als bij depressieve strnissen Rapid cycling: ten minste 4 episdes in 1 jaar 6.1.5. Differentiële diagnstiek en cmrbiditeit Differentiële diagnse Cntinuüm tussen verdriet, ruw en depressie, en tussen vreugde, uitgelatenheid en manie Tch zijn depressies en manieën vaak een duidelijk veranderde testand Depressieve stemming: Stemming klaart niet p wanneer de rzaak v/d emtie verdwenen is

Ruw: Intensiteit en duur v/d emties zijn niet evenredig aan de rzaak Symptmen kunnen identiek zijn aan die van depressie Diagnse depressie niet stellen als symptmen beginnen binnen 2 maanden na het verlijden van een dierbare, tenzij de symptmen zeer ernstig zijn Ok psychtische symptmen duiden p gestrde ruw Uitzndering: hallucinatire herbelevingen v/d verledene (= nrmale ruw) Lange duur van ruwreactie eventueel diagnse depressie stellen Cmrbiditeit Hge cmrbiditeit van depressie met angststrnissen Bepalen welke strnis primair is Ok binnen categrie stemmingsstrnis (duble depressin) Ok depressieve episden bij psychtische strnissen = depressieve strnis NAO f schizaffectieve strnis Cmrbiditeit met eetstrnissen en smatfrme strnissen Lichamelijke ziekte directe rzaak van depressie f manie = stemmingsstrnis dr een lichamelijke aandening Bij uderen: verminderde cncentratie, geheugenprblemen, vertraagd denken Depressie f beginnende dementie (f beiden)?

H7: Angststrnissen 7.1. Enkelvudige fbie 7.1.1. Kenmerken en vrkmen Diagnstische criteria: kader p.233 Kan in principe vr elke situatie f bject Meest vrkmend: Angst vr dieren Angst vr afgeslten ruimten (claustrfbie) Angst vr hgten (acrfbie) Vliegangst Angst vr nweer Angst vr bled en/f medische handelingen Bij cnfrntatie met bject f situatie: verhgde lichamelijke arusal Bij bledfbie: bifasisch respnspatrn Eerst: (zeer krtdurende) verhging van arusal Daarna: duidelijke verlaging van hartslag en bleddruk (evt. flauwvallen) Meer dan 80% v/d nrmale bevlking vldet aan criteria vr enkelvudige fbie Mensen zeken alleen behandeling wanneer fbie ernstige belemmering wrdt vr dagelijkse bezigheden Diverse angsten kmen vaak vr bij nrmale ntwikkeling van kinderen ( angststrnis) 7.1.2. Differentiële diagnse Enkelvudige fbieën i/h kader van agrafbie, PTSS en dwangstrnis diagnse enkelvudige fbie Specifieke fbie vr een sciale situatie diagnse enkelvudige fbie = sciale fbie 7.2. Paniekstrnis en agrafbie 7.2.1. Kenmerken en vrkmen Paniek = intense angst die een abrupt begin heeft, waarbij ten minste 4 symptmen binnen een tijdsbestek van 10min tt een piek meten kmen Paniekstrnis: als paniekaanvallen nvrspelbaar zijn en niet gebnden aan een situatie Symptmen: zie kader p.237 Anticipatieangst: k tussen aanvallen dr vaak gespannen en bang vr nieuwe aanvallen Paniekstrnis met agrafbie: criteria van paniekstrnis + angst m zich in situaties te begeven waaruit vluchten meilijk f vernederend zu zijn f waarin hulp niet vrhanden zu zijn indien er een paniekaanval zu ptreden Zulke situaties wrden vermeden, drstaan met anticipatieangst f vereisen aanwezigheid v/e begeleider 7.2.2. Differentiële diagnse Sciale fbie: als de angst uitsluitend betrekking heeft p afkeuring dr anderen Hypchndrie: Tijdens paniekaanvallen ptredende lichamelijke sensaties wrden dr patiënten vaak geïnterpreteerd als tekenen v/e ernstige ziekte Diagnse hypchndrie kan naast paniekstrnis wrden gegeven

Indien dit duiden van lichamelijke sensaties enkel ptreedt tijdens f vlgend p een paniekaanval paniekstrnis Depressie: Grt aantal depressieve patiënten heeft k angstepisden die vlden aan DSM-criteria vr paniekstrnis Paniekpatiënten vertnen vaak depressieve kenmerken 7.3. Sciale fbie 7.3.1. Kenmerken en vrkmen = hardnekkige angst vr één f meer situaties waarin betrkkene is bltgesteld aan mgelijke kritische berdeling dr anderen en waarin hij bang is zich belachelijke te maken Diagnstische criteria: kader p.243 Meeste sciale fbici zijn bang vr meerdere sciale situaties (gegeneraliseerde sciale fbie) Hetergene categrie: Sciaal vaardig VS sciaal nvaardig Lage VS hge fysilgische arusal Ratinele VS irratinele denkstijl Weinig VS sterk vermijdend Angst bij bekende VS nbekende persnen Angst in grepen VS in gezelschap van slechts één andere persn Sciale angst f verlegenheid sciale fbie Kmt vaker vr bij vruwen dan bij mannen 7.3.2. Differentiële diagnse Ontwijkende persnlijkheidsstrnis: Ongemakkelijkheid in sciale situaties en angst vr negatieve evaluaties Reeds p jeugdige leeftijd aanwezig Erg gevelig vr kritiek f afwijzing Geen vrienden Meite met mensen m te gaan tenzij hij zeker weet dat ze hem aardig vinden Vermijdt sciale activiteiten Zwijgzaam in sciale situaties uit angst iets verkeerds f raars te zeggen kan pgevat wrden als meest extreme uiting van sciale fbie Onderscheid met paniekstrnis: Sciale fbie: angst vr andere mensen centraal Paniekstrnis: angst vr lichamelijke sensaties, paniekaanval f cntrleverlies centraal 7.4. Obsessieve-cmpulsieve strnis (dwangstrnis) 7.4.1. Kenmerken en vrkmen Terugkerende dwanggedachten en/f dwanghandelingen Diagnstische criteria: kader p.247-248 Klachten zrgen vr ernstige verlast Nemen ten minste 1u per dag in beslag f zijn in ernstige mate strend vr dagelijkse rutine, werk, sciale activiteiten f relaties met anderen Betrkkene herkent de dwanggedachten f handelingen als verdreven f nrealistisch

Dwangedachten (bsessies) Steeds terugkerende, aanhudende ideeën, gedachten, beelden f impulsen die veel spanning geven Wrden nvrijwillig, maar tch als een prduct v/d eigen persn beleefd Patiënten ervaren gedachten als zinls f verwerpelijk Meer dan alleen vermatige bezrgdheid ver bestaande alledaagse prblemen Patiënt nderneemt pgingen m ze te negeren, te nderdrukken f te neutraliseren met andere gedachten f handelingen Neemt vaak de vrm van dwanghandelingen aan Dwanghandelingen (cmpulsies) Herhaalde verte handelingen f cverte mentale activiteiten, die vlgens bepaalde regels p een steretiepe wijze wrden verricht Wrden uitgeverd m spanning te neutraliseren f m spanning f een bedreigende gebeurtenis/situatie te vrkmen Sms zijn dwanghandelingen wel realistisch verbnden met een af te wenden gevaar, maar ze wrden dan excessief uitgeverd Vaak k depressieve klachten, prblemen rnd werk en huishuding en relatinele prblemen Meeste patiënten hebben zwel dwanggedachten als dwanghandelingen Dwanggedachten vaak uitgelkt dr bepaalde gedachten, gebeurtenissen f situaties Patiënten leren de gedachte herkennen en anticiperen p de mgelijkheid dat ze er weer last van krijgen Anticipatieangst met vermijding van bepaalde taken f situaties Vermijdingsgedrag Smmige patiënten: geen dwanghandelingen Vermindering van spanning als ze de gedachten p een bepaalde manier kunnen afwikkelen Afwikkeling gebeurt meestal p steretiepe wijze Neutraliserende gedachten f cgnitieve rituelen vermindering van spanning f angst Inhud v/d neutraliserende gedachte is vaak tegengesteld aan inhud v/d bsessie 7.4.2. Differentiële diagnse Ndzakelijk dwangverschijnselen van p dwang lijkende klachten te nderscheiden Dwangklachten niet te wijten aan lichamelijke rzaak f middelengebruik? Geen OCS bij preccupatie met: Opdringende gedachten (PTSS) uiterlijk (dysmrffbie) specifiek gevreesde situatie f bjecten (specifieke fbie f sciale fbie) vedsel (eetstrnissen) ziektes (hypchndrie) haartrekken (trichtillmanie) Sms verwarring met: Fbische strnis Agrafbie Depressie Dwangmatige persnlijkheidsstrnis OCS kmt vaak vr bij persnen die k wat dwangmatig zijn Dwangmatige persnlijkheid: ntbreken van angst, dwanggedachten en dwanghandelingen

7.5. Gegeneraliseerde angststrnis (GAS) 7.5.1. Kenmerken en vrkmen Opvallend nerveus en angstig Veel tbben en pzien tegen allerlei dagelijkse gebeurtenissen Kernsymptm = piekeren Diagnstische criteria: kader p.253 7.5.2. Differentiële diagnse GAS en paniekstrnis Vrijwel alle patiënten met GAS hebben k paniekgevelens Paniekstrnis: Acuut begin en episdisch belp Piekeren ver pnieuw krijgen van paniekaanval GAS: Meer geleidelijk begin en geen periden znder piekeren Piekeren ver dagelijkse prblemen GAS en vermijdingsgedrag Vermijding bij GAS heeft geen specifieke fcus zals bij agrafbie en enkelvudige fbie GAS en depressie GAS-patiënten hebben k depressieve klachten Onderscheid GAS en stemmingsstrnis is niet eenvudig 7.6. Psttraumatische stressstrnis (PTSS) 7.6.1. Kenmerken en vrkmen Wanneer iemand ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt, waarin betrkkene met de dd f ernstig letsel werd bedreigd f de lichamelijke integriteit werd bedreigd Bvb. verkrachting, berving met geweld, ernstig ngeval, natuurramp, mrd Betrkkene met met hevige emties gereageerd hebben (angst, hulpelsheid, ) Diagnstische criteria: kader p.259 Symptmen 3 clusters: Intrusies (herbeleving van het trauma) Vermijding en emtinele afvlakking Hyperarusal Veel slachtffers van een trauma met PTSS hebben daarnaast ng andere strnissen Vral depressie, andere angststrnissen en smatfrme strnissen Gaat vaak samen met prblematisch drug- en alchlgebruik Kan leiden tt middelenafhankelijkheid Zelfmedicatie: alchl en drugs wrden gebruikt m pijnlijke emties en herinneringen te verzachten Vaak k relatieprblemen

2 types trauma s: Type-I-trauma: Gebeurtenis is eenmalig Treedt nverwacht p Van krte duur Type-II-trauma: Herhaalde traumatisering Veel mensen maken een traumatische gebeurtenis mee, maar niet iedereen ntwikkelt PTSS Hangt af van aantal risicfactren 7.6.2. Differentiële diagnse (beslisbm p.264) Acute stressstrnis (ASS): symptmen duren langer dan 2 dagen, maar krter dan een maand Symptmen uit 3 PTSS-symptmenclusters Symptmen van dissciatie (bvb. derealisatie, depersnalisatie) Sms verwarring met: Aanpassingsstrnis Na andere stressvlle gebeurtenissen die niet aan DSM-IV-traumacriteria vlden (bvb. echtscheiding, werklsheid) Gegeneraliseerde angststrnis Geen sprake van traumatische gebeurtenis Excessief tbben ver meerdere levensgebieden Pathlgische ruw 7.7. Overige angststrnissen Acute stressstrnis (ASS) Lijkt sterk p PTSS Zie 7.6.2. Angststrnis ten gevlge van een algemene lichamelijke aandening Angststrnis ten gevlge van middelengebruik

H8: Dissciatieve strnissen 8.2. Dissciatie en dissciatiestrnissen Verandering in bewustzijn staat centraal Gevlg van verminderde f veranderde tegang tt eigen gedachten, gevelens, waarnemingen en herinneringen Dissciatie = verstring i/d gewnlijk geïntegreerde functies betreffende bewustzijn, geheugen, identiteit f waarneming v/d mgeving 4 dissciatieve strnissen + restcategrie Cntinuümmdel: Verschillende dissciatieve symptmen betreffen hetzelfde fenmeen en verschillen luter in ernst Dissciatie zu bij iedereen kunnen ptreden Pas een prbleem als het extreme vrmen aanneemt Discntinuümmdel: Verschillende typen dissciatie verschillen niet alleen in ernst, maar k in aard Dichtmie van 2 kwalitatief verschillende vrmen van dissciatie: Onthechting (detachment) Veranderde bewustzijnstestand waarin persn een nthechting velt t..v. zichzelf, het eigen lichaam f de wereld Bvb. depersnalisatie en derealisatie Cmpartimentalisatie Verstring van vermgen m delgericht prcessen te cntrleren die gewnlijk te sturen zijn Bvb. dissciatieve amnesie 8.3. Depersnalisatiestrnis Diagnstische criteria: kader p.274-275 Depersnalisatie = verandering in perceptie en ervaring v/h zelf Veranderingen in lichamelijke gewaarwrdingen Bvb. verminderde pijnbeleving, gevel dat lichaamsdelen niet bij je hren Afname van emtinele reacties (angst, verdriet) Realiteitstetsing is intact Derealisatie: verandering i/d ervaring v/d mgeving, die dan vreemd, minder levendig en niet echt lijkt Tijdens traumatische ervaringen ervaren veel mensen k symptmen van depersnalisatie en derealisatie (= peritraumatische dissciatie) Depersnalisatie: kmt veel vr in psychiatrische ppulaties en bij neurlgische aandeningen Bij klinische ppulaties als symptm van diverse strnissen Paniekstrnis, PTSS, depressie, schizfrenie Hge cmrbiditeit van depersnalisatiestrnissen met stemmings- f angststrnissen Sterke verschillen met andere dissciatieve strnissen Andere strnissen: Afwisseling van periden met en znder dissciatie Patiënt is zich niet bewust van verandering

Depersnalisatiestrnis: Meer cntinu belp Patiënt is zich wel bewust van dissciatieve testand Weinig symptmen van andere dissciatieve strnissen Enige dissciatieve strnis die nder nthechting valt en niet nder cmpartimentalisatie 8.4. Dissciatieve amnesie Diagnstische criteria: kader p.279 Men kan zich bepaalde belangrijke persnlijke infrmatie niet herinneren Vaak herinneringen aan traumatische f stressvlle gebeurtenissen Herinneringen kunnen p enig mment plts weer herinnerd wrden Kan k als symptm vrkmen bij PTSS Als het enkel dan vrkmt geen diagnse dissciatieve amnesie stellen! 8.5. Dissciatieve fugue Diagnstische criteria: kader p.282 Patiënt gaat nverwacht f pltseling van huis weg, verliest (een deel van) zijn identiteit en heeft een amnesie vr gebeurtenissen in het verleden vlucht duurt drgaans een paar uur f enkele dagen Testand verdwijnt vaak weer spntaan en pltseling Patiënt weet dan niet meer wat hij gedaan heeft en waar hij geweest is Fugue wrdt meestal vrafgegaan dr stressvlle gebeurtenissen Mgelijkheid van rganische rzaak altijd ged nagaan Kmt k vr als nderdeel van dissciatieve identiteitsstrnis en depressie Sms sprake van simulatie Kmt zeer zelden vr 8.6. Dissciatieve identiteitsstrnis (DIS) Diagnstische criteria: kader p.285 Patiënten beleven zichzelf niet als geheel, maar ervaren meerdere (meestal 2 f 3) afznderlijke identiteiten (alters) Meestal één primaire identiteit, die de gebrtenaam draagt en passief en afhankelijk is Andere identiteiten hebben andere naam en kunnen zich k anders gedragen Amnesie: Ene identiteit herinnert zich bepaalde autbigrafische infrmatie wel en andere identiteit niet Periden van uren f dagen waarin patiënt zich niet herinnert waar hij geweest is f wat hij gedaan heeft Wisseling tussen identiteiten: pltseling f gradueel, uitgelkt dr stressfactren Patiënten zijn niet in staat m bepaalde aspecten van hun geheugen, bewustzijn en identiteit te integreren tt een geheel Herbelevingen, hren van stemmen, cnversiesymptmen, depersnalisatie, derealisatie, tranceervaringen en fugues